Historisch Archief 1877-1940
if r ?* ??}
'<r. ? '
f,r-
i
*
DE
AMSTERDAMMER,
WEEKBLAD
VOOR
NEDERLAND.
No.
554
? >
?K* f
~F~ f *
fv'
dékerk- staat ea waarheen Zondags de
utoUngen. heengaan om den beroemden
kefkg*Bg. 4er Waodinnen" te zien.
Daarheen zon de weg den volgende®morgen
lokten.
(Sktt volgt.)
DE MUUEBLOEM.
Eea prachtig, smaakvol balkostuum, met al
zjjn toebehoores, njn de Moemen af tot de
goudlednWB dansschoentjes toe, ligt luchtig uitgespreid
en moeder en dochter staan er bewonderend
TOOT.
wat zegt ge er van, Martha?" vraagt de
eerste- op zegevierende!! toon. Heb ik goed
gekozen?"
.Het is alles beelderig mooi" klinkt langzaam
e» weifelend het antwoord, maar lieve mama,
a i» veel te goed op mg ik had veel liever,
d*t het voor een ander was bestemd. Ik daas
inmeis toch niet."
Ja, helaas) het. is onloochenbaar waar: Martha
h*e& den vorigen winter de bak van het casino
?toegemaakt en is blijven zitten. Martha is dan
ook geenszins eene schitterende verschijning in
de balzaal. Wel ligt er een kiuderlyk aanvalligs
trek om haren mond en kunnen hare oogen
w*ro» ea vriendelijk lachen, maar wat geeft dit
of» 'een bal, vooral wanneer de beziteter dezer
bescheiden gaven buitengewoon schuchter en niet
meer in den eersten bloei der .jeugd is.
JLiefst zou ik in het geheel niet gaaa. mama."
p&waasheid kind! Ja om de measchen te
laten «eggen, dat ik je geen enkel genoegen gun.
Wees vfers'.aadig. Martha; bedenk dat ik toch
eek vreugde aan mijn dochter beleven wil, even
goed als andere moeders. En dat zou ik je in
de eerste plaats willen verzoeken: toon op het
bal een vriendelijk gezicht en zit niet zoo treu
rig «a ontevreden voor je uit te staren als
vcrle&»a jaar. Kyk maar vrij en vrooltyk rond, dan
kwat de rest vamelf."
Martha zwijgt en is verstandig". De bakvvomd
breekt aan, en feestelijk getooid betreedt zij met
hare moeder de schitterend verlichte zaal. Een
vriendelijk lachje zweeft om hare lippen, niet
omdat zij aan de ontvangen vermaning deukt,
nutte omdat zij werkelijk goeden moed heeft.
Haar toilet is een der bekoorlijkste, en voordat
zy te huis in het rijtuig steeg, heeft de naaister,
die bij het aankleeden behulpzaam is geweest,
baar n«g gezegd: U hebt bepaald een beetje
klew, juffrouw!"
Den vorigen nacht heelt zy onrustiger gesla
pen dan anders en onophoudelijk van het bal
gedroomd. Wie weet, misschien is nu het geluk
haar gunstig!
De muziek begint, de paren treden aan tot
den eersten dans. Martha blyft zitten. Enfin, dat
minder ; op haar balboekje staat nog een reeks
andere dansen vermeld. Met een dapper lachje
ziet zo naar hare moeder, die haar aanmoedigend
toeknikt. Zoo zit zij en lacht gehoorzaam, tot
dat de wals is afgeloopen en de polka begint,
naar haar lach heeft nu iets gedwongens en zij
waagt het niet meer, hare moeder aan te zien.
Ook deze dans loopt ten einde, de danseressen
?worden naar hare plaatsen terug geleid, en een
y«o»je later noodt de muziek tot den contradans.
Niemand neemt notitie van Martha, behalve eene
vriendin, die aan den arm van haren cavalier
TWrbjjgaat.
,/Ei, £Jjt ge ook hier?" vraagt zij, half
medelijdend, half spottend, en de aangesprokene hoort
aog, hoe het jonge meisje op de vraag van haren
geleider lachend antwoordt: Jawel de
onverfankelyke muurbloem!"
Martha's hart krimpt ineen, tranen verstikken
haar de keel en dringen brandend heet in hare
?ogen. Nog lacht zy, maar krampachtig, bijna
akelig ; zy is bitter bedroefd. Moest zij dan hier
heen gesleept worden, om zich te laten
beleedigen en te hooren bespotten. Het schelle licht
doet haar oogen pijn, zij sluit ze, maar zelfs dan
aog ziet zij de gasvlammen, die haar honend
schijnen tegen te flikkeren; altoos nader en
krijschender dringt de muziek op haar aan en gilt:
Muurbloem! Muurbloem!" Daarna voelt zij zich
overstelpt door een vloed van verblindend licht
n wanklanken waarin zij reddeloos wordt mee
gesleurd.
Wat is er gebeurd?" vraagt iemand die eene
onrustige beweging bemerkt in den omtrek der
plaats waar Martha gezeten heeft.
Er is een, dame flauw gevallen", klinkt het
antwoord. Zij wordt juist naar buiten gebracht."
In de kleedkamer komt Martha tot zich zolvo
en fluistert der verschrikte moeder treurig toe :
Arme mama, u beleeft geen vreugde aan mij l"
Daarna wordt zij te huis en in bed gebracht.
Daar zy verzekert, dat zij zich zeer wel gevoeld,
alleen erg vermoeid, mama, anders niet en
eok werkelijk spoedig inslaapt, legt ook hare
moeder zich ter ruste Nauwelijks is deze echter
ingesluimerd, of een gillende kreet harer dochter
doet haar wakker schrikken.
Neem dien krans uit my'n haren, hij verbrandt
mij! Weg met dat kleed! Draai de lichten ui t,
draai ze toch uit! O! die muziek, die tergende
muziek vermoordt mij! Voort! om Godswil voort!
uit die yreeselijke zaal!"
Zoo ligt zij ijlend in koortsgloed en
daartusschen klinkt het onophoudelijk zaclit en klagend:
.Arme mama, u beleeft geen vreugde aan
my."
Meer nog dan het angstgeschrei snijden deze
?woorden hare moeder door de ziel heeft zij zelve
iiet gezegd: ik wil toch ook vreugde aan mijne
dochter beleven, evengoed als andere moeders."
Beleeft zij dan anders geen vreugde aan haar?
Vreemd! zij zit aan het ziekbed, de brandende
rusteloos woelende vingers in de hare, maar zij
ziet hare dochter slechts zoo, als zij in gezonde
dagen was en alles wat zij ziet, geeft haar ant
woord op die vraag. De bloemen, die onder geen an
dere handen beter gedy'en, dan onder Martha's
hanen, zeggen het haar ; de kleine iongens, die zich
door niemand zoo gewillig laten leiden, als door de
zachte bedaarde zuster; haar eigen leven, dat
door duizende kleine geriefelijkheden verhelderd
werd op zich zelf kleinigheden maar haar
toch zoo onnoemelijk veel waard, ter wille dier
ne, die met zachte hand, onmerkbaar by'na,
de teugels voerde in huis. Wie en wie alleen
heeft aan haar huiselijk leven dat onuitsprekelijk
bekoorlijke, gezellige dat weten te geven ? En ge
zoudt geen vreugde aan haar beleven, moeder?
Ge hadt een engel om u heen en nu wordt ze u
ontnomen, omdat gij harer niet waardig zy't! '
Met eea angstkreet vliegt zy overeind l
Wat is dat? Het daglicht schemert door de
gordynen en beschynt den haastig afgeworpen
baltooi zy zelve ligt in haar bed, en daar slaapt
Martha, bleek ja, maar o! zoo rustig.
Goddank! het was eea droom. Maar die droom
heeft hare oogen geopend en zy zal hem niet
vergeten.
Zachtkens, voorzichtig staat zij op en brengt
alles naar buiten, wat aan den dag van gisteren
zou kunnen herinneren, van tijd tot tijd gaat zij
op de teenen naar het bed harer dochter, die
rustig voortslaapt. Eindelyk echter richt deze
zich op: 't Is aeker al laat, mama?"
Hoe gevoelt ge je, liefste?"
Zeer wel, als altijd. O ja! nu herinner ik mij,
ik ben gisteren op het bal geweest. Ik was alleen
wat duizelig van het leven en de hitte, mama;
ik voel mij werkelijk geheel gezond," en terwijl
haar oogen door de kamer dwalen, waar zijn mijn
kleeren van gisteren toch gebleven?"
Lief koozend buigt de moeder zich over haar heen
en zegt: Ik heb den heelen rommel stevig w
ggesloten in een kist, die met mijn goedvinden
nooit weer geopend zal worden."
Arme mama!" roept Martha, maar zy zegt het
lachend, want moeder ziet er zoo vroolijk en te
vreden uit.
Stil! stil!" valt deze haar snel in de rede
ik ben zoo gelukkig in uw bezit zoo rijk met
wat ge voor mij zijt."
'T ZONDAGSPOP JE.
Over een half uurtje zal de lijkwagen komen
De wanhopige moeder ligt, half knielend, neer
gebogen over de kl ine doodkist, die zij met
beide armen stevig, krampachtig houdt omklemd
als wilde zy haar nimmer weer los laten. Uit
hare roodgeweende oogen valt nu en dan met
regelmatige tusschenpoozen een dikke traan op
het bleek gezichtje in de kist, zootlat het bijna
schijnt, als of het lijkje weende.... Hartver
scheurend is de werktuigelijke zorgvuldigheid,
waarmede de moeder dan onophoudelijk weer het
bleek gezichtje afdroogt Haar man staat
achter haar en staart ontdaan, in sprakelooze
smart en met droge oogon op het schouwspel
aan zijn voeten hij heeft dubbel te dragen, zijn
eigen leed en het leed zijner vrouw
Wreede dood, wat heeft het kleine knopje u
gedaan, dat ge het zóó vroeg Iiebt geknakt?
Langzaam, vermoeid, als een doodzieke, staat
nu de moeder van de lijkkist op en zoekt
zwygend steun bij haren echtgenoot, die als om haar
te troosten, zy'n arm om haar schouders slaat.
Beider oogen zijn echter geen oogenblik van het
lijkje afgewend 't zijn immers nog slechts
enkele oogenblikken, dat zij hun liefste kunnen
zien
Wat is onze kleine Nellie schoon '.''zegt d.o moeder
na een poosje en een weemoedig lachje zweeft
over haar betraand gelaat snel, vluchtig, een
zonnestraal, die in de regenbui niet nat wil wor
den! Kijk! dat sneeuwwit gezichtje door die
groene myrtenkrans omgeven, op het helder kussen
sluimeren precies een sneeuwklokje in de
sneeuw, niet waar?"
En zie eens," gaat zij, in den aanblik van
haar kind verloren, langzaam voort: Zie de
froote zondagspop eens naast haar in den arm !
[et trouwe ding heeft zijn groote poppenoogen
ook toegedaan,, evenals zijn kleine meesteres!"
De echtgenoot huivert; hij denkt aan hot oogen
blik, waarop zijn bevende hand de kleine mees
teres de groote, glazige oogen toedrukte in
een ledig huis doet men immers de gordijnen
neer
Ziet ge," begint de moeder weer. hot is toch
goed dat wij onze Nellio verleden St. Nicolaas
een pop hebben gegeven, die slapen kan, waar
zij toen zoo erg op vlaste. Hu! die wijd geo
pende glazen oogen van de pop naast onze kleine
slapende Nellie, zou toch een vreeselijk gezicht
zijn geweest."
Weet ge wel," fluistert zij, het was haar
lievelingspop ! Kort voor haar dood sprak ze er
nog over. 's Zondags mocht zo er altijd een uur
of wat mee spelen. O! wat was dat dan een
pret, die korte tijd! Maar dan kostte het ook
altijd een paar traantjes, als zij haar popje weer
terug moest geven en Mama liet wegsloot, opdat
zij het niet breken zou!''
De moeder zwijgt. Voor haar oogen, die nog
steeds op het kleine lijkje rusten, trekken de vijf'
jaren, dat zij haar Nellie bezeten heeft, helder
en duidelijk voorbij. O! haar alles, haar alles,
is het kleine aardig-ondeugende ding geweest,
haar eenigst geluk, haar zonnetje, waarom haar
geheele kleine wereld heeft heengedraaid . ...
Vijf jaren? ja! zo zijn ook als ecu paar
Zondagsuren voorbijgcvlogcn, en zij en haar man,
als twee kinderen hebhen zij met hun Zondagspop
Nellie gespeeld, zoo prettig! zoo gelukkig! en
nu?"
Zeg," fluistert zij plotseling in den loop
harer gedachten en dringt zich inniger aan haar
man, die in het eerste oogenblik waarschijnlijk
nauwelijks hare bedoeling vat: Zog, ik geloof
zeker, dat onze lieve Heer ons onze Zondagspop
ook maar heeft afgenomen, opdat wij haar niet
zouden bederven."
Van den naasten toren dreunt klokgelui, hot
toeken dat de bcgrafenisplechtigheid een aanvang
zal nemen. De moeder wendt zich van de
kleine kist met de twee Zondagspopjcs af en
verbergt bitter schreiend hot gelaat aan de borst
van haar man, die zachtkens met zijn hand over
haar hoofd strijkt, als wilde hij een snikkend
kind doen bedaren ....
Kleine Nellie had immers ook altijd geschreid
als Mama haar Zondagspopje wegborg.
VOOR DAMES.
De groote receptie in het hotel dor
Oostenrijksche Ambassade te l'arijs is altoos eene gebeur
tenis ; verleden Woensdag vooral niet minder dan
anders, nu graaf Hoyos-Sprinzenstein en zijne
gemalin vóór het eerst den nieuwen president en de
présidente Carnot zouden ontvangen.
Het hotel der Oosteurijksche Ambassade, Avenue
de l'Alma gelegen en omgeven door een grooten
tuin, ziet er van buiten zeer royaal uit; toch is
de inrichting van binnen niet zoo paleisachtig of
gravin Hoyos moet telken jare heel wat verschik
ken en verzinnen om haar vele gasten behoorlijk
ruimte te geven.
Een reusachtige glazen verandah is er nu bij
gebouwd, die naar een hooge poort geleidt, met
dubbele glazen, deuren. Een breede mermeren trap,
waar twee groote Sèvres-vazen de bundels lampen
dragen, geleidt naar een galerij van drie bogen,
eene soort hal, door lustres met matglazen ballons
zacht verlicht. Twee rijen lakeien in blauwe livrei,
met zilveren galons, korte broek en wit gepoederd,
staaa aan weerszijden.
Links vindt men, naast de werkkamer van den
gezant, de troonzaal, met rood gedrapeerd: het
portret van den keizer, levensgroot, is van Engert;
de fauteuil des keizers staat volgens de etiquette
naar den muur gekeerd. De zaal is nu met bloe
men en tropische planten versierd en zal straks als
conversatiezaal dienen; eerst ontvangen de graaf en
de gravin , door het personeel der ambassade om
geven, er hun gasten. De gravin is in het wit,
met een diadeem van diamanten in haar kastanje
bruine haren; de dames die bij haar zijn, zijn
gravin Zichy, in witte zijde met zilveren kant,
style Empire, en ook diamanten in het haar, en
gravin Bach von Hansberg.
Na zijn crmpiiment gemaakt te hebben, gaat
men in den groenen salon, boven welks deuren en
vensters men stukken van Watteau en Boucher
kan bewonderen. Er zijn achthonderd menschen
geïnviteerd en do meesten zijn gekomen, het
geheele gebouw is dan ook beschikbaar gesteld.
Men gaat door de galery', de biljart-zaal, de ge
heele rij salons der eerste verdieping, de
rookkamer, de eetzaal, style Franyois Ier, met een
plafond van balkjes en ri'tceaux , flobeZ-m-behangscl,
een monumentalen schoorsteen, en een fraai
portret der gastvrouw met hare kinderen.
In die eetzaal had pas het diner plaatsgehad,
het eerste diner, waarvoor de president der Re
publiek een uitnoodiging had aangenomen. Het
werd door eonigo gezanten en hunne vrouwen
bijgewoond; het menu kan wellicht eenigen onzer
lezeressen belang inboezemen. Het bevatte:
Consommés francais et puree
de perdreaux gentilhomme.
Mauviettes a la Bohémienne.
Truitea il la Saint-Vallier.
Dindes a l'Ambassadrice.
Filets de bècasse au chasseur.
Noisettes d'agneau a laTrianon.
Langous^es a la Russo.
S o r b e t s.
Faisans de Bohème truftcs.
Patéde Strasbourg.
Crosnes ii lajaponaise.
Haricots verts a l'anglaisc.
Petites glaces des Indes.
Petits soufflès viennois.
Het tafellakcn was met rozen en camellia's be
strooid; voor iederen heer lag naast zijn couvert
oen knoopsgat-bouquetje van rozen, voor iedere
dame was er een boitquet de coraage.
De receptie had tot muzikale opluistering do
muziek van de Tziganes (Zigeuners) die sedert de
laatste tentoonstelling te Parijs zeer gezocht zijn.
Onder toiletten merkte men dat van LadyLytton
op , wit satijn en brocaat met diamanten en
paarlen; de Spaanscho ambassadrice droeg zwarte kant,
de Italiaansche violet met diamanten. Mad. Carnot
had weer een uiterst elegant nieuw toilet:
balcostuum, met Chantilly-kant, die den gcheelen sleep
van het kleed overdekte, terwijl do voorzijde be
stond uit smaragdgroene lovertjes op zwarte tulle;
corsagc van zwarte tulle, zeer gedecolleteerd; in
het kapsel een halve maan van diamanten in een
bundel rosc geraniums.
?; * *
liet besluit van het Parijsche Syndicat dos
tailleurs wat betreft de roode en blauwe rokken, de
korte broeken. de zijden kousen en lage schoenen
als balcosmum, is door de geheele Europeesche
pers opgemerkt. Hot is voor de dames zeer zeker
ook van belang, want gelijk de Engelsche Standard
opmerkt, als inderdaad deze verandering in het
heerentoilet opgaat, zal dit buitensporig duur
worden en de dames zullen hot budget voor kleed
geld met hare echtgenooten moeten gaan doelen.
Het zwarte pak heeft allo nadeelcn, het is smake
loos, onartistiek, irrationeel, zonder beteekenis,
alledaagsch; maar het is innig nogentiende-eouwsch:
de erfgenaam van honderd graven on de eigenaar
van eene goudmijn kunnen zich niet anders uit
dossen dan de zoon van hun intendant; een gentle
man is er oen gentleman mee. Het is democra
tisch. De niillionnair kan diamanten knoopjes
in zijn overhemd zetten, maar een arm
jongmensch, dat slechts ivoren of gouden betalen kan,
zal er wellicht smaakvoller mee uitzien, De arme
jongman behoeft nooit voor een partij te bedan
ken, die hom in zijn carrière nuttig kan zijn of
waar hij zich amusccren zal, omdat hij er geen
costuum voor heelt.
Dit alles zal veranderen, wanneer de Fransche
kleermakers hun zin krijgen, zij weten wel
waarom zij gekleurde rokken en zijden broeken
aanraden. Wanneer de heeren weder in wit satijn
of purper fluweel of hemelsblauwe zijde zullen ver
schijnen of zelfs in vernuftig getint en rijk ver
sierd laken, zullen rijkdom, welgesteldheid en fat
soenlijke armoede niet meer gelijkstaan. Een
costuum zal dan geen jaar, zelfs geen seizoen
meer duren. Men zal zich niet te dikwijls in een
zelfden jas moeten laten zien, al is hij ook van
karmozijn pluche, en de kleermakersrckening der
heeren zal gaan opwegen togen de
modisterekening der dames.
Toch heeft het iets voor. Wat kan eene dame een
hoor in dezen somberen tijd cadeau geven voor
eigen gebruik, behalve de instrumenten voor
rooken en andere hebbelijkheden ? Eon paar gebor
duurde pantoffels, misschien een paar geborduurde
bretels.... De eerste zien alleen enkele intimi,
de laatste geen sterveling. Dit was in vroeger
dagen anders. Angelina gaf haar Eduard een
geheel satijnen vest cadeau, waarop haar lieve
Hand bloemen en vogels had geborduurd met al
de kleuren van den regenboog, en Eduard was er
grootsch op en verbeeldde zich dat bij er des te
beminnelijker mee uitzag. Die tijden zullen
terugkeeren; wanneer de blauwe en roode rokken zijn
aangenomen en men spreekt van een costuum,
dat op dat bal was, blauwzijden rok, wit satijnen
broek en blauiv zijden kousen is er het eind
van weg" en een nieuwe' eeuw geopend.
Een groot huis te Parijs ontvang dezer dagen
een telegram uit Florence, van koningin Natalie
van Servië. Daarin werd een zwart kleed zonder
eenig versiersel besteld. De koningin gaf er even
wel nog eenige aanduidingen bij: de rok moest
namelijk in zulke plooien gelegd zijn, dat deze
zich vrij en gemakkelijk bij hot knielen konden
groepeeren; do koningin toch had plan, die
japon aan te trekken, om voor den Heiligen Vader
op de knieën te vallen en zijn zegen voor zich
en haar zoon te vragen. De koningin rekent te
eer op de welwillendheid van den Paus, omdat
deze een kleed om over de voeten te leggen, dat
de koningin geborduurd en hem ter gelegenheid
van zijn jubilégezonden heeft, ook werkelijk
gebruil^:.
*
* *
Eenige dagen geleden overleed te Londen Mrs.
Foggs, eene dame, die in den jongsten Engelschen
veldtocht met de grootste zelfverloochening de
Engelsche gewonden verpleegde, en daarbij zelf
de wond ontving, die haar dood ten gevolge had.
Mrs. Foggs weigerde iedere belooning, ook zelfs
het Victoria-kruis. Nu heeft de koningin bevel
gegeven, baar met de militaire eer, die een ge
neraal toekomt, te doen begraven, hetgeen ook
geschied is.
* ' *
De Engelsche dames hebben eene aardige nieu
wigheid verzonnen: zij bestaat daarin, dat men.
sealsiMi jacquettes, moffen en hoeden bezet met
kleine muizen. Men laat de guitige diertjes uit
de zakken kijken, over den mof dartelen, langs
borst en schouders naar boven kruipen, en ver
stoppertje spelen om den rand van den hoed. Het
contrast tiisschen het zachte donkere sealskin en
de blauwachtige grijze muizen staat zeer goed.
Spotters geven het denkbeeld aan, er een aardigen
muizenval op de tournure of den hoed, met een
stukje gouden kaas er in, bij te voegen, of,
de toegepaste wetenschap gaat ver, de muizen
door een tijne machinerie leven en beweging te
geven.
*
* '4:
In de Vereenigde Staten ziet men tegenwoor
dig in de winkels groote voorraden Newapaper»
iiiiderweuvwi) uitgestald. Het zijn vesten ot jac
quetten zonder mouwen, uit courantenpapier ver
vaardigd, voor dames en hoeren. Zij worden voor
den geringen prijs van 5 Am. cents, dus 12 /4 per
stuk verkocht, en bestaan uit zes lagen papier,
aan de randen en naden op elkander geplakt, op
de schouders door een draagband ondersteund en.
van voren zonder knoopen over elkander gesla
gen. Deze jacquetten die men over het hemd
draagt, geven een uiterst behaaglijke warmte, zijn
betrekkelijk duurzaam en worden als uitmunten
de beschutting tegen koude vatten door heeren
en dames van alle standen gedurende het koude
seizoen gedragen.
* *
Het voorbeeld van de jonge dames te Chicago,
die zich in de topics of the day laten onderrichten,
heeft in andere steden navolging gevonden. Te
Boston is een salon opgericht, waar eene
krantendame'1 haar een beredeneerd excerpt van de bladen
en tijdschriften geeft, en op alle vragen omtrent
politiek, sociale en lokale onderwerpen antwoord
geeft. De krantendame"' heeft niet alleen eene
winstgevende betrekking, maar zal langzamerhand.
eene zeer invloedrijke persoon worden.
Te Groningen, bij de firma J. B. Wolters ib
de derde, veel vermeerderde druk verschenen
van De rrouwelijke handuwken, in verband met
de invoering volgens de wet van 17 Augustus
1878. door mevr. T. van den Berg-Stomp,
leerares in do vrouwelijke handwerken aan du
Rijksnormaallessen te Groningen. De tweede druk
van het boekje, dat zijn weg reeds gemaakt heeft,
was vermeerderd mot eene methode voor het
leervak, met het oog op de lagere school. Men
vond er een leergang" en oen leerplan" voor de
nuttige handwerken in, uitvoering genoeg uit
gewerkt om voor een zes-jarigen cursus te kunnen
dienon. Dit is bij den derden druk behouden,
maar deze is tevens ingericht niet het oog op
de gelegenheid tot het afleggen van afzonderlijk
examen in de handwerken, welke sedert hot ver
schijnen van den tweeden druk weder gegeven is.
E?e.
Allerlei.
Hoe eene Duitsche in Amerika over de mannen
oordeelt, las men onlangs in eenAmerikaansch blad.
De mannen zijn een zonderling volkje. Zij
dragen laarzen no. 10 en snorken. Zij dragen
hoeden, die vaak aan sjofelheid niets te wonscheu
overlaten. Evenmin letten zij op hun paraplu's,
wanneer zij die niet verliezen, houden zij zoo.
dat zij iedereen er de oogen mee kunnen uitste
ken. Kwaadspreken en beuzelpraatjes is hun een
onbekende bezigheid, dat laten zij aan de vrou
wen over: zij gaan evenwel in club en sociëteiten
en praten over nieuwtjes" en weddenschappen."
De mannen zijn steeds consequent in hun han
delingen. Zij houden ervan, dat de dames heel
eenvoudig gekleed gaan, zonder veel nutteloozen
opschik. Maar als eene zoo eenvoudig' en zonder
opschik gekleede dame op een tram staat, kan
zij een uur lang wachten, eer een vereerder der
zuinige huisvrouwen op do gedachte komt op te
staan en haar zijn plaats aan te bieden. Verschijnt