Historisch Archief 1877-1940
l
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 554.
door den krijgsraad van Lodewijk XVIII ter dood
Zyn veroordeeld. De heldhaftige gravin maakt
haren zoon bekend met het lot, dat hem wacht.
ca belet Napoleon, voor zijn zoon gratie te
verkrijgen. Trotsch gaat de jonge man den dood te
gemoet; hij sterft voor zyu keizer en boet het
? breken van zy'n eed met zijn leven. Op
zijnlaat, sten gang verneemt hy van den priester het ge
heim zijner moeder; omhoog ziende, ziet hij voor
het venster zy'n vader staan, Napoleon. En
met den, kieet leve de keizer!" ontvangt hij het
moordend salvo.
Eigenlijk is het drama, de geschiedenis van den
tragischen held, hiermede afgeloopen. Doch ook
hét lot van den historischen held moet nog wor
den afgesloten. Antommarchi, de arts van Napo
leon, brengt de tijding, dat de Engelschen de
boodschap van den keizer onbeantwoord hebben
gelaten, en Napoleon ziet zich genoodzaakt om
Frankrijk te verlaten en zich aan boord van den
Béllerophon begeven. Vooraf neemt hij afscheid
van zijn grenadiers. Een vizioen vertoont zich voor
de oogen van zijn geest: een rotssarkophaag in
de zee, en daarop staat geschreven Vae Victis1'
Hjj richt zich op, en zyne laatste woorden zijn :
Welnu, begraaft mij dan!"
?De opvoering te Praag wordt door de critiek
eer geroemd. Richard Vosz was daarby tegen
woordig en werd aan het einde van elk bedrijf
- ten tooneele geroepen.
MUZD3K IN DE HOOFDSTAD.
DB muziekschool van de afdeeling Amsterdam
der maatschappij tot bevordering der Toonkunst
is in de hoofdstad zóó gunstig bekend, dat wij
aai) de uitnoodiging, ons toegezonden, ter bijwo
ning van het 23e examen in het gebouw van den
Werkenden Stand, gaarne gevolg hebben gegeven.
De uitvoering der verschillende nummers heeft
ons de overtuiging geschonken, dat directie en
leeraren voor hunne moeielijke taak berekend zijn
en dat het hun aan den gewenschten ijver niet
ontbreekt, om de muzikale vorming der leerlingen
naar den eisch te doen slagen. Aan pianisten was
er geen gebrek. In dichte rijen beklommen ze de
estrade om van hunne vorderingen door de execu
tie van eenige ensemble-nummers blijk te geven.
Dat het den onderwijzers niet altijd gemakkelijk
viel de tempo's te handhaven, spreekt wel van
zelf; rust en zelfbeheersching bij het spel zijn
van beginnende leerlingen niet te verwachten,
veel minder te eischen. In het algemeen werd de
neiging waargenomen om de bewegingen te ver
snellen. Over de uitvoering van de Sonate op. 6,
. D majeur van Beethoven, waren wij niet zeer te
vreden ; de leerlingen, die dit nummer ten
gehoore brachten, waren niet tot gewenschte
een. heid in de voordracht gekomen en de verschil
lende figuren werden vrij slordig gespeeld.
Eene leerlinge van den heer Tibbe, wier
op*>treden wy' by een vroeger examen, toen zy nog
onder de leiding van den heer B. van der Eyken,
directeur der muziekschool aan den Amsteldijk
studeerde, reeds hebben vermeld, voerde het 2e
en 3e deel van het concert in E-mineur van
Rubinstein uit en trok vooral de aandacht door hare
technische ontwikkeling. Een paar leerlingen van
den heer Frans Coenen speelden de variatiën op
een thema van Bellini, door Leonard, een nocturne
van F. Coenen en de Tarentelle in d-mineur van
Henry Tibbe. De jeugdige violist, die de beide
laatste nummers uitvoerde, beschikt al over eene
respectabele techniek en doet zijn leermeester veel
eer aan. Van zijn verdere ontwikkeling hebben wij
goede verwachtingen. De variatiën werden door
een begaafd meisje met een aplomb gespeeld, dat
ook by' goede vorderingen bezwaarlijk zal kunnen
vermeerderen.
Behalve de sopraanzangeresse, die onder de
leiding van mevr. Collin-Tobisch den zang beoe
fent, en wier optreden in verschillende concerten
wy' reeds konden bespreken, trad een solist op,
wiens barytongeluid zich in den laatsten tijd op
voordeelige wijze ontwikkelde en die o. a. een paar
liederen van den heer Tibbe zeer verdienstelijk
zong. De voordracht van het bekende lied van
Brahms Von ewiger Liebe" bleek nog boven
zy'ne krachten te wezen. In de uitspraak zijn nog
enkele feilen aan te wijzen, die vooral de
verwantschapte consonanten betreffen.
Met bijzonder genoegen hebben wij een achttal
leerlingen van mw. Collin-Tobisch eenige nummers
van Brahms hooren voordragen. Daar waren bij
deze chanteuses enkele stemmen, die bij goede
oefening, voor den solozang geschiktheid zouden
aan den dag leggen.
De wijze, waarop ouders en leerlingen hunne
ingenomenheid met de uitvoering van het pro
gramma toonden, schonk ons de overtuiging, dat
het gevoel van erkentelijkheid nog aanwezig is.
Voor de leeraren, die zich inspannen om de muzi
kale vorming hunner discipelen tot een goed einde
te brengen, is ongetwijfeld deze waardeering van
hun arbeid de beste belooning.
Wy brengen aan directie en onderwijzers der
muziekschool van de afdeeling Amsterdam der
Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst" te
dezer plaatse gaarne de hulde, waarop zij kun
nen aanspraak maken.
*
* *
Op 14 Februari a. s. zullen de lessen der
JVcdertcmdsehe Zangschool onder het bestuur van
den heer Bern. j. Beumer in het lokaal Frascati
O. Z. Voorburgwal, een aanvang nemen, terwijl
de gelegenheid tot deelneming aan den cursus
door inschrijving tot op dien datum in de
Algemeene Muziekhandel, Spui", zal openstaan. Op
Dinsdag en Donderdag van 12 ]4 tot 1J4 uur, zal
de directeur in Frascati persoonlijk aan belang
stellenden de noodige inlichtingen verschaffen.
Aan zoogenaamde t'offiszangscholen bestaat geen
gebrek, en voor hen, die door de fortuin rijk met
aardsche middelen bedeeld zijn, is de beste tulp
bij de studie van den zang verkrijgbaar. Maar is
er in de hoofdstad voor jonge dames en meisjes,
vooral uit de middelklasse, zooveel geschikte ge
legenheid aanwezig? Wij betwijfelen het. Daarom
komt het ons voor, dat de oprichting der
Nederlandsche zangschool in eene werkelijk bestaande
behoefte zal kunnen voorzien en wij wenschen
dan ook gaarne, dat de heer Bern. J. Beumer,
wiens degelyke muzikale ontwikkeling wij leerden
waardeeren, in zy'n kloek initiatief krachtig zal
gesteund worden.
*
* *
De Fransche en Hoogduitsche operavoorstellin
gen volgen elkander met regelmatigheid op. Wan
neer wij intusschen het woord regelmatigheid"
bezigen, dient het niet in al te letterlijken zin
te worden opgevat. Het gebeurt soms dat de habi
tués op den avond der voorstelling met de tijding
verrast worden, dat er relache" is, altijd op grond
van de eene of andere ongesteldheid, die wel eens
in het beperkt getal besproken plaatsen haar ver
klaring zou kunnen vinden of wel, zooals het ver
leden Dinsdag in den Stadsschouwburg op het
Leidsche plein geschiedde, Manon maakt plaats
voor La Muette, die weder door La Favorite wordt
vervangen.
Met de opvoering van der Haideschacht" heeft
het gezelschap uit Rotterdam althans aan de leden
van het Paleis voor Volksvlijt eon dienst bewezen.
Alles liep vrij wel van stapel en de heer van
Bongardt was in de belangrijke rol van den
opzichter der mijnen, Swend Stirson, zeer goed
op zijne plaats, terwijl ook mevr. Jaide als Helge
door spol en zang de aandacht wist te trekken.
Fraülein Ottiker was minder goed gedisponeerd.
De koren, vooral sommige vrouwenkoren, voldeden
beter dan gewoonlijk.
Tegen aanstaanden Dinsdag wordt de opvoering
van Manon, onder directie van Massenet en met mej.
Palmer in de titelrol aangekondigd. Onze lezers
kunnen zich herinneren, dat wy verleden jaar
over dit werk van Massenet het een en andere
geschreven hebben, zoodat wij thans ons er toe
kunnen bepalen de aandacht van de operabezoe
kers op de tegenwoordigheid van den Franschen
componist te vestigen, wiens leiding aan het wel
slagen van het geheel ongetwijfeld zal bevorderlijk
wezen. Mocht de Cid" binnen korten tijd in de
hoofdstad worden opgevoerd, dan behouden wij ons
voor de samenstelling en het karakter van dit
belangrijke werk in dit blad te bespreken.
De matinee door den -heer Michelsen met
medewerking van den hoer Rogmans in de zaal
van Couturier gegeven, is zeker aan vele bezoe
kers welkom geweest. Deze pianist, wiens spel
wij reeds bij herhaling bespraken, onderscheidt
zich altijd door groote degelijkheid en wij hebben
nog nimmer ontdekt, dat' hij het er op toelegt
door ijdel vertoon de attentie zijner toehoorders
te trekken. Zijne techniek is fraai ontwikkeld en
wanneer hij er in slaagt warmte en kleur aan
zijn spel te geven, voldoet hij aan hooge eischen.
Zou men ons van gebrek aan
welwillendheidkunnen beschuldigen, indien wij den heer Michel
sen opwekten zijne individualiteit wat krachtiger
in zijne voordracht te doen afspiegelen? Wij weten
wel, dat er gevaren aan de inwilliging van dien
wensch verbonden zijn, doch het komt ons voor,
dat de band tusschen den artist en zijn audito
rium er inniger door zou worden. En de eerbied
voor het karakter van eenig kunstwerk behoeft
er niet door te loor te gaan.
De medewerking van den heer Rogmans werd door
allen hoogelijk gewaardeerd. Vooral de
Nederlandsche liederen Des Heeren Huis van Heye
door Verhulst en een lied van Richard Hol schon
ken dezen tenorzanger de gelegenheid zijne goede
gaven bij vernieuwing te doen waardeercn.
*
* *
En nu last not least''' een enkel woord over
de soiree in Felix Meritis, die door een groot
aantal muziekliefhebbers werd bijgewoond. De
heer Joh. M. Messchaert had de in waarheid niet
lichte taak op zich -genomen een twintigtal liede
ren van Schubert voor te dragen en wat meer
zegt, hij is er in geslaagd het talrijk publiek van
het begin tot het einde te boeien. Niemand zal
meer dan wij de beteekenis schatten van den zang
voor de muzikale ontwikkeling en wanneer een kun
stenaar als de heer Messchaert optreedt, is er
voor ons allen voel te genieten en veel te leeren.
Over den liederen-componist behoeven wij hier
niet uit te weiden; den zanger hebben wij even
eens zoo dikwerf te dezer plaatse besproken, dat
wij gevaar zonden loopen in herhaling te vallen,
indien wij zijn talent weder gingen .ontleden. Het
best voldoet ons de heer Messchaert wanneer hij
teederheid of innigheid heeft uit te drukken;
daartoe leent zich zijn eenigszins week orgaan bij
uitnemendheid, en het rnezza-voce, dat hij met
gevoel en smaak aanwendt, maakt altijd diepen in
druk. De uitspraak is steeds voortreffelijk on do
ademhaling uitstekend geregeld. Daarenboven is
de voordracht die van een echt kunstenaar met
muzikaal temperament en gelouterden smaak,
Wie met ons liederen als der Neugierigc,
Thrünenregen, der Feierabend, Wohin" en Mit dein
griinen Lautenbande" door dezen charmeur"
heeft hooren zingen, bezit een schat van heerlijke
herinnering, waarvoor het billijk is, oprechte
erkentelijkheid te betuigen.
H. C. P. D.
MUZIKAAL OVERZICHT.
Rotterdam, 3 Februari 1888.
Maandag jl. werd in onze Opera ten benefice
van het solo-personeel Don Juan gegeven; voor
het doel schijnt mij n de avond, n liet werk
slecht gekozen, want Maandag is de ongunstigst
mogelijke dag, om 's avonds uit te gaan, en Don
Juan werd in dit seizoen reeds herhaaldelijk ge
geven Wel is waar kon op eenige belangstelling
gerekend worden wegens het optreden van Mevr,
Ady Hess als Zerline, maar zeker was die niet
groot genoeg om den Schouwburg onder overigens
ongunstige omstandigheden te vullen.
De bezetting was dezelfde als reeds vroeger
door mij besproken, slechts werd Mej. Fischer
door Mevr. Hess vervangen; Mevr. Hess was, vóór
haar huwelijk met onzen talentvollen viool-leeraar
aan de muziekschool, verbonden aan de opera te
Frankfort en is dus geen nieuwelinge op liet
tooneel. Een aangenaam uiterlijk, een goed ge
schoolde, goede stem en eene levendige wijze van
voordragen zijn de hoofdhoedanigheden die bij
deze dame gewaardeerd mogen worden, terwijl
voor het overige hare bereidwillige en belanglooze
medewerking der kritiek van zelve het zwijgen
oplegt; het mag echter getuigd worden dat hare
medewerking door het aanwezige publiek op
hoogen prijs werd gesteld en een vijftal
bloemgeschenken hare bereidvaardigheid loonde,
Mevr. Mielke zong dien avond zér schoon;
waarschijnlijk liet zij nog nmaal hooren wat zij
kan indien zij wil, daar zij wist dat zij voor het
laatst in onze opera optrad; het publiek wist
nog niet dat zij haar ontslag genomen had en
dit door de directie was aangenomen. Het lust
mij niet alles op te sommen wat eindelijk tot
dit einde moest voeren, maar kan het slechts be
treuren voor mevr. M. zelve dat zij begaafd
als zér weinigen , eene kunstenares, die door
aanleg en steunmiddelen bestemd scheen onder de
eersten harer zusteren te behooren, door hare
wijze van optreden hare bewonderaars van zich
vervreemdde. De manier waarop zij bijv. Zaterdag
avond goed vond Fidelio te spelen, was erger
lijk, bij open gordijn behoort men de onderlinge
veeten althans te verbergen!
Velen zullen dan ook trots haar onbetwist
baar talent haar heengaan niet betreuren; het
belang voor het geheel moet hier beslissen; zij deed
ons zien, dat het niet genoeg is groote gaven te
bezitten, maar dat de kunstenares die aan niets an
ders ondergeschikt mag maken dan aan de kunst!
Eene welkome afwisseling in het répertoire
brengt, as. Zaterdagavond, Millöcker's Gasparone;
ik kom hierop in mijn volgenden terug. V.
WELBESTEDE JAREN.
Alphonse Daudet.
Irente ans de Paris A travers
ma vie et mes livres."
Er gaat eene groote bekoring uit van deze be
kentenissen en herinneringen, eene bekoring, die
ook zeker de letterkundige fijnproevers zat onder
werpen.
Men zou zijne gevoelens al zeer goed moeten
kunnen analyseeren, om volkomen juist uit te
drukken, waarem zoo grooto blijdschap over ons
komt, als wij met den schrijver meeleven in deze
aanteekeningen en mémoires. Zij dragen het merk
der waarheid, zijn innig gevoeld en zoo vrij van
alle affectatie, dat men temeer dezen gebenedijde
onder de stervelingen, deze geniale persoonlijk
heid, bewondert, die zich zelf kan zijn en dan
zóó zich kan vertoonen. De charme wordt niet
weinig verhoogd door het bewustzijn, dat men
luistert naar den schepper van Jack, Fromont en
Ie Nabab.
In 1858 komt hij in Parijs, de arme
Provengaalsche jongen, met geene andere betrekkingen
in de hoofdstad dan een' broer, die schrijft voor
oenen rijken ouden heer en 75 frcs por maand
verdient. In een kamertje op de vijfde verdieping
Rue de lournon vindt de linksche bijziende ze
ventienjarige knaap een onderkomen; daar schrijft
hij in het onbezorgd vertrouwen der jeugd zijne
verzen, leest bij een boekenstalletje in de straat
do werken, die hij niet mag opensnijden on zit
's avonds bij het witte houten tafeltje te werken,
met de beenen in een reisdeken gewikkeld. De
vensters blijven bevroren in de kamer en beneden
vieren studenten feest, teiwijl de stem van
Gambetta de holle gangen van het huis doet dreunen.
Want het keizerrijk is nog aan het opkomen en
de bom van Orsini had aan Napoleons plannen
toen nog niet hunne bepaalde gedaante gegeven.
Die bom had ook de stoute verwachtingen van
den jongen Dandet getroffen, immers juist bad
het legitimistische blad Le Spectatew beloofd,
kronieken van hem op te nemen, toen het met
vele andere dagbladen geschorst werd in den
schrik, dien de aanslag verspreidde.
Eindelijk echter kan hij zijnen eersten bundel
verzen omhelzen, elegant gebonden, een geluk,
dat hij aan Tardieu, den boekverkooper van de
me Tournon, te danken had. Maagdelijk en i'risch
was het boekje verschenen en al heel spoedig be
zorgden die Amoiireuses hom eene iuvitatie bij
Angustine Brohan, de actrice van eenige ontwik
keling, die in de mode was en soirees gaf, maar
kwam hem ook op de kosten van oenen nieuwen
rok te staan. Keurig en naar don eersten smaak
was die nieuwe jas, waardig prijkt de afbeelding
ervan boven een der hoofdstukken, want deze
nieuwe bundel van Daudet is versierd met kleine
plaatjes tusschen den tekst, die er, wat voor den
ongenoemden teekenaar geen kleine lof is, eene
waardige plaats innemen. Welnu, met den nieuwen
rok betreedt de onbekende dichter voor 't eerst
een Parijschen salon en wordt er, o wreede spot
des noodlots, voor oenen Walacliijschen prins aan
gezien ! De geusurpeerde kroon drukte hem zwaar
en", zucht hij bij de herinnering, zagen die
inenschen mijne lier dan niet?"
Menigmaal treedt Daudet zelf hier op den
achtergrond en laat ons kennis maken met de
gemoedelijke of talentvolle of bespottelijke of
ongelukkige of groote persoonlijkheden, waarmee
zijne kunstenaarsloopbaan hem in aanraking bracht.
Daar hebt ge den directeur van de Figaro, mon
sieur de Villemessant, tiranniek en grillig, zelf
zonder schrijverstalent maar met het flair, dat
talenten ontdekt en bon coew bij al zijne
wonderlijkheden. Daudet moet zelf een goed hart
hebben, dat hij zoo de bonliomie weet te vinden
en te waardeeren bij anderen; dat komt mij voor,
bij hem een punt van overeenkomst met Dickens
te zijn, even goed als wat hijzelf als zoodanig
opgeeft, toen men zijne Désirée Delobelle bij de
poppenkleermaakster uit de Mutual friend" ver
geleek. Toen zei hij. dat er parentfy d'exprit be
stonden, waarvoor men zelf niet verantwoordelijk
was en dat de natuur bij hare fabricatie van
inenschen in afgetrokkenheid het deeg kan heb
ben vermengd. Dit voelde hij zelf, dat hij met
Dickens de liefde voor armen en misdeelden ge
meen had.
Van die bonbomie getuigt ook krachtig het
verhaal van den Provenc.aalsch.cn
tambourijnspeler, die arm en hongerig naar Parijs kwam en
Daudet 's morgens vroeg wakker maakte met de
mededeeling, dat hij hulp verwachtte bij zijne po
gingen, om in de hoofdstad van zijne muziek te
leven, 't Was een echte tamboerijn, bijna een
groote trommel, nog uit den tijd van Lodewijk
XIV; ze maakte een komiek, droevig geluid, be
geleid door de hooge tonen, die Buisson uit zijne
fluit haalde en ze deed bij den dichter van het
zuiden alle lieve herinneringen herleven uit
Provence. En toch na de op roerende wijze beschre
ven teleurstellingen van den overal afgewezen
tambourinaire, eindigt Daudet met hem te zeggen,
dat zijne komst eene groote vergissing is geweest.
Helaas ja, de nachtegaal, waarbij ge u zoo graag
vergelijkt, zingt liederen voor alle tijden en voor
alle volken, en uw eentonig geluid past bij het
bleeke groen der olijven, bij den helderen hemel
van het zuiden en de lachende heuvels van
Provence, maar niet bij den grijzen hemel van Parijs;
ga weer heen, speel serenades en aubades voor
de schoenen van uw geboorteland, laat ze de
farandole er bij dansen en begeleid in triomf den
overwinnaar bij de stierengevechten naar huis:
daar zijt ge dichter en kunstenaar, hier zoudt ge
een onbegrepen potsenmakor zijn".
Dat zonnige zuiden bleef den gevierden kun
stenaar steeds dierbaar; de lezers van de Let
tres de mon moulin" weten, hoe hij er graag de
eenzaamheid zocht, en rust na overspanning. In
de buurt van Arles, waar de oude molen lag,
?woonde ook die krachtige vrouw, die zich koes
terde in de liefde van haar vier groote zoons,
naar hunne betrekkingen Ie Maire, Ie Consul,
Ie Notaire en l'Avocat genoemd, en in wier vreed
zame woning de schrijver kwam guérir de Paris.
In den eenzamen molen dacht hij dan aan het boek,
dat hij later zou schrijven, het boek, waarin de
toon zou naklinken van de volksliedjes, die hij
in de velden had gehoord, van den helderen lach
der boerinnetjes, het boek waarop de weerschijn
zou vallen van den zuidelijken zonneschijn en dat
den geur zou behouden der geblakerde heuvels.
Het is dikwijls gezegd door hem zelven en door
anderen, dat Daudet altijd aan de werkelijkheid
zijne personen ontleende; hier in de Irente ans
laat hij ons dat het duidelijkst zien, waar hij
spreekt over het ontstaan van Jack", dat diep
melancholieke boek, warvan George Sand hom
schreef, dat zij na bet lezen zoo treurig gestemd
was, zulk een serremenf de coeur had, dat zij drie
dagen niet had kunnen werken. Aangrijpend is
wat Daudet van Raoul D.... , den Jack uit den
roman ons meedeelt; hoe bij in bet kleine huisje
te Champrosay, door Dandet met vrouw en kind
bewoond, in een hoek van de vensterbank kwam
zitten lezen, omdat de dokter den armen tering
lijder bet werk in de fabriek had verboden; boe
hij datzelfde droevige verleden, gekleurd door de
liefde voor eene slechte moeder, had, van don
held uit die ware geschiedenis. 'T was Gustave
Droz, die naar aanleiding vau Daudet's verhalen
omtrent Raoul, zicb de woorden Quel beau livre
ti faire!" liet ontvallen en daarmee zulk eene ge
voelige snaar aanroerde, dat de Nabab" bleof
liggen en dat Daudet in een jaar tijds den roman
bad voltooid.
Zoo moe was hij ervan geworden, dat hij te
midden van do rozen van Bordighera aan de
Middellandsche zee, zijne krachten moest hor
stellen en in de stille aanschouwing van de
blauwe zee, die hem hare zuivere verkwikkende
koelte toezond, werd hij beter. Als altijd was
hij vergezeld van zijne vrouw; wel komt hij ons
gelukkig voor, die bij alle gaven hem geschon
ken, ook een gelukkig tehuis het zijne noemt;
hij vraagt haar alles: Wat denkt ge, moet
Sidonie sterven ?" Als ik Risler eens liet leven !"
Wat moet deze of die in dat geval zeggen?"
en zoo meer en dit 's morgens en 's avonds, aan
tafel, bij 't gaan naar de komedie of op den
terugweg. O, die arme vrouwen van kunste
naars !" zegt Daudet; 't is waar, de mijne is
zelf artiste en werkt met mij mee ! Geen blad
zijde, of zij heeft bet goudpoeder van haren geest
erover gestrooid en daarbij zoo bescheiden, zoo
eenvoudig, zoo weinig eene geleerde vrouw !"
Om haar vergat hij eveawel zijne vrienden niet,
van velen geeft hij ons in de Irente ans kleine
teekenende trekjes te zien; met groote ingeno
menheid spreekt hij van Tourgenieft'; met hem,
Flaubert, Goncourt en Zola had bij eon tijdlang
intiemen omgang; ze noemden bun maandelijkscb
diner, waar bonne chère werd gemaakt, Ie diner
des auteurs siffle's, want waren niet Flaubcrt's
Candidat, Zola's Souton de Rose. ^oncourt's
Henriette Marcchal en Daudet's Arïiésienne ge
vallen? Tourgenieff mocht meedoen, omdat men
hem uit Rusland had gesloten. Aan die prettige
avondjes kwam door Flaubert's dood een einde.
Twaalf jaren is dat nu geleden," zegt Daudet,
ik was de eerste, die bij duizenden werd ver
kocht, en schaamde mij voor de vrienden. Zon
dagsmorgens kwamen wij samen bij Flaubert en
eiken Zondag was het: Hoeveel edities al-"' Ik
wist met mijn succes geen raad. Wij zullen nooit
verkocht worden," zei Zola, niet afgunsf' alleen
treurig. Nu komen van zijne werken ; '-V1
edities uit en ik glimlach, als ik aan zijn klacnteu
denk."
Laat mij tot slot van deze indrukken u no.j
even mcedeelen, wat Alphonse Daudet. meer dan
honderden uitgaven waard is, wat n"ij do ware
vreugde van den romanschrijver noemt, liet is
zegt hij, om wezens te scheppen, nienschelijke
typen, van zoo groote waarschijnlijkheid, dat zij
voortaan door de wereld trekken met den naara
en de grime, die hij hun heeft gegeven, en dat
er van ben gesproken wordt, 't zij met liefde,'t zij
met at keer, buiten den maker om, zonder da
zijn naam wordt genoemd. Ik wordt altijd weer
opnieuw aangedaan, als ik van een of ander levend
wezen, van een der medespelers op dit
schouwtooneel der wereld, hoor zeggen: 't Is een
Tartarin ..., een Monpavon . .., een Delobeüe". Er
gaat mij dan een rilling door de leden, de schok,
dien een vader moet voelen, als hij in zijnen
fauteuil gedoken, zijnen zoon hoort toejuichen en
lust heeft om luid te roepen: Dat is mijn jongen!"
Gelukkig weten we, dat Daudet die vreugde
dikwijls te beurt valt! F. J. v. U.
VARIA.
Was Xapoleon IcenDuitscher? De vraag alleen
heeft reeds iets pikants. Het was reeds erg, dat,
oen Corse aux cheveux plats" Frankrijk bedwong
maar dat een Duitscher het regeerde, is nog erger
De heer Peyre in zijn boek Napoléon I et son
temp* oppert de bewering. De Buonapartes waren
Duitschers, wel niet rechtstreeks uit Berlijn te
Ajaccio geïmporteerd, maar toch van Duitsche
af