Historisch Archief 1877-1940
M AMSTERDAMMER
A«. 1888
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Ieder nommer bevat een Plaat.
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig; de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.)
Vertekent eiken Zaterd««aTOnd.
Uit|«T*tt Ij. VAN HOLKEMA, te Amsterdam,
' Keizersgracht 436.
Zondag 13 Mei.
Abonnement per 3 maanden f 1.?. fr p. p. f 1.15,
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . , . 0.10.
Advertentiën yan 1?6 regels f 1.10, elke regel meer . . » 0.20.
Reclames per regel ....?0.40.
I H K O V D:
VAN VEERE EN VAN NABIJ. -
FEUILLE" TON: .Naar huis", (Slof). Eene
kunstenaarsfamilie, (Mf de plaat), door Richard Hol.
KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Am
sterdam, door A,'Th.'?De Meiningers te Rot
terdam, (Slof), door J. H. Rössing. La
Marchande de sonrires. Muziek in de hoofdstad,
door H. C. P» Br -~ Muziekaal Overzicht, dcor V.
VARIA. SCHAAKSPEL.
Oud-AmsterdamBche Yerscheidenheden. Romeo en Julia.
Voor Dame», door E-e. ALLERLEI. RECLA
MES. BEURSOVERZICHT. ADVERTEN
TIËN.
Van verre en van nabij.
Het wordt bijna vervelend, telkens opnieuw
te moeten spreken van een man, die in de
^BBchiedenis van den dag eene veel grootere
tÜUtte inneemt, dan hem, naar zijne
beteekenis en z\jne verdiensten, toekomt. Slechts
dit kan tot lof van generaal Boulanger wor
den gezegd, dat hij in zijne faicts et gestes
eene welkome afwisseling brengt. Weinige
dagen geleden poseerde dit troetelkind van
bonapartisten, monarchisten en ontevreden
radicalen als zwijger, en weigerde hij omtrent
zijn politiek programma, waarvan toch het
heil van Frankrijk moest worden verwacht,
eene enkele inlichting te geven. Thans is de
sphinx plotseling woordenrijk geworden. De
ex-generaal heeft een boek geschreven, en
de eerste aflevering daarvan m twee en een
half millioen exemplaren gratis laten ver
spreiden.
Spottend vraagt Emanuel Arène, of de heer
Boulanger zich dan in alles den hertog van
Aumale, wien hij het beroemd geworden
mbéni soit Ie jour !" toevoegde, tot model wil
stellen en evenals deze lid van de Académie
wil worden. Het ware Ie wenschen, dat de
eerzucht Van den heer Boulanger zich niet
verder uitstrekte.
_ Met het oog op de onverklaarbare popula
riteit, die de generaal geniet, kan men zijn
boek, al zijn daarvan nog slechts de voorrede
en de eerste aflevering verschenen, en al is
het, wat vorm en inhoud betreft, het werk
van een brekebeen, bepaald gevaarlijk noemen.
De schrijver wil aan het leger een even groot
aandeel geven in de leiding der
buitenlandsche aangelegenheden van Frankrijk, als de
burgerij reeds bezit in de leiding der
binnenlanascne aangelegenheden. Hij wil dus den
tijd der Praetorianen doen herleven, of zijn
vaderland op gelijke lijn stellen met die
kleine Zuid-Amerikaansche republieken, waar
de geschiedenis bestaat uit de conflicten,
tus
Feuilleton.
«NAAR HUIS."
Herinneringen aan mijn Kostschool
oorspronkelijke schets
DOOK
Jo VAK SLOTEN.
(Slot.)
De tijd snelde voort en weldra zou de dag
komen waarop ik voor het laatst onder het
kommando van »de_ Generaal" zou staan.
Nog slechts eene kleine maand, wanneer de
groote vacantie aanbrak, en ik zou den dienst
voor goed verlaten om >kost en aangenaam
huiselijk verkeer" te gaan genieten bij »eene
nette familie in de hoofdstad" die mijn
kostgeld alleen voor »de gezelligheid" zou accep
teeren. Ik zou weldra de boeien van een
schoolmeisje verbreken om in de schitterende
gedaanteverwisseling van eene jonge dame
op te treden. Ik had wellicht het vooruitzicht
om, als concurrente of sabbathsaanvulling
van de straatreiniging, Zondags de straat
schoon te vegen met >een sleepjapon" als ik
met oom 'tnoodige voedsel voor mijn ziel
ging zoeken. Toch zou ik veel achterlaten
wat mij lief en dierbaar was geworden.
Voor >the poor darling" die intusschen een
paar jaar ouder en eenige centimeters grooter
was geworden, was een fraai gedrukte com
municatie en een briefkaart van »Uwen lief
hebbenden vader" gekomen, beiden meldende
dat »de groote pop' de familie met een klein
porae verrijkt had.
Toen aan Minnie dat nieuws verteld werd
klapte zij van vreugd in haar handjes en riep
tut t «O, nu mag ik toch zeker naar huis om
het kleine broertje te zien, o. dat is heerlijk/'
's Avonds kwam ik haar als naar gewoonte
toedekken. Zij sliep niet door als anders
maar zag mij aan, zoo helder wakker, alsof
ze volstrekt niet geslapen had, en zei: >Nu
ga ik toch ook naar huis, zooals de andere
meisjes, hé. O, nu ga ik zeker."
Arm schepseltje! Wij begrepen allen dat
schen een paar naijverige legerbevelhebbers
die een burgeroorlog het meest alledaagsche
middel achten om hunne eerzucht te bevre
digen. En om het duidelijk te maken, da
het Fransche leger bij uitstek geschikt is, on
de rol te vervullen, die hij het toedenkt, za
hij, in den vorm eener geschiedenis «van
1870?71, betoogen, dat de nederlagen van d'
Fransche troepen zonder uitzondering zijn to<
te schrijven geweest aan de onkunde, d
zorgeloosheid, het verraad der burgerlijk
staatslieden.
Toen generaal Boulanger van zijn amb
werd ontzet, heeft zich in het leger, waar d<
tucht hoog in eere wordt gehouden, geen
enkele stem te zijner gunste verheven. Zal hi
nu, door zijne poging om onder den schiji
van eene uitbreiding der volksrechten to
muiterij aan te sporen en de eerste deugt
van een goed geordend leger te ondermijnen
de stemmen van vele zijner vroegere kame
raden winnen en sympathie wekken voor
zijne duistere ondernemingen?
Het is niet te hopen. Maar wat men in de
laatste weken heeft gezien, geeft geen reeb
om deze vraag bij voorbaat in ontkennenden
zin te beantwoorden.
De toestand in het Oosten blijft gespannen
In Bulgarije is, voor het uiterlijk, alles rus
tig. Vorst Ferdinand maakt een reis door
zijn gebied en heeft te Tirnova, in de oude
czarenstad, verzekerd, dat hij op en d' op een
Bulgaar was geworden en zijn leven veil hac
voor zijn nieuwe vaderland. Hij doet die reis
onder toezicht van den minister-president
Stamboeloff. die feitelijk sedert anderhalf jaar
alles in Bulgarije naar zijne hand zet, en die
ook thans zorgt voor eene geestdriftvolle ont
vangst van den uitverkorene des volks
zooals het in de officieele berichten heet. Men
moet erkennen, dat de handhaving van den
status quo zonder den vasten wil en de
ijzeren hand van den tegenwpordigen premier
moeielijk, zoo niet onmogelijk zou zijn ge
weest. Maar men kan daarbij de oogen niel
sluiten voor het feit, dat de ontevredenheid
toeneemt. Hiertoe heeft de veroordeeling van
majoor PopofF, een man wiens grootste schuld
daarin bestaat, dat hij Stamboeloff in den
weg stond, niet weinig bijgedragen. Van den
anderenikant zijn de Russophilen in het har
nas gejaagd door de overigens meer dan ver
diende straf, die den aartssamenzweerder
Clement, den metropolitaan van Tirnova,
heeft getroffen. Reeds beginnen zich weder
Bulgaarsche geëmigreerden aan de grenzen
van het vorstendom te verzamelen, zoodat
een nieuwe aanslag van dag tot dag
waarer nog nimmer geldiger reden had bestaan om
haar het t'huis Icomen te beletten, maar wie
zou den moed hebben gehad haar die blijde
hoop te ontnemen; niemand waagde het de
harde woorden uit te spreken die dadelijk
een vochtig floers over die vriendelijke oogen
geworpen zouden hebben.
Nog nimmer hadden we Minnie zoo druk en
vroolijk, zoo uitgelaten bijna gezien. Haar
dolle opgewondenheid den volgenden dag
haalde haar eindelijk, zooals te verwachten
was, eene snibbige vermaning van juffrouw
Terwoert op den hals. De uitwerking daar
van was erger dan ik verwachtte. Haar
vroolijkheid was eensklaps verdwenen: zij begon
zoo hevig te schreien en te snikken dat we
haar niet dan na langen tijd tot bedaren
konden brengen. En toen nog kon men zien
hoe haar tenger lichaampje schokte als ze
een nog telkens wederkeerenden snik trachtte
te onderdrukken.
De gedachte aan mijn lieveling deed mij zeker
zeer licht slapen, want midden in den nacht
werd ik wakker door een trekken aan mijn
laken. Ik zat dadelijk overeind. Daar stond
Minnie met stralende oogjes en hoogrood ge
zichtje voor mijn bed. Zij sprak alles door
elkander, trok aan mijn deken, en wees dan
met haar vingertje naar den muur mij drin
gend smeekend: >doe het weg, och, jaag het
dan toch weg."
Ik dacht dat ze waarschijnlijk een benauwden
droom had gehad, sprong het bed uit, en
trachtte haar wakker te maken, maar zij was
niet tot bezinning te brengen en smeekte
met angstig stemmetje voortdurend om »het
weg te jagen". Ik wuifde met mijn hand naar
den muur als om iets te verjagen en zei toen
zacht: >zie zoo schatje, nu is net weg, hoor!
nu kan het niet meer terugkeeren." Ik tilde
haar op ; ze_was zoo licht als een bloemblaadje,
't arme kleine ding, en legde haar voorzich
tig in haar bedje. Ze greep eerst nog zenuw
achtig met de handjes om zich heen,
onverstaanoare woorden mompelend,. maar be
daarde toch langzamerhand en legde eindelij k
met een diepen zucht haar hoofdje weer op
het kussen. Ik bleef nog even staan, maar
toen ik zag dat ze werkelijk ingeslapen was,
ging ik terug naar mijn eigen bed. De meis
jes sliepen den vasten slaap van gezondheid
schijnlijker wordt.
De gang van zaken in Servië, waar het
ministerie-Ristitch alleen is aangesteld, om
den weg te bereiden voor een nieuw
progressistisch, dat wil zeggen Oostenrijksch-gezind
kabinet, is den Russen natuurlijk een doorn
in het oog. Ook zal men er te St. Peters
burg weinig over gesticht zijn. dat de Rus
sische consul te Boekarest, de neer Hitrovo,
door de regeeringsorganen openlijk wordt
aangewezen als de aanstoker van den thans
onderdrukten boerenopstand. Eindelijk kan
het door Rusland slechts met leede oogen
worden gezien, dat Engeland's invloed te
Constantmopel aanmerkelijk is toegenomen.
sedert de aansluiting van deze mogendheid
bij de triple alliantie duidelijker is geworden,
en dat dientengevolge het dreigend conflict
tusscheii de Porte en de Grieksche regeering
dat hetzij in Macedonië, hetzij op Creta,
mogelijk wel op beide plaatsen tegelijk tot
eene uitbarsting dreigde aanleiding te geven
voorloopig is bijgelegd.
Is dit laatste feit nu een stap tot den vrede?
Slechts ten deele. Want het zijn niet de woe
lingen en strubbelingen in de Balkanlanden
zelf, maar de ontevredenheid en de gekrenkte
trots van Rusland, die den Europeeschen
vrede bedreigen. En nog steeds blijft eene
legermacht van honderdduizenden Russische
soldaten aan de grenzen van Duitschland,
Oostenrijk en Roemeniëopgesteld.
De heer Von Bismarck kan zich de weelde
veroorloven, om het gevaarlijke van deze
samentrekking van troepen te ontkennen.
Het kost hem geen moeite, een observatie
korps aan zijne grenzen te onderhouden, en
tegen een mogelijken aanval is hij door
zijne alliantien gedekt. Anders is het gesteld
met Oostenrijk. Daar drukken zelfs
dehoognoodige uitgaven voor de veiligheid des rijks
loodzwaar, en daar weet men tevens, dat bij
een conflict met RiMand in de Oostersche
quaestie op de hulp van Duischland niet kan
worden gerekend. Het is dus zeer verklaar
baar, dat de Oostenrijksche en vooral de
Hongaarsche pers een zeer pessimistischen
toon aanslaat.
De heer Parnell heeft in eene vergaderin?
van de Eighty Club den tegen woordigen stan
der lersche quaestie besproken. Over het
schrijven van de Curie, dat hij onder den
naam van »een document uit een ver verwij
derd land" aanduidde, wilde hij zich, als
lersch Protestant, geen oordeel aanmatigen.
Dat behoefde dan ook niet, want de inmen
ging van den paus is door de katholieke
nationalisten reeds scherp genoeg afgekeurd,
en het thema, dat het geestelijk gezag met
en onschuld en hadden niets van het pas
afgespeelde tooneeltje bemerkt, maar ik kon
niet spoedig inslapen dien nacht en lag over
veel dingen na te denken.
Ik dacht er over of de vrouw van Minnie's
vader zich nu met dezelfde koude oogen en
marmeren gelaatstrekken over het kleine,
roode gezichtje van haar eigen kindje zou bui.'
gen, zooals ik haar eens over Minnie zag doen?
Of zou er nu een uur komen waarin ze zie»
voorstellen kon hoe haar eigen kind temoeds
zou zijn als het zonder moeder, onder vreemde
oogen moest opwassen ? Zou ze eindelijk het
lot van het kleine, eenzame meisje leeren be
grijpen? >Kinderen zijn een erfdeel des
Heeren'. Stiefkinderen ook? Zou ze eenmaal
rekenschap moeten geven van het haar toe
vertrouwde goed?
Het was een stille zomernacht. De maan
temperde haar licht door zich een ijlen
sluier van gazige wolkjes over het hoofd te
werpen en die ieder oogenblik te verschik
ken als een Spaansche coquette. Af' en toe
stak ze het hoofd geheel er onder uit; dan
scheen zij door de ruiten en kon ik de blo
zende, blonde, bruine of' zwarte kopjes in de
rij tegen over mij duidelijk zien liggen.
Nu en dan hoorde ik Minnie zacht kreunen
en een paar malen hoestte zij, maar ze werd
niet wakker. Nog een poos lag ik zoo na te
denken en te kijken naar het spel tusschen
het maanlicht en de schaduwen ; langzamer
hand smolt alles meer en meer in elkaar en
zag ik het nog slechts bij lange, onduidelijke
tusschenpoozen toen sliep ik werkelijk in.
Den volgenden ochtend scheen zij zich van
hare benauwdheid van 's nachts niets meer te
herinneren. Ze vertelde mij alleen hoe ze van
huis en het kleine broertje had gedroomd en
hoe papa zelf gezegd had, dat ze dezen keer
nu heusch naar huis zou gaan. Ónder dit
vertellen greep ze een knoop van mijn kleedje,
krabde er, terwijl ze hem vasthield, zenuw
achtig met haar wijsvingertje op, en greep
dan weer snel een andere. Overigens scheen
zij weer geheel in orde. haar kleur was ge
zond en haar pols regelmatig. Toch beviel
ze mij niet; ze had iets vreemds wat ik vroe
ger nooit in haar had opgemerkt en nu niet
verklaren kon soms vloog er, hoe zal ik het
jeschrijven, iets als eene rilling over haar
geaan gelegenheden van zuiver politieken aard
niets te maken heeft, is te dankbaar, om niet
pp allerlei wijze te worden gevarieerd. Toch
is het niet te ontkennen, dat de paus, in zijne
veroordeeling van het boycotten en van het
plan of campaign als onzedelijke en met de
eischen der Christelijke liefde strijdige mid
delen van verzet, zijne bevoegdheid niet is te
buiten gegaan. Of deze inmenging zal blijken,
doeltreffend te zijn geweest, is eene andere
vraag. Maar zeer zeker zal niemand de dupe
zijn van Parnell's verzekeringen, dat de zaak
der Nationale Liga van die beide middelen
geheel afgescheiden is. Het boycotten is door
Parnell zelf aanbevolen, en het plan of cam
paign is door zijn vertrouwden medestander
John Dillon, en zeker niet zonder zijne voor
kennis, aangeprezen en toegepast. De heer
Parnell blijft gaarne achter de schermen,
maar het is daarom niet minder bekend, dat
hij de eigenlijke regisseur is.
Na de ministerieele openingsrede en de goed
keuring der geloofsbrieven heeft de Kamer
nog weinig kunnen verrichten, dat de
algemeene aandacht verdient. Drie zaken maken
op het onbelangrijke een uitzondering:
lo de benoeming van den nieuwen griffier
den Heer Arntzenius, referendaris bij
Binnenlandsche Zaken.
Blijkbaar had de kerkelijke partij niemand
onder hare geestverwanten,belust op
dezeoverigens zoo begeerlijke betrekking; haars ondanks
moest zij dus afstand doen van het voor haar
niet geringe voordeel om dezen post door een
anti-revoluionnair of katholiek te doen be
zetten. Dat overigens Mr. Arntzenius een in
alle opzichten aanbevelenswaardig candidaat
was voor de vacature, door het ontslag van
de Heer Veegens ontstaan, hierover bleken
alle partijen in den lande het eens te zijn;
2o. werd de Kamer en het land verrast
door een voorstel van de Heeren Lobman en
Schaepman, tot wijziging van het reglement
van orde. Het benoemen van speciale com
missies tot onderzoek der wetsontwerpen, der
tweede lezing yan geamendeerde ontwerpen,
en de versterking van de commissie voor de
verzoekschriften met nog tien leden, is de
hoofdinhoud van een voorstel, dat eenmaal
aangenomen, de werkkracht van het parlement
niet weinig zal kunnen verhoogen;
3o. heeft de Heer D. Nieuwenhuis, naar
aanleiding van de werkstakingen in de
Veendistricten, eene interpellatie aangekondigd,
om aan te dringen op het uitvaardigen van
een wettelijk verbod om arbeiders te
dwingen hun inkoopen te doen in winkels van
uii patroons. Ziedaar een goed begin.
zichtje, maar het kwam, vóór ik er op ver
dacht was en verdween, vóór ik er goed op
letten kon.
Tegen den middag werd haar kleur weer
feller, ze klaagde over hoofdpijn en werd naar
bed gebracht. Nog dienzelfden avond kwam
de dokter, een klein grijs heertje met een
zekere kraaiachtige deftigheid. Hij voelde
Jjaar den pols, bekeek met een diepzinnig ge
zicht haar tong, vroeg aan »de Generaal" of zij
ireeds de mazelen of' eenige andere
kinder?jw«kte had doorstaan, iets wat deze niet wist
z&.geloofde van niet en verklaarde ten slotte
»dèt hij nog niet wist wat het worden zou."
Hijwas dus precies even wijs als wij allen.
Een zieke leerling op eene kostschool, ten
minste als er kans is op eene besmettelijke
ziekte, is voor de directrice even onaangenaam
als een slecht getuigschrift voor een scholier.
Op mijn dringend verzoek werd ik als ver
pleegster aangesteld bij mijn kleine lieveling,
natuurlijk nadat ik honderdmaal »neen" had
Beantwoord op de vraag »of' ik er heusch niet
ang voor was?" waarvoor wist voorloopig
niemand. Haar ledekantje werd naar eene
andere kamer overgebracht en daar lag ze
dagen achtereen met haar geduldige oogen,
die hoe langer hoe grooter schenen te worden,
droomerig door het raam in de verte starend,
immer zonder slaap en zonder pijn naar het
scheen. »De Generaal" had naar haar huis ge
schreven en een brief terug ontvangen. »Mama
kon natuurlijk wegens haar eigen omstandig
heden vooreerst niet van huis", en papa mocht
niet, waarschijnlijk omdat hij de overbrenger
van eene mogelijke besmetting kon zijn. »Het
>was ook zoo aller-ennuyants dat die arme,
«lieve Minnie nu juist zoo ongesteld moest
wor»den, maar er mocht niets gespaard worden om
>hare verpleging zoo uitmuntend mogelijk te
?maken. Zoodra mevrouw zelve geheel
her?steld zou zijn, kwam ze eens naar la chérie
?kijken, maar ze hoopte en vertrouwde haar
'dan reeds lang weer beter te vinden." Zóó
ongeveer geloof' ik luidde het dictee van Min
nie's »mama".
Ons deftig doktertje wipte iederen ochtend
de school in, verklaarde nu stellig: dat er
geen de minste kans was op eene besmette
lijke ziekte, sprak van «gevatte koude en merk
waardige inwendige zwakte, zeer
merkwaar