De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 27 november pagina 5

27 november 1887 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 544 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND, Zgn levensuren zijn vol werk», bq naehte en dage Gewijd aan 't Vaderland en on zijn Vorstenstam En d' oud-soldaat, dien Hij in veil'ge hoede nam.) Dat Hij die dierbfe zorg nog lang aan 't harte drage! ' Maar wat ons rouwen moet en allen rouwen zal, In, dat wij zijn vertrek niet met fanfaargeschal En dank begroetten, dat is 't wat 'k my zeken klage. » 't Voortvarend vuur der rede is schuldig aan dat al. Zinge eens een Vondelslier, hoe deze Oorlogsminister By s tor m pas zelfs den wensch voorkwam van 't Plichtre gister. Het talrijk en aanzienlijk publiek heeft de schuldige eer gegeven aan den Nieuwer-Amstelschen Eere-Voorzitter der Vereeniging, die het geheele feest ontworpen heeft en als redenaar optrad bij de uitvoering, die door Prof. Boot werd ingeleid. De drie voornaamste nummers van het Programma waren: de schoone kantate Vondel van Bichard Hol, op text van Hofdy'k, door Amstels mannenchoor gezongen, met bijstand der Heeren Rogmans «n 'Orelio en van Mejufvrouw Widema, voor de obligaatpartijen ; de zaak- en zinrijke improvizatie van Past. Brouwers en de krooning van Vondel door Mars, een aardig en schilderachtig tooneel, By deze geheele manifestatie ter gunste van den nederlandschen soldaat, sluit zich merkwaardig *an: het bericht der making van een som van f 500 aan het meer-genoemde fonds. De Heer Brouwers vereerde deze gebeurtenis weder met een sonet, van den volgenden inhoud: Hebt ge al van 't Vondelfeest iu de Amstelstad gelezen ? Ben hulde, nooit gedacht door eenig tijdgenoot ! Thans ook als Dichtervorst van Leger en van Vloot Door Mars gekroond, werd Hem des krijgsmans eer" bewezen. Wat toen het brein vergat, herstelt het hart bij dezen, Nu 'k weet den naam der vrouw, die, eer zij de oogen sloot In gindsche Sleutelstad, bij laatsten wil gebood, Hoe Neerlands Oud-Soldaat met goud geëerd moet wezen. Der Kamer meerderheid zij door deez' vrouw beschaamd En leere uit haar beschik wat de eev des lands betaamt, Haar naam, Creutzbourg-Arpeau" zij eeuwiglijk geprezen ! *d Had 'toen gaarne, óók aan haar de krijgsmauseer bewezen, En aan dien wapengroet gepaard mijn Christenbede: Gods hemel zij haar deel l Hare assche ruste in vrede! Men moet zeggen, dat de Heer Brouwers de kunst verstaat om nationale manifestaties uit te lokken en te leiden. , ,^330 ? i ALB. TH. VARIA. In Rome zyn onlangs een twaalftal fabriekanten van antiquiteiten benevens zij die er handel in dreven, opgepakt. De bedriegers hadden in de Villa Tordinone een volkomen laboratorium opgaricht om statuetten, medailles, munten, enz. in oud brons te vervaardigen. De oudheden" werden dan door talrijke agenten van het genootschap voor de hotels, aan de stadspoorten en bij de voor naamste monumenten ten verkoop aangeboden, en vonden voaral by de vreemdelingen gretig aftrek. Daar deze vereeniging van schelmen slechts een ge deelte uitmaakt van. de bende die deze evenschandeIg'kealsvoordeeligezwendelarij pleegt, is het te vreezen.dat dit zoo moeielijk na te gaan bedrijf hiermede niet vernietigd zal zijn. Mogen de reizigers die Rome wenschen te bezoeken, hieruit leeren om voor vervalschte antiquiteiten opjhun hoede te zijn. Het programma voor het Niederrheinische Musikfest, dat met de Pinksterdagen van het volgend jaar te Aken zal gehouden worden, is voorloopig vastgesteld. Directeuren zijn Eber, hard Schwickerath te Aken en Dr. Hans Richter |f uit Leipzig. Het programma bevat: Eersls dag. Ouverture Die Weihe des Hames van Beethoven, Vondels Oratorium Der Messias; Tweede dag, Bach's Cantate Q-ottes Zeit enz., Ouverture Manfred van Schumann, de Zevende symphonie van Beethoven, Ouverture Euryanthe van Weber, Scftön Ellen van Max Bruch en het Concert voor viool en cello van Brahms. Dorde dag, kunste naarsconcert, meest soli. Het programma is dit jaar vooral instrumentaal, het koor heeft, be halve in den Messias, slechts een zeer gering aandeel in de uitvoering. Stanley en het donkere werelddeel door Dr. H. Blink, met gekleurd kaartje en geïllustreerden omslag, is de titel van een werkje dat met de aanstaande feestdagen door ieder met vreugde begroet zal worden. Het is het verhaal van het leven en werken van een man, wiens naam aan ieder bekend is. Onze jongelieden, dus zegt de uitgever, reeds overzadigd van de onmo gelijke wonderverhalen van Verne en anderen, hebben er behoefte aan, zich eens weder te laven aan de frissche bron der werkelijkheid. En dat die waarheid niet koud en prozaïsch behoeft te zijn, bewijst dit werkje ; bij het lezen er van wordt men medegesleept als ware het een roman. Dit werkje vormt een uitstekend feettgeschenk voor jongelieden van beiderlei kunne. Het zal niet alleen door jongelieden maar ook door ouderen met belangstelling gelezen zal worden ; een nut tig en aangenaam volksboek in den rechten zin des woords. Van het geïllustreerd tijdschrift Vreemd en Eigen, onder redactie van Gerard Keiler, door den heer H. D. Tjeenk Willink te Haarlem uit gegeven is da tienrle maandelijksche aflevering verschenen. Het blijft zich gunstig onderscheiden door rijke verscheidenheid van inhoud, terwijl de talrijke illustratiën over het algemeen zeer goed geslaagd zijn. Hofkamp's Natuurkunde voor de Lagere School is bij de Groninger uitgevers Noordhoff en Smit in vierden druk verschenen. Het handige en degelijke boekje, dat in beknopten vorm de be langrijkste onderwerpen der natuurkunde behan delt, verdient dit succes ten volle. Christine Doorman heeft voor de jeugd de Lot gevallen van eene geit op onderhoudende wjjze verteld, of naverteld; de plaatjes van Franschen oorsprong maken het laatste waarschijnlijk. Men heeft hier te doen met eene geit, die verre reigen deed, en dus wat kan verhalen. Het boekje is in een mooi bandje uitgegeven bij den heer Tj. van Holkema te Amsterdam. Eene welkome feestgave is De schoone slaapster zangspel voor de jeugd in drie tafereelen, woor den van A. F. J. Reiger, muziek van Richard Hol (Opus 104). Er is in dit genre zeoveel middelmatigs en zooveel prulwerk verschenen, dat men zich verheugen mag, wanneer een musicus als Richard Hol, gesteund door een goeden tekst, het bewijs levert, dat voor onze kinderen het beste juist goed genoeg is. Op het muzikale deel van dit door de firma Noordhoff en Sq»it goed en goedkoop uitgegeven werk komen wij later nog terug. De uitgever H. Pyttersen te Sneek zendt, als gewoonlijk met de Decembermaand, eenige prachtuitgaven de wereld in. In La Littérature Franyaise au XIXme siècle, door H. de Pierres, herkent men de smaakvolle en ijverige hand, die indertijd ook de Perles" en later de Pierres précieuses et pierres fines" verzamelde. Het succes, dat vooral de eerste dezer beide bundels genoot, heeft den uitgever tot het doen verschijnen der latere aangemoedigd; het is dezelfde goede keus, dezelfde nette uitvoering en hetzelfde be schikken over een uitgebreid en uiterst modern materiaal. Wat voor de Fransche litteratuur geschiedde, deed de heer Pyttersen ook voor de Engelsche poëzie en vertrouwde aan miss E. J. Irving, wier bevoegdheid genoeg bekend is, het samenlezen van A Casket of Jewels, verzen der negentiende eeuw, van Wordsworth tot Gosse en Bailey Aldrich. Grappig is het, in het eerste jaartal van een boek zoo vol kennis en correctheid, eene drukfout op te merken (Wordsworth geb. 1870"); men zal haar vergeven ter wille van al de schatten van poëzie en de collectie useful information" omtrent de dichters, die miss Irving hier heeft bijeengebracht. De fraaie uitgave maakt het boekske uiterst geschikt voor feestgeschenk. Alpenrozen en G-ensianen is een romantisch avontuur, dat Koning Lodewijk van Beieren wordt toegedicht, uit het Duitsch naar Joseph Bajovar. De Duitsche vertaling van Zola's Li Terre is te Weenen in beslag genomen; in Frankrijk is de verkpop van het boek aan de spoorwegstations v erboden. Het berichtje, omtrent Zola's La Terre, door ons vóór de verschijning van het boek uit een buitenlandsch blad overgenomen, blijkt onjuist te zijn. De boer Jésus-Christ is op dezelfde wijze onbehoorlijk als in het feuilleton van den Gfil-Blas; hij misbruikt de bewuste sluitspier" van het be gin tot het eind van het boek, tot ergernis van zijne medemenschen. Voor de Kinderuitgaven" is dit jaar weer bijzonder gezorgd. Het is een groot gemak voor de ouders en gevers, reeds op den naam af, het geschikste te kunnen kiezen. Louisa M. Alcott recommandeert zich zelf, haar Goudsbloentpje, vertaald door O. D. A.," uitgave van P. N. van Kampen & Zoon te Amsterdam, zet de serie van zooveel goede bekenden, Op eigen tcielcen en de overige, voort. Het boekje ziet er keurig uit. Evenzoo is het met Twee Nichtjes, door Elisabeth Halden, schrijfster van Hit Nest, dat zeer in den smaak viel; druk en papier zijn niet zoo fraai als van het bovengenoemde, maar er staat zooveel meer iu. De uitgave is van G, G. Vonk te Haarlem. Een dichter, die langzamerhand klassiek wordt voor kinderen en grooten, is J. P. Heije. De firma P. N. van Kampen en Zoon, te Amsterdam, gaf eon nieuwe uitgave van zijn Kinderliederen met een groot aantal gekleurde platen. Het is die bundel Kinderliederen", waarin men Heije's be kendste liedjes vindt: De zeven kikkertjes", Kersentijd", Duifje met je blanke veeren," Zie de maan schijnt door de boomen," Jongens, ginder zitten spreeuwen" en zoovele andere, voor welke onze nationale componisten (Verhulst, Dr. Viotta, Heinze onder de ouderen, en do jongeren bijna allen)hun fraaiste melodieën overgehad hebben. Agape, uitgave van H. C. A. Thienie te Nijme gen, is een vijftal oud-Grieksche novellen, door Johannes Flach geschreven, door Dr. W. J. A. Huberts uit het Duitsch vertaald. Na den antieken roman, Antinous, Hadrianus, Octavia, Chrysantheus, was de Oud-Grieksche novelle te wachten; in deze worden Anakreon, Polykrates, Aesopos, koning Kleomenes, koningin Berenike enz. ten tooneele gevoerd. Van de overige vertalingen ons gezonden, noe men wij vooral: Ican de Onnoosele en andere verhalen, door Leo graaf Tolstoi, bewerkt door Jcanne Iluygens, uitgave van do Erven Th. Buhn te Haarlem. Het zijn de treffende kleine verhalen, soms bijna sprook jes, welke graaf Tolstoi in groot aantal voor weinig geld in Rusland laat verspreiden tot verheffing van zijn volk. De stijl der vertaalster schijnt niet onberispelijk; iu de voorrede vinden wij dezen zin: Ofschoon door hun locale kleur en hun bijbelschen stijl door de letterkundigen algemeen als onvertaalbaar beschouwt, slaagden enkelen er vrij wel in, om den oorspronkelijke!! tekst weer te geven." litus Wettering, roman van Hermanus Heiborg, vertaald door A. J. van Dragt, uitgave van S. Warcndorf, vormt twee flinke doelen en is los en vlug vertaald. De Koningin der Zee is de vertaling van een der jongste werken van Clark Russel, bewerkt door de vertaalster van Florencc's Viertal. Clark Russel is een dergenen, die op dit oogenblik het oor van het publiek hebben; zijn interessante roman, goed getlacht en toch bijna sensational, verdient het. Voorjaarsstormen, naar het Hoogduitsch van Marie Beeg en De erfgename van lïoseneck, naar het Hoogduitsch van Agnes Willms-Wilder. Muth, door Tilly, zyn uitgaven van de firma N. J. Boon, te Amsterdam. Het boek van Mej. Berg is reeds in tweede nitgaaf, en met een allerliefst titelplaatje in lichtdruk, naar een tee- . terug te komen. kening van de schrijfster versierd; minder geed | gelukt is de plaat, waarmede de Erfgename. van Roseneck voorzien is. , Op de meeste dezer vertalingen hopen w\j later Schaakspel. No, 100. Van HENRI MENDES da COSTA te Amsterdam. ZWART. *?... ? ? ? a b c d e f g h WIT. Wit speelt voor en geeft in drie zetten mat. (Wit 7 en Zwart 10 stukken met K. d4). De oplossing van Schaakprobleem No. 98 en tot de volgende week blyven liggen. INGEZONDEN OPLOSSINGEN. Juist is opgelost door C. C. W. M. No. 95, 96,. 97, 98 en 99 allen met bis, ter en quater, alsmede quiuter A en B, C en D. (?*) Henri No. 99 met de opmerking er een "Witte Raadsheer ontbreekt. Vroeger is ook juist opge lost No. 97 bis. ter, quater en A voorts 98, met ter en quater. H. J. den H. No. 97 met bis, terquater met A. voorts 98 met bis ter en quater, allen te Amsterdam. *) Door ziekte van den Schaakred. waren eenige oplossingen onder andere papieren geraakt,, daarom. herhalen wij sommigen.. Ook is juist opgelost door F. A. Ts. te Rotter dam No. 97 B. Schindler, No. 97 C. Kaiser met bijvoeging (juist) vaa witten raadsheer c4. No. 97 D. van Schusters en No. 99 van H. v. Duben. Door Mei" te Amsterdam No. 98 met bis, ter en quater met dubbele oplossing, voor No. 99 met B. C met Schusters probleem, De Tweelingen. Oplossing van No. l als Zwart begint l ... e3 c5, 2 a6 c6, c5 d4, 3 c6 c7 f, g7 g of b.8, 4. g6 g7, K . . . h7 (als 4... d4 e5; 6, e7 d7, enz.), 5 b.6 g5! d4 b2 (als 5 . . ., d4 X g?; 6. g5 f5 en verder als in het voorgaande spel. eeniee correspondentie, moet wegens plaatsgebrek HET BALKLEED Hoe druk de nijvere vingers zich weren tusschen de wolken plisséen kant! En ter wijl Betsy naait, buigen moeder en zuster Emma in het lamplicht zich tot haar over en zien be langstellend toe. Alle drie spreken. O! hoe heerlijk, weer eens te kunnen dansen op een heusch bal! Dat geluk hebben wij lang genoeg moeten missen. De plaats was hier als uitgestorven, sedert dominee Wildberg elders beroepen werd... Met anders dan het enkele Kerstfeest bij de Mulders, met zijn eeuwige pandvorbeuren en gezelschapsspelletjes die altijd het zelfde zijn, en die ieder reeds van buiten kent; en dan de verjaardag van den nieuwen dominee, die zijn gasten bij die gelegenheid 's avonds ge regeld op een hoofdstuk uit den bijbel onthaalt..." En anders niets hoegenaamd niets, zelfs geen armzalig bal-champêtre. Neen! de laatste paar jaren zijn hier voor jonge meisjes waarlijk niet om uit te houden geweest..." Die laatste paar jaren" waren er acht of tien... Maar wanneer de dagen voorbijgaan zooals hier, de eene precies gelijk aan de andere dan be merkt men zoo niet, hoe spoedig ze aangroeien tot jaren De lente kwam en Betsy en Emma plantten bloemen in de perken van hun kleinen tuin de kerseboomen stonden in bloei en de groote vraag was, of de morellen dit jaar een goeden oogst zouden geven. Daarna begonnen de rozen te knoppen, die knopjes ontwikkelden zich van lie verlede tot rozen en de zusters zaten den ganschen langen zomerdag in het prieel van wingerd ranken aan den weg. Daarbuiten op de velden was volop werk Voogt en Mulder waren reeds bezig hun hooi binnen te halen. Ja! wat gaat de tijd toch verbazend gauw voorbij!" De zomer liep ten einde; de laatste bloemen werden reeds door den herfstwind ontbladerd en verstrooid <?Emma en Betsy plukten lijsterbestakken om daarmede gedurende den langen winter de huiskamer te versieren. De herfst was nu juist niet aangenaam met zijn eindelooze regenbuien en eeuwige mist, die den gezichtskring zoo beperkte, dat men niet eens meer den molen kon onderscheiden; maar den weg kon men altijd nog overzien van uit het venster, waar voor Betsy en Emma beurtelings het plaatsje op de breede vensterbank in beslag nemen. Zij kenden elk voertuig in den geheelen omtrek, de schimmels van Joosten de bruinen en de bles van Voogt en de tilbury van den dokter; en naar gelang de eigenaars dier verschillende ver voermiddelen, op den straatweg hun huis voorbij kwamen, werden zij besproken; zoodat Betsy en Emma bijna eiken dag dezelfde woorden over de zelfde menschen moesten zeggen, uit gebrek aan stof voor een ander discours. Het kerstfeest nadert met al zijn kleine gehei men, zijn kleine verrassingen en kleine genoe gens en het nieuwe jaar breekt aan. Witte sneeuw bedekt de velden, de dagen worden gaandeweg langer en dan dan komt de lente weer. Ja het is bijna niet te gelooven, dat het haast dertig jaar geleden zal zijn, sedert die moeder met haar twee dochtertjes deze woning betrok En toch woont ze er al ruim acht en twintig! Emma was even negen jaar en Betsy nauwelijks vier. Zij waren bij dominee's goevernante in de passtorie ter school gegaan; daarna werd Emma aangenomen, op een goeden dag kwam ook do beurt aan Betsy en beiden waren volwassen. Dat waren vroolijko dagen geweest inder tijd. Als de studenten met zomer of kerstvakantie t'huis kwamen, dan was er geen eind schier aan dauspartijcn, rijtocrtjes, pic-nics, tooneelrertooningen en pret. En als de heg van hazelaars, achter in den tuin der pastorie, klappen kon, zou zij moge lijk heel wat kunnen vertellen: van een kus hei melijk gestolen en terugbetaald, van teedere woordjes zacht fluisterend geuit en van bevende handen, schuchter naar elkander uitgestrekt... Maar op zekeren winterdag waren ze bij me vrouw Wildberg gekomen, die met een van vreugde stralend gelaat, wjjn en koekjes presen teerde, want pp zulk een gebeurtenis moesten zij toch eens drinken en eindelijk was mevrouw' Wildberg gaan vertellen: Verbeeldt je eens, meisjes mijnOttois ver loofd !... en een partij, neen maar schitterend!... toe, neem nog een koekje, Emma 't is werke lijk een geluk ..." Emma stortte iets van den wijn, toen zij haar glaasje tegen dat der gastvrouw liet klinken en zij en Betsy bleven niet lang. Zwijgend schreden zij naast elkander op den straatweg voort. Maar toen zij den kruisweg bereikten, waar een hek stond, waarachter zij zich verschuilen kon, zette Emma zich op een mijlsteen neder en schreide, alsof haar het hart zou breken Betsy knielde op den bevroren grond naast haar neder ; zij nam Emma's hoofd tusschen de handen en weende mee, want troosten kon zij haar niet. Het duurde geruimen tijd eer Emma's kramp achtig snikken bedaarde eindelijk bedwong zy haar tranen en stond weer op. i Zeg het vooral niet aan moeder, Betsy zij behoeft het niet te weten de arme vrouw heeft reeds zorg genoeg!" Betsy boog stilzwijgend het hoofd en de zus ters keerden naar huis terug. Van dat oogenblik af draaide alles zich om Betsy de kleine" zooals zysteeds werd ge noemd. Het was alsof ook Emma haar moeder was geworden. Al het opgespaarde geld werd ten behoeve van Betsy alleen besteed; Betsy's toekomst alleen vormde het onderwerp van hun gesprekken... Ja, wanneer de kleine" in haar eigen huisje trekt" en als de kleine" gaat trouwen..." Moeder moest bij de kleine" komen inwonen en ze zou het zóó goed bij haar hebben, zóó goed ... Maar Emma wilde ergens als huishoudster of onderwijzeres voor heel kleine kinderen wel te verstaan (men behoeft niet zoo heel veel te weten, om zulke kleine peuzels lezen en schrijven te leeren) een betrekking zoeken... Maar in de vakantie zou zij bij Betsy komen logeeren... Altijd bij de kleine" blijven... neen! dat wilde ze niet... een man trouwt toch niet met de geheele familie... neen, alleen als 't vakantie was dan zou ze komen... En de jaren snelden voort. Betsy's balcostuum was gereed. Zoo sierlijk en luchtig lag liet daar, voorzichtig uitgespreid op het bed. Maar hoe vreemd, dat de uitnoodiging nog niet komt!" Zij wisten toch zeker dat Betsy ge vraagd zou worden. Eiken middag zaten zij voor het venster en zagen verlangend uit of de jonge doktersvrouw nog niet kwam... Eindelijk kwam zij eerst twee dagen vóór het feest... Betsy kreeg hartskloppingen, toen zij haar reeds van verre op den weg zag aankomen... De be zoekster kwam binnen en sprak over ditjes en datjes, over allen en alles, slechts over de uitnoo diging niet... Of de meisjes reeds gehoord hadden, dat Mul der een nieuwen landauer had gekocht?..." Ja! zij hadden hem "er in zien voorbijrijden..." Of ze 't geen schandaal vonden, zoo verkwis tend als die lui met hun pover beetje geld om springen ? ..." De doktersvrouw sprak verder en altijd verder en zij zaten daar mot beklemd gemoet, wachtende op bet Bal" Zij wilde reeds weer haren mantel aantrekken, toon zij plotseling uitriep: Mijn hemel! ja dat 's waar ook nu zit ik reeds een uur te bab belen en zou heelemaal vergeten waarom ik eigenlijk kom !... U hebt zeker gehoord, dat wij aanstaanden Zondag de jeugd een weinig willen laten dansen, niet waar? Het jonge volk heeft er werkelijk behoefte aan ze zou den 't anders stellig verleeren en nu dachten wij, mijn man en ik. dat u. juffrouw Betsy, het misschien wel aardig zoudt vinden, om het avondje gezellig bij ons te komen doorbrengen en een beetje naar het dansen der jongelui te kijken. Wij oudjes moeten wel blijven zitten; de dansperiode hebben wij achter den rug en onze cavaliers zijn te lui of te stijf geworden." En dei doktersvrouw lachte.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl