De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 25 september pagina 6

25 september 1887 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. meester in zijn geheelen omvang te Zoo viel Die Hochzeit des Figaro" Jnan" byzonder in den smaak, alleen te" verwierf een algemeene onbebijval, wjjl deze opera het meest geschikt " toenmalig publiek te boeien en prachtig verd. Zy'n instrumentale werken vond destijds te ingewikkeld en te moeielijk om voeren. De diepe onafzienbare klove echter Bi« dagen van dien tijd onderscheidt, komt den doed van Mozart treffend aan het licht. - gpooie meester was in den nacht van 4 op 5 $mfeer 1791 aan het roodvonk .gestorven en > Jir«rd hy begraven? De weduwe was te diep en bovendien ongesteld; zijn twee zonen -,aog kleine kinderen, en zijn vrienden en werden (volgens de mededeeling van een et) door een hevige sneeuwjacht (!) verhem naar zy'n laatste rustplaats tebegeZoo heeft dan de geniale kunstenaar in i stilte zijn laatsten gang volbracht en de plaats die zjjn aardsch 'omhulsel, maar niet zijn srgftakebjken roem verbergt. Niemand kent ook zy'n graf, en zy'n weduwe (later met den von Nitten gehuwd) is niet dan met moeite althans zooveel te weten gekomen, ', toet stoffelijk overschot van den onsterfelyken op het kerkhof St. Marcus begraven opera te Parijs maakt de noodige ien om de vijfhonderdste opvoering van Faost" van Gounod op waardige wijze te . Vijf honderd opvoeringen! Dit aantal is gering en het succes aan den Faust" ten gevallen wordt geenszins verkleind door het . dat die -vyf-honderd opvoeringen over een van bijna dertig jaren verdeeld zijn. zag voor de eerste maal het licht d. het voetlicht in 1859 in het Théatre met Mevrouw Miolan-Carvalho in de Marguerite. Dat de opera in het eerst jlét Fransche publiek geen diepen indruk , is bekend. Gelukkig werd zij niet lang vertaald in het Italiaansch die univertaal dor muziek, evenals in de middelhet Latijn de nniverseele taal der literageweest is. Faust" werd dus in het jch door den heer Mapleson in Her Majesty's en door den heer Gye in de Italiaansche opera sn voor het voetlicht gebracht. Daarna kwam te aan de beurt; en eenigen tijd later volgden Duitschers dit voorbeeld. Hoewel zij den tekst opera streng critiseerden en verklaarden, dat een parodie van Goethe's onsterfelijke^schepnooit op een Duitsch tooneel zou verschijnen, «Faust" er met groot succes opgevoerd. Zij ien met den naam van Margaretha" aan Opera te geven, als om te toonen, dat zij .Xjtoonod's opera niet waardig achtten denzelfden jj*""?als Goethe's dramatisch gedicht te dragen. de muzikale schepping is nu evengoed in ttschland als in andere landen onder zijn eigen naam bekend en bewonderd, en het Duitsche liek heeft zich zelfs reeds gewend aan figuur van Siebel, een personage waarvoor (het behoeft nauwelijks gezegd te lin't geheel niet aansprakelijkis.Toen Faust" JUtf»i; h'et meest geliefde lyrische werk van het s geworden was, beweerdo de administraA'wf w» groote opera er recht op te hebben iÜerin het voorbeeld van Molière volgende, die ri-««n eigendom nam waar hij het vond". Gouschreef er toen dansmuziek bij, opdat Faust" de eischen der Nationale Opera zou beantalwaar.elk lyrisch drama, voor het voetgebracht volgens de wetten dezer muziek3*$a4emie, een ballet moet hebben. Indien men 4e schouwburgen in de verschillende steden Europa, waar de Faust" van Gounod werd «rd, er bij wilde rekenen, zou het aantal ingen niet bij honderden maar bij duizenkonnen worden geteld. &? p.,,.concnrrentie met de goedkoope buitenland" almanakken heeft de firma Warendorf te een Geïllustreerden Familiekalender" . verschijnen, die door met veel zorg gekozen van Nederlandsche auteurs en teekenaars trekkelijk gemaakt wordt. Behalve al hetgeen %t een almanak behoort, bevat het boekje eene ftovelle van Emile Seipgens, met zeer karakteristieke teekeningen van Braakensiek, een novelle van ~3S£. J- Vies, een schetsje van Wéha, een portret ?*a» F^ans Hals met bijschrift, en een tweetal gerdiditjes van Justus van Maurik, benevens eenige copiëu van Duitsche illustratiën. - Bjj het boekje worden als premiën toegegeven een portefeuille-almanak, een kalender voor ver jaardagen en een wand-almanak. DE VLIEGENDE HOLLANDER. Novelle naar Sophus Banditz. (Vervolg.) Eenige dagen later voerde de diligence den grooten Bouton een nieuwen leerling toe. Het IraS een jong Hollandsen schilder, Adriaan van Bur-gh, een van diegenen, die met een gering talent een onbegrensde liefde voor de kunst verbinden, benevens eene bijna heiligen eerbied voor fcare eischen Daar het hem in zijn vaderland Biet had mogen gelukken, iets te bereiken, had i$, die in onafhankelijke omstandigheden was, gesloten, bij wijze van proef, bij een der groote mannen van St. Jean Lerou in de leer te gaan, «Sygeveer op dezelfde wijze als een ongeneeslijke zieke op goed geluk naar een badplaats trekt, -waarvan hij de wonderbare werking heeft hooren roemen. Ook van van Burgh maakte monsieur Viuace zich terstond meester, en met zijn'gewone bemianelijkheid nam hij den jongen man onderzijn bescherming. , Dat is eerst goed, dat ge hier komt! Als gj iets degelijks leeren wilt, moet gij bij de franschen in de leer gaan, en van voren of aan beginnen. Kom nu maar mee, ik zal u aan Bouton en de anderen voorstellen, maar rst moet gij ontbijten. Kom maar mee, mijn jonge vriend l" :,, Monsieur Vivace en zijn geleider gingen naar de eetzaal, waar zy' aan het benedeneind der ange tafel plaats namen. Daar zaten zij allen, lie beroemde mannen, wier namen van Burgh zoo vaak in de ooren geklonken hadden; reeds uit Ie verte gevoelde hij niets dan den grootsten eerbied. Het gesprek . werd levendig en luide gevoerd, zóó luid, dat niemand dan de jonge lollander de inlichtingen kon hooren, die de criticus hem toefluisterde. Ziet ge wel dien grooten man daar ginds aan het andere eind der tafel ? Dat is Letort. de stormschilder." Hoe ?" vroeg van Burgh, die het laatste woord niet zoo goed verstaan had, is hij dan niet een zeeschilder?" Ja, zoo kan men hem ook wel noemen, maar hij doet alleen in stormen ? stormen op ;ee. Tegenwoordig moet ieder zoo'n specialiteit lebben, anders brengt hij het tot niets. Welke pecialiteit denkt gij dan te kiezen ? Nu, gij zijt iet er wellicht nog niet geheel over eens; daar aan zal Bouton u wel helpen. Maar om nu weer op Letort te komen, gij weet toch, dat hij steeds violet schildert? de groote hoop is bekrompen van geest genoeg, om te gelooven, dat de reden daartoe in kleurenblindheid ligt, maar gelijk ik verleden jaar in een artikel heb uiteengezet... hebt gij het wellicht gelezen? Niet, nu dan zal ik u de kleine verhandeling bij gelegenheid eens geven; gelijk ik daarin dus grondig heb uiteen gezet, is het juist zijn ongewoon scherpe kleurenziu, wij andere stervelingen zijn, helaas, niet zoo gelukkig er zoo een bezitten, die het hem mogelijk maakt, de geheele wereld violet te zien. Die heer daar naast Letort, neen, niet links van hem, maar rechts, is Choiseul, de pestschilder. Zijn naam zal u toch zeker bekend zijn? Hij heeft de cholera in Indiëen de gele koorts te New-York geschilderd; jammer genoeg kwam hij twee dagen te laat om de Siberische pest te zien, ofschoon. hij den heelen weg per extra-post had afgelegd; dat moet werkelijk een verlies voor de menschheid geweest zijn. Dan de volgenden op deze rij, dat zijn Villeroi, Chalet en Gobert. Die schilderen altoos elkander om beurten, met hun kinderen en vrouwen, in het atelier, in de woonkamer of in de slaapkamer. Daardoor kan het publiek op de gemakkelijkste wijzo op de hoogte blijven van de toeneming in deze familiën, en daarenboven is het ook zeer interessant, na te gaan of een van hen zijn meubelen nieuw heeft laten bekleeden! Twee plaatsen verder zit mademoiselle Garbonne. Dat is een echte coloriste, zij schildert alleen om de kleur. Zij was de eerste die op den inval kwam, het kleurenspel op doode visschen te bestudeeren en weer te geven. Als Hollander zult ge weten, dat haringen, zoodra zy uit het water komen, roode oogen krijgen; deze waarneming nu heeft zij verder voortgezet, en daardoor is het haar gelukt, letterlijk in kleuren te kunnen zwel gen; zij schildert vooral visschen in alle graden van verrotting. Den vorigen zomer heeft zij voor veel geld het lijk van een verdronken matroos weten te krijgen, dat hier aan land gespoeld was: zij heeft er een schitterend schilderij van gemaakt. Gij hadt de kleuren moeten zien: het blauwviolet en geelgroen, en de gaten in de wangen, die de kreeften er in gegeten hadden, ik verzeker u, het was werkelijk grootsch! Daar tegenover mademoiselle Garbonne zit Chot. Hij schildert nooit iets anders dan afzonderlijke naakte vrouwenfiguren, maar verstaat het, met onuitputtelijke verbeeldingskracht, de namen zijner naakte schoonen te varieeren; nu noemt hij zijne schepping De waarheid", dan Sappho" of Chloïs" ; ja twee jaar geleden had hij den wer kelijk genialen inval, een zijner figuren eenvoudig als Nudité" in den catalogus te plaatsen. Wat dat een opzien baarde! Jammer maar, dat er hier te St. Jean Lerou niets dan n vrouwelijk model te vinden is, dat hij gebruiken kan, men kent dus de kleine Angèle en hare bekoorlijkheden reeds op tien pas afstands. Maar ik heb u Valencourt nog niet gewezen. Dat is die heer daar ginds met de lange haren. Die is wegens zijn dik opgelegd schilderwerk beroemd. Hij smeert zooveel verf op het dook, dat zijne stukken, op den juisten afstand gezien, enkel uit berg en dal bestaan. Hij boetseert als 't ware iu de kleur, ja men kan wel zeggen, dat hij beter dan iemand er in geslaagd is, het polychroom basreliei' weer in te voeren. daar schuins tegenover, nu ja, dien moeten we maar voor den volgenden keer bewaren; er wordt thans van tafel opgestaan, en ik zal terstond van de gelegenheid gebruik maken, om u met Bouton in kennis te brengen/' * * * Van Burgh toonde den grooten meester op diens verlangen zijne studiën ; deze verklaarde echter, nadat hij ze vluchtig had doorgekeken, dat zij mogelijk een halve eeuw geleden voldoende hadden kunnen zijn, maar dat thans zonder eeuige waarde waren. Gij moet weder van voren af aan beginnen, mijn jonge vriend," zeide hij hem; verlies den moed niet, maar werk met kracht verder, en leer de dingen zien zooals zij in wer kelijkheid zijn, dan zal het overige vau zelf wel komen." Hoogst merkwaardig kwam het nu van Bargh voor, dat zijne schetsen, ondanks hunne gebroken, toch de natuur veel getrouwer weergaven, dan vele schilderijen der grooto kunstenaars. Toen hij echter op zekeren dag tegenover den grooten meester zich zulk eene uiting ontvallen liet, toen hij zijne verwondering uitsprak, dat de moderne school, in tegenstelling met de oudere; het land schap niet zoo voorstelde als liet werkelijk was, met zijne natuurlijke kleuren en iu 't oog vallende bijzonderheden, stuurde de meester hem naai huis met het bescheid, dat hij nog door groote veroordcelen bevangen was, waarvan hij zich zoo spoedig mogelijk moest losmaken. Wel is waai ziet de groote menigte niet met do oogen van den kunstenaar," zeide hij, maar zij moet daar toe opgewekt worden, want dat wij het zijn, die juist zien, valt toch wel niet te betwijfelen. Denk eens aan de in&tantanépholographieen, die thans zoo talrijk zijn; do bewegingen der loopende dieren, de vliegende vogels zullen u evenzeei vreemd voorkomen, maar de betrouwbaarheid vai: het spiegelbeeld betwijfelt gij toch niet!" Yan Burgh zweeg, niet omdat hij overtuigt was, maar omdat hem liet gezag van den nieestei neerdrukte, en hij besloten had te volkarden, ei althans te beproeven, iets van de techniek meester e worden j om welke de geheele wereld den heer Jouton bewonderde. Het meest gevoelde zich van Burgh tot miss Arabella en haren vader aangetrokken. Hij bood aar in eerbiedig zwijgen zijne bewondering niet enkel als kunstenares, maar ook als vrouw, en zij lad van den eersten dag af gevonden, dat in de melancholieke oogen vau den jongen man iets uiterst aantrekkelijks lag, en dat zijne schilderijen een edelen beschaafden indruk maakten. Ook mr. Pott vond behagen in Adriaan van Burgh, deels om de negatieve reden, dat deze geen Franschman was, deels omdat zijne dochter hem gaarne mocht lijden, en zoo vond uren die drie dan ook gewoonlijk 's namiddags bijeen, zij zeilden ver de zee in en maakten voetreizen naar den vuurtoren of zelfs naar de ruïnen der oude kapel voorbij de kleine baai. (Wordt vervolgd)^ Schaakspel. No. 91. Van W. A. SHINKMAN, te Grand-Rapids, V. S. ZWABT. Verzonnen partij dooi- den heer C. E. Lascelles in Engeland, naar aanleiding der uitnoodiging bij Shinkman's achtzet, om een spel te verzinnen, waarin wit begint, zwart eens zevenmaal achter eenvolgend slaat, dat niet langer is dan 34 zetten en tot do stelling leidt (zie no. 835), waarin wit aan de beurt in 8 zetten mat kan geven. bl - a3 l e7 e5 fl g2 18 gS f6 a3 c4 2 f8 a3 g2 f3 19 g5 X f41 b2 X a,3 3 c7 c5 f3 e4 20 f4 X e3 £? h2 b.4 g2 g4 4 h7 h5 5 h5 X g4 6 g4 g3 7 g3 g2 gl -g- b.3 h3 f 4 hl h3 h3 e3 cl b2 10 c8 a6 b2 c3 11 b8 c6 c3 - d4 12 d8 b6 dl cl 13 o?o?o cl bl 14 gl g3 bl b2 15 d7 _ d5 b2 b3 16 f7 f5 f2 X e3 21 e5 X d4 e3 X d4 22 f5 X d4 X c5 23 e4 X d3 e2 X d3 24 d5 X 8 g2 glT.dS X c4 25 h8 X H) 9 b7 _ b5 c4 X b5 26 f6 d5 c5 X b6 27 d5 c3 b5 X a6 28 d8 d5 d2 X c3 29 c6 b4 c3 X b4 30 d5 a5 b4 X a5 31 g3 b3. c2 X b3 32 b.4 a4 b3 X a4 33 c8 - b8 b6 X a7|34 b8 b3 d3 17 g7 go Wit geeft in 8 zetten mat. (Vernuftigen interessant).. De heer L. merkt op dat het spel op verschil lende wijzen begonnen en voortgezet kan worden; maar hij gelooft niet dat het doel in minder dan Wit speelt voor en geeftin vier zetten mat. (Wit 6 en Zwart 6 stukken met K. c5). van Shinkman zelf is ons nog niet bekend. OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. 89 van A. E. Studcl te Exeter. l d3 bl!, a2 al R.! 2 f2 gl! h.2 gl D. f; 3 hl X gl, f4 e3; 4 fO d5 f mat, Mooi! l Als bo v-, a2 al D. of T. 2 b6 b7, al a5 ! ! ; 3 b7?b8 D.f, a5?e5; 4 b8 X e5 t mat. l , a2 - al Pd. 2 b6 b7, al speelt; 3 b7_b8 D. f mat. l , a2 X bl 2 elXW,e2?elD.f ; 3 blXel,b2 blD.;4 föe3 t mat. No. 89 A van Emil Lindquist 1ste pry's in het Tornooi van The Wanderer. l el d2, df>Xe4; 2 d2 d3 f, K. onv.; 3 d4 of h3 eG f mat l Als bov., e5 f4; 2 d4 f3 f, K, onv.; 3 e4 X & of d2 d4 f mat. l , e5 X d4; 2 e4 f6 j, do e5 ; 3 d2 g5 f mat. l e5 elders; 2 d2 e3, onv. 3 e4 X f6 c3 of h3 X e6 f mat. l , anders ; 2 c2 c4, 3 e4 X c3 of h3 f5 f mat. No. 89 B van F. Moller 2de prijs in het tornooi van The Wanderer. ' l dl b3!, e4 d3; 2 c4 b2 f, . onv. 3 b3 dl of X b4 f mat. l Als bov., D'. X b3 of a4; 2 e6?fó f, K.XR- of P. 3 c4 X d6 of e3 f mat. l b4 c5; 2 c4 X d6f,K.?d4ofa. 3 b3 c4 of dl f mat. l f4Xe6of?e22 b3 c2 f, e4 - f4; 3 c2 f5 f mat. l f4Xd5ofg2; 2 b3 c2 f, Wem; 3 dito f mat. l b4Xc4ofc3?c2; 2 b3 X c4 of e3 f mat. l Anders; 2 c4 X ^6 f, onv. 3 D. of R. zet mat. Wij achten den 2den prijs moeielijker dan de 1ste prijs. Problemen. No. 91 bis van Dr. S. Gold te Weenen. Vierzet. Wit K. e2, R. e6 en f6, pions b2en g2. (5. Zwart K. e4, pion c6 ('2 met K. e4. Driezet no. 01 ter van E. B. Cook te Hoboken V.§. Wit K. e2, D. e8, R. g8, Pd. b6, pion e7. (5. Zwart K. c5, pions aG en e3. (3 met K. c5. No. 91 quatcr. Een niet onaardig eindspel, gevonden in een oud, Engelsch handschrift, zonder vermelding van nadere bijzonderheden: Wit K. d-1, R. h8, pions a4, b4 en d3. (5. Zwart K. d7, Pd. cl pion c7. (3 met K. d7. Zwart speelt voor en houdt het spel onbeslist in hoogstens acht zetten. Wit speelt voor in 91 bis en ter en in de volgende niet Ie prijs bekroonde tweezet van J. J. C. Wamwright te Stoneham, Mas (V.S.) in het tornooi van The Wanderer. Wit K. cl, T. bl en f2, D. f3, R. &3, Pd. b8, pions e2 en h2 )8. Zwart K. a2, T. h8 en h3, R. h7, pions c4, d4, e4 en h4 8 met K. a'2. Een zeldzaam raadsel van E. B. Cook. Wit K. d6, D. h6, Pd. f5 en f2, R. 06, pion g6 (6. Zwart K. f4, pions e5, g5 en f3. (4 met K. f4. Wit geeft mat zonder een zet te doen. Een grap om in de regenmousson te ontcijferen! Een opmerkelijke dwaling. In het probleemtornooi van het Duitsche scliaakcongres te Frank fort a/M., is de 1ste prijs toegewezen aan den volgenden vierzet van prof. J. Berger te Graz: Wit K. f-2, D. a8, Pd. d5 en d(5, R. b2, pion g5 (0. Zwart K. c5, R i'5, pions a.'i, f3, f4 en g6 (B met K. c5. De D. Schaclizeitung, Aug. 1887, pag. 256 brengt ons de jammerlijke tijding dat de lieer R. Mangelsdorf te Leipzig een tweede bijoplossing heeft ingezonden: l R. X a^ enzINGEZONDEN OPLOSSINGEN. Juist opgelost door Mei" uo. 88 met bis, ter, quater en quinter, met 89, A en B te Amsterdam, F. A. T's te Rotterdam idem; Henri no. 89 met B en i)0 met bis en ter; te Amsterdam W. v. H. te Delft, 89 en B. W. te Arnhem 89 met A en B, insgelijks D. E. te Rotterdam. BRIEFWISSELING. Henri to A. In dank ontvangen. Spoedig zal liet resultaat van liet onderzoek volgen. VOOR HONDERD JAAR (September 1787), door F. A. Buis. (Vervolg). V. De inval der Pruisen in 1787 maakt eene treurige bladzijde uit in onze geschiedenis. De strijd dor patriotten tegen die vredo-stichters was voorzeker een hopolooze, vooral omdat de aan valler niet alleen kon beschikken over een uit stekend en overmachtig leger, maar hem ook allerlei gegevens in handen waren gespeeld, waardoor hij dadelijk den verdediger in het zwak kon tasten. Het stond dien verdediger te vreezen, dat liier of daar de prinsgezinden gesteund door dat gedeelte van bot volk, hetwelk do partij van Oranje was toegedaan eone beweging op touw zouden zetten, waardoor do verdediger voor een groot deel verlamd zou worden; het was te verwachten, dat velen bevreesd voor eene wraakneming van do orangisten met den vijand gemeene zaak zoudon maken, doch dit alles was geen reden om zoovele goed bewapende en flink bemande vestigen en forten zonder slag of stoot don Pruisen in handen te spelen. Waar de nakomeling een oordeel heeft te vellen over de binnenlandschc onlusten der 18e eeuw, moet hij n den patriotten n den oranjemannen vele en grove foutenten laste leggen; beiden zijn schuldig aan de vernedering en schande, welke ons vaderland in hot laatst der 18e eeuw hoeft ondergaan; en kan men den patriotten de hulde niet onthouden van het goede te hebben gewild, was hun streven in vele opzichten edel en grootsch, de rol, die vele hunner in September 1787 heb ben gespeeld, is heel treurig, soms zelfs verachte lijk geweest. Alleen Amsterdam heeft zich waardig gedragen, de strijd daar gestreden was eervol; overal elders was do bonding dor patriotten bij het naderen van den vijand al heel weinig roemvol. Zoo lieten Uitermeer en Hinderdam zich schan delijk verrassen, en gaf Nieuwersluis zich na eene flauwe verdediging over (21 September.) Abcoude werd door de Patriotten ontruimd; AVeesp onder den. kolonel van de Pol heeft daarentegen nog eenigen wederstand geboden. In acht dagen, tijds was geheel Holland op Naardon, Muiden, Weesp en Amsterdam na dooi den vijand bezet, en kon Willem V zijn intocht in 's Gravenhage doen. I)c inval der Pruisen zou dan ook moeilijk een veldtocht worden genoemd, hadde Amsterdam zich niet krachtig verdedigd voor liet overige geleek het bijzonder veel op een militaire ma noeuvre in vredestijd. Von Pfau heeft er niet temin zij bekend werk over geschreven, niemand minder dan Clausewitz heeft er een uitvoerige kritiek over geleverd, en nog voor weinige jaren verscheen een werk van den duitschen generaal von Troschke over dit onderwerp door den gep. kapitein Hirschmann vertaald en door den Gene raal Knoop in de Gids" van 1876 zeer breed voerig besproken. Ongetwijfeld heeft de Hertog van Brnnswijk met dien tocht eer ingelegd zijne maatregelen kunnen de kritiek doorstaan docb ieder gene raal zou zich moeten schamen in dergelijke om standigheden niet alles tot een goed einde te kunnen brengen. Het was geen ernstige oorlog. Nog minder werd het dat, toen de Staten van Holland het hoofd in den schoot leggende ? bij resolutie van 22 September 1787 alle com mandanten van steden en forten" geliefden te bevelen op de verschijning van de Pruisische troepen, en iu cas van aanval geen wederstand j te doen, en geen orders van de commissie van 't

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl