De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 18 december pagina 6

18 december 1887 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.547 fconeeldirecteur, het tooneel in Engeland haar tijd alleen dwaze kluchten opvoer» een tempel van ware kunst en ethica f te "herrennen. De koelheid en trots welke men -Verweet waren niets dan de uitvloeisels van f '?«el den .aard eenigszins teruggetrokken ka Kemble, de vader van Mrs. Siddons, was faier en werd later directeur van een reizend tgjpOdgezelflchap. Hij was gehuwd met eene Mrs. WfÖ, wier vader eveneens directeur van een andeim. -froej» was. Sara, later Mrs. Siddons, was haar ^?t. j)g puriteinsche vroomheid en strenge der moeder zijn de dochter sterk bij-^r?,, .en hebben er misschien toe bijgedragen, SpTflè" groote tragédienne die onbuigzaamheid en tngfeeid te -doen behouden, welke haar benpers hnr TArweten hebben. ||it dien tijd was het rondtrekken van zulk een tÉnjeelgezelschap van. stad tot stad en van dorp tot dorp moeielijk een kunstreis te noemen, tennfUtste In den zin, die er nu aan wordt gehecht. EfK bewoner van Warwick, Walter "White, die Iftctr door zijn Shakespeare-commentaren-naam verMÏBI& hescbrijft in de herinneringen zijner jeugd" iBfca optocht, dien de ouden Roger Kemble met (fia troep door de stad zijner inwoning hield, om uto avondvoorstelling aan te kondigen. ^Tmsachen de andere leden van het gezelschap een klein in wit neteldoek gekleed meisje, wier ?dóór een in zwart fluweel gekleeden page gedragen. Dit waren Sarah en haar broeder JÉemble. Soms werd door de overheden de reorstelling verboden en vervolgde men de kinde«HJ Belials" zooals de tooneelspelers door de oude pjHiteinen genoemd werden, met allerlei beper4ngen en plagerijen. Dit was voor het gezelnatuurlijk eensluidend met hongerleden. Om wet van Sir Eobert Walpole te ontduiken, Kemble pakjes tandpoeder verkoopen voor l shilling per pakje en er dan een plaatskaartje geschenk bijvoegen! De voorstellingen hadden ijtal in een stal, een schuur of in den tuin eeft herberg plaats, en menig maal waren te onkosten niet eens gedekt. Eens bevond steil bet .gezelschap in een ellendig dorp zoniftr een rooden cent te bezitten; Kemble zelf 4«ef twee dagen uitgehongerd in zijn bed om te vervolgingen der schuldeischers te ontgaan, totdat tij ? eindelyk zjjn gezelschap in een veld met knolq$ bracht, om hen op een sober knollenmaal te «tiialen. Een anderen keer moest de voorstelfog zoo geschikt worden, dat het tooneel in het ;r»*i8chap Kent en de toeschouwers zich nog op *t (randgebied van Sussex bevonden. De twee vgeeUen waren door een diepe sloot gescheiden. 5(8 ambtenaren die de tooneelspelers achtervolgtpn, konden toen niets uitrichten, daar hun volCSht slechts tot aan de grenzen reikte. Het was M ellendig, treurig, armoedig bestaan, en het is jpaa onbegrijpelyk, dat Sarah en John zich uit een '40 vernederenden toestand hebben weten op te ièfenr om tot een eigen ideale opvatting der kunst ft geraken. Als men hun niet geheel onverdiend wt verwet van gierigheid en hebzucht naar het hoofd rerpt, moet men niet -vergeten dat de armoede m ontberingen in hun kindsheid geleden, hier na de oorzaak kunnen zijn. ,."Weet g\j ook iets van eene vrouw, Siddons geKtamd, die ergens in uw buurt moet ronddwalen?" chreef de beroemde komiek Garrick in 1775 aan >6B zjjner vrienden te Liverpool. Vier maan(eu later trad zij voor de eerste maal voor het jOndensche publiek in Drury Lane op in de rol in ^PÖrtia" uit de koopman van Venetië" en jijskto fiasco. Haar schoonheid en bevalligheid, \fOl duidelijke uitspraak en haar correct optreden P*S men gerechtigheid wedervaren, maar alle ritici stemden daarin overeen, dat het feu sacr An haar spel ontbrak. Intusschen was zij met B&in Siddons, medespeler in den troep van haar ader, gehuwd; hij was een goed echtgenoot maar en zeer middelmatig tooneelspeler, die later yenwel zijn ondankbare rol als Ie mari de la reine f echtgenoot van de beroemde Siddons zeer goed ervulde. Ka haar fiasco als Portia" zou zij in een stuk an Bates, de. witgewasschen negerin" optreden. Kt .stuk was middelmatig en werd uitgefloten. ftlar Bates, beroemd voor zy'n buitengewone spierfccht, drong met een troep gehuurde boksers de a*J binnen; waarop een algemeen gevecht onttend. De dames in de zaal vielen flauw; Garrick erscheen op het tooneel om te trachten den vrede 9 herstellen, maar een welgemikte oranjeappel toot hem den mond, en den tooneelspeler King, Ie kwam aankondigen, dat het stuk niet meer BBpeeld zou worden, vloog een brandende kaars het hoofd. Alle couranten stonden den uden dag vol over het slechte spel van de ofechoon mrs Siddons geen gelegenheid ad gehad den mond te openen. Z\j trad nog in «alge andere stukken op, maar werd verder door e pers eenvoudig dood gezwegen. Zfl verliet nu Londen weder, maar wel verre an ontmoedigd te zijn, ging zij met vernieuwden wed aan het werk. Zij voegde zich niet wedor ij een reizend gezelschap, maar kreeg een vast ngagement in de provincie. Voortdurend bleef \j studeeren en trachtte haar toehoorders tot het oogere peil van haar eigen opvatting te verhefH». Met groot succes trad zij te Bath op, alwaar orsten en hooge personen in menigte de baden vamen gebruiken. Uit dien tijd is de gekleurde sekening van Lawrence. Mrs. Siddons is daarop Og niet de tragische muze van Reinolds, ook niet e tot volle ontwikkeling gekomen vrouw, door ainsbourough geschilderd, maar eene schoone, nigdige Diana met een zacht edel gelaat, fijn eteekende wenkbrauwen, een kleinen gebogen sas en een fraaien mond. In 1782 trad zij ten tweede male in Drury Lane p en ditmaal met het schitterendst gevolg. arrick had de directie overgedragen aan Sheridan rider wiens leiding het geheele Engelsche tooneel i een etaat van verval was geraakt. Letterlijk seft toen Mrs. Siddons alleen het theater van Tury Lane van een algeheelen ondergang ^ered. p den eersten avond speelde zij als Isabella in Het noodlottig© huwelijk" van Southern, en wist | door haar meesterlijk spel het publiek zoodanig fverrnkking te brengen, dat de heeren weenden i'de dames zenuwtoevallen kregen. De critici waren eenstemmig van oordeel, dat op dramatisch gebied een groote omkeering had plaats gegrepen. Acht dagen werd het stuk avond aan avond opgevoerd. Het plaatsbureau werdletterln'k belegerd. Twee oude heeren plaatsten zich met hun schaakbord voor de deur. Bedienden in livrei brachten den nacht voor het plaatsbureau door, om voor hun meesteressen de beste plaatsen machtig te worden. Van dit oogenblik was de roem van Mrs. Siddons gevestigd. Ook in Dublin en Edinburg trad zij op. Het niet spoedig opgewonden publiek in Schotland werkte in 't begin verlammend op Mrs. Siddons, en toen op een harer hartstochtelijk gespeelde scènes geen uitbarsting van toejuichingen volgde, mompelde zij: Dom volk, dom volk! Maar die kalmte en onverschilligheid duurde niet lang, want toen den tweeden avond een stem uit het publiek jriep : Dat is niet kwaad gespeeld," was deze triviale uitroep voldoende om op eens een grenzenlooze geestdrift te doen losbarsten, zoo zelfs dat men een epidemische koorts, welke er begon te heerschen, de Siddonskoorts noemde, daar men die toeschreef' aan de aanwezigheid der groote tragédienne, die alle avonden een opgepropte menigte in een slecht geventileerd klein theater wist te lokken. Door de geheele wereld is de wijze waarop zij de rol van Lady Macbeth wist te vertolken, bekend en beroemd. Zij zelve verhaalt het een en ander, hoe zij twintig jaar oud deze rol, die zij voor het eerst zou vervullen, bestudeerde. Aan de moordscène gekomen, werd zij zoo door den afschuwe- j lijken toestand aangegrepen, dat zij niet voort j kon gaan, en angstig de kamer uitsnelde, waarbij het ritselen van haar eigen zijden kleed haar in het denkbeeld bracht, dat zij door een spook ver volgd werd. In die rol wist 'zij afschuw en mede lijden te gelyk op te wekken. Iemand die uit de coulissen haar spel zag en dus niet onder den invloed van tooneelillusie verkeerde, zeide later ' dat de tong hem aan het verhemelte had gekleefd en hij zich als medeschuldig aan den moord ge voelde. Mrs. Siddons zelve zegt van deze eerste voorstelling: dat zij haar mantel afwerpend in de kleedkamer voor den spiegel ging staan, om zich nogmaals de juiste intoneering van de woorden; Nog bloed op deze hand" te herinneren, toen opeens haar kamenier verbaasd uitriep: Hemel mevrouw, wat is u van avond opgewonden! Ik verzeker u dat het niets dan wat kleursel is. Ik stond erbij toen de man het gereed maakte." Het werk bevat een menigte kleine trekjes en anecdoten, welke een nieuw licht over Mrs. Sid dons werpen. Miss Kelly verhaalt, dat als Mrs. Siddons als Constance" op haar schouder geleund staat en weent, zij altoos haar kraag vochtig van tranen vond. Mrs. Siddons liet altijd de deur van haar kleedkamer open staan om te kunnen zien wat er op het tooneel voorviel, om beter onder den indruk van de aldaar voorgestelde scènes te blijven. Op haar medespelers had zij door haar overweldigende macht niet zelden een verlammenden invloed. Young speelde eens met haar in Edinbnrg en vervulde de rol van Beverly." De hartverscheu rende wijze 'waarop zij uitriep : Oude man, gij liegt," greep hem zoodanig aan, dat hij sprakeloos staan bleef, ofschoon de soufleur reeds driemaal zijn woorden herhaald had, totdat Mrs. Siddons op haar toetrad, haar hand op zijn schouder legde en zacht tegen hem zeide: Kom toch tot uzelf, mijnheer Young." Macready vertelt iets diergelijks. In Hovve's Tamerlan" speelde zij den dood strijd van Aspasia op zoo realistische wijze, dat het publiek vol afgrijzen het gordijn wilde laten vallen, in de meening dat zij werkelijk dood ging. Ook kluchtige voorvallen vielen er soms voor. In de slaapwandelscène van Macbeth kwam een ion gen, die door een der medespelers was uitgezon den om bier te halen, met zijn kruik, en tot uit bundig vermaak van het publiek, midden in die scène naar haar toe. De illusie was voor dien avond verdwenen. In dezelfde stad moest zij op het tooneel den giitbeker drinken toen opeens een stem van de boven ste gallerij riep : soop it oop lass ! (drink maar toe meisje) waarop het haar onmogelijk was lan ger haar ernst te bewaren. Men zegt dat zij het was die het eerste ontdekte, dat George III krankzinnig was. Deze vorst was bijzonder met haar ingenomen en dikwijls werd zij uitgenoodigd om hem te komen voorlezen. Eens kwam hij op geheimzinnige wijze naar haar too en drukte haar een blad papier in de hand, dat niets dan zijn handteekening bevatte. Mrs. Siddons ging met het papier naar de koningin, die haar zeer bedankte voor den betoonden dienst. VOOR DAMES. Kunstnaald merk. T)c poppendoktorea. Mad. Boucicault. De Czarina. s- Rechlindis. Handleiding bij het. Knnstnaaldwerk door Mejuffrouw Johanna W. A. Naber, uitgegeven door de Erven Bohn. Haarlem. In de algemeeno jaarlijksche vergadering van 1885 der Nederlandsche Vrouwenvereeniging Tesselschadc werd eene prijsvraag uitgeschreven voor eene handleiding bij het Kunstnaaldwerk. Reeds meermalen hooft het Hoofdbestuur van genoemde vereeniging door zijne ijverige bemoei ingen een gunstigen invloed op de ontwikkeling van het Kunstnaaldwerk uitgeoefend en getoond de overtuiging te doelen, dat deze schoone tak van vrouwelijke werkzaamheden hier te lande g heel in verval is geraakt, en inderdaad, wan neer wij nagaan hoe dikwerf voor onbeduidende werkjes, kostbare tijd en duro grondstoffen verbouzeld worden, dan moet het ons niet verwon deren, dat do fraaie handwerken nog bii velen als liefhebberij-bezigheid beschouwd worden en kunnen wij onze hulde aan deze nieuwe poging van genoemd bestuur niet onthouden, eene poging die door de beantwoording van Moj. Naber met het beste gevolg is bekroond. In do Inleiding van het bekroonde werkje toont de schrijfster eerst het nauw verband aan dat tusschen nuttige on fraaie handwerken bestaat, een verband dat voor ieder niot altijd even hel der is, daar de zeer besliste grens van beider gebied en de overeenkomst van menige bewer king door velen niet begrepen wordt. Zij wijst vervolgens op de beginselen der versieringskunst en op het noodzakelijk vereischte, dat doelmatig heid en schoonheid hand aan ha/id moeten gaan, De bewering, dat de wetten, die D"ÏJ hetkunstnaaldwerk dienen toegepast te worden, dezelfde zijn als die, welke de decoratieve kunsten in het algemeen beheerschen, is volkomen juist, maar voorzeker nog i^et doorgedrongen bij allen, die er zich mede bezighouden en toch is deze op vatting de eenige, die er toe kan leiden om met eenvoudige middelen het schoone te bereiken en den bezielenden invloed der kunst in het naaldwerk te doen doorstralen. De schrijfster heeft het werkje in zes hoofd stukken en een naschrift ingedeeld. In het eerste hoofdstuk behandelt zij de ge schiedenis van het kunstnaaldwerk en deelt ons mede dat de Galliërs en Germanen en in het bijzonder de Keltische bewoners der Nederlanden reeds door hunne linnenweverijen beroemd waren en dat zij hunne linnen gewaden met borduurwerk versierden; zij beschrijft den grooten invloed die het Oosten op het kunstnaaldwerk van het Wes ten heeft uitgeoefend, daar de ornamentiek der patronen van de geborduurde en geweven stoften, door de kruisvaarders alj tropeën van hunne tochten meegebracht, werden nagevolgd. Ten tijde van Karel den Groote heeft het kunst naaldwerk onder de beschermende hand der Kerk een zelfstandig godsdienstig karakter verkregen. Toch had de beoefening ervan hoofdzakelijk in het Zuiden plaats, van waar deze tak van nijver heid over Italiëeerst in Duitschland en vervol gens in andere landen van West-Europa werd ingevoerd, alwaar hij gedurende het Romaansch en Gallisch tijdperk een ongewonen bloei bereikte. Toen de weelde zich ook onder de patriciërs en poorters begon te verspreiden, werden kunstnaaldwerk en weefsels meer en meer voor wereldsche doeleinden toegepast en verschaften aan duizende handen een winstgevend bestaan. Ook onder de Renaissance hebben zij eene voorname rol gespeeld. De schitterende costumes uit dit tijdperk, toen kunstenaars als Rafaël, Albrecht Dürer en anderen het niet beneden zich achtten, patronen voor het kunstnaaldwerk ' te teekenen, leveren hiervan het beste bewijs. j Kort en duidelijk worden de verschillende be- j werkingen dezer tijdperken besproken en het het hoofdstuk eindigt met een algemeen overzicht der wetten die bij het kunstnaaldwerk moeten worden in het oog gehouden en eenige bijzondere wenken voor de hedendaagsche toepassing, ivelke voor velen van het grootste nut zullen zijn. Het tweede hoofdstuk geeft een overzicht der ornamentiek van het kunstnaaldwerk. Het bestek van dit kort verslag laat niet toe, bij de bespre king van dit uitgebreid onderwerp stil te staan; zij die eenigszins met de ornamcntleer bekend j zijn, weten hoe belangrijk deze studie is en welk i eene groote voldoening zij geeft bij de toepassing i op het gebied van kunstnijverheid. De schrijfster j hoeft naar mijn oordeel uit de beste bronnen ge- | put en persoonlijk eene goede school doorloopen. i Bij de behandeling der kleuren toont zij aan, j hoe men in de vroegere Europeesche kunst door j de harmonische samenstelling van flinke en krach tige kleuren de schoonste decoratieve werken wist te vervaardigen, eene groote tegenstelling bij onze hedendaagsche kunst, waarbij vooral op het gebied van hot naaldwerk hot geheim der kleurcnharmonie verloren schijnt te zijn en men grootendeels zijn heil zoekt in zwakke en fletse kleuren. Voorzeker vereischt de toepassing van kleuren eene langdu rige en degelijke studie, die met bijzonderen aan leg en fijn gevoel gepaard moet gaan; doch nemen wij een voorbeeld aan de schoone harmonische nijverheidsprodukten, die uit het Oosten tot ons komen en ons onschatbare wenken op dit gebied geven. Het derde hoofdstuk behandelt de ornamentiek in verband met de grondstof en men krijgt een overzicht van de bijzondere eigenschappen van het linnen, het katoen, de wol, de zijde, hot fluweel, het peluche en ten slotte van het metaal, dat bij het kunstnaalwerk eene ruime toepassing vindt. Het vierde hoofdstuk geeft ons een overzicht van d$ techniek van het kunstnaaldwerk en be handelt achtereenvolgens: de maaswerken, het knoopen van franje en macramé, het borduren met den kruissteek, het borduren met den platten steek, en ton laatste de kantwerken. Veel belangrijks en loerrijks is ook hierbij vermeld. In het vijfde hoofdstuk het Kunstnaaldwerk op de School" geeft de schrijfster eenige nuttige wenken om het onderwijs op vaste grondslagen te doen berusten, zonder welke iedere verdere ontwikkeling onmogelijk is. Door den strengen eisch te stellen dat het onderricht geleidelijk opklimmo on het voort bouwen op den grondslag van het reeds geleerde op het gebied van nuttige handwerken, maakt dit werkje op de moeste handleidingen die over dit onderwerp geschreven zijn, eene gunstige uit zondering. Dat ook in dit vak het klassikaal onderwijs boven het hoofdelijk de voorkeur ver dient, wordt niet algemeen ingezien; terecht wijst de schrijfster er echter op, dat men niet verzuimo ook een afgewerkt model in de te behan delen techniek, door de klasse to laten rondgaan. Het eigenaardige van menig naaldwerk bestaat in ccne juiste en zuivere bewerking en deze dreigt door het zeer vergroote model zooals tegenwoordig veelvuldig gebruikt wordt, wel eens verloren te gaan. Ook de invoering van proeflappen is een goede afwijking van de tot dusverre op de scholen meest gevolgde methode. Niet alleen staat het gebruik hiervan in nauw verband met het klas sikaal onderwijs, maar bovenal zijn de proeflappen noodig om daaraan eene reeks moeiclijkheden te loeren overwinnen, en komt ook, door ze met een voudige grondstoffen te bewerken, de waarde van zuivere lijnen tot haar recht. Nog veel te dik wijls wordt bij een handwerkje alloen gevraagd l of het er aardig uitziet; een geliefd modelkleur tje, wat glanzende zijde of schitterend goud draad maken oppervlakkig allicht, een bevredigenden indruk, doch brengen tevens de jeugdige werksters op een dwaalspoor, door haar daardoor de oogen te doen sluiten voor de eischen der* techniek en de keuze van het ornament. De invoering van het borduurraam is op dit oogenblik nog eene onbegrepen nieuwigheid; w\j twijfelen niet of bij goed en degelijk werk zal men de noodzakelijkheid er van leeren inzien en waardeeren. B\j het zesde hoofdstuk, waarin het leerplan behandeld wordt, is een ontwerp voor proeflappen in Holbein, Engelsch en Franech borduursel gevoegd. Dit programma moge weldra op onze hoogere burgerscholen gevolgd worden. Wij meenen dat niet alleen de aldus gevormde leerling aan het einde van den cursus wat van het geleerde zal meedragen, ten minste genoeg praktische bekwaamheid om, indien zij zulks wenscht, zich verder in die richting te ontwikkelen. maar bovenal zullen haar de oogen geopend wor den, voor het onderscheid tusschen oen dames bandwerkje en kunstnaaldwerk. Om zulke leer lingen te vormen moet de onderwijzeres volkomen bekwaam zijn, doch vooral geloof hebben in haar vak, zooals de schrijfster het zoo eigenaardig uit drukt. Zij eindigt met een naschrift, waarin nog eenige bij het patroonteekenen voorkomende meetkunstige werkstukjes besproken en toege licht worden. Door dit alles is het werkje zeer volledig; de eenvoudige en duidelijke stijl waarin het is ge schreven maken het tevens tot een onderhoudend boek, waarin men de meest nuttige wenken kan opdoen; het zal dus niet alleen door hen die zich in het vak wenschen te bekwamen met vreugde worden begroet, maar tevens door allen die belang in het kunstnaaldwerk stellen met genoegen ge lezen worden. E. VON SAHEB. * * * Te Leipzig is een beroemdheid van de kinder wereld gestorven, de poppendokteros." Het was mevrouw Schneider-Schmidt, die na den dood van haren man den in don beginne zeer beschei den, maar later zeer winstgevenden en omvangrijken. werkkring van het poppen-repareeren verkoos. Haar atelier, het hospitaal", was eene merk waardigheid om te zien. Tegen Kerstmis kon men het huis nauwelijks in; de dokteres" was er, met een aantal helpsters, bezig, voor een ba gatel de poppen, kostbare en andere, nieuwe oogen in te zetten, nieuwe kapsels te bezorgen, van armen en boenen te voorzien, op te vullen, en te overtrekken. De oude dame wilde echter alleen voor Leipzig werken; bestellingen naar buiten nam zij niet aan, de Leipziger kinderen zullen dus haar naam in dankbare herinnering houden. * ' * Een sterfgeval van beteekenis in de vrouwen wereld is dat van Mad. Boucicault, do weduwe van Aristide Boucicault, die do reusachtige maga zijnen Au Bon Murchéstichtte. Zij zelve dreet nog tien jaar na haar mans dood de zaak met evenveel succes. Het echtpaar, dat in een soussol in de Rue du Bac zijn winkeltje had, heeft bowezcn wat handelsgeest, onberispelijke admini stratie en orde vermogen, en toen de zaken goed gingen, een belangrijke bijdrage tot de geschiede nis der sociale quaestio geleverd, door aan do J5300 employc's eene positie bijna zonder voor beeld te verschaften. Een pensioenfonds, een kosthuis voor ongehuwde winkeljufl'rouwen, waarin deze zoo goed als voor niet, maar onder bijna kloos terlijke tucht een onderkomen vonden, leeszalen, cursussen, ziekenfondsen, een aandeel in de winst. maakten de betrekkingen bij de firma Boucicault uiterst begeerd. Jaarlijks wordt in Bon Marchf voor 200 millioon francs omgezet; de overledene heeft aan alle employé's aanzienlijke legaten ge maakt, en de zaak zal door eene maatschappij op denzelfden voet worden voortgezet. * ' * De Keizerin van Rusland heeft als verjaarsgeschenk van den Czar een collier van veertig sma ragden gekregen, allen van dezelfde grootte en. dezelfde tint. De juwelier die hot keizerlijk sie raad leverde, heeft, ten einde deze steenen bij elkaar te krijgen, drie jaar de wereld laten rondzoeken. Van de dames dor Russische groote wereld ontvangt de Keizerin, als erkenning van de moeite die zich voor den bloei van naaldwerk en kunstindustrie in Rusland geeft, een eigenaardig cadeau, een naaimachine. Bij inteekening is daartoe do som bijeengebracht; de machine wordt geheel van zilver, met gouden omlijsting. Alles wordt rijk gegraveerd; de bovenzijde van de zilveren plaat, waarop de machine rust, is met edelgesteenten ingelegd. Om de machine is een kastje, in den vorm der Russische Keizerskroon; al de bijbehoorende gereedschappen, oliofleschje, sleutel, enz. zijn rijk mot juweelen bezet. De Keizerin kan zeer goed met de naaimachine terecht; al de dochters van den koning van Denemarken trouwens, Dagrnar, Thyra, Alexandra, konden zeer vlug met de naald terecht en hebben, toen zij trouwden, twee ervan met een toekomstigen keizer, een deel van haar uitzet zelve gemaakt. E-e. Allerlei. Zelfs de melodrama's van de Porte S t. Martin zoudon ternauwernood eene situatie" kunnen aanwijzen, nog dramatischer en spannender, dan de worsteling op leven en dood, op den top van den klokketoren der kathedraal van Cordova ge voerd tusschen een Engelschman en een Zigeunergids. Het was vroeger als plaatselijk gebruik aangenomen, dat ieder bezoeker van Spanje, die een bezoek brengt aan de oude, half Romeinsche en half Moorsche stad, den klokke toren behoorde te bestijgen van Abdoorrhaman's moskee, die thans als een christelijke kerk dienst doet. Toch hebben tegenwoordig weinig personen lust om de talrijke treden te bestijgen van de donkere, kronkelende, half vermolmde trap, hoe verlokkend ook het uitzicht moge zijn i op de oude stad, besproeid door de kalme wateren j van de Gnadalquivir, en met do trotsche sierras j op den achtergrond. In de vorige week nameen j Engelsch Doctor, in den doolhof van gangen en

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl