De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 5 februari pagina 6

5 februari 1888 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

if r ?* ??} '<r. ? ' f,r- i * DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 554 ? > ?K* f ~F~ f * fv' dékerk- staat ea waarheen Zondags de utoUngen. heengaan om den beroemden kefkg*Bg. 4er Waodinnen" te zien. Daarheen zon de weg den volgende®morgen lokten. (Sktt volgt.) DE MUUEBLOEM. Eea prachtig, smaakvol balkostuum, met al zjjn toebehoores, njn de Moemen af tot de goudlednWB dansschoentjes toe, ligt luchtig uitgespreid en moeder en dochter staan er bewonderend TOOT. wat zegt ge er van, Martha?" vraagt de eerste- op zegevierende!! toon. Heb ik goed gekozen?" .Het is alles beelderig mooi" klinkt langzaam e» weifelend het antwoord, maar lieve mama, a i» veel te goed op mg ik had veel liever, d*t het voor een ander was bestemd. Ik daas inmeis toch niet." Ja, helaas) het. is onloochenbaar waar: Martha h*e& den vorigen winter de bak van het casino ?toegemaakt en is blijven zitten. Martha is dan ook geenszins eene schitterende verschijning in de balzaal. Wel ligt er een kiuderlyk aanvalligs trek om haren mond en kunnen hare oogen w*ro» ea vriendelijk lachen, maar wat geeft dit of» 'een bal, vooral wanneer de beziteter dezer bescheiden gaven buitengewoon schuchter en niet meer in den eersten bloei der .jeugd is. JLiefst zou ik in het geheel niet gaaa. mama." p&waasheid kind! Ja om de measchen te laten «eggen, dat ik je geen enkel genoegen gun. Wees vfers'.aadig. Martha; bedenk dat ik toch eek vreugde aan mijn dochter beleven wil, even goed als andere moeders. En dat zou ik je in de eerste plaats willen verzoeken: toon op het bal een vriendelijk gezicht en zit niet zoo treu rig «a ontevreden voor je uit te staren als vcrle&»a jaar. Kyk maar vrij en vrooltyk rond, dan kwat de rest vamelf." Martha zwijgt en is verstandig". De bakvvomd breekt aan, en feestelijk getooid betreedt zij met hare moeder de schitterend verlichte zaal. Een vriendelijk lachje zweeft om hare lippen, niet omdat zij aan de ontvangen vermaning deukt, nutte omdat zij werkelijk goeden moed heeft. Haar toilet is een der bekoorlijkste, en voordat zy te huis in het rijtuig steeg, heeft de naaister, die bij het aankleeden behulpzaam is geweest, baar n«g gezegd: U hebt bepaald een beetje klew, juffrouw!" Den vorigen nacht heelt zy onrustiger gesla pen dan anders en onophoudelijk van het bal gedroomd. Wie weet, misschien is nu het geluk haar gunstig! De muziek begint, de paren treden aan tot den eersten dans. Martha blyft zitten. Enfin, dat minder ; op haar balboekje staat nog een reeks andere dansen vermeld. Met een dapper lachje ziet zo naar hare moeder, die haar aanmoedigend toeknikt. Zoo zit zij en lacht gehoorzaam, tot dat de wals is afgeloopen en de polka begint, naar haar lach heeft nu iets gedwongens en zij waagt het niet meer, hare moeder aan te zien. Ook deze dans loopt ten einde, de danseressen ?worden naar hare plaatsen terug geleid, en een y«o»je later noodt de muziek tot den contradans. Niemand neemt notitie van Martha, behalve eene vriendin, die aan den arm van haren cavalier TWrbjjgaat. ,/Ei, £Jjt ge ook hier?" vraagt zij, half medelijdend, half spottend, en de aangesprokene hoort aog, hoe het jonge meisje op de vraag van haren geleider lachend antwoordt: Jawel de onverfankelyke muurbloem!" Martha's hart krimpt ineen, tranen verstikken haar de keel en dringen brandend heet in hare ?ogen. Nog lacht zy, maar krampachtig, bijna akelig ; zy is bitter bedroefd. Moest zij dan hier heen gesleept worden, om zich te laten beleedigen en te hooren bespotten. Het schelle licht doet haar oogen pijn, zij sluit ze, maar zelfs dan aog ziet zij de gasvlammen, die haar honend schijnen tegen te flikkeren; altoos nader en krijschender dringt de muziek op haar aan en gilt: Muurbloem! Muurbloem!" Daarna voelt zij zich overstelpt door een vloed van verblindend licht n wanklanken waarin zij reddeloos wordt mee gesleurd. Wat is er gebeurd?" vraagt iemand die eene onrustige beweging bemerkt in den omtrek der plaats waar Martha gezeten heeft. Er is een, dame flauw gevallen", klinkt het antwoord. Zij wordt juist naar buiten gebracht." In de kleedkamer komt Martha tot zich zolvo en fluistert der verschrikte moeder treurig toe : Arme mama, u beleeft geen vreugde aan mij l" Daarna wordt zij te huis en in bed gebracht. Daar zy verzekert, dat zij zich zeer wel gevoeld, alleen erg vermoeid, mama, anders niet en eok werkelijk spoedig inslaapt, legt ook hare moeder zich ter ruste Nauwelijks is deze echter ingesluimerd, of een gillende kreet harer dochter doet haar wakker schrikken. Neem dien krans uit my'n haren, hij verbrandt mij! Weg met dat kleed! Draai de lichten ui t, draai ze toch uit! O! die muziek, die tergende muziek vermoordt mij! Voort! om Godswil voort! uit die yreeselijke zaal!" Zoo ligt zij ijlend in koortsgloed en daartusschen klinkt het onophoudelijk zaclit en klagend: .Arme mama, u beleeft geen vreugde aan my." Meer nog dan het angstgeschrei snijden deze ?woorden hare moeder door de ziel heeft zij zelve iiet gezegd: ik wil toch ook vreugde aan mijne dochter beleven, evengoed als andere moeders." Beleeft zij dan anders geen vreugde aan haar? Vreemd! zij zit aan het ziekbed, de brandende rusteloos woelende vingers in de hare, maar zij ziet hare dochter slechts zoo, als zij in gezonde dagen was en alles wat zij ziet, geeft haar ant woord op die vraag. De bloemen, die onder geen an dere handen beter gedy'en, dan onder Martha's hanen, zeggen het haar ; de kleine iongens, die zich door niemand zoo gewillig laten leiden, als door de zachte bedaarde zuster; haar eigen leven, dat door duizende kleine geriefelijkheden verhelderd werd op zich zelf kleinigheden maar haar toch zoo onnoemelijk veel waard, ter wille dier ne, die met zachte hand, onmerkbaar by'na, de teugels voerde in huis. Wie en wie alleen heeft aan haar huiselijk leven dat onuitsprekelijk bekoorlijke, gezellige dat weten te geven ? En ge zoudt geen vreugde aan haar beleven, moeder? Ge hadt een engel om u heen en nu wordt ze u ontnomen, omdat gij harer niet waardig zy't! ' Met eea angstkreet vliegt zy overeind l Wat is dat? Het daglicht schemert door de gordynen en beschynt den haastig afgeworpen baltooi zy zelve ligt in haar bed, en daar slaapt Martha, bleek ja, maar o! zoo rustig. Goddank! het was eea droom. Maar die droom heeft hare oogen geopend en zy zal hem niet vergeten. Zachtkens, voorzichtig staat zij op en brengt alles naar buiten, wat aan den dag van gisteren zou kunnen herinneren, van tijd tot tijd gaat zij op de teenen naar het bed harer dochter, die rustig voortslaapt. Eindelyk echter richt deze zich op: 't Is aeker al laat, mama?" Hoe gevoelt ge je, liefste?" Zeer wel, als altijd. O ja! nu herinner ik mij, ik ben gisteren op het bal geweest. Ik was alleen wat duizelig van het leven en de hitte, mama; ik voel mij werkelijk geheel gezond," en terwijl haar oogen door de kamer dwalen, waar zijn mijn kleeren van gisteren toch gebleven?" Lief koozend buigt de moeder zich over haar heen en zegt: Ik heb den heelen rommel stevig w ggesloten in een kist, die met mijn goedvinden nooit weer geopend zal worden." Arme mama!" roept Martha, maar zy zegt het lachend, want moeder ziet er zoo vroolijk en te vreden uit. Stil! stil!" valt deze haar snel in de rede ik ben zoo gelukkig in uw bezit zoo rijk met wat ge voor mij zijt." 'T ZONDAGSPOP JE. Over een half uurtje zal de lijkwagen komen De wanhopige moeder ligt, half knielend, neer gebogen over de kl ine doodkist, die zij met beide armen stevig, krampachtig houdt omklemd als wilde zy haar nimmer weer los laten. Uit hare roodgeweende oogen valt nu en dan met regelmatige tusschenpoozen een dikke traan op het bleek gezichtje in de kist, zootlat het bijna schijnt, als of het lijkje weende.... Hartver scheurend is de werktuigelijke zorgvuldigheid, waarmede de moeder dan onophoudelijk weer het bleek gezichtje afdroogt Haar man staat achter haar en staart ontdaan, in sprakelooze smart en met droge oogon op het schouwspel aan zijn voeten hij heeft dubbel te dragen, zijn eigen leed en het leed zijner vrouw Wreede dood, wat heeft het kleine knopje u gedaan, dat ge het zóó vroeg Iiebt geknakt? Langzaam, vermoeid, als een doodzieke, staat nu de moeder van de lijkkist op en zoekt zwygend steun bij haren echtgenoot, die als om haar te troosten, zy'n arm om haar schouders slaat. Beider oogen zijn echter geen oogenblik van het lijkje afgewend 't zijn immers nog slechts enkele oogenblikken, dat zij hun liefste kunnen zien Wat is onze kleine Nellie schoon '.''zegt d.o moeder na een poosje en een weemoedig lachje zweeft over haar betraand gelaat snel, vluchtig, een zonnestraal, die in de regenbui niet nat wil wor den! Kijk! dat sneeuwwit gezichtje door die groene myrtenkrans omgeven, op het helder kussen sluimeren precies een sneeuwklokje in de sneeuw, niet waar?" En zie eens," gaat zij, in den aanblik van haar kind verloren, langzaam voort: Zie de froote zondagspop eens naast haar in den arm ! [et trouwe ding heeft zijn groote poppenoogen ook toegedaan,, evenals zijn kleine meesteres!" De echtgenoot huivert; hij denkt aan hot oogen blik, waarop zijn bevende hand de kleine mees teres de groote, glazige oogen toedrukte in een ledig huis doet men immers de gordijnen neer Ziet ge," begint de moeder weer. hot is toch goed dat wij onze Nellio verleden St. Nicolaas een pop hebben gegeven, die slapen kan, waar zij toen zoo erg op vlaste. Hu! die wijd geo pende glazen oogen van de pop naast onze kleine slapende Nellie, zou toch een vreeselijk gezicht zijn geweest." Weet ge wel," fluistert zij, het was haar lievelingspop ! Kort voor haar dood sprak ze er nog over. 's Zondags mocht zo er altijd een uur of wat mee spelen. O! wat was dat dan een pret, die korte tijd! Maar dan kostte het ook altijd een paar traantjes, als zij haar popje weer terug moest geven en Mama liet wegsloot, opdat zij het niet breken zou!'' De moeder zwijgt. Voor haar oogen, die nog steeds op het kleine lijkje rusten, trekken de vijf' jaren, dat zij haar Nellie bezeten heeft, helder en duidelijk voorbij. O! haar alles, haar alles, is het kleine aardig-ondeugende ding geweest, haar eenigst geluk, haar zonnetje, waarom haar geheele kleine wereld heeft heengedraaid . ... Vijf jaren? ja! zo zijn ook als ecu paar Zondagsuren voorbijgcvlogcn, en zij en haar man, als twee kinderen hebhen zij met hun Zondagspop Nellie gespeeld, zoo prettig! zoo gelukkig! en nu?" Zeg," fluistert zij plotseling in den loop harer gedachten en dringt zich inniger aan haar man, die in het eerste oogenblik waarschijnlijk nauwelijks hare bedoeling vat: Zog, ik geloof zeker, dat onze lieve Heer ons onze Zondagspop ook maar heeft afgenomen, opdat wij haar niet zouden bederven." Van den naasten toren dreunt klokgelui, hot toeken dat de bcgrafenisplechtigheid een aanvang zal nemen. De moeder wendt zich van de kleine kist met de twee Zondagspopjcs af en verbergt bitter schreiend hot gelaat aan de borst van haar man, die zachtkens met zijn hand over haar hoofd strijkt, als wilde hij een snikkend kind doen bedaren .... Kleine Nellie had immers ook altijd geschreid als Mama haar Zondagspopje wegborg. VOOR DAMES. De groote receptie in het hotel dor Oostenrijksche Ambassade te l'arijs is altoos eene gebeur tenis ; verleden Woensdag vooral niet minder dan anders, nu graaf Hoyos-Sprinzenstein en zijne gemalin vóór het eerst den nieuwen president en de présidente Carnot zouden ontvangen. Het hotel der Oosteurijksche Ambassade, Avenue de l'Alma gelegen en omgeven door een grooten tuin, ziet er van buiten zeer royaal uit; toch is de inrichting van binnen niet zoo paleisachtig of gravin Hoyos moet telken jare heel wat verschik ken en verzinnen om haar vele gasten behoorlijk ruimte te geven. Een reusachtige glazen verandah is er nu bij gebouwd, die naar een hooge poort geleidt, met dubbele glazen, deuren. Een breede mermeren trap, waar twee groote Sèvres-vazen de bundels lampen dragen, geleidt naar een galerij van drie bogen, eene soort hal, door lustres met matglazen ballons zacht verlicht. Twee rijen lakeien in blauwe livrei, met zilveren galons, korte broek en wit gepoederd, staaa aan weerszijden. Links vindt men, naast de werkkamer van den gezant, de troonzaal, met rood gedrapeerd: het portret van den keizer, levensgroot, is van Engert; de fauteuil des keizers staat volgens de etiquette naar den muur gekeerd. De zaal is nu met bloe men en tropische planten versierd en zal straks als conversatiezaal dienen; eerst ontvangen de graaf en de gravin , door het personeel der ambassade om geven, er hun gasten. De gravin is in het wit, met een diadeem van diamanten in haar kastanje bruine haren; de dames die bij haar zijn, zijn gravin Zichy, in witte zijde met zilveren kant, style Empire, en ook diamanten in het haar, en gravin Bach von Hansberg. Na zijn crmpiiment gemaakt te hebben, gaat men in den groenen salon, boven welks deuren en vensters men stukken van Watteau en Boucher kan bewonderen. Er zijn achthonderd menschen geïnviteerd en do meesten zijn gekomen, het geheele gebouw is dan ook beschikbaar gesteld. Men gaat door de galery', de biljart-zaal, de ge heele rij salons der eerste verdieping, de rookkamer, de eetzaal, style Franyois Ier, met een plafond van balkjes en ri'tceaux , flobeZ-m-behangscl, een monumentalen schoorsteen, en een fraai portret der gastvrouw met hare kinderen. In die eetzaal had pas het diner plaatsgehad, het eerste diner, waarvoor de president der Re publiek een uitnoodiging had aangenomen. Het werd door eonigo gezanten en hunne vrouwen bijgewoond; het menu kan wellicht eenigen onzer lezeressen belang inboezemen. Het bevatte: Consommés francais et puree de perdreaux gentilhomme. Mauviettes a la Bohémienne. Truitea il la Saint-Vallier. Dindes a l'Ambassadrice. Filets de bècasse au chasseur. Noisettes d'agneau a laTrianon. Langous^es a la Russo. S o r b e t s. Faisans de Bohème truftcs. Patéde Strasbourg. Crosnes ii lajaponaise. Haricots verts a l'anglaisc. Petites glaces des Indes. Petits soufflès viennois. Het tafellakcn was met rozen en camellia's be strooid; voor iederen heer lag naast zijn couvert oen knoopsgat-bouquetje van rozen, voor iedere dame was er een boitquet de coraage. De receptie had tot muzikale opluistering do muziek van de Tziganes (Zigeuners) die sedert de laatste tentoonstelling te Parijs zeer gezocht zijn. Onder toiletten merkte men dat van LadyLytton op , wit satijn en brocaat met diamanten en paarlen; de Spaanscho ambassadrice droeg zwarte kant, de Italiaansche violet met diamanten. Mad. Carnot had weer een uiterst elegant nieuw toilet: balcostuum, met Chantilly-kant, die den gcheelen sleep van het kleed overdekte, terwijl do voorzijde be stond uit smaragdgroene lovertjes op zwarte tulle; corsagc van zwarte tulle, zeer gedecolleteerd; in het kapsel een halve maan van diamanten in een bundel rosc geraniums. ?; * * liet besluit van het Parijsche Syndicat dos tailleurs wat betreft de roode en blauwe rokken, de korte broeken. de zijden kousen en lage schoenen als balcosmum, is door de geheele Europeesche pers opgemerkt. Hot is voor de dames zeer zeker ook van belang, want gelijk de Engelsche Standard opmerkt, als inderdaad deze verandering in het heerentoilet opgaat, zal dit buitensporig duur worden en de dames zullen hot budget voor kleed geld met hare echtgenooten moeten gaan doelen. Het zwarte pak heeft allo nadeelcn, het is smake loos, onartistiek, irrationeel, zonder beteekenis, alledaagsch; maar het is innig nogentiende-eouwsch: de erfgenaam van honderd graven on de eigenaar van eene goudmijn kunnen zich niet anders uit dossen dan de zoon van hun intendant; een gentle man is er oen gentleman mee. Het is democra tisch. De niillionnair kan diamanten knoopjes in zijn overhemd zetten, maar een arm jongmensch, dat slechts ivoren of gouden betalen kan, zal er wellicht smaakvoller mee uitzien, De arme jongman behoeft nooit voor een partij te bedan ken, die hom in zijn carrière nuttig kan zijn of waar hij zich amusccren zal, omdat hij er geen costuum voor heelt. Dit alles zal veranderen, wanneer de Fransche kleermakers hun zin krijgen, zij weten wel waarom zij gekleurde rokken en zijden broeken aanraden. Wanneer de heeren weder in wit satijn of purper fluweel of hemelsblauwe zijde zullen ver schijnen of zelfs in vernuftig getint en rijk ver sierd laken, zullen rijkdom, welgesteldheid en fat soenlijke armoede niet meer gelijkstaan. Een costuum zal dan geen jaar, zelfs geen seizoen meer duren. Men zal zich niet te dikwijls in een zelfden jas moeten laten zien, al is hij ook van karmozijn pluche, en de kleermakersrckening der heeren zal gaan opwegen togen de modisterekening der dames. Toch heeft het iets voor. Wat kan eene dame een hoor in dezen somberen tijd cadeau geven voor eigen gebruik, behalve de instrumenten voor rooken en andere hebbelijkheden ? Eon paar gebor duurde pantoffels, misschien een paar geborduurde bretels.... De eerste zien alleen enkele intimi, de laatste geen sterveling. Dit was in vroeger dagen anders. Angelina gaf haar Eduard een geheel satijnen vest cadeau, waarop haar lieve Hand bloemen en vogels had geborduurd met al de kleuren van den regenboog, en Eduard was er grootsch op en verbeeldde zich dat bij er des te beminnelijker mee uitzag. Die tijden zullen terugkeeren; wanneer de blauwe en roode rokken zijn aangenomen en men spreekt van een costuum, dat op dat bal was, blauwzijden rok, wit satijnen broek en blauiv zijden kousen is er het eind van weg" en een nieuwe' eeuw geopend. Een groot huis te Parijs ontvang dezer dagen een telegram uit Florence, van koningin Natalie van Servië. Daarin werd een zwart kleed zonder eenig versiersel besteld. De koningin gaf er even wel nog eenige aanduidingen bij: de rok moest namelijk in zulke plooien gelegd zijn, dat deze zich vrij en gemakkelijk bij hot knielen konden groepeeren; do koningin toch had plan, die japon aan te trekken, om voor den Heiligen Vader op de knieën te vallen en zijn zegen voor zich en haar zoon te vragen. De koningin rekent te eer op de welwillendheid van den Paus, omdat deze een kleed om over de voeten te leggen, dat de koningin geborduurd en hem ter gelegenheid van zijn jubilégezonden heeft, ook werkelijk gebruil^:. * * * Eenige dagen geleden overleed te Londen Mrs. Foggs, eene dame, die in den jongsten Engelschen veldtocht met de grootste zelfverloochening de Engelsche gewonden verpleegde, en daarbij zelf de wond ontving, die haar dood ten gevolge had. Mrs. Foggs weigerde iedere belooning, ook zelfs het Victoria-kruis. Nu heeft de koningin bevel gegeven, baar met de militaire eer, die een ge neraal toekomt, te doen begraven, hetgeen ook geschied is. * ' * De Engelsche dames hebben eene aardige nieu wigheid verzonnen: zij bestaat daarin, dat men. sealsiMi jacquettes, moffen en hoeden bezet met kleine muizen. Men laat de guitige diertjes uit de zakken kijken, over den mof dartelen, langs borst en schouders naar boven kruipen, en ver stoppertje spelen om den rand van den hoed. Het contrast tiisschen het zachte donkere sealskin en de blauwachtige grijze muizen staat zeer goed. Spotters geven het denkbeeld aan, er een aardigen muizenval op de tournure of den hoed, met een stukje gouden kaas er in, bij te voegen, of, de toegepaste wetenschap gaat ver, de muizen door een tijne machinerie leven en beweging te geven. * * '4: In de Vereenigde Staten ziet men tegenwoor dig in de winkels groote voorraden Newapaper» iiiiderweuvwi) uitgestald. Het zijn vesten ot jac quetten zonder mouwen, uit courantenpapier ver vaardigd, voor dames en hoeren. Zij worden voor den geringen prijs van 5 Am. cents, dus 12 /4 per stuk verkocht, en bestaan uit zes lagen papier, aan de randen en naden op elkander geplakt, op de schouders door een draagband ondersteund en. van voren zonder knoopen over elkander gesla gen. Deze jacquetten die men over het hemd draagt, geven een uiterst behaaglijke warmte, zijn betrekkelijk duurzaam en worden als uitmunten de beschutting tegen koude vatten door heeren en dames van alle standen gedurende het koude seizoen gedragen. * * Het voorbeeld van de jonge dames te Chicago, die zich in de topics of the day laten onderrichten, heeft in andere steden navolging gevonden. Te Boston is een salon opgericht, waar eene krantendame'1 haar een beredeneerd excerpt van de bladen en tijdschriften geeft, en op alle vragen omtrent politiek, sociale en lokale onderwerpen antwoord geeft. De krantendame"' heeft niet alleen eene winstgevende betrekking, maar zal langzamerhand. eene zeer invloedrijke persoon worden. Te Groningen, bij de firma J. B. Wolters ib de derde, veel vermeerderde druk verschenen van De rrouwelijke handuwken, in verband met de invoering volgens de wet van 17 Augustus 1878. door mevr. T. van den Berg-Stomp, leerares in do vrouwelijke handwerken aan du Rijksnormaallessen te Groningen. De tweede druk van het boekje, dat zijn weg reeds gemaakt heeft, was vermeerderd mot eene methode voor het leervak, met het oog op de lagere school. Men vond er een leergang" en oen leerplan" voor de nuttige handwerken in, uitvoering genoeg uit gewerkt om voor een zes-jarigen cursus te kunnen dienon. Dit is bij den derden druk behouden, maar deze is tevens ingericht niet het oog op de gelegenheid tot het afleggen van afzonderlijk examen in de handwerken, welke sedert hot ver schijnen van den tweeden druk weder gegeven is. E?e. Allerlei. Hoe eene Duitsche in Amerika over de mannen oordeelt, las men onlangs in eenAmerikaansch blad. De mannen zijn een zonderling volkje. Zij dragen laarzen no. 10 en snorken. Zij dragen hoeden, die vaak aan sjofelheid niets te wonscheu overlaten. Evenmin letten zij op hun paraplu's, wanneer zij die niet verliezen, houden zij zoo. dat zij iedereen er de oogen mee kunnen uitste ken. Kwaadspreken en beuzelpraatjes is hun een onbekende bezigheid, dat laten zij aan de vrou wen over: zij gaan evenwel in club en sociëteiten en praten over nieuwtjes" en weddenschappen." De mannen zijn steeds consequent in hun han delingen. Zij houden ervan, dat de dames heel eenvoudig gekleed gaan, zonder veel nutteloozen opschik. Maar als eene zoo eenvoudig' en zonder opschik gekleede dame op een tram staat, kan zij een uur lang wachten, eer een vereerder der zuinige huisvrouwen op do gedachte komt op te staan en haar zijn plaats aan te bieden. Verschijnt

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl