De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 5 augustus pagina 6

5 augustus 1888 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.560 !»-* J' goden Tan de bergen in het Westen. Daar ont,-...moette h|j op "zyn tocht eene processie, en .in " fcet mMdén daarvan herkende hij zyn vader. Deze zeide tot hem: (SM, hebt onzen goeden naam kunnen opkouden; ik zal voortaan niets meer te betreuren ' hebben." Hjj gaf hem tevens een sabel, waarop het volgend devies gegraveerd was: De moed moet groot zijn, de aandacht nauw keurig ; de manieren moeten rond en het karak ter vierkant zijn." VOOR DAMES. Een cricket-match. Gymnastiek voor meisjes in Denemarken. De vrouw in de Boekowina. Huwelijken. De wo«w in Engeland jaagt haar doel, gelijki tód y*n rechten, van bezigheden en kundigheden met den man, met buitengewone volharding en evenredig succes na. Eiken dag voegt zij een tieuwe verovering b\j het reeds verkregen*; zelfs ? f veroveringen die men nauwelijks noodig of wen?chehjk zou achten. De vorige week streed de ,,- schoone zwakke sekse met de sterke leelijke in ?_' iet edele cricketspel. Te Paddington had de r' ;, match plaats. Eene afdeeling bekoorlijke misses, 'f''-, «tf ia getal, onder welke een paar actrices, van i .. - 4e meest hewoaderde, daagden er, met den bat f - ~ is de fraai gehandschoende hand, elf jonge manf ' nen uit. Deze stemden toe in den strijd, maar f «p voorwaarde dat z|j, de heeren, geen bats, maar | enkel bfpemsteelen, met de linkerhand te voeren, ?_;?souden gebruiken. Daarmede was het niet ge'_ ' makkelijk, de ballen op te vangen en terug te *"" , . werpen. Toch beweert men dat de heeren nog * Wonderen van handigheid en goeden wil hebben moeten ten toon spreiden om zich door hunne teskooriyke tegenstanders te laten slaan. Het meest geanimeerde oogenblik van den strijd was - ? de lunch, die overwonnenen en zegevierenden v yereenigde. Ook in Denemarken doen de vrouwen veel aan lichaamsoefeningen, maar op eenvoudiger en ernstiger wjjs. Te Kopenhagen waren dezer dagen de pers, de autoriteiten en eenige vreemdelingen tot een openbaar examen van onderwijzeressen in de gymnastiek genoodigd. De meisjes berei den zich tot dit examen door een jaar onderwijs ?voor; zij hebben dan 5 uur daags les; onder het programma behooren echter geen anatomie, ver pleging, dansen of zwemmen. Het dansen is facultatief. Het schoolgeld is 20 kronen 's maands. Het examen begon te zes uur en omvatte vier afdeelingen: oefeningen aan de werktuigen, vrije oefeningen, antwoorden op theoretische vragen en zwemmen te land". Dit laatste als surrogaat Toor het werkelijk zwemmen. Het costuum be stond uit tricot-jersey of blouse, korte rok, broek tot de knie, alles van marineblauw, en leeren gordel, kousen en schoenen, alles zwart. Het geen terstond in het oog viel waren de tegelijk elegante en kalme bewegingen der jonge meisjes; zelfs i haar vaste, veerkrachtige gang, ofschoon de Deensche op een grooten voet leeft". De meeste meisjes behooren tot de beste families; met een natuurlijkheid en een eenvoud, die men ia andere landen vaak vergeefs zou zoeken, von den deze meisjes er niets in, tegenover een tal rijk publiek, in turnkostuum te klauteren, te sprin gen en aan het vaste rek te zweven. *** Dat de vrouw met het streven naar gelijkheid wel Jen weg der toekomst en der beschaving be wandelt, zou men ook kunnen verdedigen uit de tegenstelling met de minder beschaafde volken. B\j deze toch is, naarmate het volk op lageren trap staat, de afstand tusschen man en vrouw te grooter. In het nieuwe boek van Karl Emil Franaos, Aus der grossen Ebene, vindt men fraaie ver halen omtrent den toestand der vrouw, zelfs in het Oosten van ons werelddeel. In de Boekowina bijvoorbeeld, behooren bij de positie der vrouw als noodzakelijk bestanddeel de stokslagen. De man acht zich verplicht die te geven, de vrouw zich gerechtigd die te ontvangen. Zij zijn het cement van den huwelijksband. En dat niet enkel bij ruwe menschen. Ik hield mij verschei dene weken te Berhomet in de Boekowina", schrijft Franzos, bij een jongen boer op, die, rijk en be gaafd, ook in beschaving hoog boven zijne geheele omgeving stond. Hij sprak een weinig Duitsch, schreef vlot zijn Rutheensche moedertaal, hield er een politiek en een economisch weekblad op na, begunstigde de school in zijn dorp; in 't l^k nuj'n Michaelo was een voorbeeldig man.^Pre iad hij zijn flinke mooie jonge vrouw op zijnswijze Bef, maar h\j ranselde haar toch gemakkelijk en «Tervloedig af, wanneer hij er reden voor mjende te hebben, of ook wel zonder reden, als hot zoo uitkwam. Een enkele maal maakte ik hem zachte verw\jten daarover. Hoe kan iemand als gij dat doen?" vroeg ik. Hij keek mij ten hoogste ver baasd aan. Maar het is mijn vrouw l" zeide bij. Nu juist daarom" antwoordde ik. Zijne verbazing klom. Mijn vrouw l" herhaalde hij, eene vreemde zou ik niet aanraken. Maar wie anders dan ik zal myne vrouw afranselen?" Moet dat dan gebeuren?'1 vroeg ik. O ja, dat moet!" zeide hjj ernstig, op den toon der diepste overtuiging. Men moet ieder, zelfs de beste, van tijd tot tijd het onderscheid doen gevoelen." Het onder scheid? Is dan een vrouw geen mensch? Ja, maar op een andere wijze. Wij zijn mannen en zij zijn vrouwen. Dat weet ge toch wel, dat is toch duidelijk." Hiertegen was geen redeneeren; en toch was Michaelo inderdaad buitengewoon beschaafd. Een ander voorbeeld is misschien nog karakteristieker. Bij een pastoor in een RoemeenschjMp in de Boekowina kwam een der welvarendst^ioerinnen van het kerspel, een jonge, mooie vrouw, sedert een jaar getrouwd, en klaagde onder bittere tranen, . dat z\j haren man onverschillig geworden was. De eerwaarde heer kende den man en wist dat deze inderdaad veel van zyn vrouw hield; hij zocht haar dus dit denkbeeld uit het hoofd te praten. Ik weet, wat ik weet, aeide de vrouw snikkend, Nu, zeg het dan maar." Z\j schreide nog harder en de pastoor zag haar, onder zijn herhaalde vragen, donkerrood worden van schaamte. Hg besloot dus het er bij te laten, en er het bewijs maar bij te denken, toen de vrouw eindelijk uitbracht: Hij heeft mij sedert drie maanden niet meer afgeranseld!" Te Londen z\ju dezer dagen eenige merkwaar dige engagementen publiek geworden. Het eerste, dat het meeste opzien baart, is dat van Lord Beaumont, (baronnen Beaumont sedert 1309) met de dochter van madame Elise, de bekende modiste in Regentstreet. Madame Elise is eene Engelsche, zij heette miss Clarcx en is met zekeren heer saacson getrouwd; het eenige kind uit dit huwelijk is de aanstaande Lady Beaumont. Het douaire van de jonge vrouw zal zeer aanzien lijk zjjn, en haar uitzet zal zijn gelijke in Londen niet hebben. Het tweede huwelijk is dat van de dochter van den heer Lawson, uitgever en eigenaar van den Daily lélegrajiïi, met den oudsten zoon van Sir Edward Hulse, baronet, den conservatieven afge vaardigde voor Salisbury. De Hulse's zijn sedert 1739 baronets. Het derde huwelijk is dat van Dr. Butler, rec tor van trinity college te Cambridge, met miss Agnesa Ramsay, die het vorige jaar aan dit col lege het beste examen in de klassieke letteren aflegde. Dr. Butler is 56, miss Ramsay 22 jaar oud. De klassieke letteren zullen in haar gezin wel geëerd worden; de studie zit trouwens in beide familiën. Dr. Butler's vader was rector van Harrow, zijn broeder van Liverpool College, een andere broeder van Haileyburey. Miss Ramsay's vader verkreeg twee eerste prijzen te Oxford. E?e. Allerlei. Onder dan titel la cuisine oratoire -geeft Albert Millaud in den Figaro recepten voor redevoerin gen. Eerst eeu politieke redevoering. Men prent zich een aantal woorden uit den dictionnaire of halve zinnen uit oude toespraken in het geheu gen, om te beginnen bijvoorbeeld deze: Vooruitgang, stoom, asphalt, sociale orde, demo cratisch element, geest van onderzoek, wettigheid, beweging en weerstandsvermogen, de bewezen diensten die de republiek niet zal vergeten, de ontwikkeling van den menschelijken geest, de helderheid der administratie, de arendsvlucht der vrijheid, de instellingen die Europa ons benijdt, de oude vermolmde koningschappen, de rechten van den mensch en de plichten der regeeringen, de gerontocratie en de plutocratie, richt scholen op, de gunst des volks, de plichten die het oogenblik oplegt, verleden, heden en toekomst, gevaarlijke leerstellingen, meeslepende utopieën, de aard dezer beraadslaging in verband met het karakter van het besluit dat gij staat te nemen, rust en kalmte. de wet te doen eerbiedigen, krachtig gematigd ef gematigd krachtig, mannelijke besluiten, de harts tochten ten offer brengen aan het waarachtig be lang des vaderlands, het volksbewustzijn en het volksgeweten, dienaren van het souvereine volk ... enz. enz. Men combiueere en vermenge deze woorden in het oneindige, kruidt ze met adjectieven als: edel, populair, vaderlandsch, nationaal, dapper, berustend, geduldig, en substantieven als: banier, vlag, vaandel, licht, fakkel, gloed, vlam, flambouw, wetenschap, roem, Napoleon, Gambetta, beginselen van 89, de Bastille. Dit alles gekneed tot een mengelmoes, dat men aan zijn publiek opdischt, zonder het den tijd te gunnen, om, in moreelen zin, de porties in te slikken. Het ware is, dat de spreker zich zelf niet meer begrijpt. Dan begrijpen de anderen hem het best. Het Italiaansche hof te Monza. De zittingen van het Italiaansche parlement z\jn verdaagd, om eerst in November weer geopend te worden, en daarom is voor een tijd lang het dicht bij Milaan gelegen Monza tot residentie van het koninklijk echtpaar verheven. Nergens ter wereld toch bestaat er zulk een streng konstitutioneel of liever gezegd parlementair hof als in Italië. Koning Humbert en Koningin Margherita komen en gaan met het parlement. De souvereinen verlaten Rome terstond na sluiting van de parlementszitting en keeren naar daar uit Monza terug, eenige dagen voordat de zitting in November heropend wordt. Slechts gedurende deze vier maanden staat het Quirinaal geheel leeg, en de steenen Dioscuren met hunne groote paarden houden de wacht, terwijl de gloe iende zonnestralen de prachtige pleinen beschijnen. Gedurende deze vier maanden is Monza het hoofdkwartier van het koninklijk echtpaar en van den kroonprins, en van hier uit maakt de koningin of een langdurige badreis naar Venetiëof kortere uitstapjes naar de bergen van Piemont of Savoye, terwijl de koning deel neemt aan verschillende manoeuvres te land of te zee en verder te Monza voortdurend verschillende waardigheidsbekleeders en boden uit Rome ontvangt en de staats zaken afdoet. Margherita heeft voor Monza, de oude stad der Longobarden, waar eens de koningin Theodolinde regeerde, een bijzondere voorliefde, omdat haar lieveling, kroonprins Victor Emanuel, die thans 19 jaar oud is en te Napels het levenslicht aanschouwde, aldaar opgevoed is. De kroonprins, nu nog een zwak jongmensch met een bleek gelaat met zyn beweeglijke trekken erg op zijn moeder gelijken.de was in zijn jeugd zeer teeder van gestel. Onder de eeuwenoude boomen van het door de Lambro doorstroomde slotpark van Monza en door de zorgen zijner jonge moeder, toenmaals kroonprinses Margherita, nam hij zichtbaar in kracht toe. En nog heden wijdt de koningin menig uur aan haar eenig kind. Zij staat vroeg op en volgt dan met belangstelling de studiën van. den kroonprins, die zich onder de leiding van den een of anderen Professor aan de Hoogeschool te Pavia of van militaire vakmannen reeds in de staatshuishoudkunde, het financiewezen en technisch-militaire vragen tracht in te wijden. Om 10 uur wordt dan gewoonlijk een eenvoudig ontbijt gebruikt, waarby de koningin in een licht toilet verschijnt, versierd met natuurlijke bloemen, die zij zelve geplukt heeft; want zij is een harts tochtelijke liefhebster van bloemen, vooral van de bescheidene madeliefjes. Dan wordt er gedurende l of 2 uur muziek gemaakt, waarbij de hofdame der koningin, marchesa de Vellamarina, of de prinses van Ottajuno de koningin op de piano accompagneert; de eerste is de echtgenoote van den opperhofmaarschalk der koningin en heeft de gelaatstrekken en weelderige vormen eener odaliske. Daarna wandelt men langs den oever der Lambro of men zoekt een rustplaatsje op onder de hooge boo men. Om 5 uur wordtide thee gebruikt. Deze wordt door de dames der koningin geschonken; dan neemt het gezelschap een meer intiem karakter aan. Om 8 uur diner. Dit is eenvoudig en duurt niet lang. Daarna babbelt men gezellig met elkander en wordt er weer muziek gemaakt. Het gesprek te Monza draait niet om de gewone salon- en hofpraatjes, maar heeft ia den regel een ernstiger politiek of litterair karakter, want niet zelden nemen geleerden en kunstenaars als gasten van het koningspaar er deel aan. Tegenwoordig ver toeft er Ruggiero Bonghi, de geestige Italiaansche journalist, die uit zijn villa in de bergen van Brianza, daarheen gekomen is; dan weer is er Tullo Massarani, de fijne Milaneesche kunstken ner. Een andermaal zien wij er den ministerpre sident Crispi, wiens gesprekken minder litterair dan wel kort en bondig politiek zijn, aan tafel, Hier liet dikwijls Marco Minghetti, de keurigste redenaar en causeur, vrij spel aan zijn tong en nog heden ver toeft zijn weduwe, de geestige donna Laura Minghetti, er dikwijls. Uit Milaan komen er ook zoo nu en dan bezoekers: de streng militaire prins Amadeo, de voormalige winterkoning van Spanje, of een der Bonapartes, hetzij prins Jeröme, de eeuwige pretendent, of prins Victor, de jonge Italiaansche officier. Hier heeft God Hymen het regeerende huis van Savoye en het voor altijd ont troonde huis Bonaparte opnieuw door zijn rozenketen verbonden, door den jongen prins Amadeo met de prinses Laetitia Bonaparte samen te brengen. Uit het dagboek van een Europeeschen bedrieger. Henry Greenwood, een chevalier dïndustrie van de gevaarlijkste soort, heeft bijna twintig jaar van zijn leven in Oostenrijkscho, Italiaansche en Duitsche gevangenissen doorgebracht. Niettemin heeft de man zijn humor niet verloren, zooals het vol gende verhaal uit zijn dagboek bewijst. Green wood vertelt: Ik had mijn vaderlijk vermogen, ten bedrage van een paar duizend pond sterling in bezit ge nomen en dacht er over, hoe ik dat op de ge makkelijkste manier op zou kunnen maken; met dat doel voor oogen ging ik naar Londen, het groote Babel, dat alles opslokt. Hier maakte ik kennis met een jong mensch, dat even als ik verder niets te doen fheen te hebben, dan geld verteren en dit ge meenschappelijk doel deed onis een intieme vriend schap aanknoopen. Al spoedig deelde mijn nieuwe vriend, die zich Wilson noemde, mij mede, dat zijn geldmiddelen bijna uitgeput waren en hij er op bedacht moest zijn, zijn beurs opnieuw te spekken. Wilson, die aan een der groote Londensche banken werkzaam geweest was, had zich bij zijn vertrek van gestempeld papier weten meester te maken en deed mij nu het volgende voorstel: ik zou mijn geheele vermogen, ongeveer 6 a 7000 pond, bij die bank deponecren en mij een krediet brief' voor 'Frankrijk, Duitschland. Oostenrijk en Italiëlaten geven. Zoo gezegd, zoo gedaan. Ik kreeg den credietbrief, benevens een aan wijzing, mij zoo noodig tot de correspondenten mijner bank te Parijs, Berlijn, Weenen en Na pels te wenden. Terstond werden natuurlijk aan de banken aldaar kennis gegeven, dat ik een cre dietbrief ontvangen had, en was daardoor de zaak geregeld ; wanneer ik wilde, kon ik aan genoemde banken geld opnemen. Wilson was een uitstekend, calligraaf, en het denkbeeld kwam bij hem op verschillende afschriften er van te maken, wat hem gemakkelijk viel, omdat hij de usances aan de bank kende, en in het bezit van het geschikte papier was. Wilson maakte er vier copieën van en de namaak was zeer bedriegelijk, dat ik zelf moeite had, do nagemaakte en den echten brief te onderscheiden. Wilson wist nu nog drie andere personen op te duiken, die hij wist, dat betrouwbaar waren en die wij in onze plannen inwijdden. In de eerste plaats moesten allen er zich in oefenen, mijn handteekening vlug en welgeljjkend na te maken, opdat ingeval mijn handteekening, die ik bij de Londensche bank gedeponeerd had en die mis schien aan de belanghebbende bankiers medege deeld -was, verlangd zou worden, er gcon ontdek king te vreezen zou zijn. Toen dit alles in orde was, begaf Wilson zich naar Parijs en presen teerde daar mijn echten credietbrief. welke door de heeren van de bank nauwkeurig onderzocht werd. Verder zeiden zij tot Wilson, zich aan de kas te vervoegen. Het lag echter niet in Wilsons plan, geld op te nemen; hij verklaarde integendeel over 14 dagen terug te zullen keeren. De echte brief ging nu over in handen van den tweeden deelgenoot in het complot, een zekeren Warel, die er mede naar Berlijn reisde, zich daar voor mij uitgaf en evenals Wilson handelde. Vervolgens ging mijn brief verder naar Napels en Weenen. waar de beide andere deelgenooten vertoefden, en toen ook deze het er goed afgebracht hadden, keerde de echte brief weer in mijn handen terug. Nu werd er schriftelijk door ons afgesproken, dat op een bepaalden dag op een bepaald uur op het tijdsverschil tusschen de verschillende steden werd zelfs nauwkeurig achtgeslagen alle deelnemers nu voorzien van een door Wilson vervaardigden credietbrief, elk vijfduizend pondsterling zouden opnemen, uitgaande van de veronderstelling, dat ?men er, na ze onderzocht waren, niet meer zoo nauwkeurig op zou letten. Terzelfder tijd dat mijn makkers het geld op namen, ging ik met mijn credietbrief naar de bank te Londen, deelde daar mede, dat ik er niets opgenomen had en verzocht mijn geld terug, wat mij zonder eenige tegenwerping uitbetaald werd. Vier dagen later kwamen wij in Londen bijeen. Wij hadden een ryken oogst gehad. Voor latere dergelijke zaakjes, moest ik in het tucht huis boeten, waar ik mijn beste jaren heb door gebracht." Dat de bedrieger de waarheid spreekt, is niet te betwijfelen, want de Londensche Police Records waren in dien tijd vol van het bedrog, ofschoon geen bijzonderheden werden medegedeeld. William Kirkland, een koopman in Buccleuchstreet, te Glasgow, verdient eene goede sigaar, want zij heeft hem heel wat moeite en verdriet gekost. Hij maakte kennis met miss Maggie Watson, de jongelieden bevielen elkander, hij vroeg en verkreeg hare hand. Miss Watson had echter spoedig een bezwaar, William rookt, en zij kon den geur van tabak niet verdragen. Zij zeide dit aan haren galant, en deze beloofde, het rookon op te geven. Inderdaad zag zij hem geen sigaar meer in handen hebben, maar als hij kwam, waren haren, snor en kleederen met tabakslucht doortrokken; blijkbaar bleef hij in het geheim aan zijn harts tocht toegeven en ondanks alle verontschuldigingen en uitvluchten bemerkte Maggie wel, dat men haar bedroog. Zij -was zeer beleedigd en zeide eindelijk: Kort en goed! Verkies! wilt gij afstand doen vaii de sigaar, of van mij ?" Ik kan van de sigaar geen afstand doen," ant woordde Kirkland. Maggie wees hem de deur, maar bedacht zich den volgenden dag en stelde tegen den weggezonden aanbidder een eisch wegens verbreking van trouwbelofte in. Zij eischte 500 pond schadevergoeding. De rechter dacht er anders over en gunde haar de 6000 gulden niet. Hij redeneerde aldus: Had Kirkland, vóórdat het engagement doorging, beloofd niet meer te zullen rooken, dan was de zaak anders geweest, en Maggie had haar recht op schadeloosstelling kunnen doen gelden. Nu echter was de conditie eerst na de verloving gesteld; er was dus geen reden tot vergoeding. Miss Maggie is nog niet overtuigd en is van het vonnis in hooger beroep gekomen. Eene geschiedenis van bloed en staal, en toch met bevredigenden afloop. In een hoogst solied, oudburgerlijk koffiehuis in een der westelijke voor steden van Weenen troonde sedert maanden ach ter het buffet als caissière een meisje, dat wel niet mooi was, maar toch door haar vroolijk, flink uiterlijk de gunst der gasten verworven had. Eigenlijk was het niet geheel noodig geweest, dat zij in betrekking ging, daar hare familie wel varend en van goeden burgerstand was, maar er ?waren vijf zusters t'huis, en voor de goede har monie was het beter dat men niet altoos bij elkaar zat. Ondanks do bezwaren der ouders, had bet meisje dus haar zin doorgezet en was zelve haar brood gaan verdienen. Onder de bezoekers van het caféwas ook een weduwnaar^ eeu krachtig man van dertig jaar, die af en toe wat met haar praatte, vooral als hij aan hot speeltafeltje stilzat, zonder belang stelling, alleen uit tijdverdrijf. Deze weduwnaar was een bewegelijke, levendige man, die onmo gelijk met iemand, vooral van het vrouwelijk ge slacht, kon praten, zonder haar nu en dan eens bij de hand te grijpen, in den arm te knijpen ot langs de kin te strijken. De caissière verzette zich hiertegen, uit principe, maar zeer beslist; de weduwnaar stoorde zich evenwel niet daaraan, integendeel. Het meisje verzocht hem, nu eens ernstig, dan weder schertsend, haar met rust te laten, vergeefs. Op zekeren avond moest de hoer von M. weer stil zitten" en ging een praatje maken aan het buffet. Maar mijnheer von M.," zeide het meisje, toen hij haar weder bij de hand wilde vatten, hoe dikwijls moet ik u zeggen, dat ik dat niet verdragen -wil?" Do heer von M. kneep haar, in plaats van te antwoorden, in den arm. Ik verzoek u in allen ernst, . . . laat mij met rust!" Het verzet vermaakte mijnheer von M. en hij had lust hare wang te streelen. Mijnheer, ik waar schuw u!" Elise's stem beefde, en zij greep naar het mes dat bij haar rechter hand lag, en waar mede zij gewoon was, groote stukken brood af te snijden. Zij hief dreigend het mes in de hoogte. Hij lachte en wilde de hand orn haar middel slaan. Daar blonk iets door de lucht, hoog spoot het roode bloed op ; het meisje zelf gaf' een gil en vluchtte, met de beide banden voor het gezicht, naar de keuken. De weduwnaar intusschen deed zijn best om het bloed te stelpen; het vloeide uit een breede wond, dwars over de gcheelen rug van do hand loopend. De markeurs komen aanloopen, de chei' van het café, de gasten uit alle hoeken, de spelers van de tafeltjes, van het biljart, alles komt den gewonde omringen. Het anders zoo rus tige oude Caféheeft ook zijn clat. zijn sensatie voorval. De koffiehuishouder verzekert den ge wonde, terwijl de dokter bezig is de hand te ver binden, dat hij terstond het meisje zal wegjagen. Doe dat niet," zegt de weduwnaar, het is im mers mijn eigen schuld!" Eindelijk zelfs zeide hij, dat als de caissière niet gehouden werd, hij zelf een ander cafézou opzoeken. Den volgenden dag stond het meisje weer in het buffet, diep beschaamd, en haar slachtoffer niet in de oogen durvende zien. Over haar moord aanslag" werd druk gepraat; de man met de ver bonden hand was de belangwekkende persoon in het café. Elise vroeg met tranen in de oogen vergiffenis; en men dacht dat de zaak hiermede uit zou zijn. De wond was echter dieper geweest; de weduwnaar was in het hart getroffen en weldra vreeg hij Elise's hand. Het meisje is thans in den schoot harer familie teruggekeerd; zij kan het met de zusters wel vinden, het samenzijn zal niet lang duren. Zoodra de wond aan von M's band genezen is, zal de bruiloft plaats hebben. Elise's zusters intusschen denken er over, zich als caissière in betrekking te begeven, en slijpen ijverig de messen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl