De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 29 april pagina 2

29 april 1888 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.566 r> Hier houdt de »waardeering" op. Zij vindt haar grens waar de democratie een woordje begint mee te spreken, wat bij de linkerzijde der anti-revolirtionnairen zeer zeker, bij den heer Schaepman en zijne vrienden in zekere mate het geval ia. De ministers van wie men geene doortas.tende hervormingen vreest, van wie men hoopt dat zij den boedel over een jaar of wat weer ongerept aan het liberaal behoud zullen overleveren, vinden genade, Keuchenius niet, omdat men wat van hem verwacht, omdat hij in koloniale zaken een radicaal man is, die naar men meent durven zal. Nimmer sprak het conservatief' instinct der Nederlandsche liberalen zich _ duidelijker u!t l dan i 11 de beoordeeling van dit ministerie. Je, Je. Aan Dr. G. F, WESTERMAN, »De jaren güjen heen, en vallen af als bladers"; Maar, flink en altijd jong, in onverstoorbre kracht Staart gij het schouwspel aan, en bij het stof der vaders Wordt ge in geen jaren nog vergaderd. Elk geslacht Dat opkomt ziet met vreugde en eerbied u te midden Der dierenwaereld gaan, en dienen trouw en sterk De wetenschap: gij heerscht; bevelen kunt ge en bidden: " De Schepper kroont u eens, als meester bij zijn werk. Dat jaren, jaren, nog de datum zij verschoven, Waarop een nieuw geslacht, een later Muzenkind Het laatste lierdicht schrijv', dat uw verdienste loven En tuigen zal: Zijn roem gaat veler faam te boven: Een Dierenvriend, die warm de Menschen heeft bemind! J. A. ALB. THIJM. Jr BIJ GELEGENHEID DER VIERING VAN HET VIJFTIG-JARIG JUBIL VAN HET KONINKLIJK ZOOLO GISCH GENOOTSCHAP, NATUEA ARTIS MAGISTRA' Ruimschoots eene halve eeuw geleden"werd, hoofdzakelijk op initiatief van den Heer G. F. Westerman, toen ter tijd Boekhandelaar in de Kalverstraat alhier, een Kabinet van op gezette vogels, yisschen en andere dieren tegen een klein in treegeld voor het publiek toegankelijk gesteld, ten einde deze met den rijkdom in vormen en kleuren der dieren wereld zich meer zouden kunnen vertrouwd maken; de aldaar tentoongestelde voorwerfn waren hoofdzakelijk allen door den Heer Draak, suppoost in het Burgerweeshuis hier ter stede, geprepareerd. Het gebouw waarin zich dit museum be vond, stond in de middellaan, ongeveer tegen' over de vestibule van het tegenwoordige groote Societeitsgebouw van Natura Artis Magistra, en was toen ter tijd algemeen bekend onder den naam van JVieuwe Stadsherberg. In dit bescheiden lokaal rijpten bij den Heer Wester man, onder medewerking van twee zijner Trienden, de Heeren J. W. H. Werleman en J. J. Wijsmulier, de plannen om Amsterdam evenals Londen en Parijs met een dierentuin te verrijken. Hoezeer deze oorspronkelijke Elannen van zeer bescheiden omvang waren, leek evenwel spoedig dat de Nieuwe Stadsherberg daartoe niet de geschikte plaats was. Toen tegenover dit lokaal, de_ opstallen en de erfpacbtsrechten op liet terrein van Midden hof werden te koop aangeboden, haastte zich nevel en uit dien nevel treedt een ander be kend beeld te voorschijn; mijn eigen te huis en als middelpunt daarvan een vriendelijk, zacht gelaat, het gelaat mijner moeder. Lief, best moedertje, ik zie u weer, zooals ik u thans alleen nog maar in mijn droomen kan zien, helaas! Ik zie u met dat heldere, opge ruimde lachje om uw lippen al werden uwe wangen pok langzamerhand bleeker: al riep dat lachje ook de kuiltjes niet meer te voor schijn waarin ik mijn wijsvingertjes placht te steken, toen ik nog heel klein was. Ik was uw eenig kind en toch liet ge mij van u gaan om onder vreemde oogen te leven; toch zondt ge mij naar een kostschool. Waaroas? Qnsdsk ge wist hö-èkopêlöS en verraderlijk de kwaal was, waaraan geleedt; omdat ge wenschtet dat ik leeren zou te leven te midden van vreemden, terwijl ik nog een troost en een eigen »te huig" bezat, om iiet te kunnen als het onherroepelijk noodig zou zijn. Ge wist hoe korten tijd ge nog op aarde zoudt vertoeven en zeker hadt ge mij liever bij u gehouden, maar ge zaagt in de toekomst en pfferdet uw eigen verlangen op ,aan het welzijn van een ander, zooals ge uw gansche leven hadt gedaan. O, als het waar is wat ik in mijn kinderjaren leerde en ge loofde, als er werkelijk een plaats kan be staan waar onze dooden ontwaken als ver heerlijkte gedaanten, met blinkende kleederen en azüren vleugelen, dan moet ge die gou den poorten reeds lang zijn, binnengetreden gij, die op aarde hun reeds gelijk waart hier. waar 't zooveel moeielijker valt om een engel te zijn. * * * Hoe verstandig en onzelfzuchtig het besluit Tan mijne moeder ook geweest moge zijn, toch twijfel ik er sterk aan, of mijn voortdu rende smeekbeden niet in staat zouden gehet ovengenoemde driemanschap daarvan in 't bezit te komen. Dit nietig plekje gronds, slechts 4675 vierk. meters groot, werd alzoo de wieg en bakermat van het thans zoo trotsche »Natura Artis Magistra", met recht een parel aan de kroon van Amsterdam geheeten, en dat zoo menigmaal tot voorbeeld en navol ging gestrekt heeft voor bijna alle zoölogische tuinen van Europa; doch die bijna allen in ontwikkeling verre bij die van Amsterdam zijn ten achter gebleven. Waar toch vindt men eene inrichting, die behalve eene uitgebreide diergaarde van den eersten rang, vele museumzalen, eene prach tige en rijke Bibliotheek ten dienste der wetenschap, alsmede een groot aquarium en eene schoone bloemenverzameling in zich vereenigt; men zal zulks elders te vergeefs zoeken. Op den Isten Mei 1838 vormde zich, op de roepstem der eerste ontwerpers, eene vereeniging van 120 deelnemers met het plan onder den naam van Natura Artis Muyistra eene sociëteit te stichten met het doel de dieren wereld meer van nabij te leeren kennen en de natuur in hare schepselen te kunnen be wonderen. Welke Utopist had toen ter tijd durven voorspellen, welken omvang deze vereeniging 50 jaren later zoude 'bereikt hebben. _Weiiiige van de toenmalige leden zullen zich deze dagen van wording nog herinneren; de grijze stichter van dit alles, de tachtigjarige Dr. G. F. Westerman, die van den beginne afaan als Bestuurslid en Directeur aan het hoofd gestaan heeft, is bijna alleen over gebleven, met rechtmatigen trots mag _hij op zijn werk terug zien; het tegenwoordig Amsterdam is hem er ten hoogste erkentelijk voor, daar het aan hem te danken heeft eene inrichting te bezitten, die bij land weest zijn om het in verkeerde richting te bren gen, altijd als oom Berend er niet geweest was. 't Kwam mij steeds voor, dat hij zich meer met onze zaken bemoeide dan hem paste, maar in den tijd, waarvan ik spreek, vond ik dat het werkelijk alle grenzen te buiten ging; mijne moeder echter stelde een onbepaald ver trouwen _in hem en ik moest mij daar wel naar schikken. Ik wist toen nog niet hoe zeer hij dat vertrouwen waardig was, maar wierp de schuld van mijn aanstaand vertrek geheel on hem; ik haatte hem zelfs, vrees ik, met al den haat van mijn ontwakend jonkvrou welij k hart. Oom Berend was een gepensionneerd kapi tein die, aoiuler '4m grijaen knevel, welke den oud-militair verried, aan een koster na den middag had doen denken; »na den middag" omdat een sterfelijk koster gewoonlijk rooder op den middag, dan in den oebtend pleegt te zijn. Oom Berends gezicht was rood, maar ik heb het nooit zóó rood zien worden dat zijn neus niet altijd nog rooder was. Soms als hij erg uit, of erg in zijn humeur was, blies hij zijne wangen op totdat ze een tint hadden als geklopte^biefstuk, oogenblikken waarop hij m. i. sprekend geleek op vEolus in de bondsdagen. Na het verlaten van den dienst was hij kerksch geworden en »bereid", dat wil zeggen: »dat hij ieder uur van den dag, of den nacht zelfs, gereed en bereid was, als de Heere hem verkoos te roepen." Hij is nu in de tachtig, jichtig en nog even bereid, maar de »Heere" heeft hem nog niet geroepen. Mijn arme moe der was zooveel jonger, en misschien nog niet bereid zooals_ hij, maar toch moest zij gaan toe_n de onzichtbare vinger haar aanwees. »Lief moedertje" dacht ik toen nvaarom kon den we niet samen heengaan"; soms denk ik het nog wel eens. genoot en vreemdeling zeer hoog staat aan geschreven en door ieder deskundige ten zeerste wordt geroemd. Besloeg het terrein van N. A. M- bij de stichting in 1838 eene oppervlakte van niet meer dan 4G75 vierkante Meters, 4 jaren later werd het vergroot tot 11.275 vierk M. In 18?3 beznt het Genootschap (met uitzon dering van Zorgvliet, gelegen op den hoek van de Middellaan en Kerklaan) de terrei nen door de Middellaan en Doklaan alsmede de Kcrklnan en Lepfllaan begrensd, zijnde 290 Meters lang en 187 Meters breed, alzoo ter op pervlakte van 54,230 vierk. M. of 5 Hectaren, 42 Aren en 30 Centiaren, ongeveer de helft van den tegenwoordigen omvang. In 1863 reikten de terreinen tusschen Middellaan en Doklaan tot aan de Badlaan en besloegen eene oppervlakte van 300 M. lengte bij eene breedte van 187 M. of 72,930 vierk. M. = 7 Heet., 2!) Aren en 30 Centiaren. Thans kan het Genootschap beschikken over het gedeelte der Plantage gelegen tusschen de Middellaan, de Doklaan, de Kerklaan en de Lfjnbaansf/racht, eenegezamenlijke oppervlakte uitmakende van ruim 10 Hectaren (Bunders) en, volgens den tegenwoordigen gemiddelden prijs der gronden in_ de Plantage gelegen, eene waarde van 4 millioen gulden vertegenwoordigende. Om zien een denkbeeld te kunnen vormen van de uitgestrektheid van het terrein in 't bezit van het tegenwoordig Koninklijk Zoölo gisch Genootschap Natura Artis Magistra, wete men dat om alleen de hoofdpaden, ter lengte van meer dan 4000 Meters, af te wan delen zonder op zijne schreden een oogenblik te verpoozen of zich te laten verleiden iets in oogenschouw te nemen, men ruim n uur noodig heeft. Op deze wandeling passeert men: 80 Stallen en Boxes, meest met buitenperken voorzien. 139 grootere en kleinere Dieren verblijven met buitenperken. 20 grootere en kleinere Dieren ver blijven met Zwemkommen. 82 groote Vollere?. OOG Hokken eu Kooien. 40 Hangkrukken voor Ara's en Kakatoe's. 30 Glazenkasten voor Slangen, Hagedis sen enz. 22 Bassins bestemd voor kunstmatige Vischteelt. 3 groote Vijvers met vele soorten van Zwemvogels. (i Planten- en Bloemenkassen. 10 Museum- en Bibliotheekzalen met kasten ter gezamenlijke lengte van 1419 Meters, als mede : Het Aquariumgebouw met zijn 40 groote glazen bassins, in welke men de zee en de zoetwaterbewoners bewonderen kan. Het groot ste dezer bassins bevat alleen 40 kub. Meters zeewater en is voor de grootere zeevisschen bestemd. Sedert de stichting van het Genootschap helsben in de Diergaarde geleefd: 420 verschillende soorten van Zoogdieren. 1200 » » » Vogels. 12(1 » » > Reptilien. 170 > > » Visschon enz. Welk een schat van dieren, wier doen en laten den aandachtigen bezoeker ruimschoots stof toe opmerken en leering opleverden. Op l®. Januari van dit jaar bestond de rijkdom aan levende dieren op N. A. M. aan wezig uit: 141 soorten van Zoogdieren in 378 exempl. 402 » » Vogels » 2009 28 » » Reptilien » 77 » l » » Visschen enz. » 341 » Alzoo te zamen meer dan 2800 dieren. Om dit cijfer niet onnoodig hoog op te voeren zijn van de meer gewone soorten, die somtijds in vrij groot aantal aanwezig zijn ais van gewone apen, marmotjes, gras parkieten, rijstvogeltjes, kleine vischsoorten, alsmede van lagere diersooorten in 't aqua rium enz. enz., van elke soort slechts 10 in rekening gebracht, zoqdat het cijfer der levend dieren in werkelijkheid aanmerkelijk hooger Zooals ik Minnie zag staan onder dat kruisvuur van blikken en haastige vragen, had ook ik gestaan of liever ik stond er boven als een langbeenige, spichtig opgeschoten jongejuffrouw van vijftien jaar. Minnie telde waarschijnlijk nog niet de Iielft van dien leeftijd ; zij was een klein, ten ger, beschroomd meisje, met een zacht, aan trekkelijk gezichtje. Ik daarentegen vertoonde toenmaale de type van eeue onbeschroomde, groote meid meteen gelaat waarop alleen moe ders oog misschien een spoor van lieftalligheid kon ontdekken. Het verschil tusschen ons was duidelijk genoeg, maar toch hadden wij n punt van overeenkomst: wij waren beiden door een onverbiddelijke^ hand hierheen gebracht. In den coupe van dcu trein die ni'y 'm ge zelschap van oom Berend naar mijn Pathmos sleepte, zaten wij stilzwijgend over elkander, mijn gezwollen gelaat nog nat van mijti eigen en van moeders tranen. Arm moedertje, hoe had zij getracht zich goed te houden. Toen weuitgestapt warenen den Stationsweg', welke stad bezit dien niet, volgden, greep oom eensklaps mijn hand en begon een geforceerde marsch. De man scheen werkelijk buitenge woon «geagiteerd" en steeds sneller voortstap pend, zoodat hij mij bijna meesleepte, bewoog hij zijn dun opgerolde parapluie als een offer mes door de lucht. Een dwaze invallende gedachte deed mij in een onbedwingbaren lach schieten, :>Oom wees niet boos," riep ik uit, »maar we lijken precies: Abraham en Izaak op weg naar de ofï'erplaats". »Kwaje meid, houd je profane woorden voor je", antwoordde oom, -'Spotters huisje zal bran den meisje, denk daar asjeblieft om", maar tegelijk met die vage voorspelling matigde hij toch gelukkig zijnen tred en zwaaide iets minder moordlustig met zijn regenscherm. kan geschat worden dan hierboven is opge geven. Behalve zoovele levende dieren, vindt men in de bloemenkassen van het Genootschap eene keur van zeldzame en fraaie uitheemsche planten, kinderen van Flora, door de schoone bezoeksters der tuinen van N. A.M. zoo zeer bemind en bewonderd. De Musea bevatten in 16 verschillende za len vele zeldzame schatten, bij den gewonen bezoeker der inrichting meestal onbekend ge» bleven, doch die voor den belangstellenden beschouwer en vooral voor de wetenschap belangrijke waarde hebben. Deze Musea bestaan uit: l Museum voor Zoogdieren met 112 M1, gla zen wandkasten. l » > Vogels met 145 M1, glazen wandkasten. l » » Nederlandsche, dieren, met 100 M1, glazen wand- en legkasten. l » T lïejrtiliiin en lagere dieren, met 200 M', glazen wand- en legkasten.. l » T Skeletten, met 155 M', kas ten enz. l » » Insekten, met 920 insektenlaadjes. l » » Japanschc xeldzaamlicdcn, met 80 M1, glazen kasten. l » » Land- en Volkenkunde, met 288 M1, glazen kasten. Onder de meer bijzondere zeldzaamheden, onder de museum-voorwerpen voorkomende, willen wij hier alleen vermelden een opgezet exemplaar van eenen sedert jaren uitgestorven vogelsoort, namelijk van de »Alca impennis" alsmede van het ei van dezen vogel; als bewijs van deszelfs groote zeldzaamheid dient, dat volgens berichtten in de nieuwsbladen in December j.l. voor/1800 en 12 Maart j.1. voor ?2700 een uitgeblazen ei dezer vogelsoort, te Londen in 't openbaar geveild werd. Ook de collectie schelpen is eene der grootste en fraai ste die er bestaat, zij bevat alleen bijna 10.000 soorten, in meer dan 30.000 exemplaren ver tegenwoordigd. De Bibliotheek met menig kostbaar plaat werk (alleen het prachtig Engelsen, plaatwerk over vogels enz. van Gould, in 't bezit van het Genootschap, vertegenwoordigt eene waarde van meer dan / 0000) of van ver scheidene zeldzame boeken op de kennis der dierenwereld betrekking hebbende, bestaat uit een groote zaal met galerij, langs wier wanden de boekenkasten ter lengte van OOM. geplaatst zijn. Alle boeken naast elkaar ge plaatst zouden een rij van boeken van meer clan 1200 M1, lengte vormen, bestaande uit 5131 verschillende boekwerken (geen boekdeelen) op het gebied der zoölogie, in haren gansenen omvang, betrekking hebbende; een onbetaalbare schat voor hen die zich met de studie der dierkunde onledig houdenBehalve door aankoop, bij voorkomende gelegenheden, werd deze boeköiischat door geschenken van bijzondere personen en van 177 Academiën en geleerde Genootschappen verkregen, met welke het Genootschap voort durend in betrekking staat, deze zijn over de volgende landen verspreid als: 18 over Nederland. 9 over Italië. 2 » Nederl.-Indië. l » Spanje. l » Luxemburg. 12 » Engeland. 18 » België. l » Eng.-Indië. 17 » Frankrijk. 3 » Australië. 7 » Zwitserland. l > Canada. 39 » Duitschland. 31 9 » Ooetr.-Hong. l 5 » Rusland. l l > Denemarken. l 6 » Noorw.enZw. 2 N.-Amerika. Mexico. Brazilië. Argentina. Japan. Na een 25jarig bestaan, in 1S03, bedroegen de jaarlijksche inkomsten van het Genoot schap reeds bijna / 150.01*0, op heden 25 jaren later wordt dit cijfer met ruim /'100.000 over schreden, alzoo /'250.000. Begon het Genootschap in 1838 met slechts een i20tal leden, in 1803 bedroeg zulks ouge Ik zag hem van terzijde aan; zijn grijze borstelige knevel trilde zenuwachtig en zijn neus gloeide als eeii karbonkel, terwijl zijn oogappels rusteloos heen en weer rol den._ Toen maakte zijn voorkomen zulk een komischen indruk op mij, dat ik groote moeite had om niet opnieuw in lachen uit te barsten. Nu weet ik dat die wonderlijke mimische vertooningen de teekenen een er ontroering waren, die ik later pas naar waarde wist te schatten; thans begrijp ik waarom hij voordurend ver meed om mij aan te zien, toen wij in de spreek kamer de ksmst der directrice afwachtten. »Oom" vroeg ik schreiend, »moet _ik nu heusch hier alleen blijven ? Mag ik niet weer imr JMUÖ?" Hij antwoordde niet, maar keerde zidi omr naar een groote koperen kooi, waarin een witte kakatoe, met een /.eer achtbaar voor komen en een gele kuit', in een ring heen en weer schommelde. Zoodra het dier ons zag, boog het zijn statig hoofd, ons vriende lijk uitnoodigend tot »koppie _ krauwen"» Oom gaf gehoor aan de invitatie, maar ik moet veronderstellen dat hij geen meester in de kunst was, want de vogel schudde eens klaps de onhandige vingers, meteen ongedul dige beweging van zijn. kop af, richtte zich verontwaardigd op en deed een nijdigen uitval. Zijn miskende weldoener scheen het gevaar niet in te zien (lat hem dreigde en bracht zijn gelaat, dat hij bij dien verraderlijken uitval verschrikt had teruggetrokken, weer zóó dicht voor de tralies^ dat ik in de grootste spanning verkeerde of het dier den top van ooms neus ook soms voor een kers zou kunnen aanzien en een tweeden uitval wagen ; de komst der directrice redde miju bloedverwant van eene mogelijke verminking. (Wordt vervolgd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl