De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 18 december pagina 5

18 december 1887 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

c ? meldt, voor enkele dagen te Weenen over leden. Hauser was in 1822 te Pressburg geboren -en had zgne opleiding genoten van het Weener Conservatorium, onder Böhm en Mayseder. In liet jaar 1839 begon h\j zjjne virtuozen-loopbaan, ?die hem in den loop van het vierde eener eeuw niet slechts in alle landen van Europa bracht, maar ook in Noord- en Zuid-Amerika, Egypte, Indiëen Australië. Hij heeft zijne avonturen en ?ervaringen op die reizen zelf beschreven onder den titel Wanderbu.dk eines Oesterreiehisehen Virtuozen". Miska Hauser bezat een buitenge?wone techniek, waarmede hij overal verbazing en bewondering wekte. Ofschoon Weenen zjjne ?eigenüjke artistieke vaderstad was, heeft hy' zich daar slechts zelden laten hooren. Zijn laatste kunstreis naar Duitschland maakte hij in 1874; hij bezocht toen, indien wij ons wel herinneren, ook «ras vaderland. Sedert dien tijd leefde hij stil te Weenen. Een interessante uitvoering heeft te Parijs plaats gehad op het laatste Zondagsconcert van Colonne, ?waar Massenet's Marie Madeleine ten gehoore weid gebracht, een werk, dat voor vijftien jaren ^werd geschreven, maar destijds slechts enkele uit roeiingen beleefde. Massenet noemt zy'ne com positie een Drame sacré; van hetgeen wy onder «en Oratorium verstaan heeft het zeer weinig, en de dichter Gallet heeft aan zyne hoofdfiguur Meryem van Magdala, de phantasieën van Renan ten grondslag gelegd. Het werk uit Massenet's -eerste periode staat in geen enkel opzicht achter bij zijne latere scheppingen, de Hérodiade en den ?Cïd; het is minder gezocht, bescheidener, schoon toch effectvol, geïnstrumenteerd, en rijk aan me lodische schoonheden. De uitvoering vond zooveel bijval, dat ze nog eenige malen zal worden heriaald. Kobert Planquette, de componist van de Cloches de Corneville, heeft een nieuw werk voltooid, Nectarine geheeten. Het libretto is van de hand der heeren Farnie en Hersée; het stuk speelt te JParijs tusschen de jaren 1S20 en 1830. Een zeer interessant stuk uit Wagner's vroeg ste periode, dat in zyne Sammtliche Werke niet opgenomen is, en waarschijnlijk nooit zal worden -opgenomen, is dezer dagen door de Hamburger Correspondenz openbaar gemaakt. Het is eene Theateranzeige", gedrukt op een blad papier van quarto-lormaat, waarin Bichard Wagner, ?destijds (1837) kapelmeester te Riga, het publiek nitnoodigt tot het bijwonen zijner benefiet-voor stelling. Ziehier het stuk in zijn oorspronkelijken -vorm: Xt)eater=§lnjcige. <5onnabenb, ben 11. december 1837, iuirb pm !8ortf)cile beêUuterjfidjnetcn 3 u m & r f t c n Male aufqcfüjrt: llorma, grofje roniantifd)c Dper in 2 Sleten t>on fflciïini. £>er Untcrjcichnctc glaubt feinc Skrehruna, für ba§funftliebcnbe Spublicum bicfcr Stabt uidjt bcffcr bcüjatigen ju tonnen, alëeben bnrd) 'bie 2Baf)f biefcr Dj>er jtt fdncmScncffj, todrfjc ?4l)m jundd)ft fttr fcinc SScmüIjungcn urn bic $örbcrung unb fünftige Sluêbilbung jugenblid)= mufifatifd)cr Salentc ber bjefïgen ftfjne bdt>ii= %t iwrben ift. Sïorma" ift bon afkn @d)öpf= ungen Sellintó biejenigc, tocldje neben bcr rcid)ftcn Söldobien^iiUe bic innerfte ©lutf) mit tiefer 2Sa()r()dt bereint, unb felbft bic cntfd)ic= benften ©cgncr neuitalienifdjer SJhifif tyakn biefer Gombofition bie (3crcd)tigfdt imberfaljren laffen, bafj (ie,, jum Jperjen fbrcd)enb, cin innereê©trcben jcigc unb bcr mobcrncn $(ad)= J)dt nid)t Ijufbige. Sa nun für baêCrinftubircn unb bic tu§= ?ftattung bicfeêSScrfcê9ükêgefd)c[)cn, fo barf id) t§ij>ob,l magen, baêtb,eatediebcnbe spublicum gehorfamft einjulaben, unb id) tl)iie bieöin ber freubigen ,£offnung, bafj mcin biêfxrigcS cifnge Bcftrebcn, aaf mdncin flatje mög[id)ft ntciner 1JJfïid)t ju gciHtaen, tyrilncljmenbc unb iiad)fid)= Jige ?lncrfcnmmg gcfunbcn Ijabc. Sfliga, ben 8 (December 1837. 9ïid)arb SSaijner, Ga^effmeiftcr. Wagner als de gehoorzame dienaar van het publiek, buigingen en strijkaadjes makend, en Bellini's Norma met warmte aanbevelend als inni:gen gloed met diepe waarheid vereenigend", als sprekend tot het hart", als vrij van alle moderne oppervlakkigheid," als volkomen geschikt om zelfs de. meest besliste tegenstanders der IrSliaansche muziek te bekeeren ziedaar wel het beste bewijs, dat de meester" in zijne jonge jaren zwakke oogenblikken heeft gehad, en dat hij niet minder dan anderen heeft gerookt op de altaren der valsche goden, tegen welke hij later zulk een 'geweldigen en gerttchtmakenden beeldenstorm heeft ondernomen. De inspecteur der gedenkteekenen in de Italiaansche Marken, Sacconi, heeft den minister van onderwijs de ontdekking medegedeeld van een tot nu toe onbekend portret van Dante in haut relief. Het bevindt zich in den linkervleugel der prachtige deur van de kerk San Francesco te Ancona en dagteekent uit de eerste helft van de vijftiende eeuw. Wij hebben in het vorig nummer van het Week blad melding gemaakt van de treurige verdeeldheid, waartoe eene bigotte en bekrompen oppositie tegen het plan, om te Düsseldorf een standbeeld voor Heine op te richten, aanleiding heeft gegeven. 'Gelukkig heeft een vorstelijk geschenk goedgemaakt, ?wat eene jammerlijke kleingeestigheid trachtte te bederven: de keizerin van Oostenrijk heeft eene bijdrage van 50.000 Mark gezonden voor het >: gedenkteeken, waarvan de totale kosten worden .?geraamd op 80.000 Mark. Van H. de Veer's gunstig bekende Kerstvertellingen is bjj den uitgever H. D. Tjeenk Willink te Haarlem een tweede goedkoope uitgaaf ver schenen. Menigeen, die zich met genoegen het verhaal van neef Albert, van neet den makelaar, van 't aardig* vrouwtje, enz. herinnert, zal van deze gelegenheid gebruik maken, om ook anderen door toezending van het nette bandje in de don kere dagon voor Kerstmis eenige aangename uren te doen doorbrengen. Al is bij ons de Kerstlitteratuur niet zoo rijk vertegenwoordigd als in Engeland en Duitsch land, omdat wie zich met St. Nicolaas arm ge kocht heeft, niet genegen is, met Kerstmis weer royaal te wezen, er wordt toch door den boekhandel op de feestdagen gerekend. De uitge ver Tj. van Holkema deed een zestal kerstver tellingen verschijnen van de talentvolle schrijfster die zich vroeger door Het Kerstlichtje naam maakte, mevrouw J. A. C. J. v. R. Het zestal, ieder door Wilm. Steelink van een aardig titel plaatje voorzien, heet: Bob en Micke, Het geheim, De Eerste Prijs, Nijdige Grietje, Dora, en Het sprookje van den Wilgenboom, en is waar schijnlijk omdat de boekjes door de Commissie voor de Zondagscholen van den Nederlandschen Protestantenbond worden uitgegeven. wat prijs betreft zeer bereikbaar gesteld, met het doel om de aardige boekjes bij groote getallen te doen uitdeelen. Het zijn allerliefste verhaaltjes, waarin een moedige en blijmoedige wereldbeschouwing aan de kinderen gebeerd wordt, al is er dan ook geen enkel, waarin niet terwille der tegenstelling eerst tranen met tuiten worden gehuild. Het is geen kleine verdienste, in een twintigtal bladzijdjes een aardig, bevattelijk, leerzaam en onderhoudend drama'tje aftespelen; mevr. J. A. C. J. van R. heeft zich op uitstekende wy's van die taak gekweten. Wat de plaatjes van Steelink betreft, er is er o. a. n, Het Geheim, dat een meesterstukje mag heeten: het zolder kamertje van den ouden zeeman met al zijn details, de groote schelpen op den eenvoudigen schoorsteenmantel, het schilderij" van het schip tegen het goedkoope behangsel, de kookkachel en de plaatstoof en de muilen, en op den voorgrond het nuffige nest, het nichtje van den ouden scheepskapitein, met haar oom, die zelf een type is, het is een genot, op deze intelligente en artistieke wijze geïllustreerd te worden. Nog andere Kerstvertellingen worden aange boden. De uitgever A. Ró'ssing gaf: De Kerstboom van den Rus Dostojewsky, vertaling van D. van Burchtvliet; het gelijkt veel op Andersen's beroemd sprookje, maar is zoo mooi niet en de illustratie is heel leelijk. De Avonturen van kleinen Vigg, naar het Zweedsch van Victor Rydberg, door Bertha, is een allerliefst, geestig verhaaltje, zonder eenige ziekelijkheid, toch hartelijk en gemoedelijk van den talentvollen Zweedschen schrijver. De Portefeuille bereidt tegen de feestdagen een Kerstnummer, waarin novellen, muziek, gedichten, artikelen over kunst en kunstindustrie en een 65-tal illustratiën zullen voorkomen, en dat ook afzonderlijk wordt verkrijgbaar gesteld. Schaakspel. No. 103. Van G. L. DE BOER te Heerenveen. ZWART. INGEZONDEN OPLOSSINGEN. Door W, v. H. te Delft juist opgelost no. 100 volledig, raadsel van dr. H. H. v. Zouteveen, 99 bis en eindspel 101 met eenige afwijking van de bedoelde oplossing. H. J. den H. no. 101 op eene dan de onze, voorts no. 102 b en c en 100 qua ter en 103, 4 en quater bis en probleem Schüster, C. C. W. M. no. 101 op andere wijze, no. 102 met bis en a, b en c, no. 103. 4, 5 en 6. Voorts no. 100 bis met ter, quater en quater bis, beiden te Amsterdam: D. en W. te Rotterdam no. 101. A. P. te Arnhem no. 102 met letter b. Henri te Amsterdam no. 92 met b en c. Door T. A. Ts te Rotterdam juist opgelost No. 102 met bis. ter en B en C. W. v. H. te Delft 100 quater bis, 16 Dec. 1887. Ook No. 100 bis, ter en 102 met Oud. red. V. dissa. A B. C. met 3, 4 en 6. BRIEFWISSELING. Gothender. Het wordt onderzocht. d e f g b WIT. Wit speelt voor en geeft in vijf zetten mat. (Wit 7 en Zwart 5 stukken met K. b3). OPLOSSING VAN SCHAALPROBLEEM No. 101. No. 101. Eindspel van J. Burt te Bristol. d2 c3 2 d3 d4 3 d4 d5 4 C3 d3 5 d3 d4 6 e4 e5 7 d5 d6 8 d4 c3! c5 c6 (a). c6 d6. c!6 c5. c5 d6. d6 c7. c7 d7. d7 c6, cG d7. c6. c6 d7. b5 b4. d7 d8. b4 X »3. d8 X c7. a3 a2. Of Als l b5 b4 f 2 a3 C3 b3, có b5, 4 X d3 f a5 X d4, b5 a5, e4 c5, a5 b5, 6 e5 e6 en wint. Bij l a5 a4, volgt 2 d3 - <14 f, có d6, 3 C3 b4. dC cö, 4 d4 d5 f on wint. K Oplossing van J. A. Conroy A. l b7 d8, . X T. of Pd. speelt. d8 f7 f mat. of e5 d4; 2 h4 K f mat. o7 X d;i- 2 do X c6 f mat. c6 c5, 2 d6 X d5 f mat. Van Dr. S. Gold. *) *) l g4 d7! enz. Om plaatsruimte te win nen bepalen wij ons tot vermelden van don Isten zet. al f inat- inet variaties. 9 c3 d3! d7 10 d3 d4! 11 d4 d5 12 e5 e6 f 13 d5 c6 14 d6 d7 15 c6 c7 16 d7 d8 Df en wint 14 a3 a2. 15 c6 d6 a2 al D. 16 e6 e7 f mat. Oplossing No. 101. J. M. Brown te Leeds. l wit K. g2!! e5 d4, 2 hl No. 101 van Sigmund Schüster te Budapest. B. l dG fG, gS c, d, of 08; 2 f7 f8 t onv.; 3 fG c, A of e6 of X féf mat. Bij l g8 Elders volgt 2 f7 f8 t, onv., 3 fG X föof f7 f mat. Bij l g7 speelt volgt 2 fG X f7 of gG f, gg g7; 3 f7 f8 t mat- *>e zot l f7 X g7 faalt door g8 c8! PROBLEMEN. Driezet No. 103 bis Prijsprobleem uit het Oplossdngs-Tornooi van het Berlijner schaakgenootschap. Wit K. h2, D. h4, T. fl en 1'4, R. cü, Pd. a2 (6). Zwart K. d5, D. bG, Pd. f5 en g8 (t) pions b3, h5, c6, e6, e5 en d3 (K) met K. do. Tweezet No. 103 ter van C. Plank te Weijbridge. Wit K. M, D. d7. R. g5 en gG, pions c3 en f2 (6. Zwart K. e5, T. a5, R. a3 en fö, pions b2 (f) bó, e7 en <« (8 met K. e5. Driezet van Frits Hofmann te München. Wit K. bl, D. (12, Pd. e2 en b3, R. fl en d8, pions a2, c5, f2, g3 en g4 (11. Zwai-t K. e-i, R. h8 en cG, T. a6, Pd. b5 en g5, pions b2, a;i, c5, f3 (10 met K. e4). Wit zet voor en geeft in drie zetten mat. OÜD-AMSTERDAMSCHE VERSCHEIDENHEDEN. Iets over werkliede>ibeiveging in vroegeren tijd. Onze eeuw van stoom en electriciteit heeft niet het monopolie van arbeiderskwestiën en werkliedenverbonden. Die kwestiën en dat zich samenvoegen van verdrukte belangen bestonden bij onzo voor ouders even goed als bij ons, maar in den regel hechtte men er minder beteekenis aan, omdat men de billijkheid er willens of onwillens niet van inzag, en omdat de sterke arm der wet iedere beweging in haren oorsprong smoorde, wanneer de omstandig heden er toe leidden, dat men er de beteekenis niet meer van ontkennen kon. Alles hangt natuurlijk op zijn innigst samen met den toestand, waarin de werkman zich tegen over zijn meester bevond. Do verdiensten regelden zich naar bekwaamheid en naar vraag en aanbod. Slechts in sommige vak ken was een van overheidswege vastgesteld loontarief, dat echter zoover ging als het voeten had, want hier werd het tarief overschreden, om de beste werkkrachten te veroveren, daar werd het wille keurig verminderd wanneer zich arbeiders aan boden, die maar half geschikt waren voor hun werk. { In den regel kon een ervaren werkman zeer goed i met zijn gezin van dat loon rond komen en nog | een duitje overleggen voor den ouden of kwaden i dag. Dit laatste moest hij wel doen wilde hij in zijn grijsheid niet ten laste der publieke liefdadig heid of althans van de goedwilligheid van zijn vroegeren meester, van kinderen of verwanten ( komen. De gilden, die onderstand uit hunne fondsen gaven aan hulpbehoevende gildebroeders, bestonden immers wél voor de meesters, maar geenszins voor de arbeiders, de knechts, oen regel waarop nauwe lijks eenige uitzonderingen zijn op te geve;* met verwijzing naar een paar zeldzame knechtsgilden. Vraag en aanbod werd voor een groot deel ge regeld door eene beperkende bepaling in vele gildekeuren, waarbij het maximum van het aantal knechts, dat n baas mocht in 't werk stellen, werd aangegeven. Was ieder baas van dat getal voorzien, dan bleven de gezellen, die zich van buiten do stad om werk hierheen begaven, van zelven weg of begaven zich tot een ander vak, dik wijls naar zee of in 't leger. Overvloed van aanbod kwam dus betrekkelijk zelden en bijna nooit in onrustbarende verhouding voor, ^enzy een of ander vak in verval geraakte en de eene meester na dan anderen zyne werkplaats sloot. De werkman had echter een geweldigen con current in den leerjongen. Deze leverde zijn leermeesters voordeelen op^ die de werkman niet aanbood. Hij kreeg geeft loon en betaalde nog geld toe of werd in do«~ laatste jaren van den leerty'd met een kleine ver dienste tevreden gesteld. Hij woonde b\j z\jn meester in en moest hem en zijn gezin in aua, opzichten gedienstig zijn. En bij dit alles werktet hij hard, om zich het vak goed eigen te maken, ten einde, eenmaal de leerjaren doorloopen, zicUj als knecht of als meester te kunnen vestigen. Voor allerlei vakken was het aantal leerjongens bepaald.. Meerendeels werden er slechts twee op eene werk plaats toegelaten. In vakken van groot vertier ondervond dit niet veel tegenkanting, maar ia. andere, waar het gezamenlijk aantal knechts niet groot was, zagen deze al spoedig in, dat zulk eea tweetal op iedere werkplaats de markt voor hea niet alleen op het oogenblik bedierf, maar in de toekomst het aantal concurrenten zou doen groeiea.. Al zouden alle dezen nu geen plaats op de werk-» plaatsen krijgen, dan zouden zij wellicht zich^ nederzettten in de omgeving der stad, of clandes^ tien binnen de stad aan het werk gaan. Dit maakte, dat zich tegen deze bepalingen betreffende de leerjongens telkens stemmen ver hieven, en dat de werklieden, wanneer zy hua zin nist kregen hetgeen bijna nooit geschiedde omdat de keuren steeds gehandhaafd werden aan het morren sloegen, zich vereenigden en onder elkaar bepalingen maakten, waardoor zij hun recht dachten te beschermen. Die bijeenkomsten, die in herbergen of tot groote ergenis der overheid op den openbaren weg zoo deden b. v. in 1638 de lakenbereiders aan de Oude brug plaats hadden, werden complotter^en genoemd, en het zich schuldig maken aan dit verboden werk heette men in de zeventiende eeuw courten" Wat er op zulk eene vergadering omging komt in hoofdzaak hierop neder, ,dat de geincrimineerde werkplaatsen vuyl" verklaard werden, hetgeen ten gevolge had, dat ieder complotteerende haar verliet, waarvoor hij het contract met zijn meester verbreken moest, en dat hij iederen omgang vermeed met den werkman, die dit niet verkoos te doen. De overheid, die uit dergelijken wanverhouding telkens lastige opstoot jes, zoogenaamde afstraffingen" zag ontstaan, was lang niet malsch in strafbepalingen tegen zulke werklieden, die zich verstoutten wetten temakea onder elkaar en boeten vast te stellen, die geea van allen van het hoogste gezag waren uitgegaan en derhalve geacht werden te bestaan in strj'd met de orde van zaken. De meester mocht zulke complotteerende werklieden ongeacht het contract na ne waarschuwing ontslaan. Maar het belang van de meesters was met dit krasse optreden soms al heel slecht gediend. De keuren mochten in hun voordeel zijn, nog voordeeliger was het met een beetje schipperen hun winkel gaande te houden, door die keuren niet gestreng toe te passen. Aan den anderen kant waren er meesters, die zich door de knechts niet wilden later ringelooren, en die dan overeenkwa men ten uiterste vol te houden. Van ouds waren de hoedenmakers al even roezig als de wevers en lakenbereiders. In 1633 courtten" zij druk. Een negental van de grootste meesters verbonden zich bij contract van 13 October, dat zij twee leerjongens in dienst zoude* houden. Liep er dan een deel van het volk vai een of meer hunner weg, dan zouden zij den ver laten meester van de hun overgeblevene werk lieden hulp zenden. Ja, zij verbonden ziel om zich niet te onderwerpen aan der knechtei willekeur, al lieten deze hen allen in den steel zoodat zij hunne werkplaatsen zouden moetei sluiten, en bepaalden eene boete van 100 gl aai de armen, die door den overtreder betaald moest worden. Zulke boos gestemde meesters haddei slechts de namen der weggeloopen knechts aai 't gerecht aan te geven, om een bannissemen' over hen uittelokken. Al het courten" van de zeventiende eeuw heef niets geholpen. In 1744 begonnen de katoen drukkers om dezelfde reden hetzelfde spelletje, ei in 1765 volgden de droogscheerders hun voorbeeld Hot aantal goedgezinde werklieden was te groot zoodat de ontevredenen in de minderheid bleven en aan hunne organisatie schijnt veel ontbrokei te hebben. De katoendrukkers, die hunne eigem keuren en ordonnantiën hadden laten drukkei en ronddeelen, verliepen zich volgens de verkla ringen van tijdgenooten in kroegen en in politieki tinnegieterij. Zij begingen den misslag van dei blik naar Frankrijk to wenden. En daarmede w» zekor de best georganiseerde en meest beteeke nentle dezer werkliedenbewegingen verloren spel UIT HET LEVEN EENER ENGELSCHE TOONEELSPEELSTER. Nooit komt de door haar talent en schoonheii beroemde Amerikaansche tooneelspeelster Mar Anderson te Londen, of zij bezoekt het graf va, Engelands grootste tragédienne, Mrs. Siddons. Z is het, die frissche bloemen op de rustplaats de sedert een halve eeuw overleden kunstenares neei legt en die ook op hare kosten den grafsteen en ht hek er om heen heeft laten vernieuwen. Hierui zou men kunnen opmaken, dat de Engelschen d beroemde vrouw, wier portret als tragische muz door Reinolds werd geschilderd, eenigszins vergete hebben. Maar behalve dat het moeielijk is, d herinnering aan eene tooneelspeelster te beware wier stem reeds een halve eeuw verstomde, zy'n « ook nooit goede biographieën van haar verschenei Nu is het Mrs. Kennard evenwel gelukt in ee werk van blijvende waarde, het beeld der groot kunstenares in al het eigenaardige van haar oj treden te schetsen. In dit schoone boek stelt mr Kennard de tooneelspeelster voor als kunstenare als echtgenoote en als moeder. Zij schildert, hc deze bewonderenswaardige vrouw te midden d« verleidingen, waaraan zoo weinigen van hare mi dezusters weerstand weten te bieden, een voorbee van vroomheid en deugd wist te blijven. De groo ste verdienste dezer vrouw bestaat hierin, dat i die niets was dan de dochter van een arm, re

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl