De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 25 maart pagina 6

25 maart 1888 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

JF DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. op eene toekomst in de kunst. Arm kind; illusies... Eobert Winter wist wat er voor schilderyen hier -betaald wordt, zoolang men geen ag iag gaat aan het werk. De ezel wordt gereed jgsppt; het schilderstukje dat zij copieert, in 't oog yty&t; het» paneeltje voor den dag gehaald, de T«jrf bereid. Wat ter wereld mag het zijn, dat zij idert? Oogenschynlijk stelt het de achtervan een merklap voor, met de half afgete draadjes Berljjnsche wol in alle kleuren. zou het willen omkeeren om te zien, wat het moet voorstellen, maar zie: naam en jaartal er voluit, met groote letters op, afin que tt/tU ne Fignore, het is de naam van een impres sionist, eener jongere school; het stuk is enkel be stemd om eene stemming te wekken. Hoe komt KJ er toe, dat na te schilderen ? Robert Winter bekijkt hare copLe. Het lijkt er dan ook niet erg op; blijkbaar volgt zij al schil derend hare eigen stemming, onafhankelijk van die van den schilder. Een aantal harer wollen draadjes maken andere sprongen dan die van het tapisrériestuk vóór haar. Eobert komt er haast toe lare oorspronkelijkheid te bewonderen, maar wat lig nog meer bewondert, is die gracieuse arm, die slanke taille, dat kopje, zoo aardig op zij gebogen «ia van een vogeltje, als zy de oogen half sluit «a met ernstigen blik schilderij en copie verge lijkt. Gelukkige schilder, in wiens vage gedachten men zoo yverig beproeft in te dringen! Robert kan haast jaloersch op hem zijn ... Maar het moet in het oog loopen, dat hij zoo lang naar haar kijkt. Zij heeft eens omgekeken, maar terstond de oogen neergeslagen en zich met aandacht tot haar werk bepaald. Is het gezichts bedrog, als hij meent, dat hare hand trilt, en er weer jcen wollen draadje anders wordt gekruld? Het is'indiscreet, hij gevoelt het, maar hij kan niet nalaten, die schouders te bekijken en dat intelligent profiel. Haar japonnetje is eenvoudig, maar net... Wie weet welke hoop er gebouwd ?wordt op de toekomst van die vlugge vingertjes, en of het niet onedel zou zijn, te trachten haar in verwarring te brengen ? ... Hy zal een kijkje gaan nemen door de zalen. Er z^jn heel wat dames, oudere en jongere... Daar staat een jongejuffrouw, boven op een kist, «en historiestuk na te maken, terwijl haar leeraar, een professor van. de academie, haar onschatbare wenken geeft omtrent het clair-obscur, wenken die zij blijkbaar het eene oor in, het andere uit laat gaan. Ginds zit, op hoogen stoel, een Rosa Bonheur van leeftijd, en schildert de idyllische herders en herderinnen in een miniatuurlandschap Tan de Italiaansche school na, geeft een toetsje -ran licht aan die heupen, een toetsje van goud aan die blonde lokken en weet over het geheel «en tintje van frischheid en bevalligheid te leg gen, dat Robert haar niet zou hebben toegeschreven. ' Hij keert, hoe, weet hij niet, want hij had er geen plan op, naar de zaal terug, naar de bekoor lijke onbekende, het voorwerp zijner eerste op merkzaamheid is achtergebleven. Zonderling, geen penseelstreek gevorderd. Zou zij, als Penelope, het tapisseriewerk weer uithalen, tegen dat het ge reed komt? Maar zij begint weer, en het licht «peelt nu in warmen glans tusschen de licht bruine krulletjes van haar hals, en haar hand en pols lijken blanker en fijner dan eerst, en de boa |tronkelt zich zich als een donkerbruine slang om haar figuurtje, en Robert kan geen oog van haar afhouden. Zij laat een tube met verf vallen; Robert schiet, toe, raapt het busje op en reikt het haar. Met welk een allerliefsten glimlach dankt zij hem. Zoo zeer kunstenares en toch zoozeer vrouw!... Ik was zoo vol inspanning bezig," zegt zij, en een blos komt op haar waugen, het is zoo moeilijk, hier de juiste tint te treffen. Vindt u dat ik geslaagd ben?" Stellig; de copie lijkt nog wel zoo mooi als het stuk... Maar men moet deze schilderijen op een grooten afstand zien,... nu ik dichterbij kom, schijnt het mij nog onduidelijker ...,' O, ik kan zien, dat u er verstand van hebt. TJ moet mij eens raad geven,... schijnt dit geel u oranjeachtig genoeg?" Wat moet het voorstellen?" Dat weet ik niet goed; wat zou u denken?" Mij dunkt een zonsondergang ..." Het stuk heet: Stilleven, maar ik heb er altoos eene allegorie in gezien, zooiets als de slaap, of de liefde, of de dood ..." Van de kunst... Daar is wel iets voor te zeggen, dunkt me... Maar hebt u daar in dien hoek, het lijkt wol een gordijn, of een scha vot of wat irambozengelei.... wel genoeg rood aangebracht..." Neem even mijn penseel... hier is de kleur die u bedoelt, en wijs mij het even ..." Ik ben een oningewijde ..," Dat meent u niet, dat zie ik wel beter. Ga gerust uw gang ..." Züboog zich over zijn schouder om te zien hoe hij deed ... onder kunstkaineraden; de krul letjes van haar voorhoofd raakten zijn oor... onder kunstkameraden; hij trilde en drukte hare hand... onder kunstkameraden... en toen zij naar huis ging, droeg hij haar schilderkistje, en den volgenden dag kwam hij weer, en bracht een bezoek bij de oude mevrouw... * * * Je hadt dus toch gelyk," zeide Robert Winter tot zijn vrouwtje, zes maanden later, het was een allegorie van de liefde die je aan 't schil deren waart. Maar zeg me eens, waarom je dat onzinnige stuk gekozen hadt om te copiêeren?" Och, er was niets aan bedorven, niemand kon zien of het goed of slecht was, wat ik deed, en daar het toch maar een voorwendsel was ..." Een voorwendsel. ..?" Er worden zooveel goede huwelijken ge sloten door meisjes die daar zitten te schilderen, dat ma zei: Als je dat eens probeerde? En't is gelukt, beste man. Ik beloof je, dat je een goede vrouw aan me hebben zult. Daarvoor heb ik altijd de meeste roeping gevoeld, meer dan voor dat nare verf kladden." M. G. L. VAN LOGHEM. VOOR DAMES. Terwijl in bet Paleis voor Volksvlijt de ten toonstelling en wedstrijd van ameublementen, door het Koninklijk Nederlandsch Handels-museum ge organiseerd, te zien geven wat de Noderlandsche industrie in 't algemeen vermag, heeft de Meubelmakers-patroons-vereeniging" te Amster dam op eigen gelegenheid eene tentoonstelling ingericht in het voormalig Blinden-instituut,Ileerengracht 270, waar tot verleden jaar de Inter nationale Kunstvereeniging verblijf hield. De loden van deze patroons-vereeniging hebben in het Paleis niet ingezonden. In de zalen en kamers van het flinke huis op de Heerengracht komen vele der fraaie ameuble menten goed tot hun recht. De meeste firma's hobbeu ook voor eenige versiering gezorgd, er zijn vazen, coupe's, buffet-ornamenten van Foeke en Meltzer. kronen, bronzen, koperen vazen ca kachels van Becht en Dyserinek, o. a. van deze laatste firma eeii allerliefst insluithaardjo in de kleine boven-achterkamer, waar No. 23, het eiken-. houten huiskamer-ameublement (Renaissanec), van de firma J. B. Rillen (Damrak 66?67) staat. De HH. Hillen zonden nog, No. l, een zeer fraai salon-ameublement (Louis XVI), met prachtig saionmeubel; en No. 13, een slaapkamer-ameu blement in Amerikaanse!! notciiliout, waarvan het overtrek van garnaalkleurig damast zeker naar den smaak van den kooper wel roer eene andere kleur zal te ruilen zijn. De firma Blcesing (Kalverstraat 105) heeft er, No. 2, een keurig slaapkamer-ameublement, Amerikaansch notenhout, in Engelsch-Gothischen stijl, zeer eigenaardig en zeer artistiek. De spreien op de lits jumeaux zullen de aandacht der bezoek sters trekken: zij bestaan uit eenvoudig geel vitrage, waarvan de figuren met gekleurde wol in kettingsteek zijn overgetrokken, met donkerrood transparant er onder, een model ter navolging. Voorts een salon-ameublement, Italiaansch notenhout (IjOuisXVI), en een eetkamer-ameublement, Amerikaansch notcnhout (Renaissance). Van de firma Jansen en Zonen (Kalverstraat 122?178) is er, mede in Engelschen stijl (Queen Anne), een prachtig salon-ameublement van zwart eire; voorts een eikenhouten eetkamer-ameuble ment (Renaissance) met zeer mooi buffet; en een Am. notenhouten slaapkamer-ameublement in denzelfden stijl. De hierbij aangebrachte glasgor dijnen, gekleurde ruiten nabootsend, zijn voor een slaapkamer zeer geschikt. Mede zeer fraai zijn bet salon-ameublement der firma's E. M. Schmidt (Galerij 25) met prachtige kast en mooie zaal-canapu (dcnii-borne); het nette huiskamer-ameublement der firma Vos en Legrand (Rokin 120); de beide ameublementen der firma Gebrs. Voogel (Damrak 80) in welke beide het salonmeubel een waar kunststuk is; die der HH. Verwey en Dilleman (Heerenstraat 8) met flinke practische voorsnijtafel, P. J. de Greeuw en Zonen (Singel 536?540), Gebroeders van Houtum (Reguliersbreestraat 40), Lasance (Singel 223), Pfersich (O. Z. Voorburgwal 1), Frijlinck (St. Luciënsteeg 15) en Haag (Nieuwe Spiegelstraat 34_36). Deze laatste firma bracht in den kiemen salon dien zij meubileerde, twee zeer fraaie spiegels met houten lijsten in Engelschen stijl aan, een boven den schoorsteen en een boven het dressoir. Een geheel afzonderlijken tak vormen de ge schilderde meubelen der HH. Holst en van der Meer (Damrak 59) en J. P. Holst en Zoon (Korte Nieuwendijk 38?40). Het donker geschilderde maakt wat veel den indruk van echt hout te willen nabootsen, maar het licht gekleurde npersoons slaapkamer-ameublement, met zijn blauw decor, zijn sierlijke lichte stoeltjes, is alles even eenvoudig, onpretentieus en vriendelijk. Eigen lijk moest men deze meubelen niet tegelijk met de rijke ameublementen, kostbaar door houtsoort, bewerking en teekening, der andere firma's ten toonstellen. Het geheel is een bezoek overwaard. * De Kalverstraat is, en bij de toenemende somberheid, die de winkels van lakensche jassen en zwarte bottines veroorzaken, is het een felici tatie waard, een schitterend en sierlijk maga zijn rijker geworden. In no. 35 en 37 opende de firma Miele uit Stuttgart, welke onder hare filialen reeds Alexandrie en Melbourne telt, maar te Amsterdam nog niet vertegenwoordigd was, een winkel van verzilverde artikelen, Brittannia-metaal, Alfénide, enz. enz., die een lichtpunt in de druk ke straat vormt. Het gebruik van verzilverde artikelen heeft in Nederland lang te worstelen gehad met den oudvaderlandschen zin voor degelijkheid. Do lieden die volop in hun zilver zaten, wilden naast het echt geen simüi op tafel hebben, en de anderen wilden niet den schyn hebben van vertoon te maken met Ramaak", wanneer zij geen echt konden betalen. Voor cadeaux was het eveneens: men betaalde liever wat meer voor een stuk dat zijne waarde hield", een soort van kapitaal dat men iemand gaf, dan wat minder voor blinkende artikelen, waar men niet wist hoe de begiftigde er over denken zou. Dit is aan 't veranderen. Eenige jaren geleden gaf Z. M. de Koning voor eene verloting vier candelabres van Christofle; langzamerhand heeft de buitenlandsche gewoonte om in de Alfénide-, Brittannia- en Christoflo-artikelen iets af'zonderlijks te zien, dat zijn eigen kunstwaarde en goede eigenschappen heeft, onafhankelijk van de gelijkenis met edel metaal, ook hier ingang ge vonden. Veel van ons oud zilverwerk is buiten gewoon kunsteloos ; waarom zou men zijn huis vrouw niet verrassen mot dessertservies, ontbijtservies of tafelsieraden, die, voor een zevende of achtste van de waarde van zilver, even goed staan? Bij het blauw komt do kleur even goed; bij ecnigszins zorgvuldige behandeling houdt de metaallaag, zilver op wit, het meer dan een menschcnleeftijd uit. Alleen om in geval van nood ver kocht to worden komt hot niet te pas; maarniet allen vreezen, dat het zoover komen zal. De firma Miele heeft een buitengewoon prachtige en artistiek bewerkte collectie, die in do donkere winkelkasten uitmuntend tot haar recht komt. Mat, blinkend en gegraveerd, in de sierlijkste combinatiën, zilver en goud, zilver en rose, zilver en blauw, zilver en crème, een blik op de weivoor ziene winkelkast zal menigeen verlokken. * * * De heer Camille Sée, vroeger lid van de Fransche Kamer, thans van den raad van State, is een ijverig onderwijsman, en redigeert het maandblad L'enseirjnement secondaire des jeunes filles Omtrent de in Frankrijk veel besproken en veel bestreden vraag, of men aan meisjes zooveel mag loeren als aan jongens, heei't hij de meening van eonige mannen gevraagd, wier gezag in verschillende kringen' zeer groot is, staatslieden, journalisten, leden der Académie Frangaise, der Académie des Sciences, professoren, enz., en op die wijze eene aardige verzameling uitspraken kunnen vereenigen. De senator Oarnot, de vader van den president der republiek, schreef hem weinige dagen voor zijn dood: Ik lees altoos met spijt die woorden, zonder beroep" achter don naam der meeste vrouwen die op de registers van den burgerlijken stand voor komen. Het is niet enkel eene bekentenis van onbekwaamheid, maar ook een afstand doen van persoonlijke onafhankelijkheid. Als ik een vrouw was, zou ik er mijn trots in stollen, dat merkteeken te doen uitwisschen. De onafhankelijkheid moot, als zij tot waarborg een nuttig beroep heeft, aan degene die baar bezit, een billijk gevoel van eigenwaarde geven. Laat ons degenen, die door de fortuin in staat gesteld zijn om hut werk dat met haar smaak over eenkomt, te kiezen, geluk wenschen, maar niemand kan zich als geheel beschut voor tegenspoeden beschouwen. Wij hebben vrouwen gekend, die ge lukkig en trotsch waren, een middel van bestaan te vinden in een talent, dat zij alleen als aange name bezigheid hadden verworven." De senator Léon Say, onder wiens ministerie de wet op het middelbaar onderwijs voor meisjes tot stand kwam, zegt: Het trof mij, by het spoorwegcongres te Mi laan, welk een invloed de ontwikkeling van het onderwijs voor vrouwen nu reeds mocht hebben op de ontwikkeling der mannen. De vrouwen hebben in allerlei vakken meer geschiktheid dan de man nen, het is dus voor deze eeno noodzakelijkheid, wegens do concurrentie, ook beter te studeeren en nauwgezet in hun taak te zijn." De ministers Goblet en Deveaux maken den heer Camilie Sée een compliment over zijn streven; Jules Simon, wiens tegenwoordige roactionnairerich ting zijn uitspraak eenigszins aan banden legde, gaf een antwoord, dat men kan uitleggen zooals men wil. De vader en de moeder hebben ieder in de opvoeding hun rol; het zijn twee verschillende rollen in een gemeenschappelijke taak. Uwe scholen moeten niet enkel de moeder vervangen; zij moeten vader en moeder beide vervangen. Breng dus de opvoeding van ieder kind in even redigheid met zijn toekomstige bestemming; meisjes die buiten haar stand treden zijn meer te be klagen en te vreezen dan jongens in hetzelfde geval. De man kan minder gemakkelijk zijne opvoe ding voltooien, terwijl hij vooruitkomt; hij lijdt ook minder en loopt minder gevaar, wanneer hij gedwongen is af te dalen.'' De senator Deschanel, professor aan het College de France, schrijft: Het is een onvergankelijke eer voor u, waarde Camille Sée, dat ge die wet op het middelbaar onderwijs hebt voorgesteld, verdedigd en doen aannemen. Alle mannen moesten, al ware bet enkel uit egoïsme, haar toejuichen; boe verlich ter toch de vrouwen worden, des te .gelukki ger zullen de mannen zijn. Maar de meeste mannen verlangen in dit geheim, zonder het zich te bekennen, de vrouw in een lageren intellectueelen toestand te houden, in de hoop, kan aldus te blijven beheerschen. Het is een ver keerd begrepen egoïsme, want het onvoldoend onderricht bereidt hun slechts onverstandige, on behagelijke levensgezellinnen ; en do mannen, die zich voor heel knap houden, betoonen hierin een overdrevene, hoewel onbewuste bescheidenheid. Als zij toch de vrouwen ongeleerd willen houden, dus weerloos, erkennen zij, dat zij zich met gelijke wapenen reeds vooruit als verslagen beschouwen." De senatoren Bardoux en prof. Berthelot, beiden oud-ministers van onderwijs, de senatoren de Lafayette en Ferrouillat, de Fransche gezant te Berlijn, Herbette, een aantal Kamerleden spreken geheel in denzelfden geest. De heer Mezière?, lid der Academie, zegt, niet geheel nieuw: Een weinig wetenschap kan de vrouw pedant maken, veel wetenschap maakt haar bescheiden." De oud-minister Victor Duruy zegt; In vroeger tijd wedijverde de man met de vrouw in rijkdom en sierlijkheid van costuum; de maarschalk de Bassompierre besteedde 50,000 kroonen voor zijn kleeding van n dag. Wij be rusten er thans in, van het hoofd tot de voeten leelijk te zijn; gelukkig zijn de vrouwen artisten gebleven, die voor bet genot der oogen haar kleuren, stoften en draperieën blijven schikken, zooals de groote kunstenaars ze begecren. Dat is zeker een verdienste. Maar moet dat voldoende zijn ? Als de man thuis komt, zal hij bet dan niet een genot vinden, er eene gezellin te ontmoeten, wier geest op de hoogte is van het groote dat er in de wereld van letteren, weten schap, geschiedenis voorvalt? Do beide echtgenooten tot elkander te bren gen door gevoel, dat in eene zaak van het hart, niemand kan er iets aan doen; hen tot elkander te brengen, door het aantal gemeenschappelijke denkbeelden te vermeerderen is eene zaak van onderricht, en Molière zelf' zou daar-niets tegen hebben." De klassieke voorlezer Lcgouvéhaalt Molière aan, die gezegd beeft: Je consens qu'une femme ait des clartés sur tout." Alexandre Dumas fils, die zooveel kwaad van de vrouwen gezegd beeft, waarschuwt ironisch: Ik vrees alleen dat, als do mannen aan de jonge meisjes alles gezegd hebben wat zij weten, dat dan de jonge meisjes niets meer van de man nen willen weten; liet gezag en de heerschappij van den man over de vrouw berusten toch enkel op hetgeen de vrouw in weten te kort komt." De directeur der Comédie Franchise, Jules Claretie, tracht Molière, die toch eigenlijk niet wilde dat do vrouw veel wist. met Sée te verzoenen: Ckrysalo geeft toe dat eene vrouw des clartés sur tout mag hebben; zou hij niet bedoeld heb ben, dat in den voorraad wetenschap van de ont wikkelde vrouw ook de wetenschap, hoe den man gelukkig te maken, behoort ?" En Sée zelf besluit met de woorden: De volkeren bobben de vrouwen die zij ver dienen te hebben." * * * De ontwikkelde en onderrichte vrouwen in Amerika zijn niet altijd een verlokkend voorbeeld voor hare zusters in Europa. De jonge dames te Greensbury bv. hebben zich op het onverkwikkelijk veld der politiek begeven, en een Frances-Cleveland-club opgericht, met het doel om bij de aan staande presidentskeuze aan de verkiezingsagitatie doel te nemen. Zij werven de mooiste en moedigste jonge meisjes in andere steden voor de propaganda aan, hebben een fraaie uniform laten teekenen, en zullen als insigne het mcdaillonportret van Mr. Clcveland dragen. Zij laten .zich door instruc teurs in den wapenhandel en het dragen van, fakkels (voor optochten) onderrichten en voor spellen zich veel goeds van hare campagne. In Washington territory werd onlangs den gou verneur, die naar een officieel bal zou gaan, wegens eene vrouwenquaestie een politiek cadeau gemaakt. Een expresbode bracht hem een pakje, hij opendebeten vond er een keurig rokje van zilvergaas in. In boos humeur op het bal der wetgevende macht gekomen, vernam hij daar, dat evenals hij, al do leden van den raad, die voor het stemrecht der vrouw gestemd hadden, een dergelijk pakje had den ontvangen. Den aanvoerder der partij was daar enboven een corset en tournure vereerd. E?e. Allerlei KE1ZEH-ANECDOTEN. De laatste ooge-nblil&cn der vorsten uit het huis der llohenzollern. Enkele mededeelingen hier over verdienen de belangstelling van het groote publiek. Frederik WillemI verzette zich eerst tegen de gedachte aan den naderenden dood en stierf mot een vrome spreuk op de lip pen. Zijn zoon Frederik de Groote stierf eenzaam, zooals bij geleefd bad, zonder de troos tende nabijheid van een bloedverwant. Toen in den nacht van 16,17 Aug. 1786 de klok in zijn ziekenkamer elf uur sloeg, vroeg hij duidelijk hoe laat het was, en voegde er bij, dat hij om vier uur wilde opstaan. Daarop overmeesterde hem zijn kramphoest. De lakeien plaatsten hem op een leuningstoe], en nadat hij een middel had ingenomen waardoor zijn hoest bedaarde, sprak

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl