Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTÉlMMMER
A°. 1887
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Ieder nommer bevat een Plaat.
Onder Redactie van J. DE KOO «n JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad Jffo. 124.)
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgever: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 2 October,
Abonnement per 3 maanden f 1.?. fr p. p. f 1.15
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . , . 0.10.
Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regrt meer . . 0.20.
Reclames per regel 0.40.
I N B O V D:
EIGEN HULP. VAN OVER DE GREN
ZEN, door E. D. Pjjzel. FEUILLETON: Hoe
zieltje in den hemel kwam! (Slot). UIT PA
RIJS, door A. B. UIT HET HAAGJE, door
Pasqaino. KUNST EN LETTEREN:
Hettopneel te Amsterdam, door Alb. Th. Muziek in
de Hoofdstad, door H. C. P. D. Muziekaal
Overzicht, door Joh. C. V. Nieuwe uitgaven
op muzikaal gebied, door E. D. P. Wedstrijd
in de schilderkunst aan de Rijks-Academie, door'
Alb. Th. Nieuw Grieksche taal- en letter
kunde, door Dr. H. C. Muller. I. VARIA.
SCHAAKSPEL. Vóór honderd jaar, (Slot), door
F. A. Buis. De Vliegende Hollander, III.
Voor dames. ALLERLEI. RECLAMES.
BEURSOVERZICHT. - TE HUUR. ADVER
TENTIËN.
Eigen Hulp.
De pers bevatte gedurende de laatste da
gen allerlei beschouwingen over het al of
niet rechtmatige van de bedreiging met ont
slag van den heer Smit, leeraar aan de
H. B. School te Apeldoorn.
Het heette nadeelig voor de H. B. School,
dat deze docent, in vergaderingen, zijn poli
tieke zienswijze bepleitte, en de inspecteur
van het Middelbaar Onderwijs, de commissie
van toezicht, de gemeenteraad van Apeldoorn,
gesteund door enkele liberale bladen, hebben,
in het belang van het onderwijs, den man
uit zijn betrekking gezet. Eervol, want noch
op zijn gedrag, noch op zijn onderwijs zelf,
was eenige aanmerking te maken.
De beteekenis van die daad ligt voor de
hand. Evenals bij het ontslag van den heer
Frowein is ook hier gebleken, dat de school
en gemeente-autoriteiten niet zullen dulden,
dat een leeraar, buiten de school, politieke
overtuigingen verkondigt, ..die in strijd
verkeeren met het gevoelen van de meerderheid
der ouders.
Neutraal is het Middelb. Onderwijs niet,
kan het niet zijn. Reeds het Lager Onder
wijs, mag, hoe ook naar neutraliteit gestreefd
worde, slechts, bij wijze lan spreken, neutraal
genoemd worden. Niets natuurlijker dan dat
de schoolautoriteiten dus bij het onderwijs
door de leeraren gegeven een oog in het zeil
houden. Zeer licht, vaak onwillekeurig, kun
nen de grenzen, aan den docent gesteld, wor
den overschreden. Daarom, alles, wat strekken
Feuilleton.
Hoe Zieltje in iea hemel brai!
(Een sprookje.)
(Slot).
»Ik wil u een raad geven," begon de vrien
delijke jonge vrouw opnieuw. «Tegenover ons
woont een jonge man, die, zonder pedant te
zijn, zulk een verstandig gebruik van zijn
tijd maakt, dat hij gewis een uurtje voor u,
arm Zieltje, over heeft, te meer omdat hij
er niemand mede te kort doet, want hij staat
geheel alleen op de wereld en ziet er sedert
eenigen tijd zoo neerslachtig en ernstig uit."
Zieltje glimlachte droevig. »Neen, hem mag
ik het niet vragen! Ik heb den goeden jongen
tijdens mijn leven bitter leed gedaan. Zou ik
zijn droefheid nog vermeerderen, door hem te
zeggen, dat ik na mijn dood niet gelukkig
ben ? En daarbij heeft hij mij steeds verweten
dat ik mijn tijd nutteloos verspilde. Neen,
neen! ik dank u voor uw goedheid, maar..."
en aanstonds was zij verdwenen.
Ditmaal vloog zij geruimen tijd over de
aarde. Een moedeloos gevoel waaraan zij geen
naam wist te geven, liet haar niet tot rust ko
men. EindelijkTkeek zij door een venster in een
zoo stil en huiselijk vertrekje, dat zij er, als
met geweld, werd binnen getrokken. Een
oude, tevreden glimlachende vrouw zat breiend
in een aartsyaderlijken leunstoel; een poes
lag behagelijk spinnend aan hare voeten
en de bloemen voor het venster knikten el
kander in de zachte lentelucht en den
koesterenden zonneschijn vertrouwelijk toe,
terwijl zij de oude vrouw en Zieltje omringden
met hun geur. Zieltje knielde naast de be
woonster van het kamertje neder en zag haar
smeekend aan.
»Wat scheelt u, mijn Zieltje?" vroeg de
vriendelijke oude op zoo harteïijken toon, dat
Zieltje bijna in tranen zou zijn uitgebarsten,
wanneer zij zich niet ter rechter tijd nog
bekan, om het onderwijs zoo weinig mogelijk tot
partijzaak te maken, verdient waardeering,
op de school is zelfbeperking in het
mededeelen en aanprijzen van denkbeelden plicht.
Maar buiten de school behoort vrijheid van
denken en spreken te heerschen. Niemand
heeft recht voor te schrijven welk godsdien
stig of staatkundig geloof den onderwijzer
zal belijden en verdedigen. De staat heet
neutraal, wil neutraal zijn en stoft op haar
neutraliteit, zegt de Standaard, en terecht
maakt zij dus de opmerking, dat de uitwerping
van den heer Smit is ... »een para
doxale buitensporigheid."
Immers, terwijl de liberalen de neutraliteit
van de school hebben geëischt, juist omdat,
daar buiten vrijheid van denken en spreken
heerschte, de meeningen te zeer verschillen
om ze tot eenheid in het onderwijs te
brengen, terwijl men de neutrale school
wenschte, opdat niemand in zijn geloof ge
krenkt zou worden, gaat men buiten de
school te werk, als moest men geen eerbied
hebben voor de denkwijze der onderwijzers.
Dit is inderdaad het geval. Een onder
wijzer schijnt alles te mogen gelooven en
verdedigen wat met het geloof der heeren,
die toezicht houden, strookt, of voor dat ge
loof niet bijzonder gevaarlijk geacht wordt,
treedt hij echter buiten de school op met
denkbeelden, die hen verontrusten, dan heet
het aanstonds: er uit met den onverlaat, er
uit, al kan het niet anders zijn dan eervol!
De heer Smit ging wat ver, en mis
schien juister gezegd, hij ging niet alleen
te ver, maar sprak te luid. Hier was dus
voor het schijn-li jeralisme een dubbele zonde.
Hij predikte dingen, die den meesten liberalen
niet aanstaan, en kon bovendien de goede
liên tot de, trouwens zeer juiste, gevolgtrekking
doen komen, dat er ook onder de leeraren
bij het Middelb. Onderwijs bijzonder radicale
mannen gevonden worden.
Om zich den schijn van recht te geven,
heeft men wat al zeer gemakkelij i viel
den heer Smit een agitator, een volksmenner
genoemd. De man hield nu en dan, op hoogst
bedaarde wijze, lezingen, van zeer geavan
ceerde richting. Waaruit echter gebleken
zou zijn, dat hij een volksmenner was, is ons
onbekend, tenzij men prjdikanten,
nutsredenaars, evangelisten, kortou alle die tot het
volk spreken om het tot betere gedachten en
daden te voeren, volksmenners zou gelieven
te noemen. Zooveel is zeker, als de heer
zonnen had, dat het iemand die spoedig tot
de gelukzaligen zou behooren, toch niet paste
te weenen. Maar zij stortte haar hart voor
de oude vrouw uit; zij vertelde haar alles
wat zij tot heden had ondervonden en eindigde
met de woorden: »Ik kwam met het doel, u
een uur van uw leven af te smeeken, maar
nu durf ik het niet meer. Wie zooals gij,
vrede en welbehagen om zich heen verspreidt,
zal niet licht te bewegen zijn, haar zegenen
de loopbaan, zij het ook met n enkel uur
te bekorten,"
»Gij vergist u, Zieltje," lachte de oude.
»Wel is mijn leven kostbaar geweest, omdat
ik gewerkt heb en gestreden en ook de liefde
mij niet ontbrak, maar nu ben ik moede en
verlang naar rust. En daar allen die mij
lief waren, mij zijn voorgegaan, wil ik in het
verlies van een enkel uur levens gaarne be
rusten. Wij zijn er beiden mede gebaat: gij
zult spoediger me_t uw moeder vereenigd zijn
en ik met mijn kinderen! Neem mijn levens
uur gerust en groet Petrus van eene oude
vrouw, die er zich op verheugt spoedig ken
nis met hem te maken."
Met een juichtoon, die haren innigsten dank
verkondde, kuste Zieltje de gerimpelde han
den van de gulle oude vrouw, en zweefde naar
buiten in de heerlijke wereld, die haar, nu zij
er zoo spoedig voor altoos van scheiden zou,
nog eens zoo schoon toescheen. Daarom zette
zij zich op den drempel eener woning neder,
om afscheid te nemen van de bloeiende aarde
voor dat zij naar den hemel vloog. Maar...
wat was dat? klonken haar daar geen smar
telijke klaagtonen in het oor? ja! eene
trillende vrouwenstem fluisterde nu teedere
liefkozingen, dan een stil gebed voor zich
heen. Zieltje bedacht zich niet lang; zij trad
binnen en stond spoedig naast een jonge
moeder, die zich angstig heenboog over het
wiegje van haar kind, dat doodsbleek met
gesloten oogjes in het kussen lag en somwijlen
een zacht kermend gesteun liet hooren, om dan
weer uitgeput te verstommen. »Mijn lieveling!
mijn eenigste schatje! ga toch niet ster
ven, zie Maatje eens aan!" fluisterde de
afgetobde vrouw aan de wieg en smeekend
wrong zij de handen. »0 God! schenk mijn
Smit, al zijn vrijen tijd met hengelen, biljar
ten, tusschen de wielen, op de jacht, in de
sociëteit, m. a. w. in ledigheid had doorge
bracht, zou hij als een uitnemend onder
wijzer gelijk hij is, zijn gehandhaafd!
Treft zoo menigeen, die geheel buiten het
onderwijs staat, deze zaak hoogst onaange
naam, welken indruk moet zij op de
onderWijzers in het algemeen, en op de docenten der
H. B. S. in het bijzonder maken?
' Bestaat er in die wereld eenige esprit de
corps, stelt zij prijs op hare rechten, hoe diep
inoet zij dan gevoelen het onrecht een der haren
Aangedaan, en het gevaar duchten, dat ook an
deren dreigt wanneer bij de nieuwe kieswet
ns mannen van andere richting de meer
derheid in de gemeenteraden krijgen, en het
schooltoezicht in clericale handen komt.
Immers, waarom zouden de kerkelijken, na
zulke schitterende voorbeelden van het tegen
deel, door de liberalen gegeven, de vrijheid
van denken en spreken bij de onderwijzers
eerbiedigen ?
Op welke wijs zullen de docenten protes
teeren tegen de willekeur van het toezicht
waaraan zij bloot staan, in een tijd als de
onze, nu de liberale partij dag aan dag op
meer dan n gebied, de bewijzen levert, hoe
weinig de beginselen, die zij heet te belijden,
bij haar tot een levenskracht zijn geworden ?
Zoolang de liberale portij niet in de min
derheid komt, om opnieuw, door schade en
schande, te leeren hoe noodlottig het is in
de liefde voor de vrijheid en het recht te
verflauwen, staat den docenten van haar wei
nig heil te wachten. Zij zullen er op be
dacht moeten zijn zich zelf te helpen. En,
als zij willen, kunnen zij dat ook.
Wanneer de 1200 docenten, die bij het
Middelb. Onderwijs werkzaam zijn, eene Maat
schappij oprichten ter verzekering tegen
schade, door uitzetting wegens politieke ge
voelens, te lijden, dan zal het hun zeer
wel mogelijk zijn, dergelijke practijken tegen
te gaan. Bij algemeene deelneming zou slechts
een geringe contributie worden gevorderd.
De svrijheid van spreken, door hen zelven
beschermd, en tegen uitspattingen behoed
zou beter dan door de wet zijn gewaarborgd!
kind nog n uur uitstel en kracht'., n
enkel kort uur slechts, totdat de versterkende
medicijn komt, die het redden kan van denx
dood!" En zelf der wanhoop ten prooi, poogde'
zij haren kranken lieveling nog gerust te
stellen. »Mijn eenigste, mijn alles, mijn arm
ventje! sla de oogjes toch even op ken
je mij nog?" »Maatje," antwoordde een
zwak kinderstemmetje, zoo treurend, zoo kla
gend, dat de arme moeder op de knieën zonk
en weenend smeekte: «Erbarmen, God n
uur leven slechts voor mijn kind!"
Toen kon Zieltje het niet langer zwijgend aan
zien. »Ik schenk u een levensuur", fluisterde zij
de wanhopige toe en legde hare yederlichte
verkoelende hand op het koortsachtig gloeiend
hoofdje van het kind. En zie! God nam het offer
aan. De kleine werd rustiger, de oogopslag hel
derder en de kleine vingertjes plukten niet meer
zoo zenuwachtig aan ae wiegesprei. De
overgelukkige moeder wilde haar overkropt ge
moed in dankbare woorden uitstorten, maar
Zieltje legde den vinger op hare lippen: »Uw
kind zal insluimeren," fluisterde zij, »stoor
het niet in zijn weldadigen slaap" en zalig
lachend breidde zij hare wieken uit ten hemef.
Laat nu komen wat wil. Eén oogenblik ten
minste heeft zij hemellust gesmaakt, n
oogenblik zulik een reine, zalige vreugde ge
kend als nooit te voren in haar negentien
jarig leven op aarde. Weemoedig en toch
vredig gestemd, zette zij zich op den drempel
der hemelpoort neder. Zij zou nu niet meer
worden binnengelaten, dat wist zij, maar hier
was zij in elk geval toch dichter bij haar
moedertje en vaster drukte zij zich tegen de
deur aan, als ware deze het liefdelijk hart
dier moeder, naar wie zij in hare eenzaamheid
toch zoo vurig verlangde. Daar opende zich
de poort en Petrus zag haar aan, maar lang
niet meer zoo bestraffend als dien morgen,
en zijn vragend: »Zoo Zieltje, zijt ge daar
weer?" klonk vriendelijk en wekte ver
trouwen.
>Ja Petrus, maar het moeilijk verkregen,
mij geschonken levensuur bezit ik niet meer.
Ik heb het aan eene moeder gegeven voor
haar stervend kind."
»Vergat gij dan zoo geheel de eeuwige
zaligVan over de Grenzen.
Profeteeren is een gevaarlijk werk. vooral
pp politiek gebied. De heer Von Moltke heeft
in het laatst van het vorige jaar uitgespro
ken wat in het hoofd van velen omging, toen
hij verklaarde, dat de Europeesche mogend
heden op den duur den steeds toenemenden
last der wapening niet zouden kunnen dra
gen, en dat de toebereidselen, door elk.van
naar gemaakt voor den oorlog, dien "Hen
beweren te willen vermijden, noodzakelijk tot
een katastrophe moeten leiden. Er is nie
mand twijfelt er aan ? brandstof genoeg
opgestapeld om een heel werelddeel in vuiit
en vlam te zetten, maar van waar de von
zal komen, durft niemand te voorspelle
Voor eenigen tijd richtte ieder den blik naar
Bulgarije, maar daar is alles weder stil ge
worden, al is het eene stilte, die wellicht de
voorbode is van een geweldig onweder. Thans
is de aandacht opnieuw gevestigd op de
uiterst gespannen toestanden aan de Fransche
grens, en wie weet hoe dikwijls nog de blik
ken van het Oosten naar het Westen en van
het Westen wederom naar het Oosten zullen
afdwalen.
Toen de manoeuvres en de mobilisatieproef
in Frankrijk waren afgeloopen, maakte men
zich in het buitenland bezorgd voor eene
aanwakkering van den chauvinistischen geest.
Het archiprêt van het jaar 1870 was weder
om uitgesproken. Gelukkig zorgde de graaf
van Parijs voor eene afleiding door zijn won
derlijk manifest.
De Fransche troonpretedent heeft ongetwij
feld willen toonen, dat hij niet te oud is om
wat te leeren en met zijn tijd weet mede te
gaan. Zijne bewonderaars verkondigen hot
luide, dat hij de man is, die rekening zal
houden met de behoeften der nieuwe maat
schappelijke lagen, zonder de eerwaardige
traditiën van een roemrijk verleden met voe
ten te treden. Inderdaad, heeft de pretendent
zich verledigd met het samenstellen van eene
ontwerp-staatsregeling, die eene ware staal
kaart is. Aan de Bonapartisten ontleende
hij hun fraaisten truc, het zoogenaamde be
roep op het volk; aan de Bourbons het droit
divin; aan de revolutie hare constituante; deze
heterogene begrippen werden voor gelijktijdig
gebruik pasklaar gemaakt door eene zekere dosis
van constitutionnalisme en parlementarisme.
Maar bij slot van rekening was in het gansche
stelsel van de rechten des volks al zeer weinig
te bespeuren, en van de rechten der kroon
des te meer. Geen republikein kon zich door
dit programma aangelokt gevoelen, al be
hoorde hij tot de uiterste rechterzijde der
partij, die het gevaar ter linkerzijde zoekt.
Maar ook de monarchisten waren met deze
heid, die gij daarmede verspeeldet, dwaze
kleine Ziel?
»Neen Petrus! maar ik kon niet anders.
En ik geloof dat ik het opnieuw zou doen,
hoe zwaar de gedachte aan de eenzaamheid
hier mij ook valt. Vergeef mij bid ik u, en
laat mij hier op den drempel blijven zitten.
Ik ben zoo moede en hier hoor ik ten minste
somwijlen de stem mijner moeder."
Petrus echter boog zich tot haar neder en
lachte zoo wonderlijk. >Kom Zieltje" sprak
bij »gij hebt nu genoeg geboet en daarbij een
goed daad volbracht, die den hemel voor u
opent." En zoo sprekend opende hij de poort
geheel een gouden lichtstroom blonk Zieltje
tegen, die er jubelend de armen naar uit
strekte «Mijne moeder," fluisterde zij, en
met wijdgeopende oogen staarde zij voor zich
uit...
Maar hare moeder zag zij niet; ook het
boemansgezicht van den goeden Petrus was
verdwenen en verwonderd keek zij' rond in
haar eigen gezellig kamertje, waarin zij op
haar zachte legerstede lag, terwijl de gouden
morgenzon haar de oogen kuste. Eerst kon
zij zich volstrekt maar niet voorstellen, dat zij
niet dood was, maar plotseling voelde zij een
gezonde krachtige levenslust tintelen in haar
art, dat een dankgebed opzond voor het haar
geschonken jonge leven en voor den droom,
die het haar had verklaard als geen harer
vroegere ervaringen. O! nu zou zij niet langer
een lichtzinnig zieltje zonder zorgen wezen,
maar een liefhebbende, degelijke, oprechte ziel,
zooals God en hij het van haar verlangden.
Ja hij! Wat hij wel zeggen zal, als zij hem
heden een jubelend Ja! ten antwoord zendt,
op den schuchteren brief, dien zij zich her
innerde, gisteren voor het naar bed gaan, van
hem te hebben ontvangen. O! hoe zou het
haar streven zijn hem gelukkig te maken! En
wanneer zij ooit weder het zorgelooze Zieltje
van vroeger mocht worden, dan moest hij haar
aan dezen droom herinneren, en aan haar
verblijf voor de hemelpoort, die haar den toe
gang had verschaft tot een hemel op aarde.