De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 22 januari pagina 3

22 januari 1888 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Np. 552 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 3 MUZIEK IN DE HOOFDSTAD. Wie de gewoonte hebben, de uitvoeringen voor ^kamermuziek in Felix Meritis te volgen, zullen de opmerking gemaakt hebben, dat in dit seizoen het auditorium lang zoo talrijk niet was als in het vorige seizoen. De programma's waren even belangryk als vroeger, in de samenstelling van het strijkkwartet was alleen deze wijziging aangebracht, dat den heer Timmner de altpartij werd opge dragen en de heer Joseph Cramer regelmatig eerste viool zou spelen. Verleden jaar werd door de hh. Cramer en Kes, naar men weet, bij afwisseling alt en eerste viool gespeeld. Zonder aan de ver diensten van den bekwamen violist uit Dordrecht te kort te doen, wiens «pel in deze kolommen zoo dikwerf werd geprezen, mag men toch de meening verstaan, dat de thans gevolgde verdee ling van arbeid" om eens een veel gebruikte uitdrukking te bezigen, aan de hoedanigheid ten goede komt. Wonen de executanten alle in de hoofdstad, dan wordt de vaststelling der repetitiën verge makkelijkt. Bij de instudeering van nieuwe wer ken levert dat belangrijke voordeelen. En wij zjjn er ook aan gewoon, dat de heer Joseph Cra mer steeds onder de violisten m Nederland de eerste viool speelt. Hij heeft daartoe verkregen rechten, op ervaring en talent beide gegrond. Doch er kan eene andere reden gevonden worden Toor de verklaring van het feit, dat wij hierboven nnder de aandacht onzer lezers brachten. De H.H. Köntgen en Messchaert geven nu afzonderlijke Soirees, die door een talrijk publiek bezocht wor den. Misschien zijn er muziekliefhebbers, die hun abonnement voor de kamermuziekavonden hebben opgezegd en kaarten voor de soirjées R ntgenMesschaert" hebben genomen. Is die veronderstel ling juist, eu er bestaat reden dat te vermoeden, dan dient de klacht van den schoenlapper bij Lafontain in herinnering gebracht, die, ontevreden over het toenemend aantal kerkelijke feesten, de wysgeerige opmerking uitsprak: L' unc fait tort a l'autre". 't Zijn trouwens niet alleen soirees, die in de hoofdstad den muziekliefhebber met hare aan lokkende programma's komen noodigen, het regent letterlijk invitaties voor matinees en kunstenaars concerten ; voor muzikale bijeenkomsten, school examens, waar twaalfjarige knapen en meisjes hun bloedverwanten en kennissen van aandoening doen trillen met de executie van belangrijke kunstwerken. Is het een billijke eisch, dat onze lezers van den uitslag dier tallooze uitvoeringen op de hoogte worden gehouden? Kan het belangstelling wekken te vernemen, dat voor de zooveelste maal een lied van Schumann gezongen werd door een werkend lid eener vereeniging, dat zijn naam achter be scheiden stippen verborgen hield; dat een paar leerlingen van een bekwaam onderwijzer een duet voordragen, met eene uitdrukking alsof hun leeftvjd het begrip van den tekst mogelijk maakte ; dat in verschillende zalen der hoofdstad, in Odéon, Gebouw voor den Werkenden Stand, Paviljoen bij het Vondelpark, Stadsschouwburg, Felix Meritis, tot zelfs bij Couturier klavierspelers optreden, die maar hardnekkig voortgaan met het betoog te leveren, dat alleen belangstelling in hun persoon de opkomst van eenig publiek wettigde. - Wij zijn van meening, dat alleen dan in deze kolommen eene bespreking dier uitvoering kan geduld worden, wanneer zij uit een muzikaal oog punt beteekenis bezitten. Vooral voor het klavierspel dat door intensiteit en duur de verhou dingen van eene vervolging aanneemt, vragen wij onzen lezers verlof tot beperking onzer mededeelingen. Ook uit humaniteit. Het lezen van eenig verslag mocht enkelen hunner dezelfde be proeving doen doorleven, die ons maar al te vaak wordt opgelegd. Doch wij keeren tot de derde soiree in Felix Meritis terug, die zoo druk bezocht was. dat Dr HAMER lachend. Stil l als je zulke dingen zegt, maak ik je weer ziek hoor! dat kan ik ook reken daarop. De wed. MULDER, glimlachend. Keen! dat doet uwe toch niet. Als ik uwe niet kon zou ik 't gelooven, maar sedert mijn man van 'c voorjaar overleden is, hebt uwe me al zoo dikwijls gehol pen dat Dr. HAMER, Wil je nu asjeblieft zwijgen .... stil! daar wordt aan de de deur geklopt .... Binnen! 3e looneel. De vorigen. Een Heerenknecht. Een Heerenknecht, O, gelukkig dat u hier is dokter? Dr. HAMER, verwonderd. Wat is er? Heer enknee h t, nog hijgend. Is dat loopen! gelukkig wist uw vrouw dat u hierheen was ge gaan goeie God, wat'n armoedige rommeï. Dr. Hamer, ongeduldig. Wat wil je ? Heerenknecht. Of u dadelijk bij mevrouw Bonnard wil komen, mevrouw heeft zoo juist een flauwte gehad ze is zoo allerakeligst naar; ze is bang dat ze sterven zal... . Dr. Hamer, glimlachend, 't Zal zoo'n vaart niet loopen. Wacht even vrimlje, dan kun je (hij scfirtj/t een recept) dit recept meteen. . . . II e e r e n k n e c h t, invallend. Voor mevrouw laten klaar maken ? Heel goed doktor .... Dr H a in e r, droogjes, al schrijvend. Neen, 't is voor deze vrouw. Heerenknecht. arrogant. Wablief, ik ben toch met,.... Dr. HAMEK, als boven. Onbeschoft genoeg om zoo iets te weigeren. O! dat begrijp ik volkomen; ziedaar goeie vriend, breng 't maar bij mijn zoon den apotheker, je weet immers wel waar hij woont. Heerenknecht, verbluft. Jawel, dokter! Dr. HAMEH. Dadelijk klaarmaken en hier laten bezorgen. Ga maar vast heen, ik kom bij jo me vrouw hoor! (lot de wed. Mulder) Hou je goed moedertje, ik zal morgen nog eens naar je kijken. Wed. MULDER. God zegen' jo dokter. 't Scherm valt. alle plaatsen waren ingenomen en voor enkele belangstellenden zelfs het orkest moest worden ingeruimd. Nu, er was reden voor die talrijke opkomst. Prof. Joseph Joachim had zijne mede werking toegezegd en de muziekliefhebbers in de hoofdstad toonden weder eens dat zij de gave der onderscheiding bezitten. Ook uit andere plaatsen waren dilettanten en musici van professie overgekomen om den meester door hunne tegen woordigheid hulde te brengen en van zijn heer lijk spel te genieten. Het programma bevatte de volgende nummers : Trio (pp 80 f dur) voor viool, piano en cello van R. Schumann; Sonate (op. 100 f dur) voor piano en viool van J. Brahms; An die ferne Geliebte, Liederkreis, L. van Beet hoven ; Quintet (op 29 c dur). voor strijkinstru menten van L. van Beethoven. Met een aanvoerder als prof. Joacbim kon het niet anders of alle executanten deden zich van hunne beste zijde kennen. De pianist trok de aandacht door de bescheidenheid van zijn spel, de viool beschikte over meer toon dan gewoonlijk en speelde zijne figuren met bevalligon zwier, de cello legde in zijno cantilena al wat in de diepte van de ziel des kunstenaars kan schuilen, de alti speelden met breeden streek en aan de spits zat prof. Joachim, dio liet geheel leidde en ook door eigen spel, dat onzen lof niet behoeft, de uitvoering iets voornaams gaf, laten wij 't zoo maar heeten, dat alle hoorders in eerbiedige ver rukking bracht. Van slordigheid in de uitvoering der détails, van al te zwaarwichtig optreden van 't een of ander instrument, waardoor de aandacht op bijzonder heden hadde kunne gevestigd worden, was geen sprake. Het samenspel was in een woord voor treffelijk. Over de uitvoering van het Trio en de Sonate behoeven wij niet uit te wijden; bij het meerendeel der toehoorders zal de voordracht der Sonate den lust hebben gewekt, haar bij vernieuwing te hooren, opdat herhaalde auditie tot volkomen waardeering van dat kunstwerk voorc. Met de keuze van den Liederkreis An dio ferne Geliebte" van L. van Beethoven heeft de heer Messchaert velen aan zich verplicht. Zij verschafte hem de gelegenheid zijne uitnemende gaven in,het beste licht te stellen. Met zooveel innigheid, met zooveel waarheid en kunstvollen eenvoud zong deze bekwame kunstenaar, dat allen hem ongetwijfeld voor zijne welkome bijdrage op recht erkentelijk zijn geweest. Dat Prof. Joachim met geestdrift werd toegojnicht en do II. H. Ilöutgen. Hofmeester, Cramer, Timmer en Bosman bun aandeel in hot succes j van den avond hadden, behoeven wij nauwelijks i te vermelden. i * * * Met de opvoering van het Proefschot" (der Freischütz) heeft de directie van den Parkschomvburg een goeden greep gedaan. Voor hen, die j gewoon zijn de Hoogduitsche voorstellingen bij te wonen, die elkaar met groote tusschenruimte in de hoofdstad opvolgen, is Webers opera een goode bekende en hare welverdiende populariteit doet ons verwachten, dat zij ook, nu zo door de vaardige hand des hoeren Van Hall in een Neder landsen gewaad van goeden snit gestoken is, hare plaats op het repertoire van liet Hollandse!] opera-gezelschap zal handhaven. De directie van den Parkschouwburg heeft een uitnemend middel gekozen om de sympathie van het beschaafde deel van het publiek voor de Hollandsche opera te winnen, en wij hopen, dat zij bij de bewerking van den Hollandschen tekst in de toekomst even gelukkige resultaten moge verkrijgen. De bezetting was in vele opzichten verdienstelijk. De rollen van Agatha en Annette waren in handen van mevrouw Van Ophemert-Schwcncke en CulpKiehl. Beiden hebben de noodige rijpheid om die rollen naar den eisch te vatten. Voor de vervulling ware zelfs minder rijpheid niet te versmaden geweest. Als Max trad de heer Jahn-Defossez op, wiens zang niet altijd aan de eischen der zuiver3e Bedrijf. Personen: Mevr. BONNARD. Dr. HAMEH. Lisette, kamenier. Het tooneel verbeeldt mevr. Bonnards Salon, (zie Ie bedrijf) mevrouw Bonnard ligt in flauwte op de causcusc. Lisette staat bij haar, met een /lescJije Eau de Cologne in de hand. Mevr. BONNA:!!) (bijkomend). Oh! mon Dieu! Waar ben ik . .. . ? LISETTE. Wil u nog eens ruiken mevrouw! O! daar is do dokter. Dr. Hamer komt binnen, legt hoed en stok op een stoel en gaat dadelijk naast mevrouw Bon nard zitten. Wat is dat nu, mevrouwtjc ? Mevr. BONNARD. Lisette! Ga naar beneden maar blijf a, portee, hoor je? j LISETTE. Ja mevrouw ! Af. \ 3e looneel. De vorigen, zonder Lisette, ] Mevr. BONNARD, zicakjcs. O, dokter! ik sterf. ; geloof ik; ik heb een affreus gevoel, abomina- i bel wat 't is weet ik niet., ik was er half ! flauw van .... j Dr. HAMEK, droog. Hoeft u trouw gedaan wat j ik gezegd heb ? | Mevr. BONNAKD. Consciëntieus volgehouden, ! doktor, drie dagen lang; maar nu ben ik zoo i abattu, dat ik waarlijk niet weet wat ik er van i denken moet; ik bon zoo wee, zoo verschrikkelijk j wee en zoo akelig licht in 't hoofd. i Dr. HAMER, /leimelijk glimlachend. Maak u niot :' ongerust, zóó moest hot komon, mevrouwtje, 't is ; uitmuntend, juist wat ik verwacht had. Over een i half uur is u totaal genezen! ! ' Mevr. B o n n a r d. verheugd, Wat zogt u daar, i is 't heusch! geheel genezen ? ! Dr. Hamer. Totaal! wees zoo goed en kleed j u, om een oogenblikje met mij in de buitenlucht te gaan.... ! Mevr. Bonnard. Ma ir dokter, ik kan heusch j niet loopen, zoo akelig gevoel ik me.... beid voldeed en die zich in het buis van den jager niet best schijnt t'huis te gevoelen. Zijne opvatting der rol heeft iets artificieels, dat met het werkelijk karakter van Max in strijd is. En de voordracht lijdt aan hetzelfde euvel. De H.H. Orelio en Schmier speelden en zongen hunne rollen naar den eisch; de laatste verdient een afzonderlijk woord van waardeering voor de zorg, die hij aan do instudeering zijner belangrijke partij besteed heeft. De Hoeren Albers en Pons en de eerste bruidsjuffer", mej. van Reims werkten mede tot den goeden uitslag der opvoe ring. Het orkest speelde vooral in de begeleiding met zeer veel zorg; de koren klonken met vuur en frischheid en 't was een genot te hooren met welke zekerheid van intonatie reeds bij de eerste opvoe ringen werd gezongen. Het spel, ook dat der koristen, moet nog aan losheid wennen. Wij geloovcn zelfs, dat het wenschelijk is bij do coryphcën certig zelfstandig in zicht te wekken. De Zwarte Jager heeft zijn stem geluid te temperen, zijn optreden mag geen aan leiding tot hilariteit geven. De oproeping van het Proofschot is voor het Hollandsche Operagezelschap een succes. II. C. P. D. MUZIKAAL OVERZICHT. Rotterdam, 20 Januari 1888. Herinner u toch toen ge 12 of 13 jaar oud waart, greep eens u een hevige koorts aan; ge moest thuisblijven, in uw bod, ea waart zeer ziek, geruimon tijd. Maar hot govaar week, en op een goeden morgen ontwaaktet gij met een ge voel van beterschap, dat slechts zieken kunnen begrijpen en waardeeren; het getemperde licht der zonnestralen scheen vroolijk door de half gevallen gordijnen, een verward doch gedempt gegons van stemmen, rijdende wagens, geroep van venters, enz. drong van de straat tot u door; op eens klinkt er muziek doorheen een draaiorgel heeft voor de deur post gevat en een dier innige, half vreemdsoortige Italiaanscho melodieën, die destijds zoo populair warou bereikt uwe legerstede. Glimlachende door dien chaos van gedempte ge luiden, die u den terugkeer uwer gezondheid ver kondigen, dommelt ge zachtkcns weer in: de laatstgehoordo melodie bleef u in de lichte sluimering bij, en toen ge haar nog hoorende uwe oogcn weer opsloegt, zaagt ge uw moeder, die, de hand op uw hoofd, met gelukkigen blik de gunstigo verandering in uw uiterlijk liefdevol be schouwde Ge wordt ouder ; uwe ouders, als zeer muziekaal, hadden u en uwc broeders en zusters natuurlijk in het bespolen van verschillende in strumenten onderricht doen geven, en het waren de gezelligste avonden der weck wanneer go, allen vereenigd thuis waart, eu de onsterfelijke werken van de coryphcën der toonkunst mot elkander doormaaktct. Een uwer broeders (hij speelde cello) was nog niet zoover gevorderd om om Mozart, Weber of Schubert mee te maken, maar moest zich wilde hij zich eveneens doen hooren nog bepalen tot eene lichte fantaisie uit de eeae of andere opera, liefst 00110 Ita aatisciie, wegens de gemakkelijke en toch zoo dank bare en tot het gevoel sprekende melodieën; gij accompagneerdet hem op hot klavier. En nog later, bij de dansles, in de balzaal weder was het muziek van over do bergen die de Colonne a pas francais vergezelde, uwc eerste gedachten aan haar begeleidde, uwe eerste ver liefde blikken als het ware illustreerde, en u, nadat ge verhit en vermoeid thuis op uw leger stede waart neergevallen, nog in de ooren ruischte en haar beeld als het ware omzweefde Waar is dio eerste liefde thans? Vergeten! Waar zijn allen, mot wie ge in liet ouderlijk huis, bij het zachte licht der hanglamp in de ver trouwelijke huiskamer, hebt gemusiceerd? Ver spreid naar alle windstreken of dood. Waar I)r. II a m o r. O ! dat's minder, mijn coupéstaat voor de deur, ik zal wel even met u rondrijden. Mevr. Bonnard. Maar dokter, wat zal men wel zeggen als iaën mij ziet niet. ... Dr. II a m e r. Met den ouden grijzen esculaap die uw vader kon zijn? Ha! ha. ha! Mevr. B o n nar d, jlauwtjes glimlachend. U is een dwingeland maar enfin! ik gehoorzaam. Excuseer mij vijf minuten, zij gaat naar de deur van haar boudoir. O, foei! wat ben ik duizelig. Lisetto!.... Mevr. Bonnard gaal in haar boudoir. CHANGEMENT a VUE. De, volksgaarkeuken in de Spuistraat bij 't Kattegat, Ca. zeventig kinderen zitteit aan de zindclyk gedekte tafels en vergasten zich aan erwtensoep, die hun door de ., Vereeniging Kindervoeding" wordt cerstvekt. De kinderen zien er, dooreengenomen, arm, maar zindelijk uit, hun kleine geeichtjes stralen van genot en met schitte rende oogjes zien ze op naar de dames, die vriendelijk genoeg aijn om hen te bedietten. De lepels klink in tegen de Koejikommen; nu en dan hoorde men een zucht van rohlaan/tcid, die aan een kindermond ont snapt, of'een assieblief juflrouic" als ant woord op de vraag ., Wd je nog meer kind?" Mevr. BONNARD komt aan den arm van Dr. HAM is u binnen. Mr. BONNARD. O, ciel'. nu kan ik bepaald niet meer, eerst dat rijden en nu nog loopen. Foei! ? waar brengt u me toch heen, dokter? Dr. HAMIÏB, droog. Naar de apteek, Mevrouw. Mevr. BONNARD Wat blieft u! is 't hier een.. . rondziende. Maar dat is hier toch geen apteek ? wat doen al dio kinderen bier .. . . ? Dr. HAMER, lachend. Dat zal ik u later uitleg gen. Voor u is 't slechts een apteek, want u zult hier 't medicament vinden dat u geneest; neem oen oogenblik plaats mevrouw! Mevrouw Bonnard gaat zitten. Dokter Hamer verwijdert zich even en komt oot/ettbükkelijk terug met een kom vol erwtensoep, zet die voor haar neder en zegt: Komaan! mevrouwtje nu met moed den lepel er in gezet, begin maar .... Mevr. BONNARD. 't Ruikt bepaald lekker., (zij is zij, die u na uwe ziekte de hand op het hoofd en uw hoofd aan haar hart drukte, wier liefde u leidde gedurende het moeielijkste deel van uw leven ? .. Heengegaan, heengegaan voor altijd . .. Jaren zijn voorbijgegaan on de stormen des levens zijn ook u niet bespaard ; ge hebt den strijd om het leven gestreden met afwisselend succes, gij zijt overwonnen en hebt overwonnen, en nu voeren u uwe schreden op een helderen winter avond naar den schouwburg. Wat wordt er ge geven ? het kan u niet schelen, ge wilt u een oogenblik ontspannen, genieten; ruaar wat is dat ? ofschoon ge de oogen gesloten houdt, ziet ge op eens u zelf weer als zieken knaap in uw bedje liggen, met uwe hand in die uwer moeder, go ziet weer do oude gezellige huiskamer en bevindt u tusschen al uwe broeders en zusters, die ge thans liever hebt dan ooit, ge ziet u in de balzaal hand in hand voortschrijden met haar, die voor do eerste maal uw hart in vlam zette wat is dat ? Dat is Bellini's Norma; on om al die her inneringen heb ik haar lief," die muziek, en wacht mij wél ze te gaan toetsen aan de handeling, of het geheel als kunstwerk te gaan ontleden en beoordeelen. Die herinneringen zullen velen in meerdere of mindere mate met mij deelen en zij zullen het mij voorzeker niet kwalijk nemen als ik voor n keer eens meer gevoelsmensch dan criticus ben. Van de uitvoering wil ik echter met een enkel woord verslag geven; Mevr. Mielke vervulde de titelrol en had uitmuntende oogenblikken, over 't geheel echter, mist zij de voor deze party on ontbeerlijke coloratuur en was haar spel vaak (vooral bij de legerstede harer kinderen) te koud. Mevr. Biazzi zong de Adalgisa voortreffelijk, Mevr. Woiser bracht het kleine partijtje van Clotilde goed tot zijn recht. De heer Behrens mag den Orovist onder zijne schitterendste partijen reke nen; de hoer Grupp schijnt voortdurend achteruittogaan, zijn Sever was niet meer dan middel matig, het geluid klint ruw en heesch. Het kleine rolletje van Flavius vond in den heer Picaneser een goed vertolker, koor en orkest werkten ver dienstelijk. V. HET MONUMENT VOOR HEINRICH HEINE. In het buitenland, waar Heine gerekend wordt als een dor drie of vier dichters op welke DuitschJaud liet meest roem moot dragen, kau men zich nauwelijks voorstellen, hoe er door zijne l)uitsche vereerders geredeneerd en betoogd moest worden, eer het gelukken kon, hem een monument te be zorgen. Terwijl allo groote Dnitscho steden hun stand beelden iu menigte hebben, liczit Dusseldorf van zijn beroemden zoon nog zelfs geen buste; alleen een marmeren steen in een f/evel herinnert er aan a ij n naam. liet monument zal thans verrijzen, maar hoofdzakelijk door de vorstelijke gift' der Keizerin van Oostenrijk, die hier beter begrepen heeft, wat Duitschlaiuls roem is, dan do Duitsche regcering en de Duitsche vorsten zelf. 'Vat Jleine zelf betreft, liij heeft over zijn monument, als voorzag hij do toekomst, op zijn scherpe wijze gespot. Óp zijn ziekbed praatte hij mot zijn broeder Max. Ik ben zeker," zeide Max, dat een monument voor u in onze vaderstad Diïsscldorf niet,lang op zich zal laten vrachten." Te Hamburg heb ik or reeds een," ant woordde de dichter glimlachend. ??Waar dan?" vroeg Max. Als ge van don Börsenplatz links gaat, komt go voor een mooi groot huis; dat behoort tien lieer Julius Campe, den uitgever van mijne lieisebilder. Dat is een prachtig steenon monu ment, in dankbare herinnering aau de vele"en groote oplagen van mijn Bneh der 7/ieJer." Dat was in 1819. Ot Heine zelf geloofde dat het gedcnkteeken te Diisseldorf zoo lang zou uitproeft) en 't smaakt uitstekend (zij eet voort) uitmuntend ! Mon Dieu! Dokter, dat smaakt me. 't Is bepaald als of ik plotseling beter word; wat is dat voor 'u potago? Dr. HAMEN, leuk. Erwtensoep, mevrouw! vulgo snert"! Mevr. BONNARD al etend. Maar dat is excellent, dat smaakt me (verheugd) lieve beste dok ter, ik geloof dat ik aptijt heb (zij eet met groolcn smaak) hoe komt dat? Ik eet nu dit vulgaire gerecht, ik die de fijnste zaken niet meer aankeek, maar mon Dieu! hoe is 't moge lijk, hoe komt dat ? Dr, HAMER ernstig. Omdat u voor 't eerst van uw loven honger hebt gehad. Mevr. BONNARD nadenkend. Wat zegt u daar? Was dat el lendige, wanhopige gevoel, dat ik sedert gisteren had . . . Dr. HAMER.Honger? Ja mevrouw! dat was honger en zie nu eens om u heen al die kleine stumpcrds kennen dat wanhopige gevoel, van der jeugd af aan; daarom is 't zoo heerlijk dat er overal nog barmhartige, goode mcnschen zyn die .... Mevr. BONNARD invallend. Die voor die arme kinderen zorgen willen. Kijk zo eens met smaak eten; wat 'n benijdenswaardige eetlust. Dokter! U heeft me inderdaad een groote dienst bewezen; ik heb nooit geweten dat.... Dr. HAMER. Dat er een Vereeniging Kinder voeding' bestaat, die van rijke menschen; zooals u, die nooit honger hebben gekend, gaarne iets aanneemt al was 't ook duizend gulden. Mevrouw BONNARD, bewogen. Dat was dus hon ger ! ? O, God beware daar een ieder voor (zij staat op en zegt dan) Dokter u heeft me met n portie erwtensoep (lachend) vulgo snert, genezen, mag ik die met tien duizend an dere betalen vindt u dat goed ? Dr. HAMER buigt. Mevrouw ik kan een dame nooit iets weigeren. Mevrouw BONNAHD. Charmant! dan verzoek ik u om uw arm en om uw voorspraak bij de Commissie als er soms nog een dame noodig is in een van de lokalen: ik bedien, vlug, eer lijk en netjes. 't Scherm valt. NB. De Voorzitter der Vereeniging Kindervoe ding is Mr. S. J. COUEN N. Z. Voorburgwal 156.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl