De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 8 april pagina 4

8 april 1888 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

4.*'' DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.663 straat Notre-Dame-de-Lorette en een even harts tochtelijk visscher als hij. Dikwijls brachten zij een gedeelte van den dag'door, naast elkander C ten met den hengel in de hand, en zoo hadzjj langzamerhand vriendschap gesloten. Soms spraken z\j niet met elkander, dan eens wel, maar W)k zonder spreken begrepen zij elkaar, want zij iaddon denzelfden smaak en de/elfde gevoelens. Wanneer in de lente, de zon des morgens om' fetreeks .10 uur haar stralen deed flikkeren op het water, en de twee onvermoeide visschers een beLagelijke warmte gewaar werden op den rug, zeide Morissot soms tot zyn buurman: Lekker, hè?" en Sauvage antwoordde: Er gaat toch niets x>ven visschen," 3Ën dat was hen voldoende om elkaar wederkeeig ie leeren begrijpen en achten. In den herfst, wanneer tegen het vallen van den avond de lucht bloedrood gekleurd door de on dergaande zon. zich weerkaatste in den stroom, «&*d« twé'vrienden boude in een rossen gloed, ;'<fie ook de reeds bruin geworden bladoren der boom'en verguldde, keek Sauvage glimlachend Morissofr aan, en zeide bibberend van kou: Wat «en jirachtig gezicht!" En Morissot zonder den .«OS van zijn dobber af te wenden, antwoordde: " Dat is toeter dan flaneeren langs de boule>*rdg, wat?" Zoodra zij elkander herkend hadden drukten *$ elkaar ontroerd de hand, geheel onder den indruk van de veranderingen, die er hadden plaats gegrepen sedert hun laatste ontmoeting. Sau" Tage slaakte een diepen zucht en zeide: Er is heel wa.t gebeurd in dien t\jd" en somber ant~WH»$ïe Morissot: ';Wat een <ireêrl het is vandaag'wède eerste mooie dag van het jaar." Werkelyk.was de lucht helderblauw. Zwijgend j&kpBa zg een tijd lang., naast elkander voert; toen ' TOrifoöSJ Morissot: n het visaeten? Herinnert ge u nog wel?"?Helaas," antwoordde Sauvage, wanneer zullen wij het kunnen hervatten?" ij traden een koffiehuis binnen en dronken een glas absinth; daarna zetten zij hun wande ling voort. '. Plotseling kleef Morissot staan: Willen we nog een glaasje nemen?" «Als ge lust hebt." En zy traden een ander koffiehuis binnen. Toen ze weer buiten kwamen, waren zij half bedwelmd, zooals menschen gewoonlijk zyn, die met een leege maag veel alkohol drinken. Het weder-was zacht en een vriendelijk koeltje streek ien langs het gelaat. Die zoele lucht maakte den xöes van Sauvage nog erger Hij bleef staan en riep uit: Ala wy eens gingen?" Waarheen?" Wel, visschen." «Maar waar?" Op ons eilandje. De Fransche voorposten i\ju dicht bij Colombes. Ik ken kolonel Dumoulin, ?i'jnen zal ons gemakkelijk doorlaten." i' Morissot watertandde. Goed, ik ga mee." En ' z\j gingen spoedig naar huis om even hun hen gels 'te halen. Een uur later waren zij samen «p weg. Spoedig hadden zij de villa bereikt, waar 4e kolonel zijn intrek had genomen. Hij glimlachte ever hun verzoek en stond het gaarne toe. Zij begaven zich weder op weg, voorzien van . sea vrijgeleide. Spoedig kwamen zij buiten de voorposten, trok ken door het verlaten dorp Colombes en bevon den zich toen in de nabijheid van de kleine wijn gaarden, aan de oevers van de Seine. Het was ongeveer elf uur. Tegenover hen lag het dorpje Argenteuil, doodsch «n verlaten. De heuvels van Orgemont en Sannoïs verhieven zich hoven de witgroote vlakte, die zich uitstrekt tot Nanterre. Met den vinger naar die heuvels wijzende, fluisterde Sauvage: Daar sjjn de Pruisen!" En een huivering overviel de beide, vrienden. )e Pruisen!" Zij hadden hen nooit gezien, Kaar reeds maanden lang gevoelden zij hunne nabjjheid, daar om Parijs heen. De Pruisen!" Zij todden geheel Frankryk ten onder gebracht, zij hadden geplunderd, gemoord, verwoest; zij waren onzichtbaar maar almachtig. En een soort van bygeloovige vrees voegde zich bij den haat dien de beide vrienden koesterden voor dit onbekende en zegevierende volk. Morissot stamelde: Als wij ze eens tegen kwamen ?" En Sauvage antwoordde, met de onbedwingbare Parijsche spotlust: wel, wij zullen hen een vischje offreeren." Maar toch bleven zij aarzelend stilstaan, be angstigd door de diepo stilte, die overal heerschte. Eindelijk nam Sauvage een kloek besluit. Kom, laat ons gaan maar voorzichtig." Zij namen hun weg door een wijngaard; hielden zich zooveel mogelijk verscholen achter de strui ken, en met onrustige blikken en angstig luisterend slopen zij voort. Eindelijk hadden zij den stellen oevjsr bereikt, en hurkten neder in het hooge riet. Morissot boog luisterend het hoofd ter aarde om zich te overtuigen of geen voetstappon zich deden hooren. Maar alles was stil. Zij waren alleen, geheel alleen. En volkomen gerustgesteld begonnen zij te visschen. Het verlaten eilandje Marante tegenover hen, beveiligde de beide visschers voor alle bespieding Tan den tegenover gelegen oever. De kleine re stauratie was gesloten, scheen sedert jaren verlaten. De eerste visch werd gevangen door Sauvage ; Morissot ving de tweede; en zoo bij beurten haalden zij den hengel op met een klein zilver vischje, bengelend aan het snoer: het was een ware wondervangst. Voorzichtig lieten zy de visschen glijden in een net met kleine mazen, dat aan hun voeten lag. l!n een heerlijk gevoel overmeesterde hen de ?vreugde, die ons bevangt wanneer wij eindelijk ?weder een genot smaken, waarvan wij lang ver stoken zijn geweest. Een vriendelijk zonnetje verwarmde hun rug en schouders; zij hoorden niets meer, dachten aan niets; de wereld bestond niet meer voor hen, zij vischton. Maar plotseling liet zich een dof geluid hooren, dat van onder den grond scheen te komen. Het kanongebulder nam weder een aanvang. Morissot keerde zich om, en bemerkte links den Mont Valérien wiens top in witte rook gehuld was. En , onmiddellijk daarop weerklonk een tweede schot, j gevolgd door een derde, een vierde. j Sauvage haalde de schouders op. Daar be ginnen zij weer", zeide hij. Morrissot, die met angstige blikken zijn dobber bespiedde, bromde vol verontwaardiging, tegen die dwa zen, die daar zoo aan 't vechten waren. Wat een onzin om elkaar zoo goedsmoeds dood te schieten". Het is erger dan wilde dieren", hernam Sauvage. En Morisspt, die juist een blei gevangen had, verklaarde: Het zal wel alt\jd zoo blijven, zoolang er gouvernementen zijn". Sauvage sprak hem tegen. DéRepubliek zou den oorlog niet ver klaard hebben". Maar Morissot viel hem in de rede: Als er een koning is, heeft men den oorlog met vreemde mogendheden; de Republiek brengt alleen binnenlandsche twisten met zich." En zoo gingen zij rustig voort met redetwisten; alleen op dit ne punt waren zij het eens, dat men nooit geheel vry zou zy'n. En van den Mont Valérien dreunde nog steeds zonder ophouden het gebulder der kanonnen: zij brachten verwoesting in de huizen der hoofd stad, maakten een einde aan menig hoopvol leven, vernietigden vele schoone verwachtingen, en in de harten van vele vrouwen, dochters en moeders ginds in verre landen, sloegen zij wonden, die nooit weder geheeld zouden worden. Zoo is het leven", zuchtte Sauvage. Zeg liever, zoo is de dood", verbeterde Morissot glimlachend. Maar een plotselinge huivering overviel hen, want zij hoorden voetstappen achter zich, en zich omkeerende bemerkten zij vier mannen, vier groots gewapende mannen met een helm op 't hoofd, gekleed als livereiknechten, die hun geweren op hen gericht hielden. De twee hengels ontvielen aan hun bevende handen en werden door den stroom meegevoerd. Binnen weinige seconden waren zij gegrepen, ge bonden, meegevoerd, in een bootje geplaatst eii naar het eiland overgebracht. En daar achter het huis, dat zij verlaten waanden, bemerkten zij een twintigtal duitsche militairen. Een van hen, een gebaarde reus, die schrijlings ep een stoel gezeten zijn pijp rookte, vroeg hun in uitstekend fransch: Wel heeren, hebt ge een goede vangst gehad?" Een soldaat legde het net vol visschen, dat hij had meegenomen, voor den officier neder. De Duitscher glimlachte: Nu ik moet zeggen, dat is 'iniet slecht gegaan. Maar het geldt hier een andere zaak. Luistert naar mij en maak u niet ongerust. Ik houd u voor twee spionnen, gezonden om mij te bespieden. Gij zijt gevangen genomen en moet gefusilleerd worden. Gij hebt den schijn aangenomen van te visschen teneinde uw oog merk beter te verbergen. Toch zijt ge in mijn handen gevallen, het spijt mij voor u maarzoo gaat het in den oorlog. Maar daar gij de voorposten hebt verlaten, moet ge een wachtwoord hebben om er weder binnen te komen. Zeg mij dat wachtwoord en ik schenk u het leven." Doodsbleek, maar zwijgend stonden de beide vrienden daar. Do officier hernam: Niemand zal het ooit te weten komen, gij zult ongestoord terug koeren. Het geheim zal met u verdwijnen. Als ge weigert wacht u een zekere dood. Kiest." Zij bleven onbewegelijk staan, zonder een woord te spreken. Op denzelfden kalmen toon ging de Duitscher voort, terwijl hij naar de rivier wees: Bedenk, dat ge binnen vijf minuten op den bodem van dat water zult liggen. Binnen vijf minuten! Denk aan uw bloedverwanten?" Van den Mont Valérien dreunde nog altijd het geschut. De beide visschers stonden zwijgend naast elkander. De officier gaf eenige bevelen in het Duitsch. Daarop verschoof hij zijn stoel om niet te dicht bij de gevangenen te zitten; twaalf soldaten plaatsten zich op 20 schreden afstand met geladen geweren. De officier hernam: Ik geef u nog een minuut bedenktijd, maar geen seconde langer." Plotseling sprong hij op. naderde de beide ge vangenen, nam Morissot bij den arm trok hem mede en zeide fluisterend: gauw. het wacht woord? uw makker zal het niet te weten komen." Morissot antwoordde niet. Toen greep de Duitscher Sauvage bij den arm en stelde hem dezelfde vraag. Sauvage antwoordde niet. Weder stonden zij naast elkaar. De officier commandeerde. De soldaten legden aan. Bij toeval viel de blik van Morissot op het net vol visschen, dat op eenige schreden afstand vóór hem in het gras lag. Zij glinsterden in het hel dere zonlicht, dat hen bescheen. Toen schoot het gemoed hem vol, en zijne oogen vulden zich met tranen. Adieu, mijnheer Sauvage," stamelde hij. Adieu, mijnheer Morissot," antwoordde Sauvage. Zij drukten elkander bevend de hand. Vuur!" riep de officier. En twaalf schoten weerklonken. Sauvage viel voorover. Morrissot, die grooter was, wankelde, struikelde en viel dwars over zijn makker, terwijl het bloed stroomde uit een diepe wond in de borst. De officier gaf opnieuw zijn bevelen. De soldaten gingen heen en kwamen weldra terug met touwen en steenen die zij aan de voeten 'Ier beide slachtoffers bonden; daarna droegen zij de lijken naar de rivier. En nog altijd dreunde het geschut van den Mont Valérien. Twee soldaten grepen Morissot bij hot hoofd en de voeten; twee andere grepen Sauvage op dezelfde manier. Een oogenblik en de lijken ploften in het water en verdwenen spoedig in de diepte, meegesleept door de zwaarte der steenen, die aan de voeten gebonden waren. Een weinig bloed kleurde het water rood. Nu is het de beurt van de visschen," zeide de offi cier, even bedaard als te voren en keerde naar huis terug. Daar bemerkte hij het net met visschen in het gras. Hij raapte het op, bekeek het glimlachend en riep: Wilhelm!'1 Een soldaat mot een wit voorschot kwam aan loop en. Terwijl de officier hem de vangst der beide spionnen" toewierp, beval iij: Laat mij dade lijk die visch bakken. Ze leeft nog. Dat belooft een lekker maal." En hij stak zijn pijp weder aan. Gt'Y DE MAUPASSANT. VOOR DAMES. Schaakspel. No. 119. Van H. VON GOTTSCHALL te Leipzig. ZWART. INGEZONDEN OPLOSSINGEN. Juist opgelost no. 117 bis met 118 ter door W. v. H. te Delft, no. 116 met bis, 117 met bis en eindspel mevr. L. door Mei" te Amsterdam en I). D. te Rotterdam en J. A. W. te Gouda. Fienügaf'cd te Kaatsheuvel en A. P. te Arnhem beiden no. 117. Eerstgenoemde vergelijk onze oplossing. BRIEFWISSELING. A. R. P. Het probleem 6330 van LTIermet is foutief. Bij l D d7 faalt do oplossing door zwart II. <13 f5. Ook no. 6335 der Sch.ztg. j van Schindlcr valt in duigen op twee manieren IR (]{> en nog oen prosaiser door IR. e3 f enz Bedoeld is l I), el enz. Drukfouten in no 118 : De witte koning op a'2 »uu(lefgh moet verwisseld worden voor een witten raadsheer. WIT. jn no uy i,is moct pion c5 wezen een zwarten Wit speelt voor en geelt in drie zetten mat. pion op b.r>. In hot eindspel v. W. en D. moet (Wit 8 en Zwart 6 stukken met K. hl). slot aldus zijn: hl el en wint. OPLOSSING VAN SCÏIAAKPROBLEE.M No. 117 van C. A. L. Buil te Tcddington. l T d4! c5 X d4 2 c/1 c5 on v. 3 R of D f mat l Als boven, h3 - c.'i a D X fi> t K X i5 '?'> R d7 f mat l h3 d3 2 D X d3 onv. 3 T geeft mat 117 II. Davy. l d2 - g2 c6 X <lf> 2 g2 a2 enz l Als boven, d 7 X (l-r> 2 ga h enz. l dito, c4 X d5 2 g'-! enz. l f7 speelt 2 c4 gf> f mat. Mooi! Probleem no. 5 kalender. Van A. van Ileycop ten Ham. Iets gewijzigd. Wit K. a8 D c6 Pd o5 R e2 pions b3 e3 12 en h3 (8. Zwart K. e-1 Pd d2 R a2 pions b(J en hG (5 met K. c4. Wit begint en geeft in drie zotten mat. Tweezet van T. Taverner te Bolton. Bekroond motto Jeannie in het tornooi der Montrcal Gazette. Eerste prijs. Wit D. a8 Pd a2 R al K el T f3 Pd g4 R g'2 pions d5 t'5 (i). Zwart K. c4, Pd. e2 T f8 R g8 pion g,'5 (5 met K. c4. Wit begint on geeft in twee zetten mat. Oplossing no. 117 bis vierzet. l el c,'!! dl X c3; ?' k5 X c3 bt> bf>; 3 c2 a2, b3 -{a2; 4 b4 c2 enz. Oplossing no. 20 Schaakscherts. l g2 X hl D f j mat. De aardigheid van deze scherts ligt in hetgeen er bijgezegd wordt. Wit beweert dat do witte K g ecu mat gezet kan worden maar de heer Sul vindt goed daaruit te lezen geen mat. en schrijft liet is een (corrosp. partij) dat hij hot tegendeel beweert. Daar nu het tegendeel van mat zetten is: niet mat zetten, moet zwart in het ongelijk gcsMii worden. i« Siberië. Koningin Victoria. Lausilzer paascheieren. De Koorschool. In Siberiëheeft men den vastenavondtijd dit jaar met niet minder vroolijkheid dan anders gevierd. Men noemt hem Masleniza, de botertijd", omdat de Siberiërs, evenals de Moskoviten, in dezen tijd spijzen mogen eten die enkel met boter toebereid zijn, hetgeen hun in anderen tijd niet geoorloofd is. In den botertijd" zijn de Siberiërs niet minder dol dan de Napolitanen of Venetianen in hun carnavalstijd; arm en rijk wedijvert in vroolijkheid; de feestelijkheden be ginnen in den vroegen morgen om eerst laat in deii nacht te eindigen. Aileen in dit opzicht verschilt de carnavalsvrengdo van die in het Zuiden, dat bij deze laatste minder alcohol noodig is. Des morgens vroeg komen reeds onafzienbare karavanen van sleden uit de dorpen naar de hoofd plaatsen der gouvernement en; de schellen klinken, en het gezang, in de eone slede aangeheven, wordt in de andere opgevangen en beantwoord. Tegen tien uur is de toevloed 200 groot, dat men vóór noch achteruit kan, en de hulp der politie noodig is, om, evenals op de zuidelijke corso's, al de sleden in twee elkander kruisende rijen te brengen. Nu gaat het stapvoets ; de rijk versierde sleden, do pelzen en kleurige dekkleeden schitteren in de matte Februarizon, en scherts en gelach klinken alsof de thermometer niet 30 graden onder nul toekende. Sommige sleden stellen een vogel, een. schip, een ei, een taveerne voor, door een tot twintig paarden voortgetrokken. Daar het zoo koud is, heeft ieder, zoodra de slede stilstaat, behoefte, zich met warmte en ververschingen te verkwikken. De gastvrijheid is dan ook onbeperkt ; alle huizen staan open, Nalewka", Nastojka" on andere likeuren, kokende thee, punch, staan gereed, en daarbij Bliny", een soort van pruimentaart, die, van fijn wcitemeel, inalle families voor deze gelegenheid gebakken wordt. Deze Bliny" eet men snel en gloeiendzij wordt overgoten met gesmolten boter, en opgedischt in een schotel zure room. De rijke lieden dienen er kaviaar bij, hetgeen naar onze begrip pen een eigenaardig ragoiitje zou opleveren. Wie maar kennis is, moet liliny" komen eten; men ijlt even uit de slede, gaat de kamer binnen, en roept aan de deur met stentorstem Bliny !" waarop de bedienden terstond de verlangde spijs, met thee. rosolio en likeuren brengen, bedient zich, geeft zijn naam of zijn kaartje, en heeft zijne visite gemaakt. De familie is toch allicht zelve ook uit, en legt haar eigen Blinybczoeken af, eenige dozijnen per dag, tot 's na middags de sleden met lantarens en fakkels ver licht worden, en do maskerade doller, maar lang zamerhand schaarscher bezocht wordt. 31 on gaat dan naar de glijbaan bij de rivier, naar de bals bij de families. Deze bals worden ook door maskcn bezocht ; de geest en het schertsende der zuidelijken ontbreken iittusschen geheel. Men laat zijn fraai costuum bewonderen, zegt eenige oimooze!o vleierijen en soms niets, of plaats zich aan do spoeltalel die nog tot laat in den nacht bezet blijft, en het intelligentste van al de carnavalsgenoegens vormt. ?H * * De koningin van Engeland heeft in Frankrijk de hoffelijke wijze geroemd, waarop men haar aan alle stations begroet en met eerbewijzen ont vangen had; do Italianen willen trachten, dezcbelcefdheclen te overtreffen. Koningin Victoria ontving een rijke verzameling bouquctten , waarvan dat der Toskaauscho Tuinbomv-vereeniging een der kostbaarste was. Do bouquet bestond uitsluitend uit planten die in een der dcelen van het gebied der koningin in de open lucht groeien. | De Ilimalaya's, de Indische vlakte, Kaapland, Burmah, Australië, waren alle vertegenwoordigd. De koningin liet aan het bestuur haren dank betuigen. Te Florence, waar de koningin ecnigen tijd vertoeven zou, werd haar een adres van hulde namens de burgers der stad aangeboden. * ?*? *Men weet, dat het gebruik, elkander Paaschoioren ten geschenke te geven, zoowel van liomeinscïien als van Germaanschon oorsprong is. Te Kome hield men wedloopen om eieren ter eere van Castor en Pollux; bij de Gcrmaansche volkeren vond de kerk een dergelijke gewoonte on assimileerde die. Een der stammen die het in de versiering der eieren het verst gebracht hebben, zijn de Wenden in de Boven-Lausitz (hot Pruisische doel van Neder-Silezië). De vrouwen en meisjes bewerken daar de eieren op driecrlei manier: ót de rauwe eieren worden met vloeibare was beschilderd, en dan met de zoogenaamde eierkleur in water ge kookt, waarbij zij dan op do met was bestreken plaatsen geen kleur aannemen; of het patroon wordt op de gekleurde eieren met sterk water geëtst ; of men krabt het met een scherp, spits mes in de schaal. Met deze eenvoudige middelen maken de Wenden eene reeks van fantastische, origineele patronen, die de bewondering van kunstenaars gewekt hebben. Er is daarom door eene Bcrlijnsclic tirma dit jaar eene tentoonstelling met premiën van deze eieren geopend ; en gedurende eenige weken zijn de eieren, Lindenstrasse 18 te Berlijn, ter bezichtiging gesteld. liet denkbeeld neemt in Berlijn bij/ouder cp ; de jonge dames zijn er aan het teekeiien en kleuren gegaan, en hot laat zich aanzien dat deze tak van kunst! industrie weldra hot zenden van chocolade en suikereieren verdringen zal. Een goed hard ge kookt ei toch bederft niet, maar droogt zonder onaangename gevolgen te veroorzaken, na jaar en dag uit, zoodat men de kleine kunstvoorwerpjcs als souvenirs behouden kan zoolang men wil. * Do Ilaagsche kooksehool vindt steeds meer bijval, maar nog altoos trokken do cursussen voor dames meer bezoek dan die voor burgerhuisvrouvven. Toch was, naar gezegd werd, het voornaamste doel der commissie, de vrouw van don werkman te leeren, uit de ingrediënten die haar ter beschikking staan, een smakelijke en zoo voedzaam mogelijke spijs te bereiden. Komen de werkrnanshuisvrouwen echter nog niet op, van de dames-cursussen wor den er reeds drie gegeven, in plaats van de twee,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl