Historisch Archief 1877-1940
No. 539
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Onder den titel Alcune Dijficolta délla Lingua
Italiana. (Eenige moeiely'kheden der Italiaansche
taal) heeft de heer H. J. Wansink, leeraar aan
H. B. S. met 5-jarigen cursus te 's Gravenhage,
?bij den uitgever W. Cremer een nuttig en prak
tisch boek uitgegeven. Zooals de titel reeds aan
duidt, heeft men hier niet te doen met eene vol
ledige gramatica; de schryver heeft niet meer
willen geven dan eene uiteenzetting van die on
derwerpen, die voor den vreemdeling, en in het
bijzonder voor den Nederlander, de meeste be
zwaren opleveren. Naar het ons voorkomt, is hij
in het vervullen der taak, die hij zich heeft ge
steld, uitmuntend geslaagd. Een betrouwbare gids
verkrijgt in dit geval bijzondere waarde, omdat
Tiet Italiaansch nog slechts bij uitzondering op
onze scholen wordt onderwezen, terwyl de bron
nen en hulpmiddelen, waarvan velen zich by eigen
studie bedienen, dikwyls niet weinig te wenschen
overlaten.
Door den uitgever C. L. Brinkman te Amster
dam is de proefaflevering verzonden van een werk:
De JSlectriciteit in het Maatschappelijk Leven,
Leiddraad tot Zelfonderricht, met 1000
illustratian." Deze proefaflevering bevat fragmenten uit
verschillende deelen van het werk, en geeft een
gunstig denkbeeld van den rijkdom van den in
houd en van de zorg, die zoowel aan den tekst
als aan de talrijke afbeeldingen is besteed. Met
het oog op de fraaie uitvoering mag de prijs
(? 0.12)4 per vel druks) zeer laag worden genoemd.
Schaakspel.
No. 95.
Van Mr. JOH. BERGKR, te Graz, (Sammlung).
Moeielijk en mooi!
ZWAKT.
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
Juist opgelost door C. C. W. M. no. 93 met bis,
ter, quater en quinquies, alsmede no. 94 A en B
zelfmat in twee zetten, met ter quinq; Henri no.
93 met ter, quater, quinq en 94 ter, quater en
quinq, beiden te Amsterdam; idem H. J. d. H.
aldaar; W. v. H. te Delft 93 ter, quater en quinq.
F. A. s te Rotterdam no. 92, 3, 93 met bis en
3/5 en 4, Flenügafed te Kaatsheuvel no. 92 en 93.
Juist opgelost door C. T. v. H. no. 93 met bis,
ter, quater, quinq, idem H. J. d. H., terwijl
eerstgenoemden ook de eindspelen l en 2 opgelost
heeft, alsmede no. 94 met bis en het zelfmat in
twee zetten, ter en quinq. Door een ongenoemde
no. 93 met bis, ter, quater en quinq allen te
Amsterdam. F. A. s te Rotterdan zelfmat in 2
zetten. Wat betreft Dr. Siegs probleem is er
slechts eene drukfout in ons exemplaar te weten
Pd. h7 moet b? wezen. Overigens is het precies
overgenomen uit de Sch.ztg. van April mee uit
zondering wij zwarte pion b5 hebben bijgevoegd.
Volgende week meer.
BRIEFWISSELING.
H. J. d. H. Sub diagram 96 volgt uw probleem.
Drukfout. Probleem Süsholtz 94 quater staat
B leest K. c5 en d7.
Idem, no. 94 zelfmat staat: 3-zettig, leest
tweezettig zelfmat.
Andere opmerkingen worden volgende week
beantwoord.
abo de f g l
WIT.
Wit speelt voor en geeft in vier zetten mat
(Wit 5 en Zwart 6 stukken met K. e5).
OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. 93
van Frits Hofmann.
l K. h2! c6 cö(a) 2 D. b7! onv. 3 b7 hl of bl f mat (a) of e4 e3.
l Als boven, e4 X d3; 2 c2 X d3, onv. 3 b3 c2 f mat. Zeer net hoofdspel.
No. 93 bis van Samuel Loyd. l T. do! e7 X do; 2 b7 dS! K. d5; 3 f2 f5 f mat.
«f 2. .. d6 d5; 3 d8 d5; 3 d8 f7 f mat of l T. d8, e7 e6; 2 d6 d4, onv.;
3 g5 f7 f mat. ?
No. 93 ter van E. Healy l b6 - f6! h5 - f3! 2 a5 b6! h4 f2 f; 3 d2 d4 f mat of
2 als boven, h4 elders; 3 h2 g3 f mat of 2 als voren, el f2; 3 b4 X n4 t mat of 2.... f3
speeft; 3 d2 d3 f mat.
No. 93 quater van J. A. W. Hunter. l D. al, f4 eo of go 2 al cl f mat. l als boven,
f4 __ e5 of g3; 2 a7 b8 f mat. l als voren, h4 g5 of g3; 2 d4 e2 of eöf mat. l Als
boven, g4 g3; 2 d4 eG f mat.
No. 93 qninter van Gr. Gold. l D. b7! a7 X b7; 2 Pd, f2 f mat.
l Als boven, a7 b6; 2 b7 h7 f
mat' l d6 b4; 2 h3 f4 f mat.
l Als boven, anders; b7 bl f mat.
PROBLEMEN.
No. 95 bis van Richard Adam te Leipzig, iets gewijzigd. Wit K. hl, D. a5, Pd. c5 en h5, R.
«5, pions b6 en g4. (7. Zwart K. d5, pions b7 en d7. (3 met K. d5).
No. 95 ter. van' Samuel Loyd te Yersycity, V. S. Wit K. b2, Pd. dl, D. dG, pions b4 en a5 (5).
Zwart K. c4, T. c«, pions a6 en cö. 4 met K. c4.
No. 95 bis en ter zijn driezettige problemen.
No. 95 quater vierzet van kaptein lüark, L. N. Wit K. d8, Pd. d7 en 1)2, T. eö, R. dl, pions
b5 en f5 (7. Zwart K. d5 pions b6 en f3 (3 met K. do.
No. 95 quinter A Tweezet van Alf. Arnell te Göteborg. Wit K. g2, T. g5 en dS; D. a4, R.
a2 en b4, Pd. f4, pions d2, d5, e3. (10. Zwart K. e4, T. c4, Pd. eó, R. d7, pions d3' eG en g7
<7 met K. e4.
No. 95 quinter B Tweezet van T. Taverner te Bolton. Wit K. e8, D. c8, T. eG, Pd. b5 en g7
pions d2, d4 en g4 (8. Zwart K. do, Pd. (18 en g6, pions d3 en e5 (5 met K. d5.
In do hedendaagsche schaakwereld wordt niet betwist dat de pion damhalendc op de 8sto rei,
met uitzondering van de koning, n officier kan vragen naar zijn keus, al ware het ook dat hot
gekozen stuk nog op het bord staat: zoodat er zooveel koninginnen, torens, paarden en raadsheeren
te gelijkertijd op het schaakbord kunnen wezen als door Dam te halen bemachtigd kunnen worden.
Intusschen vergete men niet dat de zwarte pion op dam komende, op een zwarten ruit, verplicht is,
?een raadsheer kiezende, deze te nemen welke de zwarte ruiten beheerscht; (niet de witte ruiten
en zoo omgekeerd). In het volgende probleem zullen wij trachten het idee duidelijk te maken: wel
licht riekt het wel iets naar een raadsel. Wit K. a3, Pd. do. R. g7, T. f3, R. g2 en h3 (.'! R. geen
.abuis) pions dG. hG, (8. Zwart K. gS, T 08, Pd. b8 en c8, pions g4 en h7 (G mot K. g8. Wit gooit
in drie zetten mat. Wit speelt voor in allo problemen.
Misschien zullen onze schaakspelers bij oppervlakkige beschouwing van dit zeldzaam
ingekleed probleem de schouders ophalen en ons misschien van stoutheid of ketterij op schaakgebied
beschuldigen, en wat het ergste is, dat de derde raadsheer op g7 (zwarte ruit) geheel in strijd zou
wezen met wat wij boven over damhalen hebben gezegd.
Wat stoutheid betreft", mijne hoeren, daarvan kunnen wij ons niet geheel vrij pleiten, maar
wat de overige argumenten betreft meenen wij niet tegeu de hedendaagsche schaakregelen te hebben
.gezondigd. Wij zien eene gemotiveerde kritiek gaarne te gemoet.
VOOR DAMES.
? De sleep. Diamanten. Kap
sel en kam. Aline de Rothschild.
Chenille doeken. Pelgrimspijen.
De keuken-thermometer.
Eene verandering, die niet lang kon uitblijven,
wordt tegen dezen winter aangekondigd, het af
schaffen der korte japonnen voor gekleed toilet.
Alleen voor jonge meisjes zullen ze behouden blij
ven. Natuurlijk", zullen spotters zeggen, men
kon er zich niet in schikken, vijf meter minder
stof voor een japon noodig te hebben dan vroeger."
Dit is de zaak geheel verkeerd beschouwd. Voor
eerst weet ieder, dat dat lapje stof geen economie
was en er voor een kleed tegenwoordig niet zoo
buitengewoon veel minder besteed wordt, dan in
den tijd der slepen; maar dat is bijzaak. Men
gaat weder gevoelen, zooals men het in alle
groote tijdperken van kunst gevoeld heeft, dat de
lange sleep een onmisbaar deel van het toilet is,
zoodra dit den indruk van iets meer dan huise
lijkheid zal maken. Men kan zich bijna geen be
roemde historische vrouw anders dan met een sleep
voorstellen, 't Is waar, Marie Antoinette droeg er
gewoonlijk geen als zij de geiten melkte op Trianon,
maar wel als zij de ambassadeurs ontving te
Versailles. De perioden die den sleep afgeschaft
hebben, zijn altoos gekenmerkt geweest door dolle
buitensporigheden in het toilet; het Directoire
had zijn monsterachtige hoeden, het begin van
het Tweede Keizerrijk had de ronde crinoline....,
maar het Venetiëder dogen, de hoven
vanBour.gondiëen Vlaanderen, het hof van Elisabeth, dat
van Mad. de Montespan on dat van Maria
Thcresia, hebben of de traine óf de deiiii-frainc
? gekend. De manteau de cour, die een sleep
l vormt, is aan het Kngelsche hof, ondanks do
wisselende mode, nog niet afgeschaft geweest.
Toch zal do overgang niet plotseling zijn. Het
geen men voorloopig dragen zal. is niet meer dan
eene poging-, eene aanwijzing. Do sleep zal ge
heel recht, met een aantal dikke plooien van
achteren neervallen, en dan nog nauwelijks meer
dan even den grond raken, half lang; alleen voor
groote recepties, hnwelijksplcchtigheden en derge
lijke zal hij volledig zijn. Deze half lange sleep
heeft het voordeel dat men er mee dansen kan,
zonder het gevaar te loopen, dat hij door
onhandigen wordt afgetrapt of gescheurd.
Het zal niet noodig zijn. gelijk ccnigc maanden
geleden beweerd werd, China voor den verkoop der
geslepen diamanten te winnen, want indien de
beweging die zich vertoont, doorgaat, zal do
diamant niet enkel het toilet, maar de geheelo
elegante industrie beheerschen. Eonigo weken
geleden klaagde een moAe-chroniqiioir in Paris
itlustréover het verdringen van het Itijou, het
sieraad waarbij do bewerking meer gold dan de
kostbaarheid, door de edele steenen, die. eenvou
dig gezet, reeds een voorwerp van waarde vormen.
Deze voorkeur voor de edele steenen,en met name voor
den diamant, wordt beslissend. Geen bloemen meer
bij het baltoilet, behalve, wanneer men dat kiest,
een geheele guirlande op het corsage en een
geheele krans op het hoofd, deze maken dan op
zich zelf het karakter van het costuum uit,
maar het bescheiden bouquetje in het haar, de
paar rozeknopjes aan het corsage, zijn veroordeeld.
Men draagt een halve maan van brillanten, een
ster, een zon, een diadeem, een slang,... alles
van edele steenen. En dat niet alleen; men
laat in kleine diamanten zijn naamcijfer plaatsen
op den waaier, den en-towt-cas, den tooneelkijker,
het vouwbeen, het visiteboekje, den flacon, het
speelbeursje, de bonbonnière, den bladwijzer; de
roosjesslijpers en diamantklovers, onze
Amsterdamsche specialiteit, gaan goede dagen te
gemoet. Zelfs worden er, naar men beweert, kouse
banden met diamanten gespen gedragen. Is
dit niet wat tantaliseerend zoolang men geen
herderinnerokjes draagt? Het moet toch een
groote kwelling zijn, zulke mooie kousebanden
te hebben, en ze niet te mogen laten zien.
*
* *
Een versiersel in het kapsel dat met iederen
dag in belangrijkheid toeneemt, is de kam. Terwijl
het haar nog steeds eenvoudig op de kruin wordt
opgemaakt, steekt men den kam er zoo op, dat
zij hoog boven het kapsel uitsteekt; voor gekleed
kapsel staan veeren, aigrettes en juweelen te
wachten. Een prachtstuk in dit genre, deze week
bij een Fransch juwelier te Londen uitgestald, is
een zilveren kam, waarvan de bovenkant in een
rij korte punten, ieder van een diamant voorzien,
eindigt; daarachter rijst een aigrette van zilveren
aren met diamantjes als dauwdroppels er tusschen
en een kleine witte struisveder is achteraan be
vestigd, zoodat zij een ,sneeuwigen achtergrond
vormt voor de aigrette van zilver en diamanten.
Ook worden aangevoerd kleine platte kammetjes,
zooals onze grootmoeders ze aan de slapen droe
gen; ze zijn met een rijtje fantaisie-juweeltjes,
als granaten, turkooizen, of ook kleine paarlen ver
sierd en dienen om de korte haren uit den nek
naar boven te kammen, en ze bij den knoop van
het kapsel op de kruin vast te steken. De kleine
juweeltjes vormen dan een aardig randje om het
achterhaar tegen de kruin aan.
Er wordt beweerd, dat de nouveautévoor den
winter in het kapsel zou zijn n lange krul in
den nek; maar het kapsel is tegenwoordig zoo
eenvoudig en gemakkelijk, dat er wel iets
sierlijkers en aantrekkelijkere noodig zal zijn, om de
draagsters tot verandering te verlokken.
* *
Te Parijs heeft in den Israëlitischen tempel van
de Ruo de la Victoire. de huwelijksplechtigheid
plaats gehad van Mej. Aline de Rothschild met
sir Albert Sassoon, den schatrijken afstammeling
eener familie te Bombay. De bruid was in
wit satijn, met langen sleep en volant van oude
point d?Angleterre, de voorbaan gedrapeerd en
bezet met oranjebloesems, die zich in de plooien
van den sleep verliezen. De moeder der bruid,
barones Gustave de Rothschild, droeg een toilet
Louis XVI, blauw met weerschijn, een hoed in
dezelfde kleur; de barones Alphonse de Roth
schild crème. De vijftien bruidsmeisjes droegen
allen denzelfden hoed, een kleine muisvale vilten
hoed met groote strikken, rose linten en een licht
rose vleugel. Het model is door de Maison Nou
velle, rue de la Paix, gecreëerd, er waren er acht
te Parijs besteld en men heeft er nog zeven naar
Londen gezonden voor de zeven jonge meisjes
Sassoon, zusters van den bruidegom.
De acht jonge dames die in de synagoge de
collecte hielden, drie Rothschild's, drie Sassoon's
en twee Gubbay's, waren alle in rose faille en
droegen allen gelijke broches, een geschenk van de
bruid, bestaande uit vijf pijlen, het wapen der
Rothschilds, en de duif met den olijftak,
dat der Sasscons, in goud en diamanten.
*
Voor de doeken en sorties van roode, zwarte of
pauwblauwe chenüle, welke nauwelijks een jaar
geleden in grooto hoeveelheden aangevoerd zijn,
en nu reeds niet meer in den smaak vallen, is
door ecnige zuinige huisvrouwen een toepassing
gevonden, die de vraag ernaar weer vermeerderen
zal. Zij maken van den chonille dook, die prachtig van
gloed, souple en warm is, met cachemire in een
bijbehoorende tint, een huistoilct. Uit een doek
is gemakkelijk de stof voor het cornage te vinden;
men maakt er een vest van eft'en zijde in; een
tweede doek kan met succes gebruikt worden voor
een korte tttniri'ic, als panneaii op den cachemiren
rok, of als opslagen, of als streep in den rok.
Eene andere combinatie is: een lange matinee, uit
twee chenille doeken samengesteld, met surah ge
monteerd en op een rok van het een of ander
wollen weefsel in dezelfde kleur gedragen, dien
men met de rest van de chenille nog garncoren
kan.
*
* *
In denzolfden goest als do grooto peliwes die
als wiiitrrmautels worden gedragen, heeft men
voor lmisklce<iing pelgrimspijen" uitgevonden, uit
eene grijs, blauw of bruin wollen stof, zacht, dik
en warm. met zeer lange wijde mouwen. Zij zijn
even remakkeüjk en kunnen even schilderachtig
gedragen worden als de Arabische gandourah.
waarmede Sarah Bernhardt een tijd lang- hare
bezoekers ontving. Do pelgrimspij is om het
midden gesloten door een dik zijden touw dat
met een fantastisch aantal knoopen er in. Men
draagt er een ruimen zijden rok onder, en ecnige
dames hebben in dit wijde excentrieke kleed
zooveel behagen gevonden, dat zij er op de
fire o'doek iea mee gerecipieerd hebben.
^ * *
Naar aanleiding van het geschrijf over do kook
school, is het wellicht interessant, hier een
keukenthcrraomoter" te vermelden, die in het bureau
van Sophia Heuer, directrice der kookschool te
Kiel, hangt, l Iet instrument, is, in plaats van met
kwik. met onschadelijken roodgekleurden ajcohol
gevuld, maar bevat de volgende bijvoegingen. Bij
het hoogste punt staat: Trichinendood, dan
volgen :
Soepen, vleesch en groenten;
Melk, koffie, thee, kandeel;
Bisschop, punch;
Warm bad;
Rijzend deeg;
Meel;
Kamertemperatuur;
Koud bad;
Roode wijn;
Drinkwater, bier;
Bier op y's, witte wyn;
Champagne frappe.
De soepen en groenten komen daarbij op onge
veer 35 Kéaumur; de roode wyn op 12 R.; bet
drinkwater op 8 Kéaumur. Een afzonderlek num
mer voor Bourgogne, waarvan men den bouquet
laat ontwikkelen, heeft mej. Heuer er niet b\j ge
plaatst, en dit was toch allicht zoo noodig als de
temperatuur aan te geven van vleesch, dat een
maal op het juiste punt, toch niet op tempera
tuur kan gehouden of gebracht worden, zonder er
schade bij te lijden. Men zou ook nog kunnen
vragen: En als nu uw koffie of punch t& koud is,
hoe redt ge het dan? Moet er dan wat heefc
water bij? Eenigen van de gebruikers zouden
daar iets tegen kunnen hebben en zich liever een
onjuiste temperatuur dan een onjuiste verhouding
van Kraft und Stoff" willen getroosten.
E-E.
EEN KOOKSCHOOL!
Aan den Autewr
van het stukje getiteld: Eene Kookschool.
Niettegenstaande ik zette aan den auteur",
zoo veronderstel ik toch dat U eene dame zgt,
daar U blijkbaar den cursus medemaaktet en
heeren hiervan uitgesloten waren. Het spijt my dat
ik U niets aangenaams kan zeggen, doch zwijgen
ware hier naar mijn inzien zeer onvoegzaam.
Mevrouw of Mejuffrouw mag ik U doen op
merken dat U zeer unfair en unladylike handelt
met een afwezige aan te vallen ? Mevrouw Alting
Mees, mijn collega, heeft het land reeds verlaten
en leest niet wat U schreeft. Is dit de heilgroet,
die U haar nazendt, nadat zij hier drie en een
halve maand gewerkt heeft ?
Mag ik u doen opmerken dat u onjuistheden
zegt. Ik kan er ook over oordeelen daar ik den
tweeden cursus van mijn collega geheel mede
maakte.
Ten eerste, had u veel beter gedaan met uwe
opmerkingen omtrent den smaak aan Mevrouw
Alting Mees zelve te zeggen. Of weet u niet
dat HEd. meermalen heeft gezegd: Mijne dames
als het niet naar uwen smaak is, zegt het m\j
dan. Ik kan zeer goed een opmerking hooren.
Doch ik heb niet gaarne dat u zegt het smaakt
goed als u het niet meent.
Ten tweede ontstond de onjuistheid van het
gewicht daardoor, dat Mevrouw Mees zich op den
eersten cursus meestal van het Engelsch gewicht
bediende.
Dames, die mij wel eens verwonderd vroegen,
?welk een massa gelatine gebruikt Mevrouw Mees
toch?" heb ik zelf meermalen ten antwoord ge
geven: denkt er slechts aan dat het ons, waar
van Mevrouw Mees spreekt een Engelsch ons is,
dat is ongeveer een zestiende van ons half
Nederlandsch pond." Naderhand, nadat Mevrouw
Mees zelve er op opmerkzaam was gemaakt ge
bruikte HEd. steeds de Nederlandsche gewichten.
Ten derde heeft mevrouw Mees, voor zoover
mij bekend is nooit kwaad van onze Hollandsche
soepen gezegd en ze volstrekt niet afgekeurd.
Dit heeft zij herhaalde malen gezegd: dat wy'
hier in Holland veel te weinig soep eten. Dat
hot goed is er iederen maaltijd mede te beginnen
terwijl men dit hier, in plaats van dagelijks', bijna
nooit doet.
Nu, het moet voor een Fransche, Engelsche oi
Duitsche ook vreemd zijn dit gerecht zoo weinig
te zien voorkomen. Men eet daar overal voor iederen
maaltijd een bordje bouillonsoep en het kan zeel
wel zijn, dat men groot gelijk heeft.
Ten derde: en dit is het meest unfair van
alles, de aanmerking op het maken van deeg. Als
er iets was, waarin Mevrouw Mees bedreven waSj
dan was het zeker wel dit. Ik zelf woonde het
toevallig tweemaal bij en juist den eersten keer,
die u ook schijnt op het oog te hebben, was het
zoo keurig en ging het deeg zoo mooi op, dat
men algemeen applandisseerdo. Heeft u wel eens
feuilletédeeg gemaakt. Mevrouw of Mejuffrouw?
Weet u hoe een kleinigheid het kan bederven ?
Weet u dat er niets aan de boter moet haperen;
dat het meel van een zeer bijzondere kwaliteit
moet zijn en volstrekt niet vochtig, wil het gebak
goed gelukken 'i Hebt u uzelf rekenschap gegeven
er van, dat wij onderwijzeressen daar stondeir
tcgcnover lokale moeielijkheden die we in ons
eigen huis niet zouden gehad hebben ?
Dat we zeer beperkt in tijd waren en toch
klaar moesten komen? Beproeft u eens om te
koken en les te geven tegelijk. Om uw publiek
pratende bezig te houden en uw spijs niet te laten
aanbranden. Om niets te vergeten, noch wat hel
zeggen, noch wat het doen betreft. Beproeft n
eens om in twee uren, al les gevende en recep
ten dicteerende, een geheel diner klaar te maken.
Als u het er goed afbrengt heeft u zeker der
eersten Bcstuursprijs voor bijzondere verdienste
van do Tentoonstellingscommissie verdiend.
U spreekt onder anderen van een vruchten
gelei, die met weinig zorg bereid was.
Ik^meen hieromtrent te mogen opmerken, dat
dikwij*,, bij langdurige operaties, Mevr. Mees zich
moest vergenoegen met te zeggt '^oe men t«
werk moest gaan en de wijze van nandolen te
laten zien, zonder het werk geheel te kunnen
afmaken. Eveneens heb ik de gelei waarvan U
spreekt, niet gezien. Ik kan ook niet wel aan
nemen dat Mevrouw Mees it zou ondernomen
hebben, zulk een groote mas^ gelei als U noemt
zegge twee pond, klaar te maken in den be
perkten tijd, die zij tot haar beschikking had
De jam die ik zelf van Mevrouw Mees gezien
heb, voldeed aan alle vereischten aan een goed<
marmelade te stellen en smaakte uitmuntend
Men mag toch ook wel veronderstellen, dat een
Engelsche dame, die gestudeerd heeft aan eer
Engelsche kookschool en daar den hoogsten rang
behaalde, zoo iets echt Engelsch, als een jam.
goed en deugdelijk zal weten te bereiden.
Als u bedenkt, dat een marmelade onder be
stendig roeren minstens een veertig minuten moet
koken eer zij stijf genoeg is om geconserveerd te
worden, dan zult u wel met mij eens zijn dat dit
een lastig artikel is om voor het publiek klaar
te maken, Zoo komen we dan meteen tot hst
slot van uw artikel. Dit slot Mevrouw of Mejuf
frouw hadt u na den laatsten zin van het eerste