De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 20 november pagina 2

20 november 1887 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND, "?-ir' 543. waarvati de juistheid in den regel niet te ?cCÈB&oleeren is. Het zal wel geen laakbare onderstelling zijjn dat er in het genoemde en in nog meuig ander opzicht aan het Indisch leger Jet» te verbeteren valt, en tevens dat de gewenschte verbetering uitblijft, dewijl men niet durft spreken zoolang men zelf tot dat-leger behoort, en later, gepensioneerd, geen lust heeft zich warm te maken voor zaken, waaraan zonder, en vaak ook on danks, de meest buitengewone inspanning, zoo weinig te veranderen is. Toch zijn er onder de vele uitnemende oud-officieren, die, na eervol gediend te heb ben, uit 'de koloniën naar het vaderland erugkeerden, zeker verscheidenen, die hun wijen tijd zullen willen wijden aan de be langen hunner vroegere kameraden, en van hen die hunne plaatsen hebben ingenomen. Zouden deze gepensioneerden niet een ver bond kunnen stichten, dat een commissie benoemde, bestaande uit mannen van goeden naam, welke zaken, als die van Willink Keigen onderzochten ? Mannen, volkomen on afhankelijk, tevens ten volle bekend met de eischen van den dienst, met de plichten en ?rechten van den militair, zouden een raad yan eer kunnen vormen, wiens uitspraak voor het publiek, dat vaak, na Kamer- en Regeeringsrapporten, nog in het duister rond tast, van zeer groote waarde konden zijn. Zulk een commissie zou bovendien licht kunnen verspreiden over gebreken van aller lei aard, die het "leger aankleven, doch waar aan, door een te spaarzaam ingelicht publiek, te weinig de aandacht wordt gewijd. De Nederlandsche geleerde wereld vierde deze week met groote opgewektheid het veer tigjarig hoogleeraarschap van Prof. Buys Ballot. Een der bescheidenste, beminnelijkste, zeker ook een der verdienstelijkste mannen, die. der wetenschap trouw gezworen, en al hun kracht gewijd hebben. De dagbladen wezen als om strijd op alles wat Prof'. Buys Ballot verricht heeft, als beoefenaar der wis- en natuurkunde, bovenal eerden zij in hem den volhardenden, volijverigen man, die der meteorologie wezen, naam en beteekenis voor het practisch leven verschafte. Het zou een overtollig werk zijn, te herhalen wat men heeft gezegd, een lof geevenredigd aan de waarde van zijn arbeid over hem uitstortende. Toch mag op eene zijde van Prof. Buys Ballot's persoonlijkheid hier in het bijzonder het licht vallen. Zijn warme vaderlands liefde schittert niet minder dan zijn grondige geleerdheid. Geen enkele zaak, die met Nederland's goeden naam, met 's volkswel zijn in betrekking staat, of zij kan rekenen op Buys Ballots belangstelling, op zijn offer?vaardigheid, opzijn liefde. De Noordpool Expeditie, de Transyaal, Atjeh, en zoo veel meer getuigen yan zijn karakter. Buys Ballot is een man vol geestdrift voor het goede. De bescheiden zichzelf vergetende hoogleeraar is een held. Soms stond hij alleen of onder anderen vooraan op de bres. De fijne, vriendelijke, zachte trekken van het portret zijn die van een man van moed en kracht. Onze politieke toestand. De grondwetsherziening; door de beide Kamers ^er Staten-Generaal in tweede lezing met de vereischte meerderheid goedgekeurd, is door den Koning bekrachtigd. Dit feit werd verkeerd veel met haar gedanst o, wat was ze lief, mooi, knap.... ik heb van haar gehouden..." «Schrikkelijk, verder!" zeide ik. «Zehad een broertje... aardige jongen, die les ontving van een gouverneur, Zoo'u Lump, zoon boef... kranige vent overigens, ?wat 't uiterlijk betreft. Begrijp je de rest?" Nog niet geheel... »Ze raakten verliefd op elkaar... hij wilde haar trouwen... de vader weigerde en gelijk had hij. 't was geen partij... Noth bricht Eisen, ae schurk beproefde met haar te vluch ten .., hij had middelen, zei hij en hier te .Londen zou hij dra een goede betrekking vinden en haar trouwen ... Zij gelooide en ?verliet haar familie ,.. een paar weken waren genotrijk, ze hadden elkaar immers lief'en de echt zou hen dra voor altijd aan elkander hech ten ... maar toen zij op een verbintenis aan drong, zocht hij uitvluchten, werd ruw... verdween .., der schone Wahn war entzwei gerissen... daar zat zij zonder brood, zonder geld, naar huis terug durfde ze niet... twee wegen lagen open, 't werkhuis, want handwerk kon ze niet krijgen, hoe hard ze er ook naar zocht of de... schande. Ze koos 't laatste... de honger dwong haar er toe ..." «Charing Cross, Sir!" riep de koetsier door 't raampje. We stapten uit en telegrapheerden den ouden heer naar Barmen, dat zijn dochter gevonden was en dat we van hem als vader verwachtten dat hij haar, al was zij diep ge zonken, liefderijk opnemen en vergiffenis schenken zou. De vader, een man van eer, bleef 't ant woord niet schuldig. »Ich komme", luidde zijn telegram 's anderen daags 24 uur later was hij hier. Och, hoe verheugden we ons, toen we met zijn drieën n$ar Air Street reden, om de ver loren dochter naar 't ouderlijk huis terug te voeren, wat al belofte deden we niet, toen de vader ons smeekte nimmer te verklappen hoe we zijn dochter hadden gevonden, hoe trachtte ik bij voorbaat de in vreugde vergeten smart van 't wederzien in warme kleuren te schetsen! voor eenigen tijd in alle couranten vermeld, zonder dat iemand zich warm daarover maakte. Er was dan ook in deze algemee-ne grond wetsherziening weinig, dat de algemeene be langstelling opwekte. Zelfs de wijzigingen in hoofdstuk VIII, die toch ten gevolge kun nen hebben, dat alle jonge Nederlanders verplicht worden zich als soldaat in den wapenhandel te oefenen, vond men maar matig belangrijk. De veranderde artikelen over het kiesrecht waren, dit begreep iedereen, bestemd een doode letter te blijven. Men had immers van verschillende kanten verklaard, dat er aan de gewijzigde grondwet additioneele artikelen werden toegevoegd om het invoeren eener nieuWe kieswet, d. i. het voldoen aan de voor schriften der nieuwe grondwet nog voor langen tijd onnoodig te maken. En langen tijd zou het niet duren of de macht der om standigheden maakte een nieuwe, meer door tastende wijziging onzer hoogste gtaatswet noodzakelijk. Zoover ging het politiek door zicht der .ueesten. Daarom concentreerde zich alle belang stelling op de additioneele artikelen. En inderdaad, deze zijn niet onbelangrijk. Want door hen komt een getal van 150.000 nieuwe kiezers de ouden versterken. Deze nieuwe kiezers kunnen een grooten, een beslissenden invloed op onzen staatkundigen toestand uitoefenen. Of zij het zullen doen, is een vraag, waarop de toekomst het ant woord zal geven, een antwoord, dat door alle partijen, liberalen, anti-revolutionaireii en katholieken niet zonder spanning te gemoet wordt gezien. Want zeker van hun zaak zijn zij geen van allen. Zij weten niet, in welke verhouding de nieuwe kiezers op hunne candidaten zullen stemmen en zij weten niet, welk gedeelte daarvan zich van hen allen zal afscheiden om een nieuwe, een meer geavan ceerde partij te vormen. Over deze nieuwe partij, die nog niet bestaat, maar die begint te ontstaan, over hare beginselen, over de houding, die zij moet aannemen, over de bondgenooten, die zij moet zoeken en die zij moet vermijden, wensch ik in deze artikelen een en ander te zeggen. Zij is een dochter van het liberalisme, maar heeft tegen geen enkele staatkundige partij zulke zware grieven als tegen hare oude, afgeleefde moeder, die, bezocht door alle kwal e» van den ouderdom, waarvan woorden rijkdom en daden-armoede de minste niet zijn, zich nog altijd verbeeldt, dat zij een frissche krachtige vrouw is, bekwaam het huishouden van den staat nog vele jaren te besturen en misschien bestemd om nog aan vele flinke kinderen het leven te schenken. Zij onder scheidt zich van het liberalisme vooral door twee eigenschappen : door haar democratisch karakter en door hare jeugd. Want zij is jeugdig, d. w. z. in staat geestdrift te gevoelen voor wat hare goedkeuring wegdraagt en feneigd recht op het doel, dat zij zich gesteld eeft, af te gaan. Het cynisme der oud-libe ralen en de kronkelende gangen hunner politiek zijn haar een walg. Hare leden zou den niet in staat zijn om, met woorden voor standers eener inkomsten- ofkapitaalbolfisting, een voorstel tot de invoering daarvan tot viermaal tae te verwerpen. Zulk een feit, zoo spreken zij tot de liberalen, bewijst of uw politieke onmacht of uw onoprechtheid. Daar door alleen hebt gij, om van een aantal andere zaken te zwijgen, alle aanspraak op ons ver trouwen verloren. Daardoor hebt gij ons genoodzaakt om, als wij het politieke strijd perk betreden, niet naast maar tegenover u positie te nemen. Want wij weten liet, gij hebt de belasting op het inkomen lief; maar uwe liefde is zóó veeleischend, dat zij het niet kan uithouden te zien, dat de schoonheid yan het geliefde voorwerp door gebreken ontsierd Helaas!... toen we aan 17 Air Street aan klopten, berichtte de dienstbode op onze vraag naar de vrouw '? Heengegaan ... zonder adres achter te laten. Daar stonden we alle drie... versteend, verpletterd. Er restte n middel om haar te* vinden: de politie! dat nooit, zwoer de vader, en ge broken naar lichaam en ziel keerde hij huis waarts. Ravensberg vergezelde hem. »Beloof me, me te schrijven, als ge haar ooit weer tegenkomt," zei hij, toen we elkaar de hand tot afscheid drukten. »Beloof het," bad de oude heer, met tranen in de oogen. 'k Deed het. Een jaar snelde voorbij... Veertien dagen geleden, toen 'k met mijn schetsboe_k naar de Guildhallpolice-court ging om studies uit het volksleven te boetseeren, werd 'k plotseling getroffen door 't noemen van een naam die me bekend voorkwam. De vrouw want het was een vrouw verscheen; de aanklacht luidde: dronkenschap en onzedelijk gedrag tiende maal. Dat ongelukkige wezen herkende mij nie_t... ik haar wel... 't was de dochter van den in dustrieel uit Barmen. «Veertien dagen dwangarbeid zonderoptie eener boete!'' zei de voorzitter xmder alle liederlijke vrouwen, die Londen bezoedelen, ben jij de liederlij kste!" De veroordeelde grimlachte... was zij nog een vrouw? Dat wijf... zei de voorzittende Alderman, toen 'k hem later over de ongelukkige sprak, dat wijf eindigt nog eens in 't tuchthuis, nu is ze nog maar aan den drank ... maar gij weet even goed als ik waartoe de drank leidt... Behoef 'k u te zeggen dat 'k mijn belofte niet hield ? ... Arm druppeltje! verzwolgen door den vreeselijken Oceaan. LONDEN, 26 Oct. '87. wordt. Daarom n«men wij positie tegenover u, niet om een toekomstig ontwerp tot de invoering eener inkomstenbelasting te verde digen tegen uwe vijandschap, maar om het te beveiligen voor uwe verstikkende liefkaozingen. En wij doen dit om vele andere redenen. Want behalve jeugdig, geestdriftig en op recht zijn wij ook democratisch. Wij zijn van oordeel, dat reeds gedurende zeer langen tijd aan een groot gedeelte van het volk ten on rechte alle invloed op den gang van 's lands zaken onthouden wordt en wij geven u van die onthouding de schuld. Want wij hebben gezien, dat gij u hardnekkig verzet hebt tegen ieder voorstel tot uitbreiding v.in kiesrecht binnen de grenzen der bestaande grondwet, omdat gij yreesdet daardoor voor goed uwe met allerlei kunstmiddelen verkregen meer derheid in de Tweede Kamer te zullen verliezen. Wij zijn er getuigen van geweest, hoe gij nog bij deze grondwetsherzieningallehulpmicldelen uwer spitsvondigheid hebt aangewend om een dam op te werpen tegen het algemeen stem recht, zonder te bedenken, onnoozele, bij al uw cynisme, dat zulke spitsvondige dammen bij den eersten hoogen vloed wegspoelen en geen spoor van hun bestaan achterlaten. Wij hebben u gadegeslagen bij deze grond wetsherziening en wij zagen, dat gij ook nu nog geen prijs steldet op een billijke vertegen woordiging yan hen, aan wie gij thans ten minste het kiesrecht niet langer durfdet ont houden ; dat gij om de mogelijkheid te laten bestaan, dat uwe partij in de meerderheid kwam, aan talrijke minderheden in de groote steden de kans hebt ontnomen om in de Ka mer der honderd vertegenwoordigd te worden; en dat gij uit partijbelang aan de nieuwe kiezers hun rechtmatigen invloed op de zaken van staat hebt onthouden. Want gij hebt ge weigerd de Provinciale Staten te ontbinden en daardoor voor den tijd van negen jaar van de Eerste Kamer een bolwerk gemaakt ter verdediging uwer belangen, een lichaam, waarop de jonge kiezers eerst na geheele ver nieuwing dier staten volledig hun invloed kunnen doen gelden. Wij aarzelen niet om hieruit onze conclusie te trekken. Wij concludeeren tot de afwezig heid der overtuiging, dat het heilzaam is een land te bestureu volgens den wil van het volk of van de groote meerderheid daarvan, tot de afwezigheid zelfs der overtuiging, dat men dit behoort te doen naar den wil van hen, aan wie men zelf de beslissing in hoog ste ressort heeft toegekend. Wij komen tot het besluit, dat wij m u een anti-demqcratische partij moeten zien, en dat gij dus inliet politieke strijdperk tegenover, niet naast ons staat. Wij worden bevestigd in onze meening, dat gij de vertegenwoordiger zij t der voldane burgerij, die, zelf in goeden doen, van oordeel is, dat de zaken nog zoo slecht niet gaan, en in hare tevredenheid met eigen lot, de oogen sluit voor de onbeschrijfelijke ellende van duizenden. Daarom kunnen wij het niet aan u opdragen, de eerste stappen te doen in een richting, die leidt tot verbetering van het lot der lagere standen. Want wij weten, dat er in onze maatschappij genoeg wordt voortge bracht om al hare leden te onderhouden en dat wij de oorzaak der armoede moeten zoe ken in de ongelijkmatige verdeeling van het voortgebrachte; dat het te veel van don een de oorzaak is van het te weinig van den ander en dat wij dus de armen niets kunnen geven, dan wat wij aan de rijken en aan de gezeten burgers ontnemen. En tot dit laatste rekenen wij u niet in staat. Niet, dat wij twijfelen aan uwe belangstelling in het lot der arbei dende klasse. Deze is, wij gelooven het gaarne, even levendig als uwe liefde voor een belas ting op het inkomen groot is, maar wij vree zen, wantrouwenden die wij zijn, dat zij van even doodcnden aard zal wezen. Daarom kunnen wij er niet toe medewerken om aan u de samenstelling van een wetboek op den arbeid toe te vertrouwen. Het zou niet moeielijk zijn deze grieven nog met een aantal andere te vermeerderen. Doch waartoe zou dit dienen? Het boven staande is, hoop ik, voldoende om ieder, die tot de vorming eener geavanceerde partij wil medewerken, te overtuigen van de noodzake lijkheid om onvoorwaardelijk met het libera lisme te breken. Dit eischen niet alleen onze beginselen, maar ook ons belang; het is een eisch, van wier vervulling de toekomst onzer partij afhangt. Het voorbeeld van Belgiëkan ons leeren, hoe het een geavanceerde partij gaat, die zich niet formeel van het liberalisme afscheidt. Vormt zij met de liberalen de meerderheid, dan wordt geen harer wenschen werkelijk, een enkele schijnbaar vervuld. Is zij met de liberalen in de minderheid, dan worden om de twijfelachtige stemmen te winnen hare candidaten achteraf gezet, dan wijt men aan hare overdreven eisehen de nederlagen bij de stembus. In beide gevallen doet zij door haar blijvend samengaan mei en steunen op de liberalen een toestand ont staan, waarin zij niet meetelt, waarin haar bestaan voor niets gerekend wordt. Het is daarom voor de progressistische partij in Nederland van het grootste belang, van den beginne af zelfstandig op te treden met een eigen program, met eigen candidaten en bovenal met eigen organisatie. De antirevolutionaire partij is een voorbeeld van de resultaten, die men op den duur daardoor bereikt. Doet zij zoo als de anti-revolutionairen ge daan hebben, dan bestaat er kans, dat zij in den beginne voor iets, later voor veelmederekent; dan is zij in staat voor de bereiking van een bepaald doel in bepaalde gevallen haar bonclgenooten te kiezen en daardoor baar invloed n bij de stembus n in de Kamer te vergrooten. Ongetwijfeld zal zij zoo handelende zich vele teleurstellingen en vele nederlagen moeten getroosten. Maar wie wil dat niet doen, als hij inziet, dat dit het eenige middel is om de eindelijke zegepraal zijner denkbeelden te verzekeren: dat iedere andere wijze van handelen zijn partij tot altijddurende onmacht veroordeelt. En zoo ra het met de progressistische partij gesteld. Zij moet hare aanhangers winnen onder de nieuwe kiezers en onder de tegenwoordige liberalen, die ontevre den zijn over de houding der liberale partij. Verzuimt zij het, van deze ontevredenheid gebruik te maken, stelt zij niet de gelegen heid open deze ontevredenheid te toonen door zich van de liberale partij af te scheiden, dan bestendigt zij bij de tegenwoordige kiezers de toch reeds moeielijk te overwinnen gewoonte om te stemmen op liberale candidaten en doet bij de nieuwe kiezers dezelfde voor haar en hare toekomst zoo schadelijke gewoonte ontstaanj^Dan maakt zij voorloopig alle vrucht dragende propaganda voor hare beginselen onmogelijk. Ook daarom is het voor haar van zoo groot belang, reeds bij deze verkiezingen als zelf standige partij met eigen program en eigen candidaten op te treden. Over dit program en over de bondgenooten, die zij kan vinden, om dit of gedeelten er van uit te voeren, in een volgend artikel. CANDÏDUS. Kunst en Letteren. HET TOONEEL, TE AMSTERDAM. 1) Stadsschouwburg: Vondel-feestavond. Den belangrijksten Vondelavond hebben wij nog te goed. Het zal ongetwijfeld die der voorstelling van een der minder bekende tooneelwerken van den dichter zijn: den Joseph in Dothau". 't Is wel jammer, dat do Raad van Beheer der Koninklijke Vereeniging, niet de voortreffelijke middolen, waarover zij beschikt, geene gelegenheid ge vonden heeft het Derde Eeuwfeest meer indruk wekkend te vieren dan gebeuren kan door eene voorstelling van den jaarlijks na Kersttijd gespcelden Gijsbreght". Ku wordt Amsterdam door Keuion, met haar Jeptha", overvleugeld. Toch mogen er woorden van lof en dank gesproken worden, ter eere van de llederijkkamer Joost van den Vondel'', van het Koninklijk Oudheid kundig Genootschap, van de Maatschappij voor den werkenden Stand", van de Vereeniging van. gepensioneerde Onderofficieren"', door wie ot'met wier medewerking in deze week feestavonden ge geven zijn, opgeluisterd door de offenvillige talenten van sprekers, tooneelspelers, beeldende eu muzi kale kunstenaars. Er was niet minder noodig dan Vondels veel zijdigheid, om den Hoeren Te Winkel, Ten Brink, Hofdijk en Brouwers gelegenheid te geven, ieder op zijn wijze, eene bizondero, aan Vondel ontleende, stof boeyend te behandelen. Voor zoo ver dezo Vondeloffers werkelijk ten tooneele gebracht zijn, wil ik er hier een woord aan wijden. Het was in den grooten schouwburg op het Loidscheploin, binnen die wanden, waar, jaar op jaar, voortgaat diepen indruk te maken, hoe het hemolsche Gerecht zich heelt ten langen leste ontferremt over" (jijsltreyht en zijn benaeude voste". Ik begin met hulde te brengen aan de muzici. dio op nieuw hebben willen be wijzen, dat de Kunsten zusters zijn. Met veel suc ces is Vondels Wiltzangh van Verhulst, door de Hoeren Jahn-Desfossez, Van den Kcrckhoven, Orelio en Soumier voorgedragen. Eero zij tevens den Direkteur J. G. de Groot gegeven, die door zijn stoute opera-onderneming deze kunstenaars herwaards gelokt en hun, zoowel als Mevr. Culp-Kiohl veroorloofd hoeft ter viering van Vondel werkzaam te zijn. Met warmte en groote klankschittering heeft Mevr. Culp-Kiehl do kompozitie O Poëzie" tot besluit van don avond voorgedragen. Opmerking en waardeering verdient ook de goede keuze dor uitgevoerde orcheststukken: de deftige Ouverture", het verbinden van de Loreley" aan Vondels Rhijnstroom" enz. Dankbaar zij erkend, dat do organist, do Heer Hagenaar, belangeloos zijn accompugnemettt en de Heer Kettner het harmonium verstrekt heeft. De voornaamste gedeelten uit Schaepmans Vondel" en een fragment uit Hofdijks Vondel gekroond" werden door leden der Kamer hoogst verdienstelijk voorgedragen. In zonderheid de jonge Dame, die als tolk van Dr. Schaepman op trad, deed meer recht aan zijn vaerzeu dan de dichter het zou vermocht hebben; terwijl eender Kamerleden, de Heer M. M. Kreukniet. als tooneeldirekteur de Dames Aug. Poolman en Jul. Roos ver oorloofd hebbende met lyrische stukken van Von del op te treden, ook persoonlijk het zijne heeft toegebracht tot verrijking van het Programma. Dat Mcj. Roos het aanzienlijk publiek ter elfder ure hoeft teleur-gestold, is allerminst aan den direkteur te wijten. Mevr. Ellenberger gaf ons, met onverzwakte kracht, Waer wert oprechter trou" en de Hoer Moor, in den ouden kleurrijken trant, den Bode" uit den Gijsbreght" te genieten. Zoowel in de bekoorlijke vervulling der rol van Baertgen Hooft in don Zegepraal der schoonheid" als in de voordracht van do Vertroosting" aan Vossius, de Uitvaert van mijn dochtcrke" en. den Zeeleeu", door de jonge Dames Roeloisen en J. S., hadden de feestgenoten gelegenheid over de vruchten te oordeelen van het onder wijs aan onze Tooneelschool; terwijl de geheele uitvoering van het blijspelletjen bewees hoe allengs onze rederijkers zich tot kunstenaars ontwikkelen en hoe onze kunstenaars in beeldhouwerij en schilderwerk zich gaarne bij de dramatische oefe ningen aansluiten; daar de Heer E. van den Bossche een voortreffelijke buste heeft gemaakt van Batrtgen Hooft en de Heer looraar Deun het zich geene te geringe taak gerekend heeft door kleu ring het pleistorbeeld nader te brengen aan het wasboetseersel, dat Vondel in zijn onsterfelijk ge dicht bezongen heeft. De Heer van den Bossche heeft allergelukkigst do middenovenredige gevonden tusschen Cyprus' Koningin" Baertgen Hooft en de lieve fyzionomie van Mej. J. S. Had de kunstenaar een weinig meer tijd ter zijne beschikking gehad, dan ware deze 1) Een artikel o\er het nieuwe blijspel van den heer Justus van Maurik Jr. kan niet voor de volgende week worden geplaatst.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl