Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.557
4
t- *«?
Uit Parys wordt van Maandag geschreven:
Gisterea heeft Lamoureux ons op zijn Zondagsconcert
«£ .eene nowveautévan belang onthaald, en is er
door een groot succes voor beloond geworden.
S»int-Saëns heeft een groote ballade van Victor
fiogo La fiancée du timbalier, voor groot orkest
OH eene. mezzo-sopraan stem op muziek gezet.
Het meisje vertelt hoe zij haren bruidegom uit
den oorlog terugverwacht. Dan komt e«n prach
tige marsen, Votci les timbaliers.'" roept het
e, en de pauken komen nadrukkelijk uit. De
gaat voorbij en in vier slotverzen
vermen, dat het meisje levenloos is neerge
stort, want alle paukenisten zijn voorbij getrokken,
op n na. In dat slot klinkt de sombere melodie,
trelke vroeger de voorspelling van eene waarzeg
ster heeft uitgemaakt. Saint-Saëns heeft het
moeielijk vraagstuk, zang en orkest, beide voordeelig
te doen uitkomen, gelukkig opgelost; hy had het
geluk in Mlle Montalba eene uitstekende zange
res te vinden, tegelijk onberispelijk en dramatisch.
Aan de novelle Srinio, in Van Lenneps Onze
Voorouders", is door Mr. M. G. L. van Loghem
(Fiore della Neve) een libretto voor eene
Hollandscho groote opera ontleend, welke door den
heer S. van Millingen te Gouda gecomponeerd
wordt.
De Handelingen van het 20ste Nederlandsch
Taal- en Letterkundig Congres, gehouden te Am
sterdam van 15?17 Sept. j.l. zijn bij den uitgever
Tj. van Holkema ter perse.
Schaakspel.
No. 113.
Tierzet van H. MENDES DA COSTA, Amsterdam:
ZWART.
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
Juist opgelost door A. P. R. te Haarlem no.
111, Herben, i^tn W. v. H. te Delft met bis;
D, D. te Rotterdam no. 112, insgelijks J. A. W.
te Gouda. H. J. den H. no. 111 met bis en no.
12 en biste Amsterdam. G. C W. M. te Am
sterdam no. 111 en 112 verschillende oplossingen.
BRIEFWISSELING.
Gothender te A. Is sub probleem no. 112 van
de Jong reeds verbeterd.
C. C. W. M. Op de proef ontbreekt de tijd
ons met onderzoek te kunnen bezighouden. Vol
gende week.
Probleem Fus volgt in de volgende week.
d e f g &
WIT.
Wit speelt voor en geelt in vier zetten mat.
(Wit 5 en Zwart K. d3).
OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. 111.
van Frans Herben te Sittard.
l b6 bl! e4 X d4; 2 c2 c3 X. K. onv. 3 D. of Pd. f mat.
l als boven, e4 e3; 2 f4 e2 X K. onv. ; 3 c2 c4 of bl fl
e4 f5; 2 bl - b5 X, onv. 3 b5 e5 f mat.
f3 f2; 2 c2 c3 f, K. onv.; 3 bl d3 t mat.
anders; 2 c2 c3 f- K. e3; 3 bl el f mat.
1ste prijs in het Tornooi van Aretom.
No. 111 is zeer mooi en niet gemakkelijk. Het verdiende een 1ste prijs.
ifo. lllbis van Frouw Frohmann. l e3 cl, e3 d4: 2 c6 d5 f enz.
l als boven, f5 e4; 2 f6 g4 f enz.
l , föe6; 2 cG c3 f enz.
l , f5 elders, 2 c6 d5 f enz.
l , anders, 2 cl b2 f enz.
Ia navoMng van de Schztung en andere schaakbladen, geven wij in hot vervolg de oplossingen
M> *ea verkorte manier, zooals die het beste geschikt zal zijn voor het Weekblad, ten einde
slaats te winnen. De Ie zet van twee zettingen is voldoende, maar van drie-zettingen, de' twee
'perste zetten enz. De verschillende laatste verdedigings en do verschillende mat zetten moeten de
oplossers zelf vinden wat heel goed kan, als men de twee eerste zetten weet. Wij mogen ons
verheugen in bekwame oplossers van problemen, zoodat deze maatregel wel geen bezwaar zal
teweegbrengen. Bovendien behouden wij ons voor bij ingewikkelde problemen uitgebreider
oplosmat.
l
l
l
PROBLEMEN.
No llSbis 2 zet van H. Mendes da Costa. Wit K. el. D. £7, R. f8 en h7, Pd. a3 en c3 pions,
b3 en 'K2 8 Zwart K. e3, R. dl. Pd. h'2 en h5, T. e8, pions b5, d7, e7 en fö, zwart 9 met K. e3.
No. 113 ter 4 zet van J. Kohtz en Kockelkorn, te Keulen. Wit K. f l, D. bl, Pd. fö(3),
So 'll3quater 2-zet van Jan Dobrusky , te Praag. Uit de pas verschenen Bohoemsche collectie
Praag. Wit K. b7, R d8, T. d4, D. g4, pions d2, c4, en b4 (7). Zwart K. e5, B. el, T. f2.
*°$*zet- £ó usquater-bis van J. Dobrusky. Wit K. c2, D. e2, T. c6, Pd. bl, (4). Zwart K. a4,
*5 en b4, pions b2, en c3, (5 met K. a4).
Wit begint in alle deze problemen. __
te
-<8
OUD-AMSTERDAMSCHE
VERSCHEIDENHEDEN.
Herbergen, Muziekhaüen en Damkamers.
n.
In deze en dergelijke inrichtingen werd op be
paalde uren van den dag gespeeld.
Er waren er naar ieders gading. Het huys te
Sinnelust" zal voor den deftigon burger zijn
ge?wêest, eenvoudiger gelegenheid bestond ook voor
den eenvoudigen burger, waar hij onder 't genot
Tan zijn kanne biers en zijn pijpje verinas van de
"bekoringen der muziek genieten kon. Daar zal
niemand het hem hebben kwalijk genomen als
hem het hart er toe dreef, om zijne gevoelens
op meer of min melodieuse wijze lucht te geven.
Dat behoorde zelfs tot de wetten van den huize.
Of stond er niet aangeplakt, dat ieder, die zich
maar iets op de muziek verstond, op zijn beurt
ter afwisseling van het vaste artistenpersonuel
iets moest ten beste geven? En zulke liefhebbers
der muziek zal het aan gelegenheid, om zich te
doen hooren, vooral daar niet hebben ontbroken,
-«raar de waard zelf de eerste en eenige musicyn
?was.
' Een muziekherberg, zeker niet van den eer
sten rang, werd omstreeks 1670 door Richard
Hancock- gehouden. Hij was een geboren poorter
<ler stad, schoon zijn naam verraadt, dat hij van
aengelsche afkomst was. Zijn vader Eduard
Han«ock, was met zijne vrouw, Elisabeth Cha, naar
de Vereenigde provinciën gekomen in den tyd
toen deze dikwijls door troepen engelsche
come«lianten werden bereisd, welke de reputatie me
debrachten, dat bij hen op de planken goed ge
acteerd maar hoofdzakelijk vermakelijk gedanst
?werd,' natuurlijk op de maat der vroolijke
dans?wyzen door de musicyns van de troep aan hunne
Instrumenten ontlokt. Verschillende van die mu
sicyns bemerkende, dat er hier smaak voor hunne
kunst was, besloten om hier gevestigd te blijven.
Zij associeerden zich om op bruiloften en feest
malen te spelen, op verzoek en in gezelschap
ran een minnaar serenades en aubades te
bren.gen, binnenshuis op vastgestelde uren uitvoerin
gen en op andere uren dansles te geven. Eduard
Hancock, die de luit hanteerde, had zich met een
paar landgenootcn begeven onder de leiding van
den in zijn tijd beroemden musicyn Mr. Nicolaas
Vallet, een Franschman, die hier zeer gezien
schijnt te zijn geweest. Met hem trok hij telkens
uit als er ergens muziek werd begeerd. Dat be
lette hem niet, om in zijn huis in de Nes waar
de Koning van Engeland uithing (later op 'l
Rokin bij de Beurs onder het uithangbord do 'Po
wer van Londen") en waar hij in zijn vrijen tijd
wel de luit zal nebben zitten slaan, gelagen te
leggen, helaas niet van den fatsoenlijkston aard.
Maar hij schijnt zijn leven te hebben gebeterd.
In 't laatst van zijn loven wordt hij althans
stadsspeelman genoemd, eene eervolle betrekking, die
slechts aan een vier- of vijftal kunstenaars to
beurt viel, maar geen schatten opbracht. Bij zijn
dood, ongeveer 1654 voorgevallen, verviel zijne
nalatenschap althans aan do desolate
boedclkamer. Uit den inventaris zien. wij, dat bijna het
geheele huis tot de ontvangst van gasten was in
gericht. In verschillende kamers stond oen
clavecimbcl, en in verschillende kasten waren
clavecordos, cornetten, violen di Gamba en luiten op
geborgen. Er was dus geen bepaalde muziekzaal
in huis, de musicyns zullen zijn rond gegaan in
de kamers, waar bezoekers waren binnen gegaan,
of op de plaats, waar behalve een toonbank ccnigc
steenon tafeltjes stonden en een oestertafeltje,
dat het vermoeden wettigt dat de liefhebbers van
dit zilte schelpdier ook bij Hancock zich konden
tegoed doen. Onze musicyn liet zijn zoon Richard
als opvolger in zijn zaak achter. Deze was ook
luitenist, maar zijne voornaamste verdiensten
kwamon van de tapncring. Wijnen, Socton en
bieren kon men te kust en te keur bij hem
vinden.
Sedert 's vaders kunst van regeeringswege zulk
eeno eervolle onderscheiding had ondervonden
schijnt het uithangbord meer in overeenstemming
te zijn gebracht met 's mans hoogste aspiratiën.
Het prijkte met een zangborg, met Pallas en
Apollo, met Muzen en musicyns, en met het on
derschrift de Vrintschap van Parnas" vergezeld
van het volgende dichterlijke opschrift:
Parnesses staag omringt van braave ATüsicyns
"Wacr dat do Helekon, op 't bootsten is geklavert.
En Pallas breyn gesplitst, dut kunst door Wijsfreyd davert
En smeeckt door lieüijcbheyt; Apol zyt doch goet mijns.
waarmede de dichter wilde zeggen, dat de wijs
heid den lof der kunsten en de kunst den lof der
wijsheid moest verkondigen. Dewijl de beide god
heden hierover voortdurend aan 't onderhandelen
bleven, had de wijsheid geen tijd, om spreek
woordelijk: in de kan te komen, en daaruit ver
klaart zich misschien do toeloop naar Richard
Hancocks muziekhalle, waar weldra de volgende
Ordere in vrinschap" op het formaat van de
stads publicatiën bij de Wed. Tymon Houthaak
in de Langestraat gedrukt, werd aangeplakt.
Zij begon met vermolding van het gedicht van
het uithangbord en vervolgde :
Dit is d'inlcyding. tot een vrintschap van Parnas
Voor die tot weistant soekt dees plaats te evetiaaren
'tGehoor te dwingen tot een tvek-aar van die snaaren
"Waar door die kunst, door kunst, altyt genegen was.
Do Musyk sal geselrion, na noen van vier tot tica.
Men sal op liallef acht Viejool de gambe hooren.
Ten waar den Hospes 't zeyd : zy doent wel naar of vooren,
Indien den gunst van dien door weldoen wordt vorsien.
Soo iemant de Viejool, of Bas, ot' yets hanteert,
En niet een voosje speelt, tot straf zal moete lyen
Een kanne Bottel-Bier: offWyn kan hem bevryen.
Noch wart door HANKOK dit vando Mousenrs begeert,
Al wien dat Pypcn breekt die zal terstont de boet
Uytkeeren aan den Baas, dat voor de Pype-stelder.
En die het ziet en zwijgt, en melt het niet, die selder
Uytkeeren eens zo veel, 011 dat op staendo voet,
Laat dit versocck yeschien, Oft dese Vretujhdc-Zacl;
En deze ordefc in Vrtnschap meuntincren;
Z'io zal Kaacka, wyn, en. Bier, eil Bottel Triumpheeren
En de beliuurlijklieyt, schept lucht, door Vreughde-straal.
Oordeelt na 't Voorbeelt.
Hancock was blijkbaar een man die van ordo
hield. Het ging bij hom alles op het uur. Daar
van week hij niet af, tenzij in het kennelijke
voordeel van zijn musicyns, die zich niet te groot
rekenden om bij do bezoekers om een penniiiksken
rond to gaan. Voor afwisseling in do muziek
instrumenten zorgde hij evengoed als voor afwis
seling in de vertering. Bij zijn wijn en bier ver
kocht hij ook hard gebakken broodjes, krakelin
gen, koekjes en engelsche cakes. Dit behoorde er
zoo hij. Daar waren tappers, die groote rekenin
gen bij bakkers hadden staan en die van al dat
gebak zeer veel verkochten.
De Haagsche kookscliool. De
Polka. Baltoiletten. Ken
En(jelsche actrice. Mrs. Cleveland.
Maandag is te 's Hage do kookschool geopend.
Vreesde men den vorigen dag, dat het gebouw
door vuur zou te gronde gaan, alvorens er een
fornuis was gestookt, door verdubbelde krachts
inspanning slaagde men er toch in, de zaal weer
op den bepaalden tijd in orde te hebben. De
brand was ontstaan door het omvallen van de
wrijfwas, die op een petroleumstel stond te smelten,
het bestuur en de directrice ontvingen nu genoo
digden en belangstellenden in eene niet
gecireerde zaal. Met een geestige speech van den
heer Hijmans van Wadenoyen, een antwoord van
den heer Conrad, voorzitter van de Maatschappij
van Nijverheid" on eene toespraak van de direc
trice, mej. G. Manden, werden do werkzaamheden
geopend.
Reeds Maandag waren 36 inschrijvingen voor
de dames-cursussen ontvangen ; maar mej. Manden
legde er in haar kleine rede nadruk op, dat de in
richting ook bestemd is, om aan de vrouwen uit
de lagere klasse te leeren, een voedzaam maal
smakelijk te bereiden.
De inrichting, Stille Veerkade 20* ziet er een
voudig maar netjes uit. Aan het einde van de
lange gang is de loerkouken," een zeer groot
vertrek met vier ramen. Men vindt er wit ge
schuurde tafels, in den vorm van een hoefijzer,
een groot fornuis mot twee ovens, in bruik
leen van den heer Sterkman, daartegenover
een gaskachel mat een oven, in bruikleen
van den heer Blom. en tallooze gereedschap
pen, geëmailleerde pannen, vergieten,
puddingvormen, etc', op planken gerangschikt, liet ge
heel ziet er vriendelijk en netjes uit De direc
trice in ambtscostuum, wit mutsje, groot
boezelaar, een mes aan een ketting en een band
om het middel, waaraan een handdoek en twee
wollen doekjes, om de pannen aan to vatten,
opende Dinsdag de lessen, met een twaalftal
leerlingen en in tegenwoordigheid van drie dames
directrices. Voor de leerlingen is ook een der
gelijk costuum voorge^chreven, met de voorzichtige
bepaling, dat geen gewone spelden, enkel
zekerheidsspelden mogen gebruikt worden.
De verdeeling der uren is do volgende.
Maandag: 's namiddags 2?'VA. Theoretisch en
aanschouwelijk onderwijs a ?0.50 per les. 's Avonds
7K?0. Volkskeuken a ? l per maand.
Dinsdag : 's voonniddags 10?12. Practische
cursus (2 maal 's weeks) ;i f G per maand, 's
Namiddugs 2 4. Privaat-les a 1.50 por les.
Woensdag: 's voonniddags 11?1. Aanmelding
voor de lessen en voor den cursus, 's Namiddags
2?<\%: Kinderen van de Scholen voor Lager
Onderwijs 12?14 jaar ;i /'O.(>0 per maand. 'sAvonds
l'A?S): Bnrgerpot a ? 2 per maand.
Donderdag: 's voonniddags 10?12. Practische
cursus f2 maal 's weeks) a ?0. per maand 's
Xamiddags 2?4: Privaat les a ? 1.50 por les.
Vrijdag: 's voonniddags 10?12. Practische
cursus (vervolg van Dinsdag).
Zaterdag: 's voonniddags 10?12. Practische
cursus (vervolg van Donderdag), 's Namiddags
2?3J4: Meisjes van 12?1G jaar van de Scholen
voor Middelbaar Onderwijs i / l per mand.
De cursussen van Woensdag en Zaterdag na
middag duren elk een jaar, die van Dinsdag en
Donderdag voormiddag elk vier maanden.
Tijdelijke cursussen voor inmaken, confijtcn.
wildbraden enz., worden in de dagbladen en
aan de school bekend gemaakt.
ledere cursus heeft niet minder dan vier, niet
meer dan twaalf leerlingen.
De les begon Dinsdag met eenvoudige bezig
heden, het koken van bouillon, koolsnijdcn,
vleoschlardeeren, meel zeven, paneermeel maken, enz.
Eenige vaste voorschriften zijn bij wijze van re
glement van orde gegeven, bv. dat drie leerlin
gen voor hot vuur moeten zorgen en voor het
steeds gevuld zijn van den waterketel, dat geen
lepel in het eten mag meekoken, dat een gebruikt
ijzeren voorwerp dadelijk na het gebruik moet
worden schoongemaakt, en alles, ook pannen enz.
door de leerlingen moet 'worden schoongemaakt
en op zijn plaats gezet.
Het voorbeeld, met het oprichten der Kook
school door eenige vooruitstrevende Haagscho
heeren gegeven, zal ongetwijfeld met belangstel
ling door het geheele land aangezien worden;
wij hopen onze lezers zooveel mogelijk op de
hoogte te houden van het resultaat hunner po
gingen. Het kon met hot voorbeeld der eerste
Kookschool wel gaan, evenals de directrice in
hare inwijdingsrede noopte dat het met de fijne
schotels zou gaan, die hare leerlingen later aan
de genoodigden zouden voortzetten: zij sprak de
hoop uit, dat deze hun den uitroep zouden ont
lokken: Dat smaakt naar meer!"
*
Met het eind van het Carnaval is de uitvinder
der polka gestorven, althans do man, die het
eerst den dans te Parijs invoerde, Johann Raab.
In het jaar 1840 danste hij zelf voor het eerst
dezen Boheemschen pas op de planken van het
ThéAtre de l'Ambigu, en geheel Parijs werd ter
stond op de polka verliefd. Drie professeurs do
danse, die Raab hadden gezien, en meenden in
de geheimen van zijn danskunst te zijn doorge
drongen, werden apostels van den polkadienst te
Parijs. Maar toen Raab vier jaar later weer in
Parijs kwam, ontdekte hij met schrik, dat de drie
professeurs propaganda gemaakt hadden vcor een
namaaksel; het was de onvervalschte dans niet.
Johann Raao wist voor zijn protest een stem te
vinden; hij kwam zelfs in de mode, Ie pro/esseur
de Prague. Voor zijn woning in de Rue Vivienne
maakten nu de equipages fils; in drie theaters aan
den Boulevard gaf men gelegenheidsstukken waarin
de professezir de Prague zijn pas kwam dansen.
Raab nam in ruil voor zijn polka uit Parijs de
quadrille mede, en importeerde deze met goed
succes te Weencn. Hij is thans te Weenen als
balletmeester gestorven
*
* *
Apropos van bals komt er uit Weenen een
noodkreet, ongeveer in den geest van het bekende:
o Sainie Mousseline" van Sardon. Met een
japonnetje van wit neteldoek en drie meters
rose lint was in vroeger tijd een meisje voor den
heelen winter klaar", zegt Clotilde in Sardou's
Non Intimes. En nu?"
Nu", antwoordt de WTeener dame, nu schijnt
de toestand daarheen te gaan. dat op het laatst
niet meer de naaister, zelfs niet de
darneskleermaker, maar de juwelier de robe's leveren zal.
Het laatste carnaval hoctt in dit opzichc al zijne
voorgangers overtroffen Costumes met bonte edele
en half-edele steenen als overdekt, sleepen met
goud- en zilverborduursel waren geen uitzonde
ring meer. Waar moet het heen? Dat aan het
hof en op de aristocratische bals ware meester
stukken en wonderwerken van toiletkunst ver
toond worden, wie zal er iets tegen hebben? Maar
ook in veel nederiger kringen, op burgelijko bals
in menig zoogenaamd gemüthliches Kriinzchen"
ruischton do satijnen sleepen, met nu weel of kost
baar pelswork omzoomd, met stnüsvederen ver
sierd, fonkelden de decants en tabliers van
goudborduursel en paarlen netwerk.
Onder het tweede keizerrijk, toen de weelde
zoo hoog heette geklommen te zijn. kenden de vrou
wen van den Duitschen middenstand de kostbare toi
letten alleen uit de Parijtche platen. Nu gaan ze
zelf in Ktyle Hem-i III of Lovii 'Ireise rond,
en bieden hooge prijzen voor oud brokaat en
echte kanten, of koopen ze nog duur als
namaaksels. Zelfs voor jonge meisjes heeft de eenvoud
opgehouden; hot eenvoudigste haast nog is een
tuüe rok (rose, lichtblauw, ver t du Nil. crime,
soufre) met een fluweelen keursje in dezelfde
kleur, maar menigeen had op de tulle een tullen
tcMier met gitten, of met borduursel in goud en
zijde."
Het klagen over do weelde is niet juist nieuw;
of er een voorbeeld van bestaat, dat hot gehol
pen heeft, is niet bekend.
*
* *
Mevr. Bornard Beer is, naar beweerd wordt,
de best gekleede der Londensche actrices. Zij
spreidt dit en andere talenten ten toon in de
Engelsche Opéra-comiquc, en bestelt haar japonnen
bij de firma Russcll en Allen, Ohl-Uond-strect.
Deze hoeren leveren echter niet veel meer dan
de stof en de versierselen; Mevr. Bernard Beer
drapeert zelf haar kleederen, en treedt dikwijls
op met oen japon, die, een kwartier te voren nog
aan liet stuk" zat, en enkel op een zijden onderrok
in elkaar gespeld is.
Mevr. Bernard Beer draagt liefst geel, dat haar
uitmuntend staat, in alle nuances, citroen, amber,
oranje, boterbloem, narcis. In het nieuwe stuk
A riane draagt zij in het eerste bedrijf een
teagown", sleep van wit crf-pe (Je Chine, zijdrapcrieëi'
van dezelfde stof, voorbaan van bleekgeel
crfpelissc met rcrcrs van wit crcpc de Chine\ de mouwen
van dezelfde stof als de voorbaan, kousen en
schoenen goudbruin.
In de tweede acte is het costuum kostbaar er.
prachtig. Het is van diep oranje zijde, grosyrain.
wet een zeer kort corsrtge. De sleep is van
rosedagroene zijde met oranje weerschijn, do mouwen
evenzoo; een zijden netwerk in dezelfde tint is
los om den hals gedrapeerd. Als versiering dienen
groote bouquetten muurblocmen, in allo nuances
van oranjogeel tot het donkerste roodbruin, de
schoenen zijn van de kleur der mouwen. In de
derde acte draagt Mrs. Beer een amazonencostuum.
waarvoor Doréhaar indertijd de teekening maakte.
In de vierde acte draagt zij een bruidstoilet van
zacht souple satin ik. Lyon, hoog ter zijde opge
nomen, om een rok van dezelfde stot te laten
zien, met passementvverk van zilver en nage
maakte juweelen. Het corsntje is nauwsluitend,
met zilveren kant, sneeuwklokjes en sneeuwvlokjes:
hot kapsel draagt diamanten.
Haar mooiste costumes draagt Mrs. Beer als Peg
Woffington in Masks and faces, maar deze hoeft
zij niet zelf uitgevonden: het zijn copieën naai
de schilderijen van Lawrence, Keynolds,
Gains\,orough en andere meesters der vorige eeuw.
*
* *
Mrs. Cleveland, de jonge vrouw van den pre
sident der Vereenigde Staten, geeft in die wereld
van millioenen den toon van eenvoud aan. Des