Historisch Archief 1877-1940
No. 537
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDJERLAND.
De dichter Oscar von Redwitz, heeft na een
stilzwijgen van drie jaren een nieuwen roman
geschreven, getiteld: Hymen", die in een deel
b\j W. Hertz te Berlijn, zal worden uitgegeven.
Louis Brandus, de bekende uitgever van mu
ziekwerken is dezer dagen te Parijs overleden.
Sedert 1872 was de zaak, die reeds 40 jaar be
staan had en waar Adam en Rossini, later
Offenbach en Lecocq, hun werken lieten uitgeven, in
handen van Brandus overgegaan. Meyerbeer liet
hem niet alleen zyn composities uitgeven maar
benoemde hem tot executeur testamentaire zijner
nagelaten werken. Volgens de Fransche couran
ten was hij een zeer rechtschapen mensch en in
den uitgehreiden kring der Parijsche kunstwereld
zeer bekend en bemind. Hij doodde zich zelf met
cyankalium.
JiMU-geschenken. Onder de geschenken, den Paus
bij gelegenheid van zijn jubilégezonden, bevindt
zich ook een kostbaar porselein servies van Keizer
Wilhelm, door bemiddeling van den Pausehjken
nuntius te Munchen naar Rome gezonden. Men
zond het geschenk langs dezen weg, omdat de
Italiaansche sporen door een bende gauwdieven
niet veilig z\jn. Geen koffer wordt door deze schel
men ongemoeid gelaten, en de Paus weet reeds
bij ondervinding, dat deze roovers het voorname
lijk op de hem toegezonden kostbare geschenken
voorzien hebben.
De Koning van Saksen heeft den Paus een door
den directeur der kunstnijverheidschool Dr. Nieper
vervaardigd werk geschonken. Het is het facsimile
eener zoogenaamde Siblia pauperum op perka
ment. Behalve de twee Codices te Leipzig bestaat
er nog slechts n zoodanige Armen-bijbel". Op
het titelblad bevinden zich benevens de opdracht
van Koning Albert de afbeeldingen der Evange
listen en de band is geheel met edelgesteenten
versierd. De paus heeft bij een voornaam
Romeinsch schilder twaalf miniatuur-portretten van
zich laten vervaardigen, om aan de vorsten, die i
bij gelegenheid van het jubilégeschenken zonden,
te worden uitgedeeld.
De ijzeren kanselier moet op zijn jubiléeen
geschenk van \jzer ontvangen", schijnt het idee te
zijn geweest van Lord Ranelagh, die een groot
vereerder van vorst Bismarck is. De Lord heeft
een geschenk verzonnen; dat zeer origineel maar
tevens zeer zwaar is. Op Bismarcks geboortefeest
werd eene groote, bijna ontilbare kist binnenge
bracht. Naar het gewicht te oordeelen", schrijft
een Duitsch blad zou het Bismarck's stem in
het Europeesch concert moeten wezen; dit is het
echter niet. De monsterkist bevat een schrijftafel,
die niet van hout, maar Lvan kanonskogels ver
vaardigd is."
Te Yverdon in Zwitserland is een standbeeld
voor Pestalozzi opgericht, dat door den beeld
houwer Lanz vervaardigd is. Pestalozzi staat
rechtop, met het hoofd eenigszins naar een aan
zijn linkerzijde staanden knaap* gebogen; aan den
rechterkant bevindt zich een klein meisje. Met
de eene hand opgeheven, schijnt de grijsaard
tegen de kinderen te spreken, terwijl de andere
op den schouder van den knaap rust. Het meisje
houdt den wijden mantel vast.
Pestalozzi is naar de mode van zijn tijd gekleed,
met een korten broek en schoenen met gespen,
een lange jas en een tweemaal om den hals ge
slagen das. De kop is goed gelijkend en vervaardigd
naar de bekende portretten. De edele zachtheid,
welke op het gelaat van den grijsaard, die door
alle ongelukkigen gezegend werd, rust, is bewon
derenswaardig weergegeven. Het naar achter ge
streken haar laat het voorhoofd geheel vrij. Het
standbeeld staat op een voetstuk, met het opschrift:
A. Pestalozzi, 1746 tot 1827; verder zijn er nog
verscheidene spreuken van den beroemden onder
wijzer in gegraveerd.
Karl Hageubeck is na een langdurig lijden in
den ouderdom van 77 jaar te Hamburg overleden.
Hagenbeck was de stichter van den dierentuin,
waar nu de voornaamste handel in dieren wordt
gedreven. Hij was ook de eerste die ondernam om
groote karavanen menschen en dieren uit vreemde
landen te laten overkomen, om niet alleen de
nieuwsgierigheid van het publiek te bevredigen,
maar tevens nuttig werkzaam voor de wetenschap
te kunnen zijn. Geen dezer vreemde volksstammen
kwam in Duitschland zonder door den geleerde
onderzocht te worden. In den Hamburger dieren
tuin waren beurtelings Eskimo's, Lappen, Nubiërs,
Kalmücken, Bella-Cola-Indianen en laatstelijk
eenige Singhalezen te zien. De oude Hagenbeck
is op dat gebied een baanbreker geweest.
Den 15n November dezes jaars zullen juist hon
derd jaar zijn voorbijgegaan, sedert den dood van
den grooten Duitschen componist Gluck. Ter zijner
herinnering zal het Dresdener hoftheater met de
eerste artisten daaraan verbonden, drie der voor
naamste opera's van den grooten meester, Armida,
Iphigenia in Aulis en Iphigenia in Tauris
opvoeren.
Claus Groth schrijft aan de Kieler Zeitung:
Er is mij menigmaal iets toegedicht geworden,
waarvan ik wenschte dat het geen verdichtsel was,
zoo nu bijvoorbeeld het huis waarin ik geboren
ben, te Heide. Helaas, zooveel valt er van het
dichten niet af, dat ik het had kunnen koopen;
toch zag ik met genoegen dat alle couranten die
ik in handen krijg, het feit mededeelen en mij
met mijn aankoop geluk wenschen. Ik besluit
daaruit, dat men mij het vaderlijk huis zal gunnen
als ik het krijg. Opdat nu echter een vindingrijk
reporter niet op de gedachte zal komen, te ver
tellen, dat ik in mijn ouderlijk huis een herberg
ga openen en daar myn ouden dag rustig achter
de toonbank ga doorbrengen, vooral nu, naar ik
verneem, mijn naam met olieverf op den gevel
vermeld staat, verzoek ik u mede te deelen, dat
ik, zoolang het mijne bestemming nog is, te leven,
als gewoonlijk aan den Zwanenweg te Kiel, in
mijn tuiritje en huisje te vinden ben."
Schaakspel.
No. 93.
Van FRITS HOFMANN, Munchen.
ZWART.
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
Juist is opgelost de bekroonde vierzet van
prof. Berger, door Mei" en C. T. v. H. beiden
met aanduiding van de neven oplossing waarop wij
vroeger de aandacht hebben gevestigd, beiden te
Amsterdam. Voorts is door denzelfden goed opge
lost no. 92 met bis, ter en quater alsmede probl.
Wainwright. Het raadsel Cook door S. Susholtz
te Meppel. Flenügafed te Kaatsheuvel no. 91. No.
90 en ter door C. C. W. M. te Amsterdam. (Het
bedoelde van Rainer is reeds verbeterd in de Sch.
Ztg.) Wij verwachten ook dat professor Berger
er iets op zal vinden om zijn bedoelde keurige
oplossing te handhaven). Juist opgelost door W.
v. H. te Delft, no. 90 met bis en analyse
eindstelling.; alsmede no. 91 met eindspel, quater en
quinter; F. A. T. te Rotterdam no. 92 bis, Cooks
raadsel en Waiwricht's probleem. Flenügafed te
Kaatsheuvel no. 21, en Henri te Amsterdam no. 91
met bis, ter, eindspel, no. 92 met bis, ter en
eindspel. C C. W. M, te Amsterdam no. 91 met
bis, ter, Wainwricht en Berger'r tweede oplossing.
g
a b o d e
WIT.
Wit speelt voor en geeft in drie zetten mat.
(Wit 7 en Zwart 5 stukken met K. cl).
Wit l f4 - f5!, g6
l Als boven, g6 X
c3, c5 c4; 3 c2 f2,
BRIEFWISSELING.
Mei" te A. Wij zien gaarne te gemoet het
gedetailleerde bewijs van de remise.
OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. 91
van W. A. Shinkman.
2 e5 h2!, e6 X f5; 3 h2 hG, onv.; 4 hG cG of f8 f mat.
2 Als boven, d5 d4; 3 h2 e5 f, 06 d5; 4 e3 X d4 f mat.
2 , bG a5; 3 b3 b4 f, onv.; 4 h2?c7, b8 of c2 f mat.
2 bG?a7ofc7;3 h2 e7 f mat.
2 Anders; 3 b3 b4 f, onv.; 4 h2 c2 of l>8 4. mat.
2 e5 f4, bG a5; 3 b3 b4 f, onv.; 4 f5 c7 of b8 f mat.
Bij ander tegenspel volgt het mat eerder.
No. 91 bis van Dr. S. Gold. Vierzet, l g2 g3!, cG c5; 2 fG
e4 d3; 4 eG f5 f mat.
No. 91 ter van E. B. Cook:
l D. b8! c5 c6; 2 b6 a4, onv.; 3 e7 e8 D. f mat.
l Als boven, K. b5; 2 b8 d6, onv.; 3 dG c5 of g8 c4 f mat.
l K. b4; 2b6 c4 f,K.onv.;3 e7 e8 R. of D. zet mat.
l K. d4;2b6 c4, onv.; 3 D. geeft mat.
l aG a5; 2 b6 a4 f,K.onv.;3 b8 f4 of e7 e8 R. f mat. Mooi!
Eindspel no, 91 quater. Zwart begint en houdt het spel onbeslist: l c7 c5 f! d4 c4, 2
c5 X b4 (niet 2 cl X <J3, wegens 2 b4 b5), 2 d3 d4. 3 cl _ c2, d4 d5 (of 3 c4 X. 1>4,
4 e2 X d4. hl X d4, 5 d7 c6, rem), 4 e2 f4, h8 e5 5 f4 X d5 (5 b4 b3 is ook goed)
5 c4 X d5 6 b4 b3 a4 aö7 b3 b2 e5 X b2 8 d7 _ c7 rem. Speelt wit l b4 X c5 volgt
2 d7 c6 en 3 cl X d3. Speelt wit l d4 X c5 volgt 2 cl X d.3 f en 3 d3 X b4 altijd remise;
daar de a-pion van wit op een wit hoekveld D. moet halen, dat zijn R. niet beheerschen kan.
Tweezet no. 91 quinq. van J. J. C. Wainwricht
l a3 b4! e4 X f3; 2 c2 e4 t mat. l a3 b4, c4 c3; 2 f3 f7 f mat.
l Als boven, e4 e3; 2 f3 a8 f mat. l h3 X f3; 2 o2 X föt mat.
l d4 d3; 2 e2 X d3 f mat. l h3 X h2; 2 f3 a3 f mat.
l anders; 2 e2 e3 f mat. Andere eerste zetten van wit leiden, het meest
door l h8 X b8, tot geen mat.
Zeldzaam raadsel van E. B. Cook. De zwarte pion g5 heeft schaak gepasseerd aan den witten
pion op g6. Wit neemt slechts g5 weg en zwart is mat. In alle problemen begint wit, uitgezonderd
in no. 91 quater, waarin zwarf de voorzet heeft.
Problemen. No. 93 bis Driezet van Samuel Loyd te Jersey City. Wit K. c3, T. f2 en hG, Pd.
g5 en b7 (wit 5. Zwart K. e5, pions d7 en c7; 3 met K. e5i
No. 93 ter. Driezet van F. Healy te Londen. Wit K. a5, D. b4, T. bG en al, R. h2 en b.3,
pion d2 (7. Zwart K. el, Pd. dl, R. h4 en h5, pion a2 en e2 (G met K. el.
No. 93 quater. Tweezet van J. A. W. Hunter, Engeland. Wit K. fl, D. a4, T. f8, Pd. h2 en
d4, R c2 en a7 (7. Zwart K. f4, D. b.4, Pd. f6, pions d5, h5, g4. h3 en f2 (8 met K. f'4.
No. 93 quinq. Tweezet van Dr. S. Gold te Weenen. Wit K. dl. D. g2. Pd. h3, pions c3, d2
5. Zwart K. d3, Pd. gl. R. dG, D. a7, pions a4, c4, eS en g4 (8 met K. d3. Wit heeft in deze
problemen de voorzet.
Tweelingen. Aan den heer A. J, de Koning te Dordrecht als bijzonder liefhebber van eindspelen,
opgedragen door C. E. A. Dupréte Rotterdam.
No". 1. Wit. Zwart.
K. - h5. K. g7.
T. aG. R, e3.
pion gG. Wit wint, wie ook begint.
N.B. Onze oplossing volgt over vier weken.
No. 2,
Wit.
K. h5
T. aG
pion fG.
onbeslist, wie ook begint.
Zwart.
K. f7.
R. c3
Zwart houdt hot
spel
OUD-AMSTERDAMSCHE
VERSCHEIDENHEDEN.
Een bezoek 6t/ den vice-admiraal Engel baron de
Ruyter, Bidder.
Wij schrijven het jaar 1681. Slechts weinige
jaren zijn verloopen sedert de grpote Michiel
Adriaensz de oogen sloot, en zijne nalatenschap
tusschen de weduwe en de vier kinderen verdeeld
werd. De oude admiraal had een voor dien tijd
aanzienlijk vermogen van drie a vier tonnen gouds
bij elkaar gebracht, waaronder echter al de kost
baarheden en niet uitbetaalde donaties mede
telden. Als hoofd der familie had Engel op de
eerste aanspraak gemaakt, maar hij zou er
evenzeer recht op gehad hebben wegens de groote
vereering, welke hij voor zijnen vader koesterde.
Niemand zou beter dan hij al de koninklijke be
wijzen van eerbied en waardeering bewaard
hebben, welke de groote zeeheld had ontvangen.
Zijn huis was daardoor bijna een particulier mu
seum ter eere zijns vaders geworden, voel te groot
voor een eenloopend, meest nog afwezend heer.
Maar daarom juist is zijne woning een bezoek
o verwaard.
Engel was zelf ook geen onvermogend man. Wel
woonde hij in een buurhuis, maar hij hield behalve
een paar dienstmaagden, er een paar lijfkncchts
en een koetsier op na, ter zijner bediening. Be
halve zijne woning in do stad had hij een buiten
plaats Ruytervecht te Breukelen-Nijenrode, waar
's zomers zijn drie paarden en zijn rijtuigen ston
den. Zijne hooge betrekking bracht eene levenswijze
op grooten voet mode, maar het is de vraag of
hij die zou hebben aangevangen, indien hij niet
gemeend had, dat hij op de hem door don
Spaanschen koning toegezegde jaarlijkscbe toelage
van 5000 gulden rekenen mocht. Toch was het
niemand een geheim, dat de koning eenige jaren
reeds nalatig was gebleven in de betaling. Maar
de baron had zijn eenmaal begonnen levenswijze
kalm voortgezet, zoodat men nog grooter dunk
van zijn vermogen kreeg dan het wel verdiende.
Het buurhuis, door Engel de Ruyter bewoond, was
gelegen op het Nieuwe Waals-eiland,doch voor het
oogenblik is het niet met juistheid aan te wijzen.
Het was blijkbaar een flink en breed ontworpen
perceel en kan wel het huis zijn geweest door
zijn vader bewoond.
Wij laten de klopper op de deur vallen en
verzoeken den lijfknecht te worden toegelaten.
Als wij verklaren, dat een diepe eerbied voor
j bestevaêr" en zijn zoon ons tot dit eenigszins
onbescheiden verzoek noopt, zal hij niet veel be
zwaar maken en in hot huis van den vice-admi
raal, die reeds naar buiten gegaan is, ons rond
leiden.
Als wij het voorhuis, wij zouden zoggen de
vestibule, binnentreden, zien i. wij in 't midden
aan den zolder oen prachtig opgetuigd schip
hangen. Het is zeker hot model van een van
vaders admiraalscbepen. De helder gewitte wan
den zijn bedekt met vier groote schilderijen, zee
slagen waarin door den zeeheld de roem des
vaderlands was bevochten geworden. Zij stellen
o. a. voor: het in den grond boren van een
Spaansch schip; het gevecht van bet schip de
Salamander tegen drie Turksche jkapers; de
slag voor Messina, en daarbij een paar kleinere,
een van Algiers en een van Funcn benevens
een wereldkaart. En midden tusschen deze zee
stukken waar kon het beter? hingen de
portretten van Michiel en Engel de Ruyter, mis
schien wel dezelfde, waarop wij thaiïs in het
Mauritshuis te 's Gravenhage nog do beide admi
ralen van aangezicht tot aangezicht kunnen zien.
Over de deur, die toegang geeft tot do zijkamer.
waarboven oen groot in hout gesneden familie
wapen prijkt, staat een steenen tafel op houten
voet, waarop- cenigo voorwerpen zijn nedergelcgd
en waarnaast twee roode spaanschledcren stoeien
zijn geplaatst. Aan 't einde van de vestibule,
naast den toegang tot het binnenhuis hangt des
admiraals wapenkas, waarin drie vuurroors, twee
lange en twee kleine pistolen, een Turksche sabel
door de Ruyter veroverd in Octolier 16">.r> in een
gevecht tegen Algerijnsche roofschepon bij Salee,
een houwer, door hem in 1657 op den Franschon
kaporkapitein Lalandc buitgemaakt, eenige vreemde
pijlen en een paar rottingen zijn bevestigd. Wij
treden de zijkamer binnen. Allereerst treft ons
hot wit damasten kamerbchangsel, waarop de
spiegels en schilderyen met vergulde ietwat zwaar
gebeeldhouwde lijsten smaakvol uitkomen. Onder
de schilderijen merken wij eene afbeelding van de
ordo van St. Michiel op. waarmede do Ruyter ge
ridderd was. Het ameublement bestaat uit zes
rood damasten stoelen on een armstoel, waarop
een deftig geborduurd wapenkusson ligt, voorts
een klein eikenbouten tafeltje met een turksch
kleed er onder. De vloer bestaat uit marmeren
steenen.
Uit deze .kamer gaan wij naar de groote binnen
kamer, die met rood damaet-machayer behangen
is en soortgelijke venstergordynen heeft. Hier
bestaat het ameublement uit rood fluweelen stoelen,
een vierkante sakerdaan-houten tafel, die tn het
midden der kamer op een groote vloermat staat,
en een groote sakerdanen kast, waarin allerlei
linnengoed en zilverwerk. o. a. twee lampetten
met schotels, zijn geborgen. Voor den schoorsteen
hangt een fraai schilderij en daar tegenover een
niet minder fraai familiestuk, waarin Michiel
Adriaansz. met heel zijne familie is afgebeeld. Ter.
weerzijden van den schoorsteen prijken de beel
tenissen van den Prins en van de Princes van
Oranje. Een spiegel ontbreekt evenmin in dit
vertrek als het porcelein op de kast en ter z\jde
van den schoorsteen. Maar er prijken nog drie
kostbare marmeren beelden en een zilveren
bloempot met gedreven schotel. Doch het merk
waardigste is weggeborgen in twee openslaande
kastjes, waarvan de eene al de familie- en andere
papieren van den baron, zijne instructiën, de docu
menten betreffende zijne baronie enz. bevat, en
de andere alle gedenkstukken en reliquiën van .
bestevaêr." Dit laatste kastje mag de knecht
voor u open maken, en als hij achtereenvolgens
de laadjes opentrekt, ziet ge met belangstelling
den penning met het portret des Konings van
Denemarken, het gouden tandstokertje aan een _
kettinkje, het gouden fluitje, de zilveren en de '
verguld-zilveren tabaksdoos, het ? zilveren signet,
twee gouden ringen met agaat en een met een
wijzertje, twee verguld zilveren gespen, twee
zakhorloges, twee strikken van valsche diamant,
om op den hoed vast te hechten, en een zilveren
pomadedoosje, allerlei voorwerpen, die door -den
beroemden zeeheld waren gebruikt, en die de
zoon met kinderlijke liefde en eerbied bewaarde.
En in het laatste laadje, dat de knecht opentrekt,
ligt de penning die de overleden half broeder van
Engel, jonker van Gelder ten geschenke had ge
kregen , en verder eenige vreemde munten en
penningen.
Veel merkwaardiger voorwerpen liggen nog- in
een ijzeren kist, die in een hoekje van 't vertrek
geplaatst is.
DE VLIEGENDE HOLLANDER.
Novelle naar Sophus Bauditz.
(Vervolg).
Monsieur Vivace was intusschen de held van
den dag. Dit was zijn een-en-twintigste tweege
vecht en geheel St. Jean Lerou was het daarover
eens, dat hij op moedige wijze de eer des lands
en de beteekenis van het impressionnisme had ge
red. Bij hot diner werd tot viering van den dag
champagne gedronken, en men zou zeker nog lan
ger dan gewoonlijk bij de koffie zijn blijven zitten,
had niet de storm, die reeds den ganschen dag
gewaaid bad, zulke afmetingen aangenomen, dat
alles naar het strand moest om het grootsche
schouwspel van nabij te overzien.
Letort, de stormschilder, was er reeds, en
mademoiselle Garbonne evenzeer.
Een verduiveld fijnen neus heeft dat meisje
toch", merkte monsieur Vivace op : zij ruikt de
lijten al een tijd vooruit. Nu, eh bien, eenige ver
rotte kwallen en andere frutti di mare zullen er
allicht aan land drijven."
Men legerde zich dicht aan het strand, daar
waar de rotsen een weinig beschutting boden, en
bekeek de golven, die zich schuimend tegen de
klippen braken, en de witte zeilen, die langs den
horizont vluchtten. Toen het donker begon te
worden, werd het voorstel gedaan, naar huis te
gaan, en het grootste deel van het gezelschap was
reeds bezig op te breken, toen monsieur Vivace
plotseling uitriep: Maar, messieurs, ziet eens die
brik daar, wat voor een soort vaartuig is dat eigen
lijk? Thans neemt het zijn koers recht naar de
kust."
Het stuurt regelrecht op de klippen aan,
dan is het reddeloos verloren!"
Ja, maar waarop in de wereld gelijkt dat
schip! Dat is toch geen gewoon schip!"
Het is do Vliegende Hollander!"
Pas op, Vivace! die komt u wegens zijn
landsman verantwoording vragen!"
Zoo snapte men levendig door elkaar, terwijl
een ander zeeschilder, die iets meor dan de an
deren van bouwtrant en takelage van schepen
verstond, hot hoofd schudde en zeide:
Merkwaardig is het, maar deze zeiler ge
lijkt meer op de schuiten, waarmede Tromp en
De Ruyter ten zeeslag voeren, dan op eenig an
der vaartuig. Nu, het is ook reeds halfdonker, en
men kan niet heel goed meer onderscheiden, mijn
opmerking berust natuurlijk op zinsbedrog."
Daarin vergiste men zich echter niet, dat bet
schip regelrecht naar de kust been stuurde, en men
berekende reeds het oogenblik, waarop het op de
spitse klippen, dicht bij den vuurtoren, te pletter
zou slaan, toen het schip plotseling een wending
maakte, bijlegde en eene boot uitzond. Het was
reeds tamelijk donker, maar men kon duidelijk
de boot onderscheiden, als zij telkens gedurende
eene seconde door de schuimende toppen der
golven hoog opgeheven werd, om dan weder ter
stond in de golt'valleien te verdwijnen.
Langzamerhand, naarmate het vaartuig naderbij
kwam, zag men daarin een grooten, krachtig ge
bouwden man, die aan het roer zat. en den koers
zeker en rustig naar de kleine haven wendde,
waarin de boot van den wachter van den vuur
toren lag. Een oogenblik later wendde de boot
zich weder en stevende midden de hooge zee in.
Ditmaal ontbrak de gestalte aan het roer, maar
de bemanning roeide het vaartuig met bijna
bovenmenschelijke macht door de branding heen, ondanks
wind en golven, en bereikte gelukkig het schip.
Men kon duidelijk zien, hoe de brik de zeilen
bijzette en de touwen losmaakte; in het volgend
oogenblik was zij voor aller oog verdwenen!
Thans zullen wij naar huis teruggaan'', vond
Letort. Nu heeft de duivel den Hollander ge
haald."
Toen monsieur Vivace den volgenden morgen
het hoofd buiten de deur stak, werd hij in de
hoogste mate verrast door het zien van een vreem
deling, die in de eetzaal bij een glas bier zat.
Een vreemdeling! De post was immers nog niet