De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 6 november pagina 6

6 november 1887 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.541 monarch geschonken. Een met diamanportret van den koning van Frankrijk, 8000 zou kunnen gelden. De prachtig Ie orde van St. Michiel, geschat op Een degen met gouden gevest en portc-ipée f 400 waard. Een rotting met diamanbmzet op f 130, en een degen waarvan het uit een stuk koraal bestond, op f 150 ge en nog eenige andere voorwerpen meer. ónderscheidingsteekenen van Engel zelven: gouden ketting die de admiraliteit hem had »rd, ter waarde van f 420 aan goud, en de van de Ridderschap van den koning van _ Alleen aan deze merkwaardige dingen -ïwnratte de kist wel een waarde van f 11000. Maar '? Verzekert de knecht, al zoudt gij er het dubbele ' ,vopT willen geven, de baron zou deze gedenkatnkken niet kwijt willen zijn. Hij heeft in zijn testament dan ook bepaald, dat zij onvervreemdb&ar in zijn geslacht moeten bewaard blijven. ,' -Terwijl h\j dit laatste vertelt opent h\j de deur ?MD de gang, waarin vier kaarten (waarbij twee de buitenplaats) hangen en wij een verbreebespeuren, een soort van portaal, waarin het erk en een Sakerdaner linnenpers staan. roept een papegaai, op het oogenblik dat wij een bok werpen in de lantaarnkamer, ons eenige toe. Deze kamer schijnt een soort van ir te zijn, die in weerwil van het gebehang, eenvoudig is gemeubeld met iktafel, een ovaal tafeltje, een kleerkasten met zwart ebben lijst. t Mal» die eenige treden hooger ligt, is daarmet meer weelde gestoffeerd. Het is des . slaapvertrek, zooals wij aanstonds ledikant met rood zijden behangsel, zij dekens en tylpen Turksche kussens bemer.Sen. EB hij schijnt er zich ook op andere dan -j^Atelijke uren van rust terug te trekken, want ,«r«tft»t nog een rustbank met zijden kussens. Aan /ÏpMt wand hangt een groote spiegel en vier groote s-^fltbretten met vergulde lijsten, waarvan wij het --'-'-"-? des konings van Spanje, een van den adBauclart en een van bestevaer herkennen. den schoorsteen hangt een gezicht op Ruyter"" vecht. Het midden van de kamer wordt ingenodoor een steenen taiel op Sakerdanen voet, Itaande op een groot Turksch vloerkleed. Over een paar van de trijpen stoelen hangt op het .biik een deel van de garderobe, die de dienstjuist bezig waren schoon te maken. Zoo wij toevallig des vice-admiraals zwarten en bruinen fulpen mantel, twee fulpen rokken met 'gouden knoopen, een met bont omzoomd, drie met janjuddraad doorweven gebloemde camisolen, een 5^ ptorgch camisool en broek met gouden kant afge-*'''?*? n japonsche rok, een gouden en zilveren een mof, een paar kalfslederen handschoenen, baron pleegt te gebruiken als hij met zijne, thans op den zolder bewaarde, narreslede uitrijdt, -?' ^att paar paruiken en een paar mutsen, n met ""i ;zifver en pluimen en n met bont. Het is "?**ües blijkbaar de winterpluinje, het zomer' Igoed is met een deel des inboedels van dagelijksch gebruik reeds naar Ruytervecht verhuisd. De baron ? mocht eenvoudig zijn in zijn kleedij, zijn garde"fi robe zou in zijn geheel wel een waarde van/1950 vertegenwoordigen. Onder de zaal is een tuinkamer tot eetzaal Ingericht. Naast de tafel ligt dan ook de Statenin zwartleer gebonden, waaruit vóór het een kapittel .wordt voorgelezen. Het vertrek eenvoudig ingericht, wij zien er behalve de fel slechts twaalf gladhouten stoelen met zitItussens. Een blikken flesch vraagt onze aandacht, *& T^ vernemen dat zij met chocolade, een toenlnaals £ "SOK srüzeldzame lekkernij gevuld is. Ook zien '?"?"" 'WW «chfer in de kamer een bed met toebehooren -f. staan, waaruit wij de gevolgtrekking maken dat ?** dit vertrek, zoo zich een gast aanmeldt, voor lo" -geerkamer dienst doet. "h ' Op. de bovenverdieping bevinden zich, behalve ' de kantoorkamer, boven de zijkamer gelegen, de '' slaapkamers van het dienstpersoneel. Voorts groote i* zolders, waar wij nog even heengaan, om de nar?"u. reslede te zien en een prinsonvlag opmerken over - ? «en paar droogstokken uithangende, met het por' iret van den admiraal de Ruyter. Ee knecht betuigt ons zijn leedwezen dat wij - , iet zilverwerk niet kunnen zien. De vice-admiraal ? beeft veel zilverwerk, dat de moeite van 't bezkhtigen wel waard is. De juwelier, Mauvel i die zijn heer soms bezoekt, heeft hem wel gezegd dat het gaarne voor 2300 zou over^cnemen, en dat hij voor den inboedel, behalve de /schilderijen en de kostbaarheden, wel 4500 zou «durven geven. Dankbaar verlaten wij het huis. Wij hebben i-Teel gezien wat ons aan den grooten zeeheld lerinnert, en ons tevens er van op de hoogte ge«teld hoe de woning van een aanzienlijk man in ~*t laatste vierendeel der zeventiende eeuw was ; ingericht. NA HET BAL. Hij kwam t'huis van het bal. De half ontloken rozekuop hing verwelkt in zyn knoopsgat; het front van zijn overhemd was gekreukeld en zijn hoofd eenigszins bezwaard door dansmuziek en Trijn. Het was helder licht in de kamer; de lamp brandde rustig; het gezellig vertrok sluimerde in ?én schakeering van licht en bruin. Hyacinten «n viooltjes geurden in bonte majolica-vazen. HU wierp zich iii zijn leunstoel, strekte de bee3ien uit en stak een sigaar aan, die hij losjes tusschen de lippen liet hangen. En onder den indruk der behagelijke kalmte volgde hij gedach teloos de fijne kringetjes blauwe rook, die hij slaapdronken uitblies, met zijn blikken. Ja zeker! zij danste verrukkelijk Haar veerkrachtig figuurtje wiegelde zoo vertrouwelijk in zijn armen en haar kleed Bordeauxrood omsloot zoo eng de slanke taille, de zwellende vormen, dat het elke ronding heerlijk deed uit komen. Waar hadden zij elkander, toch voor het eerst ontmoet? O, ja! buiten op een Zondag, 's mid dags bij haar ouders. Toen woonden zij buiten. fa het diner was hij den tuin ingegaan en toen luj boven op den heuvel kwam, had hij haar daar aangetroffen. Op een bank onder de struiken had. den zij zich neergezet nu, op dit oogenblik jQOg, meende hij den geur op te snuiven der bloeiende vlierbooinen en waren zoo onverchillig mogelijk, als twee vreemden, met elkander in gesprek geraakt Maar een poosje later het was zoo vreeselijk warm; zij zat daar en wuifde zich met haren waaier verkoeling toe en hy beschouwde aandachtig de rozige vingertoppen, die uit de zwart zijden mitaines to voorschijn kwamen was het gesprek blijven steken. Eenige oogenblikken hadden zij gezwegen, maar zij had duidelijk gevoeld hoe zijn blikken over haren arm gleden Plotseling waren zij beiden verle gen geworden en opgestaan. Maar geen van tweeën wist zich later iets an ders meer te herinneren, dan een sterken geur van vlier en een langdurig stilzwijgen. Toen zij echter samen den heuvel afdaalden, dicht aaneengedrongen, want het pad was smal, waren zij elkander niet meer vreemd. Weer blies hij een rookwolk voor zich uit. Zie hoe de kringen ineenvloeien en zich als een sluier over Leda met den zwaan op het salon tafeltje verspreiden. Het bevalligst van haar is de manier waarop zij het fiere hoofdje op de sneeuwwitte schouders draagt en dan haar groet. Toen zij hem heden avond verwelkomde, was het alsof een zonnestraal door de wolken brak.... Aan tafel hief zij eenmaal haar glas op^ en dronk hem toe. Waarom toch ? .... Eigentlijk begreep hij er niets van, ten minste als de reden niet gezocht worden in de woorden van het bruiloftslied, dat toen juist gezongen werd. Wanneer zij lachte, vertoonde zij een paar rijen onberispelijke tandjes O! als parelen. Dikwijls zat zij met een glimlach om het half geopende mondje naar zijn woorden te luisteren. En hoe aardig zij dan het kopje kon afwenden en hoe duidelijk men toch merken kon, dat zij aandachtig toehoorde. Toen h\j midden in den zwijmel der wals haar zacht in het oor fluisterde : Vindt u dit alles toch niet vreeselijk doelloos?" en zij, dronken van genot en levenslust der stralende oogen tot hem ophief en vroeg: Wat?" toen had hij spijt gevoeld over zijn woorden en om verdere vragen te vermijden, geantwoord: U zulke vra gen als de mijne te doen." Maar later toen zij aan het eind der zaal bij de klaterende fontein zaten, zeide zij plotseling diep bedroefd: Ik weet zeer goed dat ge u on gelukkig gevoelt, maar waarom toch valt u het leven zoo zwaar ?" Waarom? Misschien omdat ik zoo een zaam ben " Zij had stil voor zich heen gezien. En waarom wilt u het blijven?" fluisterde zij na een pooze en bloosde bij die vraag. Daarna was zij plotse ling stil geworden en ook hij had gezwegen Hij rekte zich in zijn stoel uit en mompelde, terwijl hij het eindje sigaar wegwierp: Zou het niet haast tijd worden om haar te zeggen, dat zij toch niet in staat zal zijn, mij gelukkig te maken?" Hij liet het hoofd op de borst zinken en zijn loome oogleden vielen toe. ~~ VOOR DAMES. . Vrouwen-advocaten. Oude vrijsters-assurantie. Beurs voor hitwelijksgeschenken. Groote dames als winkvliersters.?Kroesjes op het voorhoofd.?Kookschool. De rechtbank te Kopenhagen zal weldra te be slissen hebben over eene vrouwcnquaestie, die in andere landen evenzeer voorbereid wordt, of reeds bruiante is. De dochter van den gewezen presi dent van het Folkething, mejuffrouw N. Berg, is verleden jaar in de rechten gepromoveerd, en heeft eene plaats gekregen op het bureau van een advokaat en procureur te Kopenhagen. De advokaat, tevreden over de Kennis en be kwaamheid der jonge collega, gaf haar weldra volmacht om in zijne plaats naar de rechtbank te gaan, ten einde er in zijne zaken op te treden. De ambtenaar van het openbaar ministerie echter weigerde de volmacht te erkennen, daar er in de wet geen sprake van is, dat vrouwen als gevol machtigden van rechtsgeleerden kunnen optreden, evenmin als haar dit uit eigen recht geoorloofd is. Mejuffrouw Berg hoeft nu een plainte tegen den ambtenaar van het openbaar ministerie ingediend, en de rechtbank zal de (luaestie thans principieel moeten .beslissen. In Italiëdeed zich tweo jaar geleden een der gelijk geval voor. De signora Lydia Poet was in do rechten gepromoveerd, maar de rechtbank te Turijn wilde haar niet als verdediger laten optreden. Zij doorliep met haar eisch al do in stanties; Prof. Moleschott hield in den senaat eene rede om haar recht te verdedigen, maar zonder gevolg. In Amerika gebeurt het zeer dikwijls, dat vrou- i wen in rechtszaken optreden. . l In Denemarken ook bestaat eeno assurantie maatschappij, die zich speciaal het lot der onge huwde vrouwen aantrekt. Men noemt haar de oude-vrijst.Ts-assurantie-inaatschappij''. Haar dool is do vaten zuur bier" van welgestelde familiën van kost, inwoning en speldegeld te voorzien. Zoodra een gezin weder met een meisje gezegend wordt, laat do vader haren naam in do registers der maatschappij inschrijven en betaalt een zekere, niet zeer hoogo, som. Zoodra hot meisje haar vicr-on-twintigstc levensjaar bereikt heeft, en niet getrouwd is, heeft zij aanspraak op een zeker inkomen, en ' eenige kamers in een gebouw dat aan de maatschappij toebehoort. Het gebouw is door een tuin en een groot park omgeven en wordt reeds door een aantal oude en jongere dames bewoond, die op dezelfde wijze lid geworden zijn. Sterft de vader vóór dien tijd, dan neemt hot gesticht het meisjo op, on betaalt zich later uit do goederen van het meisje. Sterft het meisje, of trouwt zij, dan zijn al hare rechten vervallen; do betaalde premiën vlooien in do kas. Do vader kan twintig jaar lang betaald hebben, liet meisje trouwt, on al hot voordoe! van de assurantie is verloren. Toch zijn er geen gevallen bekend, dat de meisjes, ten einde dit voordeel to behou den, huwelijksaanzoeken hebben afgeslagen. De assuranticmaatschappij kan zich, dank zij deze omstandigheden, met eene /oor geringe premie tevreden stellen. De bewoonsters van het oudevrijstersgesticht zullen met _ weinig belangstelling kennis nemen van een verstandig voorstel, door eene Londensche dame gedaan. Clearista", onder dit pseu doniem schrijft de dame in Longmans Magazine, doet het voorstel, maandelijks eene beurs te hou den van huwelijksgeschenken. Het is een opmer kelijk verschijnsel, schrijft zij, dat de huwelijkscadeaux in den laatsten tijd wel in aantal, maar niet in verscheidenheid toenemen. Zoolang dit bankbiljetten oi cheques betreft, geeft het geen bezwaar, maar wanneer men, zooals Clearista, met 144 stuks lepels, 16 reisklokken, 13 suiker tangen en 11 gong-gongs bedacht wordt, en daarbij weinig van reizen of van klontjes houdt en ook aan tafel kan gaan zonder door een gong-gong geroepen te worden, is het niet aardig meer. Van Hollandsche overtollige huwelijkscadeaux zijn in iedere familie op dezelfde wijs voorbeelden be kend ; de een ontving vier stel compötes met compöte-lepels, een ander zes kaasstolpen, een ander twaalf paar botervloorjes. . . . Practisch handelde een onzer vriendinnen, die, met acht stel zuurvorkjes gezegend, zeven stel ervan successievelijk aan andere bruidsparen ten geschenke gaf. Met het koperen feest evenwel nam een der begiftigden revanche, en vereerde aan de practisehe huisvrouw haar zelfde stel zuurvorkjes voor de tweede maal. Om dergelijke verrassingen te vermijden, stelt Clearista eene beurs tot ruiling van huwelijks cadeaux" voor, die eens in de maand zou bijeen komen. Een bezwaar, door haar niet geteld, zou zijn, dat de overtollige voorwerpen er juist 'n groote massa zouden worden aangeboden en geen afnemers vinden. * * * Uit het handelslustige Engeland wordt nog van een anderen dameshandel gemeld. Men schrijft uit Londen: Het is zeker overdreven, wanneer beweerd wordt, dat de helft van de dames die met adellijke groot-grondeigenaren getrouwd zijn, voornemens zijn, winkels te openen ten einde zich en hare gezinnen te onderhouden, nu de pacht uit Ierland uitblijft, maar wel is het aantal winkelborden waarop namen van groote dames als firma prijken, in den laatsten tijd sterk toe genomen. Zoo heeft Ms. Wheeler, die nog kort geleden als fashionable beauty schitterde, en met de schoone mevrouw Langtry, do actrice uit de groote wereld," om den palm van schoonheid en elegantie dong, in Davies-Street, niet ver van Berkeley-Square een winkel' geopend; zij verkoopt voorwerpen tot kamerversiering. De in de salons eenmaal zoo beroemde Mrs. Gurnoy heeft moeten besluiten, tot het gilde der dames kleermaksters te behooren en fungeert thans, na een studiejaar te Parijs, als première in een groot modemagazijn; haar collega is een dame die den historischen familienaam Lenr.ox draagt, een bloedverwant van den hertog van Richmond. De schoonzuster van Lord Dunraven, een zekere Mrs. Kerr, is als modiste zoo bekwaam en geeft blijken van zulk oen uitmuntenden srnaak dat zij met haar werk haar talrijk kroost eene uitmun tende opvoeding kan bezorgen. Twee dochters van een bekend generaal hebben een welbeklanten winkel van lingeries en kindergoed; de meisjes zijn mooi en verstandig en zorgen voor haar uit zet. Hot gaat echter vele van do groote damcsmnkeliersters niet zoo goed als de genoemden. * # * De kleine kroesjes op het voorhoofd hebben lang in Duitschland en Engeland als Fransch indringsel tegenstand ondervonden; de naam dolheidsfranje", door oen Germaansch vernuft aan het poneyhaar" gegeven, is ook op dit aardig en bekoorlijk bestanddeel van het moderne kapsel toegepast; men heeft, zonder op een aantal an tieken to lotten, met allerlei autoriteiten van schoonheidsleer zoeken te bewijzen, dat het voor hoofd vrij moest blijven. Mot de hoeden der laatste saizoenen zijn ze echter werkelijk onmisbaar ge worden, en hare verdedigsters onder de Duitsche dames kunnen thans voor haren smaak geen mindere autoriteit aanvoeren dan den Duitschen kroonprins zelf. De prins, die te Bavono vertoeft, ten einde door de zachte zuidelijke lucht zijn koel te doen genezen, heeft er tot gezelschap zijne dochters en ook cono dochter van zijn Engelschen genees heer, Dr. Mackenzio. Dezer dagen was de prins weer, als ge-woonlijk, want hij moet zoo weinig mogelijk spreken, een zwijgend toehoorder bij het gesprek der jonge meisjes. Men had hot over schoonheid. Miss Mackenzie beweerde, dat de Engelsche meisjes, ondanks ha»r blonde haren, blauwe oogen en frisch teint, niet zulk een bekoorlijken indruk maken als de Duitsche meisjes van dezelfde complexio. Prinses Margarethe bestreed beleefd deze meening, en prees do schoonheid van hare jonge gast en van de meisjes-portretten uit het album dat men bekeek. Plotseling trad de kroonprins op de dames toe. en zeide: Gij hebt beide gelijk. Ik stom Margarethe toe, dat do Engelsche dames niet minder mooi zijn, maar ik bon het met miss Mackenzie eens, dat zij minder bekoorlijk zijn. En weet ge welk schoonhcidsmiddcl haar ontbreekt? De kleine kroesjes op het voorhoofd. Door de hooge, albastwitte voorhoofden der Britsche dames wordt het gelaat te stijf, te ernstig." Don volgenden morgen, trad miss Mackenzie blozend, gearmd met prinses Margarethe, do ontbijtkamer binnen. Do schaar had oen ernstig woord gesproken; het voorhoofd der jonge Engelsche toonde een bekoorlijken voorraad kleine kroesjes. De kroonprins hief lachend het theekopje omhoog en riep: Gefeliciteerd met de goed gelukte schoonheidskuur!" * * * Naar wij uit zekere bron vernemen heeft naar aanleiding van het in dit weekblad geplaatste artikel over do kookschool, zie ons blad van 23 October, ceno dame in Den Haag den wensch, in dit stukje geuit, zeer tor harte genomen 011 het plan opgevat om ten haren huizo aan jonge dames de gelegenheid aan to bieden om bij een gezellig huiselijk vorkeer, volkomen theoretisch en practisch to worden onderwezen in hot koken, enz. enz. En niet alloen wat do keuken betreft zullen zij volkomen op do hoogte wo don gebracht, maar ook onderwezen in het geregelde bestuur eener huishouding, het opdoen dor wasch, strijken, enz Bovendien zullen de jonge meisjes gelegenheid vinden om zich te oefenen in de moderne talen, muziek, zang, teekenen en gymnastiek. Al déze vakken zullen door inwonende geëxamineerde dames worden onderwezen. Deze gelegenheid, die weldra zal worden open gesteld, is bijzonder geschikt voor meisjes, die hare opvoeding als aanstaande huisvrouw wenschen te voltooien, vooral voor haar, wier ouders of voog den een huiselijken kring boven een kostschool verkiezen. Nadere inlichtingen zullen weldra volgen, alleen. zij dit nog vermeld, dat de dame, die deze onder neming leiden zal, volkomen op de hoogte is van hare taak en door bekwame handen wordt ter zijde gestaan. E-B. Allerlei. . In het jaar 1863 kwam een Engelschma»> Smart genaamd, op den zonderlingen inval een spoor weg-theater in te richten, om den reizigers door concerten en tooneelvoorstellingen den tijd te korten. Op de lijn van Manchester naar Liverpool werd den Ssten December van bovengenoemd jaar het eerste plaatskaartjo met een billet voor de tooneelvoorstelling afgegeven, en het theater van den heer Smart werd met Tarning of the shrew" van Shakespeare geopend; de troep bestond uit twaalf personen. Een muzikaal tijd schrift geeft van de daartoe ingerichte waggons. de volgende beschrijving. Vijf achter elkander aaneen verbonden groote waggons vor- men een lang uitgestrekte ruimte, wier zijden in plaats van door vensters licht te krijgen, geheel van hout en rijk versierd zijn. Van de zeer hooge zoldering hangen prachtige lichtkronen. Do veren en de bodem der wagens zijn zoo ingericht dat het storende gehots en gerammel der raderen niet meer gevoeld en gehoord wordt. In den eersten waggon bevinden zich de kleed kamers voor de acteurs, een voor de heeren en een voor de dames. Langs beide zijden der wag gons zijn twee gangen aangebracht met deuren, die naar de kleedkamers, het tooneel en naar do ruimte voor de toeschouwers leiden. Do bodem van het tooneel is hooger gemaakt en het plafond zoo ingericht dat bovenaan een kleine ruimte voor het orkest is aangebracht. De ruimte voor de toeschouwers is van dertig rijen zitplaatsen ieder voor vier personen voorzien en glooiend oploopend; in het midden daarvan bevindt zich een gang die voor staanplaatsen kan gebruikt worden en daar achter is nog ruimte voor oen veertigtal personen. Daarop volgt een kleine ruimte voor het buffet en een voor het afgeven der plaatskaarteu, waarnaast de ingang voor het publiek zich bevindt, dat over een soort van terras uit de overige gedeelten van dozen trein naar binnen gaat. De bedrijven der stukken waren zoo ingedeeld, dat zij samen vielen met do halten van den trein. In den beginne genoot deze zonderlinge onder neming nogal bijval en ondersteuning van versehilleiide zijden, wat niet wegneemt dat dit theater hot op den duur niet heeft kunnen volhouden. Bij de ondernemingsgeest die in onzon tijd alles beheerscht, zou het niet tot de onmogelijkheden behooren, om de proef te herhalen, indien werd zorggedragen, dat do stukken zoo gekozen werden, dat zij zonder op kunstwaarde aanspraak te ma ken, alleen dienden om den reizigers op een lan gen rit wat afleiding te bezorgen. De Weener dagbladen verhalen een klein spoorwegavontuur, waarin prins Lodewijk Ferdinand van Beieren, de zoon van den overleden prins Adalbert de hoofdrol vervult. In den sneltrein naar Milaan bevond zich een jeugdig echtpaar zeer eenvoudig gekleed. De overige passagiers onderhielden zich zeer aangenaam met het vroolijke, opgeruimde paartje en eene Italiaansche dame, bezitster van een landgoed, noodigde beiden uit, tot een bezoek op haar villa. Een paar stations vóór Milaan kwam de conducteur in den waggon en bood den jongen man met een diepe buiging een telegram aan. Nieuwsgierig vroeg de jongevrouw haar echtgenoot wat er in het telegram stond, waarop hij antwoordde: Koning Humbert on zijne gemalin noodigen ons uit om eenige dagen bij hen op Monza te komen logeeren". Niet zoo bluffen, waarde heer," met deze woorden mengde zich nu een Duitscher in het gesprek; maak dat anderen wijs." Lachend haalde de jeugdige reiziger een visi tekaartje uit zijn zak en het don Duitscher overroikond zoide hij: Wij vergaten ons voor te stollen: prins en prinses Lodewijk van Beieren." De Italiaanscho dame, die hen had uitgenoodigd, hernam nu: Tegen zulke concurrenten kan. ik niet op nu zult u zeker bij mij niet meer wil len komen?" Welzeker", zeide de jeugdige prinses; ikzal u zelfs verzoeken ons een lekkere polenta voor to zetten." Reclames 40 cents per regel. Speciale inrichting voor Schoenen naar maat, in gips afdruksel voor gevoelige, pijn lijke, gebrekkige voeten, knobbels, etc. etc. ANTON HUF Jr., Kdherstraat 200. Beursoverzicht. Van 29 Oct. tot 4 Nov. 1887. Do goede afloop der verrekeningen op de Berlijnsche en Londenscho beurzen, had op de verlevendi ging des handels nog niet den minsten invloed. Inte gendeel do zaken namen zoo mogelijk nog in omvang af. Wat de stemming betreft, dreigden vooral Kussen in het midden der week eene belangrijke reactie te zullen ondergaan, naar aanleiding van een to Berlijn uitgestrooid bericht, dat Keizer Wilhelm was overleden. Op do overige beurzen had dit direct eene ongunstige uitwerking en het was gelukkig dat onmi'ddelijk bleek, dat het ge rucht slechts eene baisse-manoeuvre was, waar door de markt haar stationair aanzien herkreeg. De Franscho markt toonde zich zeer gevoelig voor do conversie-kwestie, daar de minister-pre

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl