Historisch Archief 1877-1940
No. 571
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
gelijke gedaanteyerwisselingen gevuld is; snuffel
ket maar eens door.
Het museum Carnavalet is inderdaad een
vermakelyke verzameling van die prenten rijk, af
komstig uit het fonds van den heer de Lierville,
een van ztyn voornaamste begiftigers. Er zjjn
luenschen, die van alles en nog wat verzamelin
gen maken!
Men beeft een zeer druk gebruik gemaakt van
die gedaanteverandering van dat aloude tijdver
drijf, dat ons door Griekenland is nagelaten
(gelukkig met nog heel wat andere openbaringen
Tan z\jn genie.) In de zeventiende eeuw b. v. heet
het spel voor zoete kinderen" en de voorstelling
geeft ons het feest voor gezegde zoete kinderen
te aanschouwen. Of het heet Marinespel", en is
opgedragen aan Duquesne. Hier zyn de ganzen
vervangen door schepen van allerlei aard. Her
berg, put, in n woord ai de figuren, waarop de
«peler verliest, zyn voorgesteld door zeeroovers,
klippen of stormweder. Hier heeft men slechts te
doen met onschuldige scherts.
Maar reeds mengt zich een kleine dosis politiek
in het spel der voornaamste volkeren", dat altijd
met gebruikmaking van dezelfde regels en bepalin
gen werd uitge vonden door M. de Fer, geograaf van
Monseigneur Ie Dauphin. De naties, waarmede
Frankrijk oorlog gevoerd heeft, zijn de gevaarlijke
nummers van het bord waar betaald moet worden.
Wie b\j de Hollanders komt, zal den bepaalden
pr\js betalen en van voren af aan moeten begin
nen". Natuurlijk wordt de pot, waar men alles
wint, voorgesteld door het beeld van Frankrijk.
Onder de bewoners van ieder land staan opschrif
ten met een korte vermelding van hun onder
scheidende kenmerken. De Franschen worden al
dus afgeschilderd. Z\j hebben een deftige gestalte,
goed voorkomen, fraaien kop; de vrouwen zijn er
bekoorlijk, zoowel naar geest als lichaam; deze
zoowel als genen a*er veranderlijk volgens de mode,
prachtlievend in hun feesten, dapper, trouw aan
hun koning, hoffelijk voor vreemdeling en goed
katholiek." Ziehier alles, wat van de Duitschers
gezegd wordt: Zjj zijn dikzakken, vanwege het bier;
zij houden veel van muziek, zitten drie of vier
uur aan tafel, eten en drinken al naar 't voor
komt." Ter wille van den Dauphin hopen wij dat
hij nog andere lessen in de aardrijkskunde zal
ontvangen hebben dan deze!
Zelfs de devotie heeft zich op haar manier
ran het Ganzenbord meester gemaakt. Er is
in de collectie een oude geel geworden prent,
welke naar wierook en kloosterlucht schijnt te
ruiken. Dat is Ie divertissement studieux des
religieuses ursulines" of het Myn spelen is leeren"
ran de Ursuliner nonnen. Men vindt er de elf
grondregels der orde op afstanden van zes tot
zes nommers opgeschreven. Dit vrome tijdver
drijf was evenwel geen beletsel om voor het heil
der ziel te blijven zorgen. Want in plaats van
geld of versnapering won men het verlof
om zóó en zooveel gebeden te verrichten. Die
geelgeworden prent zou een heel eigenaardig
tafereel voor de verbeelding kunnen roepen!
Hier hebben we het spel der illustres
capitaines philosophes", dat van de kweekelingen
van Mars." Op de winnende nummers vindt men
waardigheden en belooningen door den Koning
uitgereikt aan krijgslieden, die zich hebben on
derscheiden." De kwade nummers zijn wacht
posten, invaliden en hinderlagen. Dergelijke mi
litaire voorstellingen in plaats van de oude figu
ren van dit kinderspel vindt men in alle tijden.
Zoo zal men onder het Keizerrijk het spel van
de oefeningen der Fransche Infanterie" ontmoe
ten, waarin men op no. 63 het kruis van eer
wint en waarvan al de figuren door de verschil
lende commando's worden gevormd. De theorie
een spel geworden! padden we dat maar ge
weten, toen we zaten te versuffen over dat
melancolieke boekje met zijn blauw kartonnen
omslag!
Zie hier iets van meer hoffelijken aard en wel
Het Huwelijksspel" (Parijs 1725 bij Hussel, rue
des Noyers). Hymen's Paleis" was de pot en
om zoover te komen moest men allerlei stations
aandoen, die den naam droegen van:
Beleefdheden Blauwtje loopen onverschilligheid
droomen en gezichten verontschuldigingen
en berouw." Een gansche liefdesgeschiedenis!
De maker van dit nieuwe Huwelijksspel" liet
aan de regels van het spel deze verklaring,welke
geheel den tijd, waarin zij geschreven werd, ken
schetst voorafgaan: ik vlei my, dat dit amusement
even nuttig zal zijn als aangenaam; de meest
strenge moraal is niet degene die het meeste uitricht:
zij maakt ons onwillig en verveelt ons. Men moet
schertsen en de overdenkingen, welke voortsprui
ten uit een vroolijke stemming, brengen vaak
veel meer goeds tot stand dan die van een som
beren en ontstemden geest, die zich de weelde
van een lach niet durft veroorloven." Een geheel
systeem van wijsbegeerte in die enkele woorden!
Ik moet helaas constateeren, dat dat brave
ganzenbord zich dikwijls heeft gestoken in het pak
van een volleerd hoveling, getuige het spel der
koningen van Frankrijk uit de achttiende eeuw,
waarbij Lodewijk XV de plaats van den pot in
neemt. Maar dit is nog niets, vergeleken bij het
Divertissement royal sur les Vertus héroïques de
Louis XV'Hl. De heldhaftigheid van Lodewijk
XVIII! De opdracht is een staaltje van walgelijke
vleierij.
Deze onvergelijkelijke monarch, zoo luidt het
daarin, heeft zulke voortreffelijke eigenschappen,
dat men kan zeggen, dat hij evenzeer en meer
de erfgenaam van de deugden zijner voorgangers
dan van hua kroon is, en dat hij, en hij alleen,
al de titels verdient te dragen, aan de andere
koningen te samen verleend!" Om de vijf num
mers vindt men de beeltenis van de souvereinen,
die een bijnaam hebben gekregen. Eenige jaren
te voren had overigens een ander analoog spel
de deugden" van den nauwelijks tweejarigen
koning van Rome op niet minder opgeschroefde
wyze verheerlijkt. Een vijftien of zestien jaar
geleden maakte het ganzenspel, met 'een politiek
sausje opgedischt, ook zijn hof aan Thiers, die
daarop was afgebeeld troonend op het veelzeg
gend nummer 63.
De combinatie van het ganzenbord heeft wer
kelijk voor allerlei doeleinden dienst gedaan.
Nu eens verheerlijkt het een geruchtmakende
actualiteit." Onder de regeering van
Louis-Philippe verandert het in het Spoorwegspel" of
later in het Tentoonstellingsspel" in 1855, of
nog later in het Sebastopol-spel." Dan weder
leent het zijn dienst aan de een of andere kleine
physiologie van Parijs. Zeer curieus is met name
het spel van het Parijsche straatgeschreeuw,"
een prent met afbeeldingen van straatventers
uit het begin dezer eeuw, met de gewone uit
roepingen daaronder. Hier heb je den koop
man in gebroken flesschen! Wie heeft wat voor
hem te koop ? Tinnen lepels en vorken op
te koken! Karpers met hommen, springle
vende karpers!" enz. Wie op den
Blindeman van het Geluk", die horoscopen verkoopt,
komt, wint den pot. Of wel luidt de naam:
Jeu des omnibus et des damet-blanches"
Ook de calembour wordt er soms in betrokken.
Als voorbeeld daarvan kan dienen Het
wettenspel" een vermakelijk ontwerp van allerlei hervor
mingen, dat in 1872 bet licht zag. Men wint op
de voor goed gevestigde Republiek. De verschil
lende pretendenten worden er op vroolijke wijze
in het zonnetje gezet. Als men b. v. bij de figuur
komt, die den graaf van Chambord voorstelt, wordt
de speler teruggewezen naar een teekening, welke
een aantal spinnewebben te zien geeft, waarin
genoemde graaf zit te wachten, totdat men hem
er uit komt verlossen.
Eindelijk heeft men het Ganzenbord ook in
aanraking gebracht met de Kunst-kritiek, getuige
het salon-spel" van 1875. Op dit bord waren
zekere nog al kras gepariodeerde schilderyen de
representanten van Put, Herberg, Dood, enz.
terw\jl de andere figuren afbeeldingen gaven van
doeken, die genade hadden gevonden in de schat
ting der kunstrechters ....
Deze portefeuille in het Museum Carnavalet
levert ten slotte meer dan voldoende stof voor een
hoofdstuk van de geschiedenis der populaire
prentkunst, welke pp doorgaans zeer onderhoudende
wijze een afspiegeling en terugslag geeft van wat
op een gegeven tyd de volksverbeeldiug krachtig
bezighield.
A. B.
Kunst en Letteren.
HET TOONEEL, TE AMSTERDAM.
Fransche-Laanschouwburg: Arbeid adelt.
De dagbladen hebben inderdaad niet te veel
gezegd van de voortreffelijke voorstellingen van
Les doigts de fee", door de artiesten van Het
Nederlandsch Tooneel".
Het is niet recht duidelijk, welk aandeel de
bedreven en beroemde Eugène Scribe gehad heeft
aan de tooneelwerken, op zijn naam, vereenigd
met dien van Ernest Legouvé, uitgegeven. De
fransche lettergeschiedschrijvers zijn het er over
eens, dat de Heer Legouvé(hij is de brillantere
zoon van den auteur van Le mérite des femmes")
een zeer belangrijk aandeel gehad heeft aan
AdrienneLecouvreur" (1849), Bataille de dames,
(1851), Les contes de la reine de Navarre" (1851)
en ook aan Les doigts de fee" (Mei 1858);
maar, dat toch de naam van Scribe voor iets wieer
dan een aanbevelend etiket bij die stukken moet
gelden. De Heer Legouvéhad trouwens dat pa
tronaat schier niet noodig: reeds had zijn drama
Louise de Lignerolles", nog vóór het jaar 30
geschreven, in samenwerking met Prosper Dinaux,
hem zekeren roem, als tooneelschrijver, bezorgd.
Mademoiselle Mars vond er een harer laatste
goede rollen in, en het stuk is op het répertoire
van het TJié&tre Franyais gebleven. De Heer
Legouvéis een Franschman van den ouden stem
pel, maar die zich op de hoogte van de tijd heeft
gehouden, 't Is vooral aan zijn grooten invloed,
dat men de toelating van Alex. Dumas fils en
Victorien Sardou, en daarmee de waardeering
der nieuwere denkbeelden, in de Académie
Franyaise te danken heeft.
Hij vereenigt in zich, zegt een Fransch
kritikus, al de hoedanigheden de l'ancienne sociét
frangaise": de aangename verkeersformen, het
talent van spreken (in den ruimsten zin), de leven
digheid van geest, begrensd door de zuiverste
smaak, en, in alles, de hoogste distinktie. Spn
nom est synonyme de delicatesse et de
savoirvivre, aussi bien dans ses relations avec Ie monde
que dans ses crits".
We hebben trouwens gelegenheid gehad dezen
kunstenaar als conférencier toe te juichen (in
Felix), en men verwondert zich niet, dat onder
de koepel van het Instituut menig onsterflijke door
een verkoudheid wordt aangetast, wanneer dit
hem het uitzicht opent zijn redevoering of memorie
te hooren voordragen door den merveilleux
diseur".
Een goed staaltjen van zijn talent als tooneel
schrijver brengt ons nu weer de reprise van de
bovengenoemde komedie.
Zij draagt de kenmerken van haar geboortetijd.
Zij is nu juist dertig jaar oud. Diep gaat de kunst
van die tijd niet. Zij is nog altoos verwant aan
do muziek van Auber en Adam, aan de lithografiën
van Devéria. Maar zij is rijk aan goed en kiesch
gevoel, zij rekent met ouderliefde, met begrippen
van eer en voegzaamheid, zij huldigt edelmoedig
heid, al is zij toegeeflijk voor lichtzinnigheid ; zij
is geestig in hooge mate; zij spreekt een vlotte,
cierlijke taal; zij offert aan zekere rhetorische
herinneringen; zij is welopgevoed; zij spreekt
niet overdreven luid: zij is Fransch, van top tot
teen.
Het stuk heeft zich vrij goed geleend tot eene
verdietsching. Men heeft deze, te-recht, niet ver
der dan de taal uitgestrekt. De eigennamen deed
men wél onvertaald te laten. De stijl had wel
eenige herziening en naturalizeering gedoogd.
Maar vele tooneelspelers volbrengen, in dat opzicht,
wat aan een redakteurspen had moeten worden
opgedragen.
De voorstelling was een groote triomf voor den
Heer Tourniaire, .die, men heeft het naar waar
heid opgemerkt, den stotteraar Richard de
Kerbrianc beminnelijk heeft weten te maken. Trou
wens het kon de bedoeling der auteurs niet zijn
hem belachelijk te doen wezen. Dan hadden
zij geen Bretonsch Edelman van hem gemaakt en
hem niet met het Gravinnetjen Bertha laten trou
wen. De Heer Tourniaire was zeer diep in het
charakter en de uiterlijke vormen, die daarmee
en met het spraakgebrek van Richard
korrespondeeren, ingedrongen. Ook zy'n stil spel, zijn
luisteren, zijn werken met hoofd, gelaatstrekken
en handen, om aan te vullen wat de spraak open
of wachten laat, dit alles was voortreffelijk:
het succes was zeer groot, al bracht juist het
gevoelige, aandoenlijke der gegeven indrukken
te-weeg, dat men niet zoo stormachtig
applaudiseerde.
Mevrouw de Vries was een prachtige Douairière
Lesneven en vormde, met haar naïef-beminnelijk'e
kleindochter, Jufv. Lorjé, een fraayen groep.
Of de Dames de l'ancien régime in huis wel
handschoenen dragen, trek ik in twijfel.
Mevr. Pauwels-van Biene speelde met veel
pectus en waardigheid voor Helene-Hermance,
de Hertogin-modemaakster.
De Heer de Jong leverde ons een voortreffelijken
Tristan; den jongen, welmeenenden, eenvoudigen,
snelsprekenden Vicomte. Zijne kleine redevoering
over en tot Helene was vol treffend-natuurlijke
schakeeringen.
Mej. Chr. Poolman en de Heer Ising mogen den
type van de Marquises de Menneville en de Gra
ven de Lesneven niet aanschouwelijk hebben ge
maakt; n zulke Markiezin en n zulke Graaf
waren zeer wél in hen herkenbaar.
Mevr. van Sluyters, als bankiersvrouw, die zich
het de voor haar naam had aangematigd, heeft
te-recht geen grande dame willen zyn.
De Heer van Schoonhoven heeft de zwakste rol
uit het stuk (die van den Hertog de Tenne-Mar)
zeer goed gespeeld.
Een soubrette is de begaafde Jufvr. Bos niet.
Wij brengen, bij het wenschen naar de voor
stelling van mér stukken uit de school van Scribe,
het genoegen onzer herinnering van de dagen on
zer jeugd niet in rekening: maar w\j vragen,
op grond van hunne dramatische deugden: geeft
ons toch ook eens weder La Calomnie" (met
Bouwmeester, als Eaymond), en dan ook de
Bataille de Dames", en Par droit de conquête".
ALB. TH.
LOUISE MICHEL'S ROODE HAAN.
Over Le Coq Bouge, het drama in zes bedrij
ven van Louise Michel, heeft de Parijsche pers niet
zooveel bevat, als men buiten Parijs, waar
Louise Michel als een minstens even sensationeel
persoon wordt beschouwd als bv. Valabrègue van
Durand et Durand, of Ob.net van La grande
marnière, wel kon verwacht hebben. De reden
schijnt vooral in do verdeeling van werk aan de
groote bladen te liggen. Le critiques influents, de
schrijvers der tooneelfeuilletons, wisten wel wat
zij van de maagd van Belleville op dramatisch
gebied te wachten hadden, en vonden het dus
niet de moeite waard, er heen te gaan; de bla
den zonden er dus hun cowriéristes heen, die ge
woon zyn hun verslag aan het publiek, aan de
coulisses en de praatjes der couloirs te wyden,
en ook op een bescheidener plaatsje in het blad
rekenen. Er was niet heel veel bijzonders omtrent
den avond te berichten, zoodat Chincholle's ver
slag, waaruit wij de vorige week het een en an
der vermeldden, het voornaamste was.
In het buitenland intusschen nam men aan de
gebeurtenis, als sociaal verschijnsel, meer deel, en
o. a. is het verslag van Otto Brandes, in een
Duitsch blad, met evenveel animo geschreven,
alsof hij van een stuk sprak, dat tegelijk met zijn
cinqcentième te Parijs, ziju driehonderdste voor
stelling te Berlijn zou beleven, zooiets als Fédora
of Les cloches de Corneville of Le maitre de forges.
Het zal nu ongeveer een jaar geleden zijn,"
zegt Brandes, toen op zekeren dag in den win
kel van Ollendorf, waar ik naar nieuwe werken
vroeg, Louise Michel binnentrad, en met den kas
sier, die zich juist met een sappige biefstuk en
pommes de terre frites zat te versterken,
zachtkens eenige woorden wisselde. De
mammonsbewaker schudde krachtig kauwend het hoofd, on
Louise maakte zich, met een droefgeestigen glim
lach om haar niet mooien mond, gereed omheen
te gaan, zacht voor zich prevelend: Dat is het
lot der armen." De kassier nam eenflinken slok
rooden wijn, en vertelde dat zij van de oude be
roemde firma grammaire's voor vreemde talen had
willen leenen, maar dat dit geweigerd werd. Gaarne
had ik de oude vrouw met haar warhoofd en
kinderlijk hart geholpen, maar zij was reeds weg
en nu ik heden den Sooden Haan heb bijgewoond,
vind ik reden om er mij over te feliciteeren, want
wie weet of zij niet in haar taalonderwijs nog
meer zulk halfbeschaafden gevormd had, als zij
zelve is, on ot deze niet mogelijk ook dergelijke
litteraire eieren gelegd hadden, als dat waaruit
de roode haan is uitgebroed. Louise Michel be
weert wel, dat haar stuk goed geweest is, en alleen
de censuur het zoo afschuwelijk heeft verminkt,
dat het zonder samenhang op het tooneel is versche
nen, maar in dat opzicht kunnen wij toch een
kleine twijfeling niet onderdrukken."
Brandes verwacht, dat de directeur van het
Théatre des Batignolles weldra publiek en pers
op het werk van een volslagen krankzinnige zal
onthalen als hij daarin voordeel ziet. maar vindt
toch dat men met de arme halfwijze Louise wat
meer medelijden had moeten hebben en haar niet
zoo aan den spot had moeten prijs geven, te meer
daar zij pas haar goed hart weer heeft bewezen
toen zij de jury van Rouaan om genade gevraagd
heeft voor don moordenaar Lucas, die te Havre
op haar geschoten had.
Voor Brandes lag dan ook het interessante
vóór de gordijn. Het publiek was natuurlijk niet
het tout-Paris des premières. In parterre en
parquet meest lieden die gekomen waren om
spektakel te maken; in fauteuils d'orchestre en
loges lieden die gekomen waren om het spek
takel bij te wonen, met eenige celebriteiten der
buitenste boulevards, en onder deze Clovis Hugues
en zijne mooie vrouw, die zoo goed met den re
volver omgaat. De bovenste rangen waren meest
gevuld met de habitués van Louise Michel's
meetings. De stemming was reeds terstond le
vendig en familiaar; Tas d'punaises .'" canaüle!"
klonk het naar beneden, vooral de journalisten
werden uitgescholden.
Men zou een essentieclen trek in de beschrij
ving van het publiek weglaten", schrijft Brandes,
als men van de sucre d'orge geen melding
maakte." (De bdtons de sucres d'orge zijn pijpjes
suiker, waarmede, naar ik meen, gerst of gerst
water niets te maken heeft). In het Théatre
Francais of het Odéon laten de menschen die het
doen kunnen, zich wel door den confiseur du
grand chic Boissier versch geconfijte vruchten of
bonbons zenden, die men dan uit de sierlyke
doosjes, met papieren kant omboord, met een klein
tangetje zit te snoepen. Het is een duur pleizier,
want Boissier zendt daarvoor een prachtig
gegalonneerden lakei in de loges en in het balcon,
en dat moet afzonderlijk betaald worden. Maar
in het Théatre des Batignolles is men democra
tischer. De bdton de sucre d'orge is voor alle
beurzen bereikbaar; hy kost een sou, en is, be
halve drop, het eenige snoepgoed dat er te krij
gen is. galitépour tous ! En inderdaad, allen
zitten te zuigen. In plaats van het zilveren
tangetje van Boissier heeft men een stuk papier,
dat de koopman reeds om het benedeneind
van het pijpje heeft gewikkeld, en het is een
uiterst komisch schouwspel al die honderden
menschen aan hun pijpjes sucre d'orge te zien
zitten zuigen.
Toch moeten er gisteren nog ook eenige geheel
onterfden boven gezeten hebben, want te midden
van het hevig rumoer hoorde men een stem vol
bitteren nijd van den engelenbak komen: Stilte
daar beneden! Ge hebt u immers al dronken
gezogen aan uw sucre d'orgel"
De Roode Haan schijnt zes bedrijven te heb
ben, inderdaad zonder belang en zonder samen
hang; volgens Brandes evenzeer als volgens
Chincholle en de anderen. Het rumoer werd het
grootst in het derde tableau, waarin drie dronken
gendarmes optreden. In de eerste entr'acte werd
er alleen nog gezongen: C'est Boulange, lange,
qii'il nous faut, vervolgens op de wijs van het
air des lampions: Louise Michel! en men mar
keerde met wandelstokken de maat van de stuk
ken door het orkest, vier violen en een piano,
ten beste gegeven. Toen de gendarmen opkwa
men was er een vreeselijk geweld, tot
eenestentorstem riep: Ecoutez-donc les gendarmes,nom
d'un chienl" hierop volgde een oogenblik stilte,
waarin ne stem riep: Vive Ie SénatT Deze
aardigheid werd met stormachtig applaus beloond.
De gendarmen werden aangehoord. Een van
hen is libre-penseur. Dat ben ik geworden,"
zegt hij, door het bijwonen van anarchistenver
gaderingen!" Luido toejuichingen, tot men ook van
de brigadiers genoeg had en op de vraag van een der
gendarmen: Brigadier, is het nog niet genoeg," luide
toestemmend antwoordde. Onder het rumoer, met
al de dierengeluiden er tusschen, werd nu het
stuk geheel eene pantomime. Chinasappelen rollen
op het tooneel, en de figuranten vallen er, tot
groote ergernis der artisten, terstond op aan. Maar
het fraaiste was, toen in het laatste tableau, waarin
militairen voorkwamen, een spotvogel een handvol
SOMS op het tooneel wierp, en men de moeite zag
welke het kostte om de tooneelsoldaten van het op
rapen ervan terug te houden. Maar toen het ge
vecht, dat is het stuk voorgeschreven was, zou
beginnen, lieten de militairen zich door geen macht
ter wereld verhinderen, om eerst het kopergeld
bijeen te rapen, alvorens zich met het bedwingen
van het oproerig volk" bezig te houden,
Arme Louise! Tusschen liet derde en vierde
bedrijf werd de Carmagnole gezongen; toen het
orkest een galop spoelde, werd van boven
gekommandeerd chabut!" en weldra cancaneerde
men in het parquet als bezetenen; later strooide
de galerij papiersnippers en het parket wierp
chinaasappelschillen; kortom het was een avond
waarbij het stuk er treurig afkwam, en er van
ernstig schandaal, zooals Louise misschien gehoopt
had, ook niet kwam, men amuseerde zich koste
lijk onder elkander. Eens werd van alle rangen
tegelijk hetzeltde gezongen, het was toen de Zi.
geuners opkwamen en alles schreeuwde l'ours!
l'ours /" Eindelijk verscheen de beer en men
applaudisseerde hem ook. De arme Louise die
diep in eene baignoire verstopt zat, moet zich
met haar eigenaardig succes vrij goed troosten:
Wat kan het mij schelen!" heeft zij gezegd.
De bourgeois hebben zich geamuseerd, en ik
heb hun geld voor mijne armen. Vive la r
volution sociale.'"
MUZIEK IN DE HOOFDSTAD.
De groote zaal van het gebouw voor den Wer
kenden Stand ziet er in het winterseizoen vooral
bij avond recht gezellig uit. Voor kunstenaarscon
certen is zij uitnemend geschikt en vereenigingen
die bij hare uitvoeringen een niet al te groot
aantal leden moeten ontvangen, hebben zich er al
spoedig t'huis gevonden. Niet zonder grond is in
tusschen de aandacht te vestigen op de groote
moeilijkheden die het publiek ondervindt wanneer
de concerten geëindigd zijn.De eigenlijke vestiaire"
ligt voorbij de trap, zoodat allen die de zaal ver
laten en mantels of pardessus" in ontvangst te
nemen hebben, iweemaal den uitgang versperren.
Wij zouden niet in staat wezen de wijzigingen
aan te geven, die het wenschelijk ware aanbren
gen, doch wij achten ons verplicht dit punt aan
het einde van het seizoen niet onopgemerkt te
laten voorbijgaan, wijl het laatste concert van
Euterpe onze overtuiging heeft versterkt, dat
wijziging noodzakelijk is gebleken.
De gunstig bekende zangvereeniging, die onder
leiding van den Heer Joh. Messchaert met zoo
veel lust en toewijding den mannenzang beoefent
heelt met haar laatste concert opnieuw getoond,
dat zij ten volle recht heeft op de waardeering,
die haar in de hoofdstad wordt geschonken. De
samenstelling van het koor laat weinig te wen
schen over. In de meeste liedertafels zijn de teno
ren onvoldoende ; bij Euterpe komt bij de tenoren
minstens een viertal zangers voor, in staat om
met succes als solisten op te treden. En de bas
sen onderscheiden zich door frischheid van timbre,
diepte, kracht en duidelijkheid. Aan de uitspraak
en ademhaling wordt veel zorg besteed.
Nuttelooze en onacsthetische uitzetting der stemmen is
bij de zangers van Euterpe bijna nimmer op te
merken. Men zou hier en daar in de uitspraak
van het Nederlandsch een Duitsch tintjen kunnen
bespeuren, dat wat aan de medewerking van
en