De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 19 augustus pagina 6

19 augustus 1888 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.082 v, ? T Aan mijn rechterhand lag het park, dat by de - school behoorde; door een ijzeren hek trad ik het binnen. Daarnaast stond een klein tuinhuisje, waarvan de ramen op de straat uitzagen. Ik ging er binnen en liet de gordijnen zakken, zoodat ik op straat zien kon, zonder zelf gezien te worden. Juist voor my stond de wagen met den schijnbaar slapenden koetsier. Het trottoir was zoo smal, dat ik hem wel de hand had kunnen reiken. In deze schuilplaats wachtte ik op de dingen die komen zouden. Nu werden de gedempte tonen der muziek luider en liet zich het gedruisch van stemmen hooren. Paarden hinnikten, men hoorde de rijtui gen over de steenen rollen. Bij de eerste klanken der muziek had de oude koetsier zich opgericht en het hoofd flink opge heven. Er kwam leven in zijn oogen, hij keek recht voor zich uit, waarschijnlijk naar den hoek der straat. Ik zag dat hij plotseling bleek werd, dat zijn handen zenuwachtig begonnen te beven. In .koortsachtige opgewondenheid stond hij van zyn bok op en streek hij zich langs zyn grijzen haard; vervolgens nam hij de zweep in zijn hand, maar stak haar terstond weer in den koker en ging toen onbeweeglijk zitten. Ik hoorde zelfs 'zjjn korte, asthmatische ademhaling. Er was geen twyfel mogelijk, zijn zoon naderde. Zoover mogelijk boog ik my' voorover en luisterde met ingehouden adem. ]i derdaad hoorde ik spoe dig schreden, lichte snelle schreden als van een kind. De koetsier sprong van den bok, opende het portier en ik zag dat de jonge gymnasiast, dien ik voorheen opgemerkt had, haastig naderde. In zyn handen droeg hij zware boeken; de kransen x hingen aan zijn linkerarm. Byna buiten adem kwam hij bij den wagen aan en in vrooly'ke, kinderhjke opgewondenheid riep hjj den koetsier toe: Papa! papa! Li heb er vier gekregen." Stil, ongelukkige!" beet de oude hem toe. Stil!" Vreesachtig en heimehjk keek hij om zich heen... Gelukkig zag hij niemand. Daarop kwam hij weer naderbij, nam met hovende hand het eene boek na het andere van den knaap aan en legde ze uiterst zorgvuldig op de achterbank neer. Maar toen hij de kransen daar ook neerlegde, scheen het mij toe alsof hij zich voorover boog en ze met de lippen aanraakte. De knaap liet hem stil begaan, maar scheen zeer aangedaan. Toen alles op zijn plaats lag, liet de brave oude, die niet minder aangedaan was, het raampje neer, gaf den knaap een teeken om in te stap pen, en klom zelf op den bok, waarop hij zich angstig heen en weer bewoog. Eindelyk keerde hjj zich met een ruk om. Eugenius ! Hoeveel zeidet gij ?" En met voorovergebogen hoofd en uitgerekten hals wachtte hij op antwoord. Vier papa! de eereprijs, de " Doch de andere hoorde niets meer. Vier i" mompelde hij, zich nog steeds voorover buigende, vier! Is het mogelijk! Hoe mooi, o God, hoe mooi!.... En de oude plebejische koetsier richtte zich op den bok op en wierp vol trots een minachten den blik op de elegante koetsen, waarin de voorname scholieren, die niets in hun handen droegen, juist plaats namen. Papa, papa l" klonk het uit den wagen. Haastig draaide hij zich om. Papa, zet gij mij den krans op", smeekte de knaap, die op zijn knieën op de voorbank zat. Wat... wat wilt ge ?" vroeg de goede oude, die hem niet scheen te verstaan. Zet mij den krans op", herhaalde de kleine, die de kransen in de hand genomen had. O ja... ja... dat zal ik doen," stotterde de vader. En zoo goed hij kon, boog hij zich over den bok heen, en met de knieën er tegen aan leunende, hield hy zich met de eene hand vast en strekte hig de andere naar de kransen uit. Neen, neen, dezen," zeide het kind, dien van de eereprijs." De oude koetsier nam den krans, boog zich ver voorover en stak zijn hoofd door het voorraampje naar binnen; hij zette den papieren krans op het hoofd van zijn zoon en kuste hem op beide wan gen, terwijl hij diep bewogen en met een gelaat, waarop een plechtige, maar tevens komische uit drukking zetelde, tot hem zeide: Goed, mijn kind... zeer goed ... zeer goed." Óp dit oogenblik verliet ik mijn schuilplaats en met een paar passen stond ik op het trottoir naast den wagen. De oude koetsier zat al weer overeind. Lang zaam nam hij de teugels in de hand, keerde zich een weinig naar zijn passagier, die inmiddels plaats genomen had, om en zeide op den onverschilligen toon, dien zijn collega's gewoonlijk aan slaan : Zeer goed, jongenheer. Voorwaarts." En de zweep daalde op het paard neer. Piepend kwam er beweging in het afschuwelijke voertuig, zoodat ik het gemakkelijk kon volgen. Het reed den hoek om, tot voor de poort van het college, waar het stil hield, om een paar oude lieden, die ik terstond herkende, op te nemen. Onverschillig en met een slaperig gelaat wachtte de koetsier, tot dat het portier gesloten was; toen legde hij zijn zweep over het paard en was spoedig in de menigte verdwenen. GENERAAL EUDES. De vorige week overleed te Parijs Generaal Eudes", een van de treurige beroemdheden der Commune Hij werd door een beroerte getrofl'en op het oogenblik dat hij in eene meeting in de salie Faviéeene rede hield; hij sprak het woord bourgeoisie uit, maar kon het niet voleinden, zoo dat bet 'bon-mot voor de hand lag: de bourgeoisie heeft hem gesmoord'. Eudes was eerst vier en veertig jaar; hij was n het departement la Manche geboren en naar Parijs gekomen om in de pharmacie te studeeren. Geen enkel blad geeft het bericht van zijn dood, zonder er een eenigzins kleurend adjectief b\j te voegen. Als tegenstelling geven wy twee berichten, die niet eens ieder een grens vertegen woordigen. In de progressistische Belgische B forme vindt men: Eudes, die een volgeling was van Blanqui, nam met dezen deel aan de overrompeling van de ka zerne der pompiers op 15 Augustus 1879, te La Villette. Den 29 Augustus werd hij, ondanks eene welsprekende pleitrede van den betreurden Gatineau, ter dood veroordeeld. Gelukkig voor hem, was het Keizerrijk zes dagen later gevallen en de revolutie van 4 September gaf hem de vrij heid terug. Eudes deed dapper zijn plicht gedurende het beleg; hij werd tot chef van een bataillon gekozen, en werd na 18 Maart lid der Parijsche Commune. Hij was een der drie generaals aan welke de Com mune het eerst de verdediging van Parijs tegen de Versaillers toevertrouwde; na den onbezonnen uitval van Duval op 3 April en het verraad van Mont-Valérien, werd hij door Cluseret op den achtergrond gedrongen en vestigde zich gedu rende het bombardement te Issy. Na de moorden der bloedige week, waarin hij zoo gelukkig was aan de woede der overwinnaars te ontkomen, vluchtte hij naar Engeland en kwam eerst na de amnestie terug. Toen kocht hy eene stoomzagery, richtte met Blanqui het blad Ni Dieu ni MaUre op, en later, met Vaillant, het blad l'Homme libre. Eudes laat by vrienden en tegenstanders de herinnering van een oprecht en overtuigd democraat na." Maxime du Camp geeft in Les Convulsions de Paris berichten over Eudes en zijne gezellin, Louvet geheeten. De burgeres Louvet was zeer sterk communarde en verkondigde dat luide, maar toch stond zij ook in betrekking tot een zendeling van de Versaillaansche regeering en verschafte deze inlichtingen, die kostbaar" genoemd werden. Zij wist partij te trekken van de oogenblikken. Ztj was slechts even in het Ministerie van oorlog, maar weerde er zich als in veroverd land, en zond naar eene woning,die zij in de Rue Saint- Ambroise gehuurd had, al wat zij in de vertrekken, door het gezin van den minister bewoond, kon bijeenrapen. Japonnen, pelswerk, toiletartikelen, kunstvoorwerpen, kost bare wapens, schoorsteengarnituren, zij wist met kennis van zaken alles weg te pakken wat eenige waarde had. Zij sleepte met de japonnen van Mad. Le Flö, terwijl de generaal" zijn militair huis inspecteerend, ondanks de zwoele temperatuur, de met bont gevoerde vesten van generaal de Galiffet aantrok. Dit duurde zoolang tot Eudes, door Cluseret vervangen, zijn hoofdkwartier te Issy vestigde, waar al het tafel- en bedlinnen van het seminariumals dooreentooverslagverdween. Zoodra Eudes' gezellin in het paleis van het Legioen van Eer gevestigd was, haastte zij zich om een nieuwe woning te huren, in de rue Parmentier, om daar een tweede meubelmagazijn van te maken, want dat in de rue Saint-Ambroise was vol. Hier werd zonder eenige geheimzinnigheid alles heen gedragen; en er werd een stuivertje overgelegd tegen den tijd dat de kwade dagen zouden komen. Venetiaansche spiegels, porselein en glaswerk, donzen dekbedden, tafeldamast, gor dijnen, collectie autographen, reisnécessaires, tafellakens voor diners van honderd couverts, keukenboezelaars, zonder de kommandeurskruisen en zilveren medailles te rekenen, verhuisden openlijk van het officieel domicilie van madame la gén rale naar deze geheime domicilies. Zij was ook gul voor hare vrienden, en een zekere jongedochter Labourcey ontving haar deel van den buit; men heett daarvan later nog wat weergevonden ten huize van den tijdelijken man van die jongedochter, Emile Gois. Eudes van zijn kant, had de hand gelegd op een 1600 of 1700 medailles, die op een veilige plaats geborgen werden. Soms had men 's avonds visite in het oude pa leis der prinsen van Salm, en men hield er dan gelagen, waarvan de tapijten de sporen bleven dragen. Bij zulke gelegenheden versierde Madame Eudes" zich met het roode lint der grootkruisen, en sautoir, maar daar was zij niet te grootscher om; zij zeide nog wel eens tot den conciërge van bet paleis: 't Is niet meer zooals vroeger, onder Flahaut, toen je moest zeggen: mijnheer de graaf! je kunt mij noemen zooals je wilt, zeg maar jij en jou als je dat bevalt, mij kan 't niet schelen!" Alles ging met een prettige ongegeneerdheid. Eens op een avond waren er geen dames genoeg, en men wilde een dansje maken. Eudes zond zijn ordonnance naar een bekend adres om acht dames te halen, behoorlijk gekleed, goed gezond, dienst van den staf." Voor die gelegenheid teekende Eudes: generaal, grootkanselier van het Legioen van Eer." 's Morgens op 22 Mei, toen men niet meer kon twijfelen aan den terugkeer der Fransche troepen naar Parijs, nam generaal FJudes, geholpen door juffrouw Louvet, zijn strategische maatregelen; hij liet onverschrokken drie wagens beladen met: 30 paar lakens, 400 damasten servetten, 4 ma trassen, 6 dekens, kussens, pcluws; hierbij voegde hij dapper al wat men aan zilverwerk, kostbaar heden en medailles kon vinden, en zond alles naar de avenue Daumesnil. Men plunderde ook de naburige hotels en maakte toen alles voor den brand gereed. Goederenwagons hadden GO vaten petroleum aangebracht, die symmetrisch op de binnenplaats van het paleis van het Legioen van Eer geschaard werden. Dat moest voldoende zijn om een heelo wijk in brand te steken en daar rekende men ook op. Eudes had door zijn spahi en zijn koet sier ook nog vaatjes buskruit en kisten met pa tronen in den kelder laten rollen. Men hield zich gereed om alles in brand te steken als de Ver saillers verschenen, maar zij kwamen 's Maandags niet opdagen en de Kue de Lille had nog een dag leven vóór zich. Men maakte zich den tijd ten nutte. Eenige bewoners der wijk werden gefusilleerd, eenige huizen met petroleum besmeerd en men bedronk zich. Den volgenden dag, 23 Mei, weer petroleum gieten. Eudes en Mégy voerden de bandieten en de petroleuses aan. De binnenplaats was zoo vol petroleum, dat het vocht door de straatgoten vloeide; men had het met emmersvol door de kamers ge smeten. Alles was gereed, het was ongeveer zes uur 's avonds; de omtrekkende beweging der Versaillane kwam nader; generaal Eudes, door Mégy met raad en daad gesteund, achtte het oogenblik ge komen. Hij zat te paard, midden in de rue de Lille, kraniger dan ooit, de knevel opgekruld, glim lachend, komediespelend tot in het laatste oogen blik, en gereed om in goede orde terug te trek ken" naar het Hotel de Ville. waar hem nog zoo veel misdaden wachtten. Langzaam en theatraal hief hij den degen om hoog. Op dit gebaar antwoordde een trompetge schal; het was het teeken. Voor het Legioen van Eer loste een officier van het bataillon gefedereerden een revolverschot op de goot waar de petro leum onmiddellijk ontvlamde en het paleis in brand stak. Hot gebouw van den Raad van State, de Redekamer en hare archieven, de kazerne d'Orsay, de Spaarkas, dus de geheele rechterzijde van de rue de Lille, stonden in n oogonblik in vlam. Eudes, gevolgd door zijn militair huis," begaf zich langs de kade naar het Hotel de Ville. Zijn dame" was niet bij hem, zij pakte in de verschillende woningen de kostbaarheden in, om den buit bij eventueel vertrek in veiligheid te brengen. Men weet, dat bijna al de particuliere wonin gen in de rue de Lille evenzoo verbrand werden. De petroleum werd in 't rond gegoten en bespoten, men loste schoten in de ramen, men vernielde alleen voor het genoegen van te vernielen. Eudes liet het daarbij niet blijven. Hij deed aan Garreau, den directeur van Mazas, bevel zenden om de gevangenis in de lucht te laten vliegen. De laatste orders door generaal Eudes, als lid van het comitédu salut public'" gegeven, zijn bevelen van moord en vernieling. In den ochtend van 25 Mei kommandeerde hij onder anderen aan den bevelhebber van het geschut dat bij père Lachaise stond: Schiet op de Beurs, op de Bank, het Postkantoor, de Place des Victoires, de Place Vendóme, de tuin der Tuilerieën, de Caserne de Babylone,... wij zenden u kanonnen en ammunitie ; wij zullen stand houden ten einde toe, en wat er ook gebeure. . ." De dappere generaal wist het zoo aan te leg gen, dat hij zonder een schampschot Parijs en Frankrijk wist te verlaten. Hij was het type van den generaal-eo)M)nMM<M'<l" Maxime du Camp deelt ergens anders de vlucht van generaal" Eudes mee. Den 27sten Mei liet hij, voorziende welk einde hem wel beschoren kon zijn, zijn sjerp, zijn galons en generaalsinsignes in den steek; hij schoot zijn burgerkleeren weer aan, en trok, met de spaar penningen uit het paleis van het Legioen van Eer op zak, naar het buitenland. Hij wist aan allo nasporingen te ontkomen, maakte met juffrouw Louvet een ploizierreisje naar Zwitserland, Belgiëen Duitschland, en ves tigde zich met haar als mijnheer en mevrouw Eudes te Londen." VOOR DAMES. Tafelversiering. Eene ijskast. Wcenoorspelling?Toiletten. Amazones. Doctoressen. Het versieren der tafel wordt in het buitenland een kunst op zichzelf, en smaakvolle gastvrouwen gunnen aan niemand dan zichzelven de taak van het kiezen en arrangeeren der bloemen. Onlangs deelden wij mede, welke schatten aan orchideeën en unieke planten besteed worden. Maar het is de zegen der eindeloos rijke bloemenwereld, dat zij voor ieder, ook voor de meest bescheiden beur zen, een ongeëvenaarden schat van schoonheid en sierlijkheid biedt. Men kan althans de zomer- en de herfsttafels letterlijk voor een kleinigheid, bijna gratis, optooien. Eene tafel, versierd met het rijke blauw der korenbloemen, de wit en gele sterren der wilde marguerites, en de groene takken van de hop met zijn fraaie bloesems, alle in eenvou dige wit porseleinen vazen geplaatst, werd onlangs op een landbouwtentoonstelling bekroond. Met groote bundels veldbloemen kan men reeds een eigenaardig en frisch eil'ect verkrijgen. Maar eenige combinatiën, die minder eenvoudig zijn, toonen duidelijk de hand der gastvrouw. Curieus is het, dat de oude, maar rijke rooskleu rige roos, niet meer met de nieuwe bloemen samen gaat. Men moet wel een bijzondere variëteit van rozen hebben, oni ze met narcissen, gladiolussen, clematis of orchideeën te laten harmonieëren. De rozen in andere kleuren, witte, theerozen, donker roode, gele, passen ieder bij een andere combinatie. Hier en daar een orchidee, met eenvoudige bloemen en groen voreenigd, staat reeds voldoende gedistingueerd en het is de taak der gastvrouw de kostbare bloemen zoo te schikken, dat ze niet uit het oog verloren worden en toch geen vlaggen op een modderschuit gelijken. Een paar niet al te kostbare en toch rijke arrangementen volgen hier. In de lengte van de tafel was over het sneeuwwit damast een breede streep van koningsblauw pluche gelegd, waarschijnlijk twee breed ten pluche aan elkaar gehecht. Op drie plaat sen, waar onder het pluche een kleine verhooging was aangebracht, stonden wit porseleinen candelabres, vrouwenbeelden, ieder met drie kaarsen, de kaarsen met roso schermpjes omgeven. Do eenige bloemen op tafel waren rooskleurige dubbele anjclieren met tijue varens gemengd; zij stonden in lage schoteltjes oin den voet der candelabres en in groote schelpen aan de einden van het pluche. Dit alles was eenvoudig en zeer aangenaam om te zien. Een tweede arrangement, nog eenvoudiger, waren enkel platgelegde rozen, zonder steel, in con artistiek patroon over het tafelkleed geschikt; in het mid den een groote mand, geheel met rozen en enkele leliën gevuld en omwonden. Nog een ander: water lelies met vergeetmijniet en het groen der pluimasperges in plaats van gewone varens: op het mid den der tafel een groote platte spiegel, waarop een glazen bakje, met bloemen gevuld, een bloem rijk eilandje vormde. Daar boven een groote lamp met lampekap van kant, mot rose gevoerd. Een ander: gekleurde fairy-lamps en enkel witte bloemen; op het raidden der tafel een groot blad met zand, enkel met witte bloemen, gardenias, lelies, witte narcissen, clematis, eii eenige varens gevuld, zoodat alle kleur van de lampjes en de vruchten, perziken, druiven en aardbeziën kwam. ' * * * In een Duitsch blad wijst eene huisvrouw op de noodzakelijkheid, om gedurende de warme dagen, hetzij buiten of in de stad, eene plaats te hebben, waar boter, vleesch, bier, wijn, koel kunnen blij ven. Ijskasten zijn duur en nemen veel plaats in. Een kelder die in de warmste dagen kool blijft, vindt men niet meer in iedere menschelijke woning. De dame liet nu in haar keukenkast tusschen de beide middelste planken een diepe lade maken en deze tot op een derde der hoogte van binnen met blik bekleeden. Boven het blik kwam een lijstje, op het lijstje werd een vloertje van smalle latjes gelegd. De blikken bak werd nu dagelijks of om den anderen dag met ruw ijs, dat men tegenwoordig overal goedkoop genoeg krijgen kan, gevuld, en al wat men op het latten vloertje plaatst, flesschen, schotels met eetwaren, borden met visch, blijft even frisch. Wie veel kosten maken wil, laat onder in de lade een kraantje maken om het water te laten wegloopen; maar het is een kleine moeite, den latten vloer op te lichten en het water eenvoudig uit de lade te gieten. * * * Hoe weinig vertroostend het dezen zomer ook is, vooruit te weten welk weer het morgen zal zijn, toch zijn sommigen er nieuwsgierig naar. Een zeer eenvoudig middel is door Dr. Troska aange geven. De temperatuur, zegt hij, die de thermo meter, vochtig gemaakt, een uur voor zonsonder gang in de open lucht en in de schaduw aanwijst, is de temperatuur van den volgenden morgen. Dit gaat in 80 van de 100 gevallen op. Men dompele dus, een uur vóór zonsondergang, een lapje neteldoek, tulle, of fijn linnen in zuiver water, wikkele het dan eens, maar nauwsluitend, om den kwikzilverbal er. binde het met een draadje erom vast. Dan hangt men even den thermometer in de open lucht in de schaduw op, en men zal de gemiddelde temperatuur van den volgenden dag vinden. * * TS De Engclsche dames hebben uit de aangeboden mode-patronen van dit jaar; alles gekozen wat kolossaal en reusachtig was. Do bescheiden moesjes, smalle streepjes, kleine figuurtjes en bouquetjes op foulard, serge en mousseline hebben afgedaan; men verkiest liever ananassen on magnolia's op heliotrope grond, boomtakken on architecturale voluten op zalmkleur, bossen vaa seringin op wit, witte bliksemstralen op een Iciblauwai hemel, schoven van koren en korenbloemen ip bleek groen. Men draagt hierbij meest resten vin aardig en nieuw gevouwen crépe de cliine ofkant, en levert zich ook voor den rok aan allerM fanta sieën in lint en kant over. Opmerkelijk is het, hoe de eene badpaats ge heel een andere richting van de mode vilgt dan de andere. De vorige week vormelddei wij de baretten, die van St. Sebastiaan tot bov;n Bor deaux regceren; de wit linnen capelies die noordelijker zijn, en de witte petten te (stonde. In Engeland zal men bv. du gewons tricoi jersey in bijna geen enkele badplaats mo3r zien maar Margate is er vol van. De hoed is daar noch do baret, noch de pet, maar een sort Tosca, met breeden platten rand, met elleinoog garnituur van crépe de Cliine, neteldoek, kat, tulie ofkrip er op, en van achteren in tw3 of drie s'ijve plooien omboog gewipt. Men raagt er moest corsagc en rok verschillend, bv. creago van dunne zijde, pongee, surah merveüleux, atinette, en den rok van katoen, beige of tlane!; tcvijl voor meisjes het zeemansrnodel steeds geliefd ilijft. * * * Onder do wisselingen der moe is er n costuum, dat zich bijna onvcrandd bij het oude houdt, of na kleine afwijkingc weer daarheen terugkeert. Het is het amazoncidd. In Ilydepark en het Bois de Boulogne, in 5t Prater en de Rambla ziet men hetzelfde nauwdtende rijkleed, dat men er vijftig jaar geleden ,g. l lot tweede Keizerrijk maakte het van wit ofabella-laken, men weet dat keizerin Eugénide verontwaar diging der Fransche officieren op\tte, door zelfs in eene amazone van wit piquéc revue bij te wonen, maar op dit oogenbliis ailcs tot het oude teruggekeerd. Donkerbr^ donkergroen, donkerblauw of zwart laken, een heeft men eene nieuwe kleur, pepper-and-:t, die ook door Kedfern te Parijs wordt gclevl. Eenige po gingen van Engelsche Uvilor: om amazones met soutacheversiering to doeiingang vinden, zijn, evenals de amazonen motondaangezetten rok, mislukt; men hoeft ste> het puntlijf, van' achteren met een kleinoposiiWon, met nauwe mouwen, van onderen e geknoopt, en alleen als kleine ijdelheid, eertukje vest van weinige centimeters, van geruit wollen stof' of leder in natuurlijke kleur, dat ven onder de taille zichtbaar wordt. De rok is niet meer zoo lanils vroeger, en schijnbaar nauw, maar zoo kunst geplooid, dat ., hij alle noodige ruimte biedt e:och zeer goed valt. De dames dragen daarcer vrij hooge laarzon en inexpressibles van hom- of rendierleder. Dat is kostbaar maar zeoractisch. * * * Twaalf vrouwelijke studenten n de Londensche School of Medicine voor ouwen onder wierpen zich dezer dagen aanet eerste en tweede examen der koninldijkcollcges voor artsen en heelmeesters te Ediirgh, en allen met goed succes. Miss Waterst arts, vroeger leerlinge aan dezelfde school, Ie: een examen af voor de Psychological societ;,ls specialiteit in geestesziekten; zij was de eerwlame, die dit vak koos. E-e. Allerlei. De Spielberg. Wie ooit den SpBrg, die vroeselijke onderwereld, bezocht heefbaar eens de revolutiemannen, die ter verkriJL van de on afhankelijkheid hunner natie sanuvoeren tegen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl