De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 5 februari pagina 4

5 februari 1888 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

l DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 554. door den krijgsraad van Lodewijk XVIII ter dood Zyn veroordeeld. De heldhaftige gravin maakt haren zoon bekend met het lot, dat hem wacht. ca belet Napoleon, voor zijn zoon gratie te verkrijgen. Trotsch gaat de jonge man den dood te gemoet; hij sterft voor zyu keizer en boet het ? breken van zy'n eed met zijn leven. Op zijnlaat, sten gang verneemt hy van den priester het ge heim zijner moeder; omhoog ziende, ziet hij voor het venster zy'n vader staan, Napoleon. En met den, kieet leve de keizer!" ontvangt hij het moordend salvo. Eigenlijk is het drama, de geschiedenis van den tragischen held, hiermede afgeloopen. Doch ook hét lot van den historischen held moet nog wor den afgesloten. Antommarchi, de arts van Napo leon, brengt de tijding, dat de Engelschen de boodschap van den keizer onbeantwoord hebben gelaten, en Napoleon ziet zich genoodzaakt om Frankrijk te verlaten en zich aan boord van den Béllerophon begeven. Vooraf neemt hij afscheid van zijn grenadiers. Een vizioen vertoont zich voor de oogen van zijn geest: een rotssarkophaag in de zee, en daarop staat geschreven Vae Victis1' Hjj richt zich op, en zyne laatste woorden zijn : Welnu, begraaft mij dan!" ?De opvoering te Praag wordt door de critiek eer geroemd. Richard Vosz was daarby tegen woordig en werd aan het einde van elk bedrijf - ten tooneele geroepen. MUZD3K IN DE HOOFDSTAD. DB muziekschool van de afdeeling Amsterdam der maatschappij tot bevordering der Toonkunst is in de hoofdstad zóó gunstig bekend, dat wij aai) de uitnoodiging, ons toegezonden, ter bijwo ning van het 23e examen in het gebouw van den Werkenden Stand, gaarne gevolg hebben gegeven. De uitvoering der verschillende nummers heeft ons de overtuiging geschonken, dat directie en leeraren voor hunne moeielijke taak berekend zijn en dat het hun aan den gewenschten ijver niet ontbreekt, om de muzikale vorming der leerlingen naar den eisch te doen slagen. Aan pianisten was er geen gebrek. In dichte rijen beklommen ze de estrade om van hunne vorderingen door de execu tie van eenige ensemble-nummers blijk te geven. Dat het den onderwijzers niet altijd gemakkelijk viel de tempo's te handhaven, spreekt wel van zelf; rust en zelfbeheersching bij het spel zijn van beginnende leerlingen niet te verwachten, veel minder te eischen. In het algemeen werd de neiging waargenomen om de bewegingen te ver snellen. Over de uitvoering van de Sonate op. 6, . D majeur van Beethoven, waren wij niet zeer te vreden ; de leerlingen, die dit nummer ten gehoore brachten, waren niet tot gewenschte een. heid in de voordracht gekomen en de verschil lende figuren werden vrij slordig gespeeld. Eene leerlinge van den heer Tibbe, wier op*>treden wy' by een vroeger examen, toen zy nog onder de leiding van den heer B. van der Eyken, directeur der muziekschool aan den Amsteldijk studeerde, reeds hebben vermeld, voerde het 2e en 3e deel van het concert in E-mineur van Rubinstein uit en trok vooral de aandacht door hare technische ontwikkeling. Een paar leerlingen van den heer Frans Coenen speelden de variatiën op een thema van Bellini, door Leonard, een nocturne van F. Coenen en de Tarentelle in d-mineur van Henry Tibbe. De jeugdige violist, die de beide laatste nummers uitvoerde, beschikt al over eene respectabele techniek en doet zijn leermeester veel eer aan. Van zijn verdere ontwikkeling hebben wij goede verwachtingen. De variatiën werden door een begaafd meisje met een aplomb gespeeld, dat ook by' goede vorderingen bezwaarlijk zal kunnen vermeerderen. Behalve de sopraanzangeresse, die onder de leiding van mevr. Collin-Tobisch den zang beoe fent, en wier optreden in verschillende concerten wy' reeds konden bespreken, trad een solist op, wiens barytongeluid zich in den laatsten tijd op voordeelige wijze ontwikkelde en die o. a. een paar liederen van den heer Tibbe zeer verdienstelijk zong. De voordracht van het bekende lied van Brahms Von ewiger Liebe" bleek nog boven zy'ne krachten te wezen. In de uitspraak zijn nog enkele feilen aan te wijzen, die vooral de verwantschapte consonanten betreffen. Met bijzonder genoegen hebben wij een achttal leerlingen van mw. Collin-Tobisch eenige nummers van Brahms hooren voordragen. Daar waren bij deze chanteuses enkele stemmen, die bij goede oefening, voor den solozang geschiktheid zouden aan den dag leggen. De wijze, waarop ouders en leerlingen hunne ingenomenheid met de uitvoering van het pro gramma toonden, schonk ons de overtuiging, dat het gevoel van erkentelijkheid nog aanwezig is. Voor de leeraren, die zich inspannen om de muzi kale vorming hunner discipelen tot een goed einde te brengen, is ongetwijfeld deze waardeering van hun arbeid de beste belooning. Wy brengen aan directie en onderwijzers der muziekschool van de afdeeling Amsterdam der Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst" te dezer plaatse gaarne de hulde, waarop zij kun nen aanspraak maken. * * * Op 14 Februari a. s. zullen de lessen der JVcdertcmdsehe Zangschool onder het bestuur van den heer Bern. j. Beumer in het lokaal Frascati O. Z. Voorburgwal, een aanvang nemen, terwijl de gelegenheid tot deelneming aan den cursus door inschrijving tot op dien datum in de Algemeene Muziekhandel, Spui", zal openstaan. Op Dinsdag en Donderdag van 12 ]4 tot 1J4 uur, zal de directeur in Frascati persoonlijk aan belang stellenden de noodige inlichtingen verschaffen. Aan zoogenaamde t'offiszangscholen bestaat geen gebrek, en voor hen, die door de fortuin rijk met aardsche middelen bedeeld zijn, is de beste tulp bij de studie van den zang verkrijgbaar. Maar is er in de hoofdstad voor jonge dames en meisjes, vooral uit de middelklasse, zooveel geschikte ge legenheid aanwezig? Wij betwijfelen het. Daarom komt het ons voor, dat de oprichting der Nederlandsche zangschool in eene werkelijk bestaande behoefte zal kunnen voorzien en wij wenschen dan ook gaarne, dat de heer Bern. J. Beumer, wiens degelyke muzikale ontwikkeling wij leerden waardeeren, in zy'n kloek initiatief krachtig zal gesteund worden. * * * De Fransche en Hoogduitsche operavoorstellin gen volgen elkander met regelmatigheid op. Wan neer wij intusschen het woord regelmatigheid" bezigen, dient het niet in al te letterlijken zin te worden opgevat. Het gebeurt soms dat de habi tués op den avond der voorstelling met de tijding verrast worden, dat er relache" is, altijd op grond van de eene of andere ongesteldheid, die wel eens in het beperkt getal besproken plaatsen haar ver klaring zou kunnen vinden of wel, zooals het ver leden Dinsdag in den Stadsschouwburg op het Leidsche plein geschiedde, Manon maakt plaats voor La Muette, die weder door La Favorite wordt vervangen. Met de opvoering van der Haideschacht" heeft het gezelschap uit Rotterdam althans aan de leden van het Paleis voor Volksvlijt eon dienst bewezen. Alles liep vrij wel van stapel en de heer van Bongardt was in de belangrijke rol van den opzichter der mijnen, Swend Stirson, zeer goed op zijne plaats, terwijl ook mevr. Jaide als Helge door spol en zang de aandacht wist te trekken. Fraülein Ottiker was minder goed gedisponeerd. De koren, vooral sommige vrouwenkoren, voldeden beter dan gewoonlijk. Tegen aanstaanden Dinsdag wordt de opvoering van Manon, onder directie van Massenet en met mej. Palmer in de titelrol aangekondigd. Onze lezers kunnen zich herinneren, dat wy verleden jaar over dit werk van Massenet het een en andere geschreven hebben, zoodat wij thans ons er toe kunnen bepalen de aandacht van de operabezoe kers op de tegenwoordigheid van den Franschen componist te vestigen, wiens leiding aan het wel slagen van het geheel ongetwijfeld zal bevorderlijk wezen. Mocht de Cid" binnen korten tijd in de hoofdstad worden opgevoerd, dan behouden wij ons voor de samenstelling en het karakter van dit belangrijke werk in dit blad te bespreken. De matinee door den -heer Michelsen met medewerking van den hoer Rogmans in de zaal van Couturier gegeven, is zeker aan vele bezoe kers welkom geweest. Deze pianist, wiens spel wij reeds bij herhaling bespraken, onderscheidt zich altijd door groote degelijkheid en wij hebben nog nimmer ontdekt, dat' hij het er op toelegt door ijdel vertoon de attentie zijner toehoorders te trekken. Zijne techniek is fraai ontwikkeld en wanneer hij er in slaagt warmte en kleur aan zijn spel te geven, voldoet hij aan hooge eischen. Zou men ons van gebrek aan welwillendheidkunnen beschuldigen, indien wij den heer Michel sen opwekten zijne individualiteit wat krachtiger in zijne voordracht te doen afspiegelen? Wij weten wel, dat er gevaren aan de inwilliging van dien wensch verbonden zijn, doch het komt ons voor, dat de band tusschen den artist en zijn audito rium er inniger door zou worden. En de eerbied voor het karakter van eenig kunstwerk behoeft er niet door te loor te gaan. De medewerking van den heer Rogmans werd door allen hoogelijk gewaardeerd. Vooral de Nederlandsche liederen Des Heeren Huis van Heye door Verhulst en een lied van Richard Hol schon ken dezen tenorzanger de gelegenheid zijne goede gaven bij vernieuwing te doen waardeercn. * * * En nu last not least''' een enkel woord over de soiree in Felix Meritis, die door een groot aantal muziekliefhebbers werd bijgewoond. De heer Joh. M. Messchaert had de in waarheid niet lichte taak op zich -genomen een twintigtal liede ren van Schubert voor te dragen en wat meer zegt, hij is er in geslaagd het talrijk publiek van het begin tot het einde te boeien. Niemand zal meer dan wij de beteekenis schatten van den zang voor de muzikale ontwikkeling en wanneer een kun stenaar als de heer Messchaert optreedt, is er voor ons allen voel te genieten en veel te leeren. Over den liederen-componist behoeven wij hier niet uit te weiden; den zanger hebben wij even eens zoo dikwerf te dezer plaatse besproken, dat wij gevaar zonden loopen in herhaling te vallen, indien wij zijn talent weder gingen .ontleden. Het best voldoet ons de heer Messchaert wanneer hij teederheid of innigheid heeft uit te drukken; daartoe leent zich zijn eenigszins week orgaan bij uitnemendheid, en het rnezza-voce, dat hij met gevoel en smaak aanwendt, maakt altijd diepen in druk. De uitspraak is steeds voortreffelijk on do ademhaling uitstekend geregeld. Daarenboven is de voordracht die van een echt kunstenaar met muzikaal temperament en gelouterden smaak, Wie met ons liederen als der Neugierigc, Thrünenregen, der Feierabend, Wohin" en Mit dein griinen Lautenbande" door dezen charmeur" heeft hooren zingen, bezit een schat van heerlijke herinnering, waarvoor het billijk is, oprechte erkentelijkheid te betuigen. H. C. P. D. MUZIKAAL OVERZICHT. Rotterdam, 3 Februari 1888. Maandag jl. werd in onze Opera ten benefice van het solo-personeel Don Juan gegeven; voor het doel schijnt mij n de avond, n liet werk slecht gekozen, want Maandag is de ongunstigst mogelijke dag, om 's avonds uit te gaan, en Don Juan werd in dit seizoen reeds herhaaldelijk ge geven Wel is waar kon op eenige belangstelling gerekend worden wegens het optreden van Mevr, Ady Hess als Zerline, maar zeker was die niet groot genoeg om den Schouwburg onder overigens ongunstige omstandigheden te vullen. De bezetting was dezelfde als reeds vroeger door mij besproken, slechts werd Mej. Fischer door Mevr. Hess vervangen; Mevr. Hess was, vóór haar huwelijk met onzen talentvollen viool-leeraar aan de muziekschool, verbonden aan de opera te Frankfort en is dus geen nieuwelinge op liet tooneel. Een aangenaam uiterlijk, een goed ge schoolde, goede stem en eene levendige wijze van voordragen zijn de hoofdhoedanigheden die bij deze dame gewaardeerd mogen worden, terwijl voor het overige hare bereidwillige en belanglooze medewerking der kritiek van zelve het zwijgen oplegt; het mag echter getuigd worden dat hare medewerking door het aanwezige publiek op hoogen prijs werd gesteld en een vijftal bloemgeschenken hare bereidvaardigheid loonde, Mevr. Mielke zong dien avond zér schoon; waarschijnlijk liet zij nog nmaal hooren wat zij kan indien zij wil, daar zij wist dat zij voor het laatst in onze opera optrad; het publiek wist nog niet dat zij haar ontslag genomen had en dit door de directie was aangenomen. Het lust mij niet alles op te sommen wat eindelijk tot dit einde moest voeren, maar kan het slechts be treuren voor mevr. M. zelve dat zij begaafd als zér weinigen , eene kunstenares, die door aanleg en steunmiddelen bestemd scheen onder de eersten harer zusteren te behooren, door hare wijze van optreden hare bewonderaars van zich vervreemdde. De manier waarop zij bijv. Zaterdag avond goed vond Fidelio te spelen, was erger lijk, bij open gordijn behoort men de onderlinge veeten althans te verbergen! Velen zullen dan ook trots haar onbetwist baar talent haar heengaan niet betreuren; het belang voor het geheel moet hier beslissen; zij deed ons zien, dat het niet genoeg is groote gaven te bezitten, maar dat de kunstenares die aan niets an ders ondergeschikt mag maken dan aan de kunst! Eene welkome afwisseling in het répertoire brengt, as. Zaterdagavond, Millöcker's Gasparone; ik kom hierop in mijn volgenden terug. V. WELBESTEDE JAREN. Alphonse Daudet. Irente ans de Paris A travers ma vie et mes livres." Er gaat eene groote bekoring uit van deze be kentenissen en herinneringen, eene bekoring, die ook zeker de letterkundige fijnproevers zat onder werpen. Men zou zijne gevoelens al zeer goed moeten kunnen analyseeren, om volkomen juist uit te drukken, waarem zoo grooto blijdschap over ons komt, als wij met den schrijver meeleven in deze aanteekeningen en mémoires. Zij dragen het merk der waarheid, zijn innig gevoeld en zoo vrij van alle affectatie, dat men temeer dezen gebenedijde onder de stervelingen, deze geniale persoonlijk heid, bewondert, die zich zelf kan zijn en dan zóó zich kan vertoonen. De charme wordt niet weinig verhoogd door het bewustzijn, dat men luistert naar den schepper van Jack, Fromont en Ie Nabab. In 1858 komt hij in Parijs, de arme Provengaalsche jongen, met geene andere betrekkingen in de hoofdstad dan een' broer, die schrijft voor oenen rijken ouden heer en 75 frcs por maand verdient. In een kamertje op de vijfde verdieping Rue de lournon vindt de linksche bijziende ze ventienjarige knaap een onderkomen; daar schrijft hij in het onbezorgd vertrouwen der jeugd zijne verzen, leest bij een boekenstalletje in de straat do werken, die hij niet mag opensnijden on zit 's avonds bij het witte houten tafeltje te werken, met de beenen in een reisdeken gewikkeld. De vensters blijven bevroren in de kamer en beneden vieren studenten feest, teiwijl de stem van Gambetta de holle gangen van het huis doet dreunen. Want het keizerrijk is nog aan het opkomen en de bom van Orsini had aan Napoleons plannen toen nog niet hunne bepaalde gedaante gegeven. Die bom had ook de stoute verwachtingen van den jongen Dandet getroffen, immers juist bad het legitimistische blad Le Spectatew beloofd, kronieken van hem op te nemen, toen het met vele andere dagbladen geschorst werd in den schrik, dien de aanslag verspreidde. Eindelijk echter kan hij zijnen eersten bundel verzen omhelzen, elegant gebonden, een geluk, dat hij aan Tardieu, den boekverkooper van de me Tournon, te danken had. Maagdelijk en i'risch was het boekje verschenen en al heel spoedig be zorgden die Amoiireuses hom eene iuvitatie bij Angustine Brohan, de actrice van eenige ontwik keling, die in de mode was en soirees gaf, maar kwam hem ook op de kosten van oenen nieuwen rok te staan. Keurig en naar don eersten smaak was die nieuwe jas, waardig prijkt de afbeelding ervan boven een der hoofdstukken, want deze nieuwe bundel van Daudet is versierd met kleine plaatjes tusschen den tekst, die er, wat voor den ongenoemden teekenaar geen kleine lof is, eene waardige plaats innemen. Welnu, met den nieuwen rok betreedt de onbekende dichter voor 't eerst een Parijschen salon en wordt er, o wreede spot des noodlots, voor oenen Walacliijschen prins aan gezien ! De geusurpeerde kroon drukte hem zwaar en", zucht hij bij de herinnering, zagen die inenschen mijne lier dan niet?" Menigmaal treedt Daudet zelf hier op den achtergrond en laat ons kennis maken met de gemoedelijke of talentvolle of bespottelijke of ongelukkige of groote persoonlijkheden, waarmee zijne kunstenaarsloopbaan hem in aanraking bracht. Daar hebt ge den directeur van de Figaro, mon sieur de Villemessant, tiranniek en grillig, zelf zonder schrijverstalent maar met het flair, dat talenten ontdekt en bon coew bij al zijne wonderlijkheden. Daudet moet zelf een goed hart hebben, dat hij zoo de bonliomie weet te vinden en te waardeeren bij anderen; dat komt mij voor, bij hem een punt van overeenkomst met Dickens te zijn, even goed als wat hijzelf als zoodanig opgeeft, toen men zijne Désirée Delobelle bij de poppenkleermaakster uit de Mutual friend" ver geleek. Toen zei hij. dat er parentfy d'exprit be stonden, waarvoor men zelf niet verantwoordelijk was en dat de natuur bij hare fabricatie van inenschen in afgetrokkenheid het deeg kan heb ben vermengd. Dit voelde hij zelf, dat hij met Dickens de liefde voor armen en misdeelden ge meen had. Van die bonbomie getuigt ook krachtig het verhaal van den Provenc.aalsch.cn tambourijnspeler, die arm en hongerig naar Parijs kwam en Daudet 's morgens vroeg wakker maakte met de mededeeling, dat hij hulp verwachtte bij zijne po gingen, om in de hoofdstad van zijne muziek te leven, 't Was een echte tamboerijn, bijna een groote trommel, nog uit den tijd van Lodewijk XIV; ze maakte een komiek, droevig geluid, be geleid door de hooge tonen, die Buisson uit zijne fluit haalde en ze deed bij den dichter van het zuiden alle lieve herinneringen herleven uit Provence. En toch na de op roerende wijze beschre ven teleurstellingen van den overal afgewezen tambourinaire, eindigt Daudet met hem te zeggen, dat zijne komst eene groote vergissing is geweest. Helaas ja, de nachtegaal, waarbij ge u zoo graag vergelijkt, zingt liederen voor alle tijden en voor alle volken, en uw eentonig geluid past bij het bleeke groen der olijven, bij den helderen hemel van het zuiden en de lachende heuvels van Provence, maar niet bij den grijzen hemel van Parijs; ga weer heen, speel serenades en aubades voor de schoenen van uw geboorteland, laat ze de farandole er bij dansen en begeleid in triomf den overwinnaar bij de stierengevechten naar huis: daar zijt ge dichter en kunstenaar, hier zoudt ge een onbegrepen potsenmakor zijn". Dat zonnige zuiden bleef den gevierden kun stenaar steeds dierbaar; de lezers van de Let tres de mon moulin" weten, hoe hij er graag de eenzaamheid zocht, en rust na overspanning. In de buurt van Arles, waar de oude molen lag, ?woonde ook die krachtige vrouw, die zich koes terde in de liefde van haar vier groote zoons, naar hunne betrekkingen Ie Maire, Ie Consul, Ie Notaire en l'Avocat genoemd, en in wier vreed zame woning de schrijver kwam guérir de Paris. In den eenzamen molen dacht hij dan aan het boek, dat hij later zou schrijven, het boek, waarin de toon zou naklinken van de volksliedjes, die hij in de velden had gehoord, van den helderen lach der boerinnetjes, het boek waarop de weerschijn zou vallen van den zuidelijken zonneschijn en dat den geur zou behouden der geblakerde heuvels. Het is dikwijls gezegd door hem zelven en door anderen, dat Daudet altijd aan de werkelijkheid zijne personen ontleende; hier in de Irente ans laat hij ons dat het duidelijkst zien, waar hij spreekt over het ontstaan van Jack", dat diep melancholieke boek, warvan George Sand hom schreef, dat zij na bet lezen zoo treurig gestemd was, zulk een serremenf de coeur had, dat zij drie dagen niet had kunnen werken. Aangrijpend is wat Daudet van Raoul D.... , den Jack uit den roman ons meedeelt; hoe bij in bet kleine huisje te Champrosay, door Dandet met vrouw en kind bewoond, in een hoek van de vensterbank kwam zitten lezen, omdat de dokter den armen tering lijder bet werk in de fabriek had verboden; boe hij datzelfde droevige verleden, gekleurd door de liefde voor eene slechte moeder, had, van don held uit die ware geschiedenis. 'T was Gustave Droz, die naar aanleiding vau Daudet's verhalen omtrent Raoul, zicb de woorden Quel beau livre ti faire!" liet ontvallen en daarmee zulk eene ge voelige snaar aanroerde, dat de Nabab" bleof liggen en dat Daudet in een jaar tijds den roman bad voltooid. Zoo moe was hij ervan geworden, dat hij te midden van do rozen van Bordighera aan de Middellandsche zee, zijne krachten moest hor stellen en in de stille aanschouwing van de blauwe zee, die hem hare zuivere verkwikkende koelte toezond, werd hij beter. Als altijd was hij vergezeld van zijne vrouw; wel komt hij ons gelukkig voor, die bij alle gaven hem geschon ken, ook een gelukkig tehuis het zijne noemt; hij vraagt haar alles: Wat denkt ge, moet Sidonie sterven ?" Als ik Risler eens liet leven !" Wat moet deze of die in dat geval zeggen?" en zoo meer en dit 's morgens en 's avonds, aan tafel, bij 't gaan naar de komedie of op den terugweg. O, die arme vrouwen van kunste naars !" zegt Daudet; 't is waar, de mijne is zelf artiste en werkt met mij mee ! Geen blad zijde, of zij heeft bet goudpoeder van haren geest erover gestrooid en daarbij zoo bescheiden, zoo eenvoudig, zoo weinig eene geleerde vrouw !" Om haar vergat hij eveawel zijne vrienden niet, van velen geeft hij ons in de Irente ans kleine teekenende trekjes te zien; met groote ingeno menheid spreekt hij van Tourgenieft'; met hem, Flaubert, Goncourt en Zola had bij eon tijdlang intiemen omgang; ze noemden bun maandelijkscb diner, waar bonne chère werd gemaakt, Ie diner des auteurs siffle's, want waren niet Flaubcrt's Candidat, Zola's Souton de Rose. ^oncourt's Henriette Marcchal en Daudet's Arïiésienne ge vallen? Tourgenieff mocht meedoen, omdat men hem uit Rusland had gesloten. Aan die prettige avondjes kwam door Flaubert's dood een einde. Twaalf jaren is dat nu geleden," zegt Daudet, ik was de eerste, die bij duizenden werd ver kocht, en schaamde mij voor de vrienden. Zon dagsmorgens kwamen wij samen bij Flaubert en eiken Zondag was het: Hoeveel edities al-"' Ik wist met mijn succes geen raad. Wij zullen nooit verkocht worden," zei Zola, niet afgunsf' alleen treurig. Nu komen van zijne werken ; '-V1 edities uit en ik glimlach, als ik aan zijn klacnteu denk." Laat mij tot slot van deze indrukken u no.j even mcedeelen, wat Alphonse Daudet. meer dan honderden uitgaven waard is, wat n"ij do ware vreugde van den romanschrijver noemt, liet is zegt hij, om wezens te scheppen, nienschelijke typen, van zoo groote waarschijnlijkheid, dat zij voortaan door de wereld trekken met den naara en de grime, die hij hun heeft gegeven, en dat er van ben gesproken wordt, 't zij met liefde,'t zij met at keer, buiten den maker om, zonder da zijn naam wordt genoemd. Ik wordt altijd weer opnieuw aangedaan, als ik van een of ander levend wezen, van een der medespelers op dit schouwtooneel der wereld, hoor zeggen: 't Is een Tartarin ..., een Monpavon . .., een Delobeüe". Er gaat mij dan een rilling door de leden, de schok, dien een vader moet voelen, als hij in zijnen fauteuil gedoken, zijnen zoon hoort toejuichen en lust heeft om luid te roepen: Dat is mijn jongen!" Gelukkig weten we, dat Daudet die vreugde dikwijls te beurt valt! F. J. v. U. VARIA. Was Xapoleon IcenDuitscher? De vraag alleen heeft reeds iets pikants. Het was reeds erg, dat, oen Corse aux cheveux plats" Frankrijk bedwong maar dat een Duitscher het regeerde, is nog erger De heer Peyre in zijn boek Napoléon I et son temp* oppert de bewering. De Buonapartes waren Duitschers, wel niet rechtstreeks uit Berlijn te Ajaccio geïmporteerd, maar toch van Duitsche af

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl