Historisch Archief 1877-1940
No. 561
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
3
oandidaten hebben gestemd. Dit vloeit voor
een gr.oot gedeelte voort uit het
protectielawaai te dezer stede; zij allen met vaste
traktementen begrijpen zeer goed dat het
stelsel der beschermende rechten hunne
levenswijze duurder zoude maken, zonder
hunne inkomsten te vermeerderen, zooals met
grondeigenaren en fabriekanten het geval
zou kunnen zijn.
WTTENHAGE.
Kunst en Letteren.
HET TOONEEL TE AMSTERDAM.
Stadsschouwburg; Les Huguenots.
Salon des Variétés: Miss Multon.
Aan mijn deskundigen medearbeider, zoo hij er
aanleiding toe vindt, om de muzikale uitvoering
yan Meyerbeers meesterstuk te besproken! Als
les Huguenots" in mijn buurt gegeven worden,
laat ik nooit na, ze te gaan zien.
Het duo en den sextet uit het 3e bedrijf en het
duo uit het 4n te zien en te hooren, behoort tot
de heerlijkste kunstverrukkingen, die ik my den
ten kan. En, al van 't begin af wat een
smaak en een gratie in dat sous ce beau ciel de
la Touraine" en une Dame noble et sage"; wat
een kracht en charakter in dat optreden van
Marcel! Wat een aardige, echt Fransche schep
pingen., die Comte de Nevers en die Koningin
Marffuerite. 't Is niet te verwonderen, dat zulk een
werk zich staande houdt, en dat nieuwe operaas
betrekkelijk zoo zeldzaam zyn, en zoo
bezwaarjyjjk heenbreken door de onverschilligheid van het
publiek.
. Maar waarom geeft men zich, voor het
vertoonen van zulk een dramatiesch meesterstuk, niet
ook maar een klein gedeelte van de moeite, die
men ? zich voor het monteeren van een koddig
ding, als bijv. den Mikado", getroost?
Ziet, in 't algemeen, by den Grooten Opera,
dat spelen, dat samenspel", 't Is immers niets.
Voor de kostumen heeft men nog altijd de
traditie van 1835. Het is, of de kostuumkennis,
vyitig jaren lang, heeft stilgestaan. Men is zelfs
te-rug-, in plaats van vooruitgegaan. In mijn jeugd
duelleerde St. Bris en Baoul altijd nog avec
l'épée et la dague zoo als het in de XVIe Eeuw
gebruikelijk was. Nog altijd dragen de Ridders
witte handschoenen. DéHeer Lestellier trok, aan
tafel by Nevers, zijn No. 8'/» zelfs uit en aan;
Yroeger, als Nevers kwam, om Valentine en pompe
ei son logis" te brengen, had hy een bruigomspak
aan lichte hof kleeding, van zijde en satijn;
hy haalde haar af in een geïllumineerde en met
bloemen vereierde galei. Nu gingen zijperpedes
apostolorum. En dan het ameublement! Stoelen
en een kanapee Louis XV, onder de Henri-s en
Charles IX! In het park der Koningin, een balus
trade Pompadour!
Dat men de zoogenaamde draken, de stukken,
die mank gaan aan al de gebreken van het tijd
perk der Romantiek, aan haar lot overlaat, en
niet tracht de mise en scène in over-een-stemming
te brengen met den tegenwoordigen stand der
tomptuaire wetenschap is ie verschoonen: maar
werken als de Huguenots"!
Verschijnselen van hooger kunstorde ne
sauraientnotts channer, zegt Boileau, quand Voreille
(of het oog) est blessée. Toch zijn wij er bij de
Huguenots" overheengegaan, en heeft het werk
ons hier en daar diep getroffen en waarlijk mee
gesleept.
In jaren heb. ik Valentine, in de 4e akte, zoo
goed niet zien spelen als nu- Madame
LematteSchweyer. Zij schijnt geen franfaise, maar spreekt
duidelijk uit, hetgeen men van Madame Duvals
(Marguerite) niet altyd kan zeggen, 't Is jammer,
dat de hoogste lof, aan den tooneelkunstenaar
Lestellier te geven, die is van een keurig zanger:
te zijn: entrain heeft hy niet, en ik heb het be
wonderd, dat Mevr. Lematte zich niet door dien
kouden Baoul heeft laten afstemmen.
De Heer Guillemot is iemant, die de fyzionomie
Tan een homme de bien huwt aan een groote
mate van tooneel-onbedrevenheid; maar hij doet
wel zyn best om ook, nu en dan, akteur te zijn;
terwijl de eerste tenoor zich meer als een
koncertzanger gedraagt, die rustig neerzit, of van
het tooneel gaat, tot dat hy weer een stuk voor
te dragen heeft en aan het publiek bewijzen van
groote virtuoziteit te geven.
Madlle Clary was, als Urbainf weer aangenaam
als altijd. Mej. Cartoux gaf een bizonder
bevalligen en schalken page van Nevers.
Een beteren St. Bris dan Villefranck kan men
zich niet wenschen.
De Heer Joussaume behoort ook tot de
goede Marcels, die wy hier gehad hebben. Ook
de kleinere rollen .werden niet onverdienstelijk
tervuld.
Aan wie liggen, vooral, de te-kort-komingen in
kostumeering en mise-en-scène? Aan het publiek,
dat ze niet opmerkt, en de zonderlinge meening
aankleeft, dat een arme blinde even veel in een
opera geniet als een toeschouwer.
Het kome tot inkeer en late zich toch de vol
doening niet ontrukken in ens land de fransche
zoowel als de hollandsche opera staande te houden.
#
He *
Na dat de voorstellingen van het Drama a
grand spectacle", Kleine Jacques", getrokken
uit een roman van Claretie, zijn afgeloopen, geeft
men, in den Salon des Variétés", Miss Multon".
Miss Multon", door Adolphe Belot (niet Bellot)
in samenwerking geschreven met Eugéne Nus, een
13 jaar ouderen kunstbroeder, werd het eerst ge
speeld (in den Vaudeville) ten jare 1869. De
Heer Belot had in 1859 een diepen indruk ge
maakt, met zijn Testament de César Girodot",
een komedie, gericht tegen de baatzucht van erf
genamen, die 200 reizen achter-een gespeeld werd.
Frornont jeune et Rislcr ainé" trok hij, met
medewerking van Alph. Daudet, uit dezes be
roemden roman. De Heer Eugéne Nus is, in vele
zijner stukken, nog geheel een kind van. het
Romantisme.
Het Tooneelspel, dat deze week, in
voortreflijke uitvoering, door de Heeren Kreukniet en
Mutters voor 't voetlicht gebracht wordt, is
eigenlyk meer een tafereel dan een spel, voor zoo ver
dit laatste woord een knoop onderstelt. De auteurs
hebben gelegenheid gevonden er een treffenden
toestand met de kleuren der waarheid, smaakvol
gekozen, in af te schilderen. De advokaat
Maurice de la Tuur heeft zijn kinderen Paul en
Jeanne een lieve, tweede moeder gegeven. Zijne
eerste vrouw, namelijk, had hem, in een
oogenblik van liefde waanzin voor een ander, verlaten
en men wist niet beter, of zij was by een spoor
wegongeluk omgekomen. Deze vrouw, intusschen,
vol berouw over haar misdadigen stap, had een
groot verlangen naar haar kinderen gekregen;
maar haar beleedigde man zou zich nooit met
haar willen verzoenen ; daarom had zij de
valsche tijding van haar dood uitgestrooid, en in haar
stemming van hartstochtelijke vrouw do stoutheid
gehad als goevernante der kindere» (Miss Multon),
zich, met geverwde haren, bij Mevrouw de la Tour te
laten aanbevelen. Een oud vriend, huisgenoot van de
familie, heeft haar herkend, maar meegewerkt
tot de aanvaarding harer diensten, deels uit me
delijden, deels om dat zij hem gedreigd heeft de
onwettigverklaring van het tweede huwelijk uit
te lokken. Voor de kinderen blijven deze ver
houdingen, tot het einde toe, een geheim. Fraai
is het charakter van deze vurig beminnende moe
der geschetst en, daartegenover, de goede oude
Professor Belin, wien het bewaren van het ge
heim zoo zwaar valt; die zijn Grieksch reeds ver
geten heoft, en op het punt is zijn Latijn er bij
in te schieten, ja vreest gek te zullen worden
van angst, als Mevr. de la Tour hem ondervraagt
Aan het slot neemt Fernande, zoo heet de
ivould-be Goevernante, haar afscheid. Mauricede
la lour blijft, tot het einde, aan zijn nieuwe
plichten getrouw; maar staat zijn kinderen toe
alle jaren hunne geliefde Miss Multon (die voor
haar gezondheid naar het Zuiden moet) te gaan
bezoeken. Zoo wordt de vrede aan Mevr. Mawrice
en Belin hergeven, keert de kalmte in het gezin,
en heeft Fernande den troost van het denkbeeld,
dat haar schuld haar vergeven is.
Een tafereel evenwel geen intrige.
De schepping van Belin, door den Heer Mutters,
was hoogst gelukkig. Zijne grime liet niets te
wenschen. Dat sommige andere knnstenaren
uit zulk een voorbeeld leerden, wat matigheid
vermag. De jeugdige Direkteur was hier de man
van ver in de zestig. Ik had intusschen wel
gewenscht, dat de oude geleerde iets meer was
doorgekomen.
Mevr. Verstraete (Fernande) maakte diepen in
druk, optredend in haar rouwgoed, met haar
bleeke, edele gelaatstrekken; en speelde met haar
geheele ziel.
Mevr. van Offel?Kley (Mathilde de la Tour)
heeft, door wel verzorgd en geanimeerd spel, het
bewys geleverd, dat zy niet alleen haar aangenaam
uiterlijk wil toevertrouwen het begeerde
kunsteffekt voort te brengen. Ook haar stil spel verdient
lof. De houding der handen moet somtijds nog
wat bestudeerd worden.
Mevr. de Boer-van Rijk (Paul en travestf) en
Mej. Jonas hebben de kinderrollen goed vervuld.
De aanmerkingen, op de taal der laatste te maicen,
gaan in zonderheid aan het adres van don vertaler.
De stijl van het stuk heeft bepaald noodig een
weinig door elkander geschud en lenig te worden
gemaakt. Men kan in Holland niet meer straffe
loos van don gewonen gesprektoon, in
tooneeistukken die ons te midden van hot dagelijksch
leven voeren, afwijken. Die stijl dor vertaling
werkt ook niet gunstig op den Heer van den
Heuvel (Maurice de la Tour). Men kan hom niet
genoeg aanraden eenvoudig te zijn : verzacht de
kantjens uwer tinten wat, en gij zult beter uw
doel bereiken : effekt maar harmoniesch effckt.
21 Mt. '88, A. TH.
MUZIEK IN DE HOOFDSTAD.
Wie den liederavond door Emile Blauwaert en
G. Huberti in de zaal van het gebouw van den
Werkenden Stand voor een niet zeer talrijk publiek
gegeven, bijwoonden, zullende overtuiging hebben
gekregen, dat men niet altijd de oostelijke gren
zen van ons land behoeft to overschrijden, om
met componisten van beteekenis kennis te maken.
Te Amsterdam is men, naar het ons voorkomt,
wel een beetje eenzijdig met betrekking tot de
waardeering van het buitenland. Eenzijdig in
dezen zin, dat men altijd den blik naar het Oos
ten gekeerd houdt. Op het gebied der
symphonische muziek lijdt het geen twijfel of de meester
werken moeten ons door Duitschland worden ge
leverd. Doch op Belgiëen Frankrijk mag wel
eens het oog gevestigd worden. Hoe komt hot b. v.
dat de symphonie van Saint-Saëns nog niet op
het programma der concerten van het Paleis voor
Volksvlijt te lezen is 'l Zijn er dan geen golden
beschikbaar om dit werk, dat in Engeland zooveel
succes heeft behaald en door de Sociétédes
concerts du Conservatoire te Parijs en deze laatste
vereeniging vertegenwoordigt dan toch do aloude
traditiën van degelijkheid, waarvan wij niet behoe
ven af te wijken herhaaldelijk is uitgevoerd, in
het Paleis te hooren to krijgen '? Mij dunkt dat de
vermeerdering der buitengewone entrees do kos
ten zou kunnen dekken en het Paleis voor Volks
vlijt in elk geval zijn leden ten zeerste zou ver
plichten.
Reeds vroeger vestigden wij de aandacht van
HH. bestuurders op dit werk, totnogtoe zonder
gevolg, doch wij geven den moed niet op on roe
pen de hulp der kunstlievende leden in om
vriendelijken drang uit te oefenen. Laten wo
intusschen tot de H.H. Blauwaort on Huberti
terugkeeren, wier optreden we hierboven ver
meldden. Alle nummers door den heer Blauwaort
gezongen, waren van de hand des hoeren Huberti.
In het eerste deel hoorden wc de acht
Wanderlieder", op woorden van Uhland, door E. Hiel
in het Nederlandsch overgezet. Deze liederen,
eerst onlangs in druk verschenen, verdienen onge
twijfeld nadere kennismaking. De componist heeft
het er op toegelegd, tot in bijzonderheden woord
en toon met elkander in verbinding te brengen.
Vandaar dat wij het eenigszins betreurden op het
programma den tekst te missen, die tot recht
begrip der compositiën" noodzakelijk is. De
baritonzanger zong trouwens met vrij onduide
lijke uitspraak, alleen wanneer hij zich van de
Fransche taal bediende, was hij volkomen te
volgen. In do verte" is con zeer dankbaar
nummer; het Wiegelied" werd door Blauwaert
met veel teederheid en eenvoud gezongen en
verwierf veel succes.
Wie onzer kent niet de romance van de baro
nesse de Rothschild, die langen tijd in alle salons
opgang maakte, in den goeden tijd, toen men
het nog niet beneden zich achtte naar de voor
dracht eener romance te luisteren? Op denzelfden
tekst van Victor Hugo heeft Huberti recht
dankbare muziek geschreven.
Het sonnet van Ronsard A Helene" kennen de
meesten onzer lezers. Voor hen. wier geheugen
hen in den steek zou laten, schrijven wij het af.
Huberti heeft het getoonzet."
A Helene.
Quand vous serez bien vieille, au soir a la chandelle,
Assise auprès du feu, devidant et filant,
Direz chantant mes vers, en vous esmérveillant:
Ronsard me célébroit du temps que j'cstois belle.
Lors vous n'aurez scrvante oyant telle nouvelle
Dessa sous la labour a demy sommeillant,
Qui au bruit de mon nom ne s'aille resveillant,
Bénissant vostre nom de louango immortolle.
Je seray sous la terre et fantöme sans os
Par les ombres myrtenx je preudray mon repos:
Vous serez au fauyer un vieille accroupie,
Regrettant mon amour et vostre flor desdain,
Vivez, si m'en croyez, n'attendez a demain:
Ceuillez dés aujourd'huy les roses de la vie.
Poëzie en toonkunst reiken elkaar zoo gaarne
de hand. Het pleit voor den goeden smaak van
den componist, dat de teksten zijner liederen
in Het algemeen zoo goed gekozen werden. Met
de muzikale bewerking van dit klinkdicht is Hu
berti zeer gelukkig geweest; wij raden onzon
lezers het eens ter inzage te vragen aan de
Algemeene Muziekhandel, Spui." Wij zijn over
tuigd dat zij het bij hunne collectie liederen
zullen voegen. En zoo is het mot meer m
lodies" van Huberti. Hot Meilied komt in
NoordNederland dikwerf op de programma's voor en
werd ook thans weder zeer toegejuicht. Het
tempo was iets vlugger dan gewoonlijk; nu de
componist het zelf begeleidde en die beweging
aangaf, zal men wél doen daarmede bij de inter
pretatie rekening te houden. De lieer Blauwaert
was vooral verdienstelijk wanneer hij krachtige
gevoelens had uittedrukken ; hot mozza-voco wordt
dooi dezen zanger niet meer volkomen beheerscht.
Do Heer Huberti accompagnccrde zijne composi
tiën op voortreffelijke wijze. Zijn optreden maakt
zeer goeden indruk.
* *
In de groote zaal van Felix Meritis werd door
de leerlingen van mevrouw Ribbink?van Lier
een vrij uitgebreid programma ten gehooro ge
bracht, dat op de volgende wijze was samenge
steld :
1. a. Ochtcnddank b. Hooger lente, voor koor
door Joh. J. H. Verhulst en Sam de Lange. 2.
Cavatine uit Oberon voor alt C. M. von Weber; 3.
a. Wandrers Nachtlied, Rubinstein, b. Haideröslein,
Jadassohn, duetten voor sopraan en alt; 4. Aria
uit Figaro, voor sopraan, Mozurt; 5.
Zigcunerleben voor koor en solo ; 6. Schlafiied dor Zwerge
iius Soliiice-TiUchen, van Reineeko; 7. a. Dio
Lotobblume. R. Schumann, b. Hot looze
Molenarinnetje, Joh. J. II Verhulst, voor sopraan; 8.
Terzett aus Elias, F. Mendelssohn Bartholdy; !). a.
Frühlingsnacht, Carl Bohm, b. Die Nachtigall,
Russisches Volkslied, voor alt; 10. Gott grüsze
dich, voor koor, Franz Abt.
De uitvoering der verschillende nummers van
hot programma was van dien aard, dat men met
gerustheid de vruchten van het onderwijs van
mevr. Ribbink?van Lier zal kunnen te gemoct
zien. Aan de uitspraak, de toonvorming, de adem
haling, wordt de noodige aandacht gewijd; daaren
boven worden de leerlingen ook door bespreking
der in studie genomen liedoren en koren tot
recht begrip van hunne beteekenis gebracht. Hot
doet ons genoegen, dat bij het onderwijs in don
zang naast de trefoefeningen, die als inleiding te
beschouwen zijn, voortdurende oefeningen tot vor
ming van don goeden smaak niet ontbreken.
*
* *
Mej. Marie Wybrandi, die met medewerking
van de H.II. Timmner, viool, en Rogmans, tenor,
in Odéon een concert gaf. had zich over de op
komst van het publiek niet to beklagen. In het
drukst gedeelte van het seizoen is het niet ge
makkelijk met programma's waarop niet do naam
eener ster" voorkomt, en zonder reclame, een
vrij aanzienlijk getal kunstlievonden naar de con
certzaal to lokken. Als pianouummers stonden op
het programma; Ballade, op. 5 van Bronsart;
Gavotte II moll van Bach-St. Saëns; Freischütz, tude
van Stephen Heller; 14e Jüiapsodie van Liszt;
Fantaisie-Inipromptu van Chopin en La Campanella
van Paganini-Liszt. Met don Heer Chr. Timmner
voerde de artiste eene sonate op. 67, voor piano
en viool van Heinrich Hoffman uit. Het nummer
van Bronsart bleek niet voel meer dan eene
wijdloopige illustratie van een tekst to wezen,-het
mcerendcel dor aanwezigen was met de keuze van
deze compositie ongetwijfeld niet zeer ingenomen.
liet nummer van Liszt werd mot voel smaak en
ook niet technische volkomenheid gespeeld. Deze
pianiste heeft zich er intusschen voor te wachten
hare natuurlijke eigenschappen door ontwikkeling
van te veel kracht in de linkerhand in gevaar te
brengen. Duidelijkheid staat boven kracht; al
is hot ook waar. dat zij elkander de hand kun
nen reiken. De Ilccrcn Timmner en Rogmans be
haalden hun gewoon succes, ofschoon de laatste
niet over al zijno middelen beschikte en onzes
inziens de aria en het recitatief van Gluck niet
in gewonschten stijl zong.
*
* *
Musis Sacrum behoort tot do gunstig bekendo
vcreenigingen in de hoofdstad. Dames en
heerenleden betoouen veel ijver bij de voorbereiding der
Concerten, die door den heer Brandts Buys mot
vaste hand worden geleid. Het bestuur was er
ditmaal in geslaagd, de medewerking te verkrijgen
van mevrouw C , Sopraan, en de H.H. Her
man Venverloo, tenor, II. Albers, bariton, De Boer
junior, viool. Het programma bevatte de volgende
nummers: l Adagio en Ie deel uit het concert
voor viool, op 70. L. Spohr; 2. Aria uitjessonda
voor sopraan, L. Spohr; B. Romance voor viool.
op. 42, Max Bruch; 4 Schön Ellen, voor soli en
koor, Max Bruch; Der Wassernecke, lyrische
cantate, gemengd koor met sopraan, tenor en bari
ton-solo van Richard Wüerst.
Van den jeugdigen violist, die in de keuze
zijner nummers wat overmoedig was geweest, kan
getuigd worden, dat hij bij ijverige studie in de
toekomst veel succes zal behalen. In het Adagio
uit de sonate en het eerste deel der romance was
hij zeer gelukkig en verdiende de toejuichingen van
het publiek.
Het vocale werk van Richard Wüerst, door den
lieer Tibbe begeleid, is voor de solisten zeer dank
baar geschreven. Het is van eenigszins .grooten
omvang, ofschoon do samenstelling van dien aard
is, dat het genoegzaam verscheidenheid aanbiedt
om de belangstelling tot het einde gaande te
houden. Do koren hadden goed gestudeerd;
bassen en tenoren, alsmodo het vrouwenkoor,
klonken voortreffelijk. Met veel nuancoering en
met zekerheid werd er gezongen. De directeur
heeft zijn koor goed gevormd en verdient daar
voor allon lof.
Van de solisten dient mevrouw C...., de uit
nemende dilettante, wier talent aan het succes
van het tweede deel zoozeer ten goede kwam,
in de eerste plaats genoemd te worden. Hare
muzikale voordracht, uitspraak, toonvorming, ac
centuatie, trokken de aandacht en de leden be
tuigden hunne waardeering voor hare bekoorlijke
gaven door herhaalde toejuichingen. De tenor
zanger en. de bariton waren niet zoo gelukkig.
Aan den heer Albors zij de uitspraak van het
Duitsch ten zeerste aanbevolen.
Van de operavoorstellingen trokken in den stads
schouwburg Guillaume Teil, in het Paleis voor.
Volksvlijt Figaro's Hoclizeit de aandacht.
Do muziek van Guillaume Teil heeft nog weinig
van hare oorspronkelijke frischheid verloren en
het drama zelf, waarin de liefde voor het vader
land, ouderliefde en kinderliefde op zulke tref-.
fende wijzo aan den dag treden, boeit van het
begin tot het einde. De figuren van Teil, Arnold,
Waltlier, Mathilde, Jemmy en ook Iledwü/e leven
hun eigen leven en hebben hunne plaats verwor
ven in do galerij der personen, aan wie dichters
en componisten een zelfstandig bestaan konden
verzekeren, In weinig opera's heeft do natuur
den componist beter geïnspireerd dan in Guil
laume Teil; 't is niet de romantische natuur,
zooals ze ons in de Freischütz te gemoct treedt,
met haar bijgeloof haar dwaze vreeze, haar
vrijkogols; in Guillaume Teil is hot de gezonde,
krachtige natuur van Zwitserland, niet haar vollen
overvloed, haar weligcn wasdom, haar pittorcsque
vergezichten, haar reusachtige afmetingen.
Eene mise-en-scène zooals de componist ze
hooft kunnen denken, is in den Stadsschouwburg
niet denkbaar. Men heeft te roeien met de rie
men die men bezit. En het pleit voor de betee
kenis der muziek zelve, wanneer zij mot onvol
komen hulpmiddelen haar indruk niet mist.
De verschillende hoofdrollen waren op verdien
stelijke wijze bezet. De hoeren Lestellier, Guille
mot en Joussaume. deden zich van hunne besta
zijde kennen. MIle Duval overtrof zich zelve in
het bekende Soiabros iuröts!" en do HH.
Villef'ranck en Vi'gnette waren verdienstelijk; dat het
Mlle Clary in haar travesti niet aan bekoorlijkheid
ontbrak, zal wel elk der spectateurs" ons toe
geven.
De artisten, die met zooveel feu sacr
speeldon. bevinden zich intusschen in moeiclijke om
standigheden. Zelfs dreigde een oogenblik het
gevaar, dat men het seizoen niet ten eindo zou
kunnen brengen. Doch de heer De Suiton heeft
don flnancieelen toestand hakend gemaakt en
daarop word door de leden van hot Operagezel
schap uit 'sllage besloten het seizoen ten einde
te brengen en de opbrengst naar verhouding hun
ner toeiagen te verdeelen. De Haagsohe abonnés
lieten, zich trouwens niet onuctuigd on ook in de
hoofdstad werd hot een en ander gedaan om aan
de heer De Suiten tegemoetkoming te verschaffen.
Wij zijn overruigd, dat do laatste voorstellingen
van het seizoen druk bezocht zullen worden en
vestigen reeds de aandacht op de komst van Mme
Albani, dlo a.s. Dinsdag in Romeo ot Juliette
van Gounod optreedt. cne eivolle zaal moge
don directeur 't bewijs leveren, dat men zijn ijver
op prijs stelt.
Mozart's meesterwerk werd niet zoo goed op
gevoerd als men zou verwacht hebben. Do Heer
Behrens was weder ongesteld en als zijn plaats
vervanger trad op i!o hoor Sieglitz. Loze artist
mist de gaven die de moeiclijke titelrol noodza
kelijk maakt. Finesse, geest of'hoe men hot boeten
wil, bezit hij niet, althans niet op het tooneel.
En zijn zang is to zwaar. De Hoer Boagardtwas
zoor verdienstelijk in de rol van don graaf. Hot
damespersoneel trok weinig aandacht; alleen
kon men met een Cherubin als Fraulein
Fisdier tevreden wezen, ten minste wat f.pol en
uiterlijk betreft. Do koren klonken voldoende.
Eene algemoenc opmerking wordt nog ton slofte
neergeschreven : de artisten spelen en zingen te
veel in den toon van het melodrama ; dit pleit
niet voor hun juist begrip dezer muziek. Bij
Mozart vooral dient het zonnetje nimmer achter
de wolken verscholen te blijven.
*
* *
De Methodiek van het Piano-Onderwijs, naar
het Hoogduitsch van prov. Emil Breslaur, door
Jacques llartog, leeraar voor muziekgeschiedenis
aan de muziekschool van de afdeeling Amsterdam
der maatschappij tot bevordering der Toonkunst,
werd reeds bij de verschijning der eerste afleve
ring te dezer plaatse besproken. Thans is de tweede
aflevering verschenen. De aanmerkingen, die wij
vroeger omtrent taal en zinsbouw hebben ge
maakt, zijn niet zonder kracht geweest. Het doet
ons genoegen te verklaren, dat bewerker en uit
gever alle zorg aan den vorm hebben gewijd.
Voor allon, die zich op het klavierspel toeleg
gen, is dit werk belangrijk en wij durven
gerustelijk aan hen, die zich voorstellen een der examens
van do maatschappij van Toonkunst of van de
Toonkunstenaarsverecniging af te leggen, don raad
geven de Methodiek van het piano-onderwijs',
aan te schaffen. Het zal er ieüeren oplettenden
lezer toe brengen zich rekenschap te geven van