De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 1 januari pagina 3

1 januari 1888 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 549 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. schrijver der Nieuwe Rotterdamsche Courant behoort klaarblijkelijk tot de best ingelichten en schrijft zijne onwaarheden neder tegen beter weten in, ontziet zich niet, zulks in het openbaar te doen. En de bewij zen van instemming/ontbreken hem niet! Voor de proatressisten is dit een bemoedi gend teeken. Het is een welsprekend bewijs, dat hun optreden en de door hen betoonde ijver ontzag hebben ingeboezemd. Ook verder behooren zij alle krachten in te spannen, om den in Burgerpligt gevoerden strijd tot een goed einde te brengen. H. J. B. Kunst en Letteren. HOOGER ZIJ ONS DOEL". 't Was inderdaad alleraardigst, in den Stads schouwburg gisterenavond; onophoudelijk weer klonk een langdurig en luid applaudisseuiant als bewijs, hoezeer het talrijk opgekomen publiek zich vermaakte bij de voorstelling, die door kinderen van loden der Kon. Letterlievende vereeniging Hooger zij ons doel" gegeven werd, ten vooïdeele der veraeniging Kindervoeding." Onza logé" eeu stukje in 2 bedrijven door den heer D. Eskens J.Bzu. extra voor de jeugdige spelers ges«hreven, werd allerliefst opgeroerd. De kleine tooneelisten maakten door rolvastheid en goed samenspel, menig dilettant en acteur beschaamd. Wat schenen dio 12?16-jarige jon gens en meisjes groot op het tooneel; sommigen zagen er waarlijk niet uit als kinderen en op merking verdient, dat allen zonder onderscheid duideHjk en verstaanbaar spraken, mea verloor geen enkel woord van den dialoog. De Liedertafel Euterpe" gaf daarna een viertal liederen, Dornröschen, das Begrabniss der Rose bei de van A. Dregert, de achtste Psalm van R. Hol en Es muss doch Frühling werden" van Brambach ten beste; onder ademlooze stilte werden de zan gers aangehoord. Waarjijk 't is eon genot om zulk een ensemble te hooren. Euterpe" heeft niet weinig bijgedragen tot het welslagen der voorstel ling; 't aanhoudend en levendig bijvalsbetoon deed de zangers nog een toegift, 't Wiegelied van Brahms", geven. Tut slot van den avond werd ,, de Schepping van Arloquin," ballet-pantomime, vertoond. Met zorg was dit ballet, onder leiding van den h«er Witt, i^estudeerd; het liep uitmuntend; de pantomimiaten wedijverden met elkander wio het wel het grappigst of het mooist zou doen. In n woord net was zoowel voor de kleine als voor de groote menschen een alleramnsantste avond, die in ieder opzicht goed geslaagd mag heeten, vooral omdat er eene belangryke som geldsf voor het goede, wel dadige doel zal overblijven. Eero aan Hooger zij Ons doel,1' dat in waarheid met deze voorstelling een hooger doel wist tebereiken. TOONEEL-UITVOERING VAX D. V. G. 29 Deeerabor spoalde deze Veraesiiging in den Frauscue-Laan-schouwburg: Do jonggehmvdcn" van Björnsterne Björnson, vertaald door T. Terwey en Aan eigen adres", het bekende blijspelletjon van Karl von Holter, naar de eenigszins styvo overzetting van A. L. J. Landré. Het Tooaeolspel, dat in twee bedrijven van zeer bescheiden omvang afloopt, is een greep uit de natuur, zonder pnetensie, bijna zonder dramatische samenstelling. Een natuurljk, haast alledaagsch gev-oel geeft, hier en ,daar, tot aandoenlijke en soms tot fijn-dichter-lyke klauzen aanleiding. Door de optredende lief hebbers" werd ha t stuk op innemende wijze gespeeld. De jonge vrouw, di« voor Laura optrad, is een groote aanwinst voor de Vereeniging. Mevrouw * * is wel goed geweest, zich de rol van moeder -en vooral haar Schandinaafsch-klcinsteedschen hoofdtooi te laten welgevallen. De zelfde dame vervulde mot succes do partij van Vi/rgvnie Wiedermann, in het blyspel. Wij meenden bij haar eenige trekken uit de school eener vermaarde tooneelspeelster te-rug te vinden. De jeugdige debutante, die voor Julie speelde, belooft veel. Uiterlijk en stem staan haar toekom stig succes niet in den weg. Zij staat wat veel en, profil. Het publiek heeft recht op hot nu en dan «n face. Met verwonderlijke verscheidenheid en steeds met veel gemak, speelde do verdienstelijke regis seur in de beide stukjens (voor Ambtman en voor Mumm). Ook de vertaling van den Heer Terwey, hoewel zij ons in een aangename atmosfeer bracht, had de taal van ons dagelijksch leven wel wat meer kunnen naderen. De Voreeniging heeft aanspraak op de belang stelling van al wie van beschaafden toon en aan geboren kunstliefdo houdt. 30 Doe. '87. A. Th. HET NIEUWE DRAMA VAN ALEXA.NDRE DUMAS. L'affaire Clénenceuu. Deze week voerde het Vaudeville-theater, dat tegenwoordig over een der beste koraedietroepen van Parijs beschikt, een drama op, door Armand d'Artois uit Dumas' L'affaire léniencectu getrok ken. Men voorspelde er zich niet bijzonder veel goeds van, daar de verdienste van den roman in het langzaam psychologisch ontleden van een geheel buitengewoon geval lag, on het onnatuurlyke van zulke toestanden, ? de vernuftig ver dedigde parodoxen waarin Dumas genoegen vindt, op het tooneel gewoonlijk nog scherper uttuitkomt. Dartois heeft dan ook de eerste en tweede acte geheel noodig gohad voor de expo sitie en ondanks deze waren de derde en vierde nog niet bevredigend. Alleen do vijfde acte is een meesterstuk en het slot, verrassend en aan grijpend, bevredigde de toeschouwers geheel. Wij willen ditmaal niet aan de Fransche bla den het overzicht ontleenen; de beschouwing in een der Duitsche bladen, door Otto Brandes ge leverd, doet meer de gebreken van het stuk en de oorzaken van den onvolmaakten indruk uit komen; eenige opmerkingen, aan de Fransche bladen ontleend, kunnen eraan toegevoegd worden. Pierre Clémenceau is de zoon van eene brave vrouw, die hy boven alles liefheeft, ofschoon, of liever «mdat zij een fille-mère is, eene verlatene verleide. HU is daardoor ook in eenzaamheid en afzondering opgegroeid, maar een uitmuntend beeldhouwer geworden, die enkel voor zijne kunst leeft. Als roem en geld komen, besluit hij geen ryk meisje te trouwen, maar een, even arm als zijne moeder was, zoodat hij, haar voor den val behoe dend, een ongelukkige redden kan. Het eerste be drijf speelt in het atelier vau Pierres leermeester, den beeldhouwer Ritz. dat de leerlingen voor een groot gemaskerd bal inrichten en Pierre vertelt er deze dingen aan zijn vriend, Constantin Ritz, een komisch dragonder-officier. Op het bal (in de tweede acte) verschijnt ook eene doodarme Poolsche, gravin Dombronowska, als tooneelkoningin gecostumeerd, met hare dochter Iza, die als page verkleed, haar sleep draagt Het meisje is zestien jaar oud, beeldschoon en doodarm. De moeder rekent op dit meisje om haar fortuin te maken, Jules Lemaitre noemt de gravin, met toespeling op Halévy's schetsen, la princesse Cardinal, en hemelt op naïef cynische wijze de schoone vormen van hare dochter op. Het meisje heeft ook geen andere levensbeschou wing. Zij heeft niet gegeten, zij gebruikt nu chocolade, limonade en broodjes met pdtédoor elkaar en valt in slaap op een canapé. Pierre ziet haar en maakt, vol bewondering, eene schets van den slapenden page; het geheele personeel van het bal komt kijken, eindelijk wor.it het meisje wakker en vraagt om de teekoning. Pierre belooft haar die, maar vraagt verlof, ze zelf te komen brengen. Gaarne; rue de l'Ecolo, op de vierde verdieping. Hij gaat er den volgenden dag heen en vindt het meisje alleen; de moeder is naar do bank van loening. Hot meisje vertelt openhartig hoe zij haar brood verdient mot list borduren van beursjes 'en hoe een rijko Rus, Serge Woïnoff, haar wil trouwen, maar in het geheim, omdat zijn schatryko vader or zich tegen verzet. Pierre maakt het meisjo hot hof; hij zal hare buste maken; hij brengt aan do moeder zijne ! spaarpcaningen on trouwt het meisje. l In hot vierde bedryf begint eigenlijk het stuk. Pierre bemint in zijn vrouw eigenlijk alleen het model; haar hart is verdeeld tusschen behoefte aan buitensporige) wceldo en zinnelijke woeste liefde voor haar man. Bij het opgaan der gordijn ziet men haar in rosa tricot; hy boetseert haar; als er iemand komt. zegt hy: kleed u aan!" Zij vindt hot, evenals hy', een genot, in de badende nimfen en bronzen Diana's, die de winkelkasten der kunstkoopors sieren, haar eigen beeld te herkennen. Terwy'l zy dus zinnelijk verliefd zijn. laat zij zich door Serge, wiens vader gestorven is, buitensporige cadeaux goven. Hot heet dat dezo van de moeder komen, wier goederen door don Czar terug gegeven zijn, en Pierre is door de liofde blind. Nu wordt Iza een monster en zolfs zoo, dat het publiek zich verbaast. Constantin Ritz mijdt het huis, omdat hij weet wat er voorvalt. Als gij en uw gezin niut meer hier komt," zegt Iza, zal ik aan Pierre zeggen, dat gij mij lastig viclt en ik u weggejaagd heb." Mad. Clémonceau. on willekeurig getuige van dit tooneel, wordt door een beroerte getroffen. Iza vindt genot in buiten sporige onbesciiaamdheden; zij schrijft zolve een anoniomon brief aan haar man, om zich te be schuldigen cu gaat dan, als hij haar volgt, op hot graf zijner moeder bidden, om hem eens en voor altijd van jaloezie te genezen. Zij vertrouwt hem zelfs het bezorgen van een briefje aan haren minnaar Serge too, met wieu zij onder hot adres ecncr modiste correspondeert. Dit loidt tot de ontdek king. In het huis, waar Pierre het briefje moet brcngeu, woont geon nntdume Ilenrij, couturier ; om goed zijn boodschap te doen, maakt Pierre het briefje open en vindt het overvloedig bewijs van Iza's ontrouw. Do scène tusschen cian en vrouw, waarbij Pierre de gravin en Ritz tot ge tuigen roept, is zeer indrukwekkend. Pierre jaagt, op Constantin's raad, moeder en dochter het huis uit, brengt Serge in oen duol oen vrij ernstige verwonding toe en gaat naar Italië. In hat tweede tableau dar vijfde acte is Iza, onder don naam van Excelsior, eene cocotto de grande marque" geworden; zij is de maitresse van een koning, die haar alleen in het geheim, en van tijd tot tijd, bezoeken kan. Alles wat haar oog begeert bezit zij; toch ontbreekt haar iets, en dit juist is niet voldoende voorbereid en daarom onwaarschijnlijk, de liefde van Pierre. Zij be mint hom, of liever begeert hom. Niemand hoeft haar hem kunnen doen vergoten, en zij weet dat hij haar niet vergeten heeft. Zij weet hem te lok ken en in eon erotische razernij komt hij naar Parijs. Hij wil haar medevoeren; zij zijn nog niet gescheiden; in eenzaamheid zullen zij voor elkan der en voor de kunst leven. Dit wil Iza echter niet; zij kan niet als echtgenoote meer het oog tot haren man opheffen; zij stelt iets anders voor: eene echtscheiding, waarna hij haar amant de coeur zal zijn en do koning haar weelde zal blyven bekostigen. En Pierre is zoo door zijn hartstocht vernederd, dat hij toestemt. Dus ge komt!" roept zij Pierre hartstochtelijk toe. Ik kom; tot van avond!" Van avond kan ik niet", antwoordt Iza kalm. Dit woord doot Pierre's oogen plotseling open gaan voor al het schandelijke van den toestand; de indruk op het publiek was even plotseling en treffend. Pierre grijpt een mes en doodt haar. J'ai tuéIe monstre" zegt hij. De laatste acte hooft veel goedgemaakt. Deze poging tot aanknooping van hot concubinaat aan een huwelijk dat eigenlijk ondanks de wettelijke bevestiging nooit iets anders geweest is, is een uitmuntende vinding", zegt Otto Brandes. Het doet Durnas ala moralist en dramaticus weder kennen. Daarentegen is Iza, als tooneelfiguur, zonder de analyse van den roman, onmogelijk, en Pierre Cl monceau is conventioneel. Het stuk is overigens amusant, vol van den verrassenden dialoog, do g<v waagdheden, zedetrekjes en bonn mots, die men van Durnas gewoon is. Het eerste tooneel, in het atelier, waar de dolle jonge schilders bezig zijn naar het naakt model, een mooi meisje in tricot, te teekenen, is zeer amusant; de Pool sche .princesse Cardinal", half groote dame, half koppelaarster, is geestig geteekend; het geheele stuk is natuurlyk met de uiterste zorg gemonteerd en werd verrukkelijk gespeeld door Mad. Tessandier als de gravin en Raphaël Duflos als Pierre. MUZIEK IN DE HOOFDSTAD. Wie de beteekenisvan Schumann in zijne epische kracht zou willen zoeken, dien ware het eigen aardige karakter van dezen lyrischen toondichter volkomen ontgaan. De uitvoering van Das Para dies und die Peri" door de afdeeling Amsterdam van de maatschappij van Toonkunst heeft het bij vernieuwing bewezen. Wat ons aantrekt in dit werk is de lyriek, de poëtische geur en het coloriet. Men herinnere zich de Nylgeestcn. do schildering der pest, de stervensscène der minnenden, het slotkoor van het tweede deel Schlaf nun und ruh' in Traumen voll Duft." Het derde deel is eenigszins monotoon; licht en bruin zijn niet in gewenschte afwisseling aan gebracht. Is het niet eeno vrij algemeeue eigen schap van compositiën door Oostersche natuur geïnspireerd, dat zij aan eentonigheid leden? Trouwens de zwakke plaatsen in de partituur zoudon stellig verdwenen zijn, indien het onder werp, van een zoo teer karakter als de Peri, in den engeren omvang der cantate ware behan deld De drie episoden verschillen bijna niet van elkander; overal hetzelfde mysticisme, dezelfde melancholische stemming. Er werden wat veel tranen gestort; van ons wordt te lang medelijden geëischt voor eene al te groote reeks van rampen. Daarin ligt de zwakke zijde van het hoele werk. Dat de tochten der Peri en de beschrijving der verschillende streken, waar ze voorbijzweeft, aan Das Paradies und die Peri" don naam van het geographische oratorium hebben doen geven, is onzen lezers bekend en voor die scherts was wel oenigfl aanleiding. Het gedicht van Thomas Moore, in hot Duitsch door Flechsig overgozet en eenigszins gewijzigd, leverde de stof voor het toonwerk van Schumann. De uitvoering was beter dan wij met het oog op do beide concerten in het vorige seizoen ge geven, halden durven verwachten. De leiding van den heer Renteen onderscheidde zich ditmaal in enkele doelen door een karakter van beslist heid, waarvan verladen jaar geen spoor te ont dekken viel. Aan de voorbereiding der koornum mers was allo zorg besteel. Da opvatting van het werk voldeed aan strenge eischen. Doch op e samenwerking tusschen orkest on koren viel nu en dan aan te merken. Dit zal wel niet licht veranderen, zoolang de repotitiën met orkest te beperkt blijven. En het gezag van den directeur, waarom het niet gezegd, vooral onder de orkest leden, kan aan kracht winnen. Grooto of herhaalde afwijkingen in beweging of accentuatie tusschen orkest en koren mogen niet stralfeioos kunnen geschieden. Over eene enkele fout, die aan do onoplettendheid der blaasinstrumenten te wijten was, willen wij den staf niet breken. Bij de meeste uitvoeringen kan men het een en ander opmerken. dat niet in den haak is. Hst onmogelijke moet icen ook niet eischen. Do koren klonken good en wij willen gaarne bekennen, dat de uitvoering van het fraaie slotkour vau het tweede deel Schlaf nun und ruhe in Traumen voll Duft" ons heerlijk genot hooft geschonken. Met de voordracht van het koor, no. 21, O heiige Thranen inn'ger Reuc, in euer santten buhnungsfluth, dio einige, die erste neue Sclmldlo:C Lust r Schuld'ge ruht" behaalden koor en orkest eveneens zeer veel succes en verwierven welverdiende 'toejuiching. Do zang was vol scha keering, do klanksclioonheid trok do aandacht, de geheele interpretatie was voortreffelijk. Minder gelukkig slaafde het koor der Geniën des Nils"; de attaques lieten te wenschun over, en do klank was niet zeer schoon, vooral bij tenoren en sopranen. Als sulisten traden op de dames Fillunger, Hobu en Veltman en de II. 11. Dierich en Messchacrt. De belangrijke partij der Tori was na tuurlijk in handen van Jlej. Fillmiger, die met fraaie middelen en rijp talent zich van hare moeielijke taak wist te kwijten en bij herhaling werd toegejuicht. Do stem klonk intusschon niet zoo vol en frisch, als in vorige jaren het geval was. Doch op den styl konden waarlijk geen aanmerkingen gemaakt worden. Deze artisto zingt steeds zonder het minste effectbejag en wacht er zich wel voor door het aanbrengen van portamento's of smakelooze sforzando's den aard van het kunstwerk te miskennen. Mevrouw Holm slaagde or in door goode voor dracht en stemiddulen toejuiching te verwerven, terwijl Mej. Veldman, wier optreden wy' heden met genoegen zagen, do haar opgedragen taak met veel onderscheiding vervulde. .Do Heer Die rich bleek eon. ontwikkeld kunstenaar te wezen, wiens duidelijke uitspraak, goode phrascering en wel gctirnbrcerd geluid zeer veel waardeering verwierven, ofschoon de voordracht, niet geheel met het karakter van het kunstwerk overeen stemde En du Heer Messchaert overtrof zich zelven in enkele nummers, die voor den aard zijner stenimiddelen 't best geschikt waren. Voor oen werk als Das Paradies und die Peri" is de zaal van het Paleis voor Volksvlijt niet bijster geschikt. Doch het concertgebouwlaat op zich wachten; wij hebhen dus voor lief te nemen wat we kunnen bekomen, gedachtig aan de woorden: yuand on n'a pas ce qu'on aime, il faut aimer co qu'on a. * * * In den I'arkschouwburg is het repertorium weder verrijkt met de hollandsche bewerking van la Traviata". De vertaling is van de hand van Abel, ongetwijfeld een nom de plume", waarachter zich intusscheu geen letterkundige van eenige boteekenis verschuilt en laat uit hot oogpunt vau woordenkeus en versificatie geducht te wenschen over. De opvoering zelve had in den aan vang met groote moeilijkheden te kampen. De tenorziuiger beschikte niet over zijne stemraiddelen en enkele artisten, aan wie de hoofdrollen toe vertrouwd waren, hadden over het kwade seizoen eveneens te klagen. Een enkele maal moest de Parkschouwburg zelfs relache" aankondigen. By de voorstelling, die wy bywoonden, liep al les nog al goed van stapel. De hoofdrol wan ia handen van mevrouw van Zant, die geen voldoen de coloratuur bezit om het eerste bedryf naar de eisch te slagen. Aan stemmiddelen ontbreekt het haar niet, doch haar Kehlfertigkeit" is niet vol doende ontwikkeld. Daarenboven dient men bjj het samenspel in 't eerste bedryf vooral er voor te zorgen, dat de gewenschte distinctie geen oogenblik uit het oog verloren wordt. Violetta kan door haar toon en bewegingen goeden invloed op de gasten uitoefenen en z\j zal wel doen die ge legenheid niet voorbij te laten gaan. Over het spel en gedeeltelijk over den zang waren wy in de volgende bedrijven beter tevreden. De heer van do Kerckhoven heeft een goeden onderwijzer in het lezen of liever in de voor dracht noodig. Wij bedoelen natuurlijk in de voordracht van het Nederlaansch. Want met den besten wil van de wereld zijn wy er tot heden niet in geslaagd heele zinnen te verstaan. Klinkers en medeklinkers worden op zoodanige wijze uitgesproken, de verbindingen geschieden op zulk eene vreemde manier, dat men alleen ia het tekstboek den draad terug kan viuden. Da zang is zeer verdienstelijk, deze tenor léger heeft aangename stemmiddelen; hij zingt met gemak kelijkheid en is tegen de moeielijkheden der rol opgewassen. Het publiek waardeert zulks en ont houdt hem de gewenschte toejuiching niet. De heer Pons d'Orbel houdt van den style précieux"; hij let op zich zelf bij elk woord, bij elke letter greep, hij vreest niet, onnatuurlijk te worden, zingt voorzichtig en spreekt honigzoet. Er moet meer ziel in zijn voordracht komen, meer werkelijk leven, ook in zyn spel, wil hjj succes behalen. Wij geven gaarne toe, dat hg zich op den zang, onder goede leiding heeft toe gelegd; maar alles is conventie in zijn optreden. Valentijn in Faust, d'Orbel in la Traviata worden zoodoende tweelingbroeders, al hebben zij ook geen enkelen faraüietrck met elkaar genieën. Van hot ander personeel hebben wij alleen nog den heer Schmier en mcj. van Reims te vernielden dio beiden verdienstelijk waren. De laatste ver vulde haar rolletje met bevallige bescheidenheid. De koren waren goed ingestudeerd en maakten goeden indruk. Het ovkost, onder de oplettende leiding van den lieer do la Fuente, weerde ziek dapper. Onze stadgenooten zullen wél doen eens in persoon over du opvoering te gaan oordeelen en den Parkschouwburg eeiv bewijs van belang stelling te geven. * * * Op den tweeden Kerstdag werd in het kerk gebouw der Ev. Luthersche gemeente door het koor, waarbij zich eenige dilettanten hadden aan gesloten, de zoogenaamde Messe de Jeanne d'Are'' van Ch. Gounod, uitgevoerd, dio in de maand Juli van dit jaar voor het eerst in de Kathedraal te Reims was ten gehoore gebracht. De componist van Faust on Romeo et Juliette nadert in enkele nummers dezer mis, welke als lofzang op het tekstboek vermeld stond, den stijl van Palestriiia. ofschoon ook moderne harmonieën worden gebezigd. Een Koninklijke Marsch voor orgel, met fanfaren, die veel indruk maken, leidt Uut geheele werk in. Kyrie, Gloria inExcelsisen Sanctus zijn in onzen got'ugeerdeu stijl geschreven. Bij het Benedictus, van minder strengen vorm, treden harpen bij de begeleiding op. liet Agnus Dei is eon heerlijk gebed ; het staat in denzellden toonaard f als Kyrie en Gloria in excelsis. Er waren voor de uitvoering grooter krachten noodzakelijk geweest, dan waarover thans te be schikken viel, Daarenboven was het mannenkoor niet volkomen zeker van zijn taak. zooals uit en kele koornummors moest blijken. De HcerAlbers, die do baritonsoli zong, was in den stijl van het werk niet volkomen doorgedrongen, terwijl de sopraanzangeresse nu en dan met do eischen van den diapason te kampen had. Aan den tenorzanger en do alt mag men een woord van lof niet onthouden. De Heer Sam. de Lange speelde Fantasie en fuga es-dur voor orgel van J. S. ISach en de Sonate van F. Mendelssohn Bartholdy in goeden stijl en mot zijn bekend meesterschap. Ken talrijk publiek woonde de uitvoering bij, dat ongetwijfeld ook den Heer Ant. Averkamp, die door de ongesteldheid van den Heer Dan. de Lange, den koorzang leidde, voor zijn ijver en toewijding zeer erkentelijk zal geweest zijn * * Eenige jaren geleden trad bij een der concer ten van de liedertaiel Oefening baart Kunst", directeur de Hoer Henri Brandts Buys, een jong tenorzauger op, die door zijn fraaie stemmiddeleii en goede dictio allen verraste en op wien wij de aandacht hebben gevestigd. Daar zijn repertoire uit fragmenten van Wagner's opera's bestond, was het misschien te verklaren, dat hij bij geen der bekende opcragezolschappen geëngageerd was, temeer wyl hy in do Fransche taal zong en de wind in Frankrijk voor Wagner nog niet gunstig woei. Intusscheu kwamen de Concerts Lamoureux" ou later de opvoering van Lohengrin" in het Eilen-théatre te Pary's den naam van Krnest van Dyrk" overal bekend maken; hem toch was de titelrol opgedragen die hij, ook naar het oordeel per Parijsche pers, met groote voortreflelijkhoid vervulde. Ons werd voor eenigen tijd medegedeeld, dat deze Nederlander iu 1888 te Bayreuth in die Meistorsinger" zal optreden, wanneer hij althans in het gebruik der Duitschötaal genoegzame ervaring zal verworven hebben. Het strekt aan de directie van do Hoogduitsche Opera te Kotterdam tot eer, dat zij van de gelegenheid, welke ontstaan was, om den heer Ernest van Dyck" voor eenige gastvoorstellingen te engagoeren, ge bruik heeft gemaakt. En het publiek in de hoofd stad, waar hij tweemaal optrad, is er haar dank baar voor. Men zal niet kunnen beweren, dat de stem vau dezen fort-tenor zich door groote kracht onder scheidt. Doch het geluid is helder, vol, van fraai timbre en er is homogeniteit tusschen de ver schillende registers. De voordracht is natuurlijk; zucht naar effectbejag valt bij dezen zanger niet op te merken. Wat de componist geschreven heeft, zingt hij met vollen eerbied en zonder zich te veroorloven door sforzando's of points d orgue of wat ook door tenoren wordt uitgevonden het

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl