Historisch Archief 1877-1940
4.*''
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.663
straat Notre-Dame-de-Lorette en een even harts
tochtelijk visscher als hij. Dikwijls brachten zij
een gedeelte van den dag'door, naast elkander
C ten met den hengel in de hand, en zoo
hadzjj langzamerhand vriendschap gesloten. Soms
spraken z\j niet met elkander, dan eens wel, maar
W)k zonder spreken begrepen zij elkaar, want zij
iaddon denzelfden smaak en de/elfde gevoelens.
Wanneer in de lente, de zon des morgens
om' fetreeks .10 uur haar stralen deed flikkeren op het
water, en de twee onvermoeide visschers een
beLagelijke warmte gewaar werden op den rug, zeide
Morissot soms tot zyn buurman: Lekker, hè?"
en Sauvage antwoordde: Er gaat toch niets
x>ven visschen,"
3Ën dat was hen voldoende om elkaar
wederkeeig ie leeren begrijpen en achten.
In den herfst, wanneer tegen het vallen van den
avond de lucht bloedrood gekleurd door de on
dergaande zon. zich weerkaatste in den stroom,
«&*d« twé'vrienden boude in een rossen gloed,
;'<fie ook de reeds bruin geworden bladoren der
boom'en verguldde, keek Sauvage glimlachend
Morissofr aan, en zeide bibberend van kou: Wat
«en jirachtig gezicht!" En Morissot zonder den
.«OS van zijn dobber af te wenden, antwoordde:
" Dat is toeter dan flaneeren langs de
boule>*rdg, wat?"
Zoodra zij elkander herkend hadden drukten
*$ elkaar ontroerd de hand, geheel onder den
indruk van de veranderingen, die er hadden plaats
gegrepen sedert hun laatste ontmoeting.
Sau" Tage slaakte een diepen zucht en zeide: Er is
heel wa.t gebeurd in dien t\jd" en somber
ant~WH»$ïe Morissot: ';Wat een <ireêrl het is
vandaag'wède eerste mooie dag van het jaar."
Werkelyk.was de lucht helderblauw. Zwijgend
j&kpBa zg een tijd lang., naast elkander voert; toen
' TOrifoöSJ Morissot: n het visaeten? Herinnert
ge u nog wel?"?Helaas," antwoordde Sauvage,
wanneer zullen wij het kunnen hervatten?"
ij traden een koffiehuis binnen en dronken
een glas absinth; daarna zetten zij hun wande
ling voort.
'. Plotseling kleef Morissot staan: Willen we nog
een glaasje nemen?"
«Als ge lust hebt."
En zy traden een ander koffiehuis binnen.
Toen ze weer buiten kwamen, waren zij half
bedwelmd, zooals menschen gewoonlijk zyn, die
met een leege maag veel alkohol drinken. Het
weder-was zacht en een vriendelijk koeltje streek
ien langs het gelaat. Die zoele lucht maakte den
xöes van Sauvage nog erger Hij bleef staan en
riep uit: Ala wy eens gingen?"
Waarheen?"
Wel, visschen."
«Maar waar?"
Op ons eilandje. De Fransche voorposten
i\ju dicht bij Colombes. Ik ken kolonel Dumoulin,
?i'jnen zal ons gemakkelijk doorlaten."
i' Morissot watertandde. Goed, ik ga mee." En
' z\j gingen spoedig naar huis om even hun hen
gels 'te halen. Een uur later waren zij samen
«p weg. Spoedig hadden zij de villa bereikt, waar
4e kolonel zijn intrek had genomen. Hij glimlachte
ever hun verzoek en stond het gaarne toe.
Zij begaven zich weder op weg, voorzien van
. sea vrijgeleide.
Spoedig kwamen zij buiten de voorposten, trok
ken door het verlaten dorp Colombes en bevon
den zich toen in de nabijheid van de kleine wijn
gaarden, aan de oevers van de Seine. Het was
ongeveer elf uur.
Tegenover hen lag het dorpje Argenteuil, doodsch
«n verlaten. De heuvels van Orgemont en
Sannoïs verhieven zich hoven de witgroote vlakte, die
zich uitstrekt tot Nanterre. Met den vinger naar
die heuvels wijzende, fluisterde Sauvage: Daar
sjjn de Pruisen!" En een huivering overviel de
beide, vrienden.
)e Pruisen!" Zij hadden hen nooit gezien,
Kaar reeds maanden lang gevoelden zij hunne
nabjjheid, daar om Parijs heen. De Pruisen!" Zij
todden geheel Frankryk ten onder gebracht, zij
hadden geplunderd, gemoord, verwoest; zij waren
onzichtbaar maar almachtig. En een soort van
bygeloovige vrees voegde zich bij den haat dien
de beide vrienden koesterden voor dit onbekende
en zegevierende volk.
Morissot stamelde: Als wij ze eens tegen
kwamen ?"
En Sauvage antwoordde, met de onbedwingbare
Parijsche spotlust: wel, wij zullen hen een vischje
offreeren."
Maar toch bleven zij aarzelend stilstaan, be
angstigd door de diepo stilte, die overal heerschte.
Eindelijk nam Sauvage een kloek besluit. Kom,
laat ons gaan maar voorzichtig."
Zij namen hun weg door een wijngaard; hielden
zich zooveel mogelijk verscholen achter de strui
ken, en met onrustige blikken en angstig luisterend
slopen zij voort. Eindelijk hadden zij den stellen
oevjsr bereikt, en hurkten neder in het hooge
riet. Morissot boog luisterend het hoofd ter aarde
om zich te overtuigen of geen voetstappon zich
deden hooren.
Maar alles was stil. Zij waren alleen, geheel
alleen. En volkomen gerustgesteld begonnen zij
te visschen.
Het verlaten eilandje Marante tegenover hen,
beveiligde de beide visschers voor alle bespieding
Tan den tegenover gelegen oever. De kleine re
stauratie was gesloten, scheen sedert jaren verlaten.
De eerste visch werd gevangen door Sauvage ;
Morissot ving de tweede; en zoo bij beurten
haalden zij den hengel op met een klein zilver
vischje, bengelend aan het snoer: het was een
ware wondervangst.
Voorzichtig lieten zy de visschen glijden in een
net met kleine mazen, dat aan hun voeten lag.
l!n een heerlijk gevoel overmeesterde hen de
?vreugde, die ons bevangt wanneer wij eindelijk
?weder een genot smaken, waarvan wij lang ver
stoken zijn geweest.
Een vriendelijk zonnetje verwarmde hun rug
en schouders; zij hoorden niets meer, dachten
aan niets; de wereld bestond niet meer voor hen,
zij vischton.
Maar plotseling liet zich een dof geluid hooren,
dat van onder den grond scheen te komen. Het
kanongebulder nam weder een aanvang. Morissot
keerde zich om, en bemerkte links den Mont
Valérien wiens top in witte rook gehuld was. En ,
onmiddellijk daarop weerklonk een tweede schot, j
gevolgd door een derde, een vierde. j
Sauvage haalde de schouders op. Daar be
ginnen zij weer", zeide hij. Morrissot, die
met angstige blikken zijn dobber bespiedde,
bromde vol verontwaardiging, tegen die dwa
zen, die daar zoo aan 't vechten waren. Wat
een onzin om elkaar zoo goedsmoeds dood te
schieten".
Het is erger dan wilde dieren", hernam Sauvage.
En Morisspt, die juist een blei gevangen had,
verklaarde: Het zal wel alt\jd zoo blijven, zoolang
er gouvernementen zijn". Sauvage sprak hem
tegen. DéRepubliek zou den oorlog niet ver
klaard hebben". Maar Morissot viel hem in de
rede: Als er een koning is, heeft men den oorlog
met vreemde mogendheden; de Republiek brengt
alleen binnenlandsche twisten met zich." En zoo
gingen zij rustig voort met redetwisten; alleen
op dit ne punt waren zij het eens, dat men nooit
geheel vry zou zy'n.
En van den Mont Valérien dreunde nog steeds
zonder ophouden het gebulder der kanonnen:
zij brachten verwoesting in de huizen der hoofd
stad, maakten een einde aan menig hoopvol leven,
vernietigden vele schoone verwachtingen, en in de
harten van vele vrouwen, dochters en moeders
ginds in verre landen, sloegen zij wonden, die
nooit weder geheeld zouden worden.
Zoo is het leven", zuchtte Sauvage.
Zeg liever, zoo is de dood", verbeterde Morissot
glimlachend.
Maar een plotselinge huivering overviel hen,
want zij hoorden voetstappen achter zich, en zich
omkeerende bemerkten zij vier mannen, vier groots
gewapende mannen met een helm op 't hoofd,
gekleed als livereiknechten, die hun geweren op
hen gericht hielden.
De twee hengels ontvielen aan hun bevende
handen en werden door den stroom meegevoerd.
Binnen weinige seconden waren zij gegrepen, ge
bonden, meegevoerd, in een bootje geplaatst eii
naar het eiland overgebracht. En daar achter het
huis, dat zij verlaten waanden, bemerkten zij een
twintigtal duitsche militairen.
Een van hen, een gebaarde reus, die schrijlings
ep een stoel gezeten zijn pijp rookte, vroeg hun
in uitstekend fransch: Wel heeren, hebt ge een
goede vangst gehad?"
Een soldaat legde het net vol visschen, dat hij
had meegenomen, voor den officier neder. De
Duitscher glimlachte: Nu ik moet zeggen, dat
is 'iniet slecht gegaan. Maar het geldt hier een
andere zaak. Luistert naar mij en maak u niet
ongerust.
Ik houd u voor twee spionnen, gezonden om
mij te bespieden. Gij zijt gevangen genomen en
moet gefusilleerd worden. Gij hebt den schijn
aangenomen van te visschen teneinde uw oog
merk beter te verbergen. Toch zijt ge in mijn
handen gevallen, het spijt mij voor u maarzoo
gaat het in den oorlog.
Maar daar gij de voorposten hebt verlaten,
moet ge een wachtwoord hebben om er weder
binnen te komen. Zeg mij dat wachtwoord en ik
schenk u het leven."
Doodsbleek, maar zwijgend stonden de beide
vrienden daar.
Do officier hernam: Niemand zal het ooit te
weten komen, gij zult ongestoord terug koeren.
Het geheim zal met u verdwijnen. Als ge weigert
wacht u een zekere dood. Kiest."
Zij bleven onbewegelijk staan, zonder een woord
te spreken.
Op denzelfden kalmen toon ging de Duitscher
voort, terwijl hij naar de rivier wees: Bedenk,
dat ge binnen vijf minuten op den bodem van
dat water zult liggen. Binnen vijf minuten! Denk
aan uw bloedverwanten?"
Van den Mont Valérien dreunde nog altijd het
geschut.
De beide visschers stonden zwijgend naast
elkander. De officier gaf eenige bevelen in
het Duitsch. Daarop verschoof hij zijn stoel om
niet te dicht bij de gevangenen te zitten; twaalf
soldaten plaatsten zich op 20 schreden afstand
met geladen geweren.
De officier hernam: Ik geef u nog een minuut
bedenktijd, maar geen seconde langer."
Plotseling sprong hij op. naderde de beide ge
vangenen, nam Morissot bij den arm trok hem
mede en zeide fluisterend: gauw. het wacht
woord? uw makker zal het niet te weten komen."
Morissot antwoordde niet.
Toen greep de Duitscher Sauvage bij den arm
en stelde hem dezelfde vraag.
Sauvage antwoordde niet.
Weder stonden zij naast elkaar.
De officier commandeerde. De soldaten legden
aan.
Bij toeval viel de blik van Morissot op het net
vol visschen, dat op eenige schreden afstand vóór
hem in het gras lag. Zij glinsterden in het hel
dere zonlicht, dat hen bescheen. Toen schoot
het gemoed hem vol, en zijne oogen vulden zich
met tranen.
Adieu, mijnheer Sauvage," stamelde hij.
Adieu, mijnheer Morissot," antwoordde Sauvage.
Zij drukten elkander bevend de hand.
Vuur!" riep de officier.
En twaalf schoten weerklonken.
Sauvage viel voorover. Morrissot, die grooter
was, wankelde, struikelde en viel dwars over zijn
makker, terwijl het bloed stroomde uit een diepe
wond in de borst.
De officier gaf opnieuw zijn bevelen.
De soldaten gingen heen en kwamen weldra
terug met touwen en steenen die zij aan de voeten
'Ier beide slachtoffers bonden; daarna droegen
zij de lijken naar de rivier.
En nog altijd dreunde het geschut van den
Mont Valérien.
Twee soldaten grepen Morissot bij hot hoofd
en de voeten; twee andere grepen Sauvage op
dezelfde manier. Een oogenblik en de lijken
ploften in het water en verdwenen spoedig in de
diepte, meegesleept door de zwaarte der steenen,
die aan de voeten gebonden waren.
Een weinig bloed kleurde het water rood. Nu
is het de beurt van de visschen," zeide de offi
cier, even bedaard als te voren en keerde naar
huis terug.
Daar bemerkte hij het net met visschen in het
gras. Hij raapte het op, bekeek het glimlachend
en riep: Wilhelm!'1
Een soldaat mot een wit voorschot kwam aan
loop en.
Terwijl de officier hem de vangst der beide
spionnen" toewierp, beval iij: Laat mij dade
lijk die visch bakken. Ze leeft nog. Dat belooft
een lekker maal."
En hij stak zijn pijp weder aan.
Gt'Y DE MAUPASSANT.
VOOR DAMES.
Schaakspel.
No. 119.
Van H. VON GOTTSCHALL te Leipzig.
ZWART.
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
Juist opgelost no. 117 bis met 118 ter door
W. v. H. te Delft, no. 116 met bis, 117 met bis
en eindspel mevr. L. door Mei" te Amsterdam
en I). D. te Rotterdam en J. A. W. te Gouda.
Fienügaf'cd te Kaatsheuvel en A. P. te Arnhem
beiden no. 117. Eerstgenoemde vergelijk onze
oplossing.
BRIEFWISSELING.
A. R. P. Het probleem 6330 van LTIermet is
foutief. Bij l D d7 faalt do oplossing door
zwart II. <13 f5. Ook no. 6335 der Sch.ztg.
j van Schindlcr valt in duigen op twee manieren
IR (]{> en nog oen prosaiser door IR. e3
f enz Bedoeld is l I), el enz.
Drukfouten in no 118 : De witte koning op a'2
»uu(lefgh moet verwisseld worden voor een witten raadsheer.
WIT. jn no uy i,is moct pion c5 wezen een zwarten
Wit speelt voor en geelt in drie zetten mat. pion op b.r>. In hot eindspel v. W. en D. moet
(Wit 8 en Zwart 6 stukken met K. hl). slot aldus zijn: hl el en wint.
OPLOSSING VAN SCÏIAAKPROBLEE.M No. 117
van C. A. L. Buil te Tcddington.
l T d4! c5 X d4 2 c/1 c5 on v. 3 R of D f mat
l Als boven, h3 - c.'i a D X fi> t K X i5 '?'> R d7 f mat
l h3 d3 2 D X d3 onv. 3 T geeft mat
117 II. Davy. l d2 - g2 c6 X <lf> 2 g2 a2 enz
l Als boven, d 7 X (l-r> 2 ga h enz.
l dito, c4 X d5 2 g'-! enz.
l f7 speelt 2 c4 gf> f mat. Mooi!
Probleem no. 5 kalender. Van A. van Ileycop ten Ham. Iets gewijzigd. Wit K. a8 D c6 Pd o5
R e2 pions b3 e3 12 en h3 (8. Zwart K. e-1 Pd d2 R a2 pions b(J en hG (5 met K. c4. Wit
begint en geeft in drie zotten mat.
Tweezet van T. Taverner te Bolton. Bekroond motto Jeannie in het tornooi der Montrcal
Gazette. Eerste prijs. Wit D. a8 Pd a2 R al K el T f3 Pd g4 R g'2 pions d5 t'5 (i). Zwart K. c4, Pd.
e2 T f8 R g8 pion g,'5 (5 met K. c4. Wit begint on geeft in twee zetten mat.
Oplossing no. 117 bis vierzet. l el c,'!! dl X c3; ?' k5 X c3 bt> bf>; 3 c2 a2, b3
-{a2; 4 b4 c2 enz.
Oplossing no. 20 Schaakscherts. l g2 X hl D f j mat. De aardigheid van deze scherts ligt
in hetgeen er bijgezegd wordt. Wit beweert dat do witte K g ecu mat gezet kan worden maar de
heer Sul vindt goed daaruit te lezen geen mat. en schrijft liet is een (corrosp. partij) dat hij hot
tegendeel beweert. Daar nu het tegendeel van mat zetten is: niet mat zetten, moet zwart in het
ongelijk gcsMii worden.
i« Siberië. Koningin
Victoria. Lausilzer paascheieren.
De Koorschool.
In Siberiëheeft men den vastenavondtijd dit
jaar met niet minder vroolijkheid dan anders
gevierd. Men noemt hem Masleniza, de
botertijd", omdat de Siberiërs, evenals de Moskoviten,
in dezen tijd spijzen mogen eten die enkel met
boter toebereid zijn, hetgeen hun in anderen tijd
niet geoorloofd is. In den botertijd" zijn de
Siberiërs niet minder dol dan de Napolitanen of
Venetianen in hun carnavalstijd; arm en rijk
wedijvert in vroolijkheid; de feestelijkheden be
ginnen in den vroegen morgen om eerst laat in
deii nacht te eindigen. Aileen in dit opzicht
verschilt de carnavalsvrengdo van die in het
Zuiden, dat bij deze laatste minder alcohol noodig is.
Des morgens vroeg komen reeds onafzienbare
karavanen van sleden uit de dorpen naar de hoofd
plaatsen der gouvernement en; de schellen klinken,
en het gezang, in de eone slede aangeheven,
wordt in de andere opgevangen en beantwoord.
Tegen tien uur is de toevloed 200 groot, dat men
vóór noch achteruit kan, en de hulp der politie
noodig is, om, evenals op de zuidelijke corso's, al de
sleden in twee elkander kruisende rijen te brengen.
Nu gaat het stapvoets ; de rijk versierde sleden, do
pelzen en kleurige dekkleeden schitteren in de
matte Februarizon, en scherts en gelach klinken
alsof de thermometer niet 30 graden onder nul
toekende. Sommige sleden stellen een vogel, een.
schip, een ei, een taveerne voor, door een tot
twintig paarden voortgetrokken.
Daar het zoo koud is, heeft ieder, zoodra de
slede stilstaat, behoefte, zich met warmte en
ververschingen te verkwikken. De gastvrijheid is dan
ook onbeperkt ; alle huizen staan open,
Nalewka", Nastojka" on andere likeuren, kokende
thee, punch, staan gereed, en daarbij Bliny", een
soort van pruimentaart, die, van fijn wcitemeel,
inalle families voor deze gelegenheid gebakken
wordt. Deze Bliny" eet men snel en
gloeiendzij wordt overgoten met gesmolten boter, en
opgedischt in een schotel zure room. De rijke lieden
dienen er kaviaar bij, hetgeen naar onze begrip
pen een eigenaardig ragoiitje zou opleveren. Wie
maar kennis is, moet liliny" komen eten; men
ijlt even uit de slede, gaat de kamer binnen,
en roept aan de deur met stentorstem Bliny !"
waarop de bedienden terstond de verlangde
spijs, met thee. rosolio en likeuren brengen,
bedient zich, geeft zijn naam of zijn kaartje,
en heeft zijne visite gemaakt. De familie is toch
allicht zelve ook uit, en legt haar eigen
Blinybczoeken af, eenige dozijnen per dag, tot 's na
middags de sleden met lantarens en fakkels ver
licht worden, en do maskerade doller, maar lang
zamerhand schaarscher bezocht wordt. 31 on gaat
dan naar de glijbaan bij de rivier, naar de bals
bij de families. Deze bals worden ook door
maskcn bezocht ; de geest en het schertsende der
zuidelijken ontbreken iittusschen geheel. Men laat
zijn fraai costuum bewonderen, zegt eenige
oimooze!o vleierijen en soms niets, of plaats zich aan do
spoeltalel die nog tot laat in den nacht bezet
blijft, en het intelligentste van al de
carnavalsgenoegens vormt.
?H
* *
De koningin van Engeland heeft in Frankrijk
de hoffelijke wijze geroemd, waarop men haar
aan alle stations begroet en met eerbewijzen ont
vangen had; do Italianen willen trachten,
dezcbelcefdheclen te overtreffen. Koningin Victoria
ontving een rijke verzameling bouquctten , waarvan
dat der Toskaauscho Tuinbomv-vereeniging
een der kostbaarste was. Do bouquet bestond
uitsluitend uit planten die in een der dcelen van
het gebied der koningin in de open lucht groeien.
| De Ilimalaya's, de Indische vlakte, Kaapland,
Burmah, Australië, waren alle vertegenwoordigd.
De koningin liet aan het bestuur haren dank
betuigen. Te Florence, waar de koningin ecnigen
tijd vertoeven zou, werd haar een adres van hulde
namens de burgers der stad aangeboden.
*
?*?
*Men weet, dat het gebruik, elkander Paaschoioren
ten geschenke te geven, zoowel van liomeinscïien
als van Germaanschon oorsprong is. Te Kome hield
men wedloopen om eieren ter eere van Castor en
Pollux; bij de Gcrmaansche volkeren vond de
kerk een dergelijke gewoonte on assimileerde die.
Een der stammen die het in de versiering der
eieren het verst gebracht hebben, zijn de Wenden
in de Boven-Lausitz (hot Pruisische doel van
Neder-Silezië). De vrouwen en meisjes bewerken
daar de eieren op driecrlei manier: ót de rauwe
eieren worden met vloeibare was beschilderd, en
dan met de zoogenaamde eierkleur in water ge
kookt, waarbij zij dan op do met was bestreken
plaatsen geen kleur aannemen; of het patroon
wordt op de gekleurde eieren met sterk water
geëtst ; of men krabt het met een scherp, spits
mes in de schaal.
Met deze eenvoudige middelen maken de
Wenden eene reeks van fantastische, origineele
patronen, die de bewondering van kunstenaars
gewekt hebben. Er is daarom door eene
Bcrlijnsclic tirma dit jaar eene tentoonstelling met
premiën van deze eieren geopend ; en gedurende
eenige weken zijn de eieren, Lindenstrasse 18 te
Berlijn, ter bezichtiging gesteld. liet denkbeeld
neemt in Berlijn bij/ouder cp ; de jonge dames
zijn er aan het teekeiien en kleuren gegaan, en
hot laat zich aanzien dat deze tak van
kunst! industrie weldra hot zenden van chocolade en
suikereieren verdringen zal. Een goed hard ge
kookt ei toch bederft niet, maar droogt zonder
onaangename gevolgen te veroorzaken, na jaar en
dag uit, zoodat men de kleine kunstvoorwerpjcs
als souvenirs behouden kan zoolang men wil.
*
Do Ilaagsche kooksehool vindt steeds meer bijval,
maar nog altoos trokken do cursussen voor dames
meer bezoek dan die voor burgerhuisvrouvven. Toch
was, naar gezegd werd, het voornaamste doel der
commissie, de vrouw van don werkman te leeren,
uit de ingrediënten die haar ter beschikking staan,
een smakelijke en zoo voedzaam mogelijke spijs
te bereiden. Komen de werkrnanshuisvrouwen
echter nog niet op, van de dames-cursussen wor
den er reeds drie gegeven, in plaats van de twee,