Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.5&2
"Jij
behelpen. Ook de excentrieke Engelschman
Wilfrid Blunt moet zijn ijver voor de
,Iereche zaak met gevangenisstraf boeten of
schoon hij een conservatief is en tot de vol
gelingen van Lord Kandolph Churchill
benoort. Wat men ook den secretaris voor Ier
land, den heer Balfour, ten laste moge leg
gen, men zal moeten erkennen, dat hij con
sequent te werk gaat.
Toch raadt de heer Parnell lerland's ver
tegenwoordigers in het parlement aan, zich
niet te bedienen van hun machtigste wapen,
de obstructie. Zijne nieuwe tactiek is geba
seerd op de onderstelling, dat het bondge
nootschap tusschen Tories en liberale unio
nisten noodzakelijk uiteen moet spatten,
zoodra belangrijke onderwerpen van politiek
beleid, die de lersche quaestie niet raken,
ter sprake komen, en dat dit des te eerder
zal gebeuren, naarmate de Ieren aan de
parlementaire werkzaamheid minder hinder
palen in den weg leggen.
De tijd zal moeten leeren, of de scherp
zinnige leider der lersche nationalisten ook
nu gelijk heeft.
Sedert de vergadering van Burgerpligt op
Donderdag 12 Januari is de scheuring in de
Liberale partij een feit. De motie-Wertheim
had bij al hare gebreken deze ne deugd,
dat zij op zeer eclatante wijze en door een
Stemming, waarbij de onderliggende partij zich
niet zonder recht op een moreele overwinning
kon beroemen, aanleiding gaf tot dit feit;
?waarmede men in de toekomst rekening zal
moeten houden en waarmede de liberale pers
reeds op het oogenblik rekening houdt.
De indrukwekkende minderheid, die zich
verklaarde tegen de motie-Wertheim, heeft
de heeren klaarblijkelijk een weinig geïnti
mideerd.
Vóór de beslissende vergadering van Bur
gerpligt was het gewoonte ons radicalen uit
te maken voor schreeuwers, oproerkraaiers,
socialisten en andere dingen, die even vleiend
of ten minste even vleiend bedoeld waren.
Het Handelsblad, dat bij zulk kwajongenswerk
altijd haantje de voorste is, gaf' hierin het
.voorbeeld en dit voorbeeld, het werd gevolgd,
eenigszins schoorvoetend, door zijn
bezadigden collega uit Rotterdam. Men. meende
wellicht, dat een aantal leden van Burgerpligt
1 door dergelijke groote woorden weerhouden
zouden worden om met de radicalen te stem
men.
Na die vergadering evenwel, een geheele
verandering van toon. Wij bieren een troepje
ontevredenen, nu ja; maar wij werden door
geen enkel principieel verschil van de libe
ralen gescheiden. De liberalen van 48, die
hadden nieuwe beginselen van staatsbeleid
voorgestaan en in toepassing gebracht; maar
de radicalen van 83, de eischeii van dezen
onderscheiden zich van die der liberalen
slechts gradueel, door een meer of minder,
dat men meent op het oogeiiblik te kunnen
tot stand brengen. Is men thans misschien
van oordeel, dat de radicale leden van liberale
kiesvereenigingen en van Burgerpligt in de
eerste plaats met een zoefc lijntje moeten
worden overgehaald om in die vereenigingen
te blijven en aich zoodoende moreel te ver
binden voor de eerstvolgende verkiezingen ?
Deze verandering van taktiek geeft te
denken.
Zij getuigt bij Handelsblad en Nieuwe Rot
terdammer niet van groote achting voor de
Mevr. BONNABD. O, ik volg uw raad, zonder
ee»ig voorbehoud Misschien keurt u 't dan ook
af, dat ik, wanneer ik vóór den eten nog eens
wandel, bij den. conflseur Sprankman, een paar
gebakjes gebruik, van die eenvoudige roomsoesjes,
weet u? Die gaven mij soms een aangenaam
gevoel zoo vóór 't diner....
Dr. HAMEB. Gebak is in ieder geval voor u
zeer af te raden neem een glas limonade,
wanneer u bij Sprankman iets gebruiken wilt.
lYfeïr. BONNARD. Zeer goed! en mijn diner, wat
moet ik daarvoor nemen, meestal eet ik, om zoo
te zeggen niets: n bordje soep, n
croquetje. een atoom visch, een of twee doorzichtige
sneedjes filet de boeuf, met een kruimel of wat
aardappel of puree ...
Dr. HAMER. Hum! geen groenten?
Mevr. BONNARD. Een ideetje dopenvtjes of lof,
soms een schijfje, maar altijd een miniatuurschijfje,
ham er bij, of de allerkleinste escaloppe de veau,
die u je voorstellen kunt. Dessert gebruik ik bijna
nooit, alleea een Haagsch beschuitje met een
soufflékaas er op; hoogstens een halve appel en
een stukje gember dat weg te blazen is. U ziet
dus wel, dokter, dat ik hoegenaamd geen aptijt heb.
Dr. HAMER, heimelijk glimlachend, 't Is treurig
mevrouw! maar heh moed en ik zal u genezen.
Uw diner is ongetwijfeld reeds tot een minimum
gebracht, maar toch wenschte ik wel dat u, ter
wille van de kuur die ik u zal laten ondergaan,
alleen soep, vleesch en groente met een paar aard
appelen at. En soupeerde u ook nog?
Mevr. BONNABD. Meestal beproefde ik, tegen
een uur of elf, of ik nog wat gebruiken kon, maar
't was gewoonlijk droevig, dokter. Mijn keuken
meid is uitmuntend, zij maakt heerlijke Salade
au homard of Rissoles de poulet, 's avonds, maar
ik kan er meestal niets van nemen; soms
lukt 't mij om een bagatel patéde foie gras
of een paar schijfjes galantine met een stukje
toast, dat ik van 't theeuurtje overhoud, te nutti
gen, maar 't was gewoonlijk de moeite niet waard
om te noemen....
Dr. HAMEB. Ah zoo! gebruikt u bij de thee
? geroosterd brood, hoe laat mevrouw ?
Mevr. BONNARD. Tk diner altijd precies G uur,
dus tegen half acht komt de thee. Ik drink ze,
sedert ik in Engeland was, altijd op de Britsche
manier, met toast and butter", dat smaakt me
verstandelijke hoedanigheden van hun pu
bliek: maar met, deze kwestie tusschen die
bladen en hunne lezers hebben wij ons niet
in te laten.
Voor ons is zij echter een waarschuwing.
Wanneer deze couranten zich niet ontzien,
om binnen den tijd van enkele dagen de
wijze waarop, en de argumenten waarmede
zij den strijd voeren' zoo volkomen te veran
deren, dan moeten wij ons tegen den tijd der
verkiezingen op alles voorbereiden, elukt
het hun de niets kwaads vermoedende vo
geltjes, die nu nog aarzelen zich bij de radi
cale vlucht aan te sluiten, op den liberalen
lijmstok te vangen, dan zullen zij, als de tijd
der verkiezingen gekomen is, het oproers- en
socialisten-argument, dat nu als verroest wa
pentuig in het liberale magazijn is opgebor
gen, weder te voorschijn halen als een nieuwe
blikken sabel. En zij zullen daarmede op een
blikken schild, misschien ook op een
vuilnisbiik, zoo'n geweldig leven maken, dat den
armen kiezers hooren en zien vergaat en het
stof hun zelf in de eerste plaats om het hoofd
dwarrelt.
Men kan het in ieder geval beproeven, of
zulk een wijze van strijden niet meer indruk
maakt op de kiezers dan op de leden van
Burgerpligt.
Daarom moeten wij radicalen ons zoo vol
komen mogelijk rekenschap geven van den.
toestand, van onze positie en van onze be
ginselen.
Wanneer men den eenen dag tot ons zegt:
E zij t socialisten; en den anderen: gij zijt
eralen en daarbij voortdurend herhaalt, dat
liberalisme en socialisme vlak tegenover elk
ander staan; dan is het zeker hoogst waar
schijnlijk, dat wij noch het een zijn, noch het
ander. Maar met deze waarschijnlijkheid mo
gen wij ons niet tevreden stellen. Wij moeten
toonen, dat wij ons van beide partijen onder
scheiden. Want vele gelijkgezinden, die zien
hoeveel overeenstemming er bestaat tusschen
hunne beginselen en de woorden der libera
len, zullen zich door die schoone woorden
misschien laten verleiden als laatste proef
nog eens met de liberalen samen te werken.
en vele besehroomden zullen zich door het
spook van het socialisme laten terughouden
van samenwerking met ons, met wie zij in
beginselen en streven volkomen overeen
stemmen.
Waardoor onderscheiden wij ons van de
liberalen en waarom scheiden wij ons van
hen af? Ziedaar dus de eerste vraag, die wij
naar aanleiding van de tegen ons gerichte
polemiek der laatste dagen moeten beant
woorden.
Het is mijn voornemen niet thans deze vraag
uitvoerig te behandelen. Reeds vroeger heb
ik in dit blad gesproken over dit onderscheid
en over de redenen dezer afscheiding. Ik wil
nu slechts op n enkel punt in het bijzonder
de aandacht vestigen en naar aanleiding
daarvan aan de radicalen, die nog altijd ge
neigd zijn in de liberale partij te blijven en
deze tot grooter werkzaamheid aan te zetten,
de vraag stellen, of zij werkelijk gegronde
hoop hebben daarmede eenig resultaat te be
reiken.
Men kent een politieke partij uit drie din
gen n!.: uit haar program, uit de propaganda,
die zij daarvoor maakt en uit hare daden als
oppositie en regeeringspartij. Van deze drie
dingen is haar program het beste deel
deiliberale partij. Dit krijgt echter eerst
beteekenis door zijn verband met propaganda en
daden. Laten wij een enkel punt van dit
program eenigszins nader beschouwen.
Sedert 1848 staat op het liberale program
uitbreiding van kiesrecht of liever geleidelijke
uitbreiding van kiesrecht. Sinds dien tijd zijn
gewoonlijk nog 't best.
Dr. HAMER. Ik dank u voor uw inlichtingen.
Mevrouw. Hoe meer ik u hoor praten, des te ge
gronder wordt mijn hoop dat ik u totaal genees,
ten minste als u niet soupeert dat moet ik u
verbieden?-bepaald verbieden.
Mevr. BONNARD. Gaarne gehoorzaam ik. O! dok
ter 't zou me duizenden waard zijn.
Dr. HAMER. Meent u dat?
Mevr. BONNARD. Heusch!
Dr. HAMER. Misschien herinner ik u aan uw
belofte Mevrouw! (lachend,) maar weesniet bevreesd
dat ik u een Billrothsche rekening zal schrij
ven .... ik ben een Hollandsch medicus.
Mevr. BONNARD Ergo: bescheiden, (lachend,)
maar streng, ijselijk streng.
Dr. HAMER. Dat moet u nog ondervinden; ver
oorloof mij mevrouw, dat ik u nu verlaat, ik hoop
over een dag of drie u weer te komen zien.
Mevr. BONNARD. Niet eerder?
Dr HAMBH. 't Zou geen doel hebben. Wanneer u
drie dagen lang in alles mijn raad hebt gevolgd, kan
ik met mijn kuur heginnen (hij buigt). Tot weer
ziens, mevrouw!
Mevr. BONNARD. geleid den dokter tot aan de
deur en zegt, 'k Zal trouw uw raad opvolgen. A
revoir, dokter.
Als de dokter vertrokken is, neemt mevrouw
Honnard weer plaats op de causeusc, ziet een
paar mode-journalen in, verveelt zich verschrik
kelijk omdat zij niet uit kan gaan en dommelt
eindelijk in,
? 't Scherm tolt.
2e Bedrijf.
Speelt drie dagen later.
Personen:
de wed. MULDER.
Dr. HAMER.
VIJF KINDEREN.
Het tooneel verbeeldt een klein armoedig ver
trekje ivaar nauwelijks plaats is voor een
oude latafel, een drietal defecte stoelen, een
potkachel zonder vuur er in. een tafeltje
en een waschtobbc op een bankje. Links
van den toeschouwer een bedstede waarin
40 jaar verloopen, waarin de liberale partij bijna
voortdurend regeeringspartij was. De propa
ganda voor uitbreiding van kiesrecht heeft
zij gedurende al die jaren overgelaten aan
haar vijandige vereenigingen; aan de
antirevolutionnaire partij en aan den Bond voor
Algemeen Stemrecht. Werd er een voorstel
gedaan tot uitbreiding van kiesrecht, dan
maakte zij van hare meerderheid in de Kamer
gebruik om dit af te stemmen.
Eindelijk in 1887 schonk zij door de om
standigheden gedwongen, hare goedkeuring
aan een maatregel, die reeds negen en dertig
jaar op haar program stond, boven alles zor
gende, dat de geleidelijkheid niet uit het oog
werd verloren.
En in 1888, werkelijk; zij, zet weder gelei
delijke uitbreiding van kiesrecht op haar pro
gram. Misschien zal zij in 1927 tot die gelei
delijke uitbreiding overgaan. En nu zou ik
willen vragen: is er n radicaal, die tot zoo
veel geleidelijkheid kan medewerken ? Kan
n radicaal nog uit overtuiging- blijven
behooren tot een partij, die zulk een verleden
achter zich heeft en die niet toont over dat
verleden in ieder opzicht het diepste berouw
te gevoelen ?
Ook zonder principieel verschil, dunkt mij,
onderscheiden zij zich genoegzaam van haar
en hebben zij voldoende reden zich van haar
af te scheiden.
CANDIDUS.
Kunst en Letteren.
HET TOONEEL, TE AMSTERDAM.
Grand Théatre: 40-jarig Jubilee van
Mevrouw Albregt.
De dochter van Engelman (tijdgenoot en mede
dinger van Evers en Jelgerhuys, na de dood van
Snoek).de weduwe van Albregt, de begaafde en
waardige kunstenares, vierde, in den Schouwburg
Van Lier, den 40n verjaardag van haren
tooneeldienst. Het is een belangrijke loophaan, waarop
zij mag tc-rug-hlikken, een kunstenaarsleven,
waarvan de vlam gevoed werd door echte liefde
voor het dramatiesch schoone en die aangehouden
werd. ook toen het beroep zich niet meer uit
noodzakelijkheid opdrong. Het is een nieuwe toe
komst, die voor Mevrouw Albregt aanbreekt, daar
de aard van haar talent toelaat in de keus van
het emplooi met de klimmende jaren mee te
gaan, en de kunstenares verstandig genoeg is zich
daarnaar te schikken Zoo bij ene dan heeft
bij deze aktrice niet het verlangen om te beha
gen, maar om de kunst te doen waardeeren,, haar
steeds bezield en geleid.
Mevr. Atbregt heeft zich eene groote populari
teit verworven, ondanks zich-zclve. Zij heeft ver
trouwd op de toovermacht dor natuur en op de
veelzijdige kracht van het schoone. Men heeft te
recht haar dramatiesch charakter humoristiesch
genoemd : humoristiesch in den uitgestroktsten zin
van het woord Door naïeven geest, door schalke
onnoozelheid, door teer gevoel, aan het dagelijkse!!
leven ontleend, door gemoedelijken ernst, schittert
de hnmorist vaak meer dan door lachwekkende,
boert.
Het zou ons en der feestvierende waarschijnlijk
aangenamer geweest zijn een oorspronkelijk
hollandsch stuk op haar tooneelfeest te zien spelen;
maar nu hiertegen bezwaren bestonden, heeft
Mev. Albregt wijs gedaan den Störenfried" te
geven. Kr ligt in die keuze een kompliment voor
het publiek. Zij bewijst, dat men het publiek acht
vooruit te zijn gegaan, bij de dagen toen de oude
Van Ollefen of een andere verrader" door de
Politie naar huis moest gebracht worden, om niet,
wegcnds de voorgestelde valschhoden, door den
recht geaarden Jan Alleman te worden afgestraft.
Na de volspeling der tol van Mem: Seefeld,
vrouw Mulder lint met het jongste kind,
ongeveer een jaar oud, naast zich.
Als 't scherm opgaat ziet men twee meisjes,
10 en 9 jaar oud, die in een hoekje van
het kamertje op den grond zitten te spelen
met een gebroken pop. Iwee kleine, jongens
van 8 en 6 jaar staan bij de bedstede en
gapen den Dokter, die er voor zit, aan.
Ie Tooneel.
Vrouw MULDER,. Dr. HAMER.
Dr. HAMER. Wel moeder, voel je je nu wat
beter ? Zie mij eens aan. Hum ! nog erg zwakjes
hè?
De Wed. Mulder heeft zich met moeite opge
richt, ziet den Dr. aan, steekt een broodmagere
werkhand uit de bedstede en omklemt daar
mee plotseling des Dokters vingers, terwijl ze
zegt: Duizendmaal dank doktor dat u nog erois
weerom gekomen is. Ja, Goddank! ik voel me
veel beter.
Dr. HAMER. Kom! dat 's goed, dan zal 't wel
gauw weer lukken; wanneer je maar eerst wat
aangesterkt bent dan....
De wed. MULDER, haastig invallend dan
kan 'k weer uit werken gaan, hèdokter? Och,
zóó kan 't ook niet langer en als u er niet was
geweest, dan waren we misschien al ....
Dr. HAMER. Chut! chut! daar spreken we niet
over moedertje, jo eetlust is nu weer in orde, hö?
was 't soepje goed, dat mijn vrouw je gisteren
zond ?
De wed. MULDER. Overheerlijk! ik heb er lekker
van gegeten.
't Oudste jongentje roept: n lepeltje
maar! ....
't Jongste ventje ecenzoo: Wijlui hebben
't gehad, lekker! lekker!
De wed. MLLW.R, haastig. Nou ja, 'k heb de
kinderen ereis mee laten proeven en ....
Dr. HAMER, vat haar hand en roeit haar pols.
Geef mij je pols eens. Hum! Hum! je
hebt gejokt je hebt er niets van gebruikt.
De wed. MULDER, verschrikt. Nou uwe dat toch
iln m'n pols voelen kar, dokter, zal 'k 't maar
bekennen: ik heh de soep aan de jongens gegeven,
omdat (dj is eenigszins verward) omdat ik
er, zoo gezeid, nog geen zinnigheid in had. Och!
ik hoop dat 't uwe niet veraffronteert, maar de
werd Mevr. Albregt letterlijk onder de bloemett
begraven. Een macht van anonyme ruikers, kran"
sen, tuiltjens van allerlei vorm, en van bloemen
en andere geschenken met oorsprongsvermelding,
werden voor, onder, vooral na de voorstelling aan
de beneficiante geofferd, en dat in een seizoen zoo
bloemenarm als het tegenwoordige.
Het komitee, dat zich belast had de personen
bij-een te brengen die in een duurzaam cadeau
van hunne vereering en dankbaarheid wilden
doen blijken, schonk haar een diamanten borst
stuk. Wij hopen, dat aan dit en andere geschen
ken, die haar door kunstvricnden gebracht werden,
het lot niet te beurt mag vallen, dat de eere
blijken weêrvoer, haar bij haar zilveren feest
(l December 1873) gegeven. Misschien zou
zij, even als Tesselschade, den roover van dit
kleinood te gemoet kunnen voeren: Bedenk, ,
que ce n'est point mon c<rur," maar zoeter is ons
do hoop, dat zij in al deze gaven steeds
gedachtenisteekens zal mogen bewaren van een publiek
en een schare van kunstkenners, die haar met
hecler herten aanhangen Bij do gonen, die de
diep getroffen artiste gehuldigd hebben, was ook
de oude Heer D. van Ollefen. eenmaal de vennoot
van Albregt; er' werden bloemenoffers aangeboden
van wege Louis Bouwmeester, van Veltman, van
Mev. Ellenberger, van Mev. de Vries, van den
ouden Bamberg, van den Heer Voitus van Hamme,
van den Heer en Mevr. Buderman, en van ver
scheidene Tooneel-korporaties. De Heer Morin
verscheen in eigen persoon en sprak goed gevoelde
woorden, zoo in zijnen als in anderer naam. Tref
fend was ook de toespraak van den Heer Isouard
van Lier, die Mevr. Albregt vooral huldigde om
de trouw, waarmee zij deze Direktie in moeielijke
oogenblikken ter zijde stond.
Het stuk was, om het zeerst, met lust en ta
lent door de beneficiante, de Dames Meeuwissen,
E. van Biene, Ev. Kapper, L. Kapper, en de hee
ren André, Lageman, .Tos van Lier, Meyes, M.
van Beem en Ruys afgespeeld. Het kon zich, dos
ondanks en ondanks 's Heeren Saalborns korrekte
régie, niet vrij-maken van de groote fouten, die
het aankleven. Laat Scribe reeds vóór 50 jaar,
door zijn voortreffelijke Calomnie", hebben aan
getoond, dat de Kotzebuescho lasteraars
Kotzehuesche ondingen zijn, dit belet Roderich Benedix,
een quart eeuw later, niet, nog weer eens iemand
op te voeren, die zich met den post van
rustverstoorster belast heeft: een schoonmoeder, die
er maar op los lastert, niet om een doel te be
reiken, niet uit baatzucht (want ze loopt gevaar
zelve arm te worden) maar uit liefhebberij
l'art pour l'art; laten er 100 fransche
tooneelstukkeu geschreven zijn, waar men hij vermeden
heeft toestanden te schoppen, waaraan een enkel
verstandig woordjen, een vraagjen, door de opge
voerde verstandige lieden gedaan, een einde zou
gemaakt hebben, daar laat zich de gerouti
neerde dramaturg, nog wel tooneelspeler en the
ater intendant, niet door afschrikken: en als het
publiek getuige is van de onnoozelheid eeiier
intrige, die hierin is gelegen, dat een echtge
noot verdacht wordt, om dat hij een heimelijk
afspraakjen met een nichtjen gemaakt heeft,
terwijl dit alleen geschiedde om een
verjaringsvorrassing voor de vrouw klaar te spelen, dan is
het goede publiek te vrede gesteld, on merkt niet
eens, dat de ontknoping alleen gevonden wordt
door een oogenblik nadenkens van de door de
moeder opgewonden vrouw.
Maar het zij daarmee zoo 't wil, de kunste
naars en kunstenaressen hebhen zich om het
zeerst gekweten, en de groep van Lebrecht Mal
ler en Fran Seefeld. den Hoer Jos. van Lier en.
Mevr. Albregt, was allervermakelijkst en de kari
katuur bleef binnen de grenzen van de goede
smaak.
Trede Mevr. Albregt nog vele jaren voor ons
op, zette luister bij aan wat het verdient, en redde
wat gered kan worden!
18 Jan. '88 Alb. Th.
knaapies hadden zoo'n trek en, weet u, ik had
nogal medicijn gehad, dat voedt toch ook. Daarom
dacht ik, dat uwe 't wel niet kwalijk nemen zou
en (zij ziet den dokter beschroomd, aan) u
is er toch niet boos over? De meissics had
den van de week al tweemaal warm eten gehad,
van wegens de voedings-kommissie. O! zoo'n
heerlijke portie boonen ....
Een der meisjes. Nou! ns boonen en
ns snert!
DE WED. MULDER. Stil Mietje ! spreek als je
gevraagd wordt (tot dr. Hamer) die kleintjes had
den nog niets gehad want 'k had bijna geen brood
ook meer en omdat do anderen al tweemaal warm
hadden gegeten dacht ik ....
Dr. HAMER. Zacht in zichzelf sprekend.
Altweemaal, hoor! hoor!... (luid). Die jongens gaan
toch ook al op school; waarom hebben zij geen
kaarten gekregen
" 't Jongste ventje. De meester had geen
kaarten meer....
't O u d s t e ventje. En de kemissie ook
niet. As d'r meer centen binnen, kommen d'r meer
kaarten; op 't meissiesschool hadden ze d'r nog,
maar bij ons niet.
Een der meisjes. De juffrouw zeit dat
as de rijke menschen maar eerst wisten als dat
er hier nog zooveel kinderen zonder warm eten ben
nen, dat 'r dan wel kaarten genoeg zouën kommen.
Dr. HAMER, l leb jelui van daag warru eten gehad ?
't Oudst e meisje. Eergisteren!
Dr. HAMER Dan zul je van daag wel trek heb ben.
De vier kinderen in koor. Nou'.
DD WED. MULDER, schreiend. Kinderen! Kin
deren ! hou toch een beetje jelui fatsoen? .....
schaam jelui je niet?
DR. HAMKK. bitter lachend. Fatsoen, schamen?
Kinderen die honger hebben ? Vrouw Mulder,
waarom heb je gisteren niet gezegd: dat ze ....
(liy tast in den zak) alloh, kinderen ! als de drom
mel naar de gaarkeuken in de Spuistraat; daar
heb jelui ieder een dubbeltje, gaat eten ... marschl
(de vier kinderen juichend af.)
2e looneel.
De Wed. MULDER. Dr. HAMER.
De wed. MULDER Och! dokter, wat ben je toch
goed; waren alle menschen maar zóó, dan...