Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER,
?vooral vs» de onmogelijke brochures, welke on
bekende schrijvers voor eigen rekening laten druk
ken. Dikwjjls zou zij daaruit voer haar gewichtige
aanwijzingen kunnen putten.
Haar als men aan den anderen kant alle
Jrulpoéten en incoherente prozaschrijvers onder
surveillance van de politie wilde stellen, dan zou
men het personeel moeten verhonderdvoudigen
en wühebben geen budget, dat zich
derge?ïgke buitensporigheden zou mogen veroorloven.
Wat intusschen wel ontwijfelbaar en
allerakeligst bedroevend is, het is dit, dat onze negen
tiende eeuw op een zonderlinge manier naar het
«inde loopt. Zij moest een stap nader brengen
aan de ideale beschaving en zy schijnt druk bezig
te' wezen met ons een goed eind weegs terug te
voeren naar de ruwe onbeschaafdheid en weder
voor hare rekening te nemen het oude gezegde:
Jurmo homiwi lupus,
En als zij dan nog maar logisch was met die
beestachtig woeste leer! Maar neen. lederen dag
zjjn wij getuigen van verbijsterende tegenstellingen.
Men predikt, b. v. de heiligheid van den
politieken meord, terwijl men terzelfder tyd de af
schaffing der doodstraf eischt voorf de meest
gekwalificeerde schurken. Men verklaart het
schie* ten op een burger, wiens meeningen men niet
doelt, voor geoorloofd en het gevangenzetten van
«Eeven, die de slachtoffers zijn van de fataliteit,
voor monsterachtig en ongehoord.
Deze vriendelijke prediking, welke zulk een
aangeuamen tegenhanger vormt met de
uitmiddelpuntigheden der suggestionisten, heeft steun
gevonden in een boek, dat zeker de beste be
doelingen heeft, maar naar mijne meening
verschrikkelgk gevaarlijk is, uitgegeven door een
geneesheer, die een waren voorstander van de
? ttntoerekenbaarh'eid blijkt to zyn.
Het is niet voor de eerste maal, dat wy' min
of meer schitterende variaties liooren uitvoeren
op het thema der kleptomanie. Heel zoetjes aan
?wilde men er toe komen, om ons te bewijzen dat
dieven en schelmen slechts ongelukkige slacht
offers zyn en dat de schuld alleen moet gezocht
worden bij -de verlokkende uitstallingen voor de
ninkelramen, welke een noodlottige tooverwacht
op hen uitoefenen.
Den dokter, die op zijne beurt deze quaestie
heeft behandeld, is het voornamelijk te doen om
die dames, die in de magazijnen van nouveautés
hare handen niet thuis kunnen houden, in hare
eer te herstellen. Wat zal men zeggen! het
vleesch is zwak en de behaagzucht is sterk: flu
weel en zijde hebben een glans en weerschijn,
die het hypnoüsme te voorschijn roepen. En dan
heeft men de wreedheid deze niet toerekenbare
. zondaressen naar het politiebureau te brengen!
Foei, dat is schandelijk.
Deze zeer gevoelige dokter ziot niet in, dat
men op die manier even gemakkelijk alle soorten
van verleiding zou kunnen verontschuldigen on
goedmaken. Stel u voor het gezicht van een man,
wien zijn vrouw, die door hem onder zeer facb«uso
omstandigheden verrast was, zon antwoorden!
Beste vriend, lees eens het boek van dokter X. Y.
wSarvan ik hier een exemplaar bij do hand heb;
ik had het voor u gekocht, en gij zult zien, dat
ik werkelijk geen schuld heb. De donkerbruine
oogen van een khap jongmensch oefenen op mij den
zelfden invloed uit als een juweel of een stuk
moirée op de personen van wie de dokter spreekt.
Ik ben dus niet\ toerekenbaar, 't Is werkelijk tegen
mijn wil, dat ik'u bedrogen heb. Kom, omhels my,
en spieken wij er niet meer over."
Wat my verwondert, is dit, dat de verkondigers
van deze demoraliseerende leerstellingen niet in
zien, dat zij met hun fraaie redeneeringen een
voudig bezig zijn om iedere gemeenschap en
maatschappij onmogelijk te maken.
Hun ideaal schijnt te zyn den mensch te ver
anderen in een redeloos dier. Deze aspiratie om
te dalen is wol wat al te overdreven.
Is het niet een wonder, dat te midden van
znlke afdwalingen, zulke losbandigheden en ge
weldplegingen, er nog een zeker aantal getrouwen
gevonden wordt, die genoeg belang stellen in de
dingen der poëzie om de gedachtenis van een
dichter te vieren?
Toch heeft men dat onlangs gedaan in de
comédie Frangaise, waar men voor den eersten keer
den geboortedag van Alfred de Musset herdacht.
Langen tijd was Molière het eenig voorwerp ge
weest dezer op vaste tijden wederkeerende ado
raties. Toen kwam Racine aan de beurt, daarna
, Corneille, eindelijk Victor Hugo. Weldra zal men
zonder twijfel aan Beaumarchais en anderen nog
gaan denken Maar dan wordt het tyd om daar
mede op te houden, want indien die anderen al
te talrijk werden, zou het publiek zijn medewer
king weigeren.
Zoo iets was, waar het Alfred de Musset gold,
niet te verwachten. Hij telt nog genoeg vurige
bewonderaars om aan zijn ovatie den noodigen
glans bij te zetten. Maar als men al te larfg
. daarmede gewacht had, zou dit werkelijk te be
zien hebben gestaan. Want het is zoo klaar als
de dag, dat onze tijd, door al meer en meer koers
te zetten naar het brutale naturalisme, steeds
verder zal gaan verwijderen van het
hartstochtelyke mysticisme, dat in De Musset zijn
welsprekendsten vertolker vond.
Ten dage dat de roman van de liefde wil ma
ken een eenvoudige dierlijke functie, heeft de
vurige droomer der Nuits natuurlijk afgedaan
Voor hem was de liefde een godsdienst, dwaas
als de godsdienst der draaiende dervischen, een
aanbidding der smart, zooals het geloot der oude
martelaren die aanbad.
De liefde is niets meer dan een pathologische
kwestie, van een samenspel van zenuwen en bloed.
De eerste de beste student in de medicijnen zal
u dat even netjes kunnen verklaren als de voor
naamste der Zolaïsten.
Arme de Musset! Neen, gij hebt nimmer de
vrouw beschouwd en begrepen op de wijze van
Pot-bouille, Nana of Germinal! En lang zal het
niet meer duren, als de kanker steeds toeneemt.
of güzult, als eens Ovidius, voor een barbaar
gehouden worden, omdat niemand u meer zal
begrijpen.
Een uur tooneelarbeid, zoo fijn en smaakvol,
200 vol merg en pit, zoo bewonderenswaardig!
Ook al verouderd, uit den smaak den dag van
morgen. Nooit kwaamt gij op het denkbeeld om het
delirium tremens op het tooneel te brengen. Met
het kleinste bosje wortelen onder de accessores.
Onder de spelers geen varkenslager, die ten
aanschouwe van het publiek worst-vleesch hakt.
Oude pruik die gy zijt, pak u weg!
En toch en dat is een uitnemende vertroos
ting heeft men u dien Zondag toegejuicht en
gekroond. Men heeft u onsterfehjk verklaard en
van de echte onsterfelijkheid, ofschoon gij lid zijt
geweest der Académie. De prachtige verzen van
de Nuits d'Octobre hebben de harten diep bewo
gen. De bevalligheden aan uw Caprice hebben
de geesten bekoord. Wij zijn nog niet zóó diep
gezonken als men wel zou geilaeht hebben en
men moet vreezen.
Maar gij moet er u niet te veel van voorstel
len: het is een straal van de ondergaande zon,
die dien avond uw buste heeft verlicht. Binnen
korten tijd zal men u laten voor hetgeen gij zijt,
evenals Lamartine, ook al zoo'n idealist wien men
tegenwoordig een vervelenden wauwelaar noemt.
Wat door dik en dun heen ploetert is
onvcrzoenlyk gekant tegen al wat vleugels heeft. Waarom
had uw fantasie ook vleugels?
Laat nieuwe ^letterkundige omwenteling slechts
pooten toe? A. B.
N
Kunst en Letteren.
HET TOONEEL, TE AMSTERDAM.
Stadsschouwburg: Jubilee van Louis
Bouwmeester.
Frascati: De Groothertog-i n van
Gerolstein.
Do Hoor Bouwmeester heeft, ter viering van
zijn 25-jarige tconeelloopbaan, een goede keuze
van tooneelstuk gedaan. Delavignes Louis XI",
vertaald door den ' Heer 11. J. Schimmel, biedt,
voor een ernstig kunstenaar, een waardig veld aan
om do hoofdrol naar eisch te vervullen.
De beschaafdsten onder ons publiek zijn vol
doende kritiesch ontwikkeld om beurtelings de
meesterstukken van alle tijden te kunnen genie
ten. Dat is eeu der groote voordeelen van den
dag van heden, dat eene eerlijke en diepgaande
beoefening der geschiedenis ons vatbaar maakt
om ons op allerlei standpunt to plaatsen, en dat
we, een stuk van Sardou of van Justus van Maurik
genietende, even zeer de geschiktheid behouden,
om den Warenar", de Phèdre", don Hamlet", la
Calomnie", don Faust" on den Gijsbreght van
Aemstel" den tol onzer waardeering te betalen.
Hoe veel ! t eerder cu lichter plaatsen wij ons dus
niet op het standpunt, om Les Kntauts d'EJouard",
Les Comédiens", of Louis XI", met andure woor
den een stuk in ons op to nemen van Casimir
Delavigne. don vertegenwoordiger van het
eenigszins klassiek gehouden Romantisme.
Dat is ook een geheel moderne daad, schakeerin
gen te waardeeren. Het angstig onderscheiden van
genres heeft uit voor de kunst. In de samenleving
vallen de klassenverdeclingen allengs wech, in
de kunst, die een afspiegeling der samenleving
is, kunnen zij zich niet staande houden.
Er is geen essentieel onderscheid tussehen een
heldendicht en een roman, tusschon een
historieen een </e»re-schilder.
Ook de Heer Louis Bouwmeester is, in dezen,
den besten zin, echt modern. Die hem in Kean"
gezien heott, in Onze goede Buitenlui", of in
Richard den Ille" zou niet gedacht hebben, dat
hij riféestcrlijk voor Autolycusin Wintcr's tale"
kon optreden; en toch is het zoo. De plooibaar
heid van zijn talent is niot een van 's Hoeren
Bouwmeesters geringste hoedanigheden. Hij behoort
tot de geteekenden, wien de geheimzinnige gave
van het genie ten deel is gevallen. Ik heb hem
reeds in den Salon des Variëtés" voor den Man
met het ijzeren masker" zien spelen, en het be
hoort tot de eervolle titels van den Raad van
Beheer der Koninklijke Vereeniging", dat hij
Ie flair gehad heeft, hier iets buitengewoons te
ontdekken.
Do Heer Bouborg Wilson. Direkteur der
Tooneelschool, heelt een ordelijk en levendig geschreven,
aardig gemeubleerd verslag gegeven van Bouwmee
sters tooneelloopbaan. Het staat te lezen in het
jongst verschenen nummer van de Kunstkroniek".
De bekwame beeldhouwer Henri Teixeira de
Mattos heeft een borstbeeld van den gevierde gemaakt,
dat, nog onvoltooid, belooft aan treffende gelijkenis
eene grootsche en charakteristieko opvatting te
verbinden. De Amsterdamschc studenten haddon
Bouwmeester eene serenade willen brengen, maar
de Kerstvakantie is er tussclien gekomen en zij
hebben zich met een eenvoudiger hulde te-vrcde
moeten stellen.
Te midden der vele lauweren en geschonken,
van kunstbroeders en bewonderaars hem opgedra
gen, onderscheidt zich een fraaye zilveren
loverkroon, te zamcn niet do bcncficc cener
tooneelvoorstelling heni aangeboden door een komitee, dat daar
toe voor weinige dagen de handen in elkaar geslagen
heeft. Het is een goede gedachte, dat do krans
uit lauweren en eikenbladen is samengevoegd:
men kan daarin een zinnebeeld erkennen van het
burgerlijk leven, dat in tooneel- en blijspel meer
bizonder geschilderd wordt en van de ideale
waereld, waar verhevener tooneelgewrochten ons
in overvoeren.
De Heer de Leur heeft, in zijn toespraak, van
den jubilaris mot geestigheid getuigd, dat hij zelf
de bouwmeester" van zijn roem was geweest.
Deze XVlI-ceuwsche greep kan ook dienst doen bij
menig kunstbedrijf van onzen primus. Het kre
eren der rollen, zoo-als de Franschen het noemen,
is niet vreemd aan de kunst van den architekt,
en de Heer Bouwmeester heeft, men weet het. naar
de gegevens van Delavigne en Schimmel in
Lodewijk den Xle een charakter gebouwd, waarvan de
deelen, hoe disharmoniesch het charakter zij. eene
schoone en treffende eenheid uitmaken. Do stui
tende mengeling van eerzucht, die bloeddorst
voortbrengt, met dweepery en valsche godsdienst
begrippen, zijn koelheid voor zijn zoon, bij ge.
voeligheid voor vleyerij en onbeininlijke
zinnelykheid, geven een geheel, dat treffend door Bouw
meester verwerkelijkt wordt. Daartegenover komt
de onschuldige, gevoelige en moedige Dauphin
aangenaam uit. Vy'f jaar geleden was deze rol de
eerste, die de Heer Schwab in 't openbaar vervulde
en hij wekte ter-stond rechtmatige verwachtingen
voor zijn toekomst op. Ook nu weer heeft hij de
party goed gezegd en gespeeld, en er waren vry
wat tinten bygekomen, die reliëf aan de figuur
gaven. Het oogenblik der herleving van den vader,
als de zoonk zich de kroon reeds heeft opgezet,
was sterk aa^rypend. Zoo ver wy ons herinneren
waren de goede handen, waaraan de andere rollen
waren toevertrouwd, de zelfde van vroeger.
Morin Dr. Coitier, De Jong Nemours,
Spoor Fratifois de, Paule, Van Schoonhoven
Iristan l'Hermite, Van Dommelen Olivier Ie
Daim, Ising Commines, Wensma Richard,
Mevr. Rössing Marie de Commines, Jufv. Pool
man Martha.
De Heer Bouwmeester, overdekt met bloem- en
lauwerkransen, betuigde, dat dit de schoonste dag
zy'ns^ levens was: en hij had hfit recht dit te
zeggen, want niet alleen aan den kunstenaar,
maar ook aan den mensch was van vele zijden
hulde gebracht.
Als wij ons een kleine aanmerking niet op de
voortreffelijke feestviering, maar op het kunstge
heel der voorstelling zouden veroorloven, dan
moest ons de wenk van het hart, dat men in de
boergondische tijd even weinig kin- en
snorrebaarden droeg als in de Eeuw van Louis XV.
Eere zy Bouwmeester, Van Schoonhoven, Van Dom
melen, Schwab en \\ensma, die zich hetcierraad
ontzegd hebben, 't Portret van S. Franyois de
Paule is mij niet bekend. Wellicht droeg die
een baard.
*
Malheur est bon a queiqite ehose. Eene lichte
ongesteldheid van Mevrouw Buderman, do Diva
van den schouwburg Frascati, was corzask, dat
men nog weer eens eene der operettên van
Offenbach speelde, uit het glansrijkste 'ijdpe k van
dezen oorspronkelijke!!, hoogst eigenaardigen geest.
Wij betreuren niet, dat na Orphéeatixenfers",
dat op Oflenbachs liouffes 300 voorstellingen be
leefde, na La belle Helene" (Variété, 1864),
Barbe-bleue" (-66) en de Grande Duchcsse"
(-67), de wolken van den staatsherael in Frankrijk
zoo zwaar op de stemming van het publiek zijn
gaan drukken, dat .men met liet eigenlijke
operettenyenre gebroken heeft, en men weer, als in La
tille de Madame Angot''', tot hot redelijker genre
der opéra comique is tc-rug-gekomen. Maar on
miskenbaar leeft f r eon frisscho, oorspronkelijke
geest in Offenbaclis werken, en dat hij ^KevJcnaar
als Vondel!) zich in Frankrijk heeft laten
naturalizeoren, komt natuurlijk vóór aan. allen, die zijn
esprit c/aitlois voelen en begrijpen.
Niet-tc-min moet men Félix Jahyer bijstemmen,
wanneer hij van Offenbach zegt: Zijn naam zal
oen van de trouwste uitdrukkingen blijven van
een tijdvak, waarin, naast de buitengewone leven
digheid van den franschen geest, de lichtzinnig
heid en oppervlakkigheid in de keus dor verma
ken ons land zoo duur zijn te staan gekomen."
Do introduktie en het eerste bedrijf van do
Grande Duchessc'1 is, in zijn soort, meesterlijk;
onmiskenbaar is er echter gebrek aan klimming
in dit tooneelwerk, al lachen de mindere goden in
het publiek ook nog zoo luidruchtig om de grap
pen, die in de latere tafercelen ons niet ont
houden worden.
Wij zagen vroeger fan.General Hoiim van Dor
en den Fr-itz van den Heer Kreeft. Vraagt men
ons,ofdc|tegenwoordigerolvervulling(ZicMiH?Kreeft;
jf'V'f'.j?Van Beem) ons evenzeer voldaan heeft, dan
aarzelen wij in ons andwoord. De Heer Kreeft
staat voor niets: hij gaf ons dus een goeden
Generaal; de Heer van Beem is' zeker niet min
der zanger dan zijn voorganger, maar de moeilijke
rol, de kiesche afmenging der komische elementen
in Fritz, kwam ons vóór vroeger meer aan de
Fransche modellen to bcandwoorden. De lieer
Kiehl daarentegen, Ie Prince Paul, was vast niet
minder dan zijn voorganger. Ik spreek niet van
zang, maar van spel. Do trwls zijn menigvuldig
In do operette. Men kent de definitie van het
emplooi trial: cJianfeur s««s roix. Mevrouw Sophie
van Geytcnbeek heeft ons op een beurtelings gra
cieuze, stoute en tedere Duchesse onthaald. Haar
persoon en fysionomie Iconen zich voor deze partij
niet minder dan voor den Peut due, dien wij ook
meermalen met groot genoegen van haar zagen.
Ook de Heer Kelly (Baron, Puck) en Mevr.
Nagt egaal (Wanda) hebben zich verdienstelijk
gekweten.
Het toilet van Mev. Geytenbeck was zeer ver
zorgd. Do kostumen der andere hoofdpersonen
leden wel een weinig aan de gevolgen van
veeljarigon dienst. In onze oogen is dit echter geen
groot gebrek; veel minder dan het tegenoverge
stelde, dat meermalen op de tooneelen voorkomt:
te groote nieuwheid, te weinig blijk van in het
leven des voorgestelden persoons gedeeld te hebben.
Wij wenschen Mevrouw Buderman eea spoedig
herstel.
22 Doe. '87. ALB. TH.
DOOR KINDEREN?VOOR KINDEHEN.
Den SOeil December e.k. zal in den Stadsschouwburg
alhier een zeer eigenaardige voorstelling plaats
vinden, die zeker door niemand, die kinderen heeft,
mag worden verzuimd.
Een aantal kinderen van leden der gunstig beken
de rederijkerskamer Hooger zij ons doel", zal ten
voordeele der Vereeniging Kindervoeding alhier,
een tooneelvoorstelling geven.
Komt papa's en mama's, brengt daar uw kin
deren eens heen. Men zou haast geneigd zijn om
even als wijlen de kermis-omroepers, luid te ver
kondigen; Maakt dat je er bij komt, groote
menschen en kinderen, want die gelegenheid komt
niet weerom! Voorziet u van, plaatsen: Stalles
?2.50; Beneden-logo ?2.50 zijn er nog enkele.
Loges a /"2 NIET meer te verkrijgen maar... er zijn
nog Parterres a ?1,75 en gaandery il ? I.?.
Een heusch tooneelstuk voor kinderen geschre
ven en door kinderen uitgevoerd een heusch
ballet met een klein Arlequintje, eeu miniatuur
I'ierrot en een Colombine in duo decimo. Kijk! dat
mogen de jongelui niet verzuimen. Vaders en
moeders, ooms en tantes, strijkt de hand eens over
het hart en onthaalt uwe kinderen, neefjes of
nichtjes op die voorstelling.
't Zal alleraardigst zijn die dreumissen te
hooren en te zien Ome logéwordt aller
liefst gespeeld door de kleine acteurs, we hadden
gelegenheid op de repetitie een voorproefje te
smaken De schepping van Arleqiiin! Ballet
pantomime met kimst en vliegwerk, toover^en,
enz. Wel! dat moeten ze eens bywonen. Wie
zou niet gaarne de gelegenheid te baat nemen,
om beschaafd sprekende kindertjes op t
tooneel te zien we zagen en hoorden zoo
dikI wy'ls, plat-Amsterdttmsche orgaantjes dat 't
l heusch aardig is om V)k eens niet-Amsterdamsen
te hooren uit kindenhonden. De ouders zulten
zich niet vervelen, want behalve het genot om
de vroolijke gezichtjes hunner kinderen gade te
slaan, wacht hun eeu aangenaam oogenblik door
de Liedertafel Euterpe" die eenige van haar
schoonste zangnummers ten beste zal geven.
Komt jongens en meisjes die dit bij toeval lezen
mocht, plaagt pa en ma of oom en tante zóó lang,
totdat ze u een entree, neen veel entrees voor u
en uw vriendjes present doen.
Op 30 December moet do Stadsschouwburg te
klein zijn om al de kleinen die naar de kleinen
zien, die voor de kleinen spelen, te bevatten. De
plaatsen zijn, behalve aan den Stadsschouwburg,
verkrijgbaar bij de heeren Verweegen & Kok,
Kalverstraat en de boekhandelaars Olivier, Rokin,
en Van Mantgem, Singel.
MUZIEK IN DE HOOFDSTAD.
Aan alle uitnoodigingen, die ons door bestuurs
leden der voornaamste muzikale vereenigingen in de
hoofdstad worden toegezonden, gevolg te geven is
onmogelijk; doch als de beschikbare tijd het veroorlooft
en de uitvoeringen van eenige beteekenis zy'n,
willen wij gaarne onze belangstelling toonen. In
den laatstei tijd was ons 't voorrecht gegund de
twee-en-veertigste uitvoering van Musis Sacrum
bij te wonen. Onze lezers weten dat deze
vereeuiging onder de leiding van den heer Brandta
Buys staat en dat zij zich van de liedertafels on
derscheidt door haar gemen-jd koor.
Het aantal werkende leden is niot zoo talrijk,
dat grootere compositiën voor koor en orkest kun
nen worden uitgevoerd, maar uit de rijke litte
ratuur voor gemengd koor, vooral met pianobege
leiding, wordt door de directie gewoonlijk eene
smaakvolle keuze gedaan on bij wijlen wordt zelfs
het een en ander uitgevoerd, waarvar, den leden
van Musis Sacrum de primeur toekomt. De
damesen heoreii-wcrkende leden geven zich alle moeite
om de jirograiama's naar den eisch ten gehoore .
te brengen, en vinden ecu belangstellend audito
rium, dat met de executanten door allerlei draden
verbonden is. Menigeen zingt voor iemand in de
zaal, zooals 't wel eens van do groote artisten
beweerd wordt, en allen onderwerpen zich gaarne
l aan de intelligente leiding van den directeur, die
j zijn talent en ervaring beide ten dienste der
verceniging stelt. Jn de zaal van het gebouw der
Vereeniging voor den Werkenden Stand
vereenigen zich de leden en het dient ter eere van
het bestuur gezegd, dat met de eischen der
hoffelijkheid in Musis Sacrum niet licht gebroken
zal worden.
liet programma bevatte: 1. Trio inbes-dur op.
11, L. van Beethoven; 2. Recitatief en aria voor
sopraan, uit de opera Jessonda van Spohr; 3. Ro
mance voor viool, op. 40, H. Vieuxtemps; 4. Das
Singenthal, L. F. Brandts Buys; 5. Erlk
uigsTochter, Kiels W. Gade.
Het trio van Beethoven was met het oog op de
executanten en de samenstelling van het audito
rium zeer gelukkig gekozen. Het werd in goeden
stijl gespeeld en door de Heeren Brandts Buijs
(piano) L. Springer (viool) en D. H. F m
(coilo) ook wat de details betreft verdienstelijk
uitgevoerd. Men zou ongetwijfeld wat meer warmte
iu hot spel van den cellist, meer breedheid van
toon bij don violist kunnen wenschen, doch het
algemeene karakter werd goed weergegeven en
dezen executanteu werd terecht veel toejuiching
geschonken. De Heer Springer, die met de ro
mance op. 4 van Vieuxtemps succes wist te behalen,
legt in zijn spel eenige schuchterheid aan den dag,
die bij herhaald optreden van zelf zal verdwijnen.
Als vocale nummers werden uitgevoerd Dus
Singenifial, voor kleine vereenigingen een dank
baar nummer, waarop wij weder de aandacht ves
tigen; Erlkönigs Tochter, dat in Nederland op de
programma's der gemengde zangvereenigingen zijn
vaste plaats heeft. Het koor, dat uit een zestigtal
leden bestond zong met schakeering en zekerheid.
Figuranten zijn er onder de leden van Musis Sacrnm
niet aan te treffen. De heer Orelio trad als solist
met veel succes op, De partij van Olef kwam
geheel tot haar recht; slechts bij uitzondering was
er iu de uitdrukking te weinig soberheid op te
merken. Aan mevrouw Bouman, sopraan, viel een
moeielijkc taak ten deel, waarvan zij zich met
ijver wist te kwijten; de partij der Mutter" werd
door mej. D. B. met smaak voorgedragen en schonk
vooral gelegenheid den goeden aanleg der soliste
op te merken. Dat het den koorleden niet aan
toejuiching ontbrak, spreekt van zelf. De uitvoe
ring verdiende veel waardeering.
* *
Een werkelijke feestavond was het. die verleden
Dinsdag, tal van genoodigden en leden van Euterpe
iu de groote zaal van Felix Meritis vereenigde.
Door de tusschenkoinst van een comité, waarvan
de dames Steinmetz en Jonker de leiding op zich
hadden genomen, word aan H H. werkende leden
en aan hun directeur, den Heer Joh. Messchaert,
naar aanleiding van de overwinning bij den
nationalen zangerswedstrijd te utrecht behaald, een
blijk van hooge waardeering geschonken. Met
eene hartelijke toespraak werd den zangers van
Euterpe, door den Heer Drost hulde gebracht
Een fraai bewerkte dirigeeriessenaar, met toe
passelijke inscriptie, een prachtwerk Kaulbaeh's
Wagnergalerie" met calligraphische opdracht van
de vaardige hand des Heeren Grevenstuk, ware»
de stoffelijke bewzzen vnn ingenomenheid met deH
kunstzin, door Euterpe schitterend aan den dag
gelegd,
Het koor zong, na de oratorische inleiding,
hierboven vermeld, een aantal nummers en be
kroonde op heerlijke wijze den avond met de uit
voering van Brambach's Es muss doch Fröhling
worden", op woorden van Geibel. Al de goeè&
eigenschappen van de liedertafel Enterpe" kwa
men aan den dag: goede verhouding der stem
men, heerlijk timbre, duidelijke en beschaafde
mtspraak, zekerheid bij de attaques, sehakeering- in
de voordracht.
Onder leiding van den heer Messchaert w?Eu»