Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 574.
A,
ftaat, met Fotemkin als vorst, verheffen. Of, nog
i Mier, waarom zou Katharina hem niet trouwen
9a hem tot Czar aller Russen maken? Aan al
dtee plannen werd plotseling door den dood een
eind gemaakt. De heerschzuchtige Tauriër stierf
op reis, midden op den open weg. Brullend als
«ea half gedoode stier wentelde hy zich in het
gras, woelde met zyn gezicht den grond om, en
nadat hy meer dan een uur in dien vreeselijken
doodstryd had geworsteld, blies hij den adem uit."
Omtrent de oorzaak der ziekte is de biograaf
ni«t verlegen. Hy had de kiem daartoe wel uit
Petersburg meegebracht." De gunsteling was te
geducht geworden; een druppel gif had hem uit
den weg geruimd.
De uitgever van St. Jean's gedenkschriften, de
heer Friedrich Rotheneel, hecht veel waarde aan
8t. Jean's getuigenissen. De biograaf is een
Franschman, die jaren lang als factotum, hij
noemt zich secretaris, maar was waarschynlijk
kamerdienaar en lijfarts, den Tauriër diende
Een zekere beschaving bezat hy' zeer zeker;
h$ citeert Horatius en schryft zeer behoorlijk
zjjn landtaal, maar toch beschouwt hij de zaken
van Rusland blijkbaar zeer uit de laagte.
De gedenkschriften werden in het sterfjaar van
den vorst, 1791, opgemaakt; in 1817 werd het
manuscript in het Duitsch vertaald en zou uitge
geven zy'n; waarom dit niet geschied is en het
tot heden in het familie-archief is blijven rusten,
wordt niet gemeld. Uit alles blijkt echter, dat
men vooral geen nieuwe gezichtspunten op
Katharina's staatkunde of de leiding der zaken er
ott moet verwachten. Voor St. Jean was Katha
rina niet dan eene losbandige vrouw, Potemkin
niets dan een ijdele dwaas, die fortuin gemaakt
heeft. Te meer mag men onafhankelijk van deze
gedenkschriften een oordeel over Katharina II
vellen, omdat het keizerlijk historisch genootschap
te St. Petersburg eenige jaren geleden do papieren
van Katharina II heeft uitgegeven, en daaronder
ook hare correspondentie met Potemkin en andere
gunstelingen, waartoe de keizerlijke familie, met
prijzenswaardige vrijgevigheid, zonder voorbehoud
hare toestemming heeft verleend. In die papie
ren nu vindt men een Potemkin, die zich boven
den Tauriër van St. Jean verre verheft, maar vooral
eene Katharina,waarvan de heer St. Jean geen denk
beeld heeft gehad. Het is geen oogenblik twijfelachtig
geweest, wie in Rusland regeerde; Katharina voerde
de meest volstrekte persoonlijke heerschappij, liet
geen kleinigheid aan anderen over, bepaalde
iederen zy'tred harer diplomatie, besliste zonder raad
pleging in iedere opkomende quaestie, hield alle
draden van de uitgestrekte webbe onder haar
eigen onmiddelly'k toezicht.
Potemkin deed slechts zooveel politiek, als Ka
tharina hem te doen gaf. Hij voerde de Oostersche
quaestie, maar geheel naar Katharina's opdracht.
Over den sultan spottend, die zich door Engeland
en Pruisen aan den leiband liet voeren, schrijft
zjj: ik zal mij met myn grijze haren niet onder
?voogdij stellen", en zy deed naar hare woorden.
Daarom kunnen de tooneelen die St. Jean
beichrijft, wel gebeurd zijn; maar Katharina was te
groet om kleinigheden niet te vergeven. Zij kende
Potemkin als trouw en bruikbaar, noemde hem
verstandig, en hield van hem als van een harte
lijk, getrouw vriend, ik spreek met u, zooals ik
met myzelf spreek", schrijft zij hem. Men houdt
niet van hem, maar hij heeft een goed hart",
schryft zij aan een ander.
In de brieven, die uit den eersten tijd hunner
betrekking over zijn, is de verhouding zeer innig.
Mon cher, mijn hart, mijn duif, mon toutou,
m\jn goudfaaant," ook wel mijn veelgeliefde
vriend, mon superbe ami," zelfs eens, het
verpergoonlykte Attisch zout," een zonderling beeld zeker.
" Voorbijtrekkende wolkjes leiden tot teedere ver
zoeningen. Potemkin speelt nu en dan voor
jaloersch, er wordt gepruild, tot er een verzoe
nend briefje van de Keizerin komt: zij denkt er
niet aan om hem uit het paleis te verdryven, hij
moet maar niet boos zijn, niet dadelijk alles als
Jupiter Tonans opvatten (?op wien ge sprekend
gelykt, als uw bloed aan 't koken komt"), altijd
verzekerd zijn van hare liefde en gehechtheid,
maar wees zoo goed, mijn zenuwen wat te
sparen." De correspondentie is zoo echt
menscheIjjk en natuurlijk, dat zij, van de machtige
heerscheres komend, aangenaam aandoet. Een curieus
document is een briefje, door Potemkin geschre
ven, en door Katharina bij wijze van antwoord
met kantteekeningen voorzien, die wij tusschen
twee haakjes zetten. Potemkin schrijft:
Vqrgun my, mijn duifje, een laatste woord (ik
vergun het), waarmede, naar ik denk, ons proces
een einde nemen zal (hoe eer hoe beter). Ver
wonder u niet er over, dat ik in de zaken onzer
liefde onrustig ben (wees rustig). Behalve uwe
tallooze weldaden (de eene hand wttscht de andere)
hebt gy mij in uw hart gesloten (vaut en zeker).
' Ik -wil hier alleen zijn. (gij zijt het en blijft het)
en den voorrang hebben boven alle vroegeren
omdat niemand u zoo bemind heeft (dut zie ik
en geloof ik); daar ik echter het werk uwer
handen ben (ik ben hartelijk verheugd er over),
wensen ik, dat gij mij geruststelt (dat is mijn
hoogste vreugde), dat gij vroolijk zijt terwijl gij
my weldaden bewijst (dan zal de rust wel van
'zelf komen), dat gij op middelen peinst om mij
te troosten (laat uw gedachten tot rust komen,
opdat uw gevoelens vrij gijn; zifj ziftn teeder^en
goeken den waren weg) en daarin ontspanning
vindt van de belangrijke werkzaamheden, die een
hooge positie vereischt (hiermede is de twist uit).
Amen I (Amen\)
Den datum van dit briefje weet men niet,
evenmin als de oorzaak van den twist. Het moet
wel uit de eerste periode dagteekenen; Potem
kin is nog de smachtende minnaar, die zich wel
daden laat bewijzen. Die weldaden hebben Rus
land honderd millioen roebels gekost.
Potemkin's leeftijd, toen hij Katharina's liefde
won, is niet juist bekend. Gewoonlijk noemt men
1736 of 1739; St. Jean beweert van de zusters
van den prins vernomen te hebben, dat hij eerst
in 1748 geboren is. Meestal waren de gunstelin
gen zeer jong, maar Potemkin moet dan op zoo
ieugdigen leeftijd al buitengewoon verdorven, sluw
en inhalig geweest zijn. Als men zijn komst aan
het hof op 1774 stelt, dan moet hij 2G en de
teizerin 45 jaar geweest zijn. Nog geen dertig
aar oud dan moet hij reeds zijn tweede positie,
junsteling te zijn en geen minnaar, hebben weten
rol te houden. Hij kon een voorbeeld nemen aan zy'n
tijdgenoote, la Pompadour, die ook gaarne plaats
vervangsters toeliet, mits zij de macht behield
en in alles geraadpleegd werd. Potemkin
maakte den post van minnaar der keizerin
;ot een feitelijk hofambt, onder zijn toezicht.
Sïet minder dan zeven jonge luitenants en
vaandrigs, door hem voorgesteld, worden
ach;ereenvolgens genoemd; de keizerin, die geesten
vernuft niet missen kon, werd hen spoedig moede,
en spotte over hen met den verstandigen, brutalen
Potemkin, en vroeg hem telkens, het Duitsche
prinsesje van Anhalt-Zerbst was in den loop
der jaren een ware Messalina geworden, aan
voer voor nieuwe bacchanalen. In hare politiek
leeft hij zich nooit mogen mengen. Eens, toen
lij een overeenkomst met het hof te Weenen ge
sloten had, zonder hare voorkennis, begint het
briefje niet met duifje" en goudfazant," maar:
Prins, zorgt ge zoo voor mijn roem?"
Opmerkelijk is ook in de brieven een latere
nuance, waar de Keizerin van een moederlijke"
vriendschap voor Potemkin spreekt. Als zij hem
den tweeden Turkschen oorlog tot opperbevel
hebber benoemd heeft, is het bijna aandoenlijk
te zien hoe hartelijk zij voor zijn gezondheid be
zorgd is, en hem tot voorzichtigheid vermaant.
En neemt ge u niet genoeg in acht, en komt
ge ziek terug, dan zal ik u bij de ooren pakken,
al trekt ge nog zulke gezichten." De Oostersche
quaestie is haar een voortdurende plaag; al mijn
kleederen worden mij te wijd." schrijft zij in 1788.
Bij het eerste bericht van eene overwinning juicht
zij; waart ge hier, ik nam u bij de ooren en
kuste u!" De geheele correspondentie door is zij
zoo hartelijk, zoo menschelijk, zoo natuurlyk, dat
men St. Jean onmogelijk kan gelooven, als hij haar
beschuldigt van den jongen man vergiftigd te
hebben. Ook het dagboek van Katharina's eigen
secretaris Chrapowitski, geeft andere aanduidingen.
Als het bericht van Potemkins ziekte uit
ZuidRusland komt, vinden wij : tranen". Als het be
richt van den dood komt: tranen en wanhoop."
Den volgenden dag: verdriet en tranen," en nog
drie dagen later voortzetting der tranen." Dit
kort en bondig journaal geeft eene betrouwbare
aanduiding. Potemkin was aan een epidemie ge
storven, of door een benijder vergiftigd, maar niet
door Katharina.
De verklaring van de vriendschap tusschen de
keizerin en haar Tauriër ligt ongetwyfeld in de
behoefte, die ook eene zeer superieure vrouw heb
ben kan, om aansluiting te zoeken bij eene, zij
het ook minder hooge, toch verstandige en har
telijke natuur, op wie zij vertrouwen kan, en die
eenige aanspraak maakt op het ontzag van al de
baatzuchtigen en verraders die haar omgeven.
Den Hooggeleerden Heer
Prof. ALBEKDINÖK THUM.
Zeer Geachte Heer l
De knorrigheid waarmee ge mijn stukje over
Schilderijen-zien in het vorige weekblad bespreekt
verbaast mij in 't geheel niet. Ik heb u dingen
gezegd, die het zelfs iemand van uw wijsheid en
jaren moeielijk valt met een vriendelijk gezicht
te slikken. Dat ge de mededeeling van enkele
persoonlijke observaties: het uitgeven van me
moires noemt dat ge grapjes maakt op mijn
maatschappelijke betrekking dat ge mijn werk
ongunstig tracht voor te stellen door een reeks
van in wrevel gekozen onsamenhangende citaten
wie zou u Jat kwalijk kunnen nemen ?
Gij dwingt mij echter iets te rectificeeren dat
er heusch niet door kan. Midden in uw citaten
schrijft ge: Hij zegt wel, dat alleen kunstenaars
over kunst mogen schrijven". Wie zegt dat
wel ? Ik, professor ? Neen maar, nu moet gij
toch uw bril nog eens opzetten en in mijn stuk
den volzin zoeken, die daar ook maar in de verste
verte op lijkt,
Weet ge, waaruit gij dat citeert? Uit den
voorraad misverstanden en begripsverwarringen
die gij door onnauwkeurige lezing van de stukken
der heeren Stemming hebt opgedaan.
En met deze klinkklaren jokken wilt gij mij
voor den mal houden, omdat ik mijzelven een
leek noem en voorspelt gij dat de schilders mij
ook wel de deur zullen wijzen. Jongen, professor,
het is wel wat erg. Dat komt van die
preciesigheid! Hadt go nu wat minder met uw neus op
het boek naar drukfouten en spelfouten gezocht,
dan zoudt gij zoo niet gestruikeld zijn. Ik voel
mij zeer vereerd al gij u met de correctie van
mijn stukjes wilt belasten maar gefantaseerde
aanhangsels, zelfs van u, moet ik bepaald afwijzen.
En, zeer geachte heer, is het werkelijk geheel
aan uw fijnen zin voor tact, aan uw gevoeligheid
voor het belachelijke ontgaan, dat gij in uwe be
spreking een kostelijke illustratie geeft van de
dingen, die ik in mijn stuk beweerde? Ik heb in
verbazing het hoofd geschud. Hoe kan een pro
fessor in aesthetica, die ongeveer evengoed den
titel van professor in savoir-rivre verdient, achter
elkaar zooveel dingen zeggen: that one rather
would have left unsaid.''
Het was geen arglist dat ik Rembiand zonder
t, Ribera met , Velasquez met een s en Michel
Angelo in twee woorden schreef ')? Zoo venijnig
ben ik niet. Geheel zonder opzet werd het aas
uitgeworpen waarmee ik den schoolvos ving. Wie
kon rekenen op zulk een gulzig pedantisme!
Na uwe praktische toelichting zal het wel nie
mand meer onduidelijk geweest zijn wie ik met
dien onartistieken geleerde bedoelde, en wat het
onderscheid is tusschen een professor in de aesthe
tica en iemand die schilderkunst begrijpt.
Een professor in de Aesthetica is iemand die
van Rembrand houdt mits met dt, die Ribera
niet kan uitstaan met een. accent-aigu en die
niets van Michel Angelo begrijpt zonder
traitd'union.
Ik lach er niet om, professor. Ik vind zulke
dingen volstrekt niet futiel, zeer gewichtig
zelfs. Er zijn heele geslachten van professors die
aan niets anders doen, hoele gezinnen die leven
van accenten dt's en trait-d'unions. Ik zie al
den ernst in van die t achter Rembrand, ik wil
samen met u doodblijven op die t. Ik kan mij
een uiterst prettig en leerrijk thee-tje by' u voor
stellen waarop gij mij alles zult uitleggen, waarom
die t daar bepaald onmisbaar is en Rembrand
zonder t geen zin heeft.
Maar ik wilde u alleen maar voorstellen en
dit heb ik u ook in mijn stuk gezegd of gy u
nu niet voornamelijk met accenten, trait-d'unions
en dergelijke belangrijke zaken waarvan gij
,zooals ik steeds heb erkend, voortreffelijk op de
hoogte zijt, zoudt willen bezighouden om an
dere eveneens interessante dingen, zooals het
beoordeelen van schilderijen bijvoorbeeld over te
laten aan anderen, die daar nu weer meer ver
stand van hebben.
Gij hebt de praktische toelichting van mijn stuk
niet onvoltooid gelaten en zijt geëindigd met een
kritiek van de Ets tentoonstelling ten volle een
professor in de Aesthetica waardig. Geen enkele
naam is verkeerd gespeld.
Maar ik vrees dat uw bewering als zou de heer
Zilcken de prince" onzer etsers zijn, geen druk
fout is. En als gij in uwe onschuld zegt dat gij
het werk van Witkamp boven dat van Millet
stelt kijk! ik zal trachten het door een beeld
uit WIP vak duidelijk te maken, dat ia nu net zoo
erg als Rembrand te spellen met een dubbele qq.
In trouwe, zeer geachte heer, al is de heer
Witkamp een te verstandig artist om zich hier
door 't hoofd op hol te laten brengen en al zal
hij het alleen uit beleefdheid nalaten u in 't ge
zicht uit te lachen . zoo geloof ik toch dat gij
het publiek en dezen schilder grooten dienst zult
doen door, in plaats van over zijn werk te spreken,
zorgvuldig uit te maken of hij eigenlijk Witkamp,
Witkampp, Withkamp of Wittkamp heet.
Met de meeste hoogachting noem ik mij,
Bussum, Uwen Dw. Dienaar.
19 Juni '88. F. VAN EEDEN.
*) In mijn exemplaar van de N. Gids staat
Michel-Angelo met een trait-d'union. In 't uwe
niet, professor? Hebt ge wel goed gekeken?
Toch geen vuiltje op den bril?
VARIA.
Umbrische gr a/velden. In de Daily Neios
beschrijft een correspondent het interessante
bezoek, dat hij met den directeur van het museum,
prof. Brizio, heeft gebracht aan de oude Umbri
sche grafvelden. ten westen van Bologna. In een
der graven vond men de bijbelsche voorstelling
van een menschenoffer. Tot dusver heeft men
nog nooit zulk een tooneel in een Italiaansch
graf gevonden. Naast de urn met asch ligt het
volledige geraamte van een langen man. Waar
schijnlijk is het van een slaaf, die tegelijk met
de begrafenis van zijn heer werd geofferd. De
schedel is eeiïigszins ingedrukt door de massa
aarde, die er boven ligt. Aan den rechterarm
hangt nog een bronzen ring. De graven liggen
18 voet onder de tegenwoordige oppervlakte, en
slechts 2 voet onder de zich daar bevindende over
blijfselen van een ouden Romeinschen muur. In
den muur van een der graven ziet men een gebroken
gedenksteen met 2 rosetten om een menschelijke
gedaante, terwijl zich aan beide zijden een hond
of een ander dier bevindt. Deze zerk stamt
waarschijnlijk uit een nog vroegere tijdsperiode.
Prof. Brizio vestigt er de aandacht op dat deze
graven geheel verschillend zy'n van die der
paalbewoners, en bewijzen dat de laatstgenoemden
hun ontstaan niet aan Italiaansche volken te
danken hebben.
De kartons van P. v. Cornelius voor de frescos
in de Pindkotheek te München wojdenden26sten
dezer maand openlijk verkocht bij Alexander
Danz in Leipzig. Den dag te voren zal deze
boekhandelaar eene kleine verzameling gravures,
kunsthandboeken en handteekeningen van mo
derne meesters in veiling brengen.
Het kleine huis te Stratford-on-Avon, waarin
Shakespeare geboren werd, wordt voortdurend
door reizigers uit alle deelen der wereld bezocht.
In het laatste jaar beliep het aantal 16.417 en
elk had eenen shilling betaald. De kas, die voor
de overname der gelden bestemd is, heeft op
deze wijze reeds een reservefonds van 75.000 francs
gevormd en de inkomsten vermeerderen zeer van
jaar tot jaar.
Ieder bezoeker schrijft zynen naam en geboorte
land op in een boek. Op deze wijze heeft men
kunnen nagaan, dat de bezoekers uit het laatste
jaar van 39 natiën bestonden, waarvan de Ame
rikanen alleen een getal van 5000 vormden. De
kommissie van beheer der Shakespearegelden, zal
binnenkort een besluit nemen, wat er met de
ingekomen som gedaan zal worden. Er zijn twee
voorstellen : het eene luidt, dat er eene inrichting
voor onderwijs zal gesticht worden, die den naam
van Shakespeare draagt; het tweede voorstel
luidt: de kerk in goeden toestand te brengen,
waarin de stoffelijke overblijfselen van den grooten
dichter rusten, en die op 't oogenblik nog al
bouwvallig is.
Men schrijft uit Berlijn: De Börs-Cour. deelt
ons iets mede dat in de schouwburgkringen
veel opzien maakt. Er moet sprake van zyn,
het Deutsche Theater te verkoopen; de prijs
wordt genoemd (2 mill. mark) maar niet de kooper,
met wien deze vermoedelijke onderhandelingen
moeten aangeknoopt zijn. Als eerste oorzaak wordt
genoemd: voorkomendheid voor dr. Förster, die dan
zijn liefsten wensch bevredigen en naar het Burg
theater" kan overgaan: daar echter liefste
wenschen", bij schouwburgaangelegenheden in 't alge
meen evenmin als bij 't Deutsche Theater" in't
byzonder den doorslag geven, moeten er wel andere
beweegredenen bestaan, die vroeg of laat ontsluierd
zullen worden. Misschien is het vermoeden juist,
dat men de vennootschap wil ontbinden en alle
contracten wil laten afloopen, om vooreerst een
zuiveren toestand te scheppen en ten tweede
met het oog op de concurrentie van het volgende
schouwburgjaar alles anders in te richten; in dat
geval zou de heer L'Arronge weer eigenaar van
den schouwburg worden.
De secretaris der Philhelleensche Vereeniging,
Dr. H. C. Muller, is benoemd tot eerelid der
Letterkundige Vereeniging (Philekpaedeutikos
Syllogos) te Rethymna op het eiland Creta.
De vroegere sekretaris van Heinrich Laube,
Oskar Leo, vertelt het volgende uit diens werk
kring als directeur in de Dramat BI." Het was
aan omstreeks het jaar 80 en het,, Wiener
Stadttheater" had nog steeds met geldgebrek te
worstelen. Laubëwas met groote opofferingen
een stuk van Sardou machtig geworden, dat dien
avond opgevoerd zou worden, en als 't stuk viel,
was 't theater failliet. Uiterlijk kalm en toch
slechts met moeite meester over zijne gedrukte
stemming, zit Laube naast Mevrouw Iduna, in
dien litterairen caié-kring, die hem en de zijnen
steeds met de vertegenwoordigers der pers in
voortdurende aanraking hield.
Te midden van het druk gesprek overhandigt
een knecht mij, den privaatsekretaris van Laube,
een telegram. Ik brak het open en lees de op
gaaf van den effectenkoers uit Parijs: Credit
foncier 8X lager." Dat was alles. Vast overtuigd
dat de inhoud van het telegram de
privaataangelegenheden van Laube betrof, wil ik het op zij
leggen. Maar de scherpe blik van den ouden
regisseur had de reden mijner beweging geraden.
Wat is dat?" vroeg hij met zijne militaire stem.
Een telegram uit Parijs, mijnheer; ik zal het
op zij leggen!" Laat ik eens zien!" Hij had
nauwelijks eenen blik op het papier geworpen,
of hij stond haastig op en zei: Rijd dadelijk naar
den schouwburg ! De première wordt uitgesteld!
Haast u echter! Schönfeld (de hoofdregisseur j kan
geven wat hij wil spoedig!"
Maar mijnheer," poogde ik er tegen in te bren
gen, het is zes uur, de plaatsen zijn uitver
kocht" Doe wat ik u zeg," snauwde hij my'
toe. Onmiddellijk moet er afgezegd worden!"
Hoofdschuddend spoedde ik mij naar den schouw
burg, hoofdschuddend hoorde de regisseur mij
aan de nieuwe salon voor de eerste akte van
Sardou's stuk stond kant en klaar op het tooneel.
't Is onmogelijk! Hier moet een misverstand
zijn", riep Schönfeld uit. Ik verzekerde hem, dat
ik hem het bevel stipt overbracht. Hij kon mij
echter niet gelooven, en begaf zich haastig naar
den directeur. Nauwelijks vijftien minuten later
was hij terug; sprakeloos van woede en verbazing.
Laube had hem bijna de deur uitgegooid. Wij
gaven 's avonds een oud stuk, drie vierden van
het publiek verscheen aan het loket om hun
entreegeld terug te halen.
Toen ik den volgenden morgen even na zeven
uur naar Laube ging, glimlachte mijn meester
vergenoegd tegen mij. Hij blies mij eene gewel
dige rookwolk uit zijne dikke, lange sigarenpijp
in 't gezicht en was klaarblijkelijk in den beste
stemming van de wereld. Gij denkt zeker, dat
ik gek geworden ben ?" riep hij mij toe. Ik
stamelde iets ontwijken cis. Ja dat ontbrak er
nog juist aan !" bromde Laube. Nu gek, terwijl
Crédit foncier 1134 gestegen zijn! 't Komt niet
in mijn hoofd op!"
Eu terwijl hij brommend lachte, hield hij m\j
het telegram van gisteren onder den neus. Gij
kunt immers lezen?" vroeg hij. Dat blauwe zijn
de letters, dat witte is 't papier," voegde hij er
schertsend bij. Nu, wat staat daar dan ?" Ik zal
zeker heel dom gekeken hebben, toea ik zag
staan: Crédiet foncier 81/4 gedaald." Be
grijpt gij 't nu?" begon hij weer.
Ik begreep niets, alleen, dat Laube mij werke
lijk toescheen gek te zijn geworden. Ik zal u uit
leggen, wat het telegram beduidt. Een der
effecten, waar het meest in gespeculeerd wordt,
was gisteren S]4, francs gedaald. Van de drie
honderd bezoekers vaa 't parket zijn de meesten
, la hausse daarin betrokken. Eer wij deze twee
honderd beursbezoekers, zoo onder den indruk
der slechte beurstijding, belangstelling voor ons
nieuwe stuk hadden kunnen inboezemen, zou onze
nieuwigheid het reeds hebben afgelegd. Dinsdag
kunnen wij het stuk opvoeren, want de effecten
zijn gestegen l" En Dinsdags hadden wij met 't stuk
van Sardou een ongehoord succes ....
Le Japon artistique. Documents d'art et
d'industrie réunis par S. Bing. Publication
mensuelle.
Eindelijk heeft Japan een orgaan te Parijs. Een
tijdschrift geredigeerd door S. Bing, mot de vol
gende medewerkers : E. de Goncourt, Burty, Duret,
Roger Marx, Vict. Champior, L. Gonse, Ant. l'rovist,
Ary Renan, T. Hayashi. Illustrators zijn natuurlijk
Japansche artisten. Het eerste nummer heeft een
bloemrijker., sneeuwachtigen omslag, een water
waarin eenden rondzwemmen. Het program deelt
de redenen mee waarom men zulk eene uitgave
begonnen is, de wenschelijkheid nl. om het pu
bliek op de hoogte te stellen van de intieme
schoonheden eener bewonderenswaardige kunst.
Het scheen mij toe (zoo zegt de redacteur van
Le Japon artistique verder, nadat hij eerst recht
heeft doen wedervaren aan den kritischen arbeid
van eenige schrijvers over Japan) dat er slechts
n middel bestaat om den indruk van deze kunst
zoo nauwkenrig mogelijk te maken: dat is, door
eene getrouwe reproductie van het origineel tot
het oog te spreken. De taak die ik heden op
mij neem, zal geheel hieraan gewijd zijn. Door de
beste soort van gravures zal ik onder de oogen
van het kunstminnend publiek een onafgebroken
reeks van verschillende voortbrengselen der Ja
pansche kunst brengen, aan alle genres ontleend
en uit allerlei tijdperken, om op die wijze een
soort van beschrijvende encyclopedie te leveren
aan allen die de kunst in Japan liefhebben en
hare ontwikkeling in ieder opzicht willen volgen."
Deze uitgaaf verdient onze sympathie" zegt
Gustave Geffroy, ook met
hetoogopdentegenwoordigen toestand der decoratieve kunst. Wat voor het
oogenblik het verlangen van de redactie betreft om
een Japansche encyclopedie te stichten, dan moeten
wij beginnen met te zeggen dat het program nauw
keurig is uitgevoerd. De vignetten in den tekst
zijn bijna alle ontleend aan de werken van
Katsushika Hokusaï, schilder en illustrator van de
boeken der volksschool, geboren in 1760. Het is
onmogelyk meer vrije kunst en tegelijk meer
kennis ten toon te spreiden dan deze groote
kunstenaar in het teekenen van plantengroei als