Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.560
!»-*
J' goden Tan de bergen in het Westen. Daar
ont,-...moette h|j op "zyn tocht eene processie, en .in
" fcet mMdén daarvan herkende hij zyn vader.
Deze zeide tot hem:
(SM, hebt onzen goeden naam kunnen
opkouden; ik zal voortaan niets meer te betreuren
' hebben." Hjj gaf hem tevens een sabel, waarop
het volgend devies gegraveerd was:
De moed moet groot zijn, de aandacht nauw
keurig ; de manieren moeten rond en het karak
ter vierkant zijn."
VOOR DAMES.
Een cricket-match. Gymnastiek
voor meisjes in Denemarken. De
vrouw in de Boekowina. Huwelijken.
De wo«w in Engeland jaagt haar doel,
gelijki tód y*n rechten, van bezigheden en kundigheden
met den man, met buitengewone volharding en
evenredig succes na. Eiken dag voegt zij een
tieuwe verovering b\j het reeds verkregen*; zelfs
? f veroveringen die men nauwelijks noodig of
wen?chehjk zou achten. De vorige week streed de
,,- schoone zwakke sekse met de sterke leelijke in
?_' iet edele cricketspel. Te Paddington had de
r' ;, match plaats. Eene afdeeling bekoorlijke misses,
'f''-, «tf ia getal, onder welke een paar actrices, van
i .. - 4e meest hewoaderde, daagden er, met den bat
f - ~ is de fraai gehandschoende hand, elf jonge
manf ' nen uit. Deze stemden toe in den strijd, maar
f «p voorwaarde dat z|j, de heeren, geen bats, maar
| enkel bfpemsteelen, met de linkerhand te voeren,
?_;?souden gebruiken. Daarmede was het niet
ge'_ ' makkelijk, de ballen op te vangen en terug te
*"" , . werpen. Toch beweert men dat de heeren nog
* Wonderen van handigheid en goeden wil hebben
moeten ten toon spreiden om zich door hunne
teskooriyke tegenstanders te laten slaan. Het
meest geanimeerde oogenblik van den strijd was
- ? de lunch, die overwonnenen en zegevierenden
v yereenigde.
Ook in Denemarken doen de vrouwen veel aan
lichaamsoefeningen, maar op eenvoudiger en
ernstiger wjjs. Te Kopenhagen waren dezer dagen
de pers, de autoriteiten en eenige vreemdelingen
tot een openbaar examen van onderwijzeressen
in de gymnastiek genoodigd. De meisjes berei
den zich tot dit examen door een jaar onderwijs
?voor; zij hebben dan 5 uur daags les; onder het
programma behooren echter geen anatomie, ver
pleging, dansen of zwemmen. Het dansen is
facultatief. Het schoolgeld is 20 kronen 's maands.
Het examen begon te zes uur en omvatte vier
afdeelingen: oefeningen aan de werktuigen, vrije
oefeningen, antwoorden op theoretische vragen
en zwemmen te land". Dit laatste als surrogaat
Toor het werkelijk zwemmen. Het costuum be
stond uit tricot-jersey of blouse, korte rok, broek
tot de knie, alles van marineblauw, en leeren
gordel, kousen en schoenen, alles zwart. Het
geen terstond in het oog viel waren de tegelijk
elegante en kalme bewegingen der jonge meisjes;
zelfs i haar vaste, veerkrachtige gang, ofschoon
de Deensche op een grooten voet leeft". De
meeste meisjes behooren tot de beste families;
met een natuurlijkheid en een eenvoud, die men
ia andere landen vaak vergeefs zou zoeken, von
den deze meisjes er niets in, tegenover een tal
rijk publiek, in turnkostuum te klauteren, te sprin
gen en aan het vaste rek te zweven.
***
Dat de vrouw met het streven naar gelijkheid
wel Jen weg der toekomst en der beschaving be
wandelt, zou men ook kunnen verdedigen uit de
tegenstelling met de minder beschaafde volken.
B\j deze toch is, naarmate het volk op lageren
trap staat, de afstand tusschen man en vrouw te
grooter. In het nieuwe boek van Karl Emil
Franaos, Aus der grossen Ebene, vindt men fraaie ver
halen omtrent den toestand der vrouw, zelfs in
het Oosten van ons werelddeel. In de Boekowina
bijvoorbeeld, behooren bij de positie der vrouw
als noodzakelijk bestanddeel de stokslagen. De
man acht zich verplicht die te geven, de vrouw
zich gerechtigd die te ontvangen. Zij zijn het
cement van den huwelijksband. En dat niet
enkel bij ruwe menschen. Ik hield mij verschei
dene weken te Berhomet in de Boekowina", schrijft
Franzos, bij een jongen boer op, die, rijk en be
gaafd, ook in beschaving hoog boven zijne geheele
omgeving stond. Hij sprak een weinig Duitsch,
schreef vlot zijn Rutheensche moedertaal, hield er
een politiek en een economisch weekblad op na,
begunstigde de school in zijn dorp; in 't l^k
nuj'n Michaelo was een voorbeeldig man.^Pre
iad hij zijn flinke mooie jonge vrouw op zijnswijze
Bef, maar h\j ranselde haar toch gemakkelijk en
«Tervloedig af, wanneer hij er reden voor mjende
te hebben, of ook wel zonder reden, als hot zoo
uitkwam.
Een enkele maal maakte ik hem zachte
verw\jten daarover. Hoe kan iemand als gij dat
doen?" vroeg ik. Hij keek mij ten hoogste ver
baasd aan. Maar het is mijn vrouw l" zeide bij.
Nu juist daarom" antwoordde ik. Zijne verbazing
klom. Mijn vrouw l" herhaalde hij, eene vreemde
zou ik niet aanraken. Maar wie anders dan ik
zal myne vrouw afranselen?" Moet dat dan
gebeuren?'1 vroeg ik. O ja, dat moet!" zeide
hjj ernstig, op den toon der diepste overtuiging.
Men moet ieder, zelfs de beste, van tijd tot tijd
het onderscheid doen gevoelen." Het onder
scheid? Is dan een vrouw geen mensch? Ja,
maar op een andere wijze. Wij zijn mannen en
zij zijn vrouwen. Dat weet ge toch wel, dat is
toch duidelijk."
Hiertegen was geen redeneeren; en toch was
Michaelo inderdaad buitengewoon beschaafd. Een
ander voorbeeld is misschien nog karakteristieker.
Bij een pastoor in een RoemeenschjMp in de
Boekowina kwam een der welvarendst^ioerinnen
van het kerspel, een jonge, mooie vrouw, sedert
een jaar getrouwd, en klaagde onder bittere tranen,
. dat z\j haren man onverschillig geworden was.
De eerwaarde heer kende den man en wist dat
deze inderdaad veel van zyn vrouw hield; hij
zocht haar dus dit denkbeeld uit het hoofd te
praten. Ik weet, wat ik weet, aeide de vrouw
snikkend, Nu, zeg het dan maar." Z\j schreide
nog harder en de pastoor zag haar, onder zijn
herhaalde vragen, donkerrood worden van schaamte.
Hg besloot dus het er bij te laten, en er
het bewijs maar bij te denken, toen de vrouw
eindelijk uitbracht: Hij heeft mij sedert drie
maanden niet meer afgeranseld!"
Te Londen z\ju dezer dagen eenige merkwaar
dige engagementen publiek geworden. Het eerste,
dat het meeste opzien baart, is dat van Lord
Beaumont, (baronnen Beaumont sedert 1309) met
de dochter van madame Elise, de bekende
modiste in Regentstreet. Madame Elise is eene
Engelsche, zij heette miss Clarcx en is met
zekeren heer saacson getrouwd; het eenige kind
uit dit huwelijk is de aanstaande Lady Beaumont.
Het douaire van de jonge vrouw zal zeer aanzien
lijk zjjn, en haar uitzet zal zijn gelijke in Londen
niet hebben.
Het tweede huwelijk is dat van de dochter van
den heer Lawson, uitgever en eigenaar van den
Daily lélegrajiïi, met den oudsten zoon van Sir
Edward Hulse, baronet, den conservatieven afge
vaardigde voor Salisbury. De Hulse's zijn sedert
1739 baronets.
Het derde huwelijk is dat van Dr. Butler, rec
tor van trinity college te Cambridge, met miss
Agnesa Ramsay, die het vorige jaar aan dit col
lege het beste examen in de klassieke letteren
aflegde. Dr. Butler is 56, miss Ramsay 22 jaar
oud. De klassieke letteren zullen in haar gezin
wel geëerd worden; de studie zit trouwens in
beide familiën. Dr. Butler's vader was rector van
Harrow, zijn broeder van Liverpool College, een
andere broeder van Haileyburey. Miss Ramsay's
vader verkreeg twee eerste prijzen te Oxford.
E?e.
Allerlei.
Onder dan titel la cuisine oratoire -geeft Albert
Millaud in den Figaro recepten voor redevoerin
gen. Eerst eeu politieke redevoering. Men prent
zich een aantal woorden uit den dictionnaire of
halve zinnen uit oude toespraken in het geheu
gen, om te beginnen bijvoorbeeld deze:
Vooruitgang, stoom, asphalt, sociale orde, demo
cratisch element, geest van onderzoek, wettigheid,
beweging en weerstandsvermogen, de bewezen
diensten die de republiek niet zal vergeten, de
ontwikkeling van den menschelijken geest, de
helderheid der administratie, de arendsvlucht der
vrijheid, de instellingen die Europa ons benijdt, de
oude vermolmde koningschappen, de rechten van
den mensch en de plichten der regeeringen, de
gerontocratie en de plutocratie, richt scholen op,
de gunst des volks, de plichten die het oogenblik
oplegt, verleden, heden en toekomst, gevaarlijke
leerstellingen, meeslepende utopieën, de aard dezer
beraadslaging in verband met het karakter van
het besluit dat gij staat te nemen, rust en kalmte.
de wet te doen eerbiedigen, krachtig gematigd ef
gematigd krachtig, mannelijke besluiten, de harts
tochten ten offer brengen aan het waarachtig be
lang des vaderlands, het volksbewustzijn en het
volksgeweten, dienaren van het souvereine volk ...
enz. enz.
Men combiueere en vermenge deze woorden in
het oneindige, kruidt ze met adjectieven als:
edel, populair, vaderlandsch, nationaal, dapper,
berustend, geduldig,
en substantieven als:
banier, vlag, vaandel, licht, fakkel, gloed,
vlam, flambouw, wetenschap, roem, Napoleon,
Gambetta, beginselen van 89, de Bastille.
Dit alles gekneed tot een mengelmoes, dat men
aan zijn publiek opdischt, zonder het den tijd te
gunnen, om, in moreelen zin, de porties in te slikken.
Het ware is, dat de spreker zich zelf niet meer
begrijpt. Dan begrijpen de anderen hem het best.
Het Italiaansche hof te Monza. De zittingen van
het Italiaansche parlement z\jn verdaagd, om eerst
in November weer geopend te worden, en daarom
is voor een tijd lang het dicht bij Milaan gelegen
Monza tot residentie van het koninklijk echtpaar
verheven. Nergens ter wereld toch bestaat er
zulk een streng konstitutioneel of liever gezegd
parlementair hof als in Italië. Koning Humbert
en Koningin Margherita komen en gaan met het
parlement. De souvereinen verlaten Rome terstond
na sluiting van de parlementszitting en keeren
naar daar uit Monza terug, eenige dagen voordat
de zitting in November heropend wordt. Slechts
gedurende deze vier maanden staat het Quirinaal
geheel leeg, en de steenen Dioscuren met hunne
groote paarden houden de wacht, terwijl de gloe
iende zonnestralen de prachtige pleinen beschijnen.
Gedurende deze vier maanden is Monza het
hoofdkwartier van het koninklijk echtpaar en van
den kroonprins, en van hier uit maakt de koningin
of een langdurige badreis naar Venetiëof kortere
uitstapjes naar de bergen van Piemont of Savoye,
terwijl de koning deel neemt aan verschillende
manoeuvres te land of te zee en verder te Monza
voortdurend verschillende waardigheidsbekleeders
en boden uit Rome ontvangt en de staats
zaken afdoet. Margherita heeft voor Monza,
de oude stad der Longobarden, waar eens de
koningin Theodolinde regeerde, een bijzondere
voorliefde, omdat haar lieveling, kroonprins
Victor Emanuel, die thans 19 jaar oud is en
te Napels het levenslicht aanschouwde, aldaar
opgevoed is. De kroonprins, nu nog een zwak
jongmensch met een bleek gelaat met zyn
beweeglijke trekken erg op zijn moeder
gelijken.de was in zijn jeugd zeer teeder van gestel.
Onder de eeuwenoude boomen van het door de
Lambro doorstroomde slotpark van Monza en
door de zorgen zijner jonge moeder, toenmaals
kroonprinses Margherita, nam hij zichtbaar in
kracht toe. En nog heden wijdt de koningin
menig uur aan haar eenig kind. Zij staat vroeg
op en volgt dan met belangstelling de studiën
van. den kroonprins, die zich onder de leiding
van den een of anderen Professor aan de
Hoogeschool te Pavia of van militaire vakmannen reeds
in de staatshuishoudkunde, het financiewezen en
technisch-militaire vragen tracht in te wijden.
Om 10 uur wordt dan gewoonlijk een eenvoudig
ontbijt gebruikt, waarby de koningin in een licht
toilet verschijnt, versierd met natuurlijke bloemen,
die zij zelve geplukt heeft; want zij is een harts
tochtelijke liefhebster van bloemen, vooral van de
bescheidene madeliefjes. Dan wordt er gedurende
l of 2 uur muziek gemaakt, waarbij de hofdame
der koningin, marchesa de Vellamarina, of de
prinses van Ottajuno de koningin op de piano
accompagneert; de eerste is de echtgenoote van
den opperhofmaarschalk der koningin en heeft de
gelaatstrekken en weelderige vormen eener odaliske.
Daarna wandelt men langs den oever der Lambro of
men zoekt een rustplaatsje op onder de hooge boo
men. Om 5 uur wordtide thee gebruikt. Deze wordt
door de dames der koningin geschonken; dan
neemt het gezelschap een meer intiem karakter
aan. Om 8 uur diner. Dit is eenvoudig en duurt
niet lang.
Daarna babbelt men gezellig met elkander en
wordt er weer muziek gemaakt. Het gesprek te
Monza draait niet om de gewone salon- en
hofpraatjes, maar heeft ia den regel een ernstiger
politiek of litterair karakter, want niet zelden
nemen geleerden en kunstenaars als gasten van
het koningspaar er deel aan. Tegenwoordig ver
toeft er Ruggiero Bonghi, de geestige Italiaansche
journalist, die uit zijn villa in de bergen van
Brianza, daarheen gekomen is; dan weer is er
Tullo Massarani, de fijne Milaneesche kunstken
ner. Een andermaal zien wij er den ministerpre
sident Crispi, wiens gesprekken minder litterair dan
wel kort en bondig politiek zijn, aan tafel, Hier liet
dikwijls Marco Minghetti, de keurigste redenaar en
causeur, vrij spel aan zijn tong en nog heden ver
toeft zijn weduwe, de geestige donna Laura
Minghetti, er dikwijls. Uit Milaan komen er ook
zoo nu en dan bezoekers: de streng militaire
prins Amadeo, de voormalige winterkoning van
Spanje, of een der Bonapartes, hetzij prins Jeröme,
de eeuwige pretendent, of prins Victor, de jonge
Italiaansche officier. Hier heeft God Hymen het
regeerende huis van Savoye en het voor altijd ont
troonde huis Bonaparte opnieuw door zijn
rozenketen verbonden, door den jongen prins Amadeo
met de prinses Laetitia Bonaparte samen te brengen.
Uit het dagboek van een Europeeschen bedrieger.
Henry Greenwood, een chevalier dïndustrie van
de gevaarlijkste soort, heeft bijna twintig jaar van
zijn leven in Oostenrijkscho, Italiaansche en
Duitsche gevangenissen doorgebracht. Niettemin heeft
de man zijn humor niet verloren, zooals het vol
gende verhaal uit zijn dagboek bewijst. Green
wood vertelt:
Ik had mijn vaderlijk vermogen, ten bedrage
van een paar duizend pond sterling in bezit ge
nomen en dacht er over, hoe ik dat op de ge
makkelijkste manier op zou kunnen maken; met
dat doel voor oogen ging ik naar Londen, het groote
Babel, dat alles opslokt. Hier maakte ik kennis met
een jong mensch, dat even als ik verder niets te doen
fheen te hebben, dan geld verteren en dit ge
meenschappelijk doel deed onis een intieme vriend
schap aanknoopen. Al spoedig deelde mijn nieuwe
vriend, die zich Wilson noemde, mij mede, dat
zijn geldmiddelen bijna uitgeput waren en hij er
op bedacht moest zijn, zijn beurs opnieuw te
spekken. Wilson, die aan een der groote Londensche
banken werkzaam geweest was, had zich bij zijn
vertrek van gestempeld papier weten meester te
maken en deed mij nu het volgende voorstel: ik
zou mijn geheele vermogen, ongeveer 6 a 7000
pond, bij die bank deponecren en mij een krediet
brief' voor 'Frankrijk, Duitschland. Oostenrijk en
Italiëlaten geven. Zoo gezegd, zoo gedaan.
Ik kreeg den credietbrief, benevens een aan
wijzing, mij zoo noodig tot de correspondenten
mijner bank te Parijs, Berlijn, Weenen en Na
pels te wenden. Terstond werden natuurlijk aan
de banken aldaar kennis gegeven, dat ik een cre
dietbrief ontvangen had, en was daardoor de zaak
geregeld ; wanneer ik wilde, kon ik aan genoemde
banken geld opnemen. Wilson was een uitstekend,
calligraaf, en het denkbeeld kwam bij hem op
verschillende afschriften er van te maken, wat
hem gemakkelijk viel, omdat hij de usances aan
de bank kende, en in het bezit van het geschikte
papier was. Wilson maakte er vier copieën van
en de namaak was zeer bedriegelijk, dat ik zelf
moeite had, do nagemaakte en den echten brief
te onderscheiden.
Wilson wist nu nog drie andere personen op
te duiken, die hij wist, dat betrouwbaar waren
en die wij in onze plannen inwijdden. In de eerste
plaats moesten allen er zich in oefenen, mijn
handteekening vlug en welgeljjkend na te maken,
opdat ingeval mijn handteekening, die ik bij de
Londensche bank gedeponeerd had en die mis
schien aan de belanghebbende bankiers medege
deeld -was, verlangd zou worden, er gcon ontdek
king te vreezen zou zijn. Toen dit alles in orde
was, begaf Wilson zich naar Parijs en presen
teerde daar mijn echten credietbrief. welke door
de heeren van de bank nauwkeurig onderzocht
werd. Verder zeiden zij tot Wilson, zich aan de
kas te vervoegen.
Het lag echter niet in Wilsons plan, geld op
te nemen; hij verklaarde integendeel over 14 dagen
terug te zullen keeren. De echte brief ging nu
over in handen van den tweeden deelgenoot in
het complot, een zekeren Warel, die er mede
naar Berlijn reisde, zich daar voor mij uitgaf en
evenals Wilson handelde. Vervolgens ging mijn
brief verder naar Napels en Weenen. waar de
beide andere deelgenooten vertoefden, en toen
ook deze het er goed afgebracht hadden, keerde
de echte brief weer in mijn handen terug. Nu
werd er schriftelijk door ons afgesproken, dat op
een bepaalden dag op een bepaald uur op het
tijdsverschil tusschen de verschillende steden werd
zelfs nauwkeurig achtgeslagen alle deelnemers
nu voorzien van een door Wilson vervaardigden
credietbrief, elk vijfduizend pondsterling zouden
opnemen, uitgaande van de veronderstelling, dat
?men er, na ze onderzocht waren, niet meer zoo
nauwkeurig op zou letten.
Terzelfder tijd dat mijn makkers het geld op
namen, ging ik met mijn credietbrief naar de
bank te Londen, deelde daar mede, dat ik er
niets opgenomen had en verzocht mijn geld terug,
wat mij zonder eenige tegenwerping uitbetaald
werd. Vier dagen later kwamen wij in Londen
bijeen. Wij hadden een ryken oogst gehad. Voor
latere dergelijke zaakjes, moest ik in het tucht
huis boeten, waar ik mijn beste jaren heb door
gebracht." Dat de bedrieger de waarheid spreekt,
is niet te betwijfelen, want de Londensche
Police Records waren in dien tijd vol van het bedrog,
ofschoon geen bijzonderheden werden medegedeeld.
William Kirkland, een koopman in
Buccleuchstreet, te Glasgow, verdient eene goede sigaar,
want zij heeft hem heel wat moeite en verdriet
gekost. Hij maakte kennis met miss Maggie Watson,
de jongelieden bevielen elkander, hij vroeg en
verkreeg hare hand. Miss Watson had echter
spoedig een bezwaar, William rookt, en zij kon
den geur van tabak niet verdragen. Zij zeide dit
aan haren galant, en deze beloofde, het rookon op
te geven. Inderdaad zag zij hem geen sigaar meer
in handen hebben, maar als hij kwam, waren haren,
snor en kleederen met tabakslucht doortrokken;
blijkbaar bleef hij in het geheim aan zijn harts
tocht toegeven en ondanks alle verontschuldigingen
en uitvluchten bemerkte Maggie wel, dat men
haar bedroog.
Zij -was zeer beleedigd en zeide eindelijk: Kort
en goed! Verkies! wilt gij afstand doen vaii de
sigaar, of van mij ?"
Ik kan van de sigaar geen afstand doen," ant
woordde Kirkland. Maggie wees hem de deur,
maar bedacht zich den volgenden dag en stelde
tegen den weggezonden aanbidder een eisch wegens
verbreking van trouwbelofte in. Zij eischte 500
pond schadevergoeding.
De rechter dacht er anders over en gunde haar
de 6000 gulden niet. Hij redeneerde aldus: Had
Kirkland, vóórdat het engagement doorging, beloofd
niet meer te zullen rooken, dan was de zaak
anders geweest, en Maggie had haar recht op
schadeloosstelling kunnen doen gelden. Nu echter
was de conditie eerst na de verloving gesteld; er
was dus geen reden tot vergoeding. Miss Maggie
is nog niet overtuigd en is van het vonnis in
hooger beroep gekomen.
Eene geschiedenis van bloed en staal, en toch
met bevredigenden afloop. In een hoogst solied,
oudburgerlijk koffiehuis in een der westelijke voor
steden van Weenen troonde sedert maanden ach
ter het buffet als caissière een meisje, dat wel
niet mooi was, maar toch door haar vroolijk, flink
uiterlijk de gunst der gasten verworven had.
Eigenlijk was het niet geheel noodig geweest,
dat zij in betrekking ging, daar hare familie wel
varend en van goeden burgerstand was, maar er
?waren vijf zusters t'huis, en voor de goede har
monie was het beter dat men niet altoos bij
elkaar zat. Ondanks do bezwaren der ouders,
had bet meisje dus haar zin doorgezet en was
zelve haar brood gaan verdienen.
Onder de bezoekers van het caféwas ook een
weduwnaar^ eeu krachtig man van dertig jaar,
die af en toe wat met haar praatte, vooral als
hij aan hot speeltafeltje stilzat, zonder belang
stelling, alleen uit tijdverdrijf. Deze weduwnaar
was een bewegelijke, levendige man, die onmo
gelijk met iemand, vooral van het vrouwelijk ge
slacht, kon praten, zonder haar nu en dan eens
bij de hand te grijpen, in den arm te knijpen ot
langs de kin te strijken. De caissière verzette
zich hiertegen, uit principe, maar zeer beslist;
de weduwnaar stoorde zich evenwel niet daaraan,
integendeel. Het meisje verzocht hem, nu eens
ernstig, dan weder schertsend, haar met rust te
laten, vergeefs.
Op zekeren avond moest de hoer von M. weer
stil zitten" en ging een praatje maken aan het
buffet. Maar mijnheer von M.," zeide het meisje,
toen hij haar weder bij de hand wilde vatten,
hoe dikwijls moet ik u zeggen, dat ik dat niet
verdragen -wil?" Do heer von M. kneep haar,
in plaats van te antwoorden, in den arm. Ik
verzoek u in allen ernst, . . . laat mij met rust!"
Het verzet vermaakte mijnheer von M. en hij had
lust hare wang te streelen. Mijnheer, ik waar
schuw u!" Elise's stem beefde, en zij greep naar
het mes dat bij haar rechter hand lag, en waar
mede zij gewoon was, groote stukken brood af te
snijden. Zij hief dreigend het mes in de hoogte.
Hij lachte en wilde de hand orn haar middel slaan.
Daar blonk iets door de lucht, hoog spoot het
roode bloed op ; het meisje zelf gaf' een gil en
vluchtte, met de beide banden voor het gezicht, naar
de keuken. De weduwnaar intusschen deed zijn
best om het bloed te stelpen; het vloeide uit een
breede wond, dwars over de gcheelen rug van do
hand loopend. De markeurs komen aanloopen, de
chei' van het café, de gasten uit alle hoeken, de
spelers van de tafeltjes, van het biljart, alles
komt den gewonde omringen. Het anders zoo rus
tige oude Caféheeft ook zijn clat. zijn sensatie
voorval. De koffiehuishouder verzekert den ge
wonde, terwijl de dokter bezig is de hand te ver
binden, dat hij terstond het meisje zal wegjagen.
Doe dat niet," zegt de weduwnaar, het is im
mers mijn eigen schuld!" Eindelijk zelfs zeide hij,
dat als de caissière niet gehouden werd, hij zelf
een ander cafézou opzoeken.
Den volgenden dag stond het meisje weer in
het buffet, diep beschaamd, en haar slachtoffer
niet in de oogen durvende zien. Over haar moord
aanslag" werd druk gepraat; de man met de ver
bonden hand was de belangwekkende persoon in
het café. Elise vroeg met tranen in de oogen
vergiffenis; en men dacht dat de zaak hiermede
uit zou zijn. De wond was echter dieper geweest;
de weduwnaar was in het hart getroffen en weldra
vreeg hij Elise's hand. Het meisje is thans in
den schoot harer familie teruggekeerd; zij kan het
met de zusters wel vinden, het samenzijn zal niet
lang duren. Zoodra de wond aan von M's band
genezen is, zal de bruiloft plaats hebben.
Elise's zusters intusschen denken er over, zich
als caissière in betrekking te begeven, en slijpen
ijverig de messen.