Historisch Archief 1877-1940
558
DE AMSTERDAMMER
A°. 1888
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Ieder nommer bevat een Plaat.
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit- Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.)
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgeven Tj. VAN HO LEEM A, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 4 Maart.
Abonnement per 3 maanden f 1.?. fr p. p. f 1.1&
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . , . 0.10.
Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . 0.20.
Reclames per regel 0.40.
INHOUD:
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE
TON: Hoe Laust Sillesen Bjerg ten strijde
toog, II. UIT PARIJS, door A. B. KUNST
EN LETTEREN: Het tooneel te Amsterdam,
door Alb. Th. Jocelyn. Muziek in de
hoofdstad, door H. C. P. D. Muziekaal Over
zicht, door V. Het Heine-monument en de
BerUjnsche Hofprediker Stöcker. Doortje Vlas,
door A. J. VARIA. SCHAAKSPEL. Eene
wals. Voor Dames, door E-e. ALLERLEI.
RECLAMES. - BEURSOVERZICHT, door B.
ADVERTENTIËN.
Van verre en van nabij.
De heer Von Bismarck is een goed profeet
geweest, toen hij voorspelde, dat Rusland's
krijgstoerustingen en de samentrekking vaii
troepen aan de grenzen van Oostenrijk waar
schijnlijk zouden moeten dienen om aan di
plomatieke stappen den noodigen nadruk bij
te zetten. Rusland is werkelijk met een voor
stel voor den dag gekomen, dat schijnbaar
zeer onschuldig is. Geen der mogendheden,
die het tractaat van Berlijn hebben
onderteekend, heeft tot nu toe prins Ferdinand van
Coburg_als vorst van Bulgarije erkend; welnu,
laten die mogendheden zich dan wenden tot de
Porte, en deze verzoeken, openlijk en plechtig,
door een proclamatie of een manifest, te ver
kondigen, dat de regeering van vorst Ferdi
nand eene onrechtmatige is.
Oostenrijk, Engeland en Italiëhebben ge
weigerd zich bij dezen stap aan te sluiten,
terwijl Duitschland en Frankrijk zich dade
lijk bereid verklaarden om Rusland's voorstel
bij de Porte te ondersteunen. Van de zijde
van Oostenrijk zijn gee_n principieele bezwaren
aangevoerd. Alleen is opgemerkt, dat het
uiterst gevaarlijk was, tot zulk een stap over
te gaan, voordat men wist, wat de tweede
stap zou zijn. Gesteld, dat de Coburger zich
door dezen papieren banbliksem liet verjagen,
wien zou Rusland dan in zijne plaats willen
zetten ? Gesteld, dat hij het document naast
zich nederlegde en rustig te Sofia bleef, wie
zou dan aan het besluit der Porte uitvoering
geven en daartoe troepen n aar het vorstendom
zenden? Had Rusland een programma? Zoo
niet, dan moest men het over de wijze van
handelen eens worden; zoo ja, dan diende
dit programma te worden medegedeeld.
De Engelsche regeering ontkende niet, dat
vorst Ferdinand, m den zin der tractaten,
niet als wettig vorst kan worden beschouwd:
maar al was hij geen heerscher de jure, hij
was het de facto: zijne regeering had de orde
in Bulgarije gehandhaafd en was een waar
borg voor het behoud van den Europeeschen
vrede, in plaats van eene bedreiging daarvan
te zijn. Overigens wenschte ook de Engelsche
Feuilleton.
Ie Lanst Sillesen Bjers ten strijde toos.
3.) Passek was, terwijl zij sprak, van de bank
opgestaan; hij knoopte zijn dolman toe en
stond nu recht en zwijgend voor haar; ook
de uitdrukking, waarmede hij haar nog zoo
C begroet had, was verdwenen. In
weerie onschuld ligt altijd iets wat eerbied
afdwingt.
»Ik wil je gaarne helpen/' antwoordde hij;
»wist ik maar, hoe wij de zaak konden aan
vatten. Ik sla dien scheelen kuipersbengel
den kop af, voordat hij je krijgt. Ik zal je
vader opzoeken en hem een boetpredikatie
geven - maar wat helpt dat, hij is een
stijfnoofdige oude man, die met zachtheid aan
gepakt moet worden. Ga uws weegs, mijn
kind, laat mn er over nadenken en droog
je traantjes af; ge moet niet schreien. Ik zal
wel een middel vinden; ge kunt u op mij
verlaten, allebei. Wij zullen de zaak tot een
goed einde brengen, ofschoon ge, dat meen
ik oprecht voor dien Jes met zijn bruine bak
kes en verwilderden kroeskop een veel te
lief wijfje zijt."
Marie veegde met haar voorschoot de oogen
af, kuste Passek de handsen verliet het vertrek.
Den volgenden morgen vroeg was alles
leven en beweging in het huis van den brou
wer. Op e plaats laadden de knechten eenige
geweldige biervaten op den wagen. Jes stond
m de deur der brouwerij Laust's laarzen te'
poetsen Laust zelf stond voor een stukje
spiegel bij het open venster zich te kleeden.
Elk oogenblik nep hij Marie in de kamer,
om zijn halsdoek te knoopeii, zijn hoed af te
schuieren of het zilveren gevest van zijn degen
regeering te weten, wat Rusland's verdere
plannen waren.
De Italiaansche regeering eindelijk slooi
zich bij de bovengenoemde bedenkingen aan,
maar deed tevens opmerken, dat Italië, welks
nationale eenheid door eene krachtige uiting
van den volkswil was tot stand gekomen, on
mogelijk kon medewerken, om de vrijheid van
de Bulgaren aan banden te leggen en hun
recht, om over hun eigen lot te beslissen, te
betwisten of te beperken.
Rusland heeft daarop zijn protest bij de Porte
ingediend, zonder het tot stand komen eener
overeenstemming af te wachten. De gezanten
van Duitschland en van Frankrijk hebben zich
daarbij aangesloten. Zoo is, tijdelijk althans,
de triple alliantie een weinig .op den achter
grond geraakt. In het Europeesch concert
wordt een dubbel terzet opgevoerd, of liever
aan de eene zijde van het orchest speelt het
Russisch-Duitsch-Fransche trio, aan den ande
ren kant het
Oostenrijksch-Italiaansch-Engelsche. Toehoorders zijn de Sultan, die deze mu
ziek waarschijnlijk weinig harmonieus vindt,
en de Coburger, die er zich natuurlijk over
verheugt, dat de boel danig in de war loopt.
De heer Von Bismarck tracht op tweeërlei
wijzen wat orde in dezen chaos te brenge
In de eerste plaats heeft hij Oostenrijk dui
delijk doen gevoelen, dat het niet op de hulp
van Duitschland zou kunnen rekenen, als
het in de Oostersche quaestie niet uiterst toe
gefelijk voor Rusland was; in de tweede plaats
heeft hij zijn zoon Herbert naar Engeland ge
zonden, klaarblijkelijk om daar de regeering
gunstiger te stemmen voor een plan, dat
Rusland zou kunnen bevredigen.
De Fransche diplomatie laat zich geheel
leiden door de vraag, wat Rusland aangenaam
kan zijn. Toch begint de openbare meening,
naar aanleiding van enkele zeer ernstige ar
tikelen in de pers, zich de vraag te stellen,
of eene bindende alliantie met Rusland voor
Frankrijk niet eer gevaarlijk dan voordeelig
zou wezen.
De heer Wilson is veroordeeld tot twee
jaren gevan genisstraf.terwijl hem voor vijf j aren
zijne burgerlijke rechten zijn ontzegd. Zijne
handlangers Ribaudeau, Hébert en Dubreuil
hebben eenigszins geringere straffen gekregen,
en de kosten van proces zullen door het
viertal gezamenlijk worden gedragen. De
schoonzoon, van den heer Grêvy zal van dit
vonnis ongetwijfeld in hooger beroep komen.
Mogelijk gelukt het hem nog wel, door de
mazen van het net heen te sluipen, maar al
wordt in hooger instantie uitgemaakt dat de
wet geen termen vindt om hem te straften,
voor de rechtbank der openbare meening is
hij veroordeeld, en van dit vonnis is geen
appèl mogelijk.
Het laatste proces heeft weinig nieuwe bij
zonderheden aan het licht gebracht en niets
bijgedragen om licht te verspreiden over eene
zaak, die men met recht een psychologisch
te poetsen. Toen dit alles naar zijn genoe
gen was afgeloopen, moest zij buiten voorde
deur wacht houden en pppassen, dat niemand
hem stoorde, terwijl hij in de kamer op en
neder liep en de aanspraak overlas, waar
mede hij daarbuiten op het oorlogschip den
Admiraal wilde begroeten. Dit liep eveneens
gelukkig af, Laust lachte en bekeek zich in
den spiegel; hij was over zich zelf tevreden.
Daar kwam Hans Peter met ontdaan ge
laat het vertrek binnenstormen. Tweemalen
had hij reeds naar den schoenmaker om zijn
nieuwe laarzen gestuurd, die volgens belofte
op zijn allorlaatst tegen een uur of acht ge
reed zouden wezen; uu was het negen en de
man kwam maar niet.
»0om! Oom! Ik kom nooit klaar," riep de
jongen half huilend.
Laust stond een oogenblik stil en dacht na.
Hans moest noodzakelijk mee, hij zou den
raadsheersmantel dragen en kon bij zulk een
feestelijke gelegenheid in geen geval worden
gemist.
»Drens niet jongen! Loop naar de kast op
de boven voorkamer en neem de groene
corduaan-schoenen met zilveren gespen, die je
tante zaliger je heeft nagelaten; die kun je
aantrekken."
»Tante's schoe-hpe-nen oom ! De eene is ge
lapt en ze zijn mij veel te groot."
«Dat is te verhelpen stop er wat hooi in
mijn jongen kom! maak voort!"
Daar Hans Peter bij ervaring wist, dat te
gen zulk een uitspraak niets viel in te bren
gen, vergenoegde hij zich met een jammerlijk
gezicht te trekken en. slenterde schouderop
halend de kamer uit.
Wijlen tante's schoenen waren echter ge
lukkig niet al te groot, ze pasten nog tamelijk;
bovendien de zilveren gespen blonken helder
n de zon; Hans Peter was even ingenomen
met zich zei ven als Laust Sillesen. Toen hij
raadsel mag noemen. Het is en blijft onver
klaarbaar, dat een man, die door de fortuin
in alle opzichten was beyunstigd, die rijkdom,
eer, aanzien, politieken invloed bezat meer
dan vele anderen, voor wien geen enkele
loopbaan was gesloten, die menigmaal zeer
belangrijke betrekkingen bekleedde en die
de rechterhand had kunnen zijn van het hoofd
van den staat, zich heeft laten verleiden tot
het voeren van een leven, dat hem maakte
tot den bondgenoot van intriganten en schur
ken, dat hem al zijn tijd en al zijne verwon
derlijke werkkracht deed besteden aan zaken,
die het licht niet konden zien en die geen
eer, geen macht en geen noemenswaard gel
delijk voordeel konden opleveren. Wat heeft
de heer Wilson gewild met zijn dozijnen
dagbladen zonder lezers, met zijn
twee-entwintigduizend dossiers van even onbelangrij
ke als weerzinwekkende zaken, met zijne
audientiën aan Jan Rap en zijn maat ? »La soif
des affaires" Ziedaar alles, wat zijn verdedi
ger wist in te brengen. Een ander motief is in
derdaad moeielijk te bedenken, want de sommen
die de heer Wilson werkelijk heeft ontvangen
konden voor een man in zijne omstandigheden
bezwaarlijk eene verleiding zijn. Onwillekeu
rig komt men tot het besluit, dat de onge
lukkige man meer medelijden dan verachting
verdient, en eer in een krankzinnigengesticht
dan in eene gevangenis te huis behoort. Daar
hij zelf' echter de laatste zou zijn om dat te
erkennen, en bewijzen genoeg heeft gegeven
van groote scherpzinnigheid, kou de uitspraak
van de rechtbank moeielijk anders luiden.
WAT ZAL IK ER MEE DOEK?
Het kiesrecht is een schoone zaak,
En 't geeft het menschdom veel vermaak \
Zoo had Bamberg me indertijd voorgezongen.
En ik had 't recht veel te duur bij den gemeente
ontvanger betaald, nu 't eindelijk wat in prijswas
afgeslagen en onder 't bereik van mijn beurs viel,
dan dat ik niet juichte, toen ik Maandag voor 't
eerst van mijn leven een stembriefje ontving, het
brevet van mijn kiezerschap voor het koninkrijk
der Nederlanden. Ik bergde het briefje zorgvuldig
naast de muntbiljetten eri andere papieren van
waarde in mijn portefeuille. Ik was dus kiezer ge
worden! Het was me als voelde ik me op mijn
50ste jaar weer opnieuw meerderjarig worden.
Toen ik met mijn 10e jaar een horloge op zak
kreeg, toen ik op mijn 20e overal als meneer be
handeld werd, toen ik op mijn 30e kapitein der
dienstdoende schutterij werd, kon ik niet trotscher
zijn geweest dan ik Maandag was met mijn bewijs
van Staatsburgerschap in den heerlijksten zin van
het woord. Kiezer! Ik zou dus ook voor '/zoo» stem
in 't kapittel krijgen, om te trachten voor mijn 45000
mede-inwoners van 't district een schat van
Hbczag, hoe de brouwer zijn degen omgespte,
kreeg hij een nieuw, lumineus idee.
»Oom ziet er waarachtig uit als een hoofd
man, als een overste," zeide hij in zich zei ven,
»ik wil ook soldaat zijn." Mét deze gedachte
bezield, stak hij een kleine witte haneveer
op zijn hoed en nam zijn knipmes in de hand.
Laust Sillesen kommandeerde »marsch!"
kuste zijn. dochter en de stoet zette zich in
beweging. Eerst de twee zware bierkarren,
begeleid door drie knecht?, vervolgens Laust
en eindelijk Hans Peter met den raads
heersmantel; het zakmes droeg hij open in
de hand en stak daarmede onbarmhartig in
de lucht. Aan het einde der straat ont
moette hij een jongen, die eerbiedig op zijde
week en Laust Sillesen met diep ontzag
groette.
»Oom moet mee ten oorlog trekken !" fluis
terde Hans Peter; »daar buiten op het groote
schip; zij hebben om hem gestuurd. Als wij
komen, schieten zij al de kanonnen af.
Ik moet ook mee."
Een eind verder kwam hij een anderen
jongen tegen. »God sta mij bij, Jurgensen!"
zeide Hans Peter eii strekte plechtig de han
den naar hem uit. »Ik moet mee ten strijde,
om tegen de 2weden te vechten aan boord
van het oorlogsschip, ver weg op de woeste
zee. Ik krijg een witten bandelier en een
wezenlijken sabel; misschien geven zij mij nog
een lontge\yeer, als ik me gpecl gedraag. Groet
de andere jongens van mij en zeg hun vaar
wel- mij ziet ge zeker niet terug."
Na deze verzekering schreed Hans Peter
voort en stak niet zijn knipmes nog veel gruw
zamer dan te voren om zich heen. Hoe dichter
zij echter het strand naderden en in de baai
de schepen zagen liggen met opgegeide zeilen,
die vroolijk in het stijve briesje klapperden en
beschenen door de stralende morgenzon; de
menigte booten, die elkander in alle
richtinrale zegeningen, voor mij zelven naast mijn vele
grondwettige plichten ook nog enkele grondwet
tige rechten te verkrijgen. Kiezer! Ik zou voor
taan medewerkend in plaats van toeschouwend
lid van den Staat worden. Mijn stem zou goud
waard zijn. Maar hoe men zou bieden, ik zou
onomkoopbaar blijven, en de vaan van het libera
lisme, mitsgaders mijn eeriykheid en mijn onkreuk
bare trouw hoog houden. Ik was kiezer! Onze
door en door liberale afgevaardigde, de schoolop
ziener Schoolvink, die me verleden week nog in
zijn majesteitsbewustzijn bijna op mijn eigen stoep
ondersteboven geloopen had, zou nu al met zijn
hoed in de hand me tegemoet komen. Ik zou lid
van de Kiesvereeniging, daarna lid van 't bestuur,
vervolgens lid van den Raad en wie weet wat nog
meer worden. O, illusiën en idealen van een jeug
dig kiezersbrein!
Zoo dacht ik een week geleden. Maar ach, ik
ben wel wijzer geworden. Wat een verdriet en
zorgen heeft me dat kiesrecht al gebracht. Ik zou
in staat zijn de Grondwet te verwenschen, die
me er mee zegende. Men kan mijn heele kies
recht tegelijk met mijn eerstgeboorterecht voor
een schotel met linzemeel cadeau krijgen. Is me
dat een drukte en een agitatie! Bestond er maar
een vertrouwbare handleiding ten dienste van
eerstbeginnende kiezers; ik zou er met plezier
een kwartje voor over hebben. Deed ik tot dus
verre alleen in krenten en rozijnen, sedert Maan
dag doe ik in politiek. In die vijf dagen heb ik
al loeren schelden als een vischwijf, en liegen of
het gedrukt staat en dat alloen dank zij mij
krant, een solide-liberale natuurlijk, die al zijn
berichten van verdronken kindertjes tegenwoordig
opoffert aan de verkiezingsrubriek, en me door
opwindende artikelen in oen staat van overspan
ning brengt, die onrustwekkend wordt. Tureluursch
en al even besluitloos werd ik door al de aan
plakbiljetten in alle verwen tot het volmaakt
kleurlooze toe, op de hoeken van alle straten.
Mijn brievenbusjen wordt gedurig geledigd van een
hoop strooibiljetten van eenige enkele, eerlijke,
onafhankelijke of gewone kiezers, wier snorkende
aanbevolingen mij 't doen eener keuze nog
moeielijker maken. En ten slotte word ik op straat
nageloopen, in mijn kantoor belegerd en tot in mijn
woonkamer achtervolgd door een aantal leden
van eenverkiczings-ccmité. die allen op even drin
gende wijze mij zoeken te overreden. Nu zijn er
alleen van daag al zes bij me geweest, allen van
die echt-liberale, hoor, die tot in merg en been,
tot in hart en nieren, van ouder tot ouder libe
raal zijn, maar ze maken me zoo zenuwachtig,
dat ik de kalmte terugwensch, toen ik van kies
recht noch kiesplicht wist.
Ik moest me wachten voor die clericale d r
ijgen kruisten en zich donker afteekenden tegen
de staalblauwe lucht, des te vreedzamer werd
Hans Peter gezind; hij drong zich dichter aan
zijn oom Laust en doorstak geen onzichtbare
vijanden meer. Beneden aan de haven knipte
hij zijn mes toe en stak het in den zak, natuur
lijk niet uit vrees, maar alleen omdat hij door
het grootsche tafereel, dat zich daar voor zijn
oogen ontrolde, onweerstaanbaar werd aan
gegrepen. '?-:,
Er was kort te voren besloten geworden,
dat de vreemde hulptroepen van uit Jutland
eene landing op Funen zouden beproeven,
waarom de keurvorst de iioodige
transportschepen onder bescherming van twee
Deensche en drie Hollandsche oorlogsbodems ii\
de baai van Aebeltost bijeen liet brengen.
Het admiraalschip der Hollanders heette:
»De maagd van Enkhuizen" en stond onder
bevel van Admiraal Opdam. Aan boord van
dat vaartuig moest Laust zijn bier afleveren.
Toen hij aan de landingsplaats kwam, la
gen twee barkassen op hem te wachten. Hans
Peter ontroerde een lichte huivering over
viel hem onder den ernst van het oogenblik.
Laust daarentegen behield zijn kalme, waar
dige houding; zijn driekante steek stond ver
metel achter op zijn hoofd, de lange raads
heersdegen, waar zijn linkerhand op rustte,
stak bijna waterpas achteruit. Hij was zeer
verwonderd _tpen hij Passek en twee andere
Poolsche officieren op het strand bij de boo
ten aantrof.
?Wij gaan met u aan boord," zeide de rit
meester. »De admiraal geeft heden een feestje
het zal er lustig toegaan, daar kunt ge op
rekenen."
Zoodra do vaten bier in de booten waren
afgelaten, klonk het bootsmansfluitje tot het
vertrek. De barkassen staken van wal. Eea
menigte menschen was op het strand
verameld, doch de meesten hadden slechts oogen