Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.ó85
made mogen werden, mitsgaders d' effecten
vandien surghvnldigh, neerstig, rechtveerdigh ende
geCrouwelqck 't sgnen beste respectivelijek 't ad
ministreren, te regeren, te beneficieeren ende
daennede te dïsponeren in alles yolgens den laste
OTdre ende instructie hem bij sjjnen voorsz. Heer
?ofte desselfs agenten ende commisen van sijnent
?wege te geyen; Oock t'allen tijden ende stonden
des van sijnen heer, ofte die daertoe desselffs
ftdvys, commisse, ordre ende bevel hebben sullen,
?vermaent ende versocht sijnde te doen, mede
clare ende deughdelijcke reeckeninghe met bewijs
endereliqua syas heere ofte meesters goet, geit,
name noch crediet buyten desselffs kennisse, wete
ende expresse ?wille ende bevel voor hem selven,
noch yemant anders, in 't alderminste niet te
disponeren, noch te gebruycfcen in eenigher ma
nieren, noch onder eenigerley pretext. Oock
geduyrende dien tijt voor hem selven noch yemant
anders, van wat natie, conditie oft qualiteit die
sonde mogen wesen, niets particuliers noch in
compaignie oft participatie te mogen negotieeren
noch handelen, binnen noch buyten slands, dan
alleen als tot sijns heeren prouffijt, ende volgens
desselffs bevel ende ordre, alsmede oock voor
niemant borghe te blijven noch yemants
borghtochte voor sjjnen persoon te gebruycken; Sal
oock den voorsz. Jeronimus Spengler gehouden
sjjn, sjjn haar niet langer als sijne ooren te laten
?«rassen, ende over de ooren gewassen sijnde
" datelyck te laten corten; item buyten oft binnen
Blants, oock binnen oft buyten deser stede ten
, genigen tijde geen laersen met spooren mogen drae
gen in geenre manieren, alsmede altijd sonder keerse
oft licht slaepen ofte te beddegaan ende gantsch
geen licht bij nacht ende ontijden in slaepplaetse
(twelck in den winckel oft elders boven oft be
neden sal wesen ter plaetse daer den voorz. Sr.
Tlamingh tsjjnen huyse believen ende best gelegen
oomen sal) mogen gebruycken. Sal oock alle
Sondagen des smorgens ten ses uren in de
vroeghpredicatie moeten gaen, ende naer deselve
predikatie datelijck thuys comen ende den geheelen
dagh de winckel bewaren, de luyden ofte calanten
te bescheyden ende alles naer behooren
waertenemen; oock niet alleenlijck somer ende winter,
BOO alhier ter stede als daarbuyten, alle dagen
ten vijff uren moeten opstaen ende den geheelen
dagh sijne dinghen waernemen tot thien uren des
avonts toe; doch sijnen meester gasten hebbende
sal sich daernaer moeten voegen endo altijdt
met blooten hooffde de taeffel dienen; maer oock
alle maenden ten dienste ende opt verzoek van
den voorsz. sijnen meester ende heer een geheelo
nacht opblijven ende deselve gednyrende doen
ende beschicken, tgene hem alsdan bij sijnen voorz,
meester souden mogen bevolen werden.
DE BUIK" VAN DEN SULTAN.
Zola heeft den buik" van Parijs beschreven
en nu beschrijft de Neio- YorTc Herald in een belang
wekkend artikel, dat wij hier weergeven, den buik"
van den sultan. Het is niet wat door een geheele
stad, een wereld in het klein, zooals Parijs, maar
?wat slechts door n man verbruikt wordt, wiens
onverzadigbare eetlust jaarlijks honderd millioen
guldens voor zijn onderhoud en dat zijner omge
ving verslindt.
Meer dan zesduizend personen gebruiken te
Constantinopel iederen dag hunne drie maaltijden
op kosten van den sultan in het paleis van
DolmaBagtché, en het is geen kleinigheid het raderwerk
van zulk een machine goed in het smeer te hou
den. Eeeds wanneer allen op bepaalde tijden en
volgens een vastgesteld menu aten, zou deze
taak ingewikkeld genoeg zijn; maar er moet
altijd rekenschap gehouden worden met de grillen
van den meester en den geringste zijner gunste
lingen, en hoe onredelijk, hoe onvoorzien de
vraag naar eenigen schotel is, men verwacht
altjjd dat er terstond aan voldaan zal worden.
Wanneer men laat wachten, wanneer op nederige
?wjjze bezwaren gemaakt worden, dan daalt
terBtond de keizerlijke ongenade neer op het hoofd
van den verantwoordelijken ambtenaar en wan
neer deze ongenade niet gepaard gaat met het
verlies zijner vrijheid, zoo wordt zij toch altijd
gevolgd door het verlies zijner plaats en dikwijls
-door de verbeurd verklaring zyner goederen, daar
dit in Turkije gewoonlijk samengaat.
De bediening van den sultan is dan ook op
bewonderenswaardige wijze ingericht en nimmer
hapert er dan ook iets aan. ledere afdeeling
staat onder het bestuur van een verantwoordelij
ken chef, die een geheel leger van bedienden of
slaven onder zijn bevelen heeft en zelf hiërar
chisch ondergeschikt is aan den schatbewaarder.
In al deze verschillende afdeelingen is er geen
enkele vrouw in dienst. Zij die in het paleis
aangesteld zijn, zijn uitsluitend belast met de
persoonlijke bediening harer meesteres. Overigens
is het beginsel van de verdeeling van den arbeid
in het keizerlijk huis zoo ver gedreven, dat
niemand zich behoeft af te tobben, behalve do
'opperkamerheer en de schatbewaarder.
De opperkamerheer is de erkende tolk van al
de wenschen des meesters; hij moet dan ook dag
en nacht ter zijner beschikking blijven. Wat den
schatbewaarder betreft, deze draagt in zijn hoe
danigheid van oppersten chef van den
huishoudelijken dienst ook een zeer zwaren last op zijn
breede schouders. Zijn koopers alleen, waarvan
ieder met het inkoopen van bepaald aangewezen
goederen belast is, vormen reeds een talrijk leger:
de een houdt er zich bijvoorbeeld mee bezig te
zorgen dat er steeds visch in voorraad is, en om
1 iederen dag een genoegzame hoeveelheid visch te
leveren voor zesduizend monden is geen gemak
kelijke zaak in een stad, waar geen groote
vischmarkt is; geheele rotten koopers doorloopen dus
een twintigtal wijken of stellen zich onmiddellijk
in verbinding met de visschers en ieder hunner
?wordt vergezeld door twee mannen, om hetgeen
z\j koopen, te dragen. ledere week heeft men
ongeveer tien tonnen versche visch noodig voor
de keuken van het paleis.
- Men eet er iederen dag op zijn minst achttien
duizend pond brood, want de Turken gebruiken
dit in groote hoeveelheden. In grooto ovens, die
evenals de keukens, buiten de muren van het
paleis gebouwd zijn, wordt dit brood gebakken.
.Een regiment bakkers kneedt het, een ander
regiment brengt het naar het paleis, een derde
koopt het meel en de brandstoffen, die dag aan
dag door geheele karavanen kameelen bij de ovens
gebracht worden. Het Tnrksche brood is goed
doorbakken, zeer licht en in elk opzicht voortref
felijk; bijna altijd wordt het bereid van roggemeel
vermengd met eenig tarwemeel.
De schotels, die voor den sultan bestemd zijn,
worden door zijn persoonlijken kok gereed gemaakt
en niemand anders mag ze aanraken. De pannen
zijn van goud of zilver; wanneer een gerecht ge
reed is, wordt er een strook papiei omheen ge
daan en dit wordt verzegeld, welk zegel door den
opperkamerheer, die elke spijs eerst proeven moet,
voordat de meester er zijn mond aan zet, in
tegenwoordigheid van Zijne Majesteit verbroken
wordt. De spijzen worden altijd voorgedicnd in
dezelfde pan, waarin zij bereid zijn, ten minste
wanneer daartoe geen steenen schotel noodig was,
in welk geval deze, alvorens aangeboden te wor
den, in een soort gouden klok geplaatst wordt,
die een slaaf vasthoudt, terwijl de Sultan eet.
ledere schotel vormt een afzonderlijk gerecht
waarbij een bepaalde soort brood, of een bijzonder
soort koek behoort, die een tweede slaaf op een gou
den blad aanbiedt. Voor eiken schotel, en hun aantal
is onnoemelijk, zijn dus minstens twee slaven
noodig.
Gewoonlijk neemt de Sultan, wanneer hij eet,
plaats op een divan, die dicht bij een venster
staat, waardoor men een gezicht op den Bosphorus
heeft; hij is dan bijna altijd in hemdsmouwen en
wanneer hij verzadigd is, heeft hij de gewoonte
zich achterover op den divan te laten neervallen,
om rustig zijn pijp te rooken en talrijke kopjes
kotfle te lepperen; dat noemt men: hij neemt
zijn Kef. Ongelukkig degene, die het in het
hoofd zou krijgen, hem in dat gelukzalig
oogenblik te storen.
Wanneer hij eet, maakt hij nooit gebruik van
een bord of van een vork; hij put onmiddellijk
met zijn vingers uit de gouden pan, op zijn aller
hoogst gebruikt hij soms een lepel, om confituren
op zijn brood te doen.
Wat zijn hofhouding betreft, deze eet op ieder
uur van den dag, al naarmate een ieder het
't best schikt; de ondergeschikte beambten worden
op een blad bediend en krijgen bij hun eten een
homp brood ; alleen do hooggeplaatste ambtenaren
hebben recht op koeken.
Om de keukens steeds van een genoegzame
hoeveelheid gevogelte, fruit en groente te kunnen
voorzien, laat de sultan zelf verscheiden groote
domeinen in Europeesch en Aziatisch Europa be
bouwen. Twee dezer domeinen, dat van
Tchachaldia en dat van Alie-Bey-Kani liggen dicht bij
Constantinopel; die van Koutchouckchikmedje en
Bouyoukchoukmedje zijn er niet ver van verwij
derd; de anderen zijn aan de overzijde van den
Bosporus gelegen. Vandaar ook krijgt men het
meeste graan en de fourrage voor de keizerlijke
stallen. Deze domeinen werden gedurende lan
gen tijd bebouwd door Bulgaren, die daartoe ge
dwongen en door een soort loting tot dezen
onbetaalden dienst aangewezen werden, maanden lang
brachten zij, twee aan twee aan elkaar geketend
op deze domeinen door, waai- zij als dieren be
handeld werden. De bodem van Turkije is rijk
en vruchtbaar; deze domeinen leveren dan ook
ontzaglijke hoeveelheden groenten, vruchten, ge
vogelte, eieren, boter en kaas op; dit alles wordt
door ezels ea schepen bij tonnen naar het kei
zerlijk paleis overgebracht. Ook komt de tabak,
die men in het paleis rookt, daar vandaan.
Op deze domeinen verbouwt men geen rijst,
deze moet men dus koopcn, om den pilaft' te be
reiden, die bij geen maaltijd ontbreken mag; ook
worden er iederen dag zeshonderd ponden suiker
en evenveel koftie gebruikt, zonder nog te spre
ken van het vleesch, do kruiderijen en het overige.
Rijst en schapenvleesch maken het hoofdbestand
deel uit van do voeding der Turken ; de Sultan
heeft dagelijksch niet minder dan een ton
rundvleesch en een halve ton kalfsvleesch noodig,
zonder nog do visch, het gebak, de gedroogde
vruchten enz. mee te rekenen.
Al het water, dat voor den dienst van het
paleis noodig is, wordt in vaten aangebracht uit
den Baïcos en don Kauli-Karak, twee heldere
beken, die niet verre van de Zwarte zee in den
Bosporus uitmonden.
In den huishoudelijkcn dienst van het paleis
komt niet de minste verandering, wanneer de
Sultan dit verlaat om naar een zijnor andere
verblijven te gaan. Overal moet hij ten allen
lire verwacht worden en moet dien ten gevolge
alles voor hem in gereedheid zijn. Wanneer hom
de lust bekruipt ergens midden in don nacht aan
te komen, wat dikwijls gebeurt, moet dat niemand
verrassen en moeten zijn minste bevelen onmid
dellijk opgevolgd worden. Om dezelfde roden
moeten steeds een gezadeld paard en een inge
spannen rijtuig voor zijn onmiddeJijk gebruik ge
reed staan, voor het geval, dat hij van verblijf
zou willen veranderen. Bij voorkeur vertoeft hij
te Yildiz-Tüosk.
Het behoeft nauwelijks gezegd te worden dat
dit alles aanleiding geeft tot voel geldverspilling,
evenals tot do verkwisting van grooto hoeveel
heden levensmiddelen, daar de klieken voldoende
zouden zijn om homlerde huisgezinnen to voeden.
Een gedeelte daarvan wordt aan bedelaars gege
ven, terwijl het overige wordt voorgeworpen aan
de honden, waarvan de straten wemelen.
De gewone jaarlijksche uitgaven voor het huis
des sultans, worden op het volgende geschat:
Voor vernieuwing van het ameuble
ment, bertdegocd en tapijten ... ? 7,500.000
Kleercn, kleinoodiën, parfumerieën
voor de vrouwen 25,000.000
Voor verschillende grillen . . . . ,-52.500.000
Kleoren en ameublement van den
sultan zelf ., 5.000.000
Geschenken en bezoldigingen. , . ,, 10,000.000
Gouden en zilveren vaatwerk. . . ., 6,300.000
Onderhond van 474 rijtuigen en
bespanningen 1.150.000
Keuken ,^12.500.000
Totaal f 99,!>00.ï*>0
Waarschijnlijk blijft dit bedrag nog beneden
de waarheid, want men dient ook nog rekening
te houden met de onberekenbare grillen der
favorites.
VOOR DAMES.
Winterstoffen. Houw.
Alperibeklimmers. Drie prinsessen.
Wagner's modiste. Het schoon
heid sconcours. Amerikaansche
meubelen.
Het wordt weder de tijd om aan de
najaarscostumen te denken, en de winterstoffen zijn reeds
aan de modisten aangeboden. Er zijn voor den
winter merkwaardige nieuwigheden gevonden. De
wollenstoffen zijn meest met vigogne en mohair
gemengd, hetgeen hun een zeer eigenaardig uit
zien geeft, alsof de stof met ijzel bedekt was;
men noemt deze nieuwe weefsels dan ook verglas.
Intusschen zal, gelijk wij reeds vermeldden,
dezen winter de zijde den boventoon voeren. Men
zal natuurlijk -wol dragen en zelfs veel dragen,
maar het zal voor een gekleede japon niet meer
voldoende zijn hier en daar wat zijde als decora
tief aantebrongen ; de geheel zijden japonnen zul
len weer mode zijn, en daar zijde een goed
kleedende, goed vallende, gedistingeerde dracht is, kan
men dit niet anders dan toejuichen.
Voor de Empire en. Directoire costumes heeft
men echter dichtgeweven, zware zijde noodig;
zoodat de costumes vrij duur zullen worden.
Hierbij komen de Empire randen, die men smal
en ook zeer breed, eenvoudig, maar ook ongehoord
kostbaar kan maken, ware kunstwerken. In dit
opzicht zal het wintersaizoen verrassingen ople
veren. Men maakt bijv. bas de jttpes in het pa
troon van tijgervel, in verschillende nuances
die zeer rijk en zeer winterachtig zullen staan.
Men maakt galon in de tint van goudieder,
mordoré, zachtbruin, hanneton, zoo met metaal
doormengd, dat het geheel als een weefsel van
heliotropeen lichtgroene kralen eruit ziet. Als galon
wordt ook gebruikt een zijden franje van minstens 30
centimeters breed, met allerlei variatiën in hot
vereenigen en versieren der draden, en daarboven
een passementerie van 5 of 6 centimeters breed,
van een soort haakwerk en relief, in matte nuances.
De franje, in alle kleuren, wordt te Lyon in
massa's gemaakt. Ook de prachtige lange koord
franje, wit of crème, van vroeger tijd, zal weder
gedragen worden, men zal er avondtoiletten mede
versieren.
De moclekleuren voor den herfst zullen, behalve
het groen en grijs, ook chaudron en zwart zijn.
Voor najaarshoeden zullen zwarte veeren, zwart
git, zwarte kant nog gebruikt worden ; maar ook
mordoré, sable d'or, flanel met goud en zijde
geborduurd, zwarte tulle, met gitten bewerkt
fluweel, en helaas, nog veel vogels. Overigens
leggen de modisten er zich op toe, het borduur
sel van gitten of gouddraad voor iederen hoed
afzonderlijk naar keuze der draagster te laten
vervaardigen. Dit komt duurder, maar men heeft
dan ook iets geheel inéd-itit.
Voor de confection worden dikko, ruige weefsels,
met vreemde dessins van bloemen en vogels, ge
maakt. Men denkt echter, dat die meer tegen de
koude, dan voor elegante klecdingstukkcn bedoeld
zijn. Het harde stijve goed is niet geschikt om met
een kostbaren, elegauten visite-hoed vereenigd
to worden; hiervoor zullen het sealskiu en pluche
nog 'olijven. Het heerlijke mollige pluche, met
zijn diepe schaduwen en rijke tinten, is te gun
stig voor ieder teint, dan ddt men het spoedig
zou laten varen.
*
* *
Eor.e opmerking over d en rouw. De Stiblicr en
andere groote rouwmagazijncn leveren nog steeds
in den beginne den zwarten cachemire chalo er
bij, maar de dames dragen hem niet meer of
slechts een paar weken. Men noemt dan den
mantel in de gewone modellen, met krip
gegarneerd, en min of meer eenvoudig en ernstig. Al
zeer spoedig draagt men in don rouw zwarte zijde.
Met don halven rouw intusschen is men druk
bezig, zich te emancipocren. Inplaats van hot
grijs, lilas en mauec gaat men reeds bijna ter
stond aan het wit en wat ons zeer bedenkelijk
voorkomt, aan het crème, zoowel in zijde, als
in wol, cacheniire en krip.
*
* *
Do koningin van Italiëis sedert ccnige weken
te Courmayour, con harer moest geliefde verblijf
plaatsen. Zij hoeft er in tien dagen vijf flinke
uitstapjes in de bergen ondernomen, en toont
zich eeno volhardende en stoutmoedige touriste.
Met twee hofdames, oen cavalier, benevens be
dienden en gidsen, beklom do koningin eerst den
Mont Crammont, 27G8 meter hoog, toen don
Combal tot het moer, dat nog 17(10 motor hoogcr
ligt; een paar dagen later klom ;:ij acht uur
achtereen naar den Mont Saxe, en durfde toen
ook den Mont du Géaut, ;>100 meter, te onder
nomen. Tot op 2000 meter had men beerlijk
weer, maar toen volgde oen sneeuwstorm; men
zag van beneden uit het da! de kleine karavaan,
met touwen aan elkaar gebonden, door de sneeuw
worstelen, en hoorde eindelijk twee saluut
schoten uit een boerenhuisje, het l'avillon des
Crètes, als signaal dat do koningin er aange
komen was. Hier werd do nacht doorgebracht,
in een klein kamertje, zonder vuur, zonder ccuig
comfort; den volgenden dag word do tocht voort
gezet tot den top.
Hot toilet do koningin bij dio gelegenheden,
is eenvoudig on smaakvol. Een korte rok, bleu
mart», diditgcplooid; een nauwsluitende jaequette
met pclérine, lichtgrijs ; om het nüdilelo en loeren
| ccinture, waaraan een tasch van grijs pluche. Ilooge
grijze slobkousen, tot over de knie reikend, en
flinke lederen berglaarzen voltooien het eenvoudig
on toch elegante toilet der koningin. De
Italiaansche Aipenclub denkt in hare eerste vergade
ring koningin Margherita tot ccrcpresidento te
benoemen.
*
* *
In do Nene I1 re-ie l'ressc is dezer dagen de
correspondentie van cene modemaakster, Moj.
i Bertha, met een harer beste klanten opgenomen.
De klant was liichard Wagner. De zestien brie
ven, die het bundeltje vormen, hebben betrekking
op do vrij aanzienlijke aaukoopcn van zijden ka
merjaponnen en andere kleedingstukken, alsmede
behangsels voor zijne werkkamer, dio Wagner bij
de modisto besteulo. Wit satijnen korte broeken
cu vosten, kamerjaponnen niet wit satijn gevoerd,
met koord en kwasten van dezcfde kleur, stukken
satijn, geel, paars, chamois, robijnrood, groen,
blauw, lichtrood, rose, lichtgrijs, donker groen,.
worden gevolgd door wit satijnen, rose, lichtblauw
en parelgrijze laarsjes en pantoffels.
De nota bedraagt ten slotte 3010 florijnen. M
de bijzonderheden omtrent het snit, de voering,
de nuance der kamerjaponnen, bewijzen van hoe
veel belang in Wagner's oogen deze omlijsting
zijner figuur was.
* *
*
Het schoonheids-concours te Spa heeft reeds,
vóór dat het gehouden wordt, kwaad gedaan. Men
vertelt uit Parijs het volgende: Madame Céline
Montrouge is niet alleen de mooiste aller Parijschc
parfumeuses, maar ook zeer ijdel. Toen zij kort
geloden in de couranten las, dat er te Spa een
schoonheids-concours zou plaats hebben, was haar
besluit spoedig genomen, en zij verraste monsieur
Montrouge met de mcdedeeling, dat zij een reis
toilet en een concours-toilet besteld had, en naar
Spa dacht te reizen. Dit plan was echter niet
naar den zin van den echtgenoot en hij deelde
haar als zijne beschouwing mede, dat cene fat
soenlijke vrouw tevreden moest zijn, als haar man
haar de schoonste der vrouwen vond, zonder
concours.
Niet gerust nog omtrent de overtuigingskracht
zijner woorden, sloot monsieur Montrouge zijne
vrouw in huis op; do schoone part'umeuse echter
kocht het dienstmeisje om, en reisde nog
donzelfden avond naar Spa. Monsieur Montrouge
stelde oen oisch tot echtscheiding wegens kwaad
willige verlating in, en wil zijne behaagzieke vrouw,
hetzij bekroond of i.iet, in geen geval meer in de
echteliike woning ontvangen.
* * *
Het plotseling en ongehoord fortuin, dat diva's
en actrices maken, wordt alleen ovcrtrotfen door
de lotsverwisseling van prinsessen in onzo eeuw,
die alle verhoudingen overdrijft. Vijf en twintig
jaar geleden speelden en dartelden op den grooten
weg, bij het dorpje Jugenheim, drie kleine meisjes,
met lange fladderende haren; de Frankforters en
Darmstadters, die hun gewone uitstapjes naar het
Odcnwald maakten, kenden ze wol. Zij naaiden
zelf haar japonnetjes; de middelste, Marie-Sophie,
knipte zo, en met haar 15 francs kleedgeld per
maand wisten zo er in haar netcldoeksche jurken
allerliefst uittczicn. Een groote uitgave waren
de schoenen, want de grond in het denwald is
rotsachtig, en de meisjes waren den hcclen dag
in de open lucht. Haar vader heette de hertog
van Sleeswijk-IIolstein-Sonderburg-Glücksburg; hij
gaf teekenies in de stad. on als hij 's avonds te
huis kwain, werd er geroepen: Alexandra,
SophieMarie, Thyra! komt binnen, het is etenstijd, papa
is thuis!"
Toon werd de vader koning van Denemarken
en de meisjes Koninklijke Hooglieden. En dat
was nog maar het begin.
Op dit oogenblik is Alexandra nog niet zoo
hoog geklommen als waarschijnlijk gebeuren zal.
Eenmaal zal zij zijn koningin van het Vereenigrt
Koninkrijk van Groot-Brittanniüen Ierland, en
van zijn koloniën en bezittingen in Europa, Azië,
Afrika, Amerika en Australië, Keizerin van Indi
en beschermster des geloofs." liet is waar, dat
deze kronen zich wat wachten laten, maar ko
ningin Victoria zal niet eeuwig loven, en Alexan
dra is steeds jeugdig, steeds slank en, schoon om
geven van grooto zonen en dochtercn, steeds ele
gant, frisch van tciut, wetgeefster der mode aan.
het hof van St. James, in kalme verhouding met
haar man, die behoefte heeft aan afwisseling, ge
troost eerste steenen leggend voor hospitalen en
scholen, kunsten en wetenschappen aanmoedigend,
? een weinig doof, maar belangstellend en
tevreden.
Toch heeft zij, zegt men, wel eens haar uren
van melancholie; zij staart dan in liet Engelse')
kolcnvuur en peinst over hot bosch van
Jugonhcim, over de gelukkige dagen toon do drie meisjes
er op don weg liepen. Maar dan bedenkt zij weer,
dat zij eeno conférence heeft met madame liosaiie
over een nieuwen vorm van sleep, en dat er mor
gen een blindcn-instïtunt moet ingewijd worden.
en hervat glimlachend hare taak.
Sophie-Marie is van naam veranderd on heet
thans Maria-Feodorowna-Dagrnar, Keizerin aller
Kussische landen on volken. De overbeschaafdc
Petersburgscho prinsen en de horden van wilde
Tartaren buigen voor haar scepter, want de groote
Czar doet haar wü. Toch is zij zacht en vrien
delijk gebleven, zooals zij te Jngenheim was. Zij
knipte er do japonnen, en laat ze thans bij
"Worth maken; maar wat zij ook draagt, to
Moskou was zij gebogen onder den last van
paarjen on diamanten als een liussis-ch heiligenbeeld,
haar matblcek gelaat heeft niets aan schoon
heid verloren, en haar gestalte niets aan
sierlijkheiil. Zij gclilt voor geheel Rusland als de goed
doende beminnelijke moeder. Heeft zij ook haar
uren van melancholie V Als zij den Czar in de
vergulde woestijn van Petcrhof op de trompet
hoort blazen, uren lang, en zij denkt aon een
anderen Uornanofï, dio te Nizxa in het liöte'
zoo droefgeestig piano speelde en in haar armen.
stierf, haar met zijn laatsten ademtocht aan zijn
broeder aanbevelend, gaat zij dan ook pein/.en'r
Men weet het niet; maar als zij zeer stil is ge
weest, komt do reactie; zij laat muziek ontbieden
en de keizerin danst, terwijl de Czar rust, totdat
hare dansers niet meer kunnen. Dan neemt zij
anderen en laat zich wiegen op do maat dei"
walsen, tot do morgen daagt, indertijd, te Jugen
heim, moest men oppassen met het verslijten der
schoenen, dat komt er nu niet moer op aan.
Thyra is hertogin van Cumbcrland geworden:
do mogendheden hebben haar geen koningin van
Ilanover willen doen worden. Zij was altoos hot
kleintje." Zij is dit in allo opzichten nog; do
twee groote zusters hebben medelijden met haar
en kunnen er niets aan doen. Zij is bleek, ma
ger; wanner zij terugdenkt aan Jugenheim heeft
zij er, ook in het oog der wereld, de meeste
reden toe.
Deze week zijn de drie zusters samen in de
Oostenrijksche Alpen, te Gmüuden; zij wandelen
er te samen en zenden dan zeker wel het Ilofgesinde
weg; znllen zij het elkaar oprecht bekennen, dat
do tijd van Jngenheim, met 15 francs kleedgeld
en loshangende haren, do goedo tijd was ?
*
De firma E. F. Eden, het bekende adres voor
allerlei Amerikaansdie artikelen, in de Molsteeg,