Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTEËDAMMlB
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Ieder nommer bevat een Plaat.
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.)
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uit«eyei: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 4 December.
Abonnement per 3 maanden ? 1.?. fr p. p. f l.lEk
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . , . 0.10.
Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . 0.29.
Reclames per regel . . » 0.40.
i ir H o v DI
VAN VERRE EN VAN NABIJ. ONZE PO
LITIEKE TOESTAND, Hl, door Candidus.
FEUILLETON: Een pionier der beschaving, II.
UIT PARIJS, door A. B. KUNST EN LET
TEREN: Het tooneel te Amsterdam, door Alb. Th.
De vertooning van Vondel's Jeftha te Keulen,
(Slot), door J. H. Rössing. La Souris, (Slot).
-L Muziek in de hoofdstad, door H. C. P. D.
Muzikaal Overzicht, door V. Het nieuwe kla
vier. De Vondel-tentoonstelling van het
Koninklp Oudheidkundig Genootschap, I. De
schilder Gallait. Na vijftig jaar. Zonne
bloemen, door Jeromino de Vries, beoordeeld door
y. L. Arnold Ising. VARIA. - SCHAAK
SPEL. Voor Dames, door E-e. ALLERLEI.
RECLAME. BEÜRSOVERZICHT. AD
VERTENTIËN.
Van verre en van nabij.
De afgeloopen week zal blijven behooren
tot de zonderlingste in de geschiedenis der
Fransche republiek. De heer Grévy, die tot
driemalen toe verzekerd had, als president
zijn ontslag te zullen nemen, heeft zich plot
seling bedacht, en de bewerkers van deze
omkeering zijn dezelfde personen geweest,
die in de laatste weken het hoofd van den
staat op de ruwste wijze aanvielen en zijn
goeden naam onbarmhartig door het slijk
sleurden. Men vraagt zich af of men
droomt, als men Rochefort en Deroulède,
voor dezQn keer broederlijk vereend, naar
het Elysée ziet snellen, om den president,
met tranen in de oogen, te verzekeren, dat
hijalleen Frankrijk kan redden.
En waarlijk, de oude president heeft zich
laten bepraten. Hij schijnt niet te hebben
ingezien, dat de leiders der radicalen, der
anarchisten en der chauvinisten want
dezen warea het, die plotseling van zijne
onmisbaarheid overtuigd bleken te zijn
hem slechts gebruikten, om het dreigend
onheil eener candidatuur van Jules Ferry
af te weren.
De gedachte, dat de vroegere medestan
der van Gambetta, de voorvechter eener
autoritaire politiek, die de woorden »/a nation
ne se sent pas assex gouvernée" tot zijne
leuze had gemaakt, de koelbloedige, ener
gieke staatsman, die niet aarzelt tot daden
over te gaan, als woorden niet meer helpen,
door de hulp der rechterzijde op den
presidentieelen zetel zou worden gebracht,
maakte de uiterste linkerzijde met hare
vrienden van de straat des te woedender,
omdat zij zelven het paard van Troje had
binnengehaald.
»Hadden de radicalen werkelijk de macht
zoo schreef de Neue Freie Presse »om
Feuilleton.
Een pionier der beschaving,
»Ei! zie eens aan," merkte de vreemde be
zoeker met vertrouwelijke driestheid op
»wat kun jij een lange pijp rooken!?Ja! je
schijnt een pootige knaap te wezen. En daarom
ben ik gekomen. 'Je weet toch wel, jou voor
ganger, den ouden smeerpoeïs, hebben wij hier
terdege zijn bekomst gegeven. Ja! daarop
verstaan wiv ons goed wij mannen van
Dovredal! Hij heeft nog een heerlijk aan
denken van ons meegekregen, hé?" Als eenig
antwoord las de predikant oplettend verder.
Hij las werkelijk, op dezelfde wijze als men
tot honderd pleegt te tellen, om wat af te
koelen. Maar zijn gezicht was donkerrood.
»Nu hoorden wijlui, dat zij een sterken
jongen vent hadden gezonden, om ons mores
te leeren. Dat heeft ons goed gedaan! En
toen de ouden tot mij zeiden: »Erich, loop er
eens heen en kijk hoe hij je lijkt!" toen ver
heugde ik mij als een sneeuwkoning en
antwoordde: »Ja, dat wil ik en ik zal hem
uitdagen." En zoo ben ik gekomen om mij
met je te meten. Zoo maar tot een voor
proefje, weet je? Wij hebben niet veel
vreugdbetoon < an den dag gelegd, toen je met
vrouw en kroost hier zijt gekomen. Ook niet
veel woorden verspild, dat is niet onze ge
woonte in Nordalen. Maar daden willen wij
een burgeroorlog te doen ontstaan, dan zou
den zij geen oogenblik aarzelen. Maar de
methode der vroegere omwentelingen is niet
meer toepasselijk, want de burgerij deinst
terug voor het in beweging brengen van die
gevaarlijke massa, die in stilte een
zijdelingschen blik werpt naar de paleizen der
rijken, de gelijkheid van aardsche goe
deren eischt, en op het kapitaal ten behoeve
der gansene maatschappij beslag wil leggen.
De kleine kruidenier vermaakt zich, wan
neer hij in zijn blad de hoogstgeplaatste
personen voor verachtelijke wezens ziet uit
maken, maar hij klimt niet meer, zooals
vroeger op de barricade. In Frankrijk ge
looft niemand meer aan zulk een opstand.
Te midden der politieke stormen werd de
Fransche rente geconverteerd; de koopman
bleef rustig in zijn winkel, de bankier sloot
zijn kantoor niet en het maatschappelijk
leven droeg den stempel der
alledaagschheid. Het is mogelijk, dat enkele turners
en leden van de Ligue des Patriotes spek
takel zullen maken, maar de radicalen
hebben niet de macht, om de breede lagen
der bevolking voor hun doel in beweging
te brengen."
Voorloopig is de juistheid van deze opvat
ting volkomen bewaarheid. Toen gisteren
de president tot ieders verbazing de lang
verwachte boodschap aan het parlement
niet afzond, en in strijd met de eenstem
mige verklaring van al zijne oude en be
proefde politieke geestverwanten de stelling
verdedigde, dat de toestand te zijnen gunste
was veranderd, werd de strijd gevoerd
tusschen hem en de volksvertegenwoordiging.
Tot driemaal toe moesten de Kamer en de
Senaat den president op de
allerduidelijkste wijze toeroepen, dat hij op het door hem
medegedeeld besluit om af te treden niet
kon terugkomen, eer hij begreep, dat zijne
zaak verloren was. De straat heeft wel is
waar een woordje mede gesproken, maar de
duidelijkheid dezer demonstratiën liet veel,
zoo niet alles te wenschen over. De bekende
volksmenners waren allen op het appel en
het trio Rochefort, Deroulède en Louise
Michel gaf zich ontzaglijk veel moeite om
eene strooming ten gunste van den president
in het leven te roepen. De militaire macht
van de anarchistische groepen was daarbij
vertegenwoordigd door «generaal" Eudes,
die zijn hoogen rang tijdens de commune
verkreeg en van den tamelijk lachwekkenden
titel nog steeds geen afstand wil doen. Maar
ook deze belangwekkende persoonlijkheid
bleek machteloos. Het volk omringde in
grooten getale het paleis der Kamer, het
verdrong zich bij het Elysée, het trok in
troepen langs boulevards en straten, het
zong de Marseillaise en danste de
Carmagnole, het schreeuwde d bas Grévy, maar ook
a bas Deroulède; d bas Ferry, maar ook
toonen. Men moet toch laten zien, dat men
eerzucht heeft. Dus heer predikant, bewijs
mij de eer je kale soepjurk uit te trekken en
dan zullen wij samen een dansje maken!"
»Mijn vriend!" begon de predikant met
gesmoorde stem, alsof hij een brok in de keel
had, en las intusschen werktuigelijk verder.
»Hoho! Vriend?! Is 't al zoo ver? Niet
zoo haastig, asjeblieft. Wij mannen van Nor
dalen sluiten zoo gauw geen vriendschap met
den eersten den besten indringer. Kom,
vreemdeling! geen flauwe uitvluchten! Begin
je haast ? Heb je mij verstaan ik wil met
je vechten!"
Daarbij werd hij, als alle onontwikkelde
menschen, steeds wilder en dapperder, hoe minder
de andere zich bewoog. De predikant werd plot
seling doodsbleek en maakte een eigenaardige
zwaaiende beweging met den arm.
»Hoe heet je ?"
»Erich Knudsen!"
»Erich Knudsen, je bent een onbeschofte
vlegel!" zeide hij bedaard, en maakte aan
stalten om verder te lezen.
»Wat? Wat vermeet jij je, melkmuil?
Durf jij zóó tegen een gegoeden, gezeten,
fatsoenlijken landbouwer in Dovre te spreken ?
Dat zul je mij betalen!"
«Verlaat de kamer!"
»Ik, ik? 'k Zou je bedanken! Jij, jij
moet het huis uit, laf bek! Marsch! Ik zal je
wat zeggen, heer predikant. Wij hebben hier
geen zwartrokken noodig; zulke hongerlijders
als jij, lammeling, kunnen wij best missen!
Sla je boek toe, zeg ik!"
De predikant scheen ook eindelijk tot het
zelfde besluit te zijn gekomen. Hij was juist
genaderd aan de woorden:
»A1 ware het, dat ik de talen der mensehen
d bas Rochefort, en ten slotte gaf het door
een d bas Bismarck aan zijn partriotisme
lucht. Veel meer dan de door Parijzenaars
eigene ondeugende lust, om schandalen bij
te wonen en zelf een weinig schandaal te
maken, kwam hierbij niet voor den dag, en
de leiders der beweging hadden zeker op
meer gehoopt.
President Grévy heeft zich eindelijk ge
wonnen gegeven. Maar de boodschap, waar
mede hij zijn besluit om af te treden bij de
Kamers en den Senaat indiende, getuigt meer
van spijtigheid dan "" van waardigheid. Hij
erkent, dat het votum van de vertegenwoor
diging hem het nemen van ontslag oplegt,
maar hij verzekert tevens, dat hij het recht
en den plicht had om te blijven. Waarom
bleef hij dan niet? Hij zegt uitdrukkelijk,
dat wijsheid en vaderlandsliefde hem dron
gen af te treden, maar werpt tevens alle
verantwoordelijkheid voor de gevolgen van zich.
Als de heer Grévy zijne motieven juist voor
stelt, hoe kan die verantwoordelijkheid dan
zwaar zijn ? Hij meet in» het breede de
diensten uit, die hij aan de republiek heeft
bewezen, alsof al hetgeen in de laatste jaren
op de credit-zijde der republiek komt, zijn
werk was geweest. En hij verzekert ten
slotte, dat de slag, die hem treft, tegen de
republiek is gericht, alsof hij van den heer
Daniël Wilson nooit heeft gehoord! Waar
lijk, Grevy's laatste staatsstuk is geen mees
terstuk.
Mogelijk heeft de Fransche republiek reeds
een nieuwen president als dit blad onder de
oogen onzer lezers komt. Voorspellingen
zijn nog altijd even onzeker als acht dagen
geleden. De linkerzijde is verdeeld, maar de
rechterzijde niet minder, en daarenboven
houdt deze laatste haar spel geheim. Ver
klaart zij zich bij de eerste of tweede stem
ming voor Jules Ferry, dan is diens verkie
zing zeker. Zulk een resultaat zou voor
Frankrijk een gelijk mogen heeten, want het
wordt meer dan tija, dat weder eene krachtige
hand aan het roer komt. Mannen die het
oor leenen aan de inblazingen van den heer
Clemenceau en diens compromitteerende
vrienden, bereiden slechts den weg voor eene
militaire dictatuur of voor eene monarchale
restauratie. Had de aarzeling van den heer
Grévy wat langer geduurd, dan zou het be
wijs voor deze stelling waarschijnlijk reeds
geleverd zijn.
Voor zoover de Europeesche politiek zich
niet met de gebeurtenissen in Frankrijk bezig
houdt, staan steeds de geruchtmakende
onten der Engelen sprak, en de liefde niet had,
zoo ware ik een klinkend metaal of luidende
schel geworden."
Hier staakte hij zijn vrome overpeinzingen,
stond op en gaf den boer een geweldige
muilpeer. Daarna sloot hij zijn boek, legde
het op de tafel en spoog met veelbeduidende
gemoedskalmte in zijn handen. Hij zag nu
bleek noch rood.
»Verlaat de kamer !"
Als eenig antwoord richtte de voor de
deur nedergetuimelde boer zich op, en stortte
zich met opgeheven vuisten, als een wolf,
op zijn tegenpartij. De predikant pakte den
opgewonden jongeling met beide vuisten
beet en slingerde nem in de hoogte. Daarna
nam hij hem als een werptuig in de han
den en wierp hem over de gesloten onder
deur langs de trappen naar beneden op
de plaats. Alles merkwaardig koelbloedig
en snel. Erich Knudsen maakte niet veel
spektakel beneden. De kleine predikants
zoon sperde zijn groote oogjes verwonderd
open, en zag met verbazing den grooten man
over zijn hoofd heen vliegen en langs de tre
den omlaag rollen. Papa speelde zeker Metebal.
Niettegenstaande zijn ontsteltenis, schreide
hij echter niet; het geheele geval kwam hem in
tegendeel zoo grappig voor,dat hij moest lachen.
Later werd hij ernstiger en zag met groote
voldoening, hoe de gevallen Titan daar be
neden in den Tartarus, allengskens zijn ge
kneusde armen en beenen als het ware
bijeenzocht en langzaam, onder al het gewicht
van zijn waardigheid, zich uit de voeten
maakte. Zijn zending was boven alle ver
wachting geslaagd.
hullingen van den heer Von Bismarck, waar
van de Kölnische Zeitung de primeur
had, op den voorgrond; zooals men weet,
wil de rijkskanselier den czar het bewijs
hebben geleverd, dat door Orleanistische in
triges eene scheeve voorstelling was gegevea
van Duitschland's staatkunde
tegenover.Rusland en dat de lieden, die dit complot op
het touw hadden gezet, zelfs niet voor
vervalsching van documenten waren terugge
deinsd. Het schijnt dat deze onthullingen
moeten dienen om eene aannemelijke verkla
ring te geven voor eene in de laatste dagen
onmiskenbaar geworden toenadering tusschen
Duitschland en Rusland. Buiten de
regeeringgkringen en de door haar rechtstreeks ge
nspireerde bladen merkt men echter van.
deze toenadering niet veel, en het is ook zeer
de vraag, of zij een blijvend karakter zal
verkrijgen. Is dit inderdaad het geval, dan
zal men de hoofdreden wel moeten zoeken
in het onloochenbare feit, dat de Fransche
republiek gedurende de laatste crisis minder
dan ooit allianzfahig was.
Terwijl Burgerpligt besloten heeft haar
reglement te herzien, en dat wil in hoofd
zaak zeggen, haar programma in overeen
stemming brengen met den eisch des tijds,
is nevens haar een kiesvereeniging opge
richt, Amstels-Burgerij geheeten. Waarom
deze kiezers de wedergeboorte van de oude,
zoo goed ter faam staande, kiesvereeniging
niet hebben afgewacht, weten wij niet. Het
liet zich toch denken, dat het radicaal pro
gramma, door de nieuwe kiesvereeniging aan
genomen, ook in Burgerpligt, zij 't ook in
andere woorden vervat,zal worden goedgekeurd.
Misschien is de oprichting dus voorba
rig, vooral nu de samenstelling van het pro
gramma niet genoeg overwogen schijnt, daar
het radicalisme en het conservatisme er op zon
derlinge wijs in zijn dooreengemengd,
wat noodzakelijk lot ernstigeii strijd in
den boezem dier vereeniging en tot groote
moeilijkheden bij het kiezen van candidaten
zal leiden. Toch moet men zich er over ver
blijden, dat de hoofdstad al weder een nieuw
teeken van politiek leven geeft, en n dat
wijst naar die richting, welke, ook o. i.
de eenige mogelijke voor de toekomst is.
Het doctrinaire liberalisme, hoezeer ook
bij de radicaal gezinden nog niet geheel over
wonnen, heeft, het blijkt steeds duidelijker, zijn
tijd gehad. Zelfs in de «Grondwet", achten
wij het niet volkomen veilig. Het zal, zoo
als Mr. v. Houten te Rotterdam heeft
gezegd, niet aan het IJ, maar aan de Maas
haar vesting moeten vinden. In de hoofd
stad ontwaakt het, ook door ons^zoo lang
en vurig begeerd, nieuw leven.
III.
Trapsgewijze had het gevoelen, dat de nieuwe
predikant toch een verduiveld net inensch moest
zijn, zich baan gebroken. Vooral de innemende
wijze, waarop hij hun afgezant had ontvangen,
dien zij na volbrachte zending onmiddellijk
aan de bizondere hoede van den gemeente
geneesheer hadden toevertrouwd, had hem
dadelijk als een volkomen gentleman doen
kennen. Ook de eerste zondagspreek liep goed
van stapel. Enkele onaangename gezegden,
betrekking hebbende op de zonden en gebre
ken onder zijne kudde, werden door de Boeren
met stilzwijgende verachting gestraft.
's Avonds was er doopmaal. De enkele
plechtige woorden, die de predikant ter inwij
ding gesproken had, waren als een vervelende,
doch onvermijdelijke formaliteit, voorbijgegaan
en een recht ongebonden vroolijkheid begon
zich te ontwikkelen. Nadat de honger gestild
was, wenkte de gastheer met beteeKemsvolle
waardigheid, en ziedaar een steekvat kwam
over den vloer naar voren rollen. Het werd
aangestoken en goot zijn vloeibaren inhoud
in diepe spitse glazen. Waarachtig geen bier
of zoeten wijn zoo iets wordt door de ver
wijfde Zuidlanders lekker gevonden. Goede,
onversneden,heilzame, gezonde brandewijn,.dat
streelt lut gemoed der mannen van Dovre.
Vroolijk grijnzend spitsten mannen en vrouwen
zich op het genot, dat hun wachtte, en ver
slonden hun glazen reeds met begeerige blikken.
De predikant beet zich op de lippen en zag
vastbesloten voor zich bereidde hij zich
wellicht tot een nagelproef voor? Nu stond,
de gastheer op met een vriendelijke bui
ging, uit de tijden van koning Harfagar,
overhandigde hij de twee grootste glazen aan