De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 5 februari pagina 1

5 februari 1888 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMEK A'. 1888 WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.) Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgever: T). VAN HOLKEMA, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 5 Februari. Abonnement per 3 maanden f 1.?. fr. p. p. f 1.1& Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar ...» 0.10. Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . 0.20. Reclames per regel 0.40. I W H O U »: VAN VERKE EN VAN NABIJ. FEUILLE TON: Geoffrey's vrouwtje, naar het- Engelsch, I. KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Amsterdam, door Alb. Th. Een nieuw bhjspel van Meilhac. Vae Victis. Muziek in de hoofdstad, door H. C. P. D. Muzikaal Over zicht, door V. Welbestede jaren, door Alphonse Daudet, beoordeeld door F. J. v. U. VARIA. SCHAAKSPEL. Reisbrieven V. De Muurbloem. 't Zondagspopje. Voor Dames, door E-e, ALLERLEI. RECLAMES. - BE RSOVERZICHT. ADVERTENTIËN. Van verre en van nabijDrie dagen heeft de Duitsche Rijksdag besteed aan de behandeling van de door den heer Von Puttkamer, namens de verbonden staten ingediende nieuwe socialistenwet. Het gold dezen keer niet eene verlenging van den duur der geldigheid der bestaande be palingen, gelijk deze reeds bij herhaling is toegestaan, maar eene verscherping van groote beteekenip, de aan de ?willekeur der politie autoriteiten overgelaten toepassing van de straf der verbanning. Reeds dadelijk bleek het, dat de regeering voor deze verscherping op geen meerderheid zou kunnen rekenen; zelfs de getrouwe nationaal-liberalen weigerden hiertoe mede te werken. Evenmin is de kans groot, dat de bestaande wet nog vijf jaren blijft behouden; de regeering zal zich waar schijnlijk met een nieuwen termijn van twee jaren moeten tevreden stellen. Het zwaartepunt der discussiën lag in de ernstige beschuldigingen, door den sociaaldemocratischen afgevaardigde Singer tegen de Duitsche regeering ingebracht, en door deze op zeer onvoldoende wijze, of eigenlijk in het geheel niet wederlegd. Het is name lijk gebleken, dat eenige in Zwitserland ge vestigde personen, die een zeer werkzaam aandeel hebben genomen in de socialistische en anarchistische propaganda, door de Duit sche regeering werden bezoldigd. Twee hunner zijn door de autoriteiten van het kanton Zürich gevangen genomen, en het blijkt uit de schriftelijke verklaring van een rechterlijk ambtenaar te Zürich, dat deze lieden, Haupt en Schröder, van de Duitsche regeering een vast Feuilleton. GEOFFREY's VROUWTJE. naar het Engelsch. Iedereen had schik in hen. De kamermeisjes leunden over de leuningen der portalen, om hen naar beneden te zien gaan. Alphonse ?wist hun steeds het ronde tafeltje bij het raam te bezorgen, waar men het beste uitzicht had op de cour, met haar bestoven bloempotten, gerangschikt rondom een fontein die bij ge brek aan watertoevoer meestal stilstond. Zelfs Monsieur Leroux, de eigenaar van het hotel, vertoonde zich menigmaal in de entree, wan neer zij uitgingen of thuis verwacht wejden, om zijn compliment te maken en een vrien delijk woord of een lieftallig knikje op te vangen. Zelfs de conciërge, die eenzaam en geheel afgesloten van de buitenwereld, zijn dagen sleet in zijn enge cel, waarvan ontelbare sleutels het eenige sieraad uitmaakten, kwam uit zijn plooi wanneer zij voorbij gingen, en glimlachte terug als zij hem toelachten. Het was een wonderlijk, klein, ouderwetsch hotel, vrij afgelegen, en scheen bijzonder in trek bij jonggehuwde paartjes, althans in som mige gedeelten van het jaar wees het gasten boek er verscheidene tegelijk aan. Zelfs op dit oogenblik logeerden er, behalve hen, nog een tweetal, maar geen dat in de verste verte zooveel belangstelling wekte als juist dit paartje. In de eerste plaats waren ze zoo boven alle grenzen, zoo onverholen gelukkig. Er waren wel meer menschen, Monsieur Leroux wist er van mee te praten, in den aanvang van hun huwelijk gelukkig geweest maar toch niet zooals zij. Er waren wel meer menschen, die de zaligheid der wittebroodsweken ge smaakt hadden, maar geen zooals zij. Hoewel zij Engelschen waren, zagen ze er zoo aardig en zoo stralend van geluk uit; hij was zoo flink gebouwd en zoo oplettend voor haar, fluisterden de kamermeisjes, en ah.' wat was maandelijksch tractement ontvingen, dat twee hooggeplaatste ambtenaren van de Berlijnsche politie hun mondeling en schriftelijk instructiën gaven, en dat zij niet alleen als spionnen, maar ook als agents provocateurs optraden. De heer Von Puttkamer erkende, dat zijne politie zich herhaaldelijk bediende van middelen, die den toets der zedelijkheid niet konden door staan, maar beweerde, dat de spionnen, welke hij gebruikte, geen agents provocateurs waren, eene bewering, die met de goed geconsta teerde feiten al zeer slecht te rijmen is. Hij maakte zich verder zeer boos op de Zwitsersche autoriteiten, die den heeren Bebel en Singer het noodige bewijsmateriaal tegen de regeering hadden geleverd, en dreigde zelfs, dat Zwitserland ter verantwoording zou wor den geroepen. Zoover zal het nu wel niet komen. Indien iemand zich te beklagen heeft, dan is het de Zwitsersche regeering, daar de Berlijnsche politie lieden betaalt, om in Zwitserland Duitsche en Oostenrijksche sociaal-democraten en anarchisten tot het verstoren der orde en het plegen van mis drijven op te hitsen. Het resultaat van de gansche discussie is, dat de heer Von Puttkamer zich weder gr ndlich blamirt heeft. Het is niet voor de eerste maal; het zal ook niet voor de laatste maal zijn. Een Duitsch minister kan niet vallen tenzij de heer Von Bismarck de hand van hem aftrekt. Maar dan moet hij ook ver dwijnen al gaf de Rijksdag hem eenstemmig een votum van vertrouwen. Voorloopig blijft dus de heer Von Puttkamer nog de rol van bliksemafleider vervullen. Eerst bij de tweede lezing van de wet tot versterking en uitbrei ding van de landweer en den landstorm wordt het optreden van den Rijkskanselier in den Rijksdag verwacht. Zal de heer Von Bismarck van die gele genheid gebruik maken, om eenige ophel deringen te geven over de internationale verhoudingen? Natuurlijk worden zulke ont hullingen met spanning te gemoet gezien, maar men dient in het oog te houden, dat de tegenwoordige Rijksdag volkomen bereid is, om de van haar gevraagde offers te brengen, de wet aan te nemen en de 278 millioen zonder veel critiek en onbetamelijke nieuwsfierigheid toe te staan. Er bestaat dus voor en Rijkskanselier geen reden, om de volks vertegenwoordiging door intimidatie tot toe gevendheid te dwingen. En mogelijk is, zij allerliefst! oordeelden de bedienden. Zij hadden een kleine zitkamer, wel niet de beste van het hotel, want ze waren niet rijk, maar Geoffrey (zij vond dien naam zoo aardig, zoo ongemeen) oordeelde deze zitkamer de meest volmaakte ter wereld, wanneer zij er in was; en Mrs. Geoffrey was er ook erg mede in haar schik, heel erg! Het had hem reel moeite gekost haar tot vrouw te krijgen. Somtijds, als hij naar haar zat te kijken, terwijl zij druk bezig was kluwens te winden van de strengen wol van allerlei kleur, die zij daartoe over den mahonihouten rug van een der soliede, ouderwetsche stoelen gespannen had, kon hij ter nauwernood gelooven dat zij zijn vrouw was, dat hij werkelijk in die wit tebroodsweken verkeerde, waarvoor hij zoo hard gewerkt, waarnaar hij met zulk een onstuimig verlangen uitgezien, had. Onder al zijn uiterlijke vroolijkheid, zijn veerkrachtigen jeugdigen geest, was er in de diepte van Geoffrey's hart een ernst, dien zijn vrouwtje niet recht begreep, dien zij evenwel waardeerde als iets dat buiten haar sfeer lag, maar dat zij juist daarom des te meer bewonderen moest. Met al de kracht van zijn jongen mannelijken leeftijd beminde hij het aanvallige schep seltje dat hem op haar beurt zielslief had. Hij had nooit veel omgang met vrouwen gehad, en koesterde een eerbiedige, kinderlijke gehechtheid voor al wat het hare was, van haar wipneuzig kamermeisje af tot haar weerspannigen schoenveter toe, die nooit moede was los te gaan, en dien hij nooit moede tvas telkens opnieuw vast te maken. De vreeselijke verantwoordelijkheid van het bewaken van zulk een schat, en een angstwekkende bewustheid_ van zijn broosheid, stonden hem bij voortduring- voor den geest. Hij lachte en was vroolijk met haar, maar in het diepste van zijn hart trilde bij voortduring een half onbewust, Jnnig gevoel, zoo innig dat het soms pijnlijk werd, en hij wist niet waarmede hij de onderscheiding- verdiend had, dat onder al de meuschenkinderen juist aan hem deze parel, wier wedergade in de gelieele wereld onder die omstandigheden, zwijgen nog het voorzichtigst. De officieuse bladen blijven wedijveren in verzekeringen van vredelievend heid, terwijl de militaire toerustingen, open lijk of bedekt, overal met inspanning worden voortgezet. Het Oostersch imbroglio blijft heden wat het gisteren was, en er zijn slechts twee redenen, die een langer uitstel van de oplossing onwaarschijnlijk maken: Rusland's onbevredigde eerzucht, en de steeds druk kender financieele last, dien de gespannen toestand op de schouders der volkeren legt. Het wachtwoord, dat elke regeering aan hare vertegenwoordigers en hare organen geeft, luidt, naar het schijnt, »zeg niets, waar door in den toestand eenige verandering kan komen; neem den schijn niet aan, alsof de eerste stap van ons zou uitgaan; open het uitzicht niet op diplomatieke onderhandelinfya." Ziedaar wat men eene gereserveerde ouding noemt. Doch wanneer de regeeringen zooals de telegraaf meldt tot het open baar maken van het alliantie-tractaat over gaan, schijnt die reserve niet lang te zullen duren. Die openbaarmaking moge met vrede lievende bedoelingen geschieden, maar voor Rusland is zij eene ernstige bedreiging. Als men Sir Charles Dilke mag gelooven, dan houdt Lord Salisbury het uitbreken van een oorlog in het voorjaar voor waarschijn lijk. Welke rol zal Engeland daarbij spelen ? De lectuur van het artikel van den heer Dilke maakt het niet waarschijnlijk, dat die rol eene zeer schitterende zal zijn. De Engelsche staatsman betoogt met kracht en klem, dat het leger en de vloot van zijn vaderland in hoogst onvoldoenden toestand verkeercii, en dat het in een Europeeschen oorlog bitter weinig zou kunnen uitrichten. Daarom keurt hij het ook goed dat Enge land geen algemeene verbintenissen aangaat, dat wil zeggen, dat Lord Salisbury zich niet bij de triple-alliantie heeft aangesloten. Voor het geval van een Europeeschen oorlog zou voor Engeland de Politik von Fall zu Fall aangewezen zijn, eu een tijdelijk bond genootschap met de eene of andere mogend heid, tot bereiking van een bepaald omschre ven doel, aanbeveling kunnen verdienen. Tegelijkertijd waarschuwt de oud-minister zijne landgenooten, dat zij rekening moeten houden met de mogelijkheid, om zonder bondgenooten te staan tegenover een mach tigen vijand, zooals Rusland of Frankrijk. niet te vinden was, werd toevertrouwd. Hij zag met vereering tot haar op en dankte God voor haar bezit. Zooals men ziet was hij nog jong, slechts vijfentwintig jaar, en bescheiden als hij in enkele opzichten was, miste hij nog het alleszins gepaste gevoelen der meeste jongelieden, die meenen der vrouw een wel daad te bewijzen, wanneer zij zich verwaar digen haar met eenige onderscheiding te be jegenen. Zij waren naar Parijs gegaan en niet verder dan naar Parijs, eensdeels omdat het het jaar der Tentoonstelling was, anderdeels omdat zij niet voor heel sterk gehouden werd, en niet door de sneeuw waden of in rammelende en stootende diligences door elkaar geschud worden mocht, zooals gewone bruiden. Stel u eens voor, Eva in een diligence of tegen de Alpen opklauterend! Neen, Geoffrev wist wel beter. Een rustige paar weken te Parijs, de opera, de tentoonstelling, Versailles, NotreDame, dit waren uitspanningen die haar hooggewaardeerd persoontje niet in het minst zouden schaden. Hij kende Parijs van A tot Z. Hij was er wel meer geweest in de dagen vóór zijn engagement, toen hij nu en dan het Kanaal overstak met eenige vrienden en, dwaas die hij was, meende zich dan uitstekend te amuseeren; maar hij had toen nog niet beter geweten! * En dus bracht hij haar naar St. Cl oud en toonde haar het vervallen paleis, en zij wan delden langs de fonteinen en kochten wafels; en zij gingen naar Versailles, waar ze alles zagen wat anderen vóór hen gezien hadden, alleen voor hen was alles in een stralenkrans gehuld voor hem ten minste. En ze wan delden door de zalen van het Lquvre en zij bedekte haar gelaat met haar beide handjes toen hij haar het tafereel van den zondvloed aanwees; en zij mocht het liefst de gewijde voorstellingen zien, en hij mocht haar des te liever omdat zij die het liefst mocht. En. zij zaten heel rustig in de Notre-Dame te luisteren naar een bijna goddelijk orgel en naar een bepaald _ goddelijk koor, en Geoft'rcv had de oogen niet af van het lieve, nu ernstige gelaat Men begrijpt, dat dergelijke meeningen, ont wikkeld door een persoon, die nog steeds alsjjezaghebbend kan worden beschouwd, door de*érs van het Europeesch vasteland druk worden besproken. De reis van Lord Randolph Churchill naar Rusland en de buitengewone onderscheiding, met welke hij daar door het hof en de toongevende kringen is ontvangen, wettigen de vraag, of Engeland soms op het punt staat, om in zijne politiek eene wijzi ging te brengen, en tegen de toezegging van belangrijke concessiën op economisch terrein, de oude veete met Rusland bij te leggen. Het is waar, Lord Randolph heeft geen officieele zending en is voor de conservatieve partij op zijn hoogst wat men in Engeland a free lama noemt. Dat hij echter een man van invloed is, en dat, niettegenstaande al zijne buitensporigheden, voor hem eene groote toekomst schijnt weggelegd te zijn, zal nie mand betwisten. Mogelijk heeft men tot nu toe wel wat weinig waarde gehecht aan hetf" doen1*<ëB laten van deze excentrieke persoon lijkheid. De parlementszittingen zullen weldra wor den hervat. Lord Salisbury schijnt de Ieren te willen dwingen of dringen, om den raad van Parnell niet te volgen, en er op te re kenen, dat zij de oude obstructionnistische politiek weder zullen toepassen. Eerst het adres van antwoord op de troonrede, en dan de wijziging van het reglement van orde lees : de beperking der vrijheid van discussie in het parlement. Ziedaar de eerste num mers van het parlementair program. Hoe zou een lersche patriot, die zich van den steun van den Grand OU Man verzekerd kan houden, onder zulke omstandigheden zijne ziel in lijdzaamheid kunnen bezitten ? DE CONSERVATIEVE BEWEGING. Het is een tijdlang twijfelachtig geweest of de uitbreiding van het kiesrecht aanlei ding zou geven tot een andere partijgroepeering in land en parlement. Die twijfel is nu weggenomen. De feiten, die op zulk een nieuwe rang schikking wijzen, worden talrijker, ze zijn niet langer beperkt tot n plaats en n partij; ze doen zich voor op verschillende plaatsen bij onderscheidene partijen. De meer voor uitstrevende leden der Amsterdamsche kiesvereeniging Burgerpligt scheidden zich van de oud-liberaku af en richtten een nieuwe kiesnaast hem, en twijfelde of hij harer wel ooit waardig zou worden; en ofschoon hij als Pro testant er natuurlijk op tegen had in een Roomsche kerk te bidden, scheelde het toch weinig of hij deed het, hetgeen hem juist zoo heel veel slechter niet zou gemaakt hebben. En nu waren de veertien dagen bijna voorbij. Eva was nog geheel wel, Geoffrey consta teerde dit voor zich zelf met een gevoel van zelfbewusteii trots. Haar moeder, voor wie hij een behoorlijk ontzag koesterde, haar moeder, die een ingeworteld wantrouwen had in de moreele eigenschappen van jongere zoons, zelfs haar moeder zou niet de minste ongunstige verandering in haar kunnen ont dekken. Hij maakte zich sterk dat James, zijn oudste broeder, dien zij tde moeder) altijd openlijk voorgetrokken had, niet beter had kunnen doen dan hij gedaan had. En hij, die zoo naar het oogenblik had verlangd waarop hij haar weg KOU voeren, verlangde thans bijna even sterk haar, al was het slechte voor vijf minuten, naar huis terug te brengen, alleen om haar familie te toonen hoe flink zij er uit zag, en hoe goed hij voor haar gezorgd had. De veertien dagen waren bijna voorbij, en daarna zouden ze naar huis gaan, naar hun eigen huis, een gezellige, allerliefste woning in Charlesstreet, die voor hem een paradijs op aarde zou worden, waar hij met het oogdes geestes haar reeds zag rondzweven, eeii tengere, bekoorlijke gestalte in het bevallig-. grijs kleedje, (dat zij op het oogenblik ook aan had) dat binnen zijn beperkten omtrek iedere mogelijke deugd omsluiten zou, tot dusver in meerdere of' mindere mate aan het geheele vrouwelijk geslacht toegekend. Hun plan was geweest des Zaterdags te vertrekken, maar op liet laatste oogenblik, op Zaterdag ochtend, besloten zij nog- tot Maandag te blijven. Wist Monsieur niet dat er Zondag een groote illuminatie was? vroe» Alphonse op een toon van verwijt. De Champs Elysées zouden prachtig worden, en hetBois de Boulogae een vuurzee, waar geheel Parijs heen zou gaan. Neen, Monsieur en Madame

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl