De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 4 december pagina 1

4 december 1887 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTEËDAMMlB WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Ieder nommer bevat een Plaat. Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.) Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uit«eyei: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 4 December. Abonnement per 3 maanden ? 1.?. fr p. p. f l.lEk Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . , . 0.10. Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . 0.29. Reclames per regel . . » 0.40. i ir H o v DI VAN VERRE EN VAN NABIJ. ONZE PO LITIEKE TOESTAND, Hl, door Candidus. FEUILLETON: Een pionier der beschaving, II. UIT PARIJS, door A. B. KUNST EN LET TEREN: Het tooneel te Amsterdam, door Alb. Th. De vertooning van Vondel's Jeftha te Keulen, (Slot), door J. H. Rössing. La Souris, (Slot). -L Muziek in de hoofdstad, door H. C. P. D. Muzikaal Overzicht, door V. Het nieuwe kla vier. De Vondel-tentoonstelling van het Koninklp Oudheidkundig Genootschap, I. De schilder Gallait. Na vijftig jaar. Zonne bloemen, door Jeromino de Vries, beoordeeld door y. L. Arnold Ising. VARIA. - SCHAAK SPEL. Voor Dames, door E-e. ALLERLEI. RECLAME. BEÜRSOVERZICHT. AD VERTENTIËN. Van verre en van nabij. De afgeloopen week zal blijven behooren tot de zonderlingste in de geschiedenis der Fransche republiek. De heer Grévy, die tot driemalen toe verzekerd had, als president zijn ontslag te zullen nemen, heeft zich plot seling bedacht, en de bewerkers van deze omkeering zijn dezelfde personen geweest, die in de laatste weken het hoofd van den staat op de ruwste wijze aanvielen en zijn goeden naam onbarmhartig door het slijk sleurden. Men vraagt zich af of men droomt, als men Rochefort en Deroulède, voor dezQn keer broederlijk vereend, naar het Elysée ziet snellen, om den president, met tranen in de oogen, te verzekeren, dat hijalleen Frankrijk kan redden. En waarlijk, de oude president heeft zich laten bepraten. Hij schijnt niet te hebben ingezien, dat de leiders der radicalen, der anarchisten en der chauvinisten want dezen warea het, die plotseling van zijne onmisbaarheid overtuigd bleken te zijn hem slechts gebruikten, om het dreigend onheil eener candidatuur van Jules Ferry af te weren. De gedachte, dat de vroegere medestan der van Gambetta, de voorvechter eener autoritaire politiek, die de woorden »/a nation ne se sent pas assex gouvernée" tot zijne leuze had gemaakt, de koelbloedige, ener gieke staatsman, die niet aarzelt tot daden over te gaan, als woorden niet meer helpen, door de hulp der rechterzijde op den presidentieelen zetel zou worden gebracht, maakte de uiterste linkerzijde met hare vrienden van de straat des te woedender, omdat zij zelven het paard van Troje had binnengehaald. »Hadden de radicalen werkelijk de macht zoo schreef de Neue Freie Presse »om Feuilleton. Een pionier der beschaving, »Ei! zie eens aan," merkte de vreemde be zoeker met vertrouwelijke driestheid op »wat kun jij een lange pijp rooken!?Ja! je schijnt een pootige knaap te wezen. En daarom ben ik gekomen. 'Je weet toch wel, jou voor ganger, den ouden smeerpoeïs, hebben wij hier terdege zijn bekomst gegeven. Ja! daarop verstaan wiv ons goed wij mannen van Dovredal! Hij heeft nog een heerlijk aan denken van ons meegekregen, hé?" Als eenig antwoord las de predikant oplettend verder. Hij las werkelijk, op dezelfde wijze als men tot honderd pleegt te tellen, om wat af te koelen. Maar zijn gezicht was donkerrood. »Nu hoorden wijlui, dat zij een sterken jongen vent hadden gezonden, om ons mores te leeren. Dat heeft ons goed gedaan! En toen de ouden tot mij zeiden: »Erich, loop er eens heen en kijk hoe hij je lijkt!" toen ver heugde ik mij als een sneeuwkoning en antwoordde: »Ja, dat wil ik en ik zal hem uitdagen." En zoo ben ik gekomen om mij met je te meten. Zoo maar tot een voor proefje, weet je? Wij hebben niet veel vreugdbetoon < an den dag gelegd, toen je met vrouw en kroost hier zijt gekomen. Ook niet veel woorden verspild, dat is niet onze ge woonte in Nordalen. Maar daden willen wij een burgeroorlog te doen ontstaan, dan zou den zij geen oogenblik aarzelen. Maar de methode der vroegere omwentelingen is niet meer toepasselijk, want de burgerij deinst terug voor het in beweging brengen van die gevaarlijke massa, die in stilte een zijdelingschen blik werpt naar de paleizen der rijken, de gelijkheid van aardsche goe deren eischt, en op het kapitaal ten behoeve der gansene maatschappij beslag wil leggen. De kleine kruidenier vermaakt zich, wan neer hij in zijn blad de hoogstgeplaatste personen voor verachtelijke wezens ziet uit maken, maar hij klimt niet meer, zooals vroeger op de barricade. In Frankrijk ge looft niemand meer aan zulk een opstand. Te midden der politieke stormen werd de Fransche rente geconverteerd; de koopman bleef rustig in zijn winkel, de bankier sloot zijn kantoor niet en het maatschappelijk leven droeg den stempel der alledaagschheid. Het is mogelijk, dat enkele turners en leden van de Ligue des Patriotes spek takel zullen maken, maar de radicalen hebben niet de macht, om de breede lagen der bevolking voor hun doel in beweging te brengen." Voorloopig is de juistheid van deze opvat ting volkomen bewaarheid. Toen gisteren de president tot ieders verbazing de lang verwachte boodschap aan het parlement niet afzond, en in strijd met de eenstem mige verklaring van al zijne oude en be proefde politieke geestverwanten de stelling verdedigde, dat de toestand te zijnen gunste was veranderd, werd de strijd gevoerd tusschen hem en de volksvertegenwoordiging. Tot driemaal toe moesten de Kamer en de Senaat den president op de allerduidelijkste wijze toeroepen, dat hij op het door hem medegedeeld besluit om af te treden niet kon terugkomen, eer hij begreep, dat zijne zaak verloren was. De straat heeft wel is waar een woordje mede gesproken, maar de duidelijkheid dezer demonstratiën liet veel, zoo niet alles te wenschen over. De bekende volksmenners waren allen op het appel en het trio Rochefort, Deroulède en Louise Michel gaf zich ontzaglijk veel moeite om eene strooming ten gunste van den president in het leven te roepen. De militaire macht van de anarchistische groepen was daarbij vertegenwoordigd door «generaal" Eudes, die zijn hoogen rang tijdens de commune verkreeg en van den tamelijk lachwekkenden titel nog steeds geen afstand wil doen. Maar ook deze belangwekkende persoonlijkheid bleek machteloos. Het volk omringde in grooten getale het paleis der Kamer, het verdrong zich bij het Elysée, het trok in troepen langs boulevards en straten, het zong de Marseillaise en danste de Carmagnole, het schreeuwde d bas Grévy, maar ook a bas Deroulède; d bas Ferry, maar ook toonen. Men moet toch laten zien, dat men eerzucht heeft. Dus heer predikant, bewijs mij de eer je kale soepjurk uit te trekken en dan zullen wij samen een dansje maken!" »Mijn vriend!" begon de predikant met gesmoorde stem, alsof hij een brok in de keel had, en las intusschen werktuigelijk verder. »Hoho! Vriend?! Is 't al zoo ver? Niet zoo haastig, asjeblieft. Wij mannen van Nor dalen sluiten zoo gauw geen vriendschap met den eersten den besten indringer. Kom, vreemdeling! geen flauwe uitvluchten! Begin je haast ? Heb je mij verstaan ik wil met je vechten!" Daarbij werd hij, als alle onontwikkelde menschen, steeds wilder en dapperder, hoe minder de andere zich bewoog. De predikant werd plot seling doodsbleek en maakte een eigenaardige zwaaiende beweging met den arm. »Hoe heet je ?" »Erich Knudsen!" »Erich Knudsen, je bent een onbeschofte vlegel!" zeide hij bedaard, en maakte aan stalten om verder te lezen. »Wat? Wat vermeet jij je, melkmuil? Durf jij zóó tegen een gegoeden, gezeten, fatsoenlijken landbouwer in Dovre te spreken ? Dat zul je mij betalen!" «Verlaat de kamer!" »Ik, ik? 'k Zou je bedanken! Jij, jij moet het huis uit, laf bek! Marsch! Ik zal je wat zeggen, heer predikant. Wij hebben hier geen zwartrokken noodig; zulke hongerlijders als jij, lammeling, kunnen wij best missen! Sla je boek toe, zeg ik!" De predikant scheen ook eindelijk tot het zelfde besluit te zijn gekomen. Hij was juist genaderd aan de woorden: »A1 ware het, dat ik de talen der mensehen d bas Rochefort, en ten slotte gaf het door een d bas Bismarck aan zijn partriotisme lucht. Veel meer dan de door Parijzenaars eigene ondeugende lust, om schandalen bij te wonen en zelf een weinig schandaal te maken, kwam hierbij niet voor den dag, en de leiders der beweging hadden zeker op meer gehoopt. President Grévy heeft zich eindelijk ge wonnen gegeven. Maar de boodschap, waar mede hij zijn besluit om af te treden bij de Kamers en den Senaat indiende, getuigt meer van spijtigheid dan "" van waardigheid. Hij erkent, dat het votum van de vertegenwoor diging hem het nemen van ontslag oplegt, maar hij verzekert tevens, dat hij het recht en den plicht had om te blijven. Waarom bleef hij dan niet? Hij zegt uitdrukkelijk, dat wijsheid en vaderlandsliefde hem dron gen af te treden, maar werpt tevens alle verantwoordelijkheid voor de gevolgen van zich. Als de heer Grévy zijne motieven juist voor stelt, hoe kan die verantwoordelijkheid dan zwaar zijn ? Hij meet in» het breede de diensten uit, die hij aan de republiek heeft bewezen, alsof al hetgeen in de laatste jaren op de credit-zijde der republiek komt, zijn werk was geweest. En hij verzekert ten slotte, dat de slag, die hem treft, tegen de republiek is gericht, alsof hij van den heer Daniël Wilson nooit heeft gehoord! Waar lijk, Grevy's laatste staatsstuk is geen mees terstuk. Mogelijk heeft de Fransche republiek reeds een nieuwen president als dit blad onder de oogen onzer lezers komt. Voorspellingen zijn nog altijd even onzeker als acht dagen geleden. De linkerzijde is verdeeld, maar de rechterzijde niet minder, en daarenboven houdt deze laatste haar spel geheim. Ver klaart zij zich bij de eerste of tweede stem ming voor Jules Ferry, dan is diens verkie zing zeker. Zulk een resultaat zou voor Frankrijk een gelijk mogen heeten, want het wordt meer dan tija, dat weder eene krachtige hand aan het roer komt. Mannen die het oor leenen aan de inblazingen van den heer Clemenceau en diens compromitteerende vrienden, bereiden slechts den weg voor eene militaire dictatuur of voor eene monarchale restauratie. Had de aarzeling van den heer Grévy wat langer geduurd, dan zou het be wijs voor deze stelling waarschijnlijk reeds geleverd zijn. Voor zoover de Europeesche politiek zich niet met de gebeurtenissen in Frankrijk bezig houdt, staan steeds de geruchtmakende onten der Engelen sprak, en de liefde niet had, zoo ware ik een klinkend metaal of luidende schel geworden." Hier staakte hij zijn vrome overpeinzingen, stond op en gaf den boer een geweldige muilpeer. Daarna sloot hij zijn boek, legde het op de tafel en spoog met veelbeduidende gemoedskalmte in zijn handen. Hij zag nu bleek noch rood. »Verlaat de kamer !" Als eenig antwoord richtte de voor de deur nedergetuimelde boer zich op, en stortte zich met opgeheven vuisten, als een wolf, op zijn tegenpartij. De predikant pakte den opgewonden jongeling met beide vuisten beet en slingerde nem in de hoogte. Daarna nam hij hem als een werptuig in de han den en wierp hem over de gesloten onder deur langs de trappen naar beneden op de plaats. Alles merkwaardig koelbloedig en snel. Erich Knudsen maakte niet veel spektakel beneden. De kleine predikants zoon sperde zijn groote oogjes verwonderd open, en zag met verbazing den grooten man over zijn hoofd heen vliegen en langs de tre den omlaag rollen. Papa speelde zeker Metebal. Niettegenstaande zijn ontsteltenis, schreide hij echter niet; het geheele geval kwam hem in tegendeel zoo grappig voor,dat hij moest lachen. Later werd hij ernstiger en zag met groote voldoening, hoe de gevallen Titan daar be neden in den Tartarus, allengskens zijn ge kneusde armen en beenen als het ware bijeenzocht en langzaam, onder al het gewicht van zijn waardigheid, zich uit de voeten maakte. Zijn zending was boven alle ver wachting geslaagd. hullingen van den heer Von Bismarck, waar van de Kölnische Zeitung de primeur had, op den voorgrond; zooals men weet, wil de rijkskanselier den czar het bewijs hebben geleverd, dat door Orleanistische in triges eene scheeve voorstelling was gegevea van Duitschland's staatkunde tegenover.Rusland en dat de lieden, die dit complot op het touw hadden gezet, zelfs niet voor vervalsching van documenten waren terugge deinsd. Het schijnt dat deze onthullingen moeten dienen om eene aannemelijke verkla ring te geven voor eene in de laatste dagen onmiskenbaar geworden toenadering tusschen Duitschland en Rusland. Buiten de regeeringgkringen en de door haar rechtstreeks ge nspireerde bladen merkt men echter van. deze toenadering niet veel, en het is ook zeer de vraag, of zij een blijvend karakter zal verkrijgen. Is dit inderdaad het geval, dan zal men de hoofdreden wel moeten zoeken in het onloochenbare feit, dat de Fransche republiek gedurende de laatste crisis minder dan ooit allianzfahig was. Terwijl Burgerpligt besloten heeft haar reglement te herzien, en dat wil in hoofd zaak zeggen, haar programma in overeen stemming brengen met den eisch des tijds, is nevens haar een kiesvereeniging opge richt, Amstels-Burgerij geheeten. Waarom deze kiezers de wedergeboorte van de oude, zoo goed ter faam staande, kiesvereeniging niet hebben afgewacht, weten wij niet. Het liet zich toch denken, dat het radicaal pro gramma, door de nieuwe kiesvereeniging aan genomen, ook in Burgerpligt, zij 't ook in andere woorden vervat,zal worden goedgekeurd. Misschien is de oprichting dus voorba rig, vooral nu de samenstelling van het pro gramma niet genoeg overwogen schijnt, daar het radicalisme en het conservatisme er op zon derlinge wijs in zijn dooreengemengd, wat noodzakelijk lot ernstigeii strijd in den boezem dier vereeniging en tot groote moeilijkheden bij het kiezen van candidaten zal leiden. Toch moet men zich er over ver blijden, dat de hoofdstad al weder een nieuw teeken van politiek leven geeft, en n dat wijst naar die richting, welke, ook o. i. de eenige mogelijke voor de toekomst is. Het doctrinaire liberalisme, hoezeer ook bij de radicaal gezinden nog niet geheel over wonnen, heeft, het blijkt steeds duidelijker, zijn tijd gehad. Zelfs in de «Grondwet", achten wij het niet volkomen veilig. Het zal, zoo als Mr. v. Houten te Rotterdam heeft gezegd, niet aan het IJ, maar aan de Maas haar vesting moeten vinden. In de hoofd stad ontwaakt het, ook door ons^zoo lang en vurig begeerd, nieuw leven. III. Trapsgewijze had het gevoelen, dat de nieuwe predikant toch een verduiveld net inensch moest zijn, zich baan gebroken. Vooral de innemende wijze, waarop hij hun afgezant had ontvangen, dien zij na volbrachte zending onmiddellijk aan de bizondere hoede van den gemeente geneesheer hadden toevertrouwd, had hem dadelijk als een volkomen gentleman doen kennen. Ook de eerste zondagspreek liep goed van stapel. Enkele onaangename gezegden, betrekking hebbende op de zonden en gebre ken onder zijne kudde, werden door de Boeren met stilzwijgende verachting gestraft. 's Avonds was er doopmaal. De enkele plechtige woorden, die de predikant ter inwij ding gesproken had, waren als een vervelende, doch onvermijdelijke formaliteit, voorbijgegaan en een recht ongebonden vroolijkheid begon zich te ontwikkelen. Nadat de honger gestild was, wenkte de gastheer met beteeKemsvolle waardigheid, en ziedaar een steekvat kwam over den vloer naar voren rollen. Het werd aangestoken en goot zijn vloeibaren inhoud in diepe spitse glazen. Waarachtig geen bier of zoeten wijn zoo iets wordt door de ver wijfde Zuidlanders lekker gevonden. Goede, onversneden,heilzame, gezonde brandewijn,.dat streelt lut gemoed der mannen van Dovre. Vroolijk grijnzend spitsten mannen en vrouwen zich op het genot, dat hun wachtte, en ver slonden hun glazen reeds met begeerige blikken. De predikant beet zich op de lippen en zag vastbesloten voor zich bereidde hij zich wellicht tot een nagelproef voor? Nu stond, de gastheer op met een vriendelijke bui ging, uit de tijden van koning Harfagar, overhandigde hij de twee grootste glazen aan

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl