De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 8 juli pagina 4

8 juli 1888 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 576. 3* van Stang zich met R. Morghen te durven meten; maar hoe men 'sok aan de volvoering van zijn ?pgenomen taak durfde twijfelen, thans bewijst den uitslag dat Stang als overwinnaar uit het strijdperk trad. In zijn gravure naar L. da Vind 't avondmaal" herrijst de groote Italiaan in al 'zijn luister voor onze verbeelding: Stangt Avond maal" is de Cena" van da Vinci; de plaat van Stang is een monument gebeiteld in koper. De kritiek des Duitschen schrijvers over de Duitsche graveerkunst, waarvan onze anonymus gewaagt, heeft niets te maken met de persoon lijke kunst van Prof. B,. Stang, wiens naam, door zyn laatste meesterstuk, verdient in een adem te worden genoemd met de namen van Bervick en Henriquel Dupont. THEO. C. SIMONS. PROF. STANGS SANTA CENA." De klip, ^aar ik, ter Akademie, mijn leerlin gen het nadrukkelijkst tegen pleeg te waarschu wen, is het exkluzivisme. Ik meen, dat * wij een tijd beleven, waarin de kritiek in alle beschaafde landen er op uit is oude oordeelvel lingen te herzien; monumenten en dokumenten op nieuw te onderzoeken; bij alle verschijnselen zich af te vragen: is er goeds in ? Beklagenswaardig is de man, die, om dat hij Tiziaan en Paolo Veronese vereert, geen oog voor Rafaël, geen oog voor Alb. Dürer heeft. Wel heao, wiens getroffenheid, bij het genieten der kathedraal van Chartres, hem niet verhindert met diepe aandoening de meesterwerken der grieksche bouwkunst, het Parthenon en het Erechtheion, zelfs in hunne ruïnen, te bewon deren. 't Is zeer treurig, dat, in onze tijd, jonge lie den zich. de onwaardige taak laten welgevallen vertegenwoordigers van een andere kunstsmaak dan de hunne, te minachten en te beschimpen. De gravure van onzen tegenwoordigen stadge noot Prof. Stang maakt, in Duitschland, bij al wie de kunst kent en liefheeft, grooten opgang. De beroemde berlijnsche historieschilder Fr. Ge selschap liet zich, dezer dagen, over de schoone plaat in de volgende woorden uit: Tor-stond, na mijn te-rug-keer uit Dresden, heb ik mij gehaast naar Meder (kunsthandel Amsler en Ruthart) te gaan, om Stangs nieuwe werk te zien, en ik moet bekennen, dat de kopersnede het origineel van den grooten meester alszins waar dig is. De koppen en handen, tot wier bewer king zoo veel weten en kunnen noodig is, zijn ausserordentlich schön"; even zoo de generale toon. Ik verheug mij, dat de graveur alle hulp middelen uitgeput heeft, om de charakteristiek van de typen der Apostelen en den Heiland we der in het leven te roepen ... Ongelukkig wordt in onze moderne tijd de ernstige, groote kunst van Leonardo weinig begrepen: maar er zijn altijd toch nog talrijke fijnvoelende menschen, die de vatbaarheid voor de indrukken van de majestueuze hoogheid niet verloren hebben, en van deze zal de graveur voldoening oogsten. Bo vendien wensch ik te betuigen, dat zijne manier mij zoo zeer behaagt, wijl hij het ckarakter der etskunst met dat van het graveerijzer heeft weten te vereënigen. Vele platen toch maken een kouden indruk, door de hardheid der lijnschikking (die Stang geheel fieeft weten te vermijden), zoo dat hij de schilderkunst in haar wezen en met haar malschheid zich volkomen trouw heeft betoond." Aldus het oordeel van een groot hedendaagsch schilder. Behalve de door mij reeds aangevoerde getuigenissen van Dr. Wilh. Lübke en Prof. Ant. Springer (die niet alleen Rafaël en Michel-Angelo, maar ook de nieuwere kunstgeschiedenis met meesterschap beschreven heeft), kan ik nog nie deelen, dat Dr. Hermann Griram (Wilhelms en Bettina von Arnims zoon), de historiograaf bij uitnemendheid der italiaansche schilders, op dit oogenblik, naar aanleiding en ter verheerlijking der plaat van Prof. Stang, voor de Berlijnsche universiteit eene voordracht bewerkt. En dan komt zoo'n ongelukkige, als S?g, ons vertellen, dat Eudolf Stang hier een kat in een vreemd pakhuis" is! 'Ongelukkig het pakhuis, waar zulke katten niet thuis zijn. De ratten en muizen, die aan de reputatie onzer mannen van beteekenis knagen, 'mogen zich echter voor der gelijke katten in acht nemen. 3 Juli, '8 A. TH. DE DICTIONNAIRE DER WEERHANEN ! Met belangstelling las ik in uw nummer van l Juli een stukje over den Dictionnaire der Weer hanen Het boek is mij nog onbekend en ik weet dus niet of het alleen op Frankrijk betrekking heeft, wat ik echter vermoed. Uit onzo Vaderlandsche Geschiedenis zou men belangrijke en vermakelijke staaltjes kunnen bijbrengen van de lust der menschen om de huig naar don wind te hangen en in het eigen belang de bakens te verzetten als het getij dreigt te verloopen. Men behoefde alleen maar bij de jaren 1780?1795 te blijven, om een geheele beeldengalerij te ontwerpen van mannen die Oranjegezind of Patriottisch waren, naar gelang der omstandigheden. Toen het hof van Prins Willem V te Nijmegen was en de Prinses in 1787, bij haar vruchtelooze poging om den Haag te bereiken, aan de Goejanvernellensluis was aangehouden en in de woning van den kaasboer Arie Leeuwonhoek gebracht, tot een vernederenden terugtocht was gedwongen, toen kwam er geen einde aan de vreugde bij die Patriotten, die straks, toen de Pruisen in het land kwamen, niet wisten hoe zij zich diep genoeg voor den Prins en het stadhouderlijk huis zouden buigen. De goede professor Hamelsveld te Utrecht, die gewoon waa zijne Patriotsgezinde toehoorders iederen Zondag met teksten uit het oude Testa ment tot verdediging van 's lands vrijheid en van haardsteden en altaren" aan te vuren, hield zijn predikatie Zondagsmorgens toen hij vernam, dat de Pruisen in het land waren, wijselijk in zijn zak. De Rijngraaf van Salm-Salm Kyrburg, die zulk een jammerlijke rol in ons vaderland heefl gespeeld, werd, zoolang de Patriotten aan het ioof(jl stonden, met eerbewijzen overladen en deed zich aan de rijke maaltijden die hem overal werden aangeboden, heerlijk te goed. Maar nauwelijks was de Hertog van Brunswijk ons vaderland binnen ?etrokken en hid de moedige Hyngraaf het land, dat hij in zijn overvloedige toasten gezegd had zoo innig lief te hebben, bij de eerste nadering n stilte verlaten of het volk, altijd geneigd om zijn gevoelens in rijm uit te spreken, zong met ?erachting van alle dichtmaat: Ach wou die zalm zich laten vangen, Geen galg te hoog om hem op te hangen." Het vermakelijkst voorbeeld gaf de Raadpen sionaris van Bleiswijk. Deze staatsman was onte;enzeggelijk een persoon van groote bekwaamheid, die niet alleen in alles wat staatkunde en rechts geleerdheid betrof, maar ook in vele andere vakken an wetenschap en letterkunde uitblonk. Hij md echter blijk gegeven, gedurende zijn vrij ange ministerieele loopbaan, van een zwak en wispelturig karakter en eene zeer dubbelzinnige rol gespeeld. In den beginne had hij zich onder scheiden door een overdreven gehechtheid aan het huis van Oranje, maar ook te gelijk 's Prinsen oogd, den Hertog van Brunswijk, en de Baron nesse van Danckelman, die beiden voor het groot ste deel oorzaak zyn geworden van de impopula riteit van het stadhouderlijk gezin, erg naar de oogen gezien. Misschien is hij wel de opsteller jeweest van de beruchte acte van consulentschap waarbij Prins Willem V zich plechtig verbond, ook nog na zijn meerderjarigheid in alles den raad van zijn vroegeren hier zoo gehaten voogd te zullen inwinnen. (Men noemde den Hertog, om an andere minder kiesche uitdrukkingen maar ;e zwijgen, de dikke Hertog" of kortaf hot irunswijker zwijn"). Na eenigen tijd komt de ,nti-stadhouderlooze partij weer aan het woord en 31eiswijk is hun man. Eerst beschermt hij hen n stilte, maar nauwelijks is het Hof naar Nijme gen verplaatst of hij komt openlijk voor zijn geoelen uit Zoozeer is men van zijn invloed en werkzaamheid overtuigd, dat de Amsterdamsche )atriotten hem een dankadres van de staten ter land stellen voor de tegen Oranje genomen be sluiten en zelf woont hij, om de opmerkzaamheid ,e trekken, de oefeningen van een der talrijke wapengenootschappen bij, die zich geroepen achen voor de, naar men meende, door Oranje be dreigde vrijheid af te komen. De schrik slaat den armen van Bleiswijk om het hart, nu de koning van 'ruisen den hoon komt wreken, zijne zuster aange daan. Zoo hoog als hij bij de aanhouding der Prinses aan Goejanverwellensluis gesprongen had, zoo diep truipt hij nu in zijn schulp. Hij maakt zich gereed om te vluchten en, als zijn geestverwant professor van Hamelsveld te Utrecht, zijn biezen te pakken. Maar daar hij bewaarder is van het groote zegel en men bevreesd is dat hij daar misbruik vanzoukunnen maken, wordt hij in dat voornemen verhinderd en zijn woning door vier Staten-boden bewaakt. Bonne mine amauvais jeu, en voor de derde maal ver andert hij van front en kiest de partij van den Prins. Hij haast zich hem meer in het bijzonder ;e gaan verwelkomen, voor hij als jrroot zegelbe waarder op oft'icieele wijze daartoe verplicht is; met het vriendelijkste gelaat en als ware er niets gebeurd treedt hij bij den Prins binnen en roemt den terugkeer van het stadhouderlijk gezin als den grootsten zegen die het Vaderland, na de elende door de Patriotten veroorzaakt (waaraan hij jrachtig had mede geholpen), kon te beurt vallen. De Prins, goedhartig van nature en steeds gezind, meer dan de Prinses, om het kwaad hem aangedaan niet toe te rekenen, kenden echter zijn man door en AOW en wilde er hem iets van doen gevoelen. Op net hof juichte de menigte, getooid met de oranjeUeureu. De Prins voerde den heer van Bleiswijk naar een der ramen van de zaal en op de geest driftvolle schare wijzende, sprak hij ziedaar de volksstem, mijnheer van Bleiswijk." De Raadpensionnaris boog en betuigde zijn in stemming. En toen, zoo lees ik in de Gedenk schriftenvaneen voornaam Nederlandsch beambte." en toen op hetzelfde oogenblik een plotselinge rukwind zich over het Binnenhof bewoog en eenge hoeden in de lucht deed vliegen, vroeg de Prins hem zonder erg hoe do wind was. Hij keek naar den weerhaan en noemde de windstreek. Dat is de dorde maal," zei de Prins, dat de wind heden omgedraaid is," en gaf'het teeken dat de audiëntie geëindigd was. Ik stel voor deze Geschiedenis, waaraan vele andere voorbeelden zouden kunnen worden toegevoegd, in het Hollandsche Woorden boek der Weerhanen op te nemen. Met hoogachting Haarlem, Uw dienaar, 4 Juli 1888. M. J. MEES. De titel van het hierboven genoemde werk, dat een ieder zij aanbevolen, luidt Uit de gedenk schriften van een voornaam Nederlandsch beambte over de tweede helft der achttiende en het begin der negentiende eeuw'' en het vervolg daarop Herinneringen van vroeger en later leeftijd," beiden door Mr. H. van A. Tiel, Campagne, 82 en 84. stande dat de eerste rij begint met a en eindigt met z, de tweede begint met b en eindigt met a, waarbij de a dan op de z volgt, enz. Men ver krijgt dan de volgende lijst: GEHEIMSCHRIFT. II. Een Fransch diplomaat, Blaise do Vigenère, heeft in de zestiende eeuw een nog vernuftiger stelsel bedacht dan dat, met behulp waarvan aan onzo lezers werd medegedeeld, dat Adolf en Marie geëngageerd waren, maar dat het engagement eerst publiek zou worden, als oom Rudolf van de reis zou zijn teruggekomen. (*) Men neemt weder een sleutelwoord, liefst een, dat niet meer dan vijf letters telt. Daarna ver deelt men de dépêche in groepen van evenveel letters als er in het sleutelwoord voorkomen, en plaatst dit sleutelwoord onder elke groep. Nemen ?wij als voorbeeld weder de dépêche: Begin eerst overmorgen met den aanval", en laat kous" het sleutelwoord zijn. De groepeering wordt dan de volgende: begi ncerlstov ermo rgenjmetd|cnaa;tival kous kout-J kous kous kous|kous jkouslkous Vervolgens schrijft men de 26 letters van het alphabet in 2ti horizontale rijen, met dien verb c bed ede d e f e f g f g li g b i h i j i j k .1 k l k l m l m n m n o nop o p q p q i q r s r s t s t u t u v u v w V W X w x ij x ij z y z a z a b d e f e f g f gh g h i b i j i j k .1 k l k l m l mn ra n o nop o pq p q r q r s r s t s t u t u v u v w V W X w x y x ij z ij z a z a b abc bod ede g b. i j b i j k i j k l j k l m k l m n l m n o m n o p u o p q o p q r p q r 3 q r s t r s t u s t u v t u v w u v w x v w x ij w x ij z x ij z ij z a b zabc a b c d bede c d c f d e f g e f g h f g b i klm Imn mno nop opq pqr qrs rst stu t u v uvw v w x wxij xijz ij z a zab abc ab fgh g b i b i j i j k j k l nopqrs tuvwx opqrs tuvwx ij pqrs tuvwx ij z qr st u v w x ij z a r s tuvwx ij zab s tuvwx ij zabc tuvwxijzabcd uvwxijzabccle vwxijz abede f w x ij z a b c d e f g xij zabc de fgh ij z abc d c f g b i zabcdefghij abcde fgbij k b c d e l' g h i j k l cdefgliijklm defgbijklmn e f' g h i j k l m n o fgbijklmnop gh ij k Imnopcj h i j -k l m n o p q r i j k l in n o p q r s j klmnopqrst k l m 11 o p q r s t u Imnopqrs tuv mnopq r st uvw b c c d d e e f f g g h li i i j j k k l l m ui 11 o p P 'i q r i- s s t t u u v v \v Kecrt men nu tot de gegroepeerde depêche terug, dan blijkt het, dat zich onder de b van het woord begin de k van het sleutelwoord kous bevindt, onder de e een o, onder de g een ^t, onder de i een s, terwijl onder de n\ lie het begin van de tweede groep is, weder een k staat. Men zoekt nu in de eerste horizontale rij van de boven gegeven lijst de letter k, en in de eerste vertikale rij de letter b. Trekt men van de k, in gedachte, cone lijn loodrecht naar beneden, en van de b eveneens eene lijn, maar nu in horizon tale richting, naar de rechterzijde, dan is het snijpunt dezer lijnen de . letter, die in de elfde vertikale en in de tweede horizontale rij staat, dus de l. Op dezelfde wijze tewerk gaande met de o van kous en de e van. begin, vindt men als correspondeerende letter op de vijftiende vertikale en de vvj/de horizontals rij een s. Evenzoo geven de u en do g een a, de s en de i eveneens een a. Met het sleutelwoord kons en de alphabetische lijst is dus de groep begi veranderd in Isa/i. Past men dezelfde bewerking op elk der acht groepen toe, dan verkrijgt men het volgende re sultaat : begi neer stov crmo rgen metd enaa n val kous kous kous kous kous totis kous kous Isaa xsijj chjn ofgg buijf wsnv obus xjud en het kryptogram luidt derhalve: Isaaxsijj c h jnof ggbuij f wsn v o bus xjud. Men zal toestemmen, dat dit er vrij onverstaan baar uitziet. Hoe moet nu de ontvanger te werk gaan, om kryptogram te ontcijferen? Stel, dat hem het sleutelwoord dame" is ge geven, en dat hij de volgende dépêche ontvangt: eesmqeqvvtazkrijsuggrpafhhnmeqvmp dan begint hij met do dépêche in groepen van vier letters te vcrdeelen, en liet sleutelwoord onder eik dier groepen te schrijven. Hij vindt dan: cesm qeqv vtaz hrijs nggr pafh hnme gvrap dame dame dame dame dame dame dame dame Nu zoekt men in de eerste horizontale rij, waaruit het sleutelwoord was genomen, de d; vervolgens daalt men in de verticale richting af, tot men de e heeft gevonden, hetgeen hier reeds in de tweede horizontale rij het geval is, en zoekt dan de letter, die aan het begin van deze laatste rij staat; men vindt, dus, als de eerste letter der dépêche een b. De tweede letter van het sleutelwoord is de a, in de horizontale rij de eerste plaacs inneemt, men daalt dus langs de verticale rij af tot men de e vindt, die, in dit geval, de gezochte tweede letter der dépêche is. De derde letter van het sleutel woord is m. Men daalt dus in de dertiende ver tikale rij af, tot men (in de zevende horizontale rij) de s heeft gevonden. De beginletter dezer horizontale reeks is een <y; deze is dus de derde letter der dépêche geweest. Gaat men op deze wijzo voort, dan vinut men weder onzo oude be kende, de instructie : begin eerst overmorgen met den aanval" Als voorbeeld ter oncijfering geven wij het kryp togram (sleutelwoord soep): e c v T w b o d e li n p f g i c w b i c r c v v n c s g w s r v g s b s a b i g Het is in dit geval volstrekt niet noodig, dat het sleutelwoord uit letters bestaat, die allen van elkaar verschillen. Men kan zich hiervan over tuigen wanneer men met het sleutelwoord otto het volgende kryptogram ontcijfert: yhfrowxzmdmsvnbg. Evenmin is het noodig, het sleutelwoord tot vier of vijf letters te beperken. Men doet dit alleen, om het ontcijferen voor hem, die met het woord bekend is, gemakkelijker te maken. Deze overweging mag bij het samenstellen van een geheimschrift niet uit het oog worden ver loren. Als er haast bij het werk is, mag men van den ontcijferaar niet te veel tijd vergen. Ware dit niet het geval, dan zou men, door eene combinatie van verschillende dor bovengenoemde methoden, de ontcijfering van de geheime dépêcho voor den onbevoegde zoo goed als onmogelijk kunnen maken. Is het dan mogelijk zal misschien iemand onzer lezers vragen een volgens een der beide laatstgenoemde methoden samengestelde dépêche te ontcijferen, wanneer men het sleutelwoord niet kent? Die vraag moot ongetwijfeld bevestigend worden beantwoord. Personen, die zich, tengevolge van hun beroep, voortdurend bezighouden met het opstellen en het uitwerken van cijferdépêches, en die daarbij telkens andere methoden toepassen, verkrijgen langzamerhand zooveel ervaring, dat het ontcijferen van dépêches, die voor hen aller minst bestemd zijn, slechts oene quaestio van geduld en van tijd is. Somtijds gelukt die ontcij fering binnon weinige uren. Men verhaalt, dat een gezant van do Porte te Wcenen tegen den namiddag gehoor liet vragen bij den Oostenrijkscheu minister van buitenlatidschc zaken, om dezen den inhoud mede te deelen van eene in den voor middag ontvangen depêche in geheimschrift. De Oostenrijksche staatsman deelde zijn Turkschen collega, tot diens niet geringe verbazing, den ganschen inhoud mede van de dépêche, waarmede de Turk juist hem dacht te verrassen. Toch was het cijfer ontleend aan eene plaats uit den Koran, die zeker niet tot de dagelijksche lectuur der Weener diplomaten behoort. De heer Kerckhooffs heeft in zijn werk: La cryptographie militaire'' een aantal regels opge steld, die het ontcijferen van kryptogrammen bijna tot de oplossing van een algebraïsch vraagstuk terug brengen. Hij gaat daarbij uit van het feit, dat in elke taal de letters kunnen gerangschikt worden in eene reeks, waarbij de eerste plaats \vui\!t ingenomen door de letter, die in die taal het lucost gebruikt wordt. De lieer Kerckhooffs heeft bijv. nagegaan, dat in het Fransch de let ter e het meest gebruikt wordt, dan volgt de letter s, daarna du r, dan de i, en?steeds in afdalende orde de a, de n, de t, de o, de u. enz. Verder wordt (in het Fransch) de q altijd gevolgd door u, de h meest voorafgegaan door c, minder vaak door p of t. Zulke vingerwijzin gen zijn natuurlijk voor iedere taal te geven. Geheime dépêches worden bijna zonder uitzon dering, later openbaar gemaakt, met nauwkeurige opgaaf van plaats en tijd van afzending en van ontvangst. Het Engelsche Blauwe boek", het Fransche Gele boek" en de Roode, Groene en anders getinte officieele bescheiden van verschil lende natiën bevatten tal van dergelijke dépêches. Niets is gemakkelijker, dan deze documenten te vergelijken mot de telegrammen, die op de tusschenstations in verschillende landen zijn overgeseind, en door die vergelijking den sleutel te vinden. Toen tijdens den Tonkin-oorlog generaal Campenon, de Fransche minister van oorlog, in de Kamer een telegram voorlas, dat hij pas van den bevelhebber van het expeditie-leger had ontvan gen, riep een der afgevaardigden hem toe: Dat kan er niet gestaan hebben; uwe depêche moet onvolledig, verminkt of vervalscht zijn!" Gij hebt gelijk," antwoordde de minister maar als ik in deze openbare vergadering den inhoud der dépêche woordelijk had medegedeeld, zou het cijfer van mijn kabinet morgen een publiek ge heim zijn.'' Dit laatste zou ongetwijfeld toch bin nen korteren of langeron tijd het geval zijn ge weest, indien het kabinet van den minister het cijfer niet telkens had veranderd. Al de tot hiertoe besproken methoden hebben n punt gemeen : de wijze waarop enkele letters worden vervangen, het cijfer, het sleutelwoord, zijn willekeurig Maar na dat ne willekeurige is alles ten slotte methode, en is zelfs alle wille keur uitgesloten. Er z\jn dus slechts twee onbe kenden: het sleutelwoord, of elk ander toegepast voorschrift, en de methode der toepassing. Een zelfde sleutelwoord kan evengoed dienen voor de in ons vorig artikel uiteen gezette methode als voor die van Blaise de Vigenère. In sommige gevallen is er zelfs slechts ne onbekende. Ver vangt men bijvoorbeeld elke letter van het alpha bet, wanneer men zich die letters langs een cirkelomtrek gerangschikt denkt, door die welke vijf plaatsen verder gevonden wordt, dan is do aan wijzing a / voldoende om het volgende schema op te stellen. abcdef g hij klmnopq r s t u v w x ij z fgh ij k Imnopq r s tuvwx ij -A & bede met welk voorschrift het kryptogram ij gjj wnxlj af s Ij sxsj qlj ijjri waarin trouwens het veelvuldig voorkomen van de letter j den ervaren ontcijferaar waarschijnlijk spoedig op het spoor zou hebben gebracht, wordt gelezen als : de beer is gevangen en snel getemd. Eene gansch andere methode van kryptographie bestaat in het gebruik maken van een zeer groot aantal onbekenden, waarvoor echter ontvanger en afzender uitvoerige, schriftelijke aanwijzingen moeten bezitten. Over deze methode, het gebruik van codes, spreken wij in een volgend nummer. voltjl). (*) In het andere niet uitgewerkte kryptogram met het sleutelwoord oliébak in een drukfout in geslopen, liet moest luiden: dmrnteoeedelllnaceerz. Men vindt hieruit: Al doende leert men, lezer! VARIA. Een ZwitserscJi geleerde In Luzern stierf den 30n Juni op Tljarigen leeftijd Dr. Scgesser, dio om zijn Rechtsgeschichte der Stadt und Republik Luzern" zoowel in Zwitserland als elders hoog aanzien genoot. Nadat Segesser sedert 18,'SG te Bonn en te Parijs gestudeerd had, was hij van 1848 af tot nu toe zonder ophouden medelid van den Nationalea Raad, en sodert 1872 stond hij aan het hoofd der Regeering. Als politicus en staatsman was hij een beslist tegenstander van den modernen vooruitgang en van allo nieuwig heden, ja zelfs van het bouwen van spoorwegen, want als spruit van een oud patricisch geslacht (de Scgessers van Bruneck) voelde hij zich ver plicht voor de idealen van een langvcrvlogon tijd op te komen. Zijne parlementaire redevoeringen (zegt de Neue- Xüricher Zeilnng) munten uit door geestige invallen en zetten, en liij wist daarbij uitmuntend gebruik te maken van de historische stof, die hij volkomen beheerschte. Uit Berlijn wordt geschreven: De Directie van het Duitsche Theater geeft tot sluiting van het saizom een statistiek der voorstellingen, als overzicht van den vlijtigen en met succes bekroonden arbeid van dit speoljaar. Ook ditmaal viel de helft van het suc ces op oudere klassieke stukken on de helft op moderne drama's; van de eerste staat Gocthe boven aan, met 54 opvoeringen van Faust, eerste gedeelto,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl