De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 25 maart pagina 3

25 maart 1888 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 561 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 3 oandidaten hebben gestemd. Dit vloeit voor een gr.oot gedeelte voort uit het protectielawaai te dezer stede; zij allen met vaste traktementen begrijpen zeer goed dat het stelsel der beschermende rechten hunne levenswijze duurder zoude maken, zonder hunne inkomsten te vermeerderen, zooals met grondeigenaren en fabriekanten het geval zou kunnen zijn. WTTENHAGE. Kunst en Letteren. HET TOONEEL TE AMSTERDAM. Stadsschouwburg; Les Huguenots. Salon des Variétés: Miss Multon. Aan mijn deskundigen medearbeider, zoo hij er aanleiding toe vindt, om de muzikale uitvoering yan Meyerbeers meesterstuk te besproken! Als les Huguenots" in mijn buurt gegeven worden, laat ik nooit na, ze te gaan zien. Het duo en den sextet uit het 3e bedrijf en het duo uit het 4n te zien en te hooren, behoort tot de heerlijkste kunstverrukkingen, die ik my den ten kan. En, al van 't begin af wat een smaak en een gratie in dat sous ce beau ciel de la Touraine" en une Dame noble et sage"; wat een kracht en charakter in dat optreden van Marcel! Wat een aardige, echt Fransche schep pingen., die Comte de Nevers en die Koningin Marffuerite. 't Is niet te verwonderen, dat zulk een werk zich staande houdt, en dat nieuwe operaas betrekkelijk zoo zeldzaam zyn, en zoo bezwaarjyjjk heenbreken door de onverschilligheid van het publiek. . Maar waarom geeft men zich, voor het vertoonen van zulk een dramatiesch meesterstuk, niet ook maar een klein gedeelte van de moeite, die men ? zich voor het monteeren van een koddig ding, als bijv. den Mikado", getroost? Ziet, in 't algemeen, by den Grooten Opera, dat spelen, dat samenspel", 't Is immers niets. Voor de kostumen heeft men nog altijd de traditie van 1835. Het is, of de kostuumkennis, vyitig jaren lang, heeft stilgestaan. Men is zelfs te-rug-, in plaats van vooruitgegaan. In mijn jeugd duelleerde St. Bris en Baoul altijd nog avec l'épée et la dague zoo als het in de XVIe Eeuw gebruikelijk was. Nog altijd dragen de Ridders witte handschoenen. DéHeer Lestellier trok, aan tafel by Nevers, zijn No. 8'/» zelfs uit en aan; Yroeger, als Nevers kwam, om Valentine en pompe ei son logis" te brengen, had hy een bruigomspak aan lichte hof kleeding, van zijde en satijn; hy haalde haar af in een geïllumineerde en met bloemen vereierde galei. Nu gingen zijperpedes apostolorum. En dan het ameublement! Stoelen en een kanapee Louis XV, onder de Henri-s en Charles IX! In het park der Koningin, een balus trade Pompadour! Dat men de zoogenaamde draken, de stukken, die mank gaan aan al de gebreken van het tijd perk der Romantiek, aan haar lot overlaat, en niet tracht de mise en scène in over-een-stemming te brengen met den tegenwoordigen stand der tomptuaire wetenschap is ie verschoonen: maar werken als de Huguenots"! Verschijnselen van hooger kunstorde ne sauraientnotts channer, zegt Boileau, quand Voreille (of het oog) est blessée. Toch zijn wij er bij de Huguenots" overheengegaan, en heeft het werk ons hier en daar diep getroffen en waarlijk mee gesleept. In jaren heb. ik Valentine, in de 4e akte, zoo goed niet zien spelen als nu- Madame LematteSchweyer. Zij schijnt geen franfaise, maar spreekt duidelijk uit, hetgeen men van Madame Duvals (Marguerite) niet altyd kan zeggen, 't Is jammer, dat de hoogste lof, aan den tooneelkunstenaar Lestellier te geven, die is van een keurig zanger: te zijn: entrain heeft hy niet, en ik heb het be wonderd, dat Mevr. Lematte zich niet door dien kouden Baoul heeft laten afstemmen. De Heer Guillemot is iemant, die de fyzionomie Tan een homme de bien huwt aan een groote mate van tooneel-onbedrevenheid; maar hij doet wel zyn best om ook, nu en dan, akteur te zijn; terwijl de eerste tenoor zich meer als een koncertzanger gedraagt, die rustig neerzit, of van het tooneel gaat, tot dat hy weer een stuk voor te dragen heeft en aan het publiek bewijzen van groote virtuoziteit te geven. Madlle Clary was, als Urbainf weer aangenaam als altijd. Mej. Cartoux gaf een bizonder bevalligen en schalken page van Nevers. Een beteren St. Bris dan Villefranck kan men zich niet wenschen. De Heer Joussaume behoort ook tot de goede Marcels, die wy hier gehad hebben. Ook de kleinere rollen .werden niet onverdienstelijk tervuld. Aan wie liggen, vooral, de te-kort-komingen in kostumeering en mise-en-scène? Aan het publiek, dat ze niet opmerkt, en de zonderlinge meening aankleeft, dat een arme blinde even veel in een opera geniet als een toeschouwer. Het kome tot inkeer en late zich toch de vol doening niet ontrukken in ens land de fransche zoowel als de hollandsche opera staande te houden. # He * Na dat de voorstellingen van het Drama a grand spectacle", Kleine Jacques", getrokken uit een roman van Claretie, zijn afgeloopen, geeft men, in den Salon des Variétés", Miss Multon". Miss Multon", door Adolphe Belot (niet Bellot) in samenwerking geschreven met Eugéne Nus, een 13 jaar ouderen kunstbroeder, werd het eerst ge speeld (in den Vaudeville) ten jare 1869. De Heer Belot had in 1859 een diepen indruk ge maakt, met zijn Testament de César Girodot", een komedie, gericht tegen de baatzucht van erf genamen, die 200 reizen achter-een gespeeld werd. Frornont jeune et Rislcr ainé" trok hij, met medewerking van Alph. Daudet, uit dezes be roemden roman. De Heer Eugéne Nus is, in vele zijner stukken, nog geheel een kind van. het Romantisme. Het Tooneelspel, dat deze week, in voortreflijke uitvoering, door de Heeren Kreukniet en Mutters voor 't voetlicht gebracht wordt, is eigenlyk meer een tafereel dan een spel, voor zoo ver dit laatste woord een knoop onderstelt. De auteurs hebben gelegenheid gevonden er een treffenden toestand met de kleuren der waarheid, smaakvol gekozen, in af te schilderen. De advokaat Maurice de la Tuur heeft zijn kinderen Paul en Jeanne een lieve, tweede moeder gegeven. Zijne eerste vrouw, namelijk, had hem, in een oogenblik van liefde waanzin voor een ander, verlaten en men wist niet beter, of zij was by een spoor wegongeluk omgekomen. Deze vrouw, intusschen, vol berouw over haar misdadigen stap, had een groot verlangen naar haar kinderen gekregen; maar haar beleedigde man zou zich nooit met haar willen verzoenen ; daarom had zij de valsche tijding van haar dood uitgestrooid, en in haar stemming van hartstochtelijke vrouw do stoutheid gehad als goevernante der kindere» (Miss Multon), zich, met geverwde haren, bij Mevrouw de la Tour te laten aanbevelen. Een oud vriend, huisgenoot van de familie, heeft haar herkend, maar meegewerkt tot de aanvaarding harer diensten, deels uit me delijden, deels om dat zij hem gedreigd heeft de onwettigverklaring van het tweede huwelijk uit te lokken. Voor de kinderen blijven deze ver houdingen, tot het einde toe, een geheim. Fraai is het charakter van deze vurig beminnende moe der geschetst en, daartegenover, de goede oude Professor Belin, wien het bewaren van het ge heim zoo zwaar valt; die zijn Grieksch reeds ver geten heoft, en op het punt is zijn Latijn er bij in te schieten, ja vreest gek te zullen worden van angst, als Mevr. de la Tour hem ondervraagt Aan het slot neemt Fernande, zoo heet de ivould-be Goevernante, haar afscheid. Mauricede la lour blijft, tot het einde, aan zijn nieuwe plichten getrouw; maar staat zijn kinderen toe alle jaren hunne geliefde Miss Multon (die voor haar gezondheid naar het Zuiden moet) te gaan bezoeken. Zoo wordt de vrede aan Mevr. Mawrice en Belin hergeven, keert de kalmte in het gezin, en heeft Fernande den troost van het denkbeeld, dat haar schuld haar vergeven is. Een tafereel evenwel geen intrige. De schepping van Belin, door den Heer Mutters, was hoogst gelukkig. Zijne grime liet niets te wenschen. Dat sommige andere knnstenaren uit zulk een voorbeeld leerden, wat matigheid vermag. De jeugdige Direkteur was hier de man van ver in de zestig. Ik had intusschen wel gewenscht, dat de oude geleerde iets meer was doorgekomen. Mevr. Verstraete (Fernande) maakte diepen in druk, optredend in haar rouwgoed, met haar bleeke, edele gelaatstrekken; en speelde met haar geheele ziel. Mevr. van Offel?Kley (Mathilde de la Tour) heeft, door wel verzorgd en geanimeerd spel, het bewys geleverd, dat zy niet alleen haar aangenaam uiterlijk wil toevertrouwen het begeerde kunsteffekt voort te brengen. Ook haar stil spel verdient lof. De houding der handen moet somtijds nog wat bestudeerd worden. Mevr. de Boer-van Rijk (Paul en travestf) en Mej. Jonas hebben de kinderrollen goed vervuld. De aanmerkingen, op de taal der laatste te maicen, gaan in zonderheid aan het adres van don vertaler. De stijl van het stuk heeft bepaald noodig een weinig door elkander geschud en lenig te worden gemaakt. Men kan in Holland niet meer straffe loos van don gewonen gesprektoon, in tooneeistukken die ons te midden van hot dagelijksch leven voeren, afwijken. Die stijl dor vertaling werkt ook niet gunstig op den Heer van den Heuvel (Maurice de la Tour). Men kan hom niet genoeg aanraden eenvoudig te zijn : verzacht de kantjens uwer tinten wat, en gij zult beter uw doel bereiken : effekt maar harmoniesch effckt. 21 Mt. '88, A. TH. MUZIEK IN DE HOOFDSTAD. Wie den liederavond door Emile Blauwaert en G. Huberti in de zaal van het gebouw van den Werkenden Stand voor een niet zeer talrijk publiek gegeven, bijwoonden, zullende overtuiging hebben gekregen, dat men niet altijd de oostelijke gren zen van ons land behoeft to overschrijden, om met componisten van beteekenis kennis te maken. Te Amsterdam is men, naar het ons voorkomt, wel een beetje eenzijdig met betrekking tot de waardeering van het buitenland. Eenzijdig in dezen zin, dat men altijd den blik naar het Oos ten gekeerd houdt. Op het gebied der symphonische muziek lijdt het geen twijfel of de meester werken moeten ons door Duitschland worden ge leverd. Doch op Belgiëen Frankrijk mag wel eens het oog gevestigd worden. Hoe komt hot b. v. dat de symphonie van Saint-Saëns nog niet op het programma der concerten van het Paleis voor Volksvlijt te lezen is 'l Zijn er dan geen golden beschikbaar om dit werk, dat in Engeland zooveel succes heeft behaald en door de Sociétédes concerts du Conservatoire te Parijs en deze laatste vereeniging vertegenwoordigt dan toch do aloude traditiën van degelijkheid, waarvan wij niet behoe ven af te wijken herhaaldelijk is uitgevoerd, in het Paleis te hooren to krijgen '? Mij dunkt dat de vermeerdering der buitengewone entrees do kos ten zou kunnen dekken en het Paleis voor Volks vlijt in elk geval zijn leden ten zeerste zou ver plichten. Reeds vroeger vestigden wij de aandacht van HH. bestuurders op dit werk, totnogtoe zonder gevolg, doch wij geven den moed niet op on roe pen de hulp der kunstlievende leden in om vriendelijken drang uit te oefenen. Laten wo intusschen tot de H.H. Blauwaort on Huberti terugkeeren, wier optreden we hierboven ver meldden. Alle nummers door den heer Blauwaort gezongen, waren van de hand des hoeren Huberti. In het eerste deel hoorden wc de acht Wanderlieder", op woorden van Uhland, door E. Hiel in het Nederlandsch overgezet. Deze liederen, eerst onlangs in druk verschenen, verdienen onge twijfeld nadere kennismaking. De componist heeft het er op toegelegd, tot in bijzonderheden woord en toon met elkander in verbinding te brengen. Vandaar dat wij het eenigszins betreurden op het programma den tekst te missen, die tot recht begrip der compositiën" noodzakelijk is. De baritonzanger zong trouwens met vrij onduide lijke uitspraak, alleen wanneer hij zich van de Fransche taal bediende, was hij volkomen te volgen. In do verte" is con zeer dankbaar nummer; het Wiegelied" werd door Blauwaert met veel teederheid en eenvoud gezongen en verwierf veel succes. Wie onzer kent niet de romance van de baro nesse de Rothschild, die langen tijd in alle salons opgang maakte, in den goeden tijd, toen men het nog niet beneden zich achtte naar de voor dracht eener romance te luisteren? Op denzelfden tekst van Victor Hugo heeft Huberti recht dankbare muziek geschreven. Het sonnet van Ronsard A Helene" kennen de meesten onzer lezers. Voor hen. wier geheugen hen in den steek zou laten, schrijven wij het af. Huberti heeft het getoonzet." A Helene. Quand vous serez bien vieille, au soir a la chandelle, Assise auprès du feu, devidant et filant, Direz chantant mes vers, en vous esmérveillant: Ronsard me célébroit du temps que j'cstois belle. Lors vous n'aurez scrvante oyant telle nouvelle Dessa sous la labour a demy sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s'aille resveillant, Bénissant vostre nom de louango immortolle. Je seray sous la terre et fantöme sans os Par les ombres myrtenx je preudray mon repos: Vous serez au fauyer un vieille accroupie, Regrettant mon amour et vostre flor desdain, Vivez, si m'en croyez, n'attendez a demain: Ceuillez dés aujourd'huy les roses de la vie. Poëzie en toonkunst reiken elkaar zoo gaarne de hand. Het pleit voor den goeden smaak van den componist, dat de teksten zijner liederen in Het algemeen zoo goed gekozen werden. Met de muzikale bewerking van dit klinkdicht is Hu berti zeer gelukkig geweest; wij raden onzon lezers het eens ter inzage te vragen aan de Algemeene Muziekhandel, Spui." Wij zijn over tuigd dat zij het bij hunne collectie liederen zullen voegen. En zoo is het mot meer m lodies" van Huberti. Hot Meilied komt in NoordNederland dikwerf op de programma's voor en werd ook thans weder zeer toegejuicht. Het tempo was iets vlugger dan gewoonlijk; nu de componist het zelf begeleidde en die beweging aangaf, zal men wél doen daarmede bij de inter pretatie rekening te houden. De lieer Blauwaert was vooral verdienstelijk wanneer hij krachtige gevoelens had uittedrukken ; hot mozza-voco wordt dooi dezen zanger niet meer volkomen beheerscht. Do Heer Huberti accompagnccrde zijne composi tiën op voortreffelijke wijze. Zijn optreden maakt zeer goeden indruk. * * In de groote zaal van Felix Meritis werd door de leerlingen van mevrouw Ribbink?van Lier een vrij uitgebreid programma ten gehooro ge bracht, dat op de volgende wijze was samenge steld : 1. a. Ochtcnddank b. Hooger lente, voor koor door Joh. J. H. Verhulst en Sam de Lange. 2. Cavatine uit Oberon voor alt C. M. von Weber; 3. a. Wandrers Nachtlied, Rubinstein, b. Haideröslein, Jadassohn, duetten voor sopraan en alt; 4. Aria uit Figaro, voor sopraan, Mozurt; 5. Zigcunerleben voor koor en solo ; 6. Schlafiied dor Zwerge iius Soliiice-TiUchen, van Reineeko; 7. a. Dio Lotobblume. R. Schumann, b. Hot looze Molenarinnetje, Joh. J. II Verhulst, voor sopraan; 8. Terzett aus Elias, F. Mendelssohn Bartholdy; !). a. Frühlingsnacht, Carl Bohm, b. Die Nachtigall, Russisches Volkslied, voor alt; 10. Gott grüsze dich, voor koor, Franz Abt. De uitvoering der verschillende nummers van hot programma was van dien aard, dat men met gerustheid de vruchten van het onderwijs van mevr. Ribbink?van Lier zal kunnen te gemoct zien. Aan de uitspraak, de toonvorming, de adem haling, wordt de noodige aandacht gewijd; daaren boven worden de leerlingen ook door bespreking der in studie genomen liedoren en koren tot recht begrip van hunne beteekenis gebracht. Hot doet ons genoegen, dat bij het onderwijs in don zang naast de trefoefeningen, die als inleiding te beschouwen zijn, voortdurende oefeningen tot vor ming van don goeden smaak niet ontbreken. * * * Mej. Marie Wybrandi, die met medewerking van de H.II. Timmner, viool, en Rogmans, tenor, in Odéon een concert gaf. had zich over de op komst van het publiek niet to beklagen. In het drukst gedeelte van het seizoen is het niet ge makkelijk met programma's waarop niet do naam eener ster" voorkomt, en zonder reclame, een vrij aanzienlijk getal kunstlievonden naar de con certzaal to lokken. Als pianouummers stonden op het programma; Ballade, op. 5 van Bronsart; Gavotte II moll van Bach-St. Saëns; Freischütz, tude van Stephen Heller; 14e Jüiapsodie van Liszt; Fantaisie-Inipromptu van Chopin en La Campanella van Paganini-Liszt. Met don Heer Chr. Timmner voerde de artiste eene sonate op. 67, voor piano en viool van Heinrich Hoffman uit. Het nummer van Bronsart bleek niet voel meer dan eene wijdloopige illustratie van een tekst to wezen,-het mcerendcel dor aanwezigen was met de keuze van deze compositie ongetwijfeld niet zeer ingenomen. liet nummer van Liszt werd mot voel smaak en ook niet technische volkomenheid gespeeld. Deze pianiste heeft zich er intusschen voor te wachten hare natuurlijke eigenschappen door ontwikkeling van te veel kracht in de linkerhand in gevaar te brengen. Duidelijkheid staat boven kracht; al is hot ook waar. dat zij elkander de hand kun nen reiken. De Ilccrcn Timmner en Rogmans be haalden hun gewoon succes, ofschoon de laatste niet over al zijno middelen beschikte en onzes inziens de aria en het recitatief van Gluck niet in gewonschten stijl zong. * * * Musis Sacrum behoort tot do gunstig bekendo vcreenigingen in de hoofdstad. Dames en heerenleden betoouen veel ijver bij de voorbereiding der Concerten, die door den heer Brandts Buys mot vaste hand worden geleid. Het bestuur was er ditmaal in geslaagd, de medewerking te verkrijgen van mevrouw C , Sopraan, en de H.H. Her man Venverloo, tenor, II. Albers, bariton, De Boer junior, viool. Het programma bevatte de volgende nummers: l Adagio en Ie deel uit het concert voor viool, op 70. L. Spohr; 2. Aria uitjessonda voor sopraan, L. Spohr; B. Romance voor viool. op. 42, Max Bruch; 4 Schön Ellen, voor soli en koor, Max Bruch; Der Wassernecke, lyrische cantate, gemengd koor met sopraan, tenor en bari ton-solo van Richard Wüerst. Van den jeugdigen violist, die in de keuze zijner nummers wat overmoedig was geweest, kan getuigd worden, dat hij bij ijverige studie in de toekomst veel succes zal behalen. In het Adagio uit de sonate en het eerste deel der romance was hij zeer gelukkig en verdiende de toejuichingen van het publiek. Het vocale werk van Richard Wüerst, door den lieer Tibbe begeleid, is voor de solisten zeer dank baar geschreven. Het is van eenigszins .grooten omvang, ofschoon do samenstelling van dien aard is, dat het genoegzaam verscheidenheid aanbiedt om de belangstelling tot het einde gaande te houden. Do koren hadden goed gestudeerd; bassen en tenoren, alsmodo het vrouwenkoor, klonken voortreffelijk. Met veel nuancoering en met zekerheid werd er gezongen. De directeur heeft zijn koor goed gevormd en verdient daar voor allon lof. Van de solisten dient mevrouw C...., de uit nemende dilettante, wier talent aan het succes van het tweede deel zoozeer ten goede kwam, in de eerste plaats genoemd te worden. Hare muzikale voordracht, uitspraak, toonvorming, ac centuatie, trokken de aandacht en de leden be tuigden hunne waardeering voor hare bekoorlijke gaven door herhaalde toejuichingen. De tenor zanger en. de bariton waren niet zoo gelukkig. Aan den heer Albors zij de uitspraak van het Duitsch ten zeerste aanbevolen. Van de operavoorstellingen trokken in den stads schouwburg Guillaume Teil, in het Paleis voor. Volksvlijt Figaro's Hoclizeit de aandacht. Do muziek van Guillaume Teil heeft nog weinig van hare oorspronkelijke frischheid verloren en het drama zelf, waarin de liefde voor het vader land, ouderliefde en kinderliefde op zulke tref-. fende wijzo aan den dag treden, boeit van het begin tot het einde. De figuren van Teil, Arnold, Waltlier, Mathilde, Jemmy en ook Iledwü/e leven hun eigen leven en hebben hunne plaats verwor ven in do galerij der personen, aan wie dichters en componisten een zelfstandig bestaan konden verzekeren, In weinig opera's heeft do natuur den componist beter geïnspireerd dan in Guil laume Teil; 't is niet de romantische natuur, zooals ze ons in de Freischütz te gemoct treedt, met haar bijgeloof haar dwaze vreeze, haar vrijkogols; in Guillaume Teil is hot de gezonde, krachtige natuur van Zwitserland, niet haar vollen overvloed, haar weligcn wasdom, haar pittorcsque vergezichten, haar reusachtige afmetingen. Eene mise-en-scène zooals de componist ze hooft kunnen denken, is in den Stadsschouwburg niet denkbaar. Men heeft te roeien met de rie men die men bezit. En het pleit voor de betee kenis der muziek zelve, wanneer zij mot onvol komen hulpmiddelen haar indruk niet mist. De verschillende hoofdrollen waren op verdien stelijke wijze bezet. De hoeren Lestellier, Guille mot en Joussaume. deden zich van hunne besta zijde kennen. MIle Duval overtrof zich zelve in het bekende Soiabros iuröts!" en do HH. Villef'ranck en Vi'gnette waren verdienstelijk; dat het Mlle Clary in haar travesti niet aan bekoorlijkheid ontbrak, zal wel elk der spectateurs" ons toe geven. De artisten, die met zooveel feu sacr speeldon. bevinden zich intusschen in moeiclijke om standigheden. Zelfs dreigde een oogenblik het gevaar, dat men het seizoen niet ten eindo zou kunnen brengen. Doch de heer De Suiton heeft don flnancieelen toestand hakend gemaakt en daarop word door de leden van hot Operagezel schap uit 'sllage besloten het seizoen ten einde te brengen en de opbrengst naar verhouding hun ner toeiagen te verdeelen. De Haagsohe abonnés lieten, zich trouwens niet onuctuigd on ook in de hoofdstad werd hot een en ander gedaan om aan de heer De Suiten tegemoetkoming te verschaffen. Wij zijn overruigd, dat do laatste voorstellingen van het seizoen druk bezocht zullen worden en vestigen reeds de aandacht op de komst van Mme Albani, dlo a.s. Dinsdag in Romeo ot Juliette van Gounod optreedt. cne eivolle zaal moge don directeur 't bewijs leveren, dat men zijn ijver op prijs stelt. Mozart's meesterwerk werd niet zoo goed op gevoerd als men zou verwacht hebben. Do Heer Behrens was weder ongesteld en als zijn plaats vervanger trad op i!o hoor Sieglitz. Loze artist mist de gaven die de moeiclijke titelrol noodza kelijk maakt. Finesse, geest of'hoe men hot boeten wil, bezit hij niet, althans niet op het tooneel. En zijn zang is to zwaar. De Hoer Boagardtwas zoor verdienstelijk in de rol van don graaf. Hot damespersoneel trok weinig aandacht; alleen kon men met een Cherubin als Fraulein Fisdier tevreden wezen, ten minste wat f.pol en uiterlijk betreft. Do koren klonken voldoende. Eene algemoenc opmerking wordt nog ton slofte neergeschreven : de artisten spelen en zingen te veel in den toon van het melodrama ; dit pleit niet voor hun juist begrip dezer muziek. Bij Mozart vooral dient het zonnetje nimmer achter de wolken verscholen te blijven. * * * De Methodiek van het Piano-Onderwijs, naar het Hoogduitsch van prov. Emil Breslaur, door Jacques llartog, leeraar voor muziekgeschiedenis aan de muziekschool van de afdeeling Amsterdam der maatschappij tot bevordering der Toonkunst, werd reeds bij de verschijning der eerste afleve ring te dezer plaatse besproken. Thans is de tweede aflevering verschenen. De aanmerkingen, die wij vroeger omtrent taal en zinsbouw hebben ge maakt, zijn niet zonder kracht geweest. Het doet ons genoegen te verklaren, dat bewerker en uit gever alle zorg aan den vorm hebben gewijd. Voor allon, die zich op het klavierspel toeleg gen, is dit werk belangrijk en wij durven gerustelijk aan hen, die zich voorstellen een der examens van do maatschappij van Toonkunst of van de Toonkunstenaarsverecniging af te leggen, don raad geven de Methodiek van het piano-onderwijs', aan te schaffen. Het zal er ieüeren oplettenden lezer toe brengen zich rekenschap te geven van

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl