De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 12 februari pagina 6

12 februari 1888 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND, No.555 Ea toen waren zij overhaast, als twee vroolijke evredigde kinderen, in de stad teruggekeerd, om ta aUeryl den huisheer op te zoeken en nog <Henaelfden avond het roode huisje te huren. Zij kónden immers niet vermoeden, welk een lastige btrar '2jj er zouden vinden. 't Is toch naar, dat men het den menscheu niet vooruit kan aanllen, hoe afschuwelijk zij kunnen, zijn. & den aanvang had Julie haar buurtje zelfs Map gerotden. Met bepaald deftig-knap,, daarYOOr had fc\j veel te breede schouders en een te «tyre houding, maar haar teint was niet kwaad, en daarbij droeg het goedgevormde hoofd zulk . een.rijkdom van golvende lokken, van dat mooie bruin, dat aan herstloover doet denken! Zij had den elkander in den eersten tijd dan ook trouw gegroet. ;'t Was ook eigentlijk niet meer dan natuurlnk, want zy waren buren en zouden anders in dit tamelijk onbewoonde gedeelte der stad, om zoo te zeggen in 't geheel geen aanspraak nebben gehad. Het sprak dus van zelf, dat zij elkander, 's morgens by het schikken der bloe men vfjor de vensters, even toelachten. Het zou Jnlie nooit zjjn ingevallen dit na te laten, zelfs na die kleine oneenigheid over het straatschrobtten niet maar juffrouw Meeskamp was daar omtrent anders. Zij dacht misschien, dat" Julie haar schoonmaakster opgedragen had, haar vuilnis vóór buurvrouw's deur op een hoop te vegen en daar te laten liggen wellicht verbeeldde zij Eich zelfs, dat het op Julie's last was geschied, toen haar dienstmeisje den boterboer zijn laatste pond ongezouten boter afkocht en voor den neus Van Kaatje van hiernaast wegkaapce. Hoe ion iemand toch zoo kleingeestig wezen, als difi juffrouw Meeskamp! Daarom net te doen, alsof zy haar den volgenden morgen niet zag! En Julie had juist zoo'n lust om gezien te wor den, want Hendrik had een allersnoeperigst och tendmutsje voor haar meegebracht beelderige kant ' erg ongemeen en nieuwerwetsch. Jufwouw Meeskamp droeg ook altijd heel aardige mutsjes ' dat moest Julie zich zelve zonder «enige jalouzie bekennen, en daarom hinderde het haar des te meer, dat die andere juist dien morgen zóó deed bah! Wat was er ook eigentlgk aan gelegen? Als juffrouw Meeskamp zoo kleingeestig was, dat zij om een pond boter want dat haar buurvrouw die boter expres voor tóch besteld had, was zij eerst later van den boterboer, die beiden bediende, te weten gekomen om een pond boter zooveel opschudding maakte .... Hendrik had nog gezegd, dat Julie met een paar enkele woorden de zaak in het reine zou brengen nu ja l en Julie was ook werkelijk een oogenblik van plan geweest het te doen maar toen juffrouw Meeskamp later, uit pure wraakzucht, haar groen peluche tafelkleed buiten het venster zóó uitschudde, dat al het stof juist tegen Julie's helder gewasschen tullen overgordijnen aanvloog was zij toch boos geworden en verbood haar dienstmeisje dan ook volstrekt niet, haar asch«mmer voor de gemakkelykheid in juffrouw Meeskamp's tuintje leeg te gooien. Het werd Julie hoe langer hoe meer duidelijk, dat zij die vrouw eigenlijk nooit had mogen lyden. Zij had altijd zoo iets aparts, zoo iets gebiedends over zich. M\jn hemel! ik kan het gelukkig buiten haar stellen," dacht Julie en zij had wel wat anders te doen, dan om haar trotsche buurvrouw te denken, vooral toen zoetjes aan het tijdstip ?aderde, waarop zij.... de gelukkigste aller ster velingen zou worden. Vroolijk naaide, breide en zong Julie al haar gelukkige droomen in het weefsel der kleine rokjes en jakjes die zij maakte en blozend en inwendig lachend stelde zij zich de Verbaasde blikken van haren opgetogen Hendrik voor, die zeker een erg dom en verlegen gezicht zou zetten, als eenmaal het kleine ding de derde aan tafel er wezen zou. En in het vooruitzicht dezer groote gebeurte nis, vergat Julie alle menschelijke kleingeestigheden allen haat en nijd en alle boosheid. Daar lag dan op een vroolijken zonnigen morgen, het nietige, ach! zoo nietige ding, haar en haar Hendrik's klein dochtertje, naast haar in het kussen ?en beheerschte, zonder dat het zich verroerde, het gelukkige huisgezin. Het zag er zoo teer en broos uit, zóó teer, dat iedereen die het zag, de angst om het hart sloeg, en toen de eerste weken voorbij waren, zat Julie weer op haar gewone plaatsje aan het venster en hield uren achtereen haar zuigeling in de armen en zag met zeer tegenstrijdige ge" voelens van trots en ernstige bezorgdheid op hot zwakke kindje neer. Of zij er een poosje mee in den tuin zou durven loopen in de zon? of zou de lucht ook te scherp wezen? Julie hief het hoofd op en keek naar buiten, maar even snel wendde zij haren blik weder af, als had zij iets ongewoons ontdekt. En zoo was het ook. Voor Julie althans was' het iets heel ongewoons, wat zij zag. Daar in buurvrouw's tuin, liep juffrouw Meeskamp up en neder, en in haar armen droeg zij Julie tuurde nog eens onderzoekend naar buiten droeg zij een groot, stevig, blondharig kind, dat een bovenmenschelijke keel opzette. Zoo! dus zij ook! Julie's plotseling warm pbruischend moederhart, klopte voor een oogenblik deelnemend het andere moederhart togen zij zag er bekoorlijk, verrukkelijk uit, die vrouw met haar kastanjebruine lokken en langzamen eenigszins vermoeiden gang. Nogmaals sloeg Julie een blik naar de overzij, eerst op haar toen op het kind en haar hart werd verstokt. jrTe dik!" zeide zij zachtjes, toen boog zij zich Toorover en kuste haar bleek, tenger dochtertje. Toen zij weder opkeek, droeg juffrouw Meeskamp haar kind op den anderen arm; nu kon Julie het beter onderscheiden. Het is een stevige, grove jongen !" besliste zij, een veel te dikke jongen !" en nu eerst werd het haar eigentlijk goed duidelijk, dat zij die juf frouw Meeskamp toch nooit had mogen lijden. Zij pronkt met haar jongen alleen om mij te ergeren, dikke kinderen zijn niet altijd de mooiste!?' verklaarde de kleine opgewonden Julie des avonds haren Henk en die goeic, beste man kuste haar en liet kleintje, en zeide, dat er geen jnaoier kind op de heelo wereld bestond, dan zijn eigen tenger poppetje, en dat overigens Meeskamp's dikke jongen hem volkomen onverschillig ?was. Greta, hun kleine lieveling-, zou bepaald nog sterker worden, als al de anderen. Ja zoo hoopten zij, Julie en ook de stil be zorgde Hendrik, maar het gebeurde toch niet. Een maand verging en nog een, maar het teere schepseltje werd niet sterker, niettegenstaande de arme Julie, te zwak om het op den duur te kunnen zogen, alle mogelijke soorten kindervoedsel aanwendde. Zij huilt zoo en is zoo mager!" klaagde Julie, zelf bleek en afgemat, naar de baker opziende, en deze ried haar den dokter te laten halen. Het was reeds laat in den avond, toen hij kwam. Uit de geopende ramen van juffrouw Meeskamp's huis, klonk het krachtig schreeuwen van haar dikken jongen naar buiten. Julie stond op en deed haar venster dicht. Haar lieveling lag met half gesloten, ingezonken oogjes, zacht kreunend in het wiegje. Onmiddellijk velde de dokter zijn oordeel. Gezonde, krachtige moedermelk is heteenige, waaraan zij behoefte heeft. Laat nog heden een min komen en uw kindje is gered!" Bleek en hulpeloos zag Julie hem aan. Haar lippen trilden. En anders, dokter? en anders ?" Kogmaals zag de oude man op het bleeke schepseltje neder en haalde veelzeggend de schouders op. Kunt gij het nergens moedermelk verschaffen ? Is hier buiten nergens een vrouw met een gezond kind, die het uwe heden nacht...." Hendrik l" Met een luitRSl kreet, sloeg Julie de handen omhoog en bedekte daarmede eenige seconden haar bleek gelaat daarna richtte zij, een plotseling opgekomen denkbeeld halt angstig terug dringend, het hoofd op en sloeg n enkelen blik in de richting van buurmans woning, Hij had haar verstaan. Doe het Julie!" zeide hij, niet minder bleek dan zij. Julie Verdooren zeide niets meer. Zij nam haar kind in de armen en ging met wankelende, of schoon vastberaden schreden, de trap af, den tuin in en door het zijhek in dien harer buren. Alles was stil; zij sliepen reeds. Eerst na een her haald, onstuimig schellen werd de deur geopend. Ik moet juffrouw. Meeskamp spreken!" De angst in haar trekken was gebiedend. Men voerde haar in het slaapvertrek en aan buurvrouw's legerstede. Half in den arm der jonge moeder, half aan hare borst, lag het sluimerend, dik, roodwangig, verzadigd kind. Julie'a oogen vulden zich met muien, Juffrouw Meeskamp", snikte zij, in de deur staande mijn kind sterft het verkwijnt van gebrek aan natuurlijk voedsel de dokter is bij ons hij heeft gezegri hij ried Ach! help mij geef voor dezen enkelen nacht mijn lieveling ...." Verder kwam zij iiiet. Het donker bruine hoofd wendde zich schielijk naar haar heen. Juffrouw Meeskamp schoof haar eigen doorvoeden jongen ter zijde en strekte beide armen naar Julie's zwak, tenger dochtertje uit. Geef hier! gauw! Ach God! dat arme wurm!" Julie bedekte de oogcn , terwijl haar lieveling dronk. Haar blonde hoofd rustte op den kant van het bed, waarvoor zij op de knieën was gevallen. Niets bewoog zich in het vertrek. Slechts het tikken der pendule werd gehoord en het eerst schielijk maar allengs langzamer klokken van het kind. Julie weende. Dikke tranen ontwelden hare oogen en druppelden op haar gevouwen handen. Hoe lang zij daar heeft gelegen zij wist het niet. Toen zij eindelijk opkeek, zag zij voor de eerste maal haar lieveling volop verzadigd, mot een blosje op de wangen en half geopende, voch tige lipjes, in een diepen gezonden slaap gedom peld nederliggen. Met een onbedwingbaren snikkenden jubelkreet, boog Julie zich over hot gelaat harer buurvrouw en kuste haar op de frisschc volle lippen. Dank! Dank!" stamelde zij. Juffrouw Mees kamp voelde Julie's kleine sidderende hand in do hare; teeder blikte zij naar haar omhoog en bei den weenden. Er was iets, dat hen in dien nacht, met voorbijzien van al!e kleine oneenighedon, ha<l saamgebracht iets dat op den diepstcn grond harer harten sluimerde en dat moederliefde heette. O! ze was zoo schoon, Hendrik," vertelde Julie den volgendon morgen lachend en schreiend tegelijk, haren slaapdronken echtgenoot dat goudbruine haar, die blanke huid en dan die frisschc, volle kersroode lippen mot die schitte rende tanden o! ge weet niet half', hoe schoon zij is, die juffrouw Meeskamp. Ja, Henk ik wil het bekennen, ik geloofde vroeger dat ik haar niet kon uitstaan maar nu zie ik toch , dat ik mij heb vergist ik houd veel van haar! Heusch! Lach maar niet!" Neen; hij lachte niet. Hij boog zich naar de kleine opgewonden snapster over on kuste haar vochtig stralende oogon. VOOR DAMES. Suis ma,Sf[ti:'x. Sorties. Zui nigheid. IJ/ttoilet. T). V. G. Terwijl hot vorige jaar de mode kalm en be trekkelijk moedeloos haar weg ging, is er dezen winter oen buitengewone opgewektheid in het uitvinden en het kiezen van nieuwe paden. liet kan de présidente Carnot niet enkel zijn. die hieraan schuld hoeft; het feit vindt zeker in oen aantal oorzaken zijn grond, maar bet bestaat: er is vertier in don handel en gisting in den smaak. Voorloopig wordt do aandacht afgeleid door hot saizocA dor bals-masqiu'a, maar ook in deze doet een besliste keus zich golden. Merveillciisf., J<iponaiM en Russische boerin zijn do drie moest geliefde typen; men varieert zo in bot oneindige, maar zcli's in andere karaktcrcostumes zijn do grondvormen van deze costtimes te herkennen. Een elegant Merveilleugc-costimm bestaat geheel uit gatin merveillcux. Hot is geheel bezaaid mot knoopen, twee aan twee halt elkander bedekkend, goud en grijsblauw fluweel. Hot corsago is hall' lang van taille, halfrond uitgesneden en onder don broeden gordel van blauw Huwooi licht ingorimpeld. Ook de rok, geheel met rood satijn gevoerd, is aan do taille licht iugerimpeld on wordt naar beneden tamelijk wijd; hij sloopt niet, hij is ras terre, even op den grond rakend. Op de rechter heup is de rok van boven tot beneden opengeknipt, style Empire. Men laat daar niet, gelijk de echte inerveilleuses deden, hetmettricot bekleede been zien, maar vult de ruimte aan met een tusschengezette streep vieux rose, waarover zich een dikke gouden eordelière en zigzag kruist. De rand van den rok draagt een band blauw fluweel van 5 centimeter breed, en daarboven een rand van geborduurde blauwe rozen; dit eischt ook de Emjnre-süjlf Het blauwe fluweel dient ook als afsluiting der korte pofmouwtjes en als rand om den gedecolleteerden hals, waar eene breede kant met punten er over heen valt. Men draagt bij het costuum een collier, crème zijden kousen en hooggehakte blauwe cothurnen met kruislinten en strikken. Er is een groote breedgerande hoed bij met veeren, rose, lichtblauw, maïs; karakteristiek is daarbij een zeer smal, donkerblauw lintje, dat onder de kin doorloopt en met een chov, voor op den hoed wordt vastgemaakt. * * * De Japonaise komt met het andere type over een, wat den breeden gordel en het korte lijf betreft. De rok van een der modellen is van effen rose satijn, waaronder een tweede rok, van Japansche stof, gebrocheerd en met goud gebor duurd, uitkomt. Corsage gedecolleteerd: gordel van blauw crêpe de Chine, lange mouwen, van den schouder afhangend, die den arm vrijlaten en hun voering van rose satijn laten zien. Hand schoenen peau de Suède; kapsel hoog op de kruin, en met een aantal fantasienaalden, zelfs dolken of messen, doorstoken; kousen van blauwe zijde, schoentjes van Japansche stof. Het costuum der Russische boerin wordt ge heel, corsage en rok, van rootl satijn gemaakt. De rok hangt, geplooid, recht van de taille en draagt een rand van gekleurd borduursel; een tweede rok, tot op den rand vallend, heeft een bleekgonden boordsel. Het speciaal Russische wordt aangeduid door een schortje van geplisseerd crème zijdengaas, met een rand, 30 centimeter breed, van hetzelfde gekleurde borduursel, en door het kapsel, waarop een diadeem van fluweel of goud laken, mot edelgesteenteu bezet, rust. Het corsage vormt een keursje; de mouwen zijn van gaas, loshangend en met een rand van gekleurd bor duursel versierd. * * * De sorties de bul worden in twoe soorten ge nomen : geheel lange mantels, van pluche en zijde, in alle kleuren, licht of donker, sommige wit met goudborduursel en gouden soutaelie, of visites, van achteren kort en van voren lang met wijde mouwen. Die inet donkere bekleedscls voert men met lichte zijde en omgekeerd. Een model visite, van dik bleekblauw satijn, met roso satijn gevoerd, gewatteord en mot palmen in goud borduursel door en door gestikt, voorts om den hals met blauw vossenvel omzet, voldoet prachtig. * * * j Terwijl de mode mot eene hand verkwistend l schijnt, tracht zij met de andere hand te bezui nigen. Voor dezo zelfde sorties, met gekleurde zijde gevoerd, wordt natuurlijk oen oude zijden japon of mantel van het vorige jaar gebruikt. Voor rokken, waarvan het corsage versleten is, heeft men iets nieuws bedacht. Men draagt nauwsluitende cornages of jaquettes daarop, van halfzijde, zijde of stof, gesoutacheerd of gebor duurd met goud, staal of zilver, bezet met stre pen van gouden entredeux of goudkan t. Zulk een corsage kan men bij lederen rok dragen; men heeft ze gedecolleteerd of hoog aan den hals; ze worden als geldeed genoeg beschouwd om déjeuners of kleine diners mede bij te wonen of visites te ontvangen. * Het costuum voor het ijs is, al is er niet veel ijs geweest, dit jaar te Parijs met veel zorg be handeld, liet nieuwste was wit; Engelsch wit fluweel, wit laken, witte geribde zijde en zelfs eenvoudige witte serge, daarbij oeno witte toqiie en wit bont, renard blanc of astrakan, Kleinigheden in het toilet: handschoenen steeds meer pe<iti de Snede, liefst eenvoudig, ofschoon ook rijk geborduurde genomen worden; gris-perle handschoenen voor visites. Tournures vermin derend; de crinoline gaat niet door; draperieën worden eenvoudiger en kleiner, meer naar hot sluike Kinpire hoen. Keharpes, over den linker schouder geworpen, zooals Sarah licnihardt er als Tosea, een draagt, behoorcn ook bij het genre. Modekleiireu voor het voorjaar waarschijnlijk nog rood en grijsblauw; als nieuwigheid worden togen dezen zomer japonnen met uitgesneden hals van voren en van achteren, aangekondigd. Juweelcn worden wcor moor gedragen, on van do wet, dio zoo lang gegolden hoeft, dat jonge meisjes in Frankrijk geen goud of juwoolon droegen, stapt men at'; ook do collier, geheel uit den smaak ge raakt, komt mot hot Japansch on hot Jllmpire geheel tot zijn recht. E?K. Aan oen in do kunstwereld gunstig bekend schrijver danken wij hot volgend verslag over do feestelijkheid van D. V. G. : liet bal masquó. dat don 8en Fob. jl. door de Tooneelvcroeniging D. V. G. gegeven word, lokte oon groot aantal loden on genoodigdon mot hunne dames naar do ruime lokalen van Maison Strouckon. leder bezoeker moest gemaskerd verschijnen. Als mau dus 't masker oven, bij liet binnenkomen, gelicht had voor de loden van 't Bestuur, kon men do feestzaal inwandelen mot hot vooruitzicht herkend to worden, ondanks den loitp, dio oven weinig togen de warmte, als tegen nieuwsgierige blikken beschermt. Twee hellebaardiers staan bij don ingang van do zaal om het feest luister bij te zetten, maar ook mot oon moor praktisch oogmerk, namelijk om te verhinderen dat de bezoekers, en inzonder heid do dames, verblind door hot licht en do kleuren, zich laten verschalken door de traptreden, j dio naar het feestlokaal leiden. In de zaal zonder j vensters, do middelste van do drie, hooft het bal plaats. De kolommen, dio een regelmatige ruimte afbakenen in don grilligon plattegrond van het lokaal, zijn versierd met wapens van steden en militairen; draperieën van vlaggedoek en vergulde koorden met kwasten doen de dansruimte, door hun lichte, kleurige tonen tegen het dofgroen der beschilderingen, nog meer spreken. Het orkest is herschapen in een bosschaadje ; een heldere fontein is er vlak voor geplaatst en werpt schitterend en kletterend haar fijnen zilve ren regen op en neer. De musici, in een eenigs zins vreemde en eenvoudige uniform, doen vroolijke dansmuziek weergalmen door de zaal, .waar alles reeds wemelt en krioelt, waar de bontste kleuren elkaar even raken, waar de tegenstrijdigste vor men een oogenblik naast elkaar staan om nog; grooter contrasten te zoeken, waar het bekoor lijke naast het burleske, het alledaagsche naast het excentrieke staat, waar de honderden wezenlooze, dom lachende maskers, die alle bijziende lijken, elkander bekijken en kleinigheden pogen te ontdekken, die tot wederzijdsche herkenning zouden kunnen leiden. Men is vergenoegd onge straft een ander te kunnen zijn dan men is .; men is vrij, ondanks alle blikken die branden : de opgewekte muziek voltooit do gezellige stem ming, die er heerscht. Het feest van D. V. G. had een eenigszins vertrouwelijk karakter. Voor 't meerendeel ken den de deelnemers elkaar natuurlijk onder gewone omstandigheden en dit feit werkte bij uitstek gunstig op den hcerscbcnden geest. Aan bedaarde intriges, kwinkslagen en vermake lijke opmerkingen goen gebrek maar, over 't algemeen, een zoer levendige, joviale stemming, Drie jockey's, waaronder een vrouwelijke, stel len rijlaarzen en fluweel ten toon, ten spijt deiPolen, die daarentegen geen bont gespaard heb ben om voor de koude gevrijwaard te zijn. Tegen een weinig warmte zien de meeste bezoekers echter niet op. Kolossale pruiken, met naastelkaar opstaande puntige kuiven, als een kathe draal in miniatuur, hoofden van carton, tienmaal meer dan levensgroot, ware bovenste verdiepingen, die leeg stonden, andere karikaturen, neuzen van allerlei afmetingen en in de meest verschil lende vormen, betwistten elkaar den voorrang. Turken, Zigeuners, Mexicanen, Xapolitaansche visschers, Tyrolers, mannen van de balie uit vroegeren tijd en in modern costuum, monniken, clowns, excentrieke lords kwamen op hun wandeling door de zaal de vertegenwoordigers van het cos tuum uit de historische tijdperken togen, middon-eeuwsche ridders, edelen uit het overgangs tijdperk van Gotiek tot Renaissance : Ie diable et son train, in den vorm van een Mophisto, Faust Gretchen en Blauwbaard, alle in de dagen van goede verstandhouding, vervolgens de talrijke vertegenwoordigers der Spaanschc richting in 't costuum, uit do zeventieiide-eeuwche figuren in smaakvolle Lodewijk XIII en Lodcwijk XIV costuinen, eindelijk de Lodowijk XV- stijl. Maar hoeveel pracht ook in dezo historische kleedcrdrachten was ten toon gespreid, de fantaisic-costumon van enkele dames vielen meer in don smaak. Do eerepalm komt toe aan drie pierrettes, half folies. Een er van in geheel wit costuum, corsage van zijdo, rok met oen wolk van gaas bedekt. Een sierlijk, naar voren omgekruld, Plirygisch mutsje dekte liet hoofd. De tweede pierrette droeg een vrij lang costuum van wit satijn, gcgarneerd met grooto zwarte moezen. Een kolossaal hooge, puntige kastoron hoed sierde het onder een poe derpruik verborgen hoofd. Glad lijf, geplooide rok met weinig garneering; zwarte kousen, witte schoentjes. De kroon spande evenwel do derde ,pierrette in mi-pur U costuum, door de gewaagde klouren-samcnstelling van wit met geol. Het lijf van effen gooi satijn sloot over een uit losse drie. hoeken, afwisselend van geol en wit satijn, ge, vormden bovenrok, die slechts ton deolo den ver tikaal wit en geel gestreepten onderrok verborg. Gele kousen, witte schoenen, Polichinello-steok, mi-purti evenals het masker. Een eenigszins in denzelfden geost uitgevoerd costuum van witte zijdo met garneering van zwart fluweel verwierf eveneens veel succes. Alleraardigst werden door drie dames de three little inaidu fivin school uit den Milcado voorge steld. Costumos en kapsels waren nauwkeurig nagevolgd, in haar standen on manieren bleken do jeugdige schoenen goode leerlingen van hare Engelsclie voorgangsters. Kaast do zeer juist gekleede Marker, Zecuwsche en N'oord-IIoUandsche boerinnetjes, mogen wij de ouderwetsche Zoetelaarster niet vergeten te vermolden, dio aan don arm van een allcrkomiekst type charge van ecu hedendaagscli sergcant-fourier in groot tonuc rondwandelde. Aardige roosjes, madeliefjes on boterbloempjes waren talrijk, eveneens de rinkelende Zigeunervrouwen en odaliskon. Afzonderlijk moeten wij een prachtig gekleed, Amsterdamsch klaroenblazer vai; den Renaissance-tijd on zijn met de Nederlandschc kleuren getooide gezellin vermelden, en ten slotto de vijf clowns, die moderne balcostumes in do complementaire kleuren droegen en een zeer grappige muzikale voordracht hielden, hulde te brengen. Eindelijk was 't démasqué:! Een verademing voor do gezichten, die uit hun broeikassen to voorschijn getreden, overal in vroolijken lach blonken, nu eens warm verlicht door den goudgelen gaslichtschijn, dan weer koud, blauwwit i u het magnesiumlicht! Balboekjcs, mot een titel in ponteekcning van Alfaro voorzien, werden uit gereikt en 't bal begon wcor opnieuw. Nadat ecu uitstekend souper do verzwakte krachten had hersteld, word do dans horvat, en vierde men feest tot liet daagde. A. H. Allerlei Do geschiedenis van eono Berlijnsche gravin wordt door een dor Berlijiischc bladen medege deeld. Do talrijke dames, die niet het geluk heb bon reeds in de wieg ecu gravoiititol te vinden. kunnen dezen alleen langs don omweg van het huwelijk verkrijgen. Do vrouw aan oen rij Berlijnsch koopman dacht er ook zoo over, en voelde zich, toen dit haar duidelijk werd, in haar reeds gehuwden staat zeer ongelukkig. Al haar adellijke kennissen, jonge officieren, bezoekers van hare soirees, kouden haar mot hun liefdesbetuigingen,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl