Historisch Archief 1877-1940
No. 553
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
loofsbelijd'énis behelsde, belangrijk in te korten.
Kortom, de nieuw gekozene had nu niets meer
te doen dan in volmaakte zielsrust de hem wach
tende eerbewijzen te genieten.
Op raad van. den heer Pingard, het volmaakte
type van den academischen kamerbewaarder",
waren de vrouw en dédochter van den heer de
Falloux vroegtijdig naar het palais Mazarin ge
reden. Maar het gaf volstrekt geen pas. dat de
recipiendaris zoo vroeg van te voren zich daar
vertoonde. Met buitengewonen takt mag hij daar
noch te vroeg noch te laat verschijnen, juist enkele
minuten voor de opening der zitting.
Men had met mevrouw de Falloux afgesproken,
dat zij het rijtuig, nadat het haar had weggebracht,
naar haar echtgenoot terug zou sturen. Met beide
ritten zou juist zooveel tijd verloopen, dat deze
op het juiste oogenblik zon kunnen aankomen.
Maar een weinig zenuwachtigheid is zeer begrij
pelijk in een académicien, die voor het eerst
wordt toegelaten om onder den koepel van het
Institut zijn stem te laten hooren: des te
vergefelyker moet het geacht wo*den, wanneer in die
zenuwachtigheid door zijn familie gedeeld wordt.
Kortom, mevrouw de Falloux vergat in haar
zenuwachtigen toestand aan haar koetsier order
te geven weder naar huis te rijden en den opvol
ger van M. Moléaf te halen. Het rijtuig ging
doodbedaard in de file staan op de binnenplaats
van het Institut.
Intusschen zag de heer de Falloux niet zonder
eenige onrust den tijd verloopen. Eindelijk durfde
hij niet langer wachten, zijn geduld raakte ten
einde en hij liet haastig een fiacre bestellen,
wiens koetsier hij den meesten spoed aanbeval.
Bij zijn aankomst stond de klok van het Insti
tut op eenige minuten voor tweeën, er was dus
meer kans, dat hij te laat, dan dat hij met zijn
bekende stiptheid, welke zijn vijanden hem
als kleingeestigheid verweten, juist op tijd zou
komen. Hij verliet vlug het rijtuig en liep de
gang van het paleis in. Op het pnnt van den
salon binnen te gaan, waar zijn nieuwe collega's
hém wachtten, voelde hij plotseling het koude
zweet hem uitbreken; hij had namelijk'tot
zijn doodelijken schrik bemerkt, dat hij zijn dis
cours, dat hij moest lezen, niet bij zich had. In
dien tijd was het nog geen gewoonte, zooals te
genwoordig, het discours vooraf te laten druk
ken om van die stukken letterkunde aan do
avondbladen afdrukken te doen toekomen. Om er
thuis een cppie van terug te vinden, dat zou heel
wat inhebben; wat een last en moeite, wat een
oponthoud zou dat geven voor zulk een aanzien
lijke vergadering, die zeker reeds enkele teckonon
van ongeduld begon te geven...,
Waar kon zijn rede toch wezen ? Do heer do
Falloux herinnerde zich eensklaps, dat hij ze op
bank van hot rijtuig had laten liggen. Maar
hoedat rijtuig terug te vinden, en dat op dit oogenblik'?
Hij naar buitelt in zijn groenen roet palmen
versierden rok, den degen op zij. den steek op
het hoofd. De menigte versperde allo uitgangen!
Met den moed dpr wanhoop baant hij zich een
doortocht, werpt angstige blikken naar de rij
tuigen, die in den omtrek van het paleis staan
geschaard, meent eindelijk zijn fiacro te herken
nen, die zich verwijderde, en nu konden de aan
wezigen zich vermaken met het nooitgezienc
schouwspel van een académicien (en nog wel een
der deftigsten ook l), die in een ietwat gehavend
kostuum, zoo hard hij kon loopen, een rijtuig
zocht in te halen. Te vergeefs schermde hij met
zijn armen om den koetsier te beduiden, dat hij
stil zou honden; te vergeefs schreeuwde hij
zijn keel schor: do koetsier had er geen erg
in, hoorde niets en legde de zweep over zijn
paard, zonder dat een haar op zijn hoofd iets
vermoedde van het drama, waarvan hij zelf zulk
een belangrijk deel uitmaakte.
Eindelijk en ten langen leste gelukte het den
heer de Falloux de aandacht van den wagen
menner op zich te vestigen. Hot rijtuig stond stil.
Maar jnet welke aandoeningen wederom opende
hij het portier! Als hij zich eens vergist en niet
den rechten fiacre vóór zich had? Gelukkig zag
hij terstond het bewuste discours, waarom hij
zooveel angsten had uitgestaan, op de bank liggen.
Zenuwachtig greep hij naar de rol papier. Het
sloeg twee uur! Reeds verbaasde men er zich
over, dat men den nieuwen onsterfelijke nog niet
had gezien, toen hij verscheen, hijgend, niet in
staat een woord uit te brengen eer hij weder op
adem was gekomen, met min of moer gehavenden
rok en den lastigen steek scheef op het hoofd.
Het was hoog tijd!
O, de vermakelijke wreedheid van die kleine
ongelukken, waaraan niemand ontkomt en die
eeue grootere ontsteltenis veroorzaken dan een
wezenlijk onheil! Het leven is er vol van. Er was
iets verleidelijks in, om een der meest ernstige
mannen, die er ooit geweest zijn, daargelaten
welke meening men zij toegedaan over de door
hem in de wereld gespeeld» rol, het slachtoffer
te zien worden van een dier ondeugende spelingen
van het lot. A. B.
Kunst en Letteren,
HET TOONEEL, TE AMSTERDAM.
Stadsscïwuwburg. (j rand Tufaire.
Te-recht is dezer dagen reeds aangemerkt, dat
het stuk van Crémieux en Decourcelle, getrokken
uit den roman L'AbbéConstaiitin"' van Ilalévy,
te onrechte Abt Constantijn" door J. van
Montfoort betiteld is. Het hoofd eener abdij is een
Abt; maar anders beteekeat abbó eenvoudig geeste
lijke, en had men behooren te vertalen: ,,de
Eerw. Constantijn" of, nog beter: Pastoor Con
stantijn".
Die de Franschon kent, verwondert zich geens
zins over den groeten opgang, dien het stuk, in
Ie Ihêdtrc du Gymnase,maakt: hij is \iiet alleen
te verklaren uit eene reaktto van sterker gekrui
de stukken; maar ook reeds uit de vriendelijke,
edelmoedige gevoelens, het verwarmend gemoeds
leven, die het stuk bezielen.
Toch is de helft van het succes te danken aan
de rustige, harmonieus gekleurde voorstelling, in
dekoratie, belichting en groepcering, en aan het
even korrekte als natuurgetrouw spel der akteur?.
De bewerkers zijn er in geslaagd het hoofdbe
loop van den roman en de schilderachtige détails
met elkaar te verbinden, zonder in to groote
onevenredigheden te vervallen.
De gebeurtenissen zijn van den
allereenvoudigsten aard. Een moeder, die haar losbol van een
zoon een rijk huwelijk wil laten doen. De zoon,
die aan een vriend bekent, dat, na een paarjaar
samenzijn, de vrouw, die hij niet uit liefde vraagt,
en hij wel elk hun eigen weg zullen gaan. De
vriend, die hem de les leest, met des te meer i
nadruk om dat hij zelf op het rijke meisjen ver
liefd is, maar haar niet wil vragen, wijl zij denken
zou dat het om haar geld is, en wijl hij een 2e
Luitenant, eene zoo vermogende jonge Dame een
lot behoort te veizekeren, dat met zijn Officiers
plichten kwalijk strookt. Het meisjen, dat zijn
liefde voelt en hem ten huwelijk vraagt. Hare
zuster, waaraan zij zeer gehecht is, en wier lieer
gemaal in Amerika woont. De jonge Dames, eige
naressen door aankoop van ecu adelijk goed; een
dorps-Pastoor, de oom. van den Officier en vader
der armen, die voor zijn goede werken met wel
daden door de Dames wordt overladen en zijn
ziclswensch verkrijgt: een orgel, in zijn kerk.
Eene oude huishoudster, vertrouweling van den
Pastoor.
Treffend van edele natuurlijkheid zijn de ons
voorgestelde tafereeltjens. In het Ie der 3 be
drijven wordt een familiaar diner bij den Pastoor
gehouden, dat al de stadion doorloopt, van do soep
tot de koffi, en niet verveelt. Het vallen van
den avond, het opkomen der maan, het insluime
ren van den Pastoor, het zingen der jonge dames,
het uitlaten met een lantaarn tot bij haar rijtuig,
dit alles is zoo aanschouwelijk, dat men het tapijt
vergeet, dat den tuingrond moet voorstellen.
Do dekoratie hier en in het e bedrij* (de
huiskamer van den pastoor) is zoo volledig en
natuurlijk, dat men zich te midden dier goede
menschen beweegt. Aardig en eigenaardig is de
trap aangebracht om naar de orgolgaanderij to
komen, 't Is wel onverklaarbaar dat er geen licht
door het achtorvenster komt. Het stuk sluit met
de eerste tonen van het nieuwe orgel, en met
de to-lour-stelling der bi-illante mama, die haar
gewenschte schoondochter verloofd ziet met den
Luitenant.
Om het zeerst hebben de spelers zich gekweten.
Mevr. Róssing had de jonge hoofdrol.
Mettrcffenclen eenvoud heeft zij haar toespraak ter
huwelijksaanvraag gehouden. Mej. S. van Ijiene
sloot zich, als de jong getrouwde zifter, goed bij
haar aan. Mevr. Stoetz w*.ts Pauiiae, do
ineidhuishoudster-vertrouweling. Gij ziet haar van
hier." Mevr. de Vries heeft uitmuntend de vrouv;
uit de groote waereld gegeven, in al de fazes, die
de auteurs ter har er beschikking stellen. De
kostumen der Dames lieten, wat rijkdom en smaak
betreft, weinig te wcnscheu over altoos
bchoudends de kritiek, die wij ons zouden veroorloven
op de hoerschendo mode: wij zeggen veroorloven,
want do modo is voor ons geen grillige Godin;
zij is een heerschercs, in wier bestaan en verloop
zich opmerkelijke wijsgeorige wetten voltrekken.
De Heer Do Jong (olticier) en Tourniairc (losbol,
die eindigt met een goede daad te doen) waren
goed. Zoo ook de Hoeren van Dommelen en V\
onsma' (een fatsoenlijke buurman en ecu
ongeloovigo tuinman). Maar do figuur, dio den achter
grond
puike qualiteit. De Heer Spoor heeft eer van
dio op de natuur geïnspireerde schepping.
een ijverige leerling der Tooneelschool geweest
is, valt nog niet veel te zeggen.
Met belangstelling zagen wij het, in der tijd
beroemde, huivringwekkende Drama La tour de
Kesle" van Dumas, den vader. Het is een stuk
uit de weeldrigste4)loei(ijd der Romantiek, van
een auteur van den tweeden rang; maar dan een
zeer goed. Het je ne sais qiioi, dat de meester
stukken der kunst onderscheidt, ontbreekt er in.
Toch is het stuk nog iets meer dan een
aan-eenschakcliug van sluw overlegde gruweldaden, met
eerzucht of zinlijkhcid tot roersol. Een wijsgeerig
verband en zedelijke strekking ontbreekt er niet
in. Margilreta van liowyogne, vrouw van Louis
Ie Iluün valt. als het slachtoffer van haar eigen
misdaden, na op het punt geveest te zijn, zonder
volle kennis, in eono schandelijke betrekking te
komen. Zij is onwillekeurig oorzaak van de dood
harorbeide bastertzonen. De twee intriganten in
het stuk vernietigen elkaar. Strijd van hartstoch
ten en edelmoedige opwellingen ontbreken niet.
Ginilticr d'Auliiay, uit dankbaarheid voor het
redden van zijns broeders leven, Lyonui* de
Gournormlle ten allen tijde zijn verknochtheid
gezworen hebbende, moet dezen man kerkeren.
Het kwaad wordt aau allo kanten gestraft.
Do Heer Veltman heeft met jeugdig vuur de
hoofdrol vervuld, door Mevr. Eilenberger, in ver
schillende stemmingen waardig ter zijde gestaan.
Do Heer Potharst trad met geestdrift op in de !
rol van Gaultier. De Hoeren Fai'ber (l^hilijn»'
(VA.ulnay), van Ililten (Orsini), Eylders (Savoixy)
llesselink ('Etifjiierrand de Marir/ny), Jurgens j
(Landry), en Groebo (Pierrefonds) hebben mee
gewerkt tot liet goede geheel. l
Men verzekert zich van kunstwerken het meeste !
genot, ais men ze beoordeelt in liet licht van hun i
tijd. Tot zelfs do onhistorische, ecnigszins fantas- i
tischo kostumeering der per.sonaadjes bracht ons i
te-rug naar do dagen van het weinig oudheid
kundig- Romantisme. liet roode en zwarte
Ministerkostuum en het waarzeggersgowaad van den Heer
Yeltnian maakten eene gunstige uitzondering. Als
ik wel ieb, droeg hij echter bet ordoteeken van
het Gulden Vlies. Als uit zoo is, werd er ceu
Eeuw op do instelling der Orde geanticipeerd.
Hot Mikado-gezelseliaj).
Woensdag, l i'ebr., zal het Engelsche
Tooncelgezelschap, dat ons hier, oiuler zoo grooto toe
juiching, met dijn Mikado" hoeft doen kennis
maken, de burleske Opera Patience'', met al de
rijke hulpmiddelen van kostumen en dekoratu'ii,
dio den Heer D'Oyly Carte ten dienste staan, in
hét Grand Tlifi'itre optreden. j
In Dnitsc'uliind heelt de herhaalde voorstelling j
een diepen indruk gemaakt, ui;:t slechts op het i
gvooto publiek, maar op vela deskundigen, l
Anton von \Verner, voorzitter dor BerJijnsche i
kuijstakadenuo en vermaard schilder, priji-t zeer :
hoog du buitengewoon geslaagde- groepoaring' van '?
kleuren en lijneia-kten; dr. Adolf Menzel, kuns
tenaar van nog grooter naam, zegt er van, dat i
de uitvoering van Patler.co" (waarin met echte j
esthetiseho middelen de ii>sthctisclio dwoepoi'ij op \
geestige wijs aan de kaak wordt gesteld), hem
eenvoud, zouden in staat zijn een referent tot
razernij te brengen! Plantékwam er dan ook
niet zonder eenige toegiftjcs af.
*
* *
Het eerste concert vau Bot te's Mannenkoor
had den volgenden avond plaats en verschafte
den velen aanwezigen (do groote Doele-zaal bleek
voor het ledental te klein) een genotvollen avond;
het koor zong prachtig, met uitmuntende voor
dracht en over 't geheel heerlijk klankgchalte;
de wijzu waarop moeiolijko koorwerken ais
Gernsheirn's Salamit. Rich. Hol's Vllle Psalm, L.
F. Brandts Buijs' Dens nogtra spes werden uit
gevoerd, getuigde vau ernstige studio en dege
lijke voorbereiding ; den Directeur L. F, Brandts
Buys komt daarvoor alle lof toe.
Een jeugdig violist, II. II. Kolkmeijer, zetto
dien avond zijne eerste schreden op de
virtuozen-loophaan ; hij bewees genoegzaam aanleg te
hebben om wat goeds van. hem doen te verwach
ten. Do wijze waarop hij reeds na met zijn in
strument weet om to gaan. valt zeer te loven,
stuk en toon zijn voortreffelijk.
Ais soliste voor den zang trad Mej. ottaquo
uit Breinen op, uit Breinen helaas! terwijl het
toch nog uit Rotterdam" kou zijn! De ontvangst
van de zijde der aanwezigen was alierharteiijkst
en do innemende, schalksche en toch innige wijzo
waarop zij haro nummers voordroeg, maakte do
herinnering aan haro werkzaamheid aan onze
opera op nieuw levendig. Nog altijd wordt ha,ar
heengaan diep betreurd; laat het ons ten troost
zijh dat hare gaven elders zoodanig gewaardeerd
worden, dat haar do vervulling der partij van
i'ran in Waguor's Meïstersiityer te BayreuLh iu
den aanstaanden zomer is opgedragen. Ik wensch
haar vcol succes!
Iu do Opera krogo;i we jl. Dis Waisse Dame
weder eens to hooren; do opvoering was recht
goed. Grüning spoelde Georye Erown levendig,
los en geestig, en bleet' ook iu zang niet te zeer
büncden hetgeen men vau dazo partij mag verwach
ten; slechts scheen mij de voordracht van hut bekende
lla ii'dcJ/c JLuul Sul'Uit .:tt sein .'" wel wat al to
nonchalant. De heer Sieglitz leverde een goeden
Guli'ïxloit, de heer Bolle eou knappen JHckson.
Mej. Fischor was eene aanvallige en, ook wat den
zang aïngaat, goede Jenny, Mevr. Biazzi eene
voortreffelijke Weixge Dame en Mevr. Jaïda eene
uitstekende Muri; irtih-n. De heer Prill dirigeerde
met smaak eïi zekerheid.
Eerstdaags zullen we kennis kunnen maken
mot Verbcy's nieuwe opera Köit'nj Arjiad, tekst
vau Fioro tioiia Novo, waarvan do voorbereiding
reeds zoover gevorderd moet zijn, dat oen e spoe
dige uitvoering waarschijnlijk is; met belangstel
ling ziet men hier dit werk onzer boide verdien
stelijke landgenooten togomoer.
Rotterdam, 2'J Januari 1888. V.
buitengewoon behaagd (eittsiicki) heeft. Hij roomt
patroneert, de Pastoor, was van bizonder j om hot zeerst do beteekcnis. het amuzante, het
. .,.._., r,. TT_.._ o. . ... !_,?!.. , snmaiistreclende van het geheel. liij vcrholt de
voorstelling boven die van den ., Mikudo".
De vertaling is redelijk. Er komt niet in van j Een ander kunstsonator van Berlijn, de
boeldMis-f/erai". maar de uitspraak van het woord : houwer prof. Schaper, maker van het
Goethc-moparfiiin liet te wenscbcn. Voor het franscho Ie bou ] numcnt en do X'ike in do Jtiiincdtüllc, zo.ut. dat
I)iou" zeggen wij, Hollanders, eerder Ouzelievo ] behalve den vcrmakelijkon inhoud en verlokkende
lieer" dan de goede God."
De Tooneel-Yoreoniging D. V. G. heeft, (5 dezer,
in den Stads-Schouwburg eene zeer gestaagde
voorstelling gegeven van Schimmels fraayu
tooneehveik Hut, Kind vau Staat", ten voordeele
van de Veroenigiug voor minvermogende
ooglijders". Het stuk was met bizondere zorg gemon
teerd eu de tafereeleu" maakten een groot
pittoresqne eifekt. Maar ook spel en voordracht was
bizonder verdienstelijk. Schoon, aandoenlijk zelfs
was, voor hen, die met de geschiedenis
eenigszins vertrouwd zijn, hot optreden van don aan
staanden Willcm den Ille . Do gelijkenis was
hoogst voldoende en do tengere, aamborstige jon
geling-, dia zoo veel geestkracht vertegenwoordigde,
speelde en zeide zijn rol met wochsleepcndo
natnurtroiiw. Ook de kop van Jan do Witt was met
zorg bewerkt, en als Potgieter don spot dreef mot
pret'', waar men oen tint van plichf-botrachting
aan zoekt to geven, door to gelijk ecu liefdadig
doel to beoogen, dan was hier de (historische)
pret toch van een zeer edelen aard.
Een stampvolle schouwburg was het loon van
D. V. G , waarbij zich Amstcls Fanfare-Corps"
had aangesloten, voor hunne edelmoedige poging.
muziek der operette, de bekoorlijkheid der
stmidoti en bewegingen, met toepassing der schoone
grickschc drupceringun, hem ten hoogste behaagd
hebben en tot leering voor kunstenaars kunnen
strekken. Ook prof. Dr. J. Lessing, leeraar dor
kosimimkimde, Dr. l'aiil Lindau, prof. Dr.
Hanslick (in Weonon), Dr. Had. v. Goltschall zijn een
stemmig in don lol' dor grooto aantrekkelijkheid
door dezo voorstelling op hoorders en toeschouwers
geoefend.
Ongetwijfeld zal men dus ander-maal bet merk
waardige siullivan-genre hier ceu goede ontvangst
bereiden.
'2'5 Jan, '88. Ai.n. Tu.
MUZIKAAL OVERZICHT.
liet tweede concert van Knulitio J/ti.sicii w-as
rijk aan afwisseling, eene ouverture (Aflt(tlüi) vau
Moiuletssohu. een concert (klavier en orkest) vau
Chopin, ecnc symphonie van Gürnsheim, kleinere
werken van v. Gluck, Rubinstein, etc. ziedaar
bij grooto verscheidenheid tevens overeenstem
ming in degelijkheid. Hot hoofdnummer vormde
natuurlijk Goriiiheiin's derde symphonie, waarvan
hier do eerste uitvoering plaats had: ik stel dit
werk zeer boog en zou mij sterk vergissen,
inOp den titel af, zoi\ men de dozis goede smaak, i dien liet niet spoedig tot de meest gelickle
standie in het blijspel van Clairville en Victor Bernavd
is neergelegd, niet hoog taxeeren De afge
storvene aan de overledene" maar men be
denke, dat het van franschon oorsprong is on dan
wel kans heeft onderhondend, ja, amnzant te zijn,
en het blijkt nu moer dan dat te wezen. De be
werker, de Heer Bigot, noemt het een nieuw blij
spel": dit is niet al te streng op to vatten. De
bekende en vruchtbare tooneelschrijver Clairville.
in 1857 Ridder gemaakt, is 7 Feb. 187!) overleden.
De charakterteekening van den driftigen,
achterdochtigen en dus vaak beschaamden Overste
buiten dienst Ilresc.lienbety is zeer geslaagd en
werd door den Heer de la Mar met goed begrip
en talent gespeeld. De lieer Malherbe kweet zich,
in do rol van den lossen jongen (een Edelman),
uitstekend. Hij beeft veel aangewonnen in gemak
en vlugheid van bewegingen. De Hoer Vos heeft
de eenigszins komieke rol van Stolkwijk goed
vertolkt. Een geoefend tooncelspeler, zoo als hij,
weet van alles wel wat te maken. Mej. F. van
Biene speelde met de natuurtrouw, dio erfelijk
schijnt in haar familie, voor de jonge vrouw; de
Heer Verhagen was Madinger, do eigenlijke held
der intrige. Do rol scheen eerder voor den Ilcer
Ruys bestemd, maar de heer Verbagen bracht het
er goed af, en Mevr. de la Mar, als kamenier bij
Brcichenbirg, niet minder. Van Mej. Dusault, die
daarduuniuiers der klassieke concerten in geheel
Europa ging behooren.
Reeds hot eerste deel dwingt bewondering af
door don schooncn stijl, de ongezocht fraaie mo
tieven on de prachtige bewerking; het muit o
adagio is n stuk melodie, vol adel en vol ge
moed, terwijl hot Victice axsui reeds bij dit eerste
aanhoorcn zoodanig in den smaak viel, dat eene
herhaling noodig was. De Slotsatz is breed aan
gelegd, doch niet zoo breed uitgewerkt als de
aanleg deed verwachten ; ziedaar do eenige op
merking dio ik zon mcenen rnij te mogen ver
oorloven. Geïnstrumenteerd is het geheel in n
woord schitterend ; do indruk, dien het werk te
weegbracht, was dan ook groot en allen stemden
in met den bij hot aanbieden van een lauwerkrans
door het Bestuur uitgesproken gelukwensch.
torwijl het orkest dien wensch met fanfares beze
gelde. De beer Gernsheim heeft niet dit werk
een grootcu triomf behaald'
De zangeres-soliste, Mej. Baldo uit Parijs, ge
noot slechts uit beleefdheid conig applaus en
verdiende niet meer. De klavier-virtuoos Francis
Planté/'oveneons uit Parijs) daarentegen, bracht
het auditorium tot zulk een graad in vervoering,
als ik het iu Eruditie zelden zag. Zulk volko
men goachevcerd spel, zooveel fijnheid en gratie,
zulk eene onfeilbare zekerheid en daarbij zooveel
l
VfED.iTlfUD \VILLIXK VAX COLLEX.
Miot minder dan zeventien jongo-lieden bobben,
iu don kamp om do looliLMining van "s iieeren
Vviilüik Yiiu Coltuiis odoiiuouuig legaat, liet palet
ttr lu'.ud genomen.
liut lioöCiuir dor Maatschappij, onder wier
pairouaat do wedstrijd word uitgeschreven, maakte,
voi'stüiJit dooi' het oere-Hd L'ii. Rochnssen, den
juiy uit. De prijs is behaald door den lieer J.
Luvlon, mot zyuo V\ urkstaldng" van Metsers'';
do premie, door den Hoor Gerard Muller,
kwekung onzer iiijks-Akadouiie.
Kr schijnt maar ueu stem te zijn over de uit
stekende hoediiuigiuXiüii vau 's iiceron Luytons
schiidoiij: onuveqi, komyüifcio, totikeuiug. uit
drukking dor treJütcu ea gebitton, kontrastun van
eiiuïakter. en oorspronkelijke belichting verdienen
dan ooi; om hot zeerste- lof. Do kooiiitid vau
toou worut düor hot beroep der iiguron eoni^szins
verklaard en gerechtvaardigd.
Dat <io Heer JSluli^r do tvrocdo kroon heeft
beiumld spreekt tor gunste van twee verschijnse
len : ten eerste, dat du Jury zich zorgvuldig ont
houden heeft van eono nieo.uug te doen zegevie
ren, dio ook maar eou schijn van partijdigheid
(in het voorstaan eener richting) aan den dag
zou leggen ; ten tweede, dat het onderwijs aan
do Rijks-Aliadeiniüvooral opleidend on ontwik
kelend, niet belemmerend of keurslijf-aanrijyoiul,
te-wei'k-gitat. Men zal den lieer Muller niet
beschuldigen do sints jaren platgetreden paden
te bewandelen. Hij is, in zijn plooischikkiny
bijv., moor Sarah Bornhardt dan Rachel. Inden
donkeren toon, die liet bovoudeet der schilderij
beheei'scht, komt de aan den schoorsteen staande
cacaltcr toch uog duidelijk uit, met al de
disdnktie, die over zijn persoon verspreid ligt. Van
zijne jonge vrouw krijgt men, ais van achteren
gezien, een lichteron indruk. Toch is haar
/>eiIjituir elegant genoeg, om de eu profil geziene
jonge vrouw, rechts, als ware deze van minderen
stand, bij haai' te doen atsioken. Dit proiiol is
tam en i\i;it beide. Wat voroonigt dio drie pci>
sonon';' Do schilderij eot: Een welkom bezoek."
Een bezoek, vau een naaister, knielend bij een
hoedendoos1/ Movrouw, diu graag eon kons doet:
Mijnheer, die onvervaard de iiieuwjaursrekening
te gomoct ziet? XCOH! uit goode bron vemoeui
ik. dat wc hier met een wieg to doun heubeu;
das, natuurlijk, mot eon jonggeborene.
Er zijn nog drie schilderijen, die mij toeschij
nen voor de premie" iu aanmerking te hebben
kunnen komen. Ik noem zo in de alfabetische
orde der vermoedelijke makers : i! dronken
kuorels vol van kleur, teekening en juist waarge
nomen gebaren; 't onderwerp is anders minder aan
genaam: zoo'n schilderij hang-jo toch op. on... erlang
op te kijken! Hoedcnopmaaksters",
methetaardig, zeer getroffen, profiel van ecnogewezene acad
?mtcicinte en groote waarheid van toon. Die binnen
plaats, diekamci'toon, zijn onverbeterlijk. Misschien
is het verschil van proportie der voorste eu ach
terste figuur, rechts, wat groot. Een aanspre
ker met vier dienstmeisjens in een straat. De
uitdrukking der fyzionomiën zeer goed en uit
elkaar gehouden, levendige kleur, alles typiesch
behandeld: konjon Aanspreker, oai er uit te
knippen.
Nog kwam mij geestig voor en waar, schoon wat
somber van algemeenen toon, de Vischmarkt:
Scbadeni'reude" (over het verkoopen van een opgebla
zen schellcvisch).