Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.540
heeft hij ook liever dat een dilettant,
niet als concurrent van de vakmannen
enfin, ik weet het niet, maar zooveel is
dit jjj voor instudeeren van koor, solo's en
moet -zorgen, dat de uitvoering onder jou
moet plaats hebben, dat jij de uitvoerenden
ioet kiezen en uitnoodigen, en dat de kas
«iet hooger bedrag dan f 150 voor deze zaak
TWorden aangesproken."
geef ik 't jou te doen! dat zal me een
wBwoeiing worden! Ach God, wat ben ik begonnen."
.?Stel daar tegenover dat je werk wordt
uitgeTOCrd, dat is meer dan menig kunstenaar van
1>Woep 'kan zeggen, en dat moet je toch óók wat
waard zjjn."
a ?-»Welnu, ik reken in elk geval op je
medeweren misschien zullen er nog anderen zijn die
apathie genoeg voor de zaak hebben om mij
>t alteen te laten staan. Vooruit dus; wie zullen
vragen?"
.JEa daarop werd tot laat in den nacht door de
vrienden gewerkt aan het opmaken der
i,, wie voor de solopartijen, wie voor het koor
róe voor het orkest zou geïnviteerd worden;
moesten natuurlijk allen dilettanten zijn, want
en kunstenaars geen overeenstemming
Bergb. was sedert jaren lid van de
vereeAwrora, en had door zijn aangeboren zin
?foor kunst en zijne toewijding aan de zaak niet
weinig medegewerkt om deze Vereeniging een
, (goeden naam te bezorgen, zoowel in de stad zy'ner
inwoning als daarbuiten; zooals het echter wel
. meer gaat, toen hy de werkzaamheden eens aan
,*nderen wenschte over te laten werden de vroe
gere verdiensten door zijn medeleden vergeten,
?étt hem zijne onthouding kwalijk genomen. Als
. dilettant had hy eene operette in zijne
moeder,-ltaal gecomponeerd, die naar veler oordeel eene
Opvoering overwaardig was, en het bovengemelde
fegprek gold dit werk,, terwijl de oppositie er tegen
Voornamelijk door hen gevoerd werd, diehemzyn
zoogenaamd terugtrekken niet konden vergeven.
Hoe het zij, de zaak was in gang; na veel moeite
, n zorgen waren er 24 zangers voor het koor en
de vereischte personen voor de solo-partijen
ge?Tonden, (voor het orkest behoetde eerst later ge
zorgd te worden) en de repetitiën konden aan
vangen. Eenmaal 's weeks zouden zij gehouden
?worden, maar reeds na vier repetitiën bleek het
Ongegronde van de hoop, dat de uitvoering na
«twee maanden zou kunnen plaats hebben. Op
den eenen avond ontbraken de tenoren, op den
anderen de bassen; ja, zeide men, het was lief
hebberij, men kon toch niet eiken avond zingen,
flnz., maar eindelijk kwam het toch zoover dat
het koor zijne partij stond; de solisten waren ook
al vrij wel op dreef en de repetitiën, waarbij
tegelijkertijd geacteerd en het gesprokene er tus
schen gezegd moest worden, konden aanvangen.
Toen bleek er een hemelsbreed verschil te bestaan
tusschen het kennen der partijen, zittende naast
elkander, en hetzelfde loopende en deelnemende
Aan de handeling en de studiën moesten opnieuw
begonnen worden.
Middelerwijl had Max de zorg voor lokaal,
"Costumes, kapper, aanvulling van het orkest door
meesters op instrumenten, welke door geen
lief?hebbers bespeeld werden, enz. (waarbij
voortdu" land rekening moflst gehouden worden met de
toegestane som) en door dit alles zooveel be
slommeringen, dat hy' het oogenblik reeds begon
te verwensenen, waarop hij aan zijne operette
?begonnen was. Eindelijk begonnen de
orkest-repetitiën en daarmede een nieuw tijdperk van
Ijjden; de werkelijk verdienstelijke dilletanten,
'die de uitnoodiging hadden aangenomen, schenen
voor een deel zoodanig overtuigd te zijn, dat zij
£e lichte muziek ook wel zonder oefening kon
den spelen, dat de repetitiën uiterst slecht be-,
zocht waren; nu ontbraken de eerste violen, dan
de tweede; de eene maal was de tweede hoorn
absent, de andere fagot of tuba, en zoo ging alles
hortende en stootende den dag der uitvoering
tegemoet, terwijl Max hoe langer zoo meer den
moed verloor en zich avond aan avond bezorgd
en bedroefd ter ruste begaf.
De laatste generale repetitie had einde
lijk plaats en liep boven verwachting van stapel;
wel niet "vlot, maar toch zóó, dat op eene goede
uitvoering mocht gerekend worden. Slechts had
het koor bij het opkomen beter op het orkest te
letten om niet uit den toon te geraken, de hoofd
rol na een zeker oogenblik even te wachten met
-invallen om Max gelegenheid te geven de rustmaat
te slaan, de trompet zijn open stelletje nog eens
goed door te zien, daar hij daarbij herhaaldelijk
^oversloeg en meer dergelijke onderdeelen, die
efehter tot den goeden afloop van het geheel onont
beerlijk waren. En daarop een dag later was
?de avond der uitvoering daar.
De leden der vereeniging met hunne dames
begaven zich in grooten getale naar den Schouw
burg, die spoedig tot aan den nok gevuld was;
velen moesten zich zelfs met de galerij behelpen,
doch deden dit gaarne uit belangstelling in iets
wat hun als leden der vereeniging nog nimmer
aangeboden was. Daar het bestuur van Aurora
gemeend had den avond niet te mogen laten voorbij
gaan zonder de vereeniging zelve nog eens te laten
optreden, was de eerste afdeeling gewijd aan de
voordracht van koor- en solonummers, waarmede
reeds een goed deel van den avond heenging;
Max zat op heete kolen; als zij, die in zijne operette
moesten medewerken, nu maar dadelijk na het
vallen van de gordijn na de eerste afdeeling zich
gingen kleeden, dan kon de pauze tot een half
uurtje beperkt worden. Onmidclelijk nadat het
eerste deel dan ook afgeloopen was begaf hij zich
naar het tooneel, en vroeg zijn getrouwen zich
dadelijk te gaan costumeeren en te doen grimee
ren; maar jawel, hij had gerekend buiten de om
standigheid dat de heeren wel eens in de zaal
wilden gaan kijken, bij echtgenoote of verloofde;
of wel een glaasje bier wilden gaan drinken of
een sigaar rooken. Max bezwoer hen te blijven
daar de pauze anders noodzakelijk langer dan
een uur moest duren, en do daardoor ontstaande
stemming bij het publiek natuurlijk ten nadeele
van zijn werk moest komen.. .. alles vergeefs!
Met de wanhoop in het hart zette hij zich op
-én papieren rotsblok neder en overdacht welke
zonde hij toch wel bedreven mocht hebben, dat
An I,<»TY>OI T,0m m<4(- hpt. mmnoneeren van eene
operette gestraft had! Het duurde niet lang of
van alle zijden kwamen boden dat de pauze te
lang duurde, dat het publiek ongeduldig werd
(ook hoorbaar aan het voetgetrap in de zaal) en
eindelijk dat men dacht dat Max door zenuw
achtigheid ongesteld was geworden. Dat was te
veel; hun, die op het tooneel nog eenigzins de
orde trachtten te bewaren, toeroepende dat hij zich
naar zijn lessenaar in het orkest begaf en op de
gebruikelijke drie slagen zou wachten om te be
ginnen, verliet hij het tooneel met angst hoe het
er straks bij het opgaan der gordijn uit zou zien,
ja eigenlijk of de gordijn in het geheel wel op
zou gaan, welke vrees bij den op het tooneel
heerschenden chaos allezins gerechtvaardigd was.
Daar verschijnt hij in het orkest en beklimt
na in 't voorbijgaan den Turkschen trom gesmeekt
te hebben, zijn slag op dat en dat moment in
godsnaam niet te vroeg of te laat te geven, de
trompet omtrent zijne embouchure gepolst en de
heeren in 't algemeen naar hunne stemming ge
vraagd te hebben de kleine verhevenheid, waar
op hij als kapelmeester plaats moet nemen. Het
publiek jucht hem toe (waarschijnlijk meer omdat
het meent dat zijn geduld nu niet langer op de
proef zal worden gesteld, dan om andere redenen)
en zet zich neder in gelaten afwachting van het
sein om te beginnen; zijn naaste buren kalmeeren
hem door van alle zijden te fluisteren; het is te
laat, het duurt te lang. enz. Maar aan alles komt
een einde en zoo gaf ook ditmaal het afgespro
ken signaal het teeken tot den aanvang; Max
hief den dirigeerstaf op en de ouverture begon.
Maar, gerechte hemel, wat is dat? Tusschen
blaas- en strijkinstrumenten is stellig een verschil
van % toon l het klinkt oorverscheurend! Door
slaan maar, er is niets aan te doen; dat komt
doordat de instrumenten te lang onbespeeld in
de warmte gelegen hebben, dat komt omdat het
te lang geduurd heeft eer het kon aanvangen;
nu is het dragelijk, daar piano voorgeschreven is,
maar straks is het weer forto, het nadert... daar
is het... jawel, weer hetzelfde!
De ouverture is afgeloopen, het scherm gaat op,
het stelletje voor den trompet is daar; maar wat
bezielt dien kerel om nog slechter te blazen dan
anders? De handeling begint; Max vindt dat alles
hokt en stokt, er zit geen gang in, de liefhebber
souffleur schreeuwt te hard of spreekt te zacht,
de leden van het orkest zien meer naar het too
neel, dan naar hun lessenaar. Daar komt het
moment, waarop de hoofdrol heeft beloofd even
te zullen wachten om Max gelegenheid te geven
de maat rust te slaan, daar anders het orkest in
de war geraakt: maar wie er wacht, de hootdrol
niet en met parelen van angst op het gelaat slaat
Max de maten snel achter elkander, wat niet
belet dat solist en orkest een oogenblik elkander
naloopen.... oef! dat is ook weer geleden! maar
alsof ieder het er op gezet had dien avond
juist het tegendeel te doen van hetgeen hij be
loofd had, gaf ook de Turksche trom de fortissimo
slag, waarvan Max het effect berekend en noodig
had, merkwaardigerwijze op het verkeerde oogen
blik, hetgeen de maat van zijne ellende vol maakte.
Het slotkoor is gezongen, de gordijn gevallen;
bleek en innerlijk diep ongelukkig verlaat Max
zy'n zetel om zich naar het tooneel te begeven; de
heeren van het orkest juichen hem toe, het publiek
eveneens, en eenmaal op het tooneel gaat
het scherm weer omhoog en wordt zijne verschij
ning met handgeklap en bravo's begroet, lauwer
kransen vallen aan zijne voeten en de medewer
kers aan de uitvoering omringen hem met
gelukwenschen....
In de zaal is alles opschudding en beweging om
het gebouw te verlaten; men spreekt met elkan
der over hot werk en vindt het over 't algemeen
kranig; 't is toch wel aardig, het zit wezenlijk
goed in elkander, de muziek is lief, opgewekt, hier
en daar zelfs zeer goed, en ge moet rekenen, hij
heeft het nooit geleerd, hij is maar dilettant, ik
zou het nog wel eens willen hooren. . . ." en zoo
voorts; het publiek had namelijk alle kleine on
regelmatigheden niet opgemerkt, om de eenvou
dige reden, dat het niet wist hoe het zijn moest,
maar het aannam zooals het gegeven werd, terwijl
Max natuurlijk in de meening verkeerde dat elk
een de tekortkomingen even goed had waarge
nomen als hij zelf.
Men ging dan ook hoogst voldaan huiswaarts,
enkele leden maakten er nog een pretje van door
met elkaar te gaan soepeeren, en dronken op de
gezondheid en het succes van den dilettant
componist. . . . Max echter ging met zijne kran
sen huiswaarts, het hoofd gebogen en treurig te
moede dat zijn werk niet tot zijn recht was ge
komen, nog daargelaten dat de toegestane som
door hem behoorlijk was moeten worden aangevuld;
en alvorens zich ter ruste te begeven zuchtte hij:
Dat is nu ns, maar nooit weer! ik zal aan de
commissie voor de herziening van ons Strafwetboek
in overweging geven er oen nieuw artikel aan toe
te voegen: Inbraak bij nacht onder verzwarende
omstandigJieden, gepaard met bedreiging met vuur
wapenen van welker gebruikmaking ernstig licha
melijk letsel is te verwachten, wordt gestraft met
de verplichting eene opera te componeeren, aan
tal bedrijven naar gelang van den omvang der
misdaad."
JOH. C V.
KEISBRIEVEN.
Berlijn, Oct. 1887.
IV.
Waarde Redacteur,
Het is niet waar, ook hier in 't hotel zijn Hol
landers, wel twee familiön, maar de namen zijn
zoo gespeld dat het evengoed Polen of Chineezen
kunnen zijn. We hebben evenwel niet veel kans
elkaar te ontmoeten, want in dit doolhof van
gangen ontmoet men elkaar niet licht. Men ont
moet elkaar alleen in het Café. Dergelijke ontmoe
tingen op afspraak heb ik er vele gehad en de
Berlijners hebben niet nagelaten, mij op de hoogte
te helpen van allerlei zaken en toestanden. Als
de uitstallingen in de boekwinkels mij dat niet
reeds haddon geleerd, dan kon ik hot van hen
herhaaldelijk hooren, dat er hier al heel weinig
degelijke kennis onder 't publiek gevonden wordt
(bewijs voor de stelling, dat eene school met een
overvol programma niet van rechtstreekschen in
vloed is op de verheffing van het peil van be
schaving). Een Berlijner koopt geen boeken, heeft
geen biblioteek en leest in den regel alleen zeer
luchtige lectuur. Zijn budget behoeft hem niet
te beletten boeken te koopen, zijn stemming
behoeft hem niet te dwingen als tegengift humo
ristische boekjes te lezen. Het leven is voor den
Berlijner niet duur als do vrouw eene goede huis
houdster is en driemSal per week naar de markt
gaat. Des winters stookt men voor 6 cent per
dag, heeft thans voor 45 cent een stuk zalm, dat
drie menschen niet kunnen verorberen, een diner
van 2 Mark is in menig restaurant zeer goed en
een fooi van 6 cent is veelal voldoende. Alleen
de huishuur is hoog; 1800 Mark voor een derde
verdieping voert u nog lang niet naar de beste
deelen der stad en wie niet meer 'dan 1000 Mark
wil betalen woont op onmetelijken atstand van het
centrum. De belastingen zijn niet hoog en er
wordt onder de middelstanden niet daarover
Het aantal proletariers is hier echter zeer groot
en de achteruitgang der Russische papieren en
ellende in den suikerhandel heeft hier heel wat
arbeid doen staken of uitblijven. Het geld ligt
bij massas gedeponeerd en geeft weinig rente.
Verandering en verbetering in den 'handel en
redding voor de mefó-bezitters kan alleen de
oorlog.
Ze laten weinig van zich hooren, de arme
duivels en de woorden: vox populi vox dei gelden
hier niet, er is hier namelijk geen vox populi
dat is polizeilich verboten: Het is als hier in 't
hotel:
Ruhe im Hause
Nicht laut sprechen
Keine Thüren schlagen
Daar is een ijzeren regel, dien men niet over
schrijdt. Er is hier veel minder politie te zien
dan bij ons, alleen hier en daar een ernstig agent
te paard als een ruiterstandbeeld en toch is men
bang voor de politie. Onbeheerd laat de koetsier
de zaken in 't rijtuig, niemand denkt er aan, ze
weg te nemen; hij zelf vraagt om geen fooi, spreekt
niet tegen, denkt er niet aan brutaal te zijn, als
men hem harde woorden geeft, omdat hij den weg
niet weet, of omrijdt. Maar.... er is controle! De
reiziger kan den koetsier controleeren niet alleen
hoe lang hij rijdt, maar ook of hij wel hard ge
noeg rijdt. De Ie kl. rijtuigen die zeer goed zijn
en goede paarden hebben, rijden werkelijk hard,
maar er is denkelijk ook geen stad, waar meer
paarden vallen, de asphaltbestrating schijnt niet
goed voor de paarden te zijn.
De Berlijner voelt den druk der reglementen
niet zoo zeer, wij zouden er ons niet in kunnen
voegen. De tallooze korte bevelen Rechts" of
Billette bereit halten" en deze zijn op gezond
verstand gericht en worden daarom opgevolgd.
Ieder begrijpt, dat hij den tram rechts moet ver
laten om niet overreden te worden, bij ons zou men
zich liever laten overrijden, dan te gehoorzamen.
Als de keizer te Gastein is, mag toch niemand
door den middelsten boog van de Brandenburger
poort rijden, deze boog is voor den keizer alleen.
Dat is eenvoudig en natuurlijk, meent de Ber
lijner die in zijn keizer een heilige ziet. Der
Kaiser!" roept men en de dames krijgen een
kleur van aandoening of agitatie. Zelfs eene
zeer verstandige Hollandsche dame, die en
kele jaren hier woont, kleurt al even sterk als
de geboren Berlijnsche.
Een vriend van mij, een Hollander, ontmoette
eens op straat Bismarck, hij groette, de ijzeren
kanselier wierp een snijdenden blik op hem en
sloeg aan: in den kring zijner kennissen geldt hij
voortaan voor eono merkwaardigheid, want hij
heeft Bismarck gezien. De kanselier gaat weinig
uit, militaire wacht heeft hij niet, alleen twee
personen van de politie in politiek bevinden zich
in zijn voorportaal.
Natuurlijk zijn er overal ontevredenen en ook
hier, zoo goed als in Weenen, der Floh van 31
Juli bevat bijv. 't bericht:
Wie wir soeben erfahren, werden von nun an
auch die Hunde einen Maulkorb bekommen."
Dat zeggen velen, maar 't is niet zooals bij ons
gewoonte geworden, om altijd door te mopperen
en aanmerking te maken op alles.
Toch duurt de staat van beleg, waarin Berlijn
verkeert, voort en niet zonder reden. In
Hannover waren vergaderingen uitgeschreven van
allo mogelijke vakvereenigingen. In de program
ma's waren niet als bij ons in onbepaalde ter
men als De werkman en do school" of Het
vereenigingsleven" maar zeer scherp aangeduid:
Hoe brengen wij wijziging in do woningshuur
contracten ?"
Welke houding hebben we aan te nemen, te
genover -de controleurs?" enz. Eigenaardig zijn
die onderteekend Der Einberufer" en de plaats
der samenkomst door im Local", een enkele
maal im Vereinslocal" maar geen adres. Hier
gaat hot nog al geheimer en geen wonder, men
ziet hier scherp toe.
Overigens vindt men ook hier de mode van den
dag : bouwwoede, bierpaleizen en tentoonstellings-"
manie op speculatie. Er zijn hier bij de tentoon
stelling haast evenveel kroegen als schilderijen,
in allen gevalle zijn er 's avonds meer levende
modellen" in de zaal dan damesportretten aan
de muren.
VOOR DAMES.
Kinderspelen. Cadeawx. Zwarte, kant.
Bruiden en Bruidsmeisjes. De keizerin van
China. Autoyrafen-waaiers. De parapluie.
Amerikaansche knipmetliode en papieren patronen.
Mama, mogen we kiep!" spelen?"
Xu nog niet, na den eten."
Mama, mag Betje zich wat haasten met
afnemen ?"
Kiep!" toch is een heerlijk spel als er Zon
dags een paar kleintjes te gast zijn en het geen
tijd meer is voor buitenspelen. Mama heelt er al
op gerekend, er zijn wat chocolaadjcs, amandelen
en rozijnen, kleine Engelsche of Hollandscho
biscuits, bonbons, patiënties, pepernoten, bruid
suikers, drops Klaus en andere kleinigheden in
voorraad. Liefst heel klein en zooveel mogelijk
verschillend. Mama legt nu op tafel een twintig
tal of meer van de verschillende kleinigheden.
Een van de kinderen, liefst met de
kleinstete beginnen, omdat dat het ongeduldigste is,
wordt even buiten de kamer gestuurd, de lekker
nijen worden in een kring gelegd, op voldoende
afstanden van elkander.
De kleine patiënt wordt nu binnengelaten. Hij
wijst op een der voorwerpen en het is voor hem;
een tweede en derde, hetzij van de rij af of naar
vrije keus, alles voor hem. Maar hij raakt aan
het aangeduide voorwerp, allen roepen plotseling
kiep!" en de gulzigaard moet ophouden. De rij
wordt voor een volgende weer aangevuld en met
een paar handen vol van het kleine goed heeft
mama een uur lang het gezelschap aan de praat
gehouden.
#
* *
Wie der dames nog niet gedecideerd mocht zijn
omtrent de kostbaarheden, die zij zich voor St.
Nicolaas wenschen zal, zou met vrucht de lijst van
hetgeen men Keizerin Augusta op haar verjaardag
heeft aangeboden, kunnen raadplegen. De voor
naamste plaats nam onder de geschenken een reus
achtige bloemenmand in, 2 meter lang, l % meter
hoog, en geheel gevuld met orchideeën en rozen,
een cadeau van den Koning van België, die bij
het feest tegenwoordig was. Toch . . . bloemen
zijn Hef, maar duren niet lang; voor wie geen
onbegrensden voorraad van cadeaux te wachten
heeft, is iets solieders niet minder gewenscht. De
Keizer verraste zijne gemalin met allerlei kost
baarheden, een paar porseleinen vazen met bloe
men en relief op grijzen gewerkten grond ; een
Chineesche deken van blauw satijn, met zijde en
goud geborduurd; verschillende tagères van wit
lak met goud. Van do prinsen en prinsessen
ontving de Keizerin een mahoniehouten tafel
style Empire, een vuurscherm van goudbrons met.
slingerplanten in email versierd; een ameublement
van Tyroler houtsnijwerk, eigenhandig geschilderde
aquarellen een een barometer met het zinrijke
opschrift:
Mogen weer en wind al wiss'len,
Onze zegenwenschen niet!"
Onder de eenvoudiger cadeaux was ook eene
Dresdener Stolle", - men kent het gebak, ook
te Amsterdam bij Katterfeld en anderen verkrijg
baar, door de hertogin van Coburg-Gotha ge
zonden.
*
* *
De zwart kanten japonnen schijnen de wis
pelturigheid der mode te willen logenstraffen;
zij komen bij de opnoeming der toiletten, die
op de Franscho en Engelsche kasteelen ge
dragen worden, telkens weer voor. Alles ech
ter cltantilly en guipure, en men heeft er twee
nieuw toevoegsels bij bedacht. Vooreerst, nu
de sleep terugkomt, heeft men nog meer genoe
gen dan vroeger van de donkerroode, bleek-groene,
lichtlila of vieil-or transparants, die er onder ge
dragen worden en tevens de gelegenheid om hier
en daar, met een lint in de kleur, hot zwarte
kleed op den onderjapon te hechten; ten tweede
versiert men de kant met tallooze geslepen gitten
in regenboogkleuren, die onder hot wisselend licht
het effect maken van het gevederte van een colibri..
Onder de robijnroode, topaasgele, smaragdgroene,
vuurkleurige kralen toch zijn al de nuancen zijner
vederen vertegenwoordigd.
Men neemt ook de sleep van andere stof, zwart
moiréof zwarte zijde. Een corsage van bleekgeel
fluweel of peluche, dat er bij vermeld wordt, komt
ons wel wat gewaagd voor; iets anders is het,voor
de gittenversiering met goudstof bestrooide gitten
te nemen.
Ook voor de straat wordt weer zwart gedragen;
er zijn stoffen, op het kamgaren van de
heerenjassen gelijkend, die hiervoor in aanmerking
komen.
*
* *
Iets nieuws in bruidsjaponnen wordt, ofschoon
de jonge mad. Sassoon-Rothschild er niet het
voorbeeld van gegeven heeft, uit Parijs aangekon
digd. Benige dames uit de groote wereld zijn in
den laatston tijd getrouwd in een bruidskleed van
wit laken. Een van deze w»,s in glad, glanzig,.
wit Venetiaansch laken, met langen vierkanten
sleep. Onder den sleep was een witte kanten ruche;
boven den sleep een wit satijnen ruche met een
zilveren koordje. Een ander toilet had op het
witte laken een tablier en vest van lichtrose point
de Venise; en een rand van zilver borduursel,
oranjebloesem patroon. Dit rose en al dat zilver
schijnt ons voor een bruidskleed overtollig; vóór
en na den trouwdag heeft de bruid genoeg gele
genheid om rose to dragen; enkel wit is eigen
aardig en van ouds symboliek.
Daarenboven is roso de aangewezen kleur voor
de bruidsmeisjes. De dames Sassoon en Rothschild
droegen het; bij een ander huwelijk, onlangs ge
sloten, droegen al de bruidsmeisjes witte zijde met
slepen van rose fluweel, style Empire, uit het
atelier van Mad Laferrière voortgekomen, en daar
bij een langen vergulden wandelstok, waar haar
bouquetten bovenaan gebonden waren. De corsage»
waren van gestreept wit en rose fluweel, Directoire
model, met rose satijnen revers, in punten tot
bijna aan den schouder uitloopend, en hoeden in
denzelfden stijl,met den voorrand, met rose gevoerd,
opgeslagen, en daarboven een bundel witte en
rose veeren, recht overeind staande.
De bruidsmeisjes dragen haar bouquetten ook
wel aan den arm, in een mandje in den vorm van
een schoen. Men weet dat de schoen als een
zinnebeeld van geluk in het huwelijk beschouwd
wordt. De pantoffel" natuurlijk ook.
*
* *
Apropos van bruidstoiletten, is het niet onbe
langrijk, op den uitzet van de aanstaande keize
rin van China te wijzon. Do bruid is eene dochter
van den hertog van Chao, broeder der tegenwoor
dige keizerin. Ofschoon het huwelijk eerst in 1889
zal plaats hebben, zijn reeds duizendo handen
aan den trottsseatt bezig; in rijkdom zal hij wel
aan geen ander hof ooit geëvenaard zijn. De ge
schenken van den keizer, een gouden zegel met
juweelen ingelegd, door gouden draken gedragen,
een span van twintig rijk opgetuigde paarden,
200 ons goud, 10000 ons zilver, een gouden en
een zilveren theeservies, een zilveren
waschgarnitnur, duizend stukken satijn, enz. zijn hier nie.t
bijgerekend. Maar wol behooren tot den troussean