De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 3 juni pagina 3

3 juni 1888 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 571 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. gelijke gedaanteyerwisselingen gevuld is; snuffel ket maar eens door. Het museum Carnavalet is inderdaad een vermakelyke verzameling van die prenten rijk, af komstig uit het fonds van den heer de Lierville, een van ztyn voornaamste begiftigers. Er zjjn luenschen, die van alles en nog wat verzamelin gen maken! Men beeft een zeer druk gebruik gemaakt van die gedaanteverandering van dat aloude tijdver drijf, dat ons door Griekenland is nagelaten (gelukkig met nog heel wat andere openbaringen Tan z\jn genie.) In de zeventiende eeuw b. v. heet het spel voor zoete kinderen" en de voorstelling geeft ons het feest voor gezegde zoete kinderen te aanschouwen. Of het heet Marinespel", en is opgedragen aan Duquesne. Hier zyn de ganzen vervangen door schepen van allerlei aard. Her berg, put, in n woord ai de figuren, waarop de «peler verliest, zyn voorgesteld door zeeroovers, klippen of stormweder. Hier heeft men slechts te doen met onschuldige scherts. Maar reeds mengt zich een kleine dosis politiek in het spel der voornaamste volkeren", dat altijd met gebruikmaking van dezelfde regels en bepalin gen werd uitge vonden door M. de Fer, geograaf van Monseigneur Ie Dauphin. De naties, waarmede Frankrijk oorlog gevoerd heeft, zijn de gevaarlijke nummers van het bord waar betaald moet worden. Wie b\j de Hollanders komt, zal den bepaalden pr\js betalen en van voren af aan moeten begin nen". Natuurlijk wordt de pot, waar men alles wint, voorgesteld door het beeld van Frankrijk. Onder de bewoners van ieder land staan opschrif ten met een korte vermelding van hun onder scheidende kenmerken. De Franschen worden al dus afgeschilderd. Z\j hebben een deftige gestalte, goed voorkomen, fraaien kop; de vrouwen zijn er bekoorlijk, zoowel naar geest als lichaam; deze zoowel als genen a*er veranderlijk volgens de mode, prachtlievend in hun feesten, dapper, trouw aan hun koning, hoffelijk voor vreemdeling en goed katholiek." Ziehier alles, wat van de Duitschers gezegd wordt: Zjj zijn dikzakken, vanwege het bier; zij houden veel van muziek, zitten drie of vier uur aan tafel, eten en drinken al naar 't voor komt." Ter wille van den Dauphin hopen wij dat hij nog andere lessen in de aardrijkskunde zal ontvangen hebben dan deze! Zelfs de devotie heeft zich op haar manier ran het Ganzenbord meester gemaakt. Er is in de collectie een oude geel geworden prent, welke naar wierook en kloosterlucht schijnt te ruiken. Dat is Ie divertissement studieux des religieuses ursulines" of het Myn spelen is leeren" ran de Ursuliner nonnen. Men vindt er de elf grondregels der orde op afstanden van zes tot zes nommers opgeschreven. Dit vrome tijdver drijf was evenwel geen beletsel om voor het heil der ziel te blijven zorgen. Want in plaats van geld of versnapering won men het verlof om zóó en zooveel gebeden te verrichten. Die geelgeworden prent zou een heel eigenaardig tafereel voor de verbeelding kunnen roepen! Hier hebben we het spel der illustres capitaines philosophes", dat van de kweekelingen van Mars." Op de winnende nummers vindt men waardigheden en belooningen door den Koning uitgereikt aan krijgslieden, die zich hebben on derscheiden." De kwade nummers zijn wacht posten, invaliden en hinderlagen. Dergelijke mi litaire voorstellingen in plaats van de oude figu ren van dit kinderspel vindt men in alle tijden. Zoo zal men onder het Keizerrijk het spel van de oefeningen der Fransche Infanterie" ontmoe ten, waarin men op no. 63 het kruis van eer wint en waarvan al de figuren door de verschil lende commando's worden gevormd. De theorie een spel geworden! padden we dat maar ge weten, toen we zaten te versuffen over dat melancolieke boekje met zijn blauw kartonnen omslag! Zie hier iets van meer hoffelijken aard en wel Het Huwelijksspel" (Parijs 1725 bij Hussel, rue des Noyers). Hymen's Paleis" was de pot en om zoover te komen moest men allerlei stations aandoen, die den naam droegen van: Beleefdheden Blauwtje loopen onverschilligheid droomen en gezichten verontschuldigingen en berouw." Een gansche liefdesgeschiedenis! De maker van dit nieuwe Huwelijksspel" liet aan de regels van het spel deze verklaring,welke geheel den tijd, waarin zij geschreven werd, ken schetst voorafgaan: ik vlei my, dat dit amusement even nuttig zal zijn als aangenaam; de meest strenge moraal is niet degene die het meeste uitricht: zij maakt ons onwillig en verveelt ons. Men moet schertsen en de overdenkingen, welke voortsprui ten uit een vroolijke stemming, brengen vaak veel meer goeds tot stand dan die van een som beren en ontstemden geest, die zich de weelde van een lach niet durft veroorloven." Een geheel systeem van wijsbegeerte in die enkele woorden! Ik moet helaas constateeren, dat dat brave ganzenbord zich dikwijls heeft gestoken in het pak van een volleerd hoveling, getuige het spel der koningen van Frankrijk uit de achttiende eeuw, waarbij Lodewijk XV de plaats van den pot in neemt. Maar dit is nog niets, vergeleken bij het Divertissement royal sur les Vertus héroïques de Louis XV'Hl. De heldhaftigheid van Lodewijk XVIII! De opdracht is een staaltje van walgelijke vleierij. Deze onvergelijkelijke monarch, zoo luidt het daarin, heeft zulke voortreffelijke eigenschappen, dat men kan zeggen, dat hij evenzeer en meer de erfgenaam van de deugden zijner voorgangers dan van hua kroon is, en dat hij, en hij alleen, al de titels verdient te dragen, aan de andere koningen te samen verleend!" Om de vijf num mers vindt men de beeltenis van de souvereinen, die een bijnaam hebben gekregen. Eenige jaren te voren had overigens een ander analoog spel de deugden" van den nauwelijks tweejarigen koning van Rome op niet minder opgeschroefde wyze verheerlijkt. Een vijftien of zestien jaar geleden maakte het ganzenspel, met 'een politiek sausje opgedischt, ook zijn hof aan Thiers, die daarop was afgebeeld troonend op het veelzeg gend nummer 63. De combinatie van het ganzenbord heeft wer kelijk voor allerlei doeleinden dienst gedaan. Nu eens verheerlijkt het een geruchtmakende actualiteit." Onder de regeering van Louis-Philippe verandert het in het Spoorwegspel" of later in het Tentoonstellingsspel" in 1855, of nog later in het Sebastopol-spel." Dan weder leent het zijn dienst aan de een of andere kleine physiologie van Parijs. Zeer curieus is met name het spel van het Parijsche straatgeschreeuw," een prent met afbeeldingen van straatventers uit het begin dezer eeuw, met de gewone uit roepingen daaronder. Hier heb je den koop man in gebroken flesschen! Wie heeft wat voor hem te koop ? Tinnen lepels en vorken op te koken! Karpers met hommen, springle vende karpers!" enz. Wie op den Blindeman van het Geluk", die horoscopen verkoopt, komt, wint den pot. Of wel luidt de naam: Jeu des omnibus et des damet-blanches" Ook de calembour wordt er soms in betrokken. Als voorbeeld daarvan kan dienen Het wettenspel" een vermakelijk ontwerp van allerlei hervor mingen, dat in 1872 bet licht zag. Men wint op de voor goed gevestigde Republiek. De verschil lende pretendenten worden er op vroolijke wijze in het zonnetje gezet. Als men b. v. bij de figuur komt, die den graaf van Chambord voorstelt, wordt de speler teruggewezen naar een teekening, welke een aantal spinnewebben te zien geeft, waarin genoemde graaf zit te wachten, totdat men hem er uit komt verlossen. Eindelijk heeft men het Ganzenbord ook in aanraking gebracht met de Kunst-kritiek, getuige het salon-spel" van 1875. Op dit bord waren zekere nog al kras gepariodeerde schilderyen de representanten van Put, Herberg, Dood, enz. terw\jl de andere figuren afbeeldingen gaven van doeken, die genade hadden gevonden in de schat ting der kunstrechters .... Deze portefeuille in het Museum Carnavalet levert ten slotte meer dan voldoende stof voor een hoofdstuk van de geschiedenis der populaire prentkunst, welke pp doorgaans zeer onderhoudende wijze een afspiegeling en terugslag geeft van wat op een gegeven tyd de volksverbeeldiug krachtig bezighield. A. B. Kunst en Letteren. HET TOONEEL, TE AMSTERDAM. Fransche-Laanschouwburg: Arbeid adelt. De dagbladen hebben inderdaad niet te veel gezegd van de voortreffelijke voorstellingen van Les doigts de fee", door de artiesten van Het Nederlandsch Tooneel". Het is niet recht duidelijk, welk aandeel de bedreven en beroemde Eugène Scribe gehad heeft aan de tooneelwerken, op zijn naam, vereenigd met dien van Ernest Legouvé, uitgegeven. De fransche lettergeschiedschrijvers zijn het er over eens, dat de Heer Legouvé(hij is de brillantere zoon van den auteur van Le mérite des femmes") een zeer belangrijk aandeel gehad heeft aan AdrienneLecouvreur" (1849), Bataille de dames, (1851), Les contes de la reine de Navarre" (1851) en ook aan Les doigts de fee" (Mei 1858); maar, dat toch de naam van Scribe voor iets wieer dan een aanbevelend etiket bij die stukken moet gelden. De Heer Legouvéhad trouwens dat pa tronaat schier niet noodig: reeds had zijn drama Louise de Lignerolles", nog vóór het jaar 30 geschreven, in samenwerking met Prosper Dinaux, hem zekeren roem, als tooneelschrijver, bezorgd. Mademoiselle Mars vond er een harer laatste goede rollen in, en het stuk is op het répertoire van het TJié&tre Franyais gebleven. De Heer Legouvéis een Franschman van den ouden stem pel, maar die zich op de hoogte van de tijd heeft gehouden, 't Is vooral aan zijn grooten invloed, dat men de toelating van Alex. Dumas fils en Victorien Sardou, en daarmee de waardeering der nieuwere denkbeelden, in de Académie Franyaise te danken heeft. Hij vereenigt in zich, zegt een Fransch kritikus, al de hoedanigheden de l'ancienne sociét frangaise": de aangename verkeersformen, het talent van spreken (in den ruimsten zin), de leven digheid van geest, begrensd door de zuiverste smaak, en, in alles, de hoogste distinktie. Spn nom est synonyme de delicatesse et de savoirvivre, aussi bien dans ses relations avec Ie monde que dans ses crits". We hebben trouwens gelegenheid gehad dezen kunstenaar als conférencier toe te juichen (in Felix), en men verwondert zich niet, dat onder de koepel van het Instituut menig onsterflijke door een verkoudheid wordt aangetast, wanneer dit hem het uitzicht opent zijn redevoering of memorie te hooren voordragen door den merveilleux diseur". Een goed staaltjen van zijn talent als tooneel schrijver brengt ons nu weer de reprise van de bovengenoemde komedie. Zij draagt de kenmerken van haar geboortetijd. Zij is nu juist dertig jaar oud. Diep gaat de kunst van die tijd niet. Zij is nog altoos verwant aan do muziek van Auber en Adam, aan de lithografiën van Devéria. Maar zij is rijk aan goed en kiesch gevoel, zij rekent met ouderliefde, met begrippen van eer en voegzaamheid, zij huldigt edelmoedig heid, al is zij toegeeflijk voor lichtzinnigheid ; zij is geestig in hooge mate; zij spreekt een vlotte, cierlijke taal; zij offert aan zekere rhetorische herinneringen; zij is welopgevoed; zij spreekt niet overdreven luid: zij is Fransch, van top tot teen. Het stuk heeft zich vrij goed geleend tot eene verdietsching. Men heeft deze, te-recht, niet ver der dan de taal uitgestrekt. De eigennamen deed men wél onvertaald te laten. De stijl had wel eenige herziening en naturalizeering gedoogd. Maar vele tooneelspelers volbrengen, in dat opzicht, wat aan een redakteurspen had moeten worden opgedragen. De voorstelling was een groote triomf voor den Heer Tourniaire, .die, men heeft het naar waar heid opgemerkt, den stotteraar Richard de Kerbrianc beminnelijk heeft weten te maken. Trou wens het kon de bedoeling der auteurs niet zijn hem belachelijk te doen wezen. Dan hadden zij geen Bretonsch Edelman van hem gemaakt en hem niet met het Gravinnetjen Bertha laten trou wen. De Heer Tourniaire was zeer diep in het charakter en de uiterlijke vormen, die daarmee en met het spraakgebrek van Richard korrespondeeren, ingedrongen. Ook zy'n stil spel, zijn luisteren, zijn werken met hoofd, gelaatstrekken en handen, om aan te vullen wat de spraak open of wachten laat, dit alles was voortreffelijk: het succes was zeer groot, al bracht juist het gevoelige, aandoenlijke der gegeven indrukken te-weeg, dat men niet zoo stormachtig applaudiseerde. Mevrouw de Vries was een prachtige Douairière Lesneven en vormde, met haar naïef-beminnelijk'e kleindochter, Jufv. Lorjé, een fraayen groep. Of de Dames de l'ancien régime in huis wel handschoenen dragen, trek ik in twijfel. Mevr. Pauwels-van Biene speelde met veel pectus en waardigheid voor Helene-Hermance, de Hertogin-modemaakster. De Heer de Jong leverde ons een voortreffelijken Tristan; den jongen, welmeenenden, eenvoudigen, snelsprekenden Vicomte. Zijne kleine redevoering over en tot Helene was vol treffend-natuurlijke schakeeringen. Mej. Chr. Poolman en de Heer Ising mogen den type van de Marquises de Menneville en de Gra ven de Lesneven niet aanschouwelijk hebben ge maakt; n zulke Markiezin en n zulke Graaf waren zeer wél in hen herkenbaar. Mevr. van Sluyters, als bankiersvrouw, die zich het de voor haar naam had aangematigd, heeft te-recht geen grande dame willen zyn. De Heer van Schoonhoven heeft de zwakste rol uit het stuk (die van den Hertog de Tenne-Mar) zeer goed gespeeld. Een soubrette is de begaafde Jufvr. Bos niet. Wij brengen, bij het wenschen naar de voor stelling van mér stukken uit de school van Scribe, het genoegen onzer herinnering van de dagen on zer jeugd niet in rekening: maar w\j vragen, op grond van hunne dramatische deugden: geeft ons toch ook eens weder La Calomnie" (met Bouwmeester, als Eaymond), en dan ook de Bataille de Dames", en Par droit de conquête". ALB. TH. LOUISE MICHEL'S ROODE HAAN. Over Le Coq Bouge, het drama in zes bedrij ven van Louise Michel, heeft de Parijsche pers niet zooveel bevat, als men buiten Parijs, waar Louise Michel als een minstens even sensationeel persoon wordt beschouwd als bv. Valabrègue van Durand et Durand, of Ob.net van La grande marnière, wel kon verwacht hebben. De reden schijnt vooral in do verdeeling van werk aan de groote bladen te liggen. Le critiques influents, de schrijvers der tooneelfeuilletons, wisten wel wat zij van de maagd van Belleville op dramatisch gebied te wachten hadden, en vonden het dus niet de moeite waard, er heen te gaan; de bla den zonden er dus hun cowriéristes heen, die ge woon zyn hun verslag aan het publiek, aan de coulisses en de praatjes der couloirs te wyden, en ook op een bescheidener plaatsje in het blad rekenen. Er was niet heel veel bijzonders omtrent den avond te berichten, zoodat Chincholle's ver slag, waaruit wij de vorige week het een en an der vermeldden, het voornaamste was. In het buitenland intusschen nam men aan de gebeurtenis, als sociaal verschijnsel, meer deel, en o. a. is het verslag van Otto Brandes, in een Duitsch blad, met evenveel animo geschreven, alsof hij van een stuk sprak, dat tegelijk met zijn cinqcentième te Parijs, ziju driehonderdste voor stelling te Berlijn zou beleven, zooiets als Fédora of Les cloches de Corneville of Le maitre de forges. Het zal nu ongeveer een jaar geleden zijn," zegt Brandes, toen op zekeren dag in den win kel van Ollendorf, waar ik naar nieuwe werken vroeg, Louise Michel binnentrad, en met den kas sier, die zich juist met een sappige biefstuk en pommes de terre frites zat te versterken, zachtkens eenige woorden wisselde. De mammonsbewaker schudde krachtig kauwend het hoofd, on Louise maakte zich, met een droefgeestigen glim lach om haar niet mooien mond, gereed omheen te gaan, zacht voor zich prevelend: Dat is het lot der armen." De kassier nam eenflinken slok rooden wijn, en vertelde dat zij van de oude be roemde firma grammaire's voor vreemde talen had willen leenen, maar dat dit geweigerd werd. Gaarne had ik de oude vrouw met haar warhoofd en kinderlijk hart geholpen, maar zij was reeds weg en nu ik heden den Sooden Haan heb bijgewoond, vind ik reden om er mij over te feliciteeren, want wie weet of zij niet in haar taalonderwijs nog meer zulk halfbeschaafden gevormd had, als zij zelve is, on ot deze niet mogelijk ook dergelijke litteraire eieren gelegd hadden, als dat waaruit de roode haan is uitgebroed. Louise Michel be weert wel, dat haar stuk goed geweest is, en alleen de censuur het zoo afschuwelijk heeft verminkt, dat het zonder samenhang op het tooneel is versche nen, maar in dat opzicht kunnen wij toch een kleine twijfeling niet onderdrukken." Brandes verwacht, dat de directeur van het Théatre des Batignolles weldra publiek en pers op het werk van een volslagen krankzinnige zal onthalen als hij daarin voordeel ziet. maar vindt toch dat men met de arme halfwijze Louise wat meer medelijden had moeten hebben en haar niet zoo aan den spot had moeten prijs geven, te meer daar zij pas haar goed hart weer heeft bewezen toen zij de jury van Rouaan om genade gevraagd heeft voor don moordenaar Lucas, die te Havre op haar geschoten had. Voor Brandes lag dan ook het interessante vóór de gordijn. Het publiek was natuurlijk niet het tout-Paris des premières. In parterre en parquet meest lieden die gekomen waren om spektakel te maken; in fauteuils d'orchestre en loges lieden die gekomen waren om het spek takel bij te wonen, met eenige celebriteiten der buitenste boulevards, en onder deze Clovis Hugues en zijne mooie vrouw, die zoo goed met den re volver omgaat. De bovenste rangen waren meest gevuld met de habitués van Louise Michel's meetings. De stemming was reeds terstond le vendig en familiaar; Tas d'punaises .'" canaüle!" klonk het naar beneden, vooral de journalisten werden uitgescholden. Men zou een essentieclen trek in de beschrij ving van het publiek weglaten", schrijft Brandes, als men van de sucre d'orge geen melding maakte." (De bdtons de sucres d'orge zijn pijpjes suiker, waarmede, naar ik meen, gerst of gerst water niets te maken heeft). In het Théatre Francais of het Odéon laten de menschen die het doen kunnen, zich wel door den confiseur du grand chic Boissier versch geconfijte vruchten of bonbons zenden, die men dan uit de sierlyke doosjes, met papieren kant omboord, met een klein tangetje zit te snoepen. Het is een duur pleizier, want Boissier zendt daarvoor een prachtig gegalonneerden lakei in de loges en in het balcon, en dat moet afzonderlijk betaald worden. Maar in het Théatre des Batignolles is men democra tischer. De bdton de sucre d'orge is voor alle beurzen bereikbaar; hy kost een sou, en is, be halve drop, het eenige snoepgoed dat er te krij gen is. galitépour tous ! En inderdaad, allen zitten te zuigen. In plaats van het zilveren tangetje van Boissier heeft men een stuk papier, dat de koopman reeds om het benedeneind van het pijpje heeft gewikkeld, en het is een uiterst komisch schouwspel al die honderden menschen aan hun pijpjes sucre d'orge te zien zitten zuigen. Toch moeten er gisteren nog ook eenige geheel onterfden boven gezeten hebben, want te midden van het hevig rumoer hoorde men een stem vol bitteren nijd van den engelenbak komen: Stilte daar beneden! Ge hebt u immers al dronken gezogen aan uw sucre d'orgel" De Roode Haan schijnt zes bedrijven te heb ben, inderdaad zonder belang en zonder samen hang; volgens Brandes evenzeer als volgens Chincholle en de anderen. Het rumoer werd het grootst in het derde tableau, waarin drie dronken gendarmes optreden. In de eerste entr'acte werd er alleen nog gezongen: C'est Boulange, lange, qii'il nous faut, vervolgens op de wijs van het air des lampions: Louise Michel! en men mar keerde met wandelstokken de maat van de stuk ken door het orkest, vier violen en een piano, ten beste gegeven. Toen de gendarmen opkwa men was er een vreeselijk geweld, tot eenestentorstem riep: Ecoutez-donc les gendarmes,nom d'un chienl" hierop volgde een oogenblik stilte, waarin ne stem riep: Vive Ie SénatT Deze aardigheid werd met stormachtig applaus beloond. De gendarmen werden aangehoord. Een van hen is libre-penseur. Dat ben ik geworden," zegt hij, door het bijwonen van anarchistenver gaderingen!" Luido toejuichingen, tot men ook van de brigadiers genoeg had en op de vraag van een der gendarmen: Brigadier, is het nog niet genoeg," luide toestemmend antwoordde. Onder het rumoer, met al de dierengeluiden er tusschen, werd nu het stuk geheel eene pantomime. Chinasappelen rollen op het tooneel, en de figuranten vallen er, tot groote ergernis der artisten, terstond op aan. Maar het fraaiste was, toen in het laatste tableau, waarin militairen voorkwamen, een spotvogel een handvol SOMS op het tooneel wierp, en men de moeite zag welke het kostte om de tooneelsoldaten van het op rapen ervan terug te houden. Maar toen het ge vecht, dat is het stuk voorgeschreven was, zou beginnen, lieten de militairen zich door geen macht ter wereld verhinderen, om eerst het kopergeld bijeen te rapen, alvorens zich met het bedwingen van het oproerig volk" bezig te houden, Arme Louise! Tusschen liet derde en vierde bedrijf werd de Carmagnole gezongen; toen het orkest een galop spoelde, werd van boven gekommandeerd chabut!" en weldra cancaneerde men in het parquet als bezetenen; later strooide de galerij papiersnippers en het parket wierp chinaasappelschillen; kortom het was een avond waarbij het stuk er treurig afkwam, en er van ernstig schandaal, zooals Louise misschien gehoopt had, ook niet kwam, men amuseerde zich koste lijk onder elkander. Eens werd van alle rangen tegelijk hetzeltde gezongen, het was toen de Zi. geuners opkwamen en alles schreeuwde l'ours! l'ours /" Eindelijk verscheen de beer en men applaudisseerde hem ook. De arme Louise die diep in eene baignoire verstopt zat, moet zich met haar eigenaardig succes vrij goed troosten: Wat kan het mij schelen!" heeft zij gezegd. De bourgeois hebben zich geamuseerd, en ik heb hun geld voor mijne armen. Vive la r volution sociale.'" MUZIEK IN DE HOOFDSTAD. De groote zaal van het gebouw voor den Wer kenden Stand ziet er in het winterseizoen vooral bij avond recht gezellig uit. Voor kunstenaarscon certen is zij uitnemend geschikt en vereenigingen die bij hare uitvoeringen een niet al te groot aantal leden moeten ontvangen, hebben zich er al spoedig t'huis gevonden. Niet zonder grond is in tusschen de aandacht te vestigen op de groote moeilijkheden die het publiek ondervindt wanneer de concerten geëindigd zijn.De eigenlijke vestiaire" ligt voorbij de trap, zoodat allen die de zaal ver laten en mantels of pardessus" in ontvangst te nemen hebben, iweemaal den uitgang versperren. Wij zouden niet in staat wezen de wijzigingen aan te geven, die het wenschelijk ware aanbren gen, doch wij achten ons verplicht dit punt aan het einde van het seizoen niet onopgemerkt te laten voorbijgaan, wijl het laatste concert van Euterpe onze overtuiging heeft versterkt, dat wijziging noodzakelijk is gebleken. De gunstig bekende zangvereeniging, die onder leiding van den Heer Joh. Messchaert met zoo veel lust en toewijding den mannenzang beoefent heelt met haar laatste concert opnieuw getoond, dat zij ten volle recht heeft op de waardeering, die haar in de hoofdstad wordt geschonken. De samenstelling van het koor laat weinig te wen schen over. In de meeste liedertafels zijn de teno ren onvoldoende ; bij Euterpe komt bij de tenoren minstens een viertal zangers voor, in staat om met succes als solisten op te treden. En de bas sen onderscheiden zich door frischheid van timbre, diepte, kracht en duidelijkheid. Aan de uitspraak en ademhaling wordt veel zorg besteed. Nuttelooze en onacsthetische uitzetting der stemmen is bij de zangers van Euterpe bijna nimmer op te merken. Men zou hier en daar in de uitspraak van het Nederlandsch een Duitsch tintjen kunnen bespeuren, dat wat aan de medewerking van en

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl