Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
meester in zijn geheelen omvang te
Zoo viel Die Hochzeit des Figaro"
Jnan" byzonder in den smaak, alleen
te" verwierf een algemeene
onbebijval, wjjl deze opera het meest geschikt
" toenmalig publiek te boeien en prachtig
verd. Zy'n instrumentale werken vond
destijds te ingewikkeld en te moeielijk om
voeren. De diepe onafzienbare klove echter
Bi« dagen van dien tijd onderscheidt, komt
den doed van Mozart treffend aan het licht.
- gpooie meester was in den nacht van 4 op 5
$mfeer 1791 aan het roodvonk .gestorven en
> Jir«rd hy begraven? De weduwe was te diep
en bovendien ongesteld; zijn twee zonen
-,aog kleine kinderen, en zijn vrienden en
werden (volgens de mededeeling van een
et) door een hevige sneeuwjacht (!)
verhem naar zy'n laatste rustplaats
tebegeZoo heeft dan de geniale kunstenaar in
i stilte zijn laatsten gang volbracht en de plaats
die zjjn aardsch 'omhulsel, maar niet zijn
srgftakebjken roem verbergt. Niemand kent
ook zy'n graf, en zy'n weduwe (later met den
von Nitten gehuwd) is niet dan met
moeite althans zooveel te weten gekomen,
', toet stoffelijk overschot van den onsterfelyken
op het kerkhof St. Marcus begraven
opera te Parijs maakt de noodige
ien om de vijfhonderdste opvoering van
Faost" van Gounod op waardige wijze te
. Vijf honderd opvoeringen! Dit aantal is
gering en het succes aan den Faust" ten
gevallen wordt geenszins verkleind door het
. dat die -vyf-honderd opvoeringen over een
van bijna dertig jaren verdeeld zijn.
zag voor de eerste maal het licht d.
het voetlicht in 1859 in het Théatre
met Mevrouw Miolan-Carvalho in de
Marguerite. Dat de opera in het eerst
jlét Fransche publiek geen diepen indruk
, is bekend. Gelukkig werd zij niet lang
vertaald in het Italiaansch die
univertaal dor muziek, evenals in de
middelhet Latijn de nniverseele taal der
literageweest is. Faust" werd dus in het
jch door den heer Mapleson in Her Majesty's
en door den heer Gye in de Italiaansche opera
sn voor het voetlicht gebracht. Daarna kwam
te aan de beurt; en eenigen tijd later volgden
Duitschers dit voorbeeld. Hoewel zij den tekst
opera streng critiseerden en verklaarden, dat
een parodie van Goethe's
onsterfelijke^schepnooit op een Duitsch tooneel zou verschijnen,
«Faust" er met groot succes opgevoerd. Zij
ien met den naam van Margaretha" aan
Opera te geven, als om te toonen, dat zij
.Xjtoonod's opera niet waardig achtten denzelfden
jj*""?als Goethe's dramatisch gedicht te dragen.
de muzikale schepping is nu evengoed in
ttschland als in andere landen onder zijn eigen
naam bekend en bewonderd, en het Duitsche
liek heeft zich zelfs reeds gewend aan
figuur van Siebel, een personage waarvoor
(het behoeft nauwelijks gezegd te
lin't geheel niet aansprakelijkis.Toen Faust"
JUtf»i; h'et meest geliefde lyrische werk van het
s geworden was, beweerdo de
administraA'wf w» groote opera er recht op te hebben
iÜerin het voorbeeld van Molière volgende, die
ri-««n eigendom nam waar hij het vond".
Gouschreef er toen dansmuziek bij, opdat Faust"
de eischen der Nationale Opera zou
beantalwaar.elk lyrisch drama, voor het
voetgebracht volgens de wetten dezer
muziek3*$a4emie, een ballet moet hebben. Indien men
4e schouwburgen in de verschillende steden
Europa, waar de Faust" van Gounod werd
«rd, er bij wilde rekenen, zou het aantal
ingen niet bij honderden maar bij
duizenkonnen worden geteld.
&? p.,,.concnrrentie met de goedkoope
buitenland" almanakken heeft de firma Warendorf te
een Geïllustreerden Familiekalender"
. verschijnen, die door met veel zorg gekozen
van Nederlandsche auteurs en teekenaars
trekkelijk gemaakt wordt. Behalve al hetgeen
%t een almanak behoort, bevat het boekje eene
ftovelle van Emile Seipgens, met zeer
karakteristieke teekeningen van Braakensiek, een novelle van
~3S£. J- Vies, een schetsje van Wéha, een portret
?*a» F^ans Hals met bijschrift, en een tweetal
gerdiditjes van Justus van Maurik, benevens eenige
copiëu van Duitsche illustratiën.
- Bjj het boekje worden als premiën toegegeven
een portefeuille-almanak, een kalender voor ver
jaardagen en een wand-almanak.
DE VLIEGENDE HOLLANDER.
Novelle naar Sophus Banditz.
(Vervolg.)
Eenige dagen later voerde de diligence den
grooten Bouton een nieuwen leerling toe. Het
IraS een jong Hollandsen schilder, Adriaan van
Bur-gh, een van diegenen, die met een gering
talent een onbegrensde liefde voor de kunst
verbinden, benevens eene bijna heiligen eerbied voor
fcare eischen Daar het hem in zijn vaderland
Biet had mogen gelukken, iets te bereiken, had
i$, die in onafhankelijke omstandigheden was,
gesloten, bij wijze van proef, bij een der groote
mannen van St. Jean Lerou in de leer te gaan,
«Sygeveer op dezelfde wijze als een ongeneeslijke
zieke op goed geluk naar een badplaats trekt,
-waarvan hij de wonderbare werking heeft hooren
roemen.
Ook van van Burgh maakte monsieur Viuace
zich terstond meester, en met zijn'gewone
bemianelijkheid nam hij den jongen man onderzijn
bescherming.
, Dat is eerst goed, dat ge hier komt! Als
gj iets degelijks leeren wilt, moet gij bij de
franschen in de leer gaan, en van voren of aan
beginnen. Kom nu maar mee, ik zal u aan
Bouton en de anderen voorstellen, maar rst
moet gij ontbijten. Kom maar mee, mijn jonge
vriend l"
:,, Monsieur Vivace en zijn geleider gingen naar
de eetzaal, waar zy' aan het benedeneind der
ange tafel plaats namen. Daar zaten zij allen,
lie beroemde mannen, wier namen van Burgh
zoo vaak in de ooren geklonken hadden; reeds uit
Ie verte gevoelde hij niets dan den grootsten
eerbied. Het gesprek . werd levendig en luide
gevoerd, zóó luid, dat niemand dan de jonge
lollander de inlichtingen kon hooren, die de
criticus hem toefluisterde.
Ziet ge wel dien grooten man daar ginds
aan het andere eind der tafel ? Dat is Letort.
de stormschilder."
Hoe ?" vroeg van Burgh, die het laatste
woord niet zoo goed verstaan had, is hij dan
niet een zeeschilder?"
Ja, zoo kan men hem ook wel noemen,
maar hij doet alleen in stormen ? stormen op
;ee. Tegenwoordig moet ieder zoo'n specialiteit
lebben, anders brengt hij het tot niets. Welke
pecialiteit denkt gij dan te kiezen ? Nu, gij zijt
iet er wellicht nog niet geheel over eens; daar
aan zal Bouton u wel helpen. Maar om nu weer
op Letort te komen, gij weet toch, dat hij steeds
violet schildert? de groote hoop is bekrompen van
geest genoeg, om te gelooven, dat de reden
daartoe in kleurenblindheid ligt, maar gelijk ik
verleden jaar in een artikel heb uiteengezet...
hebt gij het wellicht gelezen? Niet, nu dan zal
ik u de kleine verhandeling bij gelegenheid eens
geven; gelijk ik daarin dus grondig heb uiteen
gezet, is het juist zijn ongewoon scherpe
kleurenziu, wij andere stervelingen zijn, helaas, niet
zoo gelukkig er zoo een bezitten, die het hem
mogelijk maakt, de geheele wereld violet te zien.
Die heer daar naast Letort, neen, niet links
van hem, maar rechts, is Choiseul, de pestschilder.
Zijn naam zal u toch zeker bekend zijn? Hij
heeft de cholera in Indiëen de gele koorts te
New-York geschilderd; jammer genoeg kwam hij twee
dagen te laat om de Siberische pest te zien, ofschoon.
hij den heelen weg per extra-post had afgelegd;
dat moet werkelijk een verlies voor de menschheid
geweest zijn. Dan de volgenden op deze rij, dat
zijn Villeroi, Chalet en Gobert. Die schilderen
altoos elkander om beurten, met hun kinderen
en vrouwen, in het atelier, in de woonkamer of
in de slaapkamer. Daardoor kan het publiek op
de gemakkelijkste wijzo op de hoogte blijven van
de toeneming in deze familiën, en daarenboven
is het ook zeer interessant, na te gaan of een
van hen zijn meubelen nieuw heeft laten bekleeden!
Twee plaatsen verder zit mademoiselle Garbonne.
Dat is een echte coloriste, zij schildert alleen om
de kleur. Zij was de eerste die op den inval
kwam, het kleurenspel op doode visschen te
bestudeeren en weer te geven. Als Hollander zult
ge weten, dat haringen, zoodra zy uit het water
komen, roode oogen krijgen; deze waarneming
nu heeft zij verder voortgezet, en daardoor is het
haar gelukt, letterlijk in kleuren te kunnen zwel
gen; zij schildert vooral visschen in alle graden
van verrotting. Den vorigen zomer heeft zij voor
veel geld het lijk van een verdronken matroos
weten te krijgen, dat hier aan land gespoeld was:
zij heeft er een schitterend schilderij van gemaakt.
Gij hadt de kleuren moeten zien: het blauwviolet
en geelgroen, en de gaten in de wangen, die de
kreeften er in gegeten hadden, ik verzeker u,
het was werkelijk grootsch!
Daar tegenover mademoiselle Garbonne zit Chot.
Hij schildert nooit iets anders dan afzonderlijke
naakte vrouwenfiguren, maar verstaat het, met
onuitputtelijke verbeeldingskracht, de namen zijner
naakte schoonen te varieeren; nu noemt hij zijne
schepping De waarheid", dan Sappho" of
Chloïs" ; ja twee jaar geleden had hij den wer
kelijk genialen inval, een zijner figuren eenvoudig
als Nudité" in den catalogus te plaatsen. Wat dat
een opzien baarde! Jammer maar, dat er hier te
St. Jean Lerou niets dan n vrouwelijk model
te vinden is, dat hij gebruiken kan, men kent
dus de kleine Angèle en hare bekoorlijkheden
reeds op tien pas afstands. Maar ik heb u
Valencourt nog niet gewezen. Dat is die heer daar
ginds met de lange haren. Die is wegens zijn
dik opgelegd schilderwerk beroemd. Hij smeert
zooveel verf op het dook, dat zijne stukken, op
den juisten afstand gezien, enkel uit berg en dal
bestaan. Hij boetseert als 't ware iu de kleur,
ja men kan wel zeggen, dat hij beter dan iemand
er in geslaagd is, het polychroom basreliei' weer
in te voeren. daar schuins tegenover, nu
ja, dien moeten we maar voor den volgenden keer
bewaren; er wordt thans van tafel opgestaan, en
ik zal terstond van de gelegenheid gebruik maken,
om u met Bouton in kennis te brengen/'
* *
*
Van Burgh toonde den grooten meester op
diens verlangen zijne studiën ; deze verklaarde
echter, nadat hij ze vluchtig had doorgekeken,
dat zij mogelijk een halve eeuw geleden voldoende
hadden kunnen zijn, maar dat thans zonder eeuige
waarde waren. Gij moet weder van voren af
aan beginnen, mijn jonge vriend," zeide hij hem;
verlies den moed niet, maar werk met kracht
verder, en leer de dingen zien zooals zij in wer
kelijkheid zijn, dan zal het overige vau zelf wel
komen."
Hoogst merkwaardig kwam het nu van Bargh
voor, dat zijne schetsen, ondanks hunne gebroken,
toch de natuur veel getrouwer weergaven, dan
vele schilderijen der grooto kunstenaars. Toen
hij echter op zekeren dag tegenover den grooten
meester zich zulk eene uiting ontvallen liet, toen
hij zijne verwondering uitsprak, dat de moderne
school, in tegenstelling met de oudere; het land
schap niet zoo voorstelde als liet werkelijk was,
met zijne natuurlijke kleuren en iu 't oog vallende
bijzonderheden, stuurde de meester hem naai
huis met het bescheid, dat hij nog door groote
veroordcelen bevangen was, waarvan hij zich zoo
spoedig mogelijk moest losmaken. Wel is waai
ziet de groote menigte niet met do oogen van
den kunstenaar," zeide hij, maar zij moet daar
toe opgewekt worden, want dat wij het zijn, die
juist zien, valt toch wel niet te betwijfelen. Denk
eens aan de in&tantanépholographieen, die thans
zoo talrijk zijn; do bewegingen der loopende
dieren, de vliegende vogels zullen u evenzeei
vreemd voorkomen, maar de betrouwbaarheid vai:
het spiegelbeeld betwijfelt gij toch niet!"
Yan Burgh zweeg, niet omdat hij overtuigt
was, maar omdat hem liet gezag van den nieestei
neerdrukte, en hij besloten had te volkarden, ei
althans te beproeven, iets van de techniek meester
e worden j om welke de geheele wereld den heer
Jouton bewonderde.
Het meest gevoelde zich van Burgh tot miss
Arabella en haren vader aangetrokken. Hij bood
aar in eerbiedig zwijgen zijne bewondering niet
enkel als kunstenares, maar ook als vrouw, en zij
lad van den eersten dag af gevonden, dat in de
melancholieke oogen vau den jongen man iets
uiterst aantrekkelijks lag, en dat zijne schilderijen
een edelen beschaafden indruk maakten.
Ook mr. Pott vond behagen in Adriaan van
Burgh, deels om de negatieve reden, dat deze
geen Franschman was, deels omdat zijne dochter
hem gaarne mocht lijden, en zoo vond uren die
drie dan ook gewoonlijk 's namiddags bijeen, zij
zeilden ver de zee in en maakten voetreizen naar
den vuurtoren of zelfs naar de ruïnen der oude
kapel voorbij de kleine baai.
(Wordt vervolgd)^
Schaakspel.
No. 91.
Van W. A. SHINKMAN, te Grand-Rapids, V. S.
ZWABT.
Verzonnen partij dooi- den heer C. E. Lascelles
in Engeland, naar aanleiding der uitnoodiging
bij Shinkman's achtzet, om een spel te verzinnen,
waarin wit begint, zwart eens zevenmaal achter
eenvolgend slaat, dat niet langer is dan 34 zetten
en tot do stelling leidt (zie no. 835), waarin wit
aan de beurt in 8 zetten mat kan geven.
bl - a3 l e7 e5 fl g2 18 gS f6
a3 c4 2 f8 a3 g2 f3 19 g5 X f41
b2 X a,3 3 c7 c5 f3 e4 20 f4 X e3 £?
h2 b.4
g2 g4
4 h7 h5
5 h5 X g4
6 g4 g3
7 g3 g2
gl -g- b.3
h3 f 4
hl h3
h3 e3
cl b2 10 c8 a6
b2 c3 11 b8 c6
c3 - d4 12 d8 b6
dl cl 13 o?o?o
cl bl 14 gl g3
bl b2 15 d7 _ d5
b2 b3 16 f7 f5
f2 X e3 21 e5 X d4
e3 X d4 22 f5 X
d4 X c5 23 e4 X d3
e2 X d3 24 d5 X
8 g2 glT.dS X c4 25 h8 X H)
9 b7 _ b5 c4 X b5 26 f6 d5
c5 X b6 27 d5 c3
b5 X a6 28 d8 d5
d2 X c3 29 c6 b4
c3 X b4 30 d5 a5
b4 X a5 31 g3 b3.
c2 X b3 32 b.4 a4
b3 X a4 33 c8 - b8
b6 X a7|34 b8
b3 d3 17 g7 go
Wit geeft in 8 zetten mat. (Vernuftigen interessant)..
De heer L. merkt op dat het spel op verschil
lende wijzen begonnen en voortgezet kan worden;
maar hij gelooft niet dat het doel in minder dan
Wit speelt voor en geeftin vier zetten mat.
(Wit 6 en Zwart 6 stukken met K. c5). van Shinkman zelf is ons nog niet bekend.
OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. 89
van A. E. Studcl te Exeter.
l d3 bl!, a2 al R.! 2 f2 gl! h.2 gl D. f; 3 hl X gl, f4 e3; 4 fO d5 f mat, Mooi!
l Als bo v-, a2 al D. of T. 2 b6 b7, al a5 ! ! ; 3 b7?b8 D.f, a5?e5; 4 b8 X e5 t mat.
l , a2 - al Pd. 2 b6 b7, al speelt; 3 b7_b8 D. f mat.
l , a2 X bl 2 elXW,e2?elD.f ; 3 blXel,b2 blD.;4 föe3 t mat.
No. 89 A van Emil Lindquist 1ste pry's in het Tornooi van The Wanderer.
l el d2, df>Xe4; 2 d2 d3 f, K. onv.; 3 d4 of h3 eG f mat
l Als bov., e5 f4; 2 d4 f3 f, K, onv.; 3 e4 X & of d2 d4 f mat.
l , e5 X d4; 2 e4 f6 j, do e5 ; 3 d2 g5 f mat.
l e5 elders; 2 d2 e3, onv. 3 e4 X f6 c3 of h3 X e6 f mat.
l , anders ; 2 c2 c4, 3 e4 X c3 of h3 f5 f mat.
No. 89 B van F. Moller 2de prijs in het tornooi van The Wanderer. '
l dl b3!, e4 d3; 2 c4 b2 f, . onv. 3 b3 dl of X b4 f mat.
l Als bov., D'. X b3 of a4; 2 e6?fó f, K.XR- of P. 3 c4 X d6 of e3 f mat.
l b4 c5; 2 c4 X d6f,K.?d4ofa. 3 b3 c4 of dl f mat.
l f4Xe6of?e22 b3 c2 f, e4 - f4; 3 c2 f5 f mat.
l f4Xd5ofg2; 2 b3 c2 f, Wem; 3 dito f mat.
l b4Xc4ofc3?c2; 2 b3 X c4 of e3 f mat.
l Anders; 2 c4 X ^6 f, onv. 3 D. of R. zet mat. Wij achten den 2den
prijs moeielijker dan de 1ste prijs.
Problemen. No. 91 bis van Dr. S. Gold te Weenen. Vierzet. Wit K. e2, R. e6 en f6, pions
b2en g2. (5. Zwart K. e4, pion c6 ('2 met K. e4.
Driezet no. 01 ter van E. B. Cook te Hoboken V.§. Wit K. e2, D. e8, R. g8, Pd. b6, pion e7. (5.
Zwart K. c5, pions aG en e3. (3 met K. c5.
No. 91 quatcr. Een niet onaardig eindspel, gevonden in een oud, Engelsch handschrift, zonder
vermelding van nadere bijzonderheden: Wit K. d-1, R. h8, pions a4, b4 en d3. (5. Zwart K. d7,
Pd. cl pion c7. (3 met K. d7. Zwart speelt voor en houdt het spel onbeslist in hoogstens acht zetten.
Wit speelt voor in 91 bis en ter en in de volgende niet Ie prijs bekroonde tweezet van J. J. C.
Wamwright te Stoneham, Mas (V.S.) in het tornooi van The Wanderer. Wit K. cl, T. bl en f2,
D. f3, R. &3, Pd. b8, pions e2 en h2 )8. Zwart K. a2, T. h8 en h3, R. h7, pions c4, d4, e4 en h4
8 met K. a'2.
Een zeldzaam raadsel van E. B. Cook. Wit K. d6, D. h6, Pd. f5 en f2, R. 06, pion g6 (6. Zwart
K. f4, pions e5, g5 en f3. (4 met K. f4. Wit geeft mat zonder een zet te doen. Een grap om in
de regenmousson te ontcijferen!
Een opmerkelijke dwaling. In het
probleemtornooi van het Duitsche scliaakcongres te Frank
fort a/M., is de 1ste prijs toegewezen aan den
volgenden vierzet van prof. J. Berger te Graz:
Wit K. f-2, D. a8, Pd. d5 en d(5, R. b2, pion g5 (0.
Zwart K. c5, R i'5, pions a.'i, f3, f4 en g6 (B met
K. c5. De D. Schaclizeitung, Aug. 1887, pag. 256
brengt ons de jammerlijke tijding dat de lieer
R. Mangelsdorf te Leipzig een tweede bijoplossing
heeft ingezonden: l R. X a^
enzINGEZONDEN OPLOSSINGEN.
Juist opgelost door Mei" uo. 88 met bis, ter,
quater en quinter, met 89, A en B te Amsterdam,
F. A. T's te Rotterdam idem; Henri no. 89 met
B en i)0 met bis en ter; te Amsterdam W. v. H.
te Delft, 89 en B. W. te Arnhem 89 met A en B,
insgelijks D. E. te Rotterdam.
BRIEFWISSELING.
Henri to A. In dank ontvangen. Spoedig zal
liet resultaat van liet onderzoek volgen.
VOOR HONDERD JAAR
(September 1787),
door F. A. Buis.
(Vervolg).
V.
De inval der Pruisen in 1787 maakt eene
treurige bladzijde uit in onze geschiedenis. De
strijd dor patriotten tegen die vredo-stichters was
voorzeker een hopolooze, vooral omdat de aan
valler niet alleen kon beschikken over een uit
stekend en overmachtig leger, maar hem ook
allerlei gegevens in handen waren gespeeld,
waardoor hij dadelijk den verdediger in het zwak
kon tasten. Het stond dien verdediger te vreezen,
dat liier of daar de prinsgezinden gesteund
door dat gedeelte van bot volk, hetwelk do partij
van Oranje was toegedaan eone beweging op
touw zouden zetten, waardoor do verdediger voor
een groot deel verlamd zou worden; het was te
verwachten, dat velen bevreesd voor eene
wraakneming van do orangisten met den vijand
gemeene zaak zoudon maken, doch dit alles was
geen reden om zoovele goed bewapende en flink
bemande vestigen en forten zonder slag of stoot
don Pruisen in handen te spelen.
Waar de nakomeling een oordeel heeft te vellen
over de binnenlandschc onlusten der 18e eeuw,
moet hij n den patriotten n den oranjemannen
vele en grove foutenten laste leggen; beiden zijn
schuldig aan de vernedering en schande, welke
ons vaderland in hot laatst der 18e eeuw hoeft
ondergaan; en kan men den patriotten de hulde
niet onthouden van het goede te hebben gewild,
was hun streven in vele opzichten edel en grootsch,
de rol, die vele hunner in September 1787 heb
ben gespeeld, is heel treurig, soms zelfs verachte
lijk geweest.
Alleen Amsterdam heeft zich waardig gedragen,
de strijd daar gestreden was eervol; overal elders
was do bonding dor patriotten bij het naderen
van den vijand al heel weinig roemvol.
Zoo lieten Uitermeer en Hinderdam zich schan
delijk verrassen, en gaf Nieuwersluis zich na eene
flauwe verdediging over (21 September.) Abcoude
werd door de Patriotten ontruimd; AVeesp onder
den. kolonel van de Pol heeft daarentegen nog
eenigen wederstand geboden.
In acht dagen, tijds was geheel Holland op
Naardon, Muiden, Weesp en Amsterdam na dooi
den vijand bezet, en kon Willem V zijn intocht
in 's Gravenhage doen.
I)c inval der Pruisen zou dan ook moeilijk een
veldtocht worden genoemd, hadde Amsterdam
zich niet krachtig verdedigd voor liet overige
geleek het bijzonder veel op een militaire ma
noeuvre in vredestijd. Von Pfau heeft er niet
temin zij bekend werk over geschreven, niemand
minder dan Clausewitz heeft er een uitvoerige
kritiek over geleverd, en nog voor weinige jaren
verscheen een werk van den duitschen generaal
von Troschke over dit onderwerp door den gep.
kapitein Hirschmann vertaald en door den Gene
raal Knoop in de Gids" van 1876 zeer breed
voerig besproken.
Ongetwijfeld heeft de Hertog van Brnnswijk
met dien tocht eer ingelegd zijne maatregelen
kunnen de kritiek doorstaan docb ieder gene
raal zou zich moeten schamen in dergelijke om
standigheden niet alles tot een goed einde te
kunnen brengen.
Het was geen ernstige oorlog.
Nog minder werd het dat, toen de Staten van
Holland het hoofd in den schoot leggende ?
bij resolutie van 22 September 1787 alle com
mandanten van steden en forten" geliefden te
bevelen op de verschijning van de Pruisische
troepen, en iu cas van aanval geen wederstand
j te doen, en geen orders van de commissie van 't