Historisch Archief 1877-1940
No.'584
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
't zou onpractisch zijn dien wenk der ervaring
te miskennen of in den wind te slaan.
De avondscholen zijn het aangewezen middel
om den ambachtsman mee te helpen opleiden
voor zijn vak.
Almeête helpen want natuurlijk blijft de
werkplaats hoofdzaak.
Maar de werkplaats en de avondschool moeten
elkaar te hand reiken.
Zoomin als men op school kan leeren een
meubel maken, of een metaal bewerken, kan
lee?ren plakken of stoft'eeren, of practisch de
verfkwast leeren hanteeren, evenmin is er de heden
daagse!)* werkplaats op ingericht, om er rustig te
leeren teekenen, ornament- en stijlleer, wis- en
doorzichtkunde te beoefenen.
Werkplaats en avondschool dus moeten elkaar
aanvullen bij de opleiding van den werkman.
't Is waar, aan dezen en genen is reeds difc
voorrecht gegund; een groot deel van onze leer
lingen mag zich daarin verheugen. Maar 't
zijn nog uitzonderingen; terwijl het regel moest
wezen. En als wij nagaan hoeveel honderden
jeugdige kunstambachtslieden in Amsterdam nog
verstoken zijn van het zoo onmisbare
teekenonderwijs, komt als van zelf de vraag bij ons op:
waarom dit geen regel is ? Wat de reden kan
zijn van deze verwaarloozing ?
Gebrek aan lust bij de leerlingen zelve in het
.avond-onderwijs van de teekenschool is het niet;
want bijna zonder uitzondering werken onze leer
lingen met lust en volharding.
De ondervinding leert, dat het geringe school
bezoek hoofdzakelijk is te wijten aan de verzuimde
werkuren, die, of voor den leerling te veel gel
delijk nadeel opleveren, of door den patroon wor
den geschuwd, omdat zijn belang, niet altijd
wél begrepen meebrengt, den leerling zoo
productief mogelijk te maken.
En allén: eene betere regeling van de verhou
ding tusschen patroon en werkman, zou in dien
toestand blijvend verbetering brengen.
Sommige fabrikanten in den lande hebben dan
ook reeds het belang hiervan ingezien en proeven
genomen, die aanvankelijk tot bevredigende uit
komsten hebben geleid.
In de werkplaatsen van de Holl. Ijzeren Spoor
wegmaatschappij, in de fabriek van den heer
?Storck en elders, is de opleiding van den leerling
ook in de school geregeld, en zijn er dus
waarborgen gevonden voor het belang van patroon
«n werkman beiden
Maar wat reeds aanstonds uitvoerbaar is in een
groote fabriek, is dit nog geenszins in de werk
plaats van het kunstambacht, vooral niet in de
kleinere werkplaatsen.
Hier wordt een macht vereischt naast die
van patroon en leerling in staat, om, onder
alle omstandigheden, den zwakke tegen den ster
keren te beschermen:
den leerling tegen den patroon, die hem exploi
teert en in het bezoek der avondschool verhindert,
of omgekeerd den patroon, die den be
kwamen leerling, op hoop van hooger werkloon,
naar zijn concurrent ziet vertrekken, en zijn goede
zorgen dus met ondank en schade beloond vindt.
Welnu: de oplossing is geen vraag meer, en
kan gevonden worden door de invoering van het
zoogenaamde leerlingstelsel, geregeld bij de wet.
Ze is nu wel algemeen bekend: de strekking
van het Leerlingstelsel, zooals dit, vóór ruim vier
jaren, werd aanbevolen door een gemengde com
missie uit de voornaamste maatschappijen en
vereenigingen (met prof. Pekelharing als voorzitter
en Ileldt tot secretaris).
En 't is ook hier do plaats niet, daarover uit
te wijden.
Maar in verband met het bezoek aan
avondteekenscholen in het algemeen, en aan de onze
in het bijzonder, kan het zijn nut hebben, te
releveeren:
dat de bedoelde commissie, in haar schema van
wettelijke regeling, bij art. 5 voorstelt:
dat de patroon verplicht zij, den leerling in
de gelegenheid te stellen, ten minste tien
vvren in de week van school- of huisonderwijs
te doen genieten, onverminderd den tijd aan
godsdienstonderwijs te besteden."
een bepaling, die gelezen in het verband
met de overige artikelen van het
ontwerp-contract tusschen patroon en leerling voor den
patroon niets onbillijks bevat, maar in beider
belang te achten is.
Mocht eenmaal in dezen geest een wettelijke
regeling der verhouding tusschen patroon en
leerling tot stand komen, dan zou men niet langer
het verschijnsel betreuren, dat hier, in de Hoofd
stad, zooveel avond-teekenscholen kwijnen, en de
behoefte aan mér scholen als de onze, niet leven
dig nog wordt gevoeld.
In den aanstaanden zomer zal nog eens een
poging gedaan worden door de Amsterdamsche
afdeeling van onze vereeniging voor fabrieks- en
handwerksnijverheid, die ter Algemcene vergade
ring een voorstel doet, luidende:
dat die vergadering besluite, aan het
Hoofdbestuur der vereeniging op te dragen, om namens
haar bij de Regeerrng aan te dringen, op een
spoedige invoering van de wettelijke regeling
van het zoogenaamde Leerlingstelsel".
Hiermee wordt de zaak dan weer eens op hot
tapijt gebracht, wat allicht een aansporing kan
zijn voor andere maatschappijen en vereenigingen,
om het goede voorbeeld te volgen, en mede aan
te dringen op de regeling van Leerlingcontracten
bij de wet.
Het oogenblik schijnt daarvoor gunstig,
nu van vele zijden een studie gemaakt wordt
van de middelen, die eertijds tot den bloei van
het kunstambacht hebben geleid,
nu, bij herhaling, het oude Gildewezen in her
innering wordt gebracht;
en gewezen wordt op het goede dat die instel
lingen bevatten, doch tevens op nadeelen die ze
aankleefden, en ongeschikt maken voor onzen tijd.
De wettelijke regeling nu van het .Leerling
stelsel schijnt ons het middel,
om de voornaamste voordeelen van het
Gildewezen te herwinnen, om oen band te vormen
tusschen patroon en leerling overeenkomstig de
eischen van onze dagen,
om het ambachtsonderwijs in de werkplaats te
vereenigen met- en te veredelen door: een trouw
?bezoek aan de avondteekenschool.
Wedstrijden tusschen ambachtslieden onderling,
doeltreffend georganiseerd, gelijk wij dit mogen
verwachten van een andere Commissie, die zich
thans met dezen arbeid bezighoudt, kunnen dan
het stelsel van opleiding aanvullen;
zoodat ook weer het proefstuk van den meester
in de nieuwe orde van zaken niet zou behoeven
te ontbreken.
En zijn we eenmaal zoover, dan spreken we
elkaar nader.
Maar dan wellicht in het verslag van een der
vele andere avondscholen hier ter stede, die
naar het model van onze teekenschool mogen
verrezen zijn."
GENERAAL BOULANGER EN -DE
FRANSCHE TAAL.
Generaal Boulanger, of zijn secretaris, is meer
artist dan men het, naar de leelijke reclames,
waartoe hij zich leent, wol denken zou. Toen de
generaal aan de drie departementen, waar hij
verkozen was, brieven van dankbetuiging zou
schrijven, drie brieven, die natuurlijk hetzelfde
moesten inhouden, versmaadde hij het, daartoe
n formulier te gebruiken. Hij koos, met zeld
zame handigheid en een merkwaardige kennis
zijner moedertaal, drieërlei vormen om dezelfde
gedachte eigenlijk in 't geheel geen gedachte *
uit te drukken.
Zoowel in staatkundig als in taalkundig opzicht
is eene vergelijking tusschen de drie documenten
de moeite waard; men kan er uit zien, hoe han
dig de generaal en hoe rijk de taal is.
Voor de kiezers in de Somme zijn de afgevaar
digden valsche republikeinen procédant par coups
de sabre et par coups de sifflet", voor de kiezers
in Nord des insolents et des insulteurs", voor
die in de Charente des ambitieux".
Over 't geheel wordt de Charente in eenvoudiger
taal toegesproken. Voor de Somme klinkt het:
Men heeft nu de keerzijde van het
parlementarisme gezien, de kleingeestige aanvallen, de leu
gens en geweldenarijen." Voor Nord: Men herin
nert zich die zitting, vol injures provocatrices,
policières, vol lasteringen;" voor de Charente:
Men keert terug tot de bedreigingen, tot schan
delijke en misdadige manoeuvres."
De afgevaardigden heeten voor de Somme: wilde
beesten, des pileptiques'1, voor Nord: des
convulsiormaires". Voor de Charente is er geen
woord meer over. Deze afgevaardigden hebben
zich tegen de grondwetsherziening gekant; voor
de Somme heeten zij daarom: eene
sukkelaarsvergadering, die koppig is en hare plaats niet aan
anderen wil afstaan." Voor Nord is do kenschet
sing: zij klommen zich aan hun zetels vast en
doen don on beschaamden eisch hooren, tegen ieders
wensen te blijven regceren." In de Charente weer:
De staat, dat zijn zij; de Republiek, dat zijn zij.
Zij willen zich niet uit hun positie laten verjagen."
Maar generaal Boulanger's kiezers zijn geen
voetbrood geweken, in de Somme hebben zij het
skelet naakt uitgekleed, welks beenderen kraak
ten"; in Nord hebben zij: het houweel gezet in
het vermolmde gebouw/' in de Charente hebben
zij de Republiek ontrukt aan degenen die waaJVden
haar ten eigen bate te zullen confiskeeren."
Toch heeft men al wat men kon gedaan tegen
don generaal en zijn vrienden. In de Somme
heeft men maatregelen genomen om hem te be
letten tot u te komen"; in Nord zijn de tergende
politiemaatregelen mislukt", in de Charente is
niets onbeproefd gelaten om de candidatuur van
den generaal te doen vallen." De kiezers in de
Somme hebben getriomfeerd door hun bewonde
renswaardige volharding en hun liefde voor de
Republiek", die in Nord hebben het verdict uit
gesproken", die in Charente hebben zich niet
door bangmaking van hun plicht laten afwenden
en hebben met vastberadenheid concentratie ge
wild."
De generaal zegt dan ook, ??eenstemmig
tot de kiezers der Somme: Dank!" tot dio van
Nord: Dank!" en tot die derCharento: Dank!"
Hij eindigt met oen uitroep; in de Somme:
Frankrijk en de Republiek!'1 in Nord: De
Republiek en Frankrijk!" in de Charente: Het
republikeinsche Frankrijk!"
VARIA.
Van den Vacuum-rem, waarmede op de Gooische
stoomtram-lijn proeven zijn genomen, goeft De
Ingenieur de volgende technische beschrijving:
Op de locomotief zijn 2 concentrische injectors
aangebracht; de kleinste van dezon onderhoudt
voortdurend hot nagenoeg luchtledige in de
buisgelciding loopenda langs don geheelen trein en
in oen metalen trommel, zoowel onder de loco
motief als onder eiken wagen bevestigd. De grootere
injector dient om, zoo noodig. zeor spoedig de
luchtverdunning te doen ontstaan.
Tusschen 2 voertuigen onderling bestaat deze
geleiding uit een buigzame buis, samengesteld uit
'2 deelen, door een zeer eenvoudige beweegbare
koppeling met metalen nokken en sponningen aan
elkaar verbonden; do buis zelve is een stalen
spiraal met caoutchouc omwonden. De buis van
den achtersten wagon moet gesloten zijn, het verbin
dingsstuk wordt daartoe op een vasten stop
gesteld.
In den trommel bevindt zich eene holle recht
opstaande cylinder, langs welks binnenwand oen
zuiger, glijdende langs een cirkelvormigen in door
snede ronden caoutchoucband, op en neer bewogen
kan worden.
Aan dezen zuiger is de zuigerstang verbonden,
die door middel van krukken en stangen de
romklossen tegen de wielen aandrukt on aftrekt.
Onder aan den trommel is een kastje bevestigd,
daarmede met 2 openingen in contact, en waarin
een klep, bestaande uit een bronzen kogeltje.
Een caoutchouc-slang verbindt dit kastje met de
hoofdbuisgeleiding.
Voorts is op de locomotief in de buisgeleiding
een vacuummeter ingelascht; de gebruikelijke mate
van luchtverdunning bedraagt 20 inches overeen
komende met 1/3 atmospheer.
Het aandrukken der remklossen kan geschieden
zoowel door den machinist en door den conduc
teur, wanneer daartoe in den wagon een inrich
ting is aangebracht, als door het breken van de
koppeling der wagons onderling en van de buis
geleiding zelve.
In elk dezer gevallen treedt de buitenlucht in
de buisbegeleiding, komt in het kastje onder den
trommel waarop het kogeltje den toegangsweg
afsluit leidende naar de ruimte in den trommel
boven den zuiger; de lucht drukt nu den zuiger
en daarmede de zuigerstang naar boven waardoor
de remklossen tegen de bandages der wielen wor
den aangedrukt.
Wordt daarna door den injector het luchtledige
onder den zuiger hersteld, dan daalt deze door
zijn eigen gewicht en de klossen geraken los.
De mate, waarnaar de machinist de lucht in
de buisgeleiding inlaat, beheerscht de kracht,
waarmede de remklossen worden aangedrukt; het
remmen kan dus over oene grootere lengte en
zonder schokken plaats hebben."
Verder blijkt uit een staatje in De Ingenieur
opgenomen, dat het stoppen met deze rem onder
de ongunstigste omstandigheden 8 seconden duurt,
onder gunstige 5% gemiddeld 6 seconden. De
afstand dien een trein nog doorloopt bij afsluiting
van stoom en remmen bedroeg bij de proefneming
slechts 18 Meter.
De rem wordt aangebracht door een Engolsche
Maatschappij, de Vacuüm Srake Cy {Limited),
die in Nederland vertegenwoordigd wordt door
den heer J. F. Wijnveld, alhier.
De Katholiekelllustratie(directeu.renll. A Ranning
en J. M. M Cramer) aangemoedigd door het suc
ces, dat in den vorigen jaargang een
Rembrandtnummer had, wijdt weder een geheel nummer aan
de meerdere bekendmaking en verheerlijking der
oud-vaderlandsche schilderkunst. Door do welwil
lendheid van Dr. H Otten te Heythuizen, die drie
oorspronkelijke etsen van Rembrandt, vier koper
gravures van Ostade en een van Teniers ter
reproductie afstond, kan het oene uitgezochte
verzameling aanbieden. Er bij gevoegd zijn
zincographische reproducticn van oen drietal land
schappen van Ruysdael en Ilobbema, on een paar
karakteristieke koppen, Frans Hals en Van Nierop,
beiden door Frans Hals.
Do tekst bij dozo platen is ontleend aan het
werk van Dr. H. J, A. M. Schaepman, Onze Natio
nale kunst, dezen winter verschenen, zoodat de
inteekcnaars in beide opzichten iets uitmuutends
ontvangen.
Naar een Russisch blad meldt, zou de Czaar
plan hebben, met het aanstaand najaar alle kun
stenaars, dio aan do keizerlijke schouwburgen ver
bonden zijn, tot hot dragon eener uniform te ver
plichten, zooals do keizerlijke musici er reeds
een dragen. Fransche bladen, die het bericht
overnemen, voegen or bij. dat de kunstenaars van
het Thcatre Michel, dio bijna allen Franschen zijn,
zich zeker wel niet aan dezen vexatoiren maat
regel zullen hebbon te houden.
Johannes Brahms heeft, als gewoonlijk, den
zomer doorgebracht te Thun, waar hij oen zeer
eenvoudige, maar bekoorlijk gelegen woning, mot
een prachtig uitzicht op de Berner-Alpen en het
meer van Thun heeft betrokken. In deze omge
ving heeft de voortreffelijke koiuponist weder veol
schoons tot stand gebracht. Volgens do National
Zeitung heeft Brahms zijn uitgever onder anderen
drie lief te met nieuwe eenstemmige liederen toe
gezonden, een bundel liederen voor gemengd koor,
en eonige prachtige Zigeunerlieder voor vier stem
men met klavicrbegeleiding.
De Londensche Quarterly Review heeft in hare
laatste aflevering twee tot nu toe onbekende brie
ven van Richard Wagner uitgegeven; zij zijn in
hot Fransch gesteld en gericht aan den violist
Prospor Samtos. De eerste brief, gedagteekend
Zürich, 19 December 1855, onderscheidt zich
door een vriondelijkon en hartelijken toon en door
een Gricksch citaat uit de Ilias. In do tweede,
die op 4 Juni 1875 te Bayreuth werd geschreven,
komen de volgende woorden voor: Ik heb aan
mijne vrouw mijn gehcele levensgeschiedenis ge
dicteerd, welke zij in bijzonderheden wilde ken
nen. Zij is nu goiieel opgeschreven, en zal eene
erfenis worden voor mijn zoon, die haar na mijn
dood kan uitgeven."
Bij een der laatste uitvoeringen in het
Wagnertheater te Bayreuth ging Hans Richter, de bekende
kapelmeester, naar oen heer, die op de plaats
stond, waar do signalen worden geblazen, om de
hervatting der voorstelling aan te kondigen. Reeds
j op eenigen afstand riop hij don man toe: Zeg
eens, liet is tijd, blaas gauw het signaal!" Ja,
dat kan ik niet," zoide de aangesproken per
soon ik ben de groothertog van Weimar;
maar het doet mij veel genoegen mot u kennis
te maken."
De directeur der koninklijk-Pruisische staatsar
chieven, professor Von Sybcl, is bezig met eene
geschiedenis der grondlegging van het nieuwe
Diutsebo rijk. Volgens do Vossisclie Zeitung is
het werk zoo goed als voltooid.
Te Bonn overleed do beroemde natuurkundige
professor Rudolf Clausius. Hij werd op 2 Januari
18ü2 te Berlijn geboren en studeerde te Berlijn,
waar hij zich in 184.'! als privaatdocent vestigde
en eenigon tijd later tot leeraar in de natuur
kunde aan de artillerieschool werd aangesteld.
In 1855 werd hij benoemd tot hoogleeraar aan
het Züricher Polytechnicum en in 18G9
tothooglecraar te Bonn. waar hij tot zijn dood werkzaam
bleef.
Clausius was een van de meest uitstekende
grondleggers van de mechanische warmtetheorie,
voor welke hij met uitmuntend gevolg gebruik
wist te maken van de door Carnot verkregen
resultaten. Hij maakte do nieuwe theorie tot een
samenhangend geheel en bouwde haar op streng
mathematischen grondslag op. Zijne hierop betrek
king hebbende geschriften verschenen eerst in
Poggendorfs Annalen, later afzonderlijk in twee
deelen, onder den titel Verhandelingen over de
mechanische warmtetheorie." Voorts schreef hij
een voortreffelijk populair werk Ueber das Wesen
der Wilrme" en vele belangrijke verhandelingen
over speciale onderwerpen uit het door hem ge
kozen wetenschappelijk gebied.
Ken zeer kostbare verzameling van awtogrammen
is nagelaten door den onlangs te New-Haven,
Connecticut, overleden dr. Lessingwell. Zij wordt
geschabop een waarde van 75000 pd,st. en volgens
de New- YorkscJie Handels- Courant bevinden zich.
daarin behalve een groot aantal brieven van
Engelsche koningen en koninginnen, zelfs uit de
middeleeuwen, brieven en andere geschriften van
Lord Francis Bacon, Oliver Cromwell, sir Isaac
Newton, Robert Burns, Lord Byron, Oliver
Goldsmith, William Shakespeare, George Washington.
en anderen.
De phonograaf als onderwijzer in de voordracht.
Van den automatischen onderwijzer in de voordracht
wordt sedert korten tijd door een aantal
tooneelspclcrs en tooncelspeelsters gebruik gemaakt.
Clara Morris gaf daartoe, naar de Indianapolis
News meldt, het voorbeeld. Ongeveer een maand
geleden schafte zij zich een phonograaf aan en
gebruikte dezen om zich nauwkeurig van den
toonval harer stem te overtuigen. Zij was tot de over
tuiging gekomen, dat geen spreker zelf den klank
zijner stem zoo nauwkeurig kan hooren als
anderen en de gedachte kwam bij haar op,
dat zij een juist denkbeeld van de uitdruk
king harer stem zou kunnen krijgen, wanneer
zij in de phonograaf' sprak. En het bleek haar,
dat hare moening juist was. Zij zeide gedeelten
harer rollen op en liet deze dan verscheidene
malen door de machine herhalen. Hoewel de om
vang der mechanische stem minder sterk was,
gaf zij toch den klemtoon, de stembuiging en
andere hoedanigheden met de grootste nauwkeu
righeid terug. Het bericht van miss Morris' proef
nemingen verspreidde zich spoedig on tegenwoor
dig zouden wij reeds een twaalftal tooneelspelers
kunnen opsommen, die bij het bostudeeren hunner
rollen voor het volgende seizoen van phonografen
gebruik maken.
Zaterdag l September wordt in de Nes, in het
Thcatre Tivoli", de eerste voorstelling van de
Noderlandsche Tooneelisten, onder directie van
den neer Charlos de la Mar, gegeven. Het
tooneelgebouw, waar de veiligheid voor brandgevaar
aan de hoogste eischen voldoet, is door den deco
rateur Harmse geheel nieuw ingericht; ook ameu
blement, requisiten en tooneelbonoodigdheden zijn
nieuw. Het tableau de la troupe is als volgt samen
gesteld : De dames Fanny van Biene, de la Mar
Kley, Aug. Poolman, van Ollefcn?Kiev, Anna
Poolman, Poolman Huijzers, M. Cohen, II. Kleij,
Kamphuizen ; de hoeren F. Bouwmeester, Henri
Chrispi.jn, Willem Potharst (deze drie als gast),
Ch. de la Mar, K. Vos, F. Thönisscn. Honri Pool
man, I), van Ollefen, Eilders, Ilonri Morriën, H.
Harms, Ducassu en Kremer.
Niettegenstaande het tegenwoordig de tijd der
vacantie is, lijn de Fransche componisten druk
aan het werk, on binnenkort mag men een
geheele reeks nieuwe muzikale gewrochten ver
wachten. De volgende zijn cenige der meest
belangrijke opera's: Gounod werkt aan Charlotte
Corday", waarvan de Opéra-Comiquo de primeur
zal hebben. Massonet logt de laatste hand
aan Esclarmonde" ; Loo Dclibos heeft zich terug
getrokken in het stille Compiégne,ten einde Cassia"
te voltooien; Ambroiso Thomas arrangeert de
muziek voor een ballet in de opera Circe";
Benjamin Louis Paul Godard schrijft een nieuw.
lyrisch drama, getiteld Dantc en. Beatrice";
St. Saëns is bijna gereed met zijn groote opera
Ascanio", on E. Reyer heeft onlangs de laatste
noten van zijn Salammbu" op het papier gebracht.
Paul Lindau heeft gedurende zijn zomeruitstapje
een nieuw blijspel in vier bedrijven voltooid, dat
reeds in den loop der maand October in het Deut
sche Theater" to Berlijn zal worden opgevoerd.
Prijsvraag. Door den algcmeenen commissaris
der Parijsche Wereldtentoonstelling is, naar wij
aan den Courrier de l'Art ontleenen, een prijs
vraag uitgeschreven voor een Eerediploma. Aan
den teekenaar van het beste ontwerp zal een
prijs van 10.000 francs worden toegekend.
Examen-Drcsmur is do titel eener door dep
hoer Taco II. de Beer bij de heeren Blom on Olivicrse
te Culcmborg uitgegeven brochure, die is geschre
ven in antwoord op de vraag: ,,lioo komt mijn
jongen toch door zijn examen?''en naar aanleiding
van Photographio of Schilderij" van 'T is zoo. Iff
ten gevolge van deze aanleiding do brochure van
den heer de B. meer bepaaldelijk geschreven met
het oog op het nog steeds op sommige kostscholen
gevolgde drilsysteem, ten doel hebbende
dejongehceren voor de examens van cadet of adelborst
of ook voor de posterijen of andere dergelijke
klaar te maken, zij is evenzeer tegen het meer
on moer veldwinnend examen-stelsel in het alge
meen, gericht en oene verdediging van het daar
tegenover staand beginsel van orcrgang en aan
sluiting, dat hij tot leidend beginsel, bij elk onderwijs,
wenscht te zien aangenomen. De gebreken van
het eerste stelsel, niet alleen in zoover als het
gebaseerd is op hetgeei. een slechte maatstaf' is
voor de bekwaamheid en in het geheel geen maat
staf' voor de geschiktheid van den candidaat, maar
ook in zoover, als het aan de gehocle studie een
verkeerde richting geeft en de ware ambitie doodt,
worden door den schrijver in dezo weinige blad
zijden, waarvan sommige inderdaad goed geschre
ven" mogen heeten, voldoende aangewezen. Wij
hopen, dat vele ouders door haar te lezen er van
zullen worden afgehouden, om bij de opvoeding
hunner kinderen een weg to volgen, die ondanks
de gewoonlijk aanvankelijk verkregen schijnbaar
goede uitkomsten, vaak op het verstandelijk verderf
der leerlingen uitloopt, en dat degenen, die direct
of indirect invloed op de wetgeving kunnen uit
oefenen, van dat voorrecht op zoodanige wijze
zullen gebruik maken, dat het examen-stelsel,
waarvan, ook naar onze overtuiging, nauwelijks
teveel kwaad kan worden gezegd, zoo het dan al
niet geheel kan worden gemist, althans binnen
de engst mogelijke gicnzen worde beperkt.