Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
een stalenboek vol. En zelfs de radicalen
van de tamste soort konden het daar niet
verder brengen dan tot iets boven de 2400
stemmen van de 16000. En dat nog wel,
terwijl er alle grond is om te vermoeden dat
een goed deel van die stemmen afkomstig
was van clericalen. Als de betere toekomst
waarop men zijn hoop stelt, komen moet van
radicale' partijen, onverschillig dan weikeu
naam zij dragen, dan zal het thans levend
geslacht wel lang ten grave zijn gedaald,
vóórdat die betere toekomst aan den horizon
gloort."
Zie, dat zijn nu nog eens argumenten.
Ons eerste liberale blad analyseert de ver
schijnselen met zorg en geeft den Groningers
en Friezen een wél gemotiveerd advies!
De clericalen brengen slechts ,.ramp en
ellende". Voor eene radicale partij is in
Nederland geen plaats". Het stemmencijfer
van de heeren Bruinsma en Gerritsen
beteekent niets. Het is voor een goed deel te dan
ken aan clericale kiezers.
Wij plukken slechts enkele bloemekens uit
dezen hof. Er groeien daar meer.
_ Moet de betere toekomst van radicale par
tijen komen, dan zal het thans levend ge
slacht wel lang ten grave zijn gedaald" ....
enz. Onder liberaal bestuur zou dat zeker
sneller gaan?
't Kan zijn; maar het volk wil het niet
meer gelooven. Over eene verre toekomst
denkt het niet; het zorgt voor het heden en
gaf, zelfs bij het tegenwoordige beperkte
stemrecht, zeer duidelijk te kennen, dat het
van de liberalen luttel verwachting heeft.
Wat zal men er aan doen ? 't Is moeilijk
praten tegen feiten, en daaraan willen wij
het toeschrijven dat de redeneering van den
Nieuwen Rotterdammer in deze dagen niet
sterker is.
DE HERSTEMMING TE AMSTERDAM.
Onze liberale staatslieden schijnen 't er op
gezet te hebben, het Land op telkens zon
derlinger stukjes te onthalen.
Zie nu eens weer dien brief en dat telegram
van den in herstemming gekomen heer mr. J.
D. Veegens aan de Amsterdamsche
kiesvereeniging Burgerplicht!
Het is duidelijk, dat de aanstaande afge
vaardigde van Groningen zoo niet had mogen
handelen.
Zijne candidatuur werd gesteld, en niet
tegenstaande de telkens herhaalde smeekbeden
en raadgevingen van het Algemeen Handels
blad, gehandhaafd, vooral door die liberalen,
die om principiëele redenen hunne stem niet
vermochten te geven aan den heer De Beau
fort, wiens treurige houding bij de herziening
van art. 78 der Grondwet en wiens votum
bij de behandeling van het Vilde der
Additioneele Artikelen nog versch in 't geheugen
ligt.
De heer Veegens, die dit van den aanvang
aan wist. en die niet vóór de eerste stemming
de candidatuur afwees, had ook nu zijne can
didatuur moeten handhaven, zonder meer.
Dat hij zoo goed als zeker is, te Groningen
bij de herstemming gekozen te worden, en
alsdan voor Groningen zal optreden, veran
dert niets aan de zaak; verhindert hem niet,
ook hier candidaat te blijven. Tot na 20
Maart had hij moeten zwijgen. Was hij een
maal n in het Noorden n hier gekozen,
eerst dan was het tijd, omtrent de aanvaar
ding van eene dier keuzen te beslissen.
Thans reeds van de candidatuur te Am
sterdam aftezien staat gelijk met een opdrin
gen aan de hoofdstad van de door een zeer
groot deel der kiezers volstrekt niet gewilde
nere afmetingen aannamen Haren grootvader her
innerde zij zich nog zeer goed, en ofschoon die ook
al zeer klein was, was hij toch nog een half hoofd
groot er dan haarvader. En zij zelve was de jongste
en de kleinste van drie zusjes en n broertje, die
reeds vele jaren geleden in hun geboorteland
aan de pokken gestorven waren: sogar sehr
glüeklieh, Herr! dass sie nur gestorben sind; denn
so klein, und dannnochhasslich sein auch.'" zeide
z\j met een kokette beweging van haar kleine
kopje. Maar zij vond het droevig, dat zij van
zoo'n altijd door kleiner wordend geslacht af
stamde. Denn, wo soll das hin?" sprak zy met
een half beschroomd, half ondeugend blikje
naar de overzijde van de tafel, waar haar ver
loofde (want dat is hij) met een pedanten streek
van de hand over zijn knevel, verzekerde dat hij,
wat dat betrof, met volkomen vertrouwen het
huwelijksbootje zou instappen. Zijn vader wasén
kerel als een boom geweest en van zijn drie
broers was de kleinste n meter zeventig, zoodat
hy het als een volstrekt ongemotiveerde gril van
moeder Natuur scheen te beschouwen, dat hij, die
niet eens de jongste was, zop'n dreumesje was
geworden. Maar juist die gril gaf hem moed
en vertrouwen op zijn nageslacht.
Wer weiss", zei hij lachend en met van levens
lust tintelende oogjes, ,06 wir noch nicht mit
einem Siesen durch die Welt herum ziehen."
Middelerwijl dronken we whiskey met sodawater
hij evenredig minder whiskey dan ik en
slurpte zij waterchocolade.
Avonturen schijnen zij niet veel gehad te heb
ben, zelfs die der liefde niet, wat dan ook bij de
waakzame en belanghebbende oogen, die steeds
over hen gaan, wel te begrijpen is. Alleen ver
nam ik van de markiezin, dat zij eenige jaren
geleden lang vóór zij den markies kende
?ok in Constantinopel geweest was en daar de
eer had genoten aan den sultan te worden voor
gesteld, welke veelwijverige vorst haren
toenmagen impresario een aanzienlijke som geld bood,
om haar voor zijnen harem te mogen behouden.
En de markies, die niet voor haar scheen te
?willen onderdoen,vertelde zoo'n dergelijk historietje
ran een aanzienlijke lichtzinnige, dame te Parijs,die
hem op eene zyner séances in de wang geknepen,
aan zijn kneveltje getrokken en een bedwelmend
vertegenwoordiging door den heer De Beau
fort. De keuze is bij herstemming geheel en
al beperkt tot twee personen. Trekt een
dezer zich terug, dan kiest hij in plaats van
de kiezers. Dan blijft hij, ja, naar Achten
pp het candidatenlijstje. Dan blijft weliswaar
ieder kiezer bevoegd, toch op hem zijne stem
uit te brengen. Maar de kracht der partijen,
die dit mochten wenschen te doen, is dan ge
broken.
Na het optreden van den heer Veegens is
het zoo goed als onmogelijk geworden, alle
tegenstanders van de candidatuur des heeren
De Beaufort te overtuigen, dat zij nu toch op
mr. J. D. Veegens behooren te stemmen.
De handelwijze van den heer Veegens is
niet veel minder dan trouweloosheid jegens
hen, die hem bij de eerste stemming steun
den, en onrecht jegens die minderheden, die
bij de herstemming zich aan zijne zijde
wenschten te scharen.
De heer Veegens schijnt dit zelf gevoeld te
hebben. In zijn diplomatiek gesteld briefje
deed hij nog niet anders, dan aan Burgerplicht
eenen gentle hint geven in de richting van de
candidatuur-De Beaufort. Dat was reeds op
't kantje af. Maar de'Voorzitter van het Be
stuur der kiesvereeniging dwong hem tot on
dubbelzinniger verklaringen omtrent zijn be
doeling. Nopde volgde toen het telegram,
dat den lastigen vrager eenigszins knorrig
bescheid geeft: ^Natuurlijk verwacht ik, dat
Burgerplicht thans De Beaufort stelt," en
daarop eenigszins angstig laat volgen: »Ik
wilde mij echter zorgvuldig onthouden van
elke pressie, en de vrijheid der kiezers strikt
eerbiedigen."
Dit laatste is eene echte protestatio actui
contraria, eene betuiging, die door de han
deling zelve weersproken wordt. Al hetgeen
na de voorlezing van schrijven en telegram
in Burgerplicht beraadslaagd en besloten is,
bewijst zonneklaar, hoe de heer Veegens wel
degelijk voldoende pressie heeft uitgeoefend,
om de vrijheid der kiezers aan banden te leggen.
Daar was mr. Katz,wien zeker noch handigheid
noch scherpzinnigheid ontbreekt en die dezen
keer toch zóó van streek raakte, dat hij de
«kieschheid" van den ambtenaar der Kamer
Veegens jegens het lid der Kamer De Beau
fort ging roemen, en n oogenblik zelfs de
candidatuur-De Beaufort door Burgerplicht
wilde laten stellen!
Daar was het Bestuur, dat er niet anders
op wist, dan bij advertentie aan de kiezers
te doen weten, hoe mr. Veegens zich verwaar
digd heeft voor hen te kiezen! Daar was de
meerderheid der vergadering, die, ten spijt
van de »natuurlijke" verwachting des heeren
Veegens, ongeneigd om de candidatuur
van den heer De Beaufort te steunen, de
handen moedeloos in den schoot lei, en het
belachelijk besluit nam, pp de door het Be
stuur voorgestelde wijze zich met de herstem
ming te bemoeien! Aan een krachtig protest
dacht niemand; men scheen door eenfünkeii
klap op 't hoofd duizelig te zijn geworden.
Wie buiten de liberale partij staat, verwon
dert zich niet bijster over dit alles. Sedert
een aantal jaren zien we in n partijverba id
als «geestverwanten" bijeengehouden lieden
van de meest verschillende beweging. Alle
scherpe lijnen en grenzen zien we stelselmatig
weggedoezeld worden. Licht dus, dat de man,
wien de maarschalksstaf was toegedacht, zich
aan den invloed zijner omgeving niet weet te
onttrekken. Voor onze liberale partij is het
de natuurlijkste zaak ter wereld, den conser
vatieven heer De Beaufort de Tweede Kamer
te zien binnengeloodst worden door een
yoorstandei van het demokratisch parlementarisme
op den grondslag van het algemeen kiesrecht,
als den heer Veegens. Waartoe dient
Liberale Unie, dan tot het bedisselen
de
van
ulevolletje in den mond gestoken zou hebbon en
hem daarna vroeg op een kopje thee en om verder
den avond te passeeren.
Natuurlijk hield ik mij of ik deze avontuurtjes
onvoorwaardelijk aannam, wat ik echter niet deed,
omdat in het algemeen deze kleine menschjes wel
eenigszins den indruk op mij maakten alsof zij,
evenals kleine kinderen, gaarne groot wilden zijn,
of althans schijnen.
Langzamerhand na terloops over allerlei koetjes
en kalfjes te hebben gesproken; bracht ik het
gesprek op hunne onderlinge verhouding en hoordo
toen, dat zij elkaar eerst sedert ongeveer zes jaren
kennen. Met beminnelijke vertrouwelijkheid vertel
den zij mij. hoe zij elkander in Woenen voor 't eerst
hadden ontmoet en door het plotseling sterfgeval
van haren impresario er toe gekomen waren, of
schoon als concurrenten elkaar volstrekt niet
genegen, voortaan te zamen mit einem Cornac,
zooals de markiezin schertsend den tegenwoordigen
administrateur noemde, te gaan reizen. In hot
begin was het niet veel meer dan dulden" wat
zij elkander deden. Voor het oog van 't publiek
waren zij allerliefst, maar achter de gordijn was
het katje en hondje, en de cornac had de grootste
moeite om geweldige uitbarstingen te voorkomen.
Maar later, toen zij beidon den leeftijd des
verstands hadden bereikt en zij begonnen in te zien
dat er geen kans was, noch voor de eene om door
een grooten gemaal, noch voor den ander om door
een groote gemalin hun vroeger geslacht weer
in eere herstellen, eerst nadat die overtuiging
zich bij beiden had gevestigd, toonden zij elkan
der eenige meerdere aanhankelijkheid en kregen
zij ten slotte elkander lief. Nu zijn zij ver
loofd en over weinige maanden, als de rondreis
in Holland gedaan is, zullen zij naar Engeland
gaan om te trouwen: hij met de hoop op een
nieuwe gril van Moeder Natuur, zij in de onaan
gename zekerhmd, dat haar eersteling minstens
weer een half hoofd kleiner dan haar echtgenoot
zal zijn.
Hunne levenswijze is zeer eenvoudig! Des mor
gens ten negen uur staan zij op en ontbijten kort
daarna mot thee en geroosterd brood, waarby zij
een enkel sardientje gebruiken. Daarna brengen
zij te zamen de voormiddaguren lezende door,
waarbij de markies wel eenige neiging naar de
zulke dingen, in het belang eener kunstmatige
nheid?
Met meer dan n radicaal ben ik blij, dat
ik niet te Groningen woon. Voor de candi
datuur van den heer Brummelkamp voel ik
natuurlijk niets. Niettegenstaande des heeren
Veegens onvrijzinnig oordeel over de
schoolquaestie, zou ik, in gewone omstandigheden,
toch hem bij de herstemming boven den
antirevolutionnair verkiezen. Maar als Groningsch
kiezer zou ik Dinsdag a.s. toch gevaar
looEen, om voor de verleiding te bezwijken, en,
ij wijze van protest tegen het
inconstitutioneele optreden des heeren Veegens, aan zijnen
tegencandidaat mijne stem te geven.
H. J. B.
OMGANG VAN STUDENTEN MET GEESTEN.
HYPNOTISME.
Er zijn weer spoken in Utrecht. Zij waren er
bijna altijd; Utrecht, sinds lang een bolwerk van
het spiritisme, is steeds een gezonde en aantrek
kelijke plaats geweest voor allerlei wezens, die
we vroeger spoken, tegenwoordig geesten noemen;
in verscheiden familiekringen verkeeren. ze op den
meest bevrienden voet. Edm. di Amicis vertelt in
zijn boekje over ons land, dat hij vele Utrechtsche
inwoners zelven voor schimmen uit vervlogen tijden
aanzag. Hij schertste maar het blijkt toch alweer:
waarmee men verkeert, daarmee wordt men geëerd.
Sedert eenigen tijd heeft de geestenwereld de
belangstellende sympathie veroverd van een aantal
studenten der Alma Mater. Zij komen bij elkan
der, gaan heel geheimzinnig om een tafel zitten,
leggen de handen er op, en waclren dan maar
af, of de geesten aan de oproeping gehoor geven.
De geest van Napoleon, die van Multatuli, die van
Jan van Nassau, die van Anna Maria Schuurman,
alle krijgen een beurt. Dikwijls geven dezen op
vragen, mits voor een een geestenbrein niet al te
hoog en te onbevattelijk gesteld, een heel goed
antwoord, wanneer men 'tgeklop tegen een tafel
nu eenmaal als de klassieke geestentaal beschouwt.
Maar even dikwijls slaat 't antwoord de plank mis
en is er dus blijkbaar een spotgeest in 't spel.
Of 't waar is, dat onlangs ook de bekende liberale
geest" opgeroepen is, weet ik niet; men vertelde,
dat deze zich manifesteerde in een zóó ijl en vaag,
zóó nevelachtig en wazig kiesvereenigingsprogram,
dat de meesten bij slot van rekening hem nog niet
gezien hebben. In enkele clubjes ging het trou
wens volgens de regelen der kunst toe: de
attouchementen, de kolom fluide, de tapage, de uitge
draaide lamp, de spotgeesten... ik meen de
physische mediums, al de vereischte ingrediënten
dus voor de mediamieke verschijnselen" waren
aanwezig.
Hoe het zij, hoe weinig vrees behoeft te be
staan, dat het spiritisme epidemisch zal gaan
heersenen, de Utrechtsch.0 redactie van Minerva
deed toch een goed wers, toen zij in 't laatste
nommer een hartig woordje sprak tot afkeuring
van het spiritistisch geknoei, dat aan zin voor
mystiek cenerzijds, aan nieuwsgierigheid ander
zijds, maar niet aan lust tot wetenschappelijk
onderzoek zijn ontstaan te danken heeft.
Een feit van nog bedenkelijker aard was de
proefneming van een dilettant, een jur- cand., in
Pautv noe'ta genomen Deze. de heer Bruck
praeses van oen studentengezelschap Pythia, dat zich
met mentale suggestie bezig houdt verrichtte, na
een voordracht over sp ritismo, magnetisme,
hypnotisme, enz., eenige welgeslaagde proeven van
denzelfden aard, zooals Donato ze nam. De te
weeggebrachte hypnotische toestanden maakten
blijkbaar indruk. Juist daarom was het te meer
te betreuren, dat de lector in de psychiatrie, die
in den laatsten tijd het hypnotisme bestudeert en
toepast, niet tegenover don spreker stond, om
hem op de zeer gevaarlijke zijde van dergelijke
proefnemingen in de handen van don leek te wijzen
en hom. den niet-medicus, te suggereeren die
aan vakmannen over te laten.
werken van Zola schijnt to verraden. Te middag
drinkt zij haar chocolade, hij zijn whiskey met
sodawater en spelen zj te samen trictrac, waarvan
ze hartstochtelijke liefhebbers zyn Te een uur
dinceren zij, waarbij macaroni do hoofdschotel is
en hij bijna geen, zij slechts zeer weinig vleesch
eet. Aardappelen verfoeien zij daarentegen is
hij eens vóór zijn optreden in 't openbaar, als
knaap gekleed met zijn impresario bij
Krasnapolsky geweest en daar verlekkerd geraakt op
stokvisch met gebraden uien en rijst, over welk
maal hij dan ook nu nog met do grootste geest
drift spreekt, doch dat met het oog op zijn niet
sterke maag on den afkeer, dien de markiezin
van Zwiebeln" heeft, alleen voor hooge feestdagen
wordt bewaard.
Bij het diner drinken zij een enkel glas rooden
wijn, kleedon zich daarna en zijn te twee uur
ecreed voor de ontvangst van het publiek.
Die vermoeiende bezigheid duurt tot negen uur
des avonds; daarna ontkleeden zij zich, zetten zich
rustig bijeen en spelen onder het genot van een
glas water met wijn, trictrac tot aan middernacht,
als wanneer zij afscheid van elkander nemen en
ter ruste gaan.
Toen ik al deze inlichtingen van hen vernomen
had, meende ik bescheiden to handelen door, op
staande, een bewijs te geven van mijn voornemen
om te vertrekken. Maar fluks was de markies van
zijn stoel gewipt en met een vragenden blik op
de markiezin riep hij uit: Muss der Herr auch
unsere Schlafzimmer niclit ''mal sehn ?" En zij
antwoordde met terneergeslagen blikken: Ach ja,
meit-entweyen! Warum dunn nicht!"
En ik zag de slaapkamertjes allerliefst
snoeperig. In het zijne boven zijn kentelig
waschtafeltje, rondom een rond spiegeltje, allerlei mini
atuurwapens, waaroudor zelfs klewangetjes, in
smaakvolle orde opgehangen. Op don schoorsteen
talrijke portretten van Europeesche grootheden,
die allen den Markies de eer hebben aangedaan
hem te bekijken; en daartegenover, tegen het
groen behangsel, een enorm groote, sinds lang ver
lepte lauwerkrans, hem eens door een schatrijke
Amorikaansche dame geschonken, omdat hij zoo
erg klein was. En onder dien krans staat zijne
legerstede, een klein ijzeren ledekantje, met kus
sentjes en een donzen dekbedje als voor een pop.
Wat toch is nu te vreezen? Dat welhaast be
halve een aantal negromanten, geestenzieners, e. d.
nu ook nog tal van kleinere Hansentjes en
Donatootjes van uit Utrecht zich over ons land zullen
verspreiden. Dezelfde dilettant-jur. cand. toch
heeft, volgens eene mededeeling in de studenten
bladen, het voornemen, bij genoegzame deelne
ming, een cursus over magnetisme, hypnotisme enz.
te openen. Ziedaar dan het hypnotisme, met al
zijn nog onverklaarbare verschijnselen en gevolgen,
in handen van lieden, wien het aan de hier vóór
alles noodige kennis van physiologie ontbreekt.
Nu mogen verscheidene wetenschappelijke mannen
nimmer eenig nadeel van hunne proeven gezien
hebben; het arsenicum is ook een weldaad, als de
geneesheer het voorschrijft, in de hand van iemand,
die de uitwerking niet kan beoordeelen, is het
geen oogenblik zonder gevaar. Tegenover de be
wering dat eerstgenoemde geen vergiftiging ver
oorzaakte, kunnen honderden getuigenissen worden
bijgebracht over de ongelukken, die laatstgenoem
den in onwetendheid teweeg brachten.
De uitspraak van dr. F. van Eeden (N. Gids
van 1887) die een raad, door den heer Riko
tot ieder gericht, om magnetiseur te worden,
strafbaar wou zien gesteld is toch nog altijd
van kracht. Zij worde den Utrechtschen dilet
tanten ter overweging gegeven: Is het niet
minstens genomen onverantwoordelijk, een geheim
zinnig, dikwijls gevaarlijk, wapen onder een ver
keerden naam in handen der menigte te geven?
Zou men, na a<. stuitende maar indriikwekkende
vertooningen van Donato c. s. nog niet begrijpen,
dat deze dingen geen onschadelijk* aardigheden
eijn ei niet deugen tot nut en genoegen van Jan
en Alleman." ?
Heis.
Uit Parys.
Bal d l'Opéra.
Men betaalt zes livres per persoon" schreef
Mercier honderd jaar geleden?voor hethooren
van een veel geraas makend en eentonig orkest,
waarbij men zich geducht verveelt. Maar men
gaat er toch heen om den volgenden dag te kunnen
zeggen: ik heb het opera-bal bijgewoond en ben
daar bijna gestikt van de hitte."
Deze beschouwing van den schrijver van het
Tableau de Paris heeft ook heden nog hare actu
aliteit niet verloren, met deze uitzondering alleen
dat tegenwoordig het bal der opera meer kost
dan zes livres en men er wat minder gevaar loopt
van te stikken. Maar met inachtneming van dat
verschil zou ik willen vragen of inen recht heeft
een volk van wispelturigheid te beschuldigen, dat
twee eeuwen lang te midden van de puinhoopen
van twee monarchieën, twee keizerrijken en twee
of twee republieken de vroolijke en lustige tra
ditie van zijn carnavalsfeesten heeft weten te
bewaren ?
Sire", zóó had men den grooten Koning
kunnen profeteeren, gij hebt aan het Frank
rijk uwer vaderen tien provinciën toegevoegd;
gij hebt aan uw rijk instellingen geschonken, welke
door u voor onsterfelijk worden gehouden; gij
hebt Duitsclüand vernietigd en de Pyreneeën ge
slecht, welnu! na tweehonderd jaren zal er van
dezen grootschen arbeid niets meer overig wezen,
niets .... dan alleen de door u uitgereikte open
brief van den Ssten Januari 1713, waarbij aan
uwe Académie de musique het privilegie werd
toegekend van de bals masqués."
En de groote Koning zou het zonder twijfel
van den schrik bestorven zijn!
Ook hadden de eerste bals van de opera niet
plaats onder zijne regeering. Het oudste bal, waar
van de kroniekschrijvers voor ons de heugenis
hebben bewaard, dagteekent van den 2den Janu
ari 1716, in den eersten tijd van de Régence, en
dit vond zulk een algemeen bijval, dat men tot
Andere slaapkamerbenoodigdheden waren naar
venant."
Het kamertje der markiezin was nevens het
zijne en door eene deur daarmede in verbinding.
Eenigszins schuchter, maar toch wel met zooveel
bewegelijkheid, dat ik moest opmerken dat z ij
er den sleutel van had, haalde zij dien uit haar
zak en opende de deur.
Met een half verlegen glimlach van verwach
ting staarden beidon mij van ter zijde aan, als
om te zien welken indruk het gezicht van dat
lieve vertrekje op mij maakte. En zij zullen wel
tevreden geweest zijn, want ik stond verrast.
Fraaie voorjaarsbloemen voor het eenigo venster
vervulden de lucht met hare lieflijke geuren. Schoone
platen, die van den goeden smaak der bewoonster
getuigden, versierden de wanden. Een keurig toilet
tafeltje, bedekt met een aantal fleschjes, potjes en
hazenpootjes of men bij een Parijsche actrice
kwam,stond,met een kostbaar geborduurd tabouretje
er voor, nevens een prachtig gepolijst koperen
ledikantje.
Ik had haar wel op willen nemen en er haar
in leggen, om eens te zien hoe dat kopje daar'
wel liggen zou, onder dien lichtblauwen zijden
deken uitstekend, op dat helderwitte kussentje
met kokette blauwe strikjes aan de hoekjes. Ik
zou den glans op dat ietwat afgematte gezichtje
hebben willen zien, die er door dat lose met wit
neteldoek omhangen bedgordijntje op zou gewor
pen zijn. Maar ik mocht niet langer onbescheiden
zijn. Ik wierp nog een haastigen blik om mij heen,
waarmede ik onder een stoel een paar schoentjes
en op dien stoel een paar kousjes opmerkte als
van een pasgeborene zoo klein, en ging de deur
der kamer uit, die zij dadelijk zeer zorgvuldig
sloot. In de ontvangkamer teruggekeerd moest ik
nog een aangelengde sodawater met den markies
drinken op onze kennismaking en ik vertrok
daarna, tot aan de deur uitgeleid door oen paar
menschen, als ik nog maar zelden zoo vriendelijk
en nog nooit zoo klein had ontmoet.