De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 23 oktober pagina 5

23 oktober 1887 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 539 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Onder den titel Alcune Dijficolta délla Lingua Italiana. (Eenige moeiely'kheden der Italiaansche taal) heeft de heer H. J. Wansink, leeraar aan H. B. S. met 5-jarigen cursus te 's Gravenhage, ?bij den uitgever W. Cremer een nuttig en prak tisch boek uitgegeven. Zooals de titel reeds aan duidt, heeft men hier niet te doen met eene vol ledige gramatica; de schryver heeft niet meer willen geven dan eene uiteenzetting van die on derwerpen, die voor den vreemdeling, en in het bijzonder voor den Nederlander, de meeste be zwaren opleveren. Naar het ons voorkomt, is hij in het vervullen der taak, die hij zich heeft ge steld, uitmuntend geslaagd. Een betrouwbare gids verkrijgt in dit geval bijzondere waarde, omdat Tiet Italiaansch nog slechts bij uitzondering op onze scholen wordt onderwezen, terwyl de bron nen en hulpmiddelen, waarvan velen zich by eigen studie bedienen, dikwyls niet weinig te wenschen overlaten. Door den uitgever C. L. Brinkman te Amster dam is de proefaflevering verzonden van een werk: De JSlectriciteit in het Maatschappelijk Leven, Leiddraad tot Zelfonderricht, met 1000 illustratian." Deze proefaflevering bevat fragmenten uit verschillende deelen van het werk, en geeft een gunstig denkbeeld van den rijkdom van den in houd en van de zorg, die zoowel aan den tekst als aan de talrijke afbeeldingen is besteed. Met het oog op de fraaie uitvoering mag de prijs (? 0.12)4 per vel druks) zeer laag worden genoemd. Schaakspel. No. 95. Van Mr. JOH. BERGKR, te Graz, (Sammlung). Moeielijk en mooi! ZWAKT. INGEZONDEN OPLOSSINGEN. Juist opgelost door C. C. W. M. no. 93 met bis, ter, quater en quinquies, alsmede no. 94 A en B zelfmat in twee zetten, met ter quinq; Henri no. 93 met ter, quater, quinq en 94 ter, quater en quinq, beiden te Amsterdam; idem H. J. d. H. aldaar; W. v. H. te Delft 93 ter, quater en quinq. F. A. s te Rotterdam no. 92, 3, 93 met bis en 3/5 en 4, Flenügafed te Kaatsheuvel no. 92 en 93. Juist opgelost door C. T. v. H. no. 93 met bis, ter, quater, quinq, idem H. J. d. H., terwijl eerstgenoemden ook de eindspelen l en 2 opgelost heeft, alsmede no. 94 met bis en het zelfmat in twee zetten, ter en quinq. Door een ongenoemde no. 93 met bis, ter, quater en quinq allen te Amsterdam. F. A. s te Rotterdan zelfmat in 2 zetten. Wat betreft Dr. Siegs probleem is er slechts eene drukfout in ons exemplaar te weten Pd. h7 moet b? wezen. Overigens is het precies overgenomen uit de Sch.ztg. van April mee uit zondering wij zwarte pion b5 hebben bijgevoegd. Volgende week meer. BRIEFWISSELING. H. J. d. H. Sub diagram 96 volgt uw probleem. Drukfout. Probleem Süsholtz 94 quater staat B leest K. c5 en d7. Idem, no. 94 zelfmat staat: 3-zettig, leest tweezettig zelfmat. Andere opmerkingen worden volgende week beantwoord. abo de f g l WIT. Wit speelt voor en geeft in vier zetten mat (Wit 5 en Zwart 6 stukken met K. e5). OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. 93 van Frits Hofmann. l K. h2! c6 cö(a) 2 D. b7! onv. 3 b7 hl of bl f mat (a) of e4 e3. l Als boven, e4 X d3; 2 c2 X d3, onv. 3 b3 c2 f mat. Zeer net hoofdspel. No. 93 bis van Samuel Loyd. l T. do! e7 X do; 2 b7 dS! K. d5; 3 f2 f5 f mat. «f 2. .. d6 d5; 3 d8 d5; 3 d8 f7 f mat of l T. d8, e7 e6; 2 d6 d4, onv.; 3 g5 f7 f mat. ? No. 93 ter van E. Healy l b6 - f6! h5 - f3! 2 a5 b6! h4 f2 f; 3 d2 d4 f mat of 2 als boven, h4 elders; 3 h2 g3 f mat of 2 als voren, el f2; 3 b4 X n4 t mat of 2.... f3 speeft; 3 d2 d3 f mat. No. 93 quater van J. A. W. Hunter. l D. al, f4 eo of go 2 al cl f mat. l als boven, f4 __ e5 of g3; 2 a7 b8 f mat. l als voren, h4 g5 of g3; 2 d4 e2 of eöf mat. l Als boven, g4 g3; 2 d4 eG f mat. No. 93 qninter van Gr. Gold. l D. b7! a7 X b7; 2 Pd, f2 f mat. l Als boven, a7 b6; 2 b7 h7 f mat' l d6 b4; 2 h3 f4 f mat. l Als boven, anders; b7 bl f mat. PROBLEMEN. No. 95 bis van Richard Adam te Leipzig, iets gewijzigd. Wit K. hl, D. a5, Pd. c5 en h5, R. «5, pions b6 en g4. (7. Zwart K. d5, pions b7 en d7. (3 met K. d5). No. 95 ter. van' Samuel Loyd te Yersycity, V. S. Wit K. b2, Pd. dl, D. dG, pions b4 en a5 (5). Zwart K. c4, T. c«, pions a6 en cö. 4 met K. c4. No. 95 bis en ter zijn driezettige problemen. No. 95 quater vierzet van kaptein lüark, L. N. Wit K. d8, Pd. d7 en 1)2, T. eö, R. dl, pions b5 en f5 (7. Zwart K. d5 pions b6 en f3 (3 met K. do. No. 95 quinter A Tweezet van Alf. Arnell te Göteborg. Wit K. g2, T. g5 en dS; D. a4, R. a2 en b4, Pd. f4, pions d2, d5, e3. (10. Zwart K. e4, T. c4, Pd. eó, R. d7, pions d3' eG en g7 <7 met K. e4. No. 95 quinter B Tweezet van T. Taverner te Bolton. Wit K. e8, D. c8, T. eG, Pd. b5 en g7 pions d2, d4 en g4 (8. Zwart K. do, Pd. (18 en g6, pions d3 en e5 (5 met K. d5. In do hedendaagsche schaakwereld wordt niet betwist dat de pion damhalendc op de 8sto rei, met uitzondering van de koning, n officier kan vragen naar zijn keus, al ware het ook dat hot gekozen stuk nog op het bord staat: zoodat er zooveel koninginnen, torens, paarden en raadsheeren te gelijkertijd op het schaakbord kunnen wezen als door Dam te halen bemachtigd kunnen worden. Intusschen vergete men niet dat de zwarte pion op dam komende, op een zwarten ruit, verplicht is, ?een raadsheer kiezende, deze te nemen welke de zwarte ruiten beheerscht; (niet de witte ruiten en zoo omgekeerd). In het volgende probleem zullen wij trachten het idee duidelijk te maken: wel licht riekt het wel iets naar een raadsel. Wit K. a3, Pd. do. R. g7, T. f3, R. g2 en h3 (.'! R. geen .abuis) pions dG. hG, (8. Zwart K. gS, T 08, Pd. b8 en c8, pions g4 en h7 (G mot K. g8. Wit gooit in drie zetten mat. Wit speelt voor in allo problemen. Misschien zullen onze schaakspelers bij oppervlakkige beschouwing van dit zeldzaam ingekleed probleem de schouders ophalen en ons misschien van stoutheid of ketterij op schaakgebied beschuldigen, en wat het ergste is, dat de derde raadsheer op g7 (zwarte ruit) geheel in strijd zou wezen met wat wij boven over damhalen hebben gezegd. Wat stoutheid betreft", mijne hoeren, daarvan kunnen wij ons niet geheel vrij pleiten, maar wat de overige argumenten betreft meenen wij niet tegeu de hedendaagsche schaakregelen te hebben .gezondigd. Wij zien eene gemotiveerde kritiek gaarne te gemoet. VOOR DAMES. ? De sleep. Diamanten. Kap sel en kam. Aline de Rothschild. Chenille doeken. Pelgrimspijen. De keuken-thermometer. Eene verandering, die niet lang kon uitblijven, wordt tegen dezen winter aangekondigd, het af schaffen der korte japonnen voor gekleed toilet. Alleen voor jonge meisjes zullen ze behouden blij ven. Natuurlijk", zullen spotters zeggen, men kon er zich niet in schikken, vijf meter minder stof voor een japon noodig te hebben dan vroeger." Dit is de zaak geheel verkeerd beschouwd. Voor eerst weet ieder, dat dat lapje stof geen economie was en er voor een kleed tegenwoordig niet zoo buitengewoon veel minder besteed wordt, dan in den tijd der slepen; maar dat is bijzaak. Men gaat weder gevoelen, zooals men het in alle groote tijdperken van kunst gevoeld heeft, dat de lange sleep een onmisbaar deel van het toilet is, zoodra dit den indruk van iets meer dan huise lijkheid zal maken. Men kan zich bijna geen be roemde historische vrouw anders dan met een sleep voorstellen, 't Is waar, Marie Antoinette droeg er gewoonlijk geen als zij de geiten melkte op Trianon, maar wel als zij de ambassadeurs ontving te Versailles. De perioden die den sleep afgeschaft hebben, zijn altoos gekenmerkt geweest door dolle buitensporigheden in het toilet; het Directoire had zijn monsterachtige hoeden, het begin van het Tweede Keizerrijk had de ronde crinoline...., maar het Venetiëder dogen, de hoven vanBour.gondiëen Vlaanderen, het hof van Elisabeth, dat van Mad. de Montespan on dat van Maria Thcresia, hebben of de traine óf de deiiii-frainc ? gekend. De manteau de cour, die een sleep l vormt, is aan het Kngelsche hof, ondanks do wisselende mode, nog niet afgeschaft geweest. Toch zal do overgang niet plotseling zijn. Het geen men voorloopig dragen zal. is niet meer dan eene poging-, eene aanwijzing. Do sleep zal ge heel recht, met een aantal dikke plooien van achteren neervallen, en dan nog nauwelijks meer dan even den grond raken, half lang; alleen voor groote recepties, hnwelijksplcchtigheden en derge lijke zal hij volledig zijn. Deze half lange sleep heeft het voordeel dat men er mee dansen kan, zonder het gevaar te loopen, dat hij door onhandigen wordt afgetrapt of gescheurd. Het zal niet noodig zijn. gelijk ccnigc maanden geleden beweerd werd, China voor den verkoop der geslepen diamanten te winnen, want indien de beweging die zich vertoont, doorgaat, zal do diamant niet enkel het toilet, maar de geheelo elegante industrie beheerschen. Eonigo weken geleden klaagde een moAe-chroniqiioir in Paris itlustréover het verdringen van het Itijou, het sieraad waarbij do bewerking meer gold dan de kostbaarheid, door de edele steenen, die. eenvou dig gezet, reeds een voorwerp van waarde vormen. Deze voorkeur voor de edele steenen,en met name voor den diamant, wordt beslissend. Geen bloemen meer bij het baltoilet, behalve, wanneer men dat kiest, een geheele guirlande op het corsage en een geheele krans op het hoofd, deze maken dan op zich zelf het karakter van het costuum uit, maar het bescheiden bouquetje in het haar, de paar rozeknopjes aan het corsage, zijn veroordeeld. Men draagt een halve maan van brillanten, een ster, een zon, een diadeem, een slang,... alles van edele steenen. En dat niet alleen; men laat in kleine diamanten zijn naamcijfer plaatsen op den waaier, den en-towt-cas, den tooneelkijker, het vouwbeen, het visiteboekje, den flacon, het speelbeursje, de bonbonnière, den bladwijzer; de roosjesslijpers en diamantklovers, onze Amsterdamsche specialiteit, gaan goede dagen te gemoet. Zelfs worden er, naar men beweert, kouse banden met diamanten gespen gedragen. Is dit niet wat tantaliseerend zoolang men geen herderinnerokjes draagt? Het moet toch een groote kwelling zijn, zulke mooie kousebanden te hebben, en ze niet te mogen laten zien. * * * Een versiersel in het kapsel dat met iederen dag in belangrijkheid toeneemt, is de kam. Terwijl het haar nog steeds eenvoudig op de kruin wordt opgemaakt, steekt men den kam er zoo op, dat zij hoog boven het kapsel uitsteekt; voor gekleed kapsel staan veeren, aigrettes en juweelen te wachten. Een prachtstuk in dit genre, deze week bij een Fransch juwelier te Londen uitgestald, is een zilveren kam, waarvan de bovenkant in een rij korte punten, ieder van een diamant voorzien, eindigt; daarachter rijst een aigrette van zilveren aren met diamantjes als dauwdroppels er tusschen en een kleine witte struisveder is achteraan be vestigd, zoodat zij een ,sneeuwigen achtergrond vormt voor de aigrette van zilver en diamanten. Ook worden aangevoerd kleine platte kammetjes, zooals onze grootmoeders ze aan de slapen droe gen; ze zijn met een rijtje fantaisie-juweeltjes, als granaten, turkooizen, of ook kleine paarlen ver sierd en dienen om de korte haren uit den nek naar boven te kammen, en ze bij den knoop van het kapsel op de kruin vast te steken. De kleine juweeltjes vormen dan een aardig randje om het achterhaar tegen de kruin aan. Er wordt beweerd, dat de nouveautévoor den winter in het kapsel zou zijn n lange krul in den nek; maar het kapsel is tegenwoordig zoo eenvoudig en gemakkelijk, dat er wel iets sierlijkers en aantrekkelijkere noodig zal zijn, om de draagsters tot verandering te verlokken. * * Te Parijs heeft in den Israëlitischen tempel van de Ruo de la Victoire. de huwelijksplechtigheid plaats gehad van Mej. Aline de Rothschild met sir Albert Sassoon, den schatrijken afstammeling eener familie te Bombay. De bruid was in wit satijn, met langen sleep en volant van oude point d?Angleterre, de voorbaan gedrapeerd en bezet met oranjebloesems, die zich in de plooien van den sleep verliezen. De moeder der bruid, barones Gustave de Rothschild, droeg een toilet Louis XVI, blauw met weerschijn, een hoed in dezelfde kleur; de barones Alphonse de Roth schild crème. De vijftien bruidsmeisjes droegen allen denzelfden hoed, een kleine muisvale vilten hoed met groote strikken, rose linten en een licht rose vleugel. Het model is door de Maison Nou velle, rue de la Paix, gecreëerd, er waren er acht te Parijs besteld en men heeft er nog zeven naar Londen gezonden voor de zeven jonge meisjes Sassoon, zusters van den bruidegom. De acht jonge dames die in de synagoge de collecte hielden, drie Rothschild's, drie Sassoon's en twee Gubbay's, waren alle in rose faille en droegen allen gelijke broches, een geschenk van de bruid, bestaande uit vijf pijlen, het wapen der Rothschilds, en de duif met den olijftak, dat der Sasscons, in goud en diamanten. * Voor de doeken en sorties van roode, zwarte of pauwblauwe chenüle, welke nauwelijks een jaar geleden in grooto hoeveelheden aangevoerd zijn, en nu reeds niet meer in den smaak vallen, is door ecnige zuinige huisvrouwen een toepassing gevonden, die de vraag ernaar weer vermeerderen zal. Zij maken van den chonille dook, die prachtig van gloed, souple en warm is, met cachemire in een bijbehoorende tint, een huistoilct. Uit een doek is gemakkelijk de stof voor het cornage te vinden; men maakt er een vest van eft'en zijde in; een tweede doek kan met succes gebruikt worden voor een korte tttniri'ic, als panneaii op den cachemiren rok, of als opslagen, of als streep in den rok. Eene andere combinatie is: een lange matinee, uit twee chenille doeken samengesteld, met surah ge monteerd en op een rok van het een of ander wollen weefsel in dezelfde kleur gedragen, dien men met de rest van de chenille nog garncoren kan. * * * In denzolfden goest als do grooto peliwes die als wiiitrrmautels worden gedragen, heeft men voor lmisklce<iing pelgrimspijen" uitgevonden, uit eene grijs, blauw of bruin wollen stof, zacht, dik en warm. met zeer lange wijde mouwen. Zij zijn even remakkeüjk en kunnen even schilderachtig gedragen worden als de Arabische gandourah. waarmede Sarah Bernhardt een tijd lang- hare bezoekers ontving. Do pelgrimspij is om het midden gesloten door een dik zijden touw dat met een fantastisch aantal knoopen er in. Men draagt er een ruimen zijden rok onder, en ecnige dames hebben in dit wijde excentrieke kleed zooveel behagen gevonden, dat zij er op de fire o'doek iea mee gerecipieerd hebben. ^ * * Naar aanleiding van het geschrijf over do kook school, is het wellicht interessant, hier een keukenthcrraomoter" te vermelden, die in het bureau van Sophia Heuer, directrice der kookschool te Kiel, hangt, l Iet instrument, is, in plaats van met kwik. met onschadelijken roodgekleurden ajcohol gevuld, maar bevat de volgende bijvoegingen. Bij het hoogste punt staat: Trichinendood, dan volgen : Soepen, vleesch en groenten; Melk, koffie, thee, kandeel; Bisschop, punch; Warm bad; Rijzend deeg; Meel; Kamertemperatuur; Koud bad; Roode wijn; Drinkwater, bier; Bier op y's, witte wyn; Champagne frappe. De soepen en groenten komen daarbij op onge veer 35 Kéaumur; de roode wyn op 12 R.; bet drinkwater op 8 Kéaumur. Een afzonderlek num mer voor Bourgogne, waarvan men den bouquet laat ontwikkelen, heeft mej. Heuer er niet b\j ge plaatst, en dit was toch allicht zoo noodig als de temperatuur aan te geven van vleesch, dat een maal op het juiste punt, toch niet op tempera tuur kan gehouden of gebracht worden, zonder er schade bij te lijden. Men zou ook nog kunnen vragen: En als nu uw koffie of punch t& koud is, hoe redt ge het dan? Moet er dan wat heefc water bij? Eenigen van de gebruikers zouden daar iets tegen kunnen hebben en zich liever een onjuiste temperatuur dan een onjuiste verhouding van Kraft und Stoff" willen getroosten. E-E. EEN KOOKSCHOOL! Aan den Autewr van het stukje getiteld: Eene Kookschool. Niettegenstaande ik zette aan den auteur", zoo veronderstel ik toch dat U eene dame zgt, daar U blijkbaar den cursus medemaaktet en heeren hiervan uitgesloten waren. Het spijt my dat ik U niets aangenaams kan zeggen, doch zwijgen ware hier naar mijn inzien zeer onvoegzaam. Mevrouw of Mejuffrouw mag ik U doen op merken dat U zeer unfair en unladylike handelt met een afwezige aan te vallen ? Mevrouw Alting Mees, mijn collega, heeft het land reeds verlaten en leest niet wat U schreeft. Is dit de heilgroet, die U haar nazendt, nadat zij hier drie en een halve maand gewerkt heeft ? Mag ik u doen opmerken dat u onjuistheden zegt. Ik kan er ook over oordeelen daar ik den tweeden cursus van mijn collega geheel mede maakte. Ten eerste, had u veel beter gedaan met uwe opmerkingen omtrent den smaak aan Mevrouw Alting Mees zelve te zeggen. Of weet u niet dat HEd. meermalen heeft gezegd: Mijne dames als het niet naar uwen smaak is, zegt het m\j dan. Ik kan zeer goed een opmerking hooren. Doch ik heb niet gaarne dat u zegt het smaakt goed als u het niet meent. Ten tweede ontstond de onjuistheid van het gewicht daardoor, dat Mevrouw Mees zich op den eersten cursus meestal van het Engelsch gewicht bediende. Dames, die mij wel eens verwonderd vroegen, ?welk een massa gelatine gebruikt Mevrouw Mees toch?" heb ik zelf meermalen ten antwoord ge geven: denkt er slechts aan dat het ons, waar van Mevrouw Mees spreekt een Engelsch ons is, dat is ongeveer een zestiende van ons half Nederlandsch pond." Naderhand, nadat Mevrouw Mees zelve er op opmerkzaam was gemaakt ge bruikte HEd. steeds de Nederlandsche gewichten. Ten derde heeft mevrouw Mees, voor zoover mij bekend is nooit kwaad van onze Hollandsche soepen gezegd en ze volstrekt niet afgekeurd. Dit heeft zij herhaalde malen gezegd: dat wy' hier in Holland veel te weinig soep eten. Dat hot goed is er iederen maaltijd mede te beginnen terwijl men dit hier, in plaats van dagelijks', bijna nooit doet. Nu, het moet voor een Fransche, Engelsche oi Duitsche ook vreemd zijn dit gerecht zoo weinig te zien voorkomen. Men eet daar overal voor iederen maaltijd een bordje bouillonsoep en het kan zeel wel zijn, dat men groot gelijk heeft. Ten derde: en dit is het meest unfair van alles, de aanmerking op het maken van deeg. Als er iets was, waarin Mevrouw Mees bedreven waSj dan was het zeker wel dit. Ik zelf woonde het toevallig tweemaal bij en juist den eersten keer, die u ook schijnt op het oog te hebben, was het zoo keurig en ging het deeg zoo mooi op, dat men algemeen applandisseerdo. Heeft u wel eens feuilletédeeg gemaakt. Mevrouw of Mejuffrouw? Weet u hoe een kleinigheid het kan bederven ? Weet u dat er niets aan de boter moet haperen; dat het meel van een zeer bijzondere kwaliteit moet zijn en volstrekt niet vochtig, wil het gebak goed gelukken 'i Hebt u uzelf rekenschap gegeven er van, dat wij onderwijzeressen daar stondeir tcgcnover lokale moeielijkheden die we in ons eigen huis niet zouden gehad hebben ? Dat we zeer beperkt in tijd waren en toch klaar moesten komen? Beproeft u eens om te koken en les te geven tegelijk. Om uw publiek pratende bezig te houden en uw spijs niet te laten aanbranden. Om niets te vergeten, noch wat hel zeggen, noch wat het doen betreft. Beproeft n eens om in twee uren, al les gevende en recep ten dicteerende, een geheel diner klaar te maken. Als u het er goed afbrengt heeft u zeker der eersten Bcstuursprijs voor bijzondere verdienste van do Tentoonstellingscommissie verdiend. U spreekt onder anderen van een vruchten gelei, die met weinig zorg bereid was. Ik^meen hieromtrent te mogen opmerken, dat dikwij*,, bij langdurige operaties, Mevr. Mees zich moest vergenoegen met te zeggt '^oe men t« werk moest gaan en de wijze van nandolen te laten zien, zonder het werk geheel te kunnen afmaken. Eveneens heb ik de gelei waarvan U spreekt, niet gezien. Ik kan ook niet wel aan nemen dat Mevrouw Mees it zou ondernomen hebben, zulk een groote mas^ gelei als U noemt zegge twee pond, klaar te maken in den be perkten tijd, die zij tot haar beschikking had De jam die ik zelf van Mevrouw Mees gezien heb, voldeed aan alle vereischten aan een goed< marmelade te stellen en smaakte uitmuntend Men mag toch ook wel veronderstellen, dat een Engelsche dame, die gestudeerd heeft aan eer Engelsche kookschool en daar den hoogsten rang behaalde, zoo iets echt Engelsch, als een jam. goed en deugdelijk zal weten te bereiden. Als u bedenkt, dat een marmelade onder be stendig roeren minstens een veertig minuten moet koken eer zij stijf genoeg is om geconserveerd te worden, dan zult u wel met mij eens zijn dat dit een lastig artikel is om voor het publiek klaar te maken, Zoo komen we dan meteen tot hst slot van uw artikel. Dit slot Mevrouw of Mejuf frouw hadt u na den laatsten zin van het eerste

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl