Historisch Archief 1877-1940
Np. 552
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
3
MUZIEK IN DE HOOFDSTAD.
Wie de gewoonte hebben, de uitvoeringen voor
^kamermuziek in Felix Meritis te volgen, zullen
de opmerking gemaakt hebben, dat in dit seizoen
het auditorium lang zoo talrijk niet was als in
het vorige seizoen. De programma's waren even
belangryk als vroeger, in de samenstelling van het
strijkkwartet was alleen deze wijziging aangebracht,
dat den heer Timmner de altpartij werd opge
dragen en de heer Joseph Cramer regelmatig
eerste viool zou spelen. Verleden jaar werd door de
hh. Cramer en Kes, naar men weet, bij afwisseling
alt en eerste viool gespeeld. Zonder aan de ver
diensten van den bekwamen violist uit Dordrecht
te kort te doen, wiens «pel in deze kolommen
zoo dikwerf werd geprezen, mag men toch de
meening verstaan, dat de thans gevolgde verdee
ling van arbeid" om eens een veel gebruikte
uitdrukking te bezigen, aan de hoedanigheid ten
goede komt.
Wonen de executanten alle in de hoofdstad,
dan wordt de vaststelling der repetitiën verge
makkelijkt. Bij de instudeering van nieuwe wer
ken levert dat belangrijke voordeelen. En wij
zjjn er ook aan gewoon, dat de heer Joseph Cra
mer steeds onder de violisten m Nederland de
eerste viool speelt. Hij heeft daartoe verkregen
rechten, op ervaring en talent beide gegrond.
Doch er kan eene andere reden gevonden worden
Toor de verklaring van het feit, dat wij hierboven
nnder de aandacht onzer lezers brachten. De H.H.
Köntgen en Messchaert geven nu afzonderlijke
Soirees, die door een talrijk publiek bezocht wor
den. Misschien zijn er muziekliefhebbers, die hun
abonnement voor de kamermuziekavonden hebben
opgezegd en kaarten voor de soirjées R
ntgenMesschaert" hebben genomen. Is die veronderstel
ling juist, eu er bestaat reden dat te vermoeden,
dan dient de klacht van den schoenlapper bij
Lafontain in herinnering gebracht, die, ontevreden
over het toenemend aantal kerkelijke feesten, de
wysgeerige opmerking uitsprak: L' unc fait tort
a l'autre".
't Zijn trouwens niet alleen soirees, die in de
hoofdstad den muziekliefhebber met hare aan
lokkende programma's komen noodigen, het regent
letterlijk invitaties voor matinees en kunstenaars
concerten ; voor muzikale bijeenkomsten, school
examens, waar twaalfjarige knapen en meisjes
hun bloedverwanten en kennissen van aandoening
doen trillen met de executie van belangrijke
kunstwerken.
Is het een billijke eisch, dat onze lezers van
den uitslag dier tallooze uitvoeringen op de hoogte
worden gehouden? Kan het belangstelling wekken
te vernemen, dat voor de zooveelste maal een lied
van Schumann gezongen werd door een werkend
lid eener vereeniging, dat zijn naam achter be
scheiden stippen verborgen hield; dat een paar
leerlingen van een bekwaam onderwijzer een duet
voordragen, met eene uitdrukking alsof hun
leeftvjd het begrip van den tekst mogelijk maakte ;
dat in verschillende zalen der hoofdstad, in Odéon,
Gebouw voor den Werkenden Stand, Paviljoen bij
het Vondelpark, Stadsschouwburg, Felix Meritis,
tot zelfs bij Couturier klavierspelers optreden, die
maar hardnekkig voortgaan met het betoog te
leveren, dat alleen belangstelling in hun persoon
de opkomst van eenig publiek wettigde.
- Wij zijn van meening, dat alleen dan in deze
kolommen eene bespreking dier uitvoering kan
geduld worden, wanneer zij uit een muzikaal oog
punt beteekenis bezitten. Vooral voor het
klavierspel dat door intensiteit en duur de verhou
dingen van eene vervolging aanneemt, vragen wij
onzen lezers verlof tot beperking onzer
mededeelingen. Ook uit humaniteit. Het lezen van
eenig verslag mocht enkelen hunner dezelfde be
proeving doen doorleven, die ons maar al te vaak
wordt opgelegd.
Doch wij keeren tot de derde soiree in Felix
Meritis terug, die zoo druk bezocht was. dat
Dr HAMER lachend. Stil l als je zulke dingen
zegt, maak ik je weer ziek hoor! dat kan ik
ook reken daarop.
De wed. MULDER, glimlachend. Keen! dat doet
uwe toch niet. Als ik uwe niet kon zou ik 't
gelooven, maar sedert mijn man van 'c voorjaar
overleden is, hebt uwe me al zoo dikwijls gehol
pen dat
Dr. HAMER, Wil je nu asjeblieft zwijgen ....
stil! daar wordt aan de de deur geklopt ....
Binnen!
3e looneel.
De vorigen. Een Heerenknecht.
Een Heerenknecht, O, gelukkig dat
u hier is dokter?
Dr. HAMER, verwonderd. Wat is er?
Heer enknee h t, nog hijgend. Is dat loopen!
gelukkig wist uw vrouw dat u hierheen was ge
gaan goeie God, wat'n armoedige rommeï.
Dr. Hamer, ongeduldig. Wat wil je ?
Heerenknecht. Of u dadelijk bij mevrouw
Bonnard wil komen, mevrouw heeft zoo juist een
flauwte gehad ze is zoo allerakeligst naar; ze
is bang dat ze sterven zal... .
Dr. Hamer, glimlachend, 't Zal zoo'n vaart
niet loopen. Wacht even vrimlje, dan kun je (hij
scfirtj/t een recept) dit recept meteen. . . .
II e e r e n k n e c h t, invallend. Voor mevrouw
laten klaar maken ? Heel goed doktor ....
Dr H a in e r, droogjes, al schrijvend. Neen, 't
is voor deze vrouw.
Heerenknecht. arrogant. Wablief, ik ben
toch met,....
Dr. HAMEK, als boven. Onbeschoft genoeg om
zoo iets te weigeren. O! dat begrijp ik volkomen;
ziedaar goeie vriend, breng 't maar bij mijn zoon
den apotheker, je weet immers wel waar hij woont.
Heerenknecht, verbluft. Jawel, dokter!
Dr. HAMEH. Dadelijk klaarmaken en hier laten
bezorgen. Ga maar vast heen, ik kom bij jo me
vrouw hoor! (lot de wed. Mulder) Hou je goed
moedertje, ik zal morgen nog eens naar je kijken.
Wed. MULDER. God zegen' jo dokter.
't Scherm valt.
alle plaatsen waren ingenomen en voor enkele
belangstellenden zelfs het orkest moest worden
ingeruimd. Nu, er was reden voor die talrijke
opkomst. Prof. Joseph Joachim had zijne mede
werking toegezegd en de muziekliefhebbers in
de hoofdstad toonden weder eens dat zij de gave
der onderscheiding bezitten. Ook uit andere
plaatsen waren dilettanten en musici van professie
overgekomen om den meester door hunne tegen
woordigheid hulde te brengen en van zijn heer
lijk spel te genieten. Het programma bevatte
de volgende nummers : Trio (pp 80 f dur) voor
viool, piano en cello van R. Schumann; Sonate
(op. 100 f dur) voor piano en viool van J. Brahms;
An die ferne Geliebte, Liederkreis, L. van Beet
hoven ; Quintet (op 29 c dur). voor strijkinstru
menten van L. van Beethoven.
Met een aanvoerder als prof. Joacbim kon het
niet anders of alle executanten deden zich van
hunne beste zijde kennen. De pianist trok de
aandacht door de bescheidenheid van zijn spel,
de viool beschikte over meer toon dan gewoonlijk
en speelde zijne figuren met bevalligon zwier, de
cello legde in zijno cantilena al wat in de diepte
van de ziel des kunstenaars kan schuilen, de
alti speelden met breeden streek en aan de spits
zat prof. Joachim, dio liet geheel leidde en ook
door eigen spel, dat onzen lof niet behoeft, de
uitvoering iets voornaams gaf, laten wij 't zoo
maar heeten, dat alle hoorders in eerbiedige ver
rukking bracht.
Van slordigheid in de uitvoering der détails, van
al te zwaarwichtig optreden van 't een of ander
instrument, waardoor de aandacht op bijzonder
heden hadde kunne gevestigd worden, was geen
sprake. Het samenspel was in een woord voor
treffelijk. Over de uitvoering van het Trio en de
Sonate behoeven wij niet uit te wijden; bij het
meerendeel der toehoorders zal de voordracht der
Sonate den lust hebben gewekt, haar bij vernieuwing
te hooren, opdat herhaalde auditie tot volkomen
waardeering van dat kunstwerk voorc.
Met de keuze van den Liederkreis An dio
ferne Geliebte" van L. van Beethoven heeft de
heer Messchaert velen aan zich verplicht. Zij
verschafte hem de gelegenheid zijne uitnemende
gaven in,het beste licht te stellen. Met zooveel
innigheid, met zooveel waarheid en kunstvollen
eenvoud zong deze bekwame kunstenaar, dat allen
hem ongetwijfeld voor zijne welkome bijdrage op
recht erkentelijk zijn geweest.
Dat Prof. Joachim met geestdrift werd
toegojnicht en do II. H. Ilöutgen. Hofmeester, Cramer,
Timmer en Bosman bun aandeel in hot succes j
van den avond hadden, behoeven wij nauwelijks i
te vermelden. i
*
* *
Met de opvoering van het Proefschot" (der
Freischütz) heeft de directie van den
Parkschomvburg een goeden greep gedaan. Voor hen, die j
gewoon zijn de Hoogduitsche voorstellingen bij te
wonen, die elkaar met groote tusschenruimte in
de hoofdstad opvolgen, is Webers opera een goode
bekende en hare welverdiende populariteit doet
ons verwachten, dat zij ook, nu zo door de
vaardige hand des hoeren Van Hall in een Neder
landsen gewaad van goeden snit gestoken is, hare
plaats op het repertoire van liet Hollandse!]
opera-gezelschap zal handhaven. De directie van
den Parkschouwburg heeft een uitnemend middel
gekozen om de sympathie van het beschaafde
deel van het publiek voor de Hollandsche opera
te winnen, en wij hopen, dat zij bij de bewerking
van den Hollandschen tekst in de toekomst even
gelukkige resultaten moge verkrijgen.
De bezetting was in vele opzichten verdienstelijk.
De rollen van Agatha en Annette waren in handen
van mevrouw Van Ophemert-Schwcncke en
CulpKiehl. Beiden hebben de noodige rijpheid om die
rollen naar den eisch te vatten. Voor de vervulling
ware zelfs minder rijpheid niet te versmaden
geweest. Als Max trad de heer Jahn-Defossez op,
wiens zang niet altijd aan de eischen der
zuiver3e Bedrijf.
Personen:
Mevr. BONNARD.
Dr. HAMEH.
Lisette, kamenier.
Het tooneel verbeeldt mevr. Bonnards Salon,
(zie Ie bedrijf) mevrouw Bonnard ligt in
flauwte op de causcusc. Lisette staat bij
haar, met een /lescJije Eau de Cologne in
de hand.
Mevr. BONNA:!!) (bijkomend). Oh! mon Dieu!
Waar ben ik . .. . ?
LISETTE. Wil u nog eens ruiken mevrouw!
O! daar is do dokter.
Dr. Hamer komt binnen, legt hoed en stok op
een stoel en gaat dadelijk naast mevrouw Bon
nard zitten. Wat is dat nu, mevrouwtjc ?
Mevr. BONNARD. Lisette! Ga naar beneden
maar blijf a, portee, hoor je? j
LISETTE. Ja mevrouw ! Af. \
3e looneel.
De vorigen, zonder Lisette, ]
Mevr. BONNARD, zicakjcs. O, dokter! ik sterf. ;
geloof ik; ik heb een affreus gevoel, abomina- i
bel wat 't is weet ik niet., ik was er half !
flauw van .... j
Dr. HAMEK, droog. Hoeft u trouw gedaan wat j
ik gezegd heb ? |
Mevr. BONNAKD. Consciëntieus volgehouden, !
doktor, drie dagen lang; maar nu ben ik zoo i
abattu, dat ik waarlijk niet weet wat ik er van i
denken moet; ik bon zoo wee, zoo verschrikkelijk j
wee en zoo akelig licht in 't hoofd. i
Dr. HAMER, /leimelijk glimlachend. Maak u niot :'
ongerust, zóó moest hot komon, mevrouwtje, 't is ;
uitmuntend, juist wat ik verwacht had. Over een i
half uur is u totaal genezen! !
' Mevr. B o n n a r d. verheugd, Wat zogt u daar, i
is 't heusch! geheel genezen ? !
Dr. Hamer. Totaal! wees zoo goed en kleed j
u, om een oogenblikje met mij in de buitenlucht
te gaan.... !
Mevr. Bonnard. Ma ir dokter, ik kan heusch j
niet loopen, zoo akelig gevoel ik me....
beid voldeed en die zich in het buis van den
jager niet best schijnt t'huis te gevoelen. Zijne
opvatting der rol heeft iets artificieels, dat met
het werkelijk karakter van Max in strijd is. En
de voordracht lijdt aan hetzelfde euvel.
De H.H. Orelio en Schmier speelden en zongen
hunne rollen naar den eisch; de laatste verdient
een afzonderlijk woord van waardeering voor de
zorg, die hij aan do instudeering zijner belangrijke
partij besteed heeft. De Hoeren Albers en Pons
en de eerste bruidsjuffer", mej. van Reims
werkten mede tot den goeden uitslag der opvoe
ring. Het orkest speelde vooral in de begeleiding
met zeer veel zorg; de koren klonken met vuur en
frischheid en 't was een genot te hooren met welke
zekerheid van intonatie reeds bij de eerste opvoe
ringen werd gezongen.
Het spel, ook dat der koristen, moet nog aan
losheid wennen. Wij geloovcn zelfs, dat het
wenschelijk is bij do coryphcën certig zelfstandig in
zicht te wekken. De Zwarte Jager heeft zijn stem
geluid te temperen, zijn optreden mag geen aan
leiding tot hilariteit geven.
De oproeping van het Proofschot is voor het
Hollandsche Operagezelschap een succes.
II. C. P. D.
MUZIKAAL OVERZICHT.
Rotterdam, 20 Januari 1888.
Herinner u toch toen ge 12 of 13 jaar oud
waart, greep eens u een hevige koorts aan; ge
moest thuisblijven, in uw bod, ea waart zeer
ziek, geruimon tijd. Maar hot govaar week, en
op een goeden morgen ontwaaktet gij met een ge
voel van beterschap, dat slechts zieken kunnen
begrijpen en waardeeren; het getemperde licht
der zonnestralen scheen vroolijk door de half
gevallen gordijnen, een verward doch gedempt
gegons van stemmen, rijdende wagens, geroep van
venters, enz. drong van de straat tot u door; op
eens klinkt er muziek doorheen een draaiorgel
heeft voor de deur post gevat en een dier innige,
half vreemdsoortige Italiaanscho melodieën, die
destijds zoo populair warou bereikt uwe legerstede.
Glimlachende door dien chaos van gedempte ge
luiden, die u den terugkeer uwer gezondheid ver
kondigen, dommelt ge zachtkcns weer in: de
laatstgehoordo melodie bleef u in de lichte sluimering
bij, en toen ge haar nog hoorende uwe
oogcn weer opsloegt, zaagt ge uw moeder, die, de
hand op uw hoofd, met gelukkigen blik de
gunstigo verandering in uw uiterlijk liefdevol be
schouwde
Ge wordt ouder ; uwe ouders, als zeer
muziekaal, hadden u en uwc broeders en zusters
natuurlijk in het bespolen van verschillende in
strumenten onderricht doen geven, en het waren
de gezelligste avonden der weck wanneer go,
allen vereenigd thuis waart, eu de onsterfelijke
werken van de coryphcën der toonkunst mot
elkander doormaaktct. Een uwer broeders (hij
speelde cello) was nog niet zoover gevorderd om
om Mozart, Weber of Schubert mee te maken,
maar moest zich wilde hij zich eveneens doen
hooren nog bepalen tot eene lichte fantaisie
uit de eeae of andere opera, liefst 00110 Ita
aatisciie, wegens de gemakkelijke en toch zoo dank
bare en tot het gevoel sprekende melodieën; gij
accompagneerdet hem op hot klavier.
En nog later, bij de dansles, in de balzaal
weder was het muziek van over do bergen die
de Colonne a pas francais vergezelde, uwc eerste
gedachten aan haar begeleidde, uwe eerste ver
liefde blikken als het ware illustreerde, en u,
nadat ge verhit en vermoeid thuis op uw leger
stede waart neergevallen, nog in de ooren ruischte
en haar beeld als het ware omzweefde
Waar is dio eerste liefde thans? Vergeten!
Waar zijn allen, mot wie ge in liet ouderlijk huis,
bij het zachte licht der hanglamp in de ver
trouwelijke huiskamer, hebt gemusiceerd? Ver
spreid naar alle windstreken of dood. Waar
I)r. II a m o r. O ! dat's minder, mijn coupéstaat
voor de deur, ik zal wel even met u rondrijden.
Mevr. Bonnard. Maar dokter, wat zal men
wel zeggen als iaën mij ziet niet. ...
Dr. II a m e r. Met den ouden grijzen esculaap
die uw vader kon zijn? Ha! ha. ha!
Mevr. B o n nar d, jlauwtjes glimlachend. U is een
dwingeland maar enfin! ik gehoorzaam. Excuseer
mij vijf minuten, zij gaat naar de deur van haar
boudoir. O, foei! wat ben ik duizelig. Lisetto!....
Mevr. Bonnard gaal in haar boudoir.
CHANGEMENT a VUE.
De, volksgaarkeuken in de Spuistraat bij
't Kattegat, Ca. zeventig kinderen zitteit
aan de zindclyk gedekte tafels en vergasten
zich aan erwtensoep, die hun door de
., Vereeniging Kindervoeding" wordt
cerstvekt.
De kinderen zien er, dooreengenomen,
arm, maar zindelijk uit, hun kleine
geeichtjes stralen van genot en met schitte
rende oogjes zien ze op naar de dames, die
vriendelijk genoeg aijn om hen te bedietten.
De lepels klink in tegen de Koejikommen;
nu en dan hoorde men een zucht van
rohlaan/tcid, die aan een kindermond ont
snapt, of'een assieblief juflrouic" als ant
woord op de vraag ., Wd je nog meer
kind?"
Mevr. BONNARD komt aan den arm van Dr.
HAM is u binnen.
Mr. BONNARD. O, ciel'. nu kan ik bepaald niet
meer, eerst dat rijden en nu nog loopen. Foei! ?
waar brengt u me toch heen, dokter?
Dr. HAMIÏB, droog. Naar de apteek, Mevrouw.
Mevr. BONNARD Wat blieft u! is 't hier een.. .
rondziende. Maar dat is hier toch geen apteek ?
wat doen al dio kinderen bier .. . . ?
Dr. HAMER, lachend. Dat zal ik u later uitleg
gen. Voor u is 't slechts een apteek, want u zult
hier 't medicament vinden dat u geneest; neem
oen oogenblik plaats mevrouw!
Mevrouw Bonnard gaat zitten. Dokter Hamer
verwijdert zich even en komt oot/ettbükkelijk terug
met een kom vol erwtensoep, zet die voor haar
neder en zegt: Komaan! mevrouwtje nu met moed
den lepel er in gezet, begin maar ....
Mevr. BONNARD. 't Ruikt bepaald lekker., (zij
is zij, die u na uwe ziekte de hand op het hoofd
en uw hoofd aan haar hart drukte, wier liefde u
leidde gedurende het moeielijkste deel van uw
leven ? .. Heengegaan, heengegaan voor altijd . ..
Jaren zijn voorbijgegaan on de stormen des
levens zijn ook u niet bespaard ; ge hebt den strijd
om het leven gestreden met afwisselend succes,
gij zijt overwonnen en hebt overwonnen, en nu
voeren u uwe schreden op een helderen winter
avond naar den schouwburg. Wat wordt er ge
geven ? het kan u niet schelen, ge wilt u een
oogenblik ontspannen, genieten; ruaar wat is
dat ? ofschoon ge de oogen gesloten houdt, ziet
ge op eens u zelf weer als zieken knaap in uw
bedje liggen, met uwe hand in die uwer moeder,
go ziet weer do oude gezellige huiskamer en
bevindt u tusschen al uwe broeders en zusters,
die ge thans liever hebt dan ooit, ge ziet u
in de balzaal hand in hand voortschrijden met
haar, die voor do eerste maal uw hart in vlam
zette wat is dat ?
Dat is Bellini's Norma; on om al die her
inneringen heb ik haar lief," die muziek, en wacht
mij wél ze te gaan toetsen aan de handeling, of
het geheel als kunstwerk te gaan ontleden en
beoordeelen. Die herinneringen zullen velen in
meerdere of mindere mate met mij deelen en
zij zullen het mij voorzeker niet kwalijk nemen
als ik voor n keer eens meer gevoelsmensch
dan criticus ben.
Van de uitvoering wil ik echter met een enkel
woord verslag geven; Mevr. Mielke vervulde de
titelrol en had uitmuntende oogenblikken, over
't geheel echter, mist zij de voor deze party on
ontbeerlijke coloratuur en was haar spel vaak
(vooral bij de legerstede harer kinderen) te koud.
Mevr. Biazzi zong de Adalgisa voortreffelijk, Mevr.
Woiser bracht het kleine partijtje van Clotilde
goed tot zijn recht. De heer Behrens mag den
Orovist onder zijne schitterendste partijen reke
nen; de hoer Grupp schijnt voortdurend
achteruittogaan, zijn Sever was niet meer dan middel
matig, het geluid klint ruw en heesch. Het kleine
rolletje van Flavius vond in den heer Picaneser
een goed vertolker, koor en orkest werkten ver
dienstelijk.
V.
HET MONUMENT VOOR HEINRICH HEINE.
In het buitenland, waar Heine gerekend wordt
als een dor drie of vier dichters op welke
DuitschJaud liet meest roem moot dragen, kau men zich
nauwelijks voorstellen, hoe er door zijne l)uitsche
vereerders geredeneerd en betoogd moest worden,
eer het gelukken kon, hem een monument te be
zorgen.
Terwijl allo groote Dnitscho steden hun stand
beelden iu menigte hebben, liczit Dusseldorf van zijn
beroemden zoon nog zelfs geen buste; alleen een
marmeren steen in een f/evel herinnert er aan
a ij n naam. liet monument zal thans verrijzen,
maar hoofdzakelijk door de vorstelijke gift' der
Keizerin van Oostenrijk, die hier beter begrepen
heeft, wat Duitschlaiuls roem is, dan do Duitsche
regcering en de Duitsche vorsten zelf.
'Vat Jleine zelf betreft, liij heeft over zijn
monument, als voorzag hij do toekomst, op zijn
scherpe wijze gespot. Óp zijn ziekbed praatte hij
mot zijn broeder Max. Ik ben zeker," zeide Max,
dat een monument voor u in onze vaderstad
Diïsscldorf niet,lang op zich zal laten vrachten."
Te Hamburg heb ik or reeds een," ant
woordde de dichter glimlachend.
??Waar dan?" vroeg Max.
Als ge van don Börsenplatz links gaat,
komt go voor een mooi groot huis; dat behoort
tien lieer Julius Campe, den uitgever van mijne
lieisebilder. Dat is een prachtig steenon monu
ment, in dankbare herinnering aau de vele"en
groote oplagen van mijn Bneh der 7/ieJer."
Dat was in 1819. Ot Heine zelf geloofde dat
het gedcnkteeken te Diisseldorf zoo lang zou
uitproeft) en 't smaakt uitstekend (zij eet voort)
uitmuntend ! Mon Dieu! Dokter, dat smaakt me.
't Is bepaald als of ik plotseling beter word; wat
is dat voor 'u potago?
Dr. HAMEN, leuk. Erwtensoep, mevrouw! vulgo
snert"!
Mevr. BONNARD al etend. Maar dat is excellent,
dat smaakt me (verheugd) lieve beste dok
ter, ik geloof dat ik aptijt heb (zij eet met
groolcn smaak) hoe komt dat? Ik eet nu dit
vulgaire gerecht, ik die de fijnste zaken niet
meer aankeek, maar mon Dieu! hoe is 't moge
lijk, hoe komt dat ?
Dr, HAMER ernstig. Omdat u voor 't eerst van
uw loven honger hebt gehad.
Mevr. BONNARD nadenkend. Wat zegt u daar?
Was dat el lendige, wanhopige gevoel, dat ik sedert
gisteren had . . .
Dr. HAMER.Honger? Ja mevrouw! dat was
honger en zie nu eens om u heen al die kleine
stumpcrds kennen dat wanhopige gevoel, van der
jeugd af aan; daarom is 't zoo heerlijk dat er
overal nog barmhartige, goode mcnschen zyn
die ....
Mevr. BONNARD invallend. Die voor die arme
kinderen zorgen willen. Kijk zo eens met smaak
eten; wat 'n benijdenswaardige eetlust. Dokter!
U heeft me inderdaad een groote dienst bewezen;
ik heb nooit geweten dat....
Dr. HAMER. Dat er een Vereeniging Kinder
voeding' bestaat, die van rijke menschen; zooals
u, die nooit honger hebben gekend, gaarne iets
aanneemt al was 't ook duizend gulden.
Mevrouw BONNARD, bewogen. Dat was dus hon
ger ! ? O, God beware daar een ieder voor
(zij staat op en zegt dan) Dokter u heeft
me met n portie erwtensoep (lachend) vulgo
snert, genezen, mag ik die met tien duizend an
dere betalen vindt u dat goed ?
Dr. HAMER buigt. Mevrouw ik kan een dame
nooit iets weigeren.
Mevrouw BONNAHD. Charmant! dan verzoek
ik u om uw arm en om uw voorspraak bij de
Commissie als er soms nog een dame noodig
is in een van de lokalen: ik bedien, vlug, eer
lijk en netjes.
't Scherm valt.
NB. De Voorzitter der Vereeniging Kindervoe
ding is Mr. S. J. COUEN N. Z. Voorburgwal 156.