De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 22 juli pagina 6

22 juli 1888 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DÉAMSTEBDAMMEB, WEEKBLAD VOOB NEDERLAND. No.578 Op den dag van Blum's begrafenis, wiens dood ?%« buitengewoon opzien gebaard had, gaf gene, raal Mpreau juist eea groot bal, waartoe de def tige burgerij van Straatsburg uitgenoodigd was. Om elk schandaal te vermeden, had generaal Moreau zijnen adjudant, kapitein Duppnt, order "gegeven om kapitein Fournier eenvoudig niet in -ae balzaal toe te laten. Dapont plaatste zich in den hoek van een der eerste salons, en toen hjj Fournier gewaar werd naderde hjj hem en vroeg: Wat doet gij hier? O, zjjt gij 'tDupont? Goeden avond! Wat zou ik gaan doen'? Ik ga naar 't bal." Schaamt gij u niet, op den dag der begra fenis van den ongelukMgen Blum op een bal te gaan"? Wat zullen zijne familie en vrienden daar wel van zeggen ?" Zij kunnen zeggen wat zij willen, dat is mij Onverschillig. En wat gaat dat u aan ? Ik houd er niét van, dat iemand zich met mijne aange legenheden bemoeit. Kom, laat mij binnen I" Neen!" Waarom niet?" De generaal beveelt, dat gij naar huis zult gaan." Ik word dus weggejaagd?" Dat niet, -'t is slechts uit voorzichtigheid, dat er zoo gehandeld wordt. Weet gij, wat het zeggen wil, Fournier de te wijzen?" Laat mij met rust met uwe pocherijen en ga nu!" Luister eens/' zeide Fournier woedend, ik kan mjj op den generaal niet wreken, want.hij is myn superieur, maar gjj zijt mijn kameraad, gij hebt het gewaagd de helft van de beleediging mjj aangedaan, op u te nemen, en gij zult het nuj betaald zetten; ik daag u uit." En luister gij nu eens naar mij/' hernam Dupont, ik heb u al lang goed in 't oog gehouden en uwe ruziemakerijen staan mij tegen; ik zal u daarom eens een lesje geven, dat u heugen zal." Fournier bracht eene slechten nacht door en als b\j de hoop niet gehad had, Dupout te zullen dooden, zou hij wanhopig geweest zijn. Maar de uitslag van het tweegevecht was niet zooals Irij' zich dien gedacht had, want Dupont gaf hem eenen geweldigen degenstoot. Gij zijt flink op den degen", zeide Fournier terwijl hij neerviel. fZooals gij merkt." Ja, maar nu ken ik uwe stooten, 't zal mij nu niet meer gebeuren en zoodra mijne wond genezen is, zal ik het u toonen." Gij wilt dus opnieuw beginnen?" Natuurlijk." Inderdaad stonden de beide duëllisten weinige ?weken daarna weder tegenover elkaar en ditmaal was het Fcurnier, die Dupont een steek toebracht. Numero drie!" riep Dupont. Fournier zou het derdb duel gaarne met het pistool beslist hebben, maar Dupont bleef op zijn voorrecht staan van ?zelf het wapen te kiezen. En dit was slim van hem, want de behendigheid van Fournier op het pistool was spreekwoordelijk geworden. Hij kon op 25 pas afstands een stuk geld uit de hand van zijnen bediende schieten, ja dikwijls brak het pijpje van de huzaren van zijn regiment mid den door, als zij hem in vollen galop voorbij reden, zonder dat zij vermoedden, dat Fournier hen uit een grap tot schijf gekozen had. Maar het derde duel bleef zonder resultaat en eindigde met eene kleine verwonding van bei den. Dit ergerde de beiden beethoofden zoozeer, dat zij besloten het tweegevecht zoolang voort te zetten, tot een van hen zich voor overwonnen zou verklaren of een van beiden den strijd opgaf. Ten gevolge daarvan werd het volgende verdrag gemaakt: I. Zoo dikwijls de heeren Dupont en Fournier zich op 30 uur afstand van elkaar bevinden, zal ieder den halven weg moeten afleggen, om de degens te kruisen. II. Is een van beiden wegens dienstzaken ver hinderd, dan moet de ander den geheelen weg afleggen, om de plichten van den dienst met de artikelen van het verdrag te vereenigen. III. Eeno andere verontschuldiging dan de dienst geldt niet. Aan deze overeeiskomst hielden beide partijen zich stipt. Zoodra de beide heeren elkaar konden ontmoeten, duelleerden zij en schreven elkaar dan de zonderlingste brieven. Ik ben door het officierscorps van het regiment jagers te Luneville voor het ontbijt uitgenoodigd/' schreef de een. Ik ben van plan de invitatie aan te nemen. Daar gij nu juist met verlof in deze stad zijt, zoo konden wij mijn kort oponthoud gebruiken om elkaar eenige degenstooten toe to brengen. Geheel de uwe". Of: Dierbare vriend, den vijfden November tegen den middag kom ik door Straatsburg. Wacht mij in 't hotel De post", dan kunnen wij nog even duelleeren." Dikwijls verhinderde de bevor dering van een der duëllisten deze samenkomsten. Artikel III van het verdrag vorderde achting voor de militaire voorschriften. Deze zonderlinge geschiedenis duurde ongeveer veertien jaar en baarde veel opzien. Het is werkelijk dwaas" zeido Fournier dikwijls, dat het mij toch maar niet gelukt dezen satan van een Dupont 't leven te benemen." Intusschon werd Dupont, dio tot den rang van generaal was bevorderd, naar het leger in Grauwbunderland gezonden. Dupont werd daar niet ver wacht en niets was er voor zijne ontvangst gereed. Dit was zeer onaangenaam, want in de plaats waar de staf lag, had men geen enkel logement. De generaal zocht lang te vergeefs naar een onder komen, toen hij een Zwitsersch huisje ontdekte, waar eon helder vuur brandde. Dupont bedacht zich geen oogenblik maar liep op het huisje toe om den gelukkigen bezitter om een onderkomen te verzoeken; hij opent de deur en ziet een ander, die aan tafeL zit to schrij ven. Toen deze de deur hoort opengaan, keert hij zich even om, herkent den binnenkomende en zegt, eer dezo nog over don drempel is: Zoo! zijt gij 't Dupont! Wij zuilen dadelijk onze degens probeeren." Parbleu, heel graag!" zei Dupont tot Four nier, want deze was het en beiden trokken van leer. Terwijl zij aan 't stooten en parecrcn waren zei Fournier: Ik dacht dat gij in het binnenland waart!" De minister plaatste mij bij 't vierde corps." Hè, hoe toevallig, ik heb 't kommando over de cavalerie/' Dan zijt gij pas kort geleden aangekomen!" Ja, ik stap daar even uit het rijtuig." En gij hebt dadelijk aan mij gedacht? Wat een attentie!" Eindelijk stootte de degen van generaal Dupont, nadat hij door den hals van Fournier gegaan was, tegen den muur. Sacredieu !v schreeuwde Fournier. Dat hadt gij zeker niet verwacht." Zeker, zeker! Maar gij verwacht niet, wat er nu zal gebeuren." Zoo, wat zal er dan gebeuren?" Op het oogenblik, dat gij uwen degen terug trekt, geef ik u eenen steek, die doodelijk zal zijn," Dat zult ge wel laten." Waarom?" Omdat ik den degen niet terugtrek; ik laat hem in uwen hals zitten, totdat gij uw wapen weggeworpen hebt. Doe 't maar spoedig!" Neen, ik wil u dooden!" Wie weet, hoe lang dit gesprek nog geduurd zou hebben, als niet door het leven, dat de twee duellisten maakten, eenige officieren toegeschoten waren, die hen scheidden. Dupont, de verstandigste van de twee, dacht er dikwijls over hoe absurd hun strijd toch eigenlijk was en vroeg zich af, of het niet het beste zou Fournier te dooden om aan de zaak een einde te maken; dan wilde hij gaan trouwen. Eens op eenen morgen ging hij dan ook naar Fournier. Gij komt zeker om een afspraak voor een tweegevecht te maken?" vroeg deze, zoodra hij hem zag binnenkomen. Wel mogelijk! Maar eerst moeten wij eens met elkander spreken. Ik wil gaan trouwen, en voor dien tijd wilde ik een einde aan onzen twist maken." Zoo, zool" Ik wil geene levenswijze, die voor mijne vrouw onaangenaam zou zijn. Ik doe u daarom het voor stel, ditmaal pistolen te gebruiken om deii twist voor goed te beslechten." Dat kan u toch geen ernst zijn?" riep Four nier verbaasd. Ik weet, dat gij zeer juist mikt; maar ik heb er iets op bedacht; een mijner vrienden heeft te Neuilly een stukje bosch dat door een muur omringd is en een ingang aan beide zijden heeft; op een bepaald uur komen wij door de beide poorten, met onze pistolen, zoeken elkaar op en geven vuur zoodra wij elkander zien. Vindt ge dat goed?" Ja, Donderdag om 10 uur". Best". Op de afgesproken plaats en den bepaalden tijd waren beide- op 't rendez-vous. Zij traden binnen en slopen, zorgvuldig loerend, met het ge laden pistool in de band naar elkander toe. Bij de bocht van eene schoone laan zagen zij elkan der en in een wip stonden beidon achter een boom. Na oen poos gewacht te hebben, besloot Dupont te handelen: hij liet de slip van zijn jas en zijn halven arm in do breedte van achter dc:i boom te voorschijn komen en trok zich dan zoo gauw mogelijk terug. Juist bijtijds, want dadelijk vloog er een groot stuk schors van den boom en Founiier had n schot verloren. Na eenige oogenblikken mankte Dupont dezelfde beweging naar do andere zijde van den boom en liot daardoor oen deel van zijn hoed zien; do hoed werd weggeschoten. Gelukkig zat Dupont's hoofd er niet in, maar Fournier had zijn tweede schot verloren. Toen kwam de slimme Dupont uit zijn schuilhoek te voorschijn en liep op zijn tegenstander toe, die, dapper als hij was. stond te wachten. Toen hij op twee passen afstand van hem was zeide hij: Als ik u nu doodde was ik in mijn recht; maar ik kan niet in kooien bloede op iemand schieten en schonk u het loven." Zooals ge wilt." Ik schenk het u voor vandaag, begrijp mij goed. Ik laat u in het bezit vau mijn eigendom; maar als gij het mij lastig maakt, wanneer gij twist mot mij zoekt, weet dan. dat ik do recht matige bezitter ben van twee kogels, die voor uwen schedel bestemd waren en wij beginnen weer, daar waar wij vandaag opgehouden zijn." Zoo eindigde bot duel, dat in 17!)I begon en eerst in 1810 beslist werd. TROUWEN EN SCHEIDEN IN NOORDAMER1KA. Drie maanden achter elkander," schrijft Arvède Barine, maken twee Franscho toonocl.-chrijvors, Brisson en Marx, nu reeds volle zultjii in den Vaudevillo. Zij hebben slof gevonden uw do Parijzenaars te doen flauw vallen vau het lachen, in de magere oombinatiën van n enkele wet op de echtscheiding. Les surprises r?» dli-orcc be rusten op n wet, toepasselijk in alle departe menten van Frankrijk. Wat moeten hun Ameri kaansdie confrères dat armoedig vijlden; danr toch beschikt men over acht en veertig hulpbron nen, acht en veertig wetten op de echtscheiding in de verschillende staten en gebieden dor Unie geldig, alle vruchtbaar in verrassingen en ieder alleen geldig voor den slaat die haar heeft aan genomen." Inderdaad geven deze wellen lot allerlei complicatién aanleiding. Wie in Indiana getrouwd is, is dat misschien niet in Illinois. Een ander bezit Iwee wollige vrouwen, of deell zijn vrouw met een ander, even wettig gehuwd, man. De mannen proütceren van dien toestand, en do vrouwen soms ook. Mvr. K. hooft echtscheiding weten te verkrijgen logen haar man, zonder hem in kennis daarvan Ie stellen, en presenteert hem nu onverwachts zijn opvolger. Mvr. Z. hoeft zoo slecht gemanoeuvreerd, dat zij, tweemaal wettig getrouwd en geen enkele maal weduwe, toch ook geen man moer overheeft; listige mededingstcrs bobben baar beide echtgcnootcn weten te ont futselen. Er wordt gescheiden en weer getrouwd, er wordt geruild en weer ontbonden; dat geeft een levendigheid, een chassó-croisé, cou frischheid en afwisseling, waarvan men in Europa werkelijk geen denkbeeld heeft. Het boek, dat aan Arvède Barine als aanleiding tot zijn artikel dient, heet Such is the law, van een heer Wilson te Chicago. Het is een tendenzroman; Wilson wil aantoonen, dat het niet onge past zou zijn, de Unie met een minder mozaiekachtige wetgeving op het huwelijk te begiftigen. Hij toont dat aan, door zijne personen in conflict te brengen met de acht en veertig tegenwoordig heerschende wetboeken. Hij heeft, om niet van overdrijving beschuldigd te worden, al zijn inci denten geput uit verslagen van gerechtszittingen, en onder aan de pagina geeft hij in noot de uit treksels uit de vonnissen en den tekst der wetten. Die nagaande, ziet men, dat Wilson goed gekozen heeft, maar niet een tiende part van de mogelijke combinatic'n, de een al doller dan de ander, hoeft uitgeput. Hij heeft alleen eenige der eenvoudig ste gevallen gekozen; de verbeeldingskracht der lezers kan ze aanvullen. * In het begin van den roman, doet Richard aan Mabel eene declaratie in den maneschijn, en kust haar. Arvède Barine merkt op, dat het ongeloofelijk is, hoeveel er in het boek gekust wordt. Als een onzer romanschrijvers zich veroorloofde, half zooveel kussen in een zijner boekdeelcn te plaatsen, zouden Amerikaanschen, Anglaises en Duitscheu, zich het gelaat ontsluieren en over Franscho onzedelijkheid roepen. En wat voor kisses! Als Richard, dezelfde dio hier Mabel kust, bij eon andere gelegenheid Nclly kust, knellen zij elkaar zoo hartstochtelijk in de armen, alsof bet het laatste afscheid vóór eene executie gold! Teveel is teveel." Richard doet dus, met de oogen op de sterren gericht, aan Mabel eone declaratie, on stelt haar voor, haar te schaken. Zij is getrouwd. Mabel weigert standvastig en beslist. Ik ben oen fatsoenlijke vrouw," zegt zij. Ik heb nooit een wet geschonden, en dat zal ik ook nooit doen. Ik zou de achting voor mij zelve verliezen, als ik niot de wet als oppermachtige gebicdster erkende." lUchard bewondert haar dos te meer; hij wordt welsprekend on hartstochtelijk; te vergeefs. Hij begint ontmoedigd te worden. Dan vraagt Mabel hem mot hare zachte, eenigszins weemoedige stom: Uidiard, zoudt ge tevreden zijn als ik drie maanden lang uw wollige vrouw werd V" Richard zou tevreden zijn, bijzonder. Drie maan den on dan van haar af zijn. Een ideaal; hij durft hel nauwelijks Ie zoggen. Maar bij begrijpt do combinatie niet dadelijk. Mabol legt hom die uit. Twee jaar geleden, te Chicago, heb ik, al leen als voorzorgsmaatregel en niet wetende hoc het mij ooit zou kunnen te pas komen, echtschei ding tegen mijn man William aangevraagd en verkregen. Er waren toen verscheidene van mijn kennissen dio hot doden. DoiO echtscheiding is HU volkomen geldig in Illinois, maar niet iu den staat waar wij thans wonen. Ik beu dus vrij voor do v.'ot en voor do moraal, om te hertrouwen, maar iu Illinois. Overal elders, bon ik Wiïam's vrouw." Weet uw man dat?" vraagt Richard, eenigs zins nieuwsgierig. Zeker niet. Do laatste maal dat wij to Chieaii'O waren, was ik op hot. pnnt, hem er kounis van to moeten geven. Ik mocht hem namelijk, zoolang v\ij i» Illinois waren, niet toestaan mij te kussen, hij was toch in Illinois mijn n;au niet moer, on dat wist hij niet, on ik ho') dus allerlei uitvluchten moeten lo ba:«.t nemui." Maar wat zal hij zegden, ais hij ho^t. dat yo mot mij getrouwd zijt?" vroeg Richurd' nog. V\ at zou hij zeggen V lij heeft niets te zeyge.'i. Ik beu iu mijn recht. Daarenboven, hij hooft nog oen andere wettige vrouw; dat bob ik onldokl, nadat we vier jaren getrouwd waren." Richard zou nu ovcrgolukkig zijn, maar Mabel is eerlijk en waarschuwt hom, dat hij, eenmaal in Illinois met baar getrouwd, niot weer kan trouwen, zelfs in eon anderen btaat, of hij moot er do kosten ecner echtscheiding voor over hebben. Bedenk hot wol," zegt zij : als wij van elkaar gaan, heb ik nog eoa anderen mau. U ij bobt dan niemand moor." Richard denkt nu eens na. Hij denkt aan Williara, zijn voorganger, die ook weer zijn opvolger zal zijn, on er wordt in zijn hart een wonderlijke strijd gevoerd. 'Toon bij er niot aan dacht, Mabol to trouwen, scheen het doelen hom niet onnatuur lijk. En nu ontwaakt in yijn gemoed het instinct van den eigendom en William schijnt hom ondra gelijk. Daar komt bij. dat Lij over Mabel geheel anders gaat denken. Blijkbaar boeit zij op kost school een cursus over vergelijkende huwelijks wetgeving in do verschillende staten gevolgd; zij kout trouwen en scheiden op baar duimpje, eu boeit uitgerekend, dat zij met wal handigheid oen halt' dozijn wettige mannon op don bodem van het vrije Amerika kan bezitten. Al is hij nu nog zoo oen \aukeo on boven veroordcclcn verheven, Richard kan toch niet in allo kalmte aan die vijf andoren denken. Richard zal de gelegenheid bobben om na de drie maanden dor wittebroodswckeii echtscheiding aan j to vivgen. Dat gaat gemakkelijk genoeg, maar j bot kost nog al voel on Ridiard is niet rijk. Hij j had beter gedaan, zegt hij, zich lol Nclly lo bc- j palen, een andere kennis, eenvoudig en argeloos, ' die ook wel getrouwd is, maar geen echtscheidiugs- ; vonnis in haar cassette bewaart, om cv bij voor- ! komondc gelegenheden parlij van lo trokken. Na al wat er lussdieu hem en Mabel besproken is, j kan hij echter niot terug on spreekt mol Mabel j af, dal men Donderdag aanstaande te Chicago i bijeen zal komen, om daar te trouwen. j De Voorzienigheid komt hem echter te hulp, in \ de gedaante van William's eerste vrouw. ,huio, oen hooi mooie vrouw, on die tegenover \Yiiiium J in oen moeiclijkcn toestand is. Zij zijn toch j getrouwd in Luliana, eon veel strenger laiul dan j illinois. In lutUana toch heeft do wetgever, tot j bescherming van don huisolijken haard, bepaald, j dat als oen dor cchlgcnoolon don ander verlaat j en in vijfjaar niets van zich laat liooren.de ver- { latene, mau of vrouw, mag hertrouwen. Maar j komt do vluchteling terug, dan is hot huwelijk weer geldig; de verlatene vrouw heeft dan twee wettige mannen, die voor haar levensonder houd moeten zorgen, de verlatene man dan twee wettige vrouwen, die hij beide te onderhouden heeft. Maar de vluchteling, de schuldige, die teruggekomen is, mag niet hertrouwen, en alshy intusschen hertrouwd is, is dat tweede huwelijk onwettig. Nu zijn Jane en William in Indiana met onder ling goedvinden van elkaar gegaan. Het is dus moeilijk na te gaan, wie den ander verlaten heeft, en ieder van beide, Jane zoowel als William, is hertrouwd, en heeft er dus het grootsle belang bij, den verlatene te spelen. De vluchteling toch mocht niet hertrouwen, de verlatene wel Jane's volgende man zit in de gevangenis, zij is nu zonder geld en in ellende, en sommeert William, haar te onderhouden, waartoe deze, ofschoon later ook met Mabel wettig getrouwd, ook veroordeeld wordt. William heeft dus een vrouw in de stad en een buiten. Toch is hij niot tevreden. De beide vrouwen zijn slecht gehumeurd, lastig en vceleischend. Geeft hij Mabel een mooi ameublement, een dure woning, terstond beklaagt Jano zich met bittere woorden en zilte tranen. Op Mabel heeft het gedeelde bezit eigenlijk eer ten goede dan ten kwade gewerkt. Zes jaar lang heeft zij William leelijk, oud on vervelend gevonden. Nu kan zij niet dulden dat hij naar Jane gaat; nu bewondert zij hem, streelt hem, aanbidt hem, en als hij voor goed van haar af wil, slaat zij de armen om zijn hals en snikt: Ik kan niet, ik kan hem. niet afstaan." William is verbaasd, en weet nauwelijks of hij aangenaam verrast moet zijn of het tegendeel. Richard komt op dit slecht gekozen oogenblik Mabel herinneren aan hare belofte om mee naar Chicago te ga.an en daar te trouwen. Mabel denkt er niet aan, zij denkt enkel aan William en het wordt een wanhopige strijd tusschen de twee vrouwen, wie hem definitief houden zal. * * Eén persoon is er in het stuk, die maar eens getrouwd is geweest en de schrijver is er in ge slaagd, juist hem alleen wegens bigamie te doen veroordeelcn. Peter Robinson heeft maar ne vrouw gehad; bij houdt van haar en van haar alleen en dat is zijn ongeluk. Peter's vrouw heet Fauny; bij heeft een oogenblik aan booze tongen toegegoven en een vonnis van echtscheiding tegen haar verkregen. In het land nu, waar dit gebeurt, mag de eischer in echtscheiding wel hertrouwen, de veroordeelde niet. Poter is dus vrij; Faiiny niet. Na eenigcn lijd bemerkt Poter, die nooil opge houden heeft, Fanny lief te hebbeu, dat zij be lasterd is. Hij maakt dus excuus, tracht de be leediging goed te maken, en trouwt weer met liaar, openlijk en met ophef, ten aanzien van hot geheelu dorp. Maar.... Fanny's eerste hu welijk was niet al;; ontbonden beschouwd door do wet, zij mocht niet hertrouwen, zooals Peter. l'cter is dus hertrouwd mot eene getrouwde vrouw. De rechters zijn go trollen door Peters goede trouw en goed gedrag, en passen h'-t minimum der straf toe. Peter krijgt niet vijf jaar tuchtImi:-, zooals de eisch was, maar n jaar. Do wet is de wet. VOOR DAMES. Zxi'iil'jluAd. JLuj'rouw. Wit li ;<[/". fyookparlijijci. Var, tijd tot, tijd komt er een heel groot nieuws" -'?'?'i,i oen di'iii'4 i r,ii;>cli bhid spottend. EenvoiL;lic;lioi-,l, sp.tui/.aLunhcid iu het toilet zullen dan mi.i('c worden. Do we n? l tl die den toon aangooit, boeit bevolen, ingetogen te leven. Van L'.'dvnaf, zal hot ware middel or.i te toouen dat men mee doet, zijn, Jcinnj l'uiifi'tèi'e na te volgen, au cocttr content r/c paf. Een paar jaar geloden was ons dat geboodschapt voor do winterrecepties. Men zou veel en dikwijls meuscUcn zien. maar zonder pretentie. Men zou, om zoo to zeggen, bij elkaar inloopen, aks buurtjes; mun zou herhaaldelijk met hetzeli'dc toilet komen. Dat was natuurlijk de dood voor de tapageuso seusalietoi!otto;i, want dio herinnert men zich te gued. Maar, juist die sensatiotoiletten zijn het, die de koninginnen der mode. de artistieke //loiid'aoics, in verzoeking bren gen. In het eenvoudige smaakvol zyn J;un Iedereen; maar mot kunst en smaak een combinatie ver zinnen, waarin schitterende weefsels, hooggekleurde fouih, verbazende patronen, sauu'i:y<iai], waarin de koningin van Saba al haar schailcn draagt, en hot dan door gevoel voor harmonie, door smaak voor kleuren en door zijn eigen houding zoover te brengen, dat hot geheel schilderachtig en harmo nisch is, dat is eerst kunst, en dat is de triomf voor de vrouw van de wereld, met haar machtigen bondgenoot, den ihuncskleêrmaker. Dan is er nog oen tweede triomf, do prooi' op de .som van den eersten: het toilol te zien namaken door eone vrouw die geen toovcres is, cu haar, met ongeveer hetzelfde, er te zien uitzien als een papegaai die iu de verdrukking geweest is, baai1 hol onderspit to zien dolven in die onbeschrijfelijke kunst, die niet geheel te loeren is on waartoe toch zooveel oefening en gymnastiek van bet oog behoort; dat is de tweede triomf na de eersten. De berichten van eenvond zijn dan ook meest altijd door do werkelijkheid tegengesproken, maai- er is toch eene partij, die telkens weer aangroeit on die telkens eone nieuwe poging waagt. De toiletten waarvan zooeven gesproken werd, vereischon studio. Men kan met do ja[ on die aller jaloezie opgewekt en aller aandacht gulrokken heelt, niet oen tweede maal oen dergelijke entree maken. Er is dus wat nieuws noodig, dat is niet voor allo fortuinen geschikt, en daarenboven behoort er tijd on nadenken toe. Vau het kiezen dor stollen tot het laatste passen veroisdion zulke toiletten ecu volledige samenwerking, overpein zing en beraadslaging van do draagster met den coiuni'ier of de coiitnrière. Dit nu is goed voor oen bepaalden leeftijd; er zijn vrouwen, die zich vergenoegen met eene verschijning nu en dan, mits dio verschijning een triomf is. Maar er is eon andere leeftijd, die wel behagen wil, maar zich vooral wil amii.secren. Dio wil van het eene feest naar het andere hollen, en heeft geea tijd om het ontluiken van oen nieuw denkbeeld af te wachten. Die leeftijd hooft dan ook geen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl