De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 27 mei pagina 5

27 mei 1888 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 57» DE AMSTERDAMMEB, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. CHARLES MONSELET. Te Parys is op drie-en-zestigjarigen leeftyd overleden de journalist, novellist, dichter en fijn proever Charles Monselet, wiens naam in het ?buitenland niet geëvenredigd was aan zyn groote werkkracht, zijn fijnen spottenden geest en zyn ?natuurlijk en bekoorlijk vertellerstalent. Charles Monselet was te Nantes geboren, waar «ijn vader boekhandelaar was. Ook hy was voor d«n boekhandel en het drukkersvak bestemd, leerde corrigeeren en boekhouden, maar werd door xijn aanleg tot de journalistiek getrokken. In 1848 nog had hy' het niet verder gebracht, dan «en aanbeveling van Emile de Girardin voor een post van 1200 francs 's jaars; hy bleef echter te Par^s en gaf den moed niet op. Hy schreef later zelf: Mon histoire est assez banale, Car c'est l'histoire de tous ceux, Qui prennent pour la capitale n passeport de paresseux. Hy werkte toen mede aan V poque, daarna aan La Presse, en de romans, novellen, kritieken, tooneelfeuilletons volgden elkander op. Hy meende ?er bijna in onder te gaan. Le principal tant de vivre, Fidele au: tel père, tel fils", Ma ressource devint Ie livre; Mon père en vendait, moi, j'en fis. Ma verve fut vite touffée Sous Ie journal, rude fardeau, La servante chassa la fee; L'article tua Ie rondeau. Toch behield hy frischheid, geest, vroolijkheid, natuurlijkheid en verve; hy werd achtereenvolgens ?en tegelyk medewerker aan Figaro, Pays, AssemMee Nationale, Athenaeum, Presse, Revue de Paris, Constitutionnel, Monde-ittustré, Evene ment, enz., aan al welke bladen zijn levendige ?causerie en zyne kunst om het korte, geestige bonmot te vinden, gewaardeerd worden. Met dat alles, en met de vele boeken of bun dels, die Monselet uitgaf, ontbrak hem de kracht een groot werk te leveren; alles was verspreid, niets werd geconcentreerd, zoodat zelfs een reeks titels die wy geven zullen, by den liefhebber van Fransche lectuur, zooals Nederland er tallooze heeft, nauwelijks eene herinnering zullen wekken. Wie kent nog: Marie et Ferdinand (1842); His toire du Tribunal révolutionnaire (1850); Statues 4t Statuettes, portraits contemporains (1851); Eestif de la Bretonne (1853); Figurinesparisiennes (1854); les Vignes du Seigneur (1855); les Oubliés et les Dédaignés, portraits du siècle dernier (1857); les Chemins rouges, les Folies d'un grand Seigneur {1858); la Franc-Magonnerie des Femmes, les Tréteaux de Charles Monselet (1859); Ie Thédtre de figaro (1861); l'Argent maudit, les Gralanteries du XVIIIe siècle (1862); les Originaux du Siècle dernier (1863); les Femmes qui font des Scènes (1864); Ie Plaisir et VAmour, de Montmartre a Seville, Monsieur Ie Duc s'amuse (1865): Portraits après décès, la Fin de l'Orgie. Francais Soleil (1866); les Premières représentations cel bres (1867); les Oréanciers, auvre de vengeance {1870); Chanvallon, Histoire d'un souffleur de la Comédie-FranQaise (1872); les Frères Chantemesse, Ie Canif de Damiens (1373); les Amours du temps passé, les Années de gaieté(1875); les Ressuscités (1876); Une troupe de comédiens, Ie Petit Paris (1879), etc., etc. Het best staan ons nog: voor Monsieur Cupidon {1858), een aardige bundel Les Marges du Code (1873) en Le Panier fieuri (1878) en /Scènes de la vie cruelk, in Figaro verschenen. Monselet had behalve de eigenschap van uit muntende sonnetten te schrijven, ook die van gastronoom te zyn en daarin/zyn eer te stellen. In 1865 deed hij een Almanach de la Cuisine Terscbynenj later Gastronomie, Cuisine poétique, een tijdschrift Le gourmet en een bundel wijnliederen Les vignes du Seigneur. Zijne kunst als sonnettist en zijn liefhebberij als lekkerbek tege lyk vinden hun uitdrukking in het volgende klinkdicht ter eere van het varken, welk gedicht mis schien als meest blijvend aandenken van Monselet in de litteratuur zal bewaard worden: Cartout est bon en toi: chair, graisse, muscle, tripe; On t'aime, galantine, on t'adore, boudin. Ton pied, dont une sainte a consacréIe type, Empruntant son arome au sol périgourdin, Eut réconciliéSocrate avec Xantippe. Ton filet, embelli du cornichon badin, Forme Ie déjeüner de l'humble citadin; Et tu passes avant l'oie au frère Philippe. Mérites précieux et de tous reconnus! Morceaux marqués d'avance, innombrables, charnus! Philosophe indolent, qui mange et que " ./n mange! Comme, dans notre orgueil, nous sommes bien venus A vouloir, n'est-ce pas, te reprocher ta fange, Adorable cochon animal roi cher Monselet is in armoede, bijna in behoeftige omstandigheden gestorven. Zijn zoon. bekleedt «en klein postje aan een der ministeries, een zijner dochters is getrouwd en speelt in een klein theater te St. Petersburg; de andere heeft zonder succes verleden jaar in de Gaitéen de Varietés gedebuteerd. Toch hebben tal van schrijvers met nauwelijks de helft van zijn talent en zijn werk kracht zich fortuin verworven. VARIA. De Erfprins van Saksen-Meiningen heeft zijne Grieksche vertaling van Schiller's Fiesco ten ge schenke aangebtföen aan de Philhelleensche Vereeniging te Amsterdam. De jorirnalistenschool te Londen. Sedert Maart van het vorig jaar bestaat te Londen een vak school voor aanstaande journalisten ; haar stichter, ?eigenaar, hoofd en voornaamste leeraar is David Anderson, een journalist van ongeveer 50 jaar, die 30 jaar in dienst van de pers is geweest. Vroeger was hij medewerker aan de Weekly Dispatch", Hornet", Examiner" en ook aan het familie tijdschrift van Dickens All the year round", in de laatste jaren schreef hij voor den Daily Telegraph, welke courant er zich op beroemt het grootste aantal abonnés te bezitten. Hij had in die 30 jaar gelegenheid genoeg om het mislukken gade te slaan van vele schryvers, die geen prak tische voorbereiding hadden gehad; en nu wil hij jongelieden van flinke algemeene ontwikkeling met zyn ondervinding bijstaan, opdat zy niet janen lang met duizenderlei bezwaren te kamp en zullen hebben. Zijn cursus duurt een jaar, en daarvoor vraagt hij f 1200.?. De methode is als volgt: Hy beschouwt zich zelf als redacteur van een groot blad, zijn leerlingen vormen 'tredactiepersoneel. Eiken morgen komt hij om 10 uur op 't bureau, ziet déontvangen brieven en couranten na en geeft aan iedereen zijn dagtaak. Tot den eersten zegt hy' b.v.: Vandaag is er parade in Hyde-Park, zorg er om 11 uur te wezen en breng mij om 3 uur een beschrijving in 500 woorden." Een tweede, derde en vierde stuurt hij naar een schilderijententoonstelling, een schouwburg of een vergadering, een vijfde moet een bericht van een halve kolom tot een derde, of tot 6 regels toe, bekorten. Verder houdt de heer A. voor drachten, over alles wat met de pers samenhangt, en waar hij zelf niet competent is laat hij onderwys geven door vakmannen. Zijne leerlingen moeten leeren hoe men interviewt, hoe men nieuwtjes uitvorscht, hoe men telegrapheert, welke boeken men op kan slaan, hoe men de drukpers wetten moet in acht nemen, hoe men met poli tieagenten omgaat, enz. Natuurlijk gaat hij te rade met de verschillende neigingen en voorstudien, en onderwy'st een politicus anders dan een tooneelrecensent. Een schryver van hoofdartike len moet zy'ns inziens nauwkeurige kennis der geschiedenis van het land, van de staatsregeling, het volkenrecht, de staathuishoudkunde en boven dien voldoende algemeene ontwikkeling bezitten. Hij moet van tijd tot ty'd vermoeienissen kunnen verdragen, in korten tijd veel kunnen schrijven en zijn persoonlijke meening kunnen verzwijgen, ook moet hij takt hebben en voorzichtig zijn, en weten wat redactie-politiek" beteekent. De heer Anderson denkt dat diegenen die zijn cur sus gevolgd hebben, wekelijks wel van f72 tot f240 verdienen kunnen, en nu zijne inrichting n jaar bestaan heeft, verzekert hij dat van de 6 leerlingen, die hij aflevert, 5 een goede plaats erlangen. Onder zijne scholieren telde men tot jlusver een aantal gegradueerden van de univer siteiten van Oxford en Cambridge, en o. a. ook den zoon van een Lord. Chineesche Letterkunde. Onder den titel Een Oostersch Seminarium in China" verscheen in den Oostasiatischen Lloyd" te Shanghai een bericht over de vergadering van het Aziatisch Genootschap aldaar van 22 Febr., waarin door den voorzitter, dr. F. Hirth (een Duitscher), een door hem onlangs ontdekt oud Chineesch manus cript in 24 deelen werd over gelegd. Dit hand schrift heeft tot titel Hua-yi-yi-yu", dat wil zeggen: Schrift en taal der Chineezen en barbaren", en bevat een verzameling van woor denboeken en teksten van een aantal aziatische talen. Een gelijksoortige verzameling bevindt zich wel is waar op de Bibliothèque Nationale te Parijs, maar het door Dr. Hirth gevonden ms. schijnt niet alleen ouder te zijn (uit de 16e eeuw) maar ook vollediger; althans te oordeelen naar de be schrijving daarvan gegeven door den heer Abel Rémusat. Van bijzonder belang in het handschrift van Hirth is een woordenboek met teksten in de taal der Ju-tschi-tartaren, de voorouders der Mandsjoeren, die voor de uitvinding van het moderne mandsjoersche schrift een eigen schrijf taal hadden, overgenomen van de Chineezen. Dit stelsel had voor elk begrip een afzonderlijk teeken, onafhankelijk van den klank van het woord, en aan dit teeken werd een ander teeken toegevoegd, dat den klank der laatste lettergreep weergaf. Het handschrift is, evenals de gelijksoor tige te Parijs en St. Petersburg, afkomstig uit de school voor Aziatische talen, die sedert 1407 in de hoofdstad van China bestaat; over de inrich tingen de geschiedenis van dit OosterschSeminarium werden op dezelfde bedoelde vergadering door Dr. Hirth verschillende mededeelingen gedaan, aan Chineesche bronnen ontleend. Naar men ver neemt is zijn plan eerstdaags met een rijke ver zameling letterkundige schatten naai-Duitschland terug te keeren. Engelsche kunst. Bij de particuliere tentoon stelling der Engelsche Koninklijke Academie is de finantieele zijde van den vooruitgang in de kunst" zeer gunstig uitgevallen. De goedkoopere schilderijen gingen flink van de hand, en er werden ook eenige groote zaken gedaan. De ten toonstelling was nog niet lang geopend toen Het bouwen der St. Pauls Kerk" van Seymour Lucas reeds voor 750 p. s. verkocht was. De schilderij van Frank Dicksee In de schaduw van de kerk" vond een kooper voor 1250 p. s. Het stuk van Solomon, Niobe", aangeboden voor 1050 p. s., ging daarentegen niet weg, terwijl de Gevangen Andromache" van Sir Frederick Leigbton zijn meesterstuk, tusschen twee haakjes dat reeds vóór 25 jaar getaxeerd werd en sedert dien tijd vaak werd aangeboden, nog in geen collectie was overgegaan. Het is aangeslagen voor 8000 p. s., maar het heeft den schilder ook eenjaar of twee, drie arbeids gekost. Ook is bericht dat de heer Alma Tadema voor zijne Rozen van Heliogabalus" 6000 p. s. ontving. Ons werd de derde aflevering toegezonden van de Methodiek van het Piano-onderwijs, behandeld in afzonderlijke opstellen door prof. Erail lireslaur", in het Nederlandsen bewerkt door Jacques Hartog, leeraar voor muziekgeschiedenis aan de muziekschool van de afdeeling Amsterdam der maatschappij tot bevordering der Toonkunst. Wij hebben bij het verschijnen der beide eerste afle veringen de aandacht onzer lezers op dit werk gevestigd, dat door onzen bekwamen stadgenoot van een aantal belangrijke aanteekeningen voor zien is en over welks beteekenis o. a. von Biilow zich zeer gunstig uitlaat. Hij zegt o. a. in een aanbeveling, dat: . . . . durch seine Verbrcitung recht viel Nutz und Frommen getïirdort werden kann." En als waardeering van den inhoud dienc ook de volgende opmerking auch auf geistigen Gebiete ist bekanntlich Reichthum keine Schande". Adolf Henselt schrijft op l Jan. 1888 over dit zelfde werk: Mit Dank habe ich ihr Hochachtung werthes werk Methpdik des Klavierunterricht" erhalten und den Fleiss sowie die Liebe und Hingebung, mit denen Sie die Frage ber Kunstgerechten Klavier-unterricht behandeln, bewundert. Ich freue mich immer, wenn es Iemand mit der Kunst so ernst meint und denkende Leute sich die Mühe nehmen, practische Erfahrungen nieder zu schreiben." In de derde afdeeling komen o. a. voor: oefe ningen om de handen van elkander onafhankelijk te maken, trilleroefeningen, gebonden tertsen, sexten en octaven, toonladders in octaven, oefe ningen voor den aanslag bij het polyphone spel. Het derde hoofdstuk bevat eene studie van Gustav Stoewe over de spieren met betrekking tot het pianospel, die zeer belangrijk mag heeten. Ge schiedkundige mededeelingen betreffende de vingerverzetting voor de piano door Louis Kohier, alsmede een stuk van p*of. Dr. Alsleben over de vingerverzetting bij toetsinstrumenten besluiten deze belangryke aflevering. H. C. P. D. Het bericht, als zou Brahms met het componeeren eener opera bezig zijn, is te Weenen, waar de maestro woont, krachtig tegengesproken. Thans zal Brahms echter eene reis door Italiëmaken in gezelschap van den schrijver J. V. Widmann te Bern, den librettist van Götz' opera Der Widerspanstigen Zahmung en wel wel bepaald met het doel om te zamen eene opera te scheppen. Van den heer F. W. van Eeden, algemeen se cretaris der Ned. Maatschappij tot bevordering van Nijverheid, directeur der Musea op het Pa viljoen te Haarlem, is een aardig boekje versche nen, Noorderlicht, verslag van eene reis door Scandinaviëin 1887. Het onderscheidt zich gunstig en aangenaam van vele andere reisverhalen, door dien de schrijver eene gedachte als grondslag voor zijn tocht neemt: De mensch die arbeid en ge not als twee verschillende zaken beschouwt, is tweemaal slaaf; eerst van den zwaren arbeid, dien hij morrend op zich neemt, en daarna van het genot, dat h\j met dien arbeid heeft gekocht, een schijnbeeld, dat zich oplost in strijd tegen de verveling tijdverdrijf." De reiziger tracht dan ook op reis te arbeiden, zijne reis aan zijn ar beid, vooral als secretaris en directeur, dienst baar te maken, en de indrukken worden daardoor meer een geheel. Hij ziet het Noorden daarbij wel door een uiterst rooskleurigen bril, denkt dan eene Noordsche renaissance, die de kunst in Europa hervormen zal, meent de vrouw in het Noorden op een hooger standpunt te zien dan ergens elders in Europa, en heeft eerst op deze reis leeren inzien, dat schoolonderwijs ook nuttig kan zyn. Vele bladzijden in dit reisverhaal zullen den kzer op het eerste gezicht voorkomen, alleen uit bui tengewone oppervlakkigheid geschreven te zijn; (b. v. Hamburg, de Germaansche stad bij uitne mendheid," (terwyl in Hamburg meer dan in eenige andere stad van Duitschland het Duitsch karakter met Engelsche elementen vermengd is); by' her lezing schry'ft men ze wellicht aan instinct de combativité, aan lust tot. paradoxen toe en zij wekken lust tot tegenspraak en tot nadenken op. Het Théatre des Batignolles te Parys heeft Za terdag een drama in vijf bedrijven van Louise Michel opgevoerd, Le coq rouge. Even als Nadine, het vorige drama van Louise, is ook deze nieuwe schepping een revolutionair sensatie-melodrama. De roode haan", de brandstichting, komt er twee maal in voor, de eerste maal als de heldin het huis waarin men haar gevangen houdt, in vlam. zet; de tweede maal, als de held eene mijn, waarin eene werkstaking plaats heeft, doet ontploffen en. daarbij omkomt. Louise Michel heeft vooral wil len aantoonen, dat halve maatregelen niets uit werken en alleen een volkomen omkeering eenige verbetering der sociale toestanden kan aanbrengen. Volgens een der verslaggevers, Chcinholle, was de zaal in 't geheel niet in eerbiedige bewonde ring. Integendeel, het publiek maakte den gan senen avond rumoer. Louise heeft een zeer beeldryken stijl, als zij sprak van de kapitalisten, die wolven, hoorde men hou, hou!", van iemand die men als een hond zou doodslaan, houaf, houafl" van katten, miaau, mixau," van de rooden haan: cocorico!" Men zong en vloekte, en interpelleerde de acteurs. Van den draad der han deling werd weinig begrepen; verscheidene tafereelen werden niet verstaan, men ging heen toen het gedaan was, maar van succes was geen sprake. Het stuk was vroeger reeds door verschillende directeuren geweigerd, en nu door de censuur zoo gekort wiek', dat Louise zelf er nauwelyks meer belang in stelde. N°. l is verschenen van De Sfhilder, officieel orgaan van den Ncderlandschen schildersbond. (Met schilder" wordt hier bedoeld wat men buiten Amsterdam .verver" noemt). Het blad komt in plaats van het vroegere blad De huisen decoratieschilder, dat niet officieel was; secre taris der Redactie is de heer W. F. de Haas, 1ste Weteringdwarsstraat 36. Het eerste nummer bevat, behalve heel wat advertentiën: Aan den lezer, De tiende Dwtsche schildersdag, Verslag der vergadering van het Hoofdbestuur, Seric/iten en mededeelingen, Re cepten, Vergulding achter glas, Het schilderen va» vochtige wanden en plafonds, enz. Het vakblad ziet er netjes uit en is practisch ingericht. Het prospectus is verzonden van een nieuw tweemaandelijksch tijdschrift voor Noord en ZuidNederland, gewijd aan Letteren, Wetenschap en Kunst. Het heet Holland-Vlaanderen en heeft tot redactie vijf dichters, de HH. Edward B. Kos ter, T. Pluim, G. II. Priem, Mari J. Ternooy Apèl, en Omer Wattez. Schaakspel. No. 126. No l Kalender NB. Opgedragen aan Raadt Offerhaus te Ulrum, door A. van Ham te Haarlem. ZWABT. ds. J. de Heijcop ten INGEZONDEN OPLOSSINGEN. Juist opgelost door W. v. II. te Delft no 124 bis met ter en quater, alsmede no 124 en 25 met 125 bis, insgelijks te Rotterdam en G. A. W. te Gouda, A. P. te Arnhem en W. B. te Tiel, door Mei" No. 124 met bis, ter, quater en 125 met bis en ter; door A. T. van Ham No. 124en 124 bis met ter en quater, alsmede No. 125 met 125 bis en ter van G. Sieg, beiden te Amsterdam. f g abcde WIT. Wit speelt voor en geelt in vier zetten mat. (Wit 8 en Zwart 6 stukken met K. d6). OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. 124 Heijcop ten Ham. Door den auteur iets gewijzigd. l g7 e7 e4 d5; 2 e5 d3 onv.; a d3 b4 f mat l als boven e4 f5: 2 e5 f3 3 f3 - h-t of e2 d.3 f mat l Pd speelt; 2 e5 c6 t onv; 3 c6 I>4e2 d3 ofe7 X eófmat. l anders; 2 e7 06 onv; 3 D of R f mat No. 124 bis Overwijn. l hS f6 d5 e5; 2 f6 fl f e5 d5; 3 fl dl f mat l d5 d4; 2 16 X d6 -f- f d4 e3; 3 h8 h6 f mat. l als boven f7 e6 of h5; 2 g4 e6 f, K. onv.; 3 f6 f3 of a5 c6 f m Mooi! l f7 g8 of go ; 2 16 g6 onv.; 3 T. of R f mat l f7 08; 2 i'6 fó f d5 c6; 3 h.8 X e8 f l b8 of c5 speelt; 2 dito dito; 3 f5 e5 f f mat l e4 mat 124ter Tweezet Slater. l c3 d3 e4 d.3 l dito, fl X d3; l dito fl elders l 2 g4 f3 f, K. onv. 3 f'6 X d6 ft of a5 cG f mat. 2 a2 c2 f mat 2 a2 g2 f raat. 2 a2 e2 f mat. 2 d7 c5 f mat met nog 3 varianten. 124 quater Shinkman l a5 c7 d4 có; 2 el bl enz. l dito d4 e4; 2 el gl enz. l dito L5 h4; 2 el bl enz. Niet gemakkelijk. No. 126 bis. Vierzet probleem van dr. S. Gold te Weenen. Wit K. d8 Pd 08 R e3 pions a5 c.r> d2 f4 en g6 (8 st. Zwart K e6 pions cG d5 on f5 (4 met K e6. Wit begint en geeft in vier z. mat. No 126 tor. De heer F. L. M. Meijer to Sijdcnham bij Londen wijdt aan de schim van Keizer Wil helm I den volgenden tweozet (kruis). 'Wit K df>, T fó en h5 R g5 pions g7 en g2 (6. Zwart K g4, pions g3 en g6 (3 met K g4. Wit begint. OUD-AMSTERDAMSCI-IE VERSCIIEIDENIIEDEN. Jan rem Wely, de vermoorde hofj/twelicr . In de laatste dagen van lentemaand 16 IC bracht de Haagsche koopmansbode brieven uit de hofstad mede waarin bericht werd dat men bet deerlijk verminkte lijk van den Amsterdainsclien juwelier ,Tan of Hans van Wely, die sedert eenige dagen spoorloos verdwenen was, gevonden had, begraven bij den aschput van het prinselijk hof. Blijkbaar was hij bet slachtoffer geworden van de hebzucht van eenige boeren, belust op de schatten aan juweelen en paarleu die hij Prins Maurits, wiens hofjuwelier hij sedert jaren was, te koop had aan geboden. De ontsteltenis op de beurs en onder de vele

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl