Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.082
v,
?
T
Aan mijn rechterhand lag het park, dat by de
- school behoorde; door een ijzeren hek trad ik
het binnen. Daarnaast stond een klein tuinhuisje,
waarvan de ramen op de straat uitzagen. Ik ging
er binnen en liet de gordijnen zakken, zoodat ik
op straat zien kon, zonder zelf gezien te worden.
Juist voor my stond de wagen met den schijnbaar
slapenden koetsier.
Het trottoir was zoo smal, dat ik hem wel de
hand had kunnen reiken.
In deze schuilplaats wachtte ik op de dingen
die komen zouden.
Nu werden de gedempte tonen der muziek
luider en liet zich het gedruisch van stemmen
hooren. Paarden hinnikten, men hoorde de rijtui
gen over de steenen rollen.
Bij de eerste klanken der muziek had de oude
koetsier zich opgericht en het hoofd flink opge
heven. Er kwam leven in zijn oogen, hij keek
recht voor zich uit, waarschijnlijk naar den hoek
der straat.
Ik zag dat hij plotseling bleek werd, dat zijn
handen zenuwachtig begonnen te beven. In
.koortsachtige opgewondenheid stond hij van zyn
bok op en streek hij zich langs zyn grijzen
haard; vervolgens nam hij de zweep in zijn
hand, maar stak haar terstond weer in den koker
en ging toen onbeweeglijk zitten. Ik hoorde zelfs
'zjjn korte, asthmatische ademhaling.
Er was geen twyfel mogelijk, zijn zoon naderde.
Zoover mogelijk boog ik my' voorover en luisterde
met ingehouden adem. ]i derdaad hoorde ik spoe
dig schreden, lichte snelle schreden als van een
kind.
De koetsier sprong van den bok, opende het
portier en ik zag dat de jonge gymnasiast, dien
ik voorheen opgemerkt had, haastig naderde. In
zyn handen droeg hij zware boeken; de kransen
x hingen aan zijn linkerarm.
Byna buiten adem kwam hij bij den wagen aan
en in vrooly'ke, kinderhjke opgewondenheid riep
hjj den koetsier toe:
Papa! papa! Li heb er vier gekregen."
Stil, ongelukkige!" beet de oude hem toe.
Stil!"
Vreesachtig en heimehjk keek hij om zich heen...
Gelukkig zag hij niemand.
Daarop kwam hij weer naderbij, nam met
hovende hand het eene boek na het andere van
den knaap aan en legde ze uiterst zorgvuldig op
de achterbank neer.
Maar toen hij de kransen daar ook neerlegde,
scheen het mij toe alsof hij zich voorover boog
en ze met de lippen aanraakte.
De knaap liet hem stil begaan, maar scheen
zeer aangedaan.
Toen alles op zijn plaats lag, liet de brave
oude, die niet minder aangedaan was, het raampje
neer, gaf den knaap een teeken om in te stap
pen, en klom zelf op den bok, waarop hij zich
angstig heen en weer bewoog. Eindelyk keerde
hjj zich met een ruk om.
Eugenius ! Hoeveel zeidet gij ?"
En met voorovergebogen hoofd en uitgerekten
hals wachtte hij op antwoord.
Vier papa! de eereprijs, de "
Doch de andere hoorde niets meer.
Vier i" mompelde hij, zich nog steeds voorover
buigende, vier! Is het mogelijk! Hoe mooi,
o God, hoe mooi!....
En de oude plebejische koetsier richtte zich
op den bok op en wierp vol trots een minachten
den blik op de elegante koetsen, waarin de
voorname scholieren, die niets in hun handen
droegen, juist plaats namen.
Papa, papa l" klonk het uit den wagen.
Haastig draaide hij zich om.
Papa, zet gij mij den krans op", smeekte de
knaap, die op zijn knieën op de voorbank zat.
Wat... wat wilt ge ?" vroeg de goede oude,
die hem niet scheen te verstaan.
Zet mij den krans op", herhaalde de kleine,
die de kransen in de hand genomen had.
O ja... ja... dat zal ik doen," stotterde de
vader.
En zoo goed hij kon, boog hij zich over den
bok heen, en met de knieën er tegen aan leunende,
hield hy zich met de eene hand vast en strekte
hig de andere naar de kransen uit.
Neen, neen, dezen," zeide het kind, dien van
de eereprijs."
De oude koetsier nam den krans, boog zich ver
voorover en stak zijn hoofd door het voorraampje
naar binnen; hij zette den papieren krans op het
hoofd van zijn zoon en kuste hem op beide wan
gen, terwijl hij diep bewogen en met een gelaat,
waarop een plechtige, maar tevens komische uit
drukking zetelde, tot hem zeide:
Goed, mijn kind... zeer goed ... zeer goed."
Óp dit oogenblik verliet ik mijn schuilplaats en
met een paar passen stond ik op het trottoir
naast den wagen.
De oude koetsier zat al weer overeind. Lang
zaam nam hij de teugels in de hand, keerde zich
een weinig naar zijn passagier, die inmiddels
plaats genomen had, om en zeide op den
onverschilligen toon, dien zijn collega's gewoonlijk aan
slaan :
Zeer goed, jongenheer. Voorwaarts."
En de zweep daalde op het paard neer.
Piepend kwam er beweging in het afschuwelijke
voertuig, zoodat ik het gemakkelijk kon volgen.
Het reed den hoek om, tot voor de poort van
het college, waar het stil hield, om een paar oude
lieden, die ik terstond herkende, op te nemen.
Onverschillig en met een slaperig gelaat wachtte
de koetsier, tot dat het portier gesloten was;
toen legde hij zijn zweep over het paard en was
spoedig in de menigte verdwenen.
GENERAAL EUDES.
De vorige week overleed te Parijs Generaal
Eudes", een van de treurige beroemdheden der
Commune Hij werd door een beroerte getrofl'en
op het oogenblik dat hij in eene meeting in de
salie Faviéeene rede hield; hij sprak het woord
bourgeoisie uit, maar kon het niet voleinden, zoo
dat bet 'bon-mot voor de hand lag: de bourgeoisie
heeft hem gesmoord'.
Eudes was eerst vier en veertig jaar; hij was
n het departement la Manche geboren en naar
Parijs gekomen om in de pharmacie te studeeren.
Geen enkel blad geeft het bericht van zijn
dood, zonder er een eenigzins kleurend adjectief
b\j te voegen. Als tegenstelling geven wy twee
berichten, die niet eens ieder een grens vertegen
woordigen. In de progressistische Belgische B
forme vindt men:
Eudes, die een volgeling was van Blanqui, nam
met dezen deel aan de overrompeling van de ka
zerne der pompiers op 15 Augustus 1879, te La
Villette. Den 29 Augustus werd hij, ondanks eene
welsprekende pleitrede van den betreurden
Gatineau, ter dood veroordeeld. Gelukkig voor hem,
was het Keizerrijk zes dagen later gevallen en
de revolutie van 4 September gaf hem de vrij
heid terug.
Eudes deed dapper zijn plicht gedurende het
beleg; hij werd tot chef van een bataillon gekozen,
en werd na 18 Maart lid der Parijsche Commune.
Hij was een der drie generaals aan welke de Com
mune het eerst de verdediging van Parijs tegen
de Versaillers toevertrouwde; na den onbezonnen
uitval van Duval op 3 April en het verraad van
Mont-Valérien, werd hij door Cluseret op den
achtergrond gedrongen en vestigde zich gedu
rende het bombardement te Issy.
Na de moorden der bloedige week, waarin hij
zoo gelukkig was aan de woede der overwinnaars
te ontkomen, vluchtte hij naar Engeland en kwam
eerst na de amnestie terug. Toen kocht hy eene
stoomzagery, richtte met Blanqui het blad Ni
Dieu ni MaUre op, en later, met Vaillant, het
blad l'Homme libre. Eudes laat by vrienden en
tegenstanders de herinnering van een oprecht en
overtuigd democraat na."
Maxime du Camp geeft in Les Convulsions
de Paris berichten over Eudes en zijne gezellin,
Louvet geheeten.
De burgeres Louvet was zeer sterk communarde
en verkondigde dat luide, maar toch stond zij ook
in betrekking tot een zendeling van de
Versaillaansche regeering en verschafte deze inlichtingen,
die kostbaar" genoemd werden. Zij wist partij
te trekken van de oogenblikken. Ztj was slechts
even in het Ministerie van oorlog, maar weerde
er zich als in veroverd land, en zond naar eene
woning,die zij in de Rue Saint- Ambroise gehuurd had,
al wat zij in de vertrekken, door het gezin van
den minister bewoond, kon bijeenrapen. Japonnen,
pelswerk, toiletartikelen, kunstvoorwerpen, kost
bare wapens, schoorsteengarnituren, zij wist met
kennis van zaken alles weg te pakken wat eenige
waarde had. Zij sleepte met de japonnen van
Mad. Le Flö, terwijl de generaal" zijn militair
huis inspecteerend, ondanks de zwoele temperatuur,
de met bont gevoerde vesten van generaal de
Galiffet aantrok. Dit duurde zoolang tot Eudes,
door Cluseret vervangen, zijn hoofdkwartier te
Issy vestigde, waar al het tafel- en bedlinnen
van het seminariumals dooreentooverslagverdween.
Zoodra Eudes' gezellin in het paleis van het
Legioen van Eer gevestigd was, haastte zij zich
om een nieuwe woning te huren, in de rue
Parmentier, om daar een tweede meubelmagazijn van
te maken, want dat in de rue Saint-Ambroise was
vol. Hier werd zonder eenige geheimzinnigheid
alles heen gedragen; en er werd een stuivertje
overgelegd tegen den tijd dat de kwade dagen
zouden komen. Venetiaansche spiegels, porselein
en glaswerk, donzen dekbedden, tafeldamast, gor
dijnen, collectie autographen, reisnécessaires,
tafellakens voor diners van honderd couverts,
keukenboezelaars, zonder de kommandeurskruisen en
zilveren medailles te rekenen, verhuisden openlijk
van het officieel domicilie van madame la gén
rale naar deze geheime domicilies. Zij was ook
gul voor hare vrienden, en een zekere jongedochter
Labourcey ontving haar deel van den buit; men
heett daarvan later nog wat weergevonden ten
huize van den tijdelijken man van die jongedochter,
Emile Gois. Eudes van zijn kant, had de hand
gelegd op een 1600 of 1700 medailles, die op een
veilige plaats geborgen werden.
Soms had men 's avonds visite in het oude pa
leis der prinsen van Salm, en men hield er dan
gelagen, waarvan de tapijten de sporen bleven
dragen. Bij zulke gelegenheden versierde Madame
Eudes" zich met het roode lint der grootkruisen,
en sautoir, maar daar was zij niet te grootscher
om; zij zeide nog wel eens tot den conciërge van
bet paleis: 't Is niet meer zooals vroeger, onder
Flahaut, toen je moest zeggen: mijnheer de graaf!
je kunt mij noemen zooals je wilt, zeg maar jij
en jou als je dat bevalt, mij kan 't niet schelen!"
Alles ging met een prettige ongegeneerdheid.
Eens op een avond waren er geen dames genoeg,
en men wilde een dansje maken. Eudes zond
zijn ordonnance naar een bekend adres om acht
dames te halen, behoorlijk gekleed, goed gezond,
dienst van den staf." Voor die gelegenheid
teekende Eudes: generaal, grootkanselier van het
Legioen van Eer."
's Morgens op 22 Mei, toen men niet meer kon
twijfelen aan den terugkeer der Fransche troepen
naar Parijs, nam generaal FJudes, geholpen door
juffrouw Louvet, zijn strategische maatregelen;
hij liet onverschrokken drie wagens beladen met:
30 paar lakens, 400 damasten servetten, 4 ma
trassen, 6 dekens, kussens, pcluws; hierbij voegde
hij dapper al wat men aan zilverwerk, kostbaar
heden en medailles kon vinden, en zond alles naar
de avenue Daumesnil.
Men plunderde ook de naburige hotels en
maakte toen alles voor den brand gereed.
Goederenwagons hadden GO vaten petroleum
aangebracht, die symmetrisch op de binnenplaats
van het paleis van het Legioen van Eer geschaard
werden. Dat moest voldoende zijn om een heelo
wijk in brand te steken en daar rekende men
ook op. Eudes had door zijn spahi en zijn koet
sier ook nog vaatjes buskruit en kisten met pa
tronen in den kelder laten rollen. Men hield zich
gereed om alles in brand te steken als de Ver
saillers verschenen, maar zij kwamen 's Maandags
niet opdagen en de Kue de Lille had nog een
dag leven vóór zich.
Men maakte zich den tijd ten nutte. Eenige
bewoners der wijk werden gefusilleerd, eenige
huizen met petroleum besmeerd en men bedronk
zich. Den volgenden dag, 23 Mei, weer petroleum
gieten. Eudes en Mégy voerden de bandieten en
de petroleuses aan. De binnenplaats was zoo vol
petroleum, dat het vocht door de straatgoten vloeide;
men had het met emmersvol door de kamers ge
smeten.
Alles was gereed, het was ongeveer zes uur
's avonds; de omtrekkende beweging der
Versaillane kwam nader; generaal Eudes, door Mégy met
raad en daad gesteund, achtte het oogenblik ge
komen. Hij zat te paard, midden in de rue de
Lille, kraniger dan ooit, de knevel opgekruld, glim
lachend, komediespelend tot in het laatste oogen
blik, en gereed om in goede orde terug te trek
ken" naar het Hotel de Ville. waar hem nog zoo
veel misdaden wachtten.
Langzaam en theatraal hief hij den degen om
hoog. Op dit gebaar antwoordde een trompetge
schal; het was het teeken. Voor het Legioen van
Eer loste een officier van het bataillon
gefedereerden een revolverschot op de goot waar de petro
leum onmiddellijk ontvlamde en het paleis in
brand stak. Hot gebouw van den Raad van State,
de Redekamer en hare archieven, de kazerne
d'Orsay, de Spaarkas, dus de geheele rechterzijde
van de rue de Lille, stonden in n oogonblik in
vlam. Eudes, gevolgd door zijn militair huis,"
begaf zich langs de kade naar het Hotel de Ville.
Zijn dame" was niet bij hem, zij pakte in de
verschillende woningen de kostbaarheden in, om
den buit bij eventueel vertrek in veiligheid te
brengen.
Men weet, dat bijna al de particuliere wonin
gen in de rue de Lille evenzoo verbrand werden.
De petroleum werd in 't rond gegoten en bespoten,
men loste schoten in de ramen, men vernielde
alleen voor het genoegen van te vernielen.
Eudes liet het daarbij niet blijven. Hij deed
aan Garreau, den directeur van Mazas, bevel
zenden om de gevangenis in de lucht te laten
vliegen. De laatste orders door generaal Eudes, als
lid van het comitédu salut public'" gegeven,
zijn bevelen van moord en vernieling. In den
ochtend van 25 Mei kommandeerde hij onder
anderen aan den bevelhebber van het geschut dat
bij père Lachaise stond: Schiet op de Beurs, op
de Bank, het Postkantoor, de Place des Victoires,
de Place Vendóme, de tuin der Tuilerieën, de
Caserne de Babylone,... wij zenden u kanonnen
en ammunitie ; wij zullen stand houden ten einde
toe, en wat er ook gebeure. . ."
De dappere generaal wist het zoo aan te leg
gen, dat hij zonder een schampschot Parijs en
Frankrijk wist te verlaten. Hij was het type van
den generaal-eo)M)nMM<M'<l"
Maxime du Camp deelt ergens anders de vlucht
van generaal" Eudes mee.
Den 27sten Mei liet hij, voorziende welk einde
hem wel beschoren kon zijn, zijn sjerp, zijn galons
en generaalsinsignes in den steek; hij schoot zijn
burgerkleeren weer aan, en trok, met de spaar
penningen uit het paleis van het Legioen van Eer
op zak, naar het buitenland.
Hij wist aan allo nasporingen te ontkomen,
maakte met juffrouw Louvet een ploizierreisje
naar Zwitserland, Belgiëen Duitschland, en ves
tigde zich met haar als mijnheer en mevrouw
Eudes te Londen."
VOOR DAMES.
Tafelversiering. Eene ijskast.
Wcenoorspelling?Toiletten. Amazones. Doctoressen.
Het versieren der tafel wordt in het buitenland
een kunst op zichzelf, en smaakvolle gastvrouwen
gunnen aan niemand dan zichzelven de taak van
het kiezen en arrangeeren der bloemen. Onlangs
deelden wij mede, welke schatten aan orchideeën
en unieke planten besteed worden. Maar het is
de zegen der eindeloos rijke bloemenwereld, dat
zij voor ieder, ook voor de meest bescheiden beur
zen, een ongeëvenaarden schat van schoonheid en
sierlijkheid biedt. Men kan althans de zomer- en de
herfsttafels letterlijk voor een kleinigheid, bijna
gratis, optooien. Eene tafel, versierd met het rijke
blauw der korenbloemen, de wit en gele sterren
der wilde marguerites, en de groene takken van
de hop met zijn fraaie bloesems, alle in eenvou
dige wit porseleinen vazen geplaatst, werd onlangs
op een landbouwtentoonstelling bekroond. Met
groote bundels veldbloemen kan men reeds een
eigenaardig en frisch eil'ect verkrijgen.
Maar eenige combinatiën, die minder eenvoudig
zijn, toonen duidelijk de hand der gastvrouw.
Curieus is het, dat de oude, maar rijke rooskleu
rige roos, niet meer met de nieuwe bloemen samen
gaat. Men moet wel een bijzondere variëteit van
rozen hebben, oni ze met narcissen, gladiolussen,
clematis of orchideeën te laten harmonieëren. De
rozen in andere kleuren, witte, theerozen, donker
roode, gele, passen ieder bij een andere combinatie.
Hier en daar een orchidee, met eenvoudige
bloemen en groen voreenigd, staat reeds voldoende
gedistingueerd en het is de taak der gastvrouw
de kostbare bloemen zoo te schikken, dat ze niet
uit het oog verloren worden en toch geen vlaggen
op een modderschuit gelijken. Een paar niet al
te kostbare en toch rijke arrangementen volgen
hier. In de lengte van de tafel was over het
sneeuwwit damast een breede streep van
koningsblauw pluche gelegd, waarschijnlijk twee breed
ten pluche aan elkaar gehecht. Op drie plaat
sen, waar onder het pluche een kleine verhooging
was aangebracht, stonden wit porseleinen
candelabres, vrouwenbeelden, ieder met drie kaarsen, de
kaarsen met roso schermpjes omgeven. Do eenige
bloemen op tafel waren rooskleurige dubbele
anjclieren met tijue varens gemengd; zij stonden in lage
schoteltjes oin den voet der candelabres en in groote
schelpen aan de einden van het pluche. Dit alles
was eenvoudig en zeer aangenaam om te zien. Een
tweede arrangement, nog eenvoudiger, waren enkel
platgelegde rozen, zonder steel, in con artistiek
patroon over het tafelkleed geschikt; in het mid
den een groote mand, geheel met rozen en enkele
leliën gevuld en omwonden. Nog een ander: water
lelies met vergeetmijniet en het groen der
pluimasperges in plaats van gewone varens: op het mid
den der tafel een groote platte spiegel, waarop
een glazen bakje, met bloemen gevuld, een bloem
rijk eilandje vormde. Daar boven een groote
lamp met lampekap van kant, mot rose gevoerd.
Een ander: gekleurde fairy-lamps en enkel witte
bloemen; op het raidden der tafel een groot
blad met zand, enkel met witte bloemen,
gardenias, lelies, witte narcissen, clematis, eii eenige
varens gevuld, zoodat alle kleur van de lampjes
en de vruchten, perziken, druiven en aardbeziën
kwam. '
*
* *
In een Duitsch blad wijst eene huisvrouw op de
noodzakelijkheid, om gedurende de warme dagen,
hetzij buiten of in de stad, eene plaats te hebben,
waar boter, vleesch, bier, wijn, koel kunnen blij
ven. Ijskasten zijn duur en nemen veel plaats in.
Een kelder die in de warmste dagen kool blijft,
vindt men niet meer in iedere menschelijke
woning. De dame liet nu in haar keukenkast
tusschen de beide middelste planken een diepe
lade maken en deze tot op een derde der hoogte
van binnen met blik bekleeden. Boven het blik
kwam een lijstje, op het lijstje werd een vloertje
van smalle latjes gelegd. De blikken bak werd
nu dagelijks of om den anderen dag met ruw ijs,
dat men tegenwoordig overal goedkoop genoeg
krijgen kan, gevuld, en al wat men op het latten
vloertje plaatst, flesschen, schotels met eetwaren,
borden met visch, blijft even frisch. Wie veel
kosten maken wil, laat onder in de lade een kraantje
maken om het water te laten wegloopen; maar
het is een kleine moeite, den latten vloer op te
lichten en het water eenvoudig uit de lade te
gieten.
*
* *
Hoe weinig vertroostend het dezen zomer ook
is, vooruit te weten welk weer het morgen zal
zijn, toch zijn sommigen er nieuwsgierig naar. Een
zeer eenvoudig middel is door Dr. Troska aange
geven. De temperatuur, zegt hij, die de thermo
meter, vochtig gemaakt, een uur voor zonsonder
gang in de open lucht en in de schaduw aanwijst,
is de temperatuur van den volgenden morgen.
Dit gaat in 80 van de 100 gevallen op. Men
dompele dus, een uur vóór zonsondergang, een
lapje neteldoek, tulle, of fijn linnen in zuiver
water, wikkele het dan eens, maar nauwsluitend,
om den kwikzilverbal er. binde het met een
draadje erom vast. Dan hangt men even den
thermometer in de open lucht in de schaduw op,
en men zal de gemiddelde temperatuur van den
volgenden dag vinden.
*
* TS
De Engclsche dames hebben uit de aangeboden
mode-patronen van dit jaar; alles gekozen wat
kolossaal en reusachtig was. Do bescheiden moesjes,
smalle streepjes, kleine figuurtjes en bouquetjes
op foulard, serge en mousseline hebben afgedaan;
men verkiest liever ananassen on magnolia's op
heliotrope grond, boomtakken on architecturale
voluten op zalmkleur, bossen vaa seringin op wit,
witte bliksemstralen op een Iciblauwai hemel,
schoven van koren en korenbloemen ip bleek
groen. Men draagt hierbij meest resten vin aardig
en nieuw gevouwen crépe de cliine ofkant, en
levert zich ook voor den rok aan allerM fanta
sieën in lint en kant over.
Opmerkelijk is het, hoe de eene badpaats ge
heel een andere richting van de mode vilgt dan
de andere. De vorige week vormelddei wij de
baretten, die van St. Sebastiaan tot bov;n Bor
deaux regceren; de wit linnen capelies die
noordelijker zijn, en de witte petten te (stonde.
In Engeland zal men bv. du gewons tricoi jersey
in bijna geen enkele badplaats mo3r zien maar
Margate is er vol van. De hoed is daar noch do
baret, noch de pet, maar een sort Tosca, met
breeden platten rand, met elleinoog garnituur
van crépe de Cliine, neteldoek, kat, tulie ofkrip
er op, en van achteren in tw3 of drie s'ijve
plooien omboog gewipt. Men raagt er moest
corsagc en rok verschillend, bv. creago van dunne
zijde, pongee, surah merveüleux, atinette, en den
rok van katoen, beige of tlane!; tcvijl voor meisjes
het zeemansrnodel steeds geliefd ilijft.
*
* *
Onder do wisselingen der moe is er n
costuum, dat zich bijna onvcrandd bij het oude
houdt, of na kleine afwijkingc weer daarheen
terugkeert. Het is het amazoncidd. In Ilydepark
en het Bois de Boulogne, in 5t Prater en de
Rambla ziet men hetzelfde nauwdtende rijkleed,
dat men er vijftig jaar geleden ,g. l lot tweede
Keizerrijk maakte het van wit ofabella-laken,
men weet dat keizerin Eugénide verontwaar
diging der Fransche officieren op\tte, door zelfs in
eene amazone van wit piquéc revue bij te
wonen, maar op dit oogenbliis ailcs tot het
oude teruggekeerd. Donkerbr^ donkergroen,
donkerblauw of zwart laken, een heeft men
eene nieuwe kleur, pepper-and-:t, die ook door
Kedfern te Parijs wordt gclevl. Eenige po
gingen van Engelsche Uvilor: om amazones
met soutacheversiering to doeiingang vinden,
zijn, evenals de amazonen motondaangezetten
rok, mislukt; men hoeft ste> het puntlijf,
van' achteren met een kleinoposiiWon, met
nauwe mouwen, van onderen e geknoopt, en
alleen als kleine ijdelheid, eertukje vest van
weinige centimeters, van geruit wollen stof' of
leder in natuurlijke kleur, dat ven onder de
taille zichtbaar wordt.
De rok is niet meer zoo lanils vroeger, en
schijnbaar nauw, maar zoo kunst geplooid, dat .,
hij alle noodige ruimte biedt e:och zeer goed
valt. De dames dragen daarcer vrij hooge
laarzon en inexpressibles van hom- of
rendierleder. Dat is kostbaar maar zeoractisch.
*
* *
Twaalf vrouwelijke studenten n de
Londensche School of Medicine voor ouwen onder
wierpen zich dezer dagen aanet eerste en
tweede examen der koninldijkcollcges voor
artsen en heelmeesters te Ediirgh, en allen
met goed succes. Miss Waterst arts, vroeger
leerlinge aan dezelfde school, Ie: een examen
af voor de Psychological societ;,ls specialiteit
in geestesziekten; zij was de eerwlame, die dit
vak koos.
E-e.
Allerlei.
De Spielberg. Wie ooit den SpBrg, die
vroeselijke onderwereld, bezocht heefbaar eens de
revolutiemannen, die ter verkriJL van de on
afhankelijkheid hunner natie sanuvoeren tegen