De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 16 oktober pagina 5

16 oktober 1887 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 538 DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. ik hem als gracieus tooster nog kompleter jjevonden. 7 Okt. '87. L. VAN DETSSEL. VARIA. Er was iets eigenaardigs in de wederopvoering van Offenbach's Grande duchesse de Gérolstein" welke deze week in het Théatre des Variétés plaats had. Het is juist twintig jaar geleden, sedert dit stuk in April van het jaar der groote tentoonstelling voor het eerst werd opgevoerd. Van al de kunstenaars, die toenmaals het hunne bedroegen tot het kolossale succes, dat deze ope rette behaalde, waren er slechts twee over, de heer Dupuis, die weder de rol van den jongen soldaat" Fritz vervulde, en de heer Baron, die -de eerste baron Grog was en nu laatstelijk als baron Puck is opgetreden. De meer bejaarde theaterbezoekers die Schneider, Berthe Legrand, Garait, Grenier, Kopp en Condor hebben gekend, zijn overtuigd dat zy in deze rollen nooit ge venaard zullen worden. Napoleon I liet Talma op het kleine theater te Erfurt voor een zial geheel gevuld met gekroonde hoofden "optreden. Napoleon III beweerde hetzelfde voor Schneider te zullen doen. De keizers van .Rusland en Oostenrijk, de koningen van Pruisen, België, Zweden en Griekenland: de prins vUn Wales en graaf Bismarck, allen woonden de schit terende satire op de grootheid der kleine po tentaten bij. De czar bestelde zijn loge per te legram vóór hij Petersburg verliet en dit voor beeld, door den keizer gegeven, werd door ver scheidene Amerikaansche milionnairs nagevolgd. IMen verhaalt van Schneider, dat zij naar de ten toonstelling reed en haar rijtuig bij den ingang die voor de gekroonde hooiden bestemd was, liet ophouden en dat zij, na zich als Grande duchesse de Gérolstein te hebben opgegeven, binnen werd .gelaten. *? Eenige dagen geleden werd in het Stora Teatern" (groote comedie) te Stokholm het drama Een Volksvijand" van Henrik Ibsen opgevoerd. De dichter zat omgeven van eene eerewacht van -dames in een loge en scheen zeer tevreden over de wijze waarop het stuk gespeeld werd. Nadat het gordijn voor het laatst was neergelaten, stond het publiek als n man op en keerde zich naar ? de loge waar de dichter zich bevond. Onder luid .gejuich werd hem een prachtige ruiker over handigd en het applaus hield niet op alvorens Ibsen op het tooneel verscheen. In zijn loge teruggekeerd riep hy aangedaan: Dank, van "harte dank! Dit zal onvergetelijk voor mij blijven." Debekende impresario Maurice Strakosch is te Parijs na een korte ongesteldheid overleden. Hij werd in het jaar 1825 in Hongarije geboren, ging jong naar Italië, alwaar hij met goed gevolg als pianist en componist optrad. Later begaf hij zich naar Amerika waar hij Adelina Patti ontmoette, wier stem hij tot ontwikkeling bracht waarna, hij als impresario met haar rondreisde totdat zij den markies de Cxauh huwde. Hij zelf trouwde met een harer zusters. Hij laat een werk na, waarvan onlangs dit weekblad een uittreksel bevatte, en waarin h\j allerlei belangrijke bijzonderheden aan gaande beroemde zangers en zangeressen mede deelt. Nog in de laatste jaren hield Strakosch zich bezig met het opsporen van sterren" en inderdaad moet het hem weder gelukt zy'n twee zangeressen te vormen, wier optreden hij niet meer zal bijwonen. Donderdagavond bezocht de koning van België, met de koningin en vele hooggeplaatste personen, den nieuwen Vlaamschen schouwburg. Door de burgemeester Buis met een Vlaamsche toespraak ontvangen, antwoordde de koning ook in het Vlaamsch; het is voor het eerst dat een Belgisch ?vorst in het openbaar de Vlaamsche taal gebruikt. .Geestdrift en ontroering waren algemeen. Bij den uitgever Friedrich Pfeilstücker te Ber lijn zal einde October onder den titel Pessimistbeeüilüten jungstdeutscher Lyrik een werk verschij nen van Richard Schmidt-Cabanis, dat een verza meling is van spotdichten. tegen de hedendaagsche ziekelijke richting in de Dnitsche litteratuur. De grootmoeder van Charles Diakens. De fa?milie van Charles Dickens is weinig bekend en hijzelf sprak bijna nooit over zijn ouders, noch over de omstandigheden waarin zij verkeerden, zelfs zijn biograaf Forster deelde hij daaromtrent weinig bijzonderheden mede. Door toevallige omstandigheden is nu ontdekt, dat zijn grootmoe der de voedster geweest is van de kinderen van Lord Crew, die in 1835 overleed. Lord Crew, de zoon, en zijn zuster, die met Lord Houghton, den bekenden biograaf van den dichter Keats trouwde, spraken dikwijls met opgewondenheid over deze vrouw, die een merkwaardig talent van vertellen schijnt te hebben bezeten. Niet alleen verzon zij de geschiedenissen, maar zij wist daarbij ieder der door daar opgevoerde personen met de bij hen passende stem te laten sprekeu ; in elk opzicht was zij een zeer bijzondere oude vrouw. Er wordt niet bij vermeld of zij de grootmoeder van vadersof van moederszijde was. Te Wiesbaden is een proces aanhangig, waar van de uitslag van veel gewicht zal zijn voor allen, die critiek oetenen. De tenor Roth heeft een aanklacht ingeleverd tegen de redactie van de in Wiesbaden verschijnende Nassauischen Volkszeitung, als zijnde door dit blad benadeeld in zijn beroep, daar de directeur van het theater zijn ?engagement voor heldentenor heeft verbroken, na een afkeurend oordeel in dat blad verschenen. De verdediger van den criticus, Dr.Loeb, beweert, dat de critiek, hoewel scherp, zeer zaakkundig ge schreven is, en de verdediger van den klager houdt vol, dat verscheidene andere bevoegde beoordeelaars het talent van den tenor Roth zeer waardeeren. Dr. Loeb bestreedt voornamelijk het beweren van den tenor, als zou het verbreken van diens en gagement, alleen het gevolg zijn geweest van zijn afkeurende critiek, daar dit de veronderstelling inhield, dat de directeur van het theater geen eigen oordeel zou bezitten. Dr. Loeb stelt verder voor, om aan de heeren kapelmeesters Reiss en Steinbach, den hofmuzikant Hertell en den theater directeur Preumeyr op te. dragen, hun oordeel over den zanger en ov.er de critiek van Dr. Loeb uit te spreken. Dit voorstel werd aangenomen en met belangstelling wordt het einde van het proces te gemoet gezien. De russische grootvorst Nicolaas, dezelfde die met zijn oorlogzuchtigen toost op Frankrijk, te Duinkerken gehouden, zooveel van zich heelt doen spreken, is over het geheel een vreedzaam man, als hij niet te lang aan tafel zit. Maar hij zit gaarne lang aan tafel. Zoo was het ook eens aan een diner in een voornamen salon te P«jjs, waarbij de grootvorst anderhalf jaar geledentegenwoordig was. Men had de vorstelijke persoon ook eene vorstin in het rijk der kunst, de be roemde dierschilderes Rosa Bonheur. tot buur vrouw gegeven. De beide tafelburen praatten zeer gezellig, en aan het dessert at de grootvorst met de kunste nares eene amandel als philippine, en verloor haar. Hij vroeg toen Rosa Bonheur, wat zij als philippine-cadeau verlangde, en zij antwoordde schert send: Zend mij het een of andere aardige diertje, dat ik voor model gebruiken kan." Dégrootvorst liet langen t\jd niets van zich hooren. De kunste nares had de belofte reeds vergeten, toen den 7en van deze maand plotseling de philippine arriveerde. Zij bestond uit drie reusachtige ijs beren, die op bevel van den grootvorst in zoo verre getemd waren, dat zij geschikt schenen om als ^modellen te dienen. De verscheurende phi lippine wordt in het kasteel der kunstenares met het grootste respect behandeld. De H. H. Frederik Muller & Cie., Doelenstraat te Amsterdam, hebben van hunne verzameling Jwisprudence, Droit Public, Economie politique, finances, stalistique et sociologie een vierden Ca talogus doen verschijnen, geheel met nouvelles acquisitions" gevuld. Het boekje dient dus als supplement bij de vroeger verschenene. Onder de laatste 70 nummers, Histoire politique, komen curieuse pamfletten en documenten voor. Ter perse is een catalogus van oudere en nieu were boeken met gravuren, littérature graciewse et galante du XVIIIme siècle. Onder redactie van den heer J. M. Roos van den Berg verscheen het eerste nummer van De Bibliograaf, een veertiendaagsch blad, uitgegeven bij C. J. Berger te Amsterdam. De titel w\jst het doel dezer uitgave aan, het is het meer be kendmaken van de titels der nieuwe boeken in binnen- en buitenland verschenen." Daar Porte feuille, Leesioijzer en andere weekbladen niet altoos de benoodigde groote ruimte voor deze op gaven .hebben, ofschoon zij ze toch in hun pro gramma opnamen, voorziet De Bibliograaf in eene behoefte. In het eerste munmer werden, behalve Hollandsche, Fransche, Engelsche en Duitsche uitgaven, ook eenige Latijnsche en Italiaansche vermeld. De brieven tusschen Göthe en Kleist gewisseld over het blijspel Der zerbrochene Krug" zijn in het archief van Weimar teruggevonden. Door deze brieven zal nu worden uitgemaakt of Kleist wer kelijk Göthe heeft uitgedaagd, zooals algemeen wordt beweerd, omdat hij het kluchtspel in drie .bedrijven had verdeeld. Van het «tijdschrift Coniunctis Viribus, Blaadje, gewijd aan de belangen der gymnasia en progymnasia,* verschijnend te Amsterdam bij de uit gevers Ipenbuur en Seldam, is de tweede aflevering uitgekomen. Zij bevat o.a. Losse opmerkingen betreffende de Latijnsche Grammnatica, door Dr. J. Woltjer; De uitspraak van het Griéksch, door Dr. D. Burger ; Toehoorders op de gymnasia, door Dr. J. H. Mol; belangwekende Stellingen door Dr. H. J. Nassau Noordewier; en de officieele stukken omtrent het Kon. Besluit van 21 Juni 1887, be treffende het leerplan der Gymnasia en de eind examens. Bij den uitgever F. Duym te Gorinchem ver scheen het eerste nummer van laalgids, tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde, ten dienste van Onderwijzers. Het tijdschrift zal om de veertien dagen verschijnen, onder redactie van den heer R. K. Kuipers, en is vooral bestemd voor hen, die studeeren voor een onderwijzers-acte en voor vergelijkende examens. De redactie stelt zich voor, behalve de onderwerpen van taalkun digen aard, ook in ieder nummer een of ander letterkundig werk te bespreken. Deze laatgte rubriek wordt geopend met een opstel over Vondel als tooneeldichter, de andere rubriek met een op stel over Het leven der taal (oogtalen, deftig, plechtig, verweend, onverlaat). Schaakspel. No. 94. Van HENRIE MENDES da COSTA, Amsterdam. ZWART. INGEZONDEN OPLOSSINGEN. D. te Rotterdam no. 94, insgelijks W. te K., benevens 92 bis en ter en 94 quinter. Drukfout sub ingezonden oplossingen: staat no. 81 leest no. 91 van Flenügafed te Kaatsheuvel; idem 92; F. A. Ts te Rotterdam no. 92 3, no. 93 met bis, 93 3, 4 en 5. Mei" te Amsterdam no. 92 met bis, ter en quater no. 93 met bis, ter, quater en quinter allen werden juist opgelost, no. 92 bis en ter daar W. v. te Delft. g BRIEFWISSELING. Mei". Errare humanum est. C. T. v. H. Hebt u na uwe volledige oplos singen er geen ingezonden? Met de winterdienst is de post minder suel. d e WIT. Wit speelt voor en geeft in drie zetten mat. (Wit 10 en Zwart 5 stukken met K. el). OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. 92 van G. L. de Boer. Wit l hl e4, d5Xc4; 2 e4 d3, c4Xd3; 3 c3 cl, K. e4; 4cl fl, K. d4; 5 fl?f4fmat. Als boven, K. X e4; 2 c4 - e5, do d4; 3 c3 f3, d4 d3; 4 c5 c6, e4 d4; 5 f3 - f4 f 2 Als bov. e4 d4; 3 c3 f3. d4 e4; 4 c5 c6, onv.; 5 P. of T. mat. 2 e4 f4 of 5; 3 c3 f3f,K.?go; 4 d6 e6, d5 d4; 5 f3 f5 f m. 3 Als bov., K.?c4; 4 c5 c6, onv.; 5 P. of T. f m. 2 c4 e5, e4 e3; 3 c3 c4 t, mat. Mooi! l hl e4, d5 X e4; No. 92 bis van P. K. Bakker. l f5 f6, do cö; 2 f8 d7 f, c5 d5;3 c2 c4 f mat. l Als b., e5 c3; 2 f6 d6 f, M c5; 3 f8 d7 t mat. l c6?c5; 2 c2 c4 f mat. l Anders; 2 c2 c4 f, K. cöof e5; 3 f8 d7 f mat. Zeer goed. No. 92ter van H. J. den Hertog. l c2 bl!, e5 f4; 2 d3 e3 f mat. l c5 c4; 2 d3 d4 f mat. l d7 d5; 2 d3 g3 f mat. l d7 dG; 2 d3 e4 f mat. e7 eö; 2 f8 X g« t mat. den oudred. v. Sisga. (Eindspcl). l gl h2, cl f4; 2 e4 d2, (*) 4 d4 do f mat. (*) Bij 2 kan wit ook spelen e6 f2 onv.; 3 f2 c6 en e7 (11. Zwart K. No. 02 quater van onv.; 3 d2 f3 of' c4, onv.; d3 of g4 onv.; 4 P. mat. PROBLEMEN. No. 94 bis. Driezet van F. Herben te Sittard. (De Tijd) Wit K. e2, D. gl, T. b8 en f6, Pd. f4 en h8, R. a3, pions b2, d3, e5, R. a2, Pd. f7 en g7, pions c7, d4, e6, f5, h7 en h6 (10 met K. e5. Driezettig zelfmat van dezelfde. Wit K. e5. D. e2, T. b8 en cl, R. gl, Pd. b4, pion a6 (7. Zwart K. c5, T. d4, Pd. c3, pions e6 en e7 (5 met K. c5. No. 94 ter Tweezet van S. te Amsterdam, iets gewijzigd. Wit K. b4, D. d8, R. b8, Pd. d6, T. e3, pions h2 en g4 (7. Zwart K. e5, R. e4, Pd. f3, D. g5, T. f7, pions e7 en g6. (7 met K. e5. No. 94 quater. Tweezet van L. Süsholz te Meppel. Wit K. 06, T. e7 en h5. D. h.'i, B. c5 en d7, Pd. gl, pions d2, g2 on h4. (10. Zwart K. e4, D. f4, pions b4, b7, d3, c6 en hG (7 met K. e4. No. 94 quinter. Driezet van H. J. den Hertog, Amsterdam. Wit K. a2, T. b3 en d5, R. d6 en g6, pions f2, e4 en c5 (8. Zwart II. c4, pions c6 en g7 (3 met K. c4. Wit speelt voor in alle problemen. Het verbeterde driezettige probleem van dr. G. Sieg te Görlitz, Sch. Ztg. Miirz no. 6241 en April 1887 pag. 128, verbeterd als volgt: Wit K. g6, D. hl, T. b6, R. g5, Pd e4, pions b3, b4, d4, e2. f5 en f6. )11. Zwart K. d5, D. a7. R. f2, Pd. a8 en Ii7, pions d7, g3 en b5, (8 met K. d5. Ter vermijding eener dubble oplossing hebben wij ons veroorloofd eene kleine wijziging in hot probleem te maken. 4 Oct. 1887. DE VLIEGENDE HOLLANDER. Novelle naar Sophus Bauditz. (Slot). Na verloop van eene week had Van de Wrede zijn schilderij af. De weinigen, die het gezien hadden, spraken op tamelijk onverschilligen toon erover: het was een heel gewoon schilderij, zon der eenige.c/wc of effect; dit nuchtere teruggeven van hetgeen iedereen kon zien, deze zorgvuldige afwerking van alle bijzonderheden, wat moest roea daarmede tegenwoordig uitvoeren? Dat was im mers een lang voorbijgestreefd standpunt. Op een fraaien dag intussehen verdween te Hollander even ongemerkt als hij gekomen was. Te voren had h\j echter met monsieur Vivace af~ gesproken, dat deze, zoodra- het tijdstip gekomen. zou zyn, voor het inzenden van het schilderstuk; te zorgen, en aan dit, zoo' mogelijk, een plaats tusschen de andere zeestukken uit St. Jean Lerou zou bezorgen. Daar het werk aldaar was ont staan, zou het voor Van de Wrede interessant zijn, te zien, hoe het tegenover de Fransche scheppingen uitkwam. De winter ging voorbij. Voor het begin daarvan intussehen was Adriaau Van Burgh, dank zij de zorgvuldige verpleging van miss Arabella, volkomen weder hersteld, en had op een mooien dag moed gevat en haar zijne liefde verklaard, waarop zij diep, blozend, ant woordde met de bekentenis, dat zij reeds lang dezelfde gevoelens voor hem gekoesterd had. Toen had ook mr. Pott zijn zegen er op gegeven, en Adriaan en Arabella waren een gelukkig echtpaar geworden. Monsieur Vivace, in de zalige hoop zwelgend, dat hij nu spoedig de Nederlandsche Eikenkroon naast den Violetten Leeuw zou zien pqjken, zorgde nauwgezet voor het inzenden van de schilderij van Van de Wrede. Het gelukte hem ook, deze een plaats te midden der andere zee schilders van St. Jean Lerou te verschaffen. Arme monsieur Vivace! Het zou hem duur te staan komen. Was er nu tooverij of iets anders in het spel? Een ding was duidelijk: al wat in de nabijheid van dat stuk kwam, verdween in het niet, werd laf en niets zeggend, misteekend en onnatuurlijk. Was het slechts een toeval of een gevolg van aangewende geheime middelen, misschien een eigenaardig samengesteld vernis, of een bijzondere vergulding der lijst, kortom, al het licht scheen zich op het vreemde schilderstuk te con een treeren, terwijl de omgeving ervan in de schaduw bleef! En hoe liet zich nu dit wonderlijk ver schijnsel verklaren, dat dit eenvoudige stuk met het gewone motief, als door tooverkracht de eigen schap bezat, terstond aller blikken tot zich te trekken? De menschen stonden in menigte er voor en riepen verrukt uit: Zooals dat op de zee gelijkt! Dat is wer kelijk water! Men ruikt werkelijk de zeelucht l" Vielen dan de blikken der menschen op de an dere stukken, dan vroegen zij zich zelf en hun metgezellen verwonderd af: Wat zou dat toch in de wereld moeten voorstellen? Zien kan men het toch onmogelijk!" De geheele kunstenaarsbent geraakte in op roer; men eischte dat het vreemde schilderstuk verwijderd werd, en eerst nadat dit gebeurd was, werden de gemoederen weder kalm. Thans zag men plotseling op nieuw, dat Letorts stormstukken onovertrefbaar waren, en niemand stootte zich er meer aan, dat Boutons zonsopgang even goed een rijp maïsveld had kunnen voorstellen. De eenige die slecht voer bij het geval; was monsieur^Vivace. De kunstenaars willen niet aan zijne onschuld gelooven, maar beweerden, dat er iets moest achter steken. Men wilde weten, dat het stuk, dat het monogram W. v. d. V. droeg, inderdaad een echte Willem van de Velde was, die valschelijk voor het werk van een onbekende was uitgageven. Vergeefs verzekerde de arme monsieur Vivace bij hoog en bij laag, dat hij zelf den levenden Hollander het stuk had zie« schil deren. Niemand geloofde hem. Hij moest zich uit de kunstkritiek terugtrekken en zich voortaan aaa het tooneel wijden; hoe echter de zaak met het stuk zich had toegedragen, is tot op dit oogenblik niet duidelijk geworden, want, zooals van zelf spreekt, is hij te verlicht om te gelooven, dat het de oude Willem van de Velde in hoogst eigen persoon heeft kunnen zijn, die met den Vliegenden Hollander naar St. Jean Lerou is komen zei len om zijn landsman te wreken. Het merkwaardigste bij de gansche geschiedenis is evenwel, dat het schilderstuk, nadat het uit de hand van de eenen kustkooper in die van den ander was overgegaan, kort geleden voor hoogen pr\ja aan het museum te Berlijn verkocht is, en thans in den catalogus als een onbetwistbaar echt origineel werk van Willem van de Velde vermeld staat. VOOR DAMES. Verminkte vogels. Hoeden. Moscovitisme en Empire. Balcostuum. . Nationale japonnen. Lelie- en rozeriknoppen. Gecristalliseerde parfums. Eenige aanzienlijke Engelsche dames hebben eene vergadering gehouden en besloten, dat het gevederte van kleine vogels niet langer als modegarnituur voor hoeden of japonnen zal beschouwd worden. ..." Dit besluit doet het hart van de dames eer aan; het is de vraag, hoe vele harer den moed zullen hebben om hoeden zonder veeren te blijven dragen, terwijl de mode geheele schepen vol kleine en grootere vogellijkjes aanvoert. Er is een andere vogelmishandeling, waartegen de dames bijna nog eer mochten opkomen, minder mt het oogpunt van dierenbescherming en landhuishoudkunde, dan uit dat van gezond kunstbegrip. Onder hetgeen als sieraad voor de hoeden wordt aange wend neemt oen groote plaats in de zoogenaamde fantaisie en plumes" of' fantaisie en oiseaux"; men ziet twee vogels, die samen slechts drie vleu gels hebben, of een vogel met diverse pooten op onbehoorlijke plaatsen uit het lichaampje stekend, vogels met twee staarten, vogels met de kopjes onder den staart gewrongen, met de vleugels het onderste boven gekeerd, met de halsjes verdraaid en geknakt, kortom allerlei monstruositeiten, die eene smaakvolle vrouw werkelijk niet moest kun nen aanzien. Het moet de een of andere nijdige mededingster van de arme Dcsirée Delobelle z\jn geweest, die in een oogenblik van kiespijn of stijven nek, aan haar arme vogellijkjes deze kwaadaardige misvormingen heeft doen ondergaan.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl