Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER
A°. 1888
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
lector nommer bevat een Plaat.
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.)
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Oitge?er: Th VAN HOLKEMA, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 8 April.
Abonnement per 3 maanden f 1.?. fr p. p. f 1.15»
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . , . 0.10,
Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . 0.20.
Reclames per regel 0.40.
I H
»«
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE
TON: Goeden dag, lieve Groetma, III. Aristo
cratische Philanthropie, door Heis. Brieven van
Jan van 't Sticht. KUNST N LETTEREN:
Het tooneel téAmsterdam, door Alb. Th.
L'Aveu, drama van Sarah Bernhardt. Eene
Lohengrin-voorstelling, door Joh. C. V.
Muziekaal Overzicht, door V. Over Francois
Coppée, door Alb. Th. De Jongeren" in de
Duitsche Letteren, door J. van Merwesteyn.
De Internationale Helleensche Vereeniging, door
Dr. H C. Muller. Uit Legouvé's gedenkschriften.
VARIA. Twee Vrienden, door Guy de
Maupassant. SCHAAKSPEL. Voor Dames,
door E-e. ALLERLEI. RECLAME.
BEURSOVERZICHT. ADVERTENTIËN.
Van verre en van nabij.
De ministerieele crisis in Frankrijk
heeft slechts een paar dagen geduurd;
men heeft daar te lande, door langdurige
en veelvuldige oefening, handigheid verkre
gen in het oplossen van dergelijke vraag
stukken. Daarenboven had de heer Floquet
zich reeds sedert maanden kunnen_ voorbe
reiden. »Floquei, eest notretirelire", zeidedezer
dagen Adrien Hêbrard, de senator en de
directeur poliiique van den 'femps. »Wij heb
ben wat opgespaard, en nu slaan wij onzen
spaarpot stuk. Mogelijk zullen wij al het geld
in n dag uitgeven, maar het feit alleen,
dat wij wat konden sparen, is reeds op zich
zelf interessant. Men moet ons dankbaar zijn,
dat wij een politiek man in peito hebben
gehouden, dien wij op het gegeven oogenblik
konden wedervmoen.'
Met uitzondering van de heeren Pierre Le
grand en Deluns-Montaud, die opportunisten
zijn, behoaren de leden van Let nieuwe Ka
binet tot de radicale partij. Doch het pro
gramma, waarmede zij optreden, had door
elk der vijf voorgaande opportunistische Ka
binetten kunnen worden gesteld. _Er wordt in
gesproken over grondwetsherziening en over
?cheiding van Kerk en Staat, doch in zóó
voorzichtige termen, dat de tegenstanders van
het nieuwe Kabinet heel wat tusschen de
regels moeten lezen, om stof' tot ergernis te
vinden, en dat de geestverwanten niet minder
yan hunne verbeeldingskracht moeten ver
gen, om in de ministerieele verklaring de
apotheose van het radicalisme te zien.
De benoeming van den heer De Freycinet
tot minister van oorlog heeft zeer de aan
dacht getrokken. Ware zij veertien dagen
Feuilleton.
Gceden dag, lieve Grootma
Uit het Itatiaansch van G. PALMA.
3)
Wanneer hij morgen vertrok, zou zij weer
de schuldige, het nuttelooze schepsel zijn, een
niets, zich door het leven sleurende als een
leelijke oude vrouw, die men met afkeer van
zich stoot, die men op den mesthoop werpt,
nog vóór dat de laatste ademtocht haar ver
laten heeft. Een zenuwachtig snikken overviel
haar weer, schudde haar door en door, ter
wijl uit de doffe oogen nog die tranen
vloeiden yan den ouden dag, die als de zelf
standigheid van het hart zijn; tranen, die
het leven met zich meevoeren. Maar eens
klaps hield zij op; haar voorhoofd verhelderde,
in de vochtige oogen flikkerde een licht
als van den dageraad en zij begon oyerluid
te lachen, mompelende: «ïeen, het ig niet
mogelijk, zij zullen hem niet weg nemen; ik
zal zeggen, hoe dierbaar hij mij is, zij weten
het niet, ik ben als een mummie achterge
bleven en misschien denken zij, dat ook mijn
hart verstijfd is, dat het mij onverschil
lig is of hij blijft of niet. Maar wanneer ik
alles gezegd zal hebben, wanneer ik er om zal
bidden, dan zal het anders worden, en boven
dien hij zelf zal het ook zeggen, dat ik zoo
goed voor hem ben, hij zal het hun nu zeg
gen, nu zij alleen wandelen en wanneer zij
zullen spreken van heengaan, zal hij niet
willen."
Zij stond op. door dat idee opgelucht, .sterk
«n vlug. Spoedig bracht zij de kamer in orde,
sloot de koffers, legde de tasschen, de shawls,
de parapluiën bij elkaar, nam stof af, voort
durend luisterende of zij ook hunne schreden
hoorde, en zoo zeer vervuld van hare hoop,
dat die eene wezenlijkheid voor haar gewor
den was, zich verbeeldende, dat zij voor haar
«tonden, en zeiden: >wg weten alles, waarom
vroeger geschied, dan zou ongetwijfeld gene
raal Boulanger tot chef van den generalen
staf zijn benoemd. Onder de bestaande om
standigheden was dit natuurlijk onmogelijk.
Toch heeft de woelige generaal alle reden
om zich te verheugen over het optreden yan
dit ministerie, waarin een aantal zijner vrien
den zitting hebben. En wanneer, zooals waar
schijnlijk is, de kiezers van het departement
Nord hem voor zijn ontslag uit den militai
ren dienst door een mandaat voor de Kamer
zullen hebben schadeloos gesteld, zal hij de
gelegenheid wel weten te vinden, om zijne
>aanspraken" te doen gelden. Het is jammer
dat de heer Floquet niet dadelijk krach
tig is opgekomen tegen de plebiscitaire stroo
ming, die van den naam van Boulanger on
afscheidelijk is geworden en door de
Bonapartisten openlijk wordt in de hand gewerkt.
Eene ondubbelzinnige verloochening van
dezen quasi-radicaal die eigenlijk niets meer
is dan een miles gloriosus, zou velen hebben
gerustgesteldDe meeste ontevredenheid echter is opge
wekt door de benoeming van den heer Goblet
tot minister van buitenlandsche zaken. De
heer Flourens is gedurende drie achtereen
volgende ministeriën, met instemming van
alle partyen, gehandhaafd als hoofd van het
departement van buitenlandsche zaken, omdat
hij de eigenschappen, die voor deze betrek
king dringend noodig zijn kalmte, beza
digdheid en takt in even hooge mate bezat,
als zijn opvolger die mist. Ware de heer
Flourens niet op het ongelukkig denkbeeld
gekomen, om zich in het departement van de
Hautes-Alpes voor het lidmaatschap van de
Kamer candidaat te stellen tegenover een
radicaal, en had dit feit niet aanleiding ge
geven tot het praatje, dat het ministerie-Tirard
de onder het keizerrijk gebruikelijke officiëele
candidatuur wenschte m te voeren, dan zou
hij waarschijnlijk nog met de leiding van
Frankrijks buitenlandsche politiek belast zijn.
Vatten wij den indruk samen, dien uilo
bijzonderheden van het optreden der nieuwe
ministerieele combinatie op ons maken, dan
komen wij tot het besluit, dat hier van eene
ernstige proef met de toepassing der radicale
beginselen geen sprake kan zijn.
Het feit, dat keizer Friedrich, zij het dan
ook ten koste van eene inspanning, die voor
zijne zwaar geschokte gezondheid niet anders
dan nadeelig kan zijn, de regeering heeft
aanvaard, en wel op eene wijze, die van kloeke
zelfstandigheid getuigt, heeft groote ergernis
gewekt bij de kleine, maar invloedrijke partij,
die keizer Wilhelm onmiddellijk door zijn
kleinzoon hoopte te zien opvolgen. Die
ergerhet niet eerder gezegd ; Gigi zal blijven." Het
schenen haar wel duizend jaren toe, eer zij
terug kwamen.
Zij telde de minuten en voelde haar hart
ruimer worden. Eindelijk hoorde zij van verre
het gesnap van Gigi. >Goddank l" Zij liep naar
de deur, deed open, lachte het kind toe, dat
vroolijk in hare armen vloog; de handen
vol speelgoed en zakjes, uitroepende: >U zal
eens zien, Grootma. wat een moois ik meebreng,
dat heeft Papa mij gegeven ook voor u, en
u zal nog meer krijgen, als we t' huis zijn.
Ik ga van daag naar huis, en morgen komt
u: Papa zegt, dat het van daag niet gaat,
omdat al het goed mee moet. Wij zullen in
Genua op u wachten; daar zal ik de zee en
schepen zien; O! wat een pret!" Zij omhelsde
hem en kuste zijne blonde krullen, zonder
een woord te zeggen.
De werkelijkheid drong zich krachtig aan
haar op en verdreef' de zachte, ongerijmde
visioenen. Hoe had zij kunnen denken, dat
de ouders hun kind bij haar zouden laten.
Zij sloeg een verwarden blik om zich heen.
Haar schoonzoon en Irene waren intussehen
binnengekomen ; hij een trotsch, groot man,
kaalhoofdig met geverwde ^bakkebaarden
en eene diplomatische houding; zij altijd
schoon, met de rustige majesteit van een geze
ten, rijk en geacht burgeres. Beiden merkten
dien blik op, en hunne afgemeten koelheid van
aanzienlijke lieden, die de beleefdheid boven
het gevoel plaatsen, verdween voor een oogen
blik.
«Mishaagt het u, hem te verlaten, Mama?"
vroeg Irene binnensmonds.
>Mishagen," riep zij driftig uit, door hare
smart over dat nauwe woord overweldigd.
«Het is mijn leven, dat mij met hem ont
nomen wordt."
Verbaasd over die hevigheid, wist Irene
niet wat te antwoorden. Zij zag haar slechts
aan, en onder dien blik kreeg hare moeder
eene kleur, met haar hart de scherpte
voelende, van het antwoord, dat men
haar niet gaf uit kieschheid, maar toch waren
in hunne ziel de woorden te lezen : »Is het
misschien onze schuld, wanneer gy op de
nis openbaart zich bij voorkeur in eene ver
heerlijking van den heer von Bismarck,
gepaard met een geringschattend oordeel over
den tegenwoordigen drager der keizerlijke
kroon. Het pleit niet voor het karakter yan
den troonsopvolger, dat hij tot dergelijke
manoeuvres gewillig zijne medewerking ver
leent. Maar hoe kan men het anders noemen,
wanneer prins Wilhelm, op een diner bij den
rijkskanselier, het Duitsche rijk vergelijkt met
een legercorps, welks opperbevelhebber is
gesneuveld en welks hoogste officier zwaar
gewond en buiten gevecht gesteld is, en wan
neer de prins dan eindigt met de woorden:
>In dit critieke oogenbfik richten zich 46
millioen Duitsche harten in angst en span
ning op het vaandel en den drager daarvan,
van wien alles wordt verwacht. Welnu, de
drager van dit vaandel is onze doorluchtige
vorst, onze groote rijkskanselier. Hij ga ons
voor, wij zullen hem volgen."
Men zal zich herinneren, dat de Kölnische
Zeiluny, die tegenwoordig onder de zooge
naamde >reptielen" eene eerste, maar eene
alles behalve eervolle plaats inneemt, eenige
weken geleden dreigde met het aftreden van
den rijkskanselier, indien de keizer het durfde
wagen, een enkelen der Pruisische ministers
te laten vallen. Thans heeft hetzelfde blad
weer een nieuw middel bedacht om het ver
schil te doen uitkomen tusschen de alleenza
ligmakende politiek van den heer Von Bis
marck en die van keizer Friedrich. Het
beweert, dat de rijkskanselier zal aftreden,
omdat de keizer een zijner dochters ten hu
welijk zou willen geven aan Alexander van
Battenberg, den door Rusland verjaagden
vorst van Bulgarije. Dit zou, volgens de
Kölnische, eene beleediging zijn van Rusland
en ten eenenmale in strijd met de houding,
welke keizer Wilhelm «op zijn sterfbed met
brekend oog" zijnen kleinzoon had aan
bevolen, en met de vredespolitiek, die steeds
door vorst Bismarck is toegepast.
De reactionnaire partij in Pruisen, die hare
hoop op prins Wilhelm heeft gevestigd, ever.
als zij dit veertig jaren geleden, met veel
minder recht, op zijn grootvader deed, moet
zich wel zwak gevoelen, wanneer zij zich zoo
bevreesd toont voor den invloed van den kei
zer, wien in het gunstigste geval nog slechts
een levensduur van enkele maanden schijnt
gegund te zijn, en wanneer zij geen middelen
ontziet om de laatste levensdagen te verbit
teren van den man voor wien zij zich, krach
tens de door haar gehuldigde landsyaderlijke
begrippen, eerbiedig behoorde te buigen.
In Roemeniëgebeuren zonderlinge zaken.
Enkele weken geleden trad het ministerie
liefde van dit kind geen aanspraak moogt
maken? Is het niet het gevolg van het
verledene ?"
Zij hadden gelijk, het was hunne schuld
niet. zij voelde, zij wist het, en in een droef
geestige onderworpenheid viel zij op haar
stoel neder, terwijl men, met hoeden op en
handschoenen aan, de laatste aankoopen in
de koffers borg en de verdere toebereidselen
maakte met de kalmte van ordelijke personen
die door niets verstoord worden.
ledere stap, iedere beweging, het kraken
van de open deksels,het gefrommel van de open
zakjes, het gebons_ van de koffers, die men
sloot, drong diep in haar hart, deed haar
opspringen, als door eene nieuwe bevestiging
der werkelijkheid, eene nieuwe schrede naar
het onvermijdelijke onheil. De smart over
stelpte hare ziel, eene smart ontstaan door
honderde bittere gedachten. Zij schreide om
zich zelve en om hem, schreide om nu en om
morgen, te midden der onzekerheid en van
ieder denkbaar leed.
Zouden zij hem weten lief te hebben, zooals zij
hem liefhad, die man uit een stuk, die slechts
afgebroken sprak; die vrouw niet die scherpe
trotsche trekken, zou zij hem uitsluitend lief
hebben, zich jong maken voor hem, voor hem
een kind worden, hem niet dwingen, om even
deftig, even koud te worden als zijzelven ?
Neen, die kunst zouden ze niet verstaan.
En bovendien hadden zijjmissehien niet zoo
innig lief als de harten, die door een groot
zieleleed verscheurd waren geworden.
Maar wanneer zij hem niet liefhadden, wat
zou er dan van dat têere schepseltje terecht
komen ?
Zij werd door grooten angst bevangen ; reeds
zag zij hem in hare verbeelding bleek, zon
der glimlach uitgestrekt op zijn doodbcdje,
wit te midden van de witte bloemen, even als
dien anderen Gigi. Toen keerde zij zich plot
seling naar Irene en riep uit: «je zult toch
goed voor hem zijn, niet waar? je zult toe
gevend en geduldig zijn ; je zult hem niet aan
het schreien maken ?"
De sehoone dame deed de oogen van ver
bazing wijd open. s Wat zegt u Mama?" do
Bratiano af, niettegenstaande het bij de ver
kiezingen eene beslissende overwinning had
behaald en over drie vierden van de stemmen
in de Kamer beschikte.
De koning belastte daarop den voor
zitter van den senaat, vorst Ghika, met de
samenstelling van een ministerie. Doch deze
slaagde niet, en Bratiano aanvaardde opnieuw
het bewind. De parlementaire meerderheid
gaf hare vreugde over dezen gang yan zaken
op eene naar het schijnt al te luidruchtige
wijze te kennen, en dit verbitterde de oppositie
zoo zeer, dat zij het straatpubliek tehulp riep,
en daarmede de vergaderzaal der Kamer bin
nendrong, waar het tot een bloedige botsing
kwam. De toestand werd niet minder
moeielijk en ingewikkeld door het feit, dat de
oproerige beweging was gesteund en aangemoe
digd door den Russischen zaakgelastigde
Hitrovo. Zij eindigde echter met een volko
men overwinning van de regeering en met
de inhechtenisneming van eenige tot de op
positie behoorende afgevaardigden en journa
listen.
Toch heeft de heer Bratiano wederom zijn
ontslag ingediend, en de koning heeft dit
aangenomen. Reeds is een ministerie
Rosetti-Caip opgetreden, dat bereid schijnt, om
aan de oppositie, op het gebied der
binnenland^che politiek, eenige concessien te doen.
De reden hiervoor moet worden gezocht in
de omstandigheid, dat de heer Bratiano, wiens
eerlijkheid en goede trouw, wat zijn persoon
lijke handelingen betreft,boven alle verdenking
verheven zijn, bij zijne ambtgenooten allerlei
ongerechtigheden door de vingers heeft gezien.
De hoofdzaak is echter, dat in de buitenland
sche politiek van het koninkrijk geen veran
dering zal komen. Rusland heeft dus zijn
doel in geen enkel opzicht bereikt e_n de heer
Hitrovo heeft zich door zijne intriges weer
van eene zeer ongunstige zijde doen kennen.
BRABBELTAAL.
Daar is bij onze broeders in Zuid-
federland nog al wat te doen geweest over de
benoemingen voor het lidmaatschap der Ko
ninklijke Vlaamsche Academie voor taal- en
letterkunde. De liberalen achtten zich veron
gelijkt; zij meenden dat de clericalen de beste
Vlaamsche taal- en letterkundigen waren
voorbijgegaan en zagen dientengevolge die
koninklijke instelling met een onvriendelijk
oog aan.
Er ligt ongetwijfeld iets hards in, te ge
voelen dat men. rijp is voor het lidmaat
schap eener academie., en dan nog wel eene
«koninklijke", en niet tot de weinige uit
verkorenen te behooren. Wij
Noord-Nederoude vrouw zweeg verlegen, merkende, dat
zij eene dwaasheid gezegd had; een zoon aan
de moeder aanbevelen, wat eene ongerijmd
heid !
En daar Irene zich boog om den kleine te
lief koozeu, verdween haar angst, maar maakte
plaats voor jaloezie.
Zeker, hij zou die jonge Mama liefheb
ben, die schoone Mama, zoo heel anders als
die oude Mama, zoo als hij haar noemde en
bij liaar zou iiij de grootmama vergp.ten.
Zij zou alleen blijven om te sterven aan
dien wreeden dood, dien men hartbreken
noemt, een voortdurend zich vernieuwen van
zenuwtrekken, een langzame en
f-chrikaanjagende angst, die uw leven vergiftigt en u
den dood weigert. Intussehen zou hij haar
vergeten; die gerimpelde wangen, waarop hij
zijne frissche kusjes drukte, zouden in zijne
herinnering verbleeken, als damp verdwijnen,
totdat 6n het gelaat en de stem n de liefde
voor de oude grootmoeder, ja zelfs haar naam
door den tijd uitgewischt zouden worden. Zij
bemerkte iutusschen dat Irene en haar man el
kander fluisterende aanzagen. Zij ondervroeg
met haren blik.Toen zei Irene, een weinig verle
gen in hare kalmte van gelukkige vrouw, zach
tjes : «Het is twee uur, ik heb u gezegd, dat wij
besloten hebben vroeger te vertrekken." De
oude vrouw zag haar bevende aan. »Wij heb
ben gedacht," hervatte Irene, zachtjes spre
kende, opdat het kind nu met zijn speelgoed
bezig het niet hooren zou, «dat Gigi er zich
nu in schikken zal, maar dat hij van. avond
misschien van idee veranderen zal; de duister
nis maakt de kinderen bevreesd. Het is dus
beter om van het ganstige oogenblik gebruik
te maken."?«Maar", stamelde de grootmoeder,
«wanneer dan?" «Ik weet niet precies, bin
nen een uur of eerder". In ne opwelling
overwon zij hare ingetogenheid, hare pijnlijke
verlegenheid.
Zij nam hare dochter bij de hand, dochter
en vreemdelinge tevens, voerde haar met zich
mee naar het uitgebouwde mam, onderdrukt
snikkend, bevend, smeekend. «Heden nog
niet bid ik je, niet zoo plotseling; och het is
te veel voor mij, heb geduld tot van avond :