Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.589
^
' heeft
Bever geheel moeten en portefeuille"
U is te scherp ironisch. Wanneer men
feest dan zou men tot de conclusie
.dat Mevrouw Mees nooit iets anders
dan spijzen doen mislukken en
* praten of flauwiteiten zeggen.
piw Mees moest onder het saus roeren,
óók al schijnt geërgerd te hebben, onder
tg kjoeden, onder het roeren van een
mare. enz. haar publiek bezig houden. Den
|d geschiedde dit van zelf door de
opomtrent de werkzaamheden zelf, het
der recepten en het toelichten van de
». v*n klaarmaken. Maar er kwamen, ook
waarop dat afgeloopen was en er
een plaatsje was voor een woord of
/,* Méweuw Mees verviel dan in de gezellige
" " > en alzoo causeerende in de raillerie.
n, die de aanhaling omtrent het duinwater
'_ Ja. uw betoog, voelt toch wel dat dit een
gezegde moet geweest zijn.
was zeker voor Mevr. Mees vrij lastig dat
deel van haar gehoor maar half Fransch
A, niettegenstaande ze het allen, krachtens
[loten onderwijs, goed hadden kunnen kennen
4e andere helft geen scherts verstond.
dunkt mij dat de opmerking omtrent
Biet zoo misplaatst was. Zonder eenigeti
heeft het gebruik van gas in de keuken
''veel voor.
heeft met gas een constanten warmtegraad,
l_.k&n de hitte geheel naar goedvinden regelen
het vuur geen oogenblik langer aan
dan noodig is. Daarom is het zeker
! te betreuren dat het gas hier voor
keukente duur is. Daarbij zouden de fabrikanten
Lgasfornuizen zich nog op verbetering moeten
u over den haas zegt is volstrekt niet te
Wanneer u er tegen is dat een haas
verliest, moet u geen haas eten.
dan moet u tot de vegetariërs overgaan.
is toch een onmogelijke opgaaf een dier zijn
"" te laten behouden en het te slachten te
Paar u haas eet, zij t u dus niet tegen het
dverlies. Uw grief is dus eigentlijk dat het
in uw tegenwoordigheid werd aangericht.
BW Mees heeft het haasje toch niet in uw
geschoten, zou ik meenen? Het was reeds
en volkomen ongevoelig voor al wat er
riem gebeurde.
"""" wel gelooven dat mevrouw Mees dit
; juist, ook al mede ten uwen gevalle, heeft
icht? Hazepeper moet nr&n maken met het
van den haas. Bekomt men den haas van
poelier gevild en uitgehaald dan heeft die
bloed meer. Daar nu mevr. Mees de
hazegeheel naar den eisch wenschte klaar te
werd er gezorgd dat de haas het noodige
" daarvoor nog met zich bracht. Het
tweezepeper maken was ook al weer een
weladheid. Den vorigen dag sprak ik mevr. Mees
HEd. nog: Wat zal ik doen, ik heb al
gemaakt en nu heeft me mij er nog
ooi gevraagd? Het best zal zijn te zeggen
Sk het op verzoek doe." Wel zeker, antwoordde
, teen kan het toch op meer dan een wijs doen en u
"" w»l wat anders daarnevens klaar te maken
hebJZoo werd besloten en nu is de zucht om iemand
ft Krt publiek een genoegen te doen een reden
" geworden. Tout connaitre c'est tout
aer. Die spreuk kunnen wij ons niet te
in het geheugen terug roepen. Dachten
meer aan, menig overijld en onbillijk
Kou onuitgesproken blijven. Tout
conc'est tout pardonner, wij, gij en ik,
Meof Mejuffrouw, wij willen dat voortaan niet
- «it het oog verliezen. Menig droevig
oogenzal ons daardoor bespaard worden, want
?' onbillijk oordeel kwetst nog meer dengene
het uitspreekt dan dengene tegen wien het
wordt. Vergeten wij dit vooral niet.
Beirij vooral dat 't zeer onaardig en unfair
S'9B& afwezige aan te vallen. Zeggen wij
< oordeel rechtstreeks tot den persoon in
kwes""" verzwijgen wij het geheel en al.
schijnt het moeilijk het u naar den
B^ maken. Mevrouw Mees mag onze biefstuk
prezen, _ zonder dat uw ironie haar treft en
die in veel opzichten juist handelde naar
?ift ten opzichte van de wijze van
voorals onderwijzeres aan de kookschool, ik
gén genade vinden in uw oogen.
over my zelve zal ik liever niet met u
. U is blijkbaar in het geheel niet bij
lessen tegenwoordig geweest. U is van
wat mij betreft op de hoogte, dus daarover
ni«t te twisten. Myn werk heeft voor
dedie mijn lessen bijwoonden waarschijnlijk,
dan niet aan de hoogste, dan toch wel
eischen voldaan. Of was al de
heid, al de waardeering van de zijde
was al de dank, dien ik mocht
was de vriendelijke'gezindheid, die ik
ovele oogen mocht lezen, al zeiden de lippen
ii<Jt altjjd, was dat alles niet gemeend ? Ik
beter en ben dus in dit opzicht zeer
tevreik wil die tevredenheid liever niet verstoren
een discussie te beginnen met u over mij
Op uwe beschouwingen omtrent kookscholen
ipm ik wellicht nog eens bij gelegenheid terug.
>we komen mg ook tamelijk ondoordacht voor.
n nu wensch ik voorloopig van u afscheid te
lemen. Uw dienares,
J.6 October 1887. O. A. COBVEB.
.Jte welwillendheid der redactie verleende mij
pzage van dit schrijven, 't Zij mij vergund slechts
ijdtele punten, die mej. Oorvers bedenkingen
hebtep gewekt, nader toe te lichten, en overigens
fjjj-te bepalen bij de feiten die ik heb bijgewoond
<R trachten mede te deelen met al de
waarheidsie£de, waarover ik kan beschikken, met al de
watheid, die ik mijn plicht achtte, 't Bevreemdt
aij eenigszins dat eene dame, die het radicaal
tt voor eene wetenschap, welke zoo uitsluitend
i|> de waarneming der feiten berust, zoo weinig
espect toont voor feiten, dat zij meent, die enkel
*»t zedeneeringen, met allerlei vermoedens te
sannén weerleggen. Wel word ik beschuldigd van
«yoistheden, maar in het zoo uitvoerig schrijven
l ar niet eene duidelijk aangetoond.
? J&» komt het verhaal omtrent de 2 pond
vruchtengelei, mej. Oorver zeer verdacht voor.
Mag ik er daarom nog aan toevoegen, dat de
gelei reeds in de flesschen en potjes werd gedaan,
toen het eerste lesuur nauwelijks verstreken was
en geen ander werk tot haast aanspoorde. Enkele
dames wisselden intusschen een blik of woord
omtrent de kwaliteit der gelei. Dit bleef niet on
opgemerkt dooi» mevr. Mees, want toen zij den
volgenden dag de mislukte jam toonde, voegde zij
er bij: vous l'avez déja dit, n'est-ce-pas ?"
De opmerking omtrent het duinwater werd ge
maakt tijdens de les, die volgens het programma
over water moest handelen en op een oogenblik,
dat mevr. Mees nog lang niet al causeerende in
de raillerie" was vervallen en evenmin haar ge
hoor nog met een woord of' wat moest bezig
houden."
Of rangschikt mej. Oorver mij, na het lezen van
mijn opstel, misschien onder de leerlingen, die
geen onderscheid wisten te maken tnsschen ernst
en luim? Gedurende mijne getrouwe bezoeken
aan de kookschool in verschillende cursussen heb
ik anders gelegenheid gehad mij i met de methode
van Mevr. Mees' onderricht vertrouwd te maken.
Vandaar dat ik ook zeer goed had opgemerkt,
hoezeer mevr. Mees tobde met het ned. gewicht,
en ik elke discussie over een, m. i. zoo onderge
schikt punt vermijdend, slechts van grammen ge
sproken heb. Dat dit aantal voor dezelfde hoe
veelheden dikwijls aanmerkelijk verschilde, daar
van heb ik voorbeelden genoeg in portefeuile.
Wat de hazepeper aangaat, nu mej. Oorver, die bij
het bereiden niet tegenwoordig was, zich blijk
baar een geheel verkeerde voorstelling van de
zaak maakt, meen ik over dat punt te kunnen
zwijgen. Trouwens ik herinnerde er slechts aan
in verband met onzo Holl. keuken, allerminst om
mevr. Mees als een beul in miniatuur voor te
stellen, waarvan mej.. Oorver mij wel een beetje
verdenkt, 't Was niet de kwestie ivat, maar hoe
het gedaan werd.
Waar ik sprak van een boterdeeg was 't wat
mevr. Mees doodeenvoudig een paté" noemde,
geen feuilleté. Wanneer ik nu bovendien nog mag
doen opmerken, dat uit mijn schrijven volstrekt niet is
gebleken, dat ik de voordeelen van een gasoven
voorbijzie, en gaarne verklaar, dat ik het met
haar zeer betreur, dat onze hooge gasprijs het
gebruik alhier verbiedt;'?dat ik heb beweerd,
lat mevr. Mees onze soepen afkeurde, als voor
bereiding tot den maaltijd zeer waarschijnlijk
zal mej. Oorver dan ten slotte moeten erkennen,
dat zij in mij niet een zoo verstokte tegenstand
ster heeft gevonden, als zij aanvankelijk wel ver
moedde.
Heb dan do goedheid, mejuffrouw, nog eens
met een meer kalm gestemd gemoed na te lezen,
wat ik omtrent uwen cursus heb opgemerkt. Vindt
u dan nog dat daarin een enkel woord voorkomt,
dat uw gevoel van eigenwaarde, dat zelfs uwe
ijdelheid zou kunnen kwetsen?
U is van niets, wat mij betreft, op de hoogte,
blijkbaar in het geheel niet bij mijne lessen tegen
woordig geweest!"
Het eerste kan waar zijn, maar waarom mij dan
niet met een enkel woord terechtgewezen ?
loen ik uwe lessen bijwoonde, veroorloofde
ik mij toevallig eenige opmerkingen omtrent
uw onderwijs aan eene buurdame, die mij naar
aanleiding daarvan mededeelde, onder welke om
standigheden u waart opgetreden, Later werd mij
dit van met u bekende en bevriende zijde beves
tigd en ter uwer verdediging aangevoerd. Met
deze gegevens achtte ik het unfair" en
unladylike" het onvolkomene van uw onderwijs nader
aan te duiden. U bespreekt zelf de eigenaardige
moeilijkheden aan het geven van theoretische en
practische kooklessen verbonden, en wie u
heeft zien werken, zal die bezwaren niet licht
achten, maar was nu voor U een zoo korte tijd
van praktische oefening voldoende, om al die zwa
righeden met succes het hoofd te bieden?
Tout comprendre, c'est tout pardonner - ??ik
heb heusch die spreuk ter harte genomen, nog
vóór u mij daartoe met zooveel ernst vermaande.
Wat echter mevr. Mees betreft, ben ik nog
niet gekomen tot het besef van 't geeu u in mijn
gedrag unfair" noemt jegens haar.
Mevr. Mees kwam hier als professeur de cuisine
met eene gevestigde reputatie. Zij liet zich in
ruil voor hare lessen hoogst fatsoenlijk honoreeren.
Zooals ik reeds opmerkte ; de dames-leerlingen
hebben hare leermeesteres met het verschuldigd
respect behandeld. Zij is vertrokken, ongetwijfeld
vergezeld van die benijdenswaarde tevredenheid en
die voldoening, welke ook u zoo gelukkig maken.
Is dat nu niet, fair" en ladylike" genoeg?
Moesten wij nu ook nog met haar hoogst fatsoenlijk
gaan babbelen over het meer of min volmaakte
harer schotels, over haar engelschen en onzen
hollandschen smaak? Debatten gaan voeren over
de zoo gewaagde stellingen, die zij met profes
sorale meerderheid verdedigde en waarvan ik
staaltjes ten beste gaf?
Hadden wij het recht niet, nu wij de goede
dame veilig weten in haar vaderland, vroolijk
rustend op hare lauweren, in het belang van onze
nationale kookkunst, ons rekenschap te geven van
de waarde harer lessen? A.
Allerlei.
Uit Constantinopel wordt het volgende geschre
ven over een honderdjarige, die een vriend vs-v
Robespierre was: "
Te Constantinopel is dezer dagen de heer D
mirioSj Antippa overleden in den verbazenden
ouderdom van 115 jaar. Men kan hem een his
torisch persoon noemen, ofschoon weinigen, die
hem als een invloedrijk maar eenvoudig koopman
kenden, wisten, hoe bewogen het eerste gedeelte
van zijn langen loopbean was geweest. Hij werd
in 1772 te Kephalinia geboren. Op aanraden van
een attachébij de Fransche ambassade. M.
Chénier, den broeder van den beroemden dichter,
die een vriend van de familie was, werd hij door
zijn vader op zijn vijftiende jaar naar Parijs ge
zonden om zijn opvoeding aldaar te voltooien.
De knaap woonde al de vreeselijke gebeurtenissen
der groote revolutie bij. Hij kende persoonlijk
Marat, Danton en Robespierre. Als Griek behoefde
hij geen partij te kiezen en hield hij omgang met
de Girondins zoowel als met de leden der
bergpartij. Hij kwam bij Tallien en St. Just. In de
salons vau mevrouw Tallien danste hij de
Carmagnole en zong Qaira". Hij was een vriend van
den. armen AndréChénier en zag hem sterven.
Ook was hij tegenwoordig bij den dood op het
schavot van Marie Antoinette, en getuige hoe het
edelste bloed van Frankrijk onder de guillottine
stroomde.
Toen de storm had uitgewoed, koerde de jonge
Antippa naar zijn vaderland terug en vestigde zich
als koopman te Constantinopel. Van invloedrijke
vrienden kreeg hij introductiebrieven mede, zoodat
hij weldra in Fransche kringen zeer gezien was.
De Fransche gezant werd zijn intieme vriend en
men zegt dat het de jonge Antippa was die de
Cannagnole invoerde welke in het jaar 1794 te
Pera werd gedanst.
De heer Antippa leefde zeer stil en was met
vreemdelingen koel en teruggetrokken. Gedurende
tachtig jaar woonde hij te Fatavla op een der
heuvelen tegenover de Turksche hoofdstad en was
gewoon dagelijks naar zijn kantoor te Galata te
rijden. Zijn gelaat was innemend en schrander,
omlijst door een witten, zorgvuldig onderhouden
baard; Hij bleef zijn geheele leven ongehuwd en
was bekend voor zijn liefdadigheid; ook gaf hij
groote sommen uit tot verbetering van het onder
wijs in zijn.land.
Tot het laatste toe behield de heer Antippa
zijn helderheid van geest en hij wist zich steeds
al de vreeselijke gebeurtenissen welke hij had
bijgewoond met de grootste nauwkeurigheid te
herinneren. Hij vertelde bijzonderheden van dien
tijd aan zijn vrienden, die aantoonden hoe gere
geld de feiten in zijn geheugen geprent waren. Hij
schijnt geen geschreven mémoires to hebben na
gelaten, die ongetwijfelt een belangrijke bijdrage
tot do geschiedenis waren geweest. Zijn nalaten
schap, die niet zoo beduidend is, als men veron
derstelde, zal onder de leden zijner talrijke fami
lie, die hier zijn verlies betreuren, verdeeld wor
den ; door zijn dood heeft Constantinopel een zijner
belangwekkendste inwoners verloren.
Volgens de American Magazine waren er in
1845 in Amerika vijftig duizend joden op een
bevolking van twintig millioen. Nu bevinden er
zich reeds vijfhonderd duizend; zij zijn dus veel
moer dan de andere bevolking van de Vereenigde
Staten in aantal toegenomen. Daar zij dus tien
voudig vermeerderd zijn en de andere rassen
slechts drievoudig, is Amerika, behalve Rusland,
Duitschland en Oostenrijk, het land waar zich de
meeste joden bevinden, en het is te voorzien dat
het na weinige jaren de drie keizerrijken in deze
zal overtreft'en.
De gemeenteraad van Weenen heeft 10.000 gul
den bestemd om arrne kinderen voor een stuiver
een middagmaal te verschaffen. Even zooveel is
door baron Köningswarter geschonken en door
de Weener dagbladen is een som van 20.000 gul
den bij elkaar gebracht. De officieren van ver
scheiden regimenten werken ingelijks tot dat doel
mede. De uitdeeling van warm eten aan de be
hoeftige kinderen in de hoofdstad zal Woensdag
beginnen. In zeer korten tijd is dit alles tot stand
gebracht, en met belangstellig wordt te gemoet
gezien hoe de zaak in de praktijk zal voldoen.
~Een kus in het Vatikaan. Eenige dagen gele
den had volgens de Wien. Allg. Ztg. een aardig
voorval in het Vatikaan plaats. Gravin Pecci, de
nicht van den Paus, was met haar verloofde bij
haar oom te gast. De Paus, die even de kamer
had verlaten, kwam spoediger terug dan de ver
loofden hadden verwacht, en verraste hen juist
op het oogenblik dat zij elkander een kus gaven.
Berouwvol kuste gravin Pecci den Heiligen Vader
de hand on maakte eenige verontschuldigingen,
dat zij zich op deze heilige plaats zoo vergrepen
had. Zacht streek de Paus haar met de hand
over het hoofd. Er is geen plaats", zeide hij,
die zoo heilig is, dat die niet door een reine,
jeugdige liefde veredeld zou worden."
Uit Derbyshire wordt het volgende tragische
vooral vermeld. Twee personen maakten een tocht
door de bergen en verdwaalden in don donkeren
stormachtigen nacht. Eindelijk zagen zij in de
verte een licht en liepen zij er door de velden
?recht op aan. Opeens stonden zij voor een schut
ting, die hun den weg versperde. De moedigste
van do twee klom er over heen en' stond met een
sprong aan de andere zijde op den grond. Hij
spoorde zijn vriend aan hem te volgen, en dezo
waagde insgelijks den sprong, maar «'as op eens
spoorloos verdwenen! Te vergeefs riep hij hem
in de duisternis, hij kreeg geen antwoord. Ein
delijk besloot hij hulp te gaan zoeken on te Bon
sall waar hij diep in den nacht aankwam, maakte
hij alarm. Men zond terstond eenige lieden uit,
om naar den verdwenen man te zoeken, en weldra
was het geheim opgelost. Bij zijn sprong in do
duisternis was hij in een verlaten leigroeve gestort,
die 60 voet diep was, en waar hij in het aldaar
drie voet diepe water den dood vond.
In Zuid-Afrika is een zonderling soort van visite
kaarten in gebruik. Aan de Kaap planten de
bewoners een cactusplant onder aan de stoep van
hun huis; in een der bladoren van die plant
krast de bezoeker zijn naam in geval hij de
familie niet thuis treft. Do naam staat dan in
zilverachtige letters op hot blad. Voor nieuwjaars
bezoeken wordt meestal een bijzonderblad aan
gewezen.
Galgenhumor. Zoo als men weet hebben eenige
Parijsche politie-agenten met het vel van den
moordenaar Pranzini notitie-boekjes laten overtrek
ken. Dit schijnt in den kring der moordenaars
niet onopgemerkt te zijn voorbijgegaan. Toen nu
laatstelijk te Aix de moordenaar Esposito ter dood
werd gebracht, had volgens de Petit Provenfal
het volgende gesprek plaats tusschen hem en den
directeur der gevangenis. Hebt gij voor het laatst
ook nog iets te vragen?" Ja" antwoordde Espo
sito met krachtige stem. En wat is dat?" In
hernam Esposito. dat er na mijn dood
aanteekenboekjes van mij gemaakt worden, ver
zoek ik om verguld op snede l..."
In een Amerikaansch blad, de lelegram, van
Minneapolis, komt eene Berlijnsche corresponden
tie voor, waarin in ernst verteld wordt, dat keizer
Wilhelm reeds sedert twee jaren overleden is en
dat Bismarck hem heeft vervangen door een ouden
schoolmeester, Karl Sommermann genaamd.
De welingelichte correspondent voegde er bij,.
dat Bismarck nog een paar oude keizers" in voor
raad heeft.
Dat een regeerend burgemeester aan een kind
het leven schenkt, is nog niet veel voorgekomen.
Te Argonia, in de Amerikaansehe staat Kansas.
werd het deze week vertoond; eene dame bekleedt
er de functiën van burgemeester. Moeder en kind
zijn welvarend.
In den tijd van Frederik de Groote waren de
geleerden het zeer oneens omtrent de waarde
der Duitsehe taal. Toen de vorst-bisschop Franz
Ludwig van Ernthal tot de hoogeschool van
Würnburg de vraag richtte, of het niet raadzaam
was het gebruik der Latijnsche taal bij de Aca
demische voorlezingen geheel af te schaffen en de
college's in de Duitsehe taal te houden, verklaar
den zich bij decreet van 10 Mei 1786 alle facul
teiten tegen het gebruik der Duitsehe taal, daar
er anders, in de theologie niets dan dweepers, in
de rechtsgeleerdheid niets dan politieke
tinnegieters, in de medicijnen niets dan kwakzalvers
zouden worden gevormd.
Reclames
40 cents per regel.
Speciale inrichting voor Schoenen naar
maat, in gips afdruksel voor gevoelige, pijn
lijke, gebrekkige voeten, knobbels,
etc. etc. ANTON HUF Jr.,
Kalverstraat 200.
Prima kwaliteit,
Mairée P e l u c h e ? l 65,
in alle kleuren.
Idem Effen ?1.50.
rp CWTTT11PB O, Hn
i. omJJJMl K uu.,
Leidschestraat 18.
J.T.LJMfiMEL,
Tandarts N. W.
(M. MelaarsuraAt 9,
Amsterdam.
Specialiteit in het plaatsen van
ZUlGKUNSTTANDEJï.
VERSTERKEND.
Door HII. Doctoren om het zeerste
geroemd de
Staalflikjes
van C. E. COOPS, Confisettr,
22 Martelaarsgracht.
Beurso verzicht.
Van 15 tot 21 Oct. 1887.
De ongunstige omstandigheden die gedurende de
vorige week als het ware samenspanden om
foudsenhouders angst aan te jagen en verlies te be
rokken, sclieucu deze week huu' invloed geheel te
zullen verl.ezen,
Van Russische waarden had de aanvoer voor
Petersburgcr rekening geheel opgehouden en kwa
men ook geene nieuwe waarschuwingen der pers
in Duitsclflaud tegen het bezit daarvan voor. Ter
wijl zulks het particulier aanbod eeuigs/ius deed
verminderen, lokte een te Berlijn uitgestrooid be
richt, dat de ontmoeting der beide keizers met
den teragkeer van Czaar Alexander zoude plaats
vinden, zelfs goede kooplust uit, vooral voor re
kening der cohtraminc partij, die zicii natuurlijk
weer in tal vau blanco engagementen had begeven.
Een eu ander bracht voor die soorten voor onze
beurs eeue verbetering van ruim V'2 pCt. teweeg,
welk avans evenwel sedert weer geheel verloren
ging, zonder dat zulks aan politieke toestanden
was toe te schrijven. De oorzaak vaüdie plotse
linge wending der goede stemming moet evenwel
worden toegeschreven aan het faillissement van het
Leipzigcr Disconto-gesellschaft, eene wel kleine
doch zeer goed geaeerediteerde instelling en kon
men hier ook sedert weer geregeld aanbod voor
Duitsehe rekening opmerken. Volgens nadere be
richten schijnen de speculatiën waarbij de direc
teuren het maatschappelijk kapitaal verloren heb
ben, zich te bepalen tot koloniale waren, als
koffie etc. en sommige Amerikaansehe
Spoorwegaaudeelen, als Northern-Pacifics. De reactie der
Russische fondsen vindt dus slechts indirect in
dit feit haren oorsprong en moet meer het ge
volg wezen der vrees, dat de belangrijke verliezen
door de Leipziger bank aan anderen toegebracht,
meerdere faillissementen ten gevolge zouden hebben.
Tot nu toe werd dit slechts van n bankiersfirma
in Leipzig vernomen.
De Oostenr.-Hongaarsche staatsfoudsen bleven
ferm op prijs en gingen o. a. 4 pCt. goud Hon
garen, dank zij de steeds gunstige houding der
Weener markt, circa '2 pCt. vooruit.
Ook voor de waarden, waarvoor de Parijsche