De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 16 september pagina 6

16 september 1888 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.556 LETTEREN EN WETENSCHAP. Yfctor Hugo had de jnanie, iedereen iets ?Wfendeiajks en toch opmerkelijk klinkends te willéa zeggen. Hem werden, «yenals aan ieder dich ter-van naam, tallooze gedichten en drama's ter b*oordeeling gezonden of toegewijd ; hij antwoordde fltMdg, meestal zonder ze gelezen te hebben, in «TOrfeeYerten gezochte taal. Op een Ode bv. antTroerdSe h\j : O\j gingt voorbij, meester, en hebt iaijn pad verlicht". Een Amerikaansch dichter osd hem eene romance en ontving ten antwoord : .Go bezit een verheven inspiratie; de zachte Bteooraen uwer harmonische taal verleenen aan gevoel als een nieuwe maagdelijkheid. Ik ruk n de hand om den Oceaan heen." Op «ene teekening antwoordde hij: Bij het zien van uwe schets duizelde ik; uwe lijnen zijn verzen. . . . vous powvez tutoyer Ie bon Dieu." Op het laatst van z\jn leven vergist hij zich in een dergelijk geval. Een brave metselaar te Roubaix eend hem een grooten brief in verzen, waarvoor 4e dichter met de volgende woorden bedankte: Ik zie in uwe verzen uw portret, ieder van Bwe gedachten kwam uit een hoofd, met blonde lokken omgolfd. O mijn;kind, moogt gij nog lang die blonde lokken behouden, welke de schaar des ouderdoms nog niet heeft aangeraakt!" De dichterlijke metselaar, een man van vijf en zestig jaar, was zeer vereerd en zeer verwonderd. Van den Dictiownaire international des crivains du jour, door Prof. Angelo di Gubematis uitge geven, is de vierde aflevering verschenen. Zij loopt van Bob?Cac en bevat vijf Hollandsche schrijvers: Mr. Joan Bohl, Prof. Boot, Prof. Bosscha, Dr. B. J. E. ten Brink, die thans te Straatsburg hoogleeraar in de Engelsche philologie is, en Prof. Dr. Jan ten Brink. Onder de Italianen vindt men ook een Neder lander van oorsprong. Adolph Boelhouwer, in 1841 te Livorno geboren, thans advocaat te Pisa en bekend door twee bundels gedichten en ecnige artikelen in letterkundige tijdschriften. Over 't geheel zijn de notices bior/rapliiques vrij volledig en vrij correct; sommigen alleen zijn uit eenigszins verouderde bronnen samengesteld, Prof. Jan ten Brink b.v. wordt er als redacteur van Nederland en van het Zondagsblad opgegeven. Schaakspel. No. 142. Van OTTO FÜSS te Hannover. Bekroond in Jemlands Tidnings Tornooi. ZWABT. INGEZONDEN OPLOSSINGEN. Goede oplossingen ontvingen wij van C. T. van Ham te Amsterdam van no 140 bis en ter no 141 en van het zelfmat van Winterwood. Henri te Amst. van no 139 ter no 140 no 140 ter en no 141. Termos te Rotterdam van no 141. J. A. W. te Gouda van no 139 ter no 140 met bis en ter en no 141 D. te Rotterdam van no 140 en 141. Verbetering: In no 139 ter moet nog worden bijgevoegd een witte toren op d8. g van Mevrouw Baird. Oplossing l l ' l l MERKWAARDIGE SCHAAKSTRIJD. Te Wisconsin, Amerika, heeft tusschen de heeren Eduard Legs uit Texas en William Smooth van New-York een schaakpartij plaats gehad, ieder in een luchtballon gezeten, 9000 voet hoog boven den beganen grond, op 21 Augustus 1.1. Het spel werd gewonnen door den heer Eduard Legs en duurde vier uren. Na een poos gespeeld te hebben verklaarde deze in de ballon even rustig .te zitten als in de schaakclub te Londen, waar hij in Juli voorstellingen heeft gegeven. De Daily Express schatte het aantal menschen bij de vulling tegen woordig op een millioen; gelukkig was 't mooi weer! 140 Probleem 139 van A. v. II. a b "~q d WIT. Wit speelt voor en geeft in drie zetten mat, (Wit 8 en Zwart 6 stukken met K. d4). OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. b2 d2 do d4 of e4 2 d3 12 f mat als boven do e6 of e5 e4 2 b6 X d6 f mat. te Haarlem is niet gedito l f6 e4 2 d3 f4 f f mat heel juist afgedrukt daar_ dito anders 2 d3 c5 j mat om herhalen wij hier de opgave: Wit K a5 Pd b5 D höB £4 Pd el pions b3 d2 en g5 (8 stuks. Zwart K d5 R eöP d f l pions cöeöfö(7 stuks. ~ " " ' höe8 do e4 als boven e6 d7, dito e6 elders dito e5 X f4 dito c4 X h3 2 e8 - h8 onv. 3 h8 h4, a8 of X eöof b5 c3 t r-at 2 e8 g8 f onv. 3 g8 a8 of X c4 f mat 2 b5 c3 f K onv. 3 14 X ef> f mat 2 e8 a8 f do eö3 el f3 f mat 2 e8 a8 f d5 c4 3 d2 d3 f mat COLUMBUS EN BARNÜM. De beroemde Barnum, de bekende showman, impresario, paardenspel-directeur, koning der wffisten (om slechts eenige zijner titels te noemen), heeft er weer op de hem eigen origineele wijze voor gezorgd, dat zijn naam op aller lippen is, Toen hij vernomen had, dat de kleine republiek 'van St. Domingo geld noodig had en dat dit zoo is, büjkt ondanks de hooge woorden van generaal Lupéron,. den toekomstigen president dezer obs cure republiek, uit de leening die zij tegenwoor dig te Londen tracht te sluiten heeft Barnum aan _ de Dominicaansche regeering gevraagd hem voor den tijd van vier jaar het stoffelijk overschot van Columbus te verhuren en wel onder de vol gende voorwaarden: De kosten verbonden aan het overbrengen van het stoffelijk overschot van hem, die ons land ontdekt heeft, zullen door mij betaald worden. Eveneens neem ik ten mijnen laste de kosten voortspruitende uit de reis naar en het verblijf in de Vereenigde Staten van de eerewacht, die dit -stoffelijk overschot moet begeleiden, nl. acht Dominicaansche soldaten, die ik in prachtige uniformen zal steken en vier monniken, liefst zoo zwart als ebbenhout, en die door mij geheel in het wit gekleed zullen worden." Daarop volgt een gedetailleerde beschrijving dier ?uniformen en geestelijke gewaden, en verder Schrijft hij: Ik verbind mij, om na zes maanden 50 pet. van de winst die zal voortvloeien uit de tentoon stelling van het stoffelijk overschot van Columbus, omringd door de hierboven beschreven eerewacht, in de Dominicaansche schatkist te storten." Ik waarborg de Dominicaansche regeering voor haar deel een minimum van 100,000 francs. Wan neer de zaak niet naar wensch gaat, of wanneer na verloop van een jaar de twaalf Dominicaners huiswaarts wenschen te keeren, zal ik hun terug reis en de kosten verbonden aan het terugbrengen van het stoffelijk overschot, betalen. Anders blijft de duur van ons contract onveranderlijk op vier jaar bepaald." Dit verbazende voorstel heeft mijnheer Phineas Taylor Barnum laten doen door tusschenkomst van den officieelen agent van de NoordAmerikaanschc republiek te St.-Domingo. Het antwoord der Dominicaansche regeering was zooals welhaast natuurlijk spreekt een min achtende weigering. In welsprekende woorden antwoordde Zijn Excellentie, de zwarte generaal Figuero, de minister van binnenlandsche zaken van genoemde republiek, aan den Yankee vertegenwoordiger dat, al was hij ook een volbloed neger, hij erover bloosde, dat men hem langs diplomatieken weg zulk een voorstel durfde doen". ?Er zyn. zaken/' voegde hij er aan toe, die boven het bereik zijn van lage speculanten en nooit zullen wij, Dominicanen, ons tot zulk een schan delijke heiligschennis leenen." En hierop wees hij, naar men zegt, de deur (langs diplomatieken weg V) aan den Amerikaanschen diplomaat tl w honourable mr. Astwood. uien n'est sacrépour un sapeur noch voor mijnheer Barnum. Want immers de laatste ontzag zich zelfs niet, om op zekeren dag, toen de koning van Hawaii een voorstelling in zijn paardenspel te New-York bijwoonde, het koninkje der Sandwichseilanden te verzoeken in het circus te komen en plaats te nemen in een caleche, die voor de figuranten bestemd was, om het Amerikaansche volk in de gelegenheid te stellen hem een ovatie te brengen, Maar het grappigste van die geschiedenis is, dat Z. M. Kalukaua I aan zijn verzoek voldeed. Sedert dien dag twijfelt Barnum aan niets meer, on wanneer op dit oogenblik iemand ter wereld ten. hoogste verbaasd is, dan is hij hot zeker, de chatelain van Woldetnere. Woedend omdat hij in zijn verwachtingen bedrogen ziet, heeft hij zich op verschrikkelijke wijze gewroken. In een open brief verklaart hij, dat de Domini caansche regeering zeer goed weet, dat het mauso leum van Christophorus Columbus sedert lang leeg is. Want al is het ook waar dat het stoffelijk overschot van Columbus en dat van zijn zoon Diego in Iö3(5 te Sevilla opgegraven en naar St Domingo overgebracht werd, evenzeer is het waar, dat in 1795, toen St. Domingo ecu Franschc be zitting werd, deze eerbiedwaardige reliquiën op gegraven en naar Havana vervoerd werden, waar zij zich nu nog bevinden. Dus had" voegt Barnum er zegepralend aan toe: de Dominicaansche regeering mij zonder bezwaar het gewaande stoffelijk overschot, omringd door de werkelijke eerewacht. kunnen leenen, zon der het stoffelijk overschot zelf van den beroem den zeevaarder, voor wicn geen Amerikaan op rechter eerbied kan koesteren dan ik, (sic) in het minst te deren." De twist dreigde een ernstig en heftig karakter aan te nemen, want do Dominicanen zweren bij hemel en aarde, dat slechts zij alleen geheel het stoffelijk overschot van Columbus bezitten. Onder anderen beroepen zij zich op de getuigenis van Moreau Saint-Méry, die bijna een eeuw geleden schreef: ,,üe doodkist van den grooten Colnmbus, die men te Havana laat zien is, naar het mij toeschijnt, niet de echte. De Cubanen zijn slechts in het bezit van het stoffelijk overschot van Diego en Bartolomeo, den zoon en den broeder van den zeevaarder. Maar dat van hem zelf bevindt zich zonder eenigen twijfel nog op St. Domingo." Afwachtende totdat dit punt, dat van groot his torisch belang is, zal zijn opgelost, verliest Bar num echter zijn tijd niet. Want, naar wij ver nemen, heeft hij naar alle hoeken der wereld zaak gelastigden gezonden om hem niouwe rariteiten aan te voeren. Eenigen zijn belast om de sarcophaag van Afexander den Groote uit zijn nis te halen, terwijl anderen over den huurprijs van den Kaaba en de doodkist van Mahomod onderhande len. Weer anderen vertoeven in Spanje om het stoffelijk overschot van den Cid te krijgen. Naar het schijnt bevindt dit zich echter op meer plaat sen dan in de kapel te Burgos. Maar de voor keur zal geschonken worden aan diegene der commis-voyageurs van den grooten impresario, die aan zijn patroon horresco referensl den fraaien baard van den dapperen generaal Boulanger zal brengen. Zou de Amerikaansche gezant te Parijs met deze kiesche zending belast worden? GLADSTONE ALS CAUSEUR. De New-ïork Tribune geeft een artikel over Gladstone als prater. De schrijver spreekt eerst over Miicaniay en zegt: lu liet tegenwoordig geslacht is er maar n man, die als cauxeur met Maeaulay kan vergeleken worden, dat is Gladstone. Zijn niauicr behoort tot een periode die voorbij is, als men kan zeggen dat tot een periode behoort wat geheel individueel is. Als ik hem met Maeaulay vergelijk is dat omdat hij tot op zekeren graad de gewoonte van clou monoloog heeft, die Maeaulay had, en met dezen eeu aantal minder beroemde personen uit zijn tijd. Zijn causcrie is als een rivier, frisch, helder en vlug vloeiend, en men zit niet, als de boer bij Horatius te wachten totdat de stroom ophoudt, integendeel, rnen zou wensclieu, dat hij altoos doorvloeide. Maeaulay heb ik nooit gehoord, maar Gladstone dikwijls; en indien Maeaulay sprak als Gladstone, is al de jalocrsclic kritiek van eenige zijner tijdgenootcn die hem overleefden en die zeggen dat men hem nu ver velend zou vinden, onzin. Terwijl Maeaulay zijn leveu tusschen boekeu sleet, bracht Gladstone het zijne in zaken door. Man van de wereld is hij eigenlijk niet, wel man van zaken, van Eiigelsehe zaken. Zijn con versatie weerspiegelt dan ook den geestestoestand, dien de voortdurende ondervinding heeft gevormd. Nooit leefde er iemand die de staatkundige ge schiedenis van zijii tijd zoo goed kende, en geen Eugelsch staatsman had ooit voor zooveel zaken buiten de politiek belangstelling, litteratuur, gods dienst en meer. Er is gceii onderwerp waarover hij uict pratuu kan. Zijn geheugen is dan ook ecu wonder voor ieder, die hem wat lang kent. Ovev ieder onderwerp kent hij massa's feiten en gege vens. Hij let er niet veel op, of hot den hoorder interesseercu zal, het interesseert hem zelf eu dat is genoeg, Weldra interesseert het dan ook deu luisteraar. Men weet dat hij eens gedurende een heel diner over de internationale bescherming van den letterkundigen eigendom heeft gesproken. Zijn tafelbuur was eeu zeer sehooue en uiterst eoquette dame, die niet meer om liet onderwerp gaf dan om de Irokeezen; welnu, zij luisterde gedurende het geheele diner met oiiverflauwd genoegen. Er was tijdens deu veldtocht in Soedan een oogenblik toen men zou zeggen, dat het lot van het ministerie zou afhangen van Gordon's val of ontzetting. Gladstone logeerde toen op een kasteel in Schotland, het was in de derde campagne in Midlothian, ??- en er waren juist ernstige be richten uit Soedan gekomen Welnu, aan tafel was het, alsof hij nooit van Soedan gehoord had. Men sprak over den roodcn zonsondergang, en de wetenschappelijke gissing, dat zij in verband ston den met de catastrophc van Krakatan van het vorige jaar. En Gladstone ging aan het rcdeueeren over aardbevingen. De Nederlandsehc regeering had ecu commissie van onderzoek gezonden; acht tien niiv-mden waren voorbijgegaan; de commissie had nog geen rapport gezonden en Ghidstonc's on geduld om te weten wat haar resultaten waren, was onbedwingbaar. Hij wilde de feiten weten; de theorie over deze omwenteling in de natuur; de statistiek over het verlies van meuschculevens cu de materieele schade, dit alles was beloofd en niet gegeven. Hierover sprak hij eeu half uur cu ieder een was, door zijn belangstelling meegesleept-, ge heel in de Javaausche aardbeving verdiept en dacht niet om Soedan. De keerzijde van dit talent is. dat Gladstone beter sprak dan luisterde. Eens, als eerste minis ter benoemde hij een welbekend persoon tot een post, die veel speciale kennis vereischte en per soonlijke ondervinding omtrent land en volk; dit alles had de jonge man in een reeks van jaren met veel moeite verkregen. Gladstone liet hem bij zich komen en praatte twee uur met hem. Den volgenden dag wenselitc een vriend den jongen, man geluk met den indruk, dien hij ge maakt had. De heer Gladstone zegt, dat hij nooit iemand ontmoet heeft, die zooveel van den Caucisus wist." Lord X. lachte, eu zeidc: Ik heb twee uur tegenover hem gezeten en den mond niet opengedaan." Een duplicaat van dit geval, met eeu ander persoon en onderwerp, gebeurde niet, lang daarna. Het geheim van het onderhoudende van zijn ge sprek Ing wellicht daarin, dat hij zicli voor den minsten bezoeker dezelfde moeite gaf als vooreen geheel Parlement of een gehcelc vcrffiidcring. Mot iedere emotie wisselde de buigzame stem ; het oog sprak moe ; de flinke, good afloopniide volzinnen rolden statig en harmonisch voort ; het juiste. eenvoudig schilderende woord kwam altoos op do gewonschte plaats eu liet zich nooit wachten : liet geheel mankte op den hoorder do indruk van iets degelijks 011 kostbaars dat ten zijnen behoeve werd voor den dag gehaald eu hem gul werd aange boden. VOOR DAMES. Cheiioneeau.v. De president Carnot.?Tlomi i/ible. Prinses Laciitia's hutceUjksf/eschenl'cn. Toilet serviezen. De Iconinyin van j Portugal. De leaiity doctor'. j Van een der kasteelen. waar de schoonste fees ten gegeven worden, Chenonceanx, dat den 15en '? dezer zou verkocht worden, is de verkoop nog j uitgesteld. liet behoort aan Madame Polouze, de l zuster van Daniel Wüson; do dame heeft waarj schijnlijk een groot deel van haar millioencn be steed om haar broeder van nog dieper val te ledden dan reeds geschied is. Den 27en Septemberkomen een deel der kunstschatten van het kasteel onder den hamer; een portret van Catharina de Medicis, in haar ouderdom geschilderd door Franc,ois Clouet, genaamd Joannet; een van Gabrielle d'Estrées; een aantal stukken van Poussin, Claude Lorrain, Mignard en andere der beste FYansche meesters; voorts een Ruysdael, een Mnrillo, een Salvator Rosa, Zurbaran's, Ribeira's; een spiegel met een lijst van goud en juweelen; een kofi'ertje uit do 15de eeuw, het graf van Christus voor stellende ; een cassette van verguld koper, lustres van bergkristal, Perzische en Turksche tapijten,enz,. Madame Pelouze, wier bals-champêtres en jacht partijen beroemd waren, heeft, waarschijnlijk op raad van haren broeder, patent als koopvrouw genomen: zij handelde in den wijn van hare wijnheuvels ; zij kan mi failleeren en hare schuldcischers met eenige percenten tevreden stellen, inplaats van een smadelijke insolventie te onder gaan. * * * De president der Fransche Republiek en ma dame Carnot hebben den zomer te Fontainebleau doorgebracht. Zij leefden er niet, als Grévy te Mont-sons-Vaudray,geheel afgezonderd en burgerlijk:. maar gebruikten toch dit buiten-zijn als een rust tijd. Madame Carnot ontving ns in de week, zooals de chütelaines van den hoogen adel; zij reed veel eu deed uitstapjes in den omtrek. Fontainebleau moet haar bizonder aantrekken, want zij heeft er haar jeugd doorgebracht. Hareouders, mijnheer eii mevrouw Dupont-White, be woonden er in de Rue de France, No. 101, een eenvoudig huis met een grooten ouden tuin, en iederen morgen zag men de twee meisjes, de tegenwoordige présidente en hare zuster, naar de kerk gaan. Zij is er ook getrouwd, zeker niet denkende, dat zij eenmaal het paleis zou bewonen,. waar Lodowijk XlV feesten gaf aan zijn vrouw en aan Mlle La Vallière, en waar zij onder do hooge boomen nog den kinderspoorweg kan weer vinden, dien Napoleon III voor den keizsiiijkeu prins liet aanleggen. Het eigenlijk kasteelleven op grooten voet ver mindert in Frankrijk zoowel als in Engeland, nu men groote reizen maakt on de gasthecren, ir. plaats van chatelain te spelen te midden van hun vasallen, van de eene renbaan naar de andere reizen, met jockey's en pur-sangs. Een der kastcelen, waar liet nog op den ouden voet toegaat, is Bonnétable van de La Rocliefoucauld's eu Montmorency's, wier erfgenaam de hertog de Dondeauville en zijn vrouw, eene prinses de Ligne. zijn. liet is, ofschoon van buiten als eeue Gothische massa uit de heldere slotgrachten verrijzend, van binnen geheel in Renaissancestijl gerestau reerd. De trap, waarin men de salamanders van deu stijl van Frans I herkent, is beroemd; onder een groot gewelf betreedt men rechts den vleugel, die door den zoon, vicomte de la Roehefoucauld, on zijn vrouw, geboren La Trémoille bewoond wordt, en links de historische vertrekken, de salie des gardes met de blazoenen der oude BourbonSoissons, vroegere bezitters van Bouuétablc. Eene lange galerij, die de reeks der salons verbindt, draagt in hare caissons de wapens van de herto gen de La Roehefoucauld, de prinsen de Ligne en al hun alliantiën; aan het eind is do eetzaal. niet gobelins behangen en waar men het salamauderpatroon, dat Frans I te Chambord als motief van de versiering gebruikte, in alles weervindt. In den grooten salon is de schoorsteen een kunst stuk van beeldhouwwerk in de Renaissancestijl: de behangsels zijn echt. De biljartzaal, meer modern, is im-t gesneden hout bekleed; de anti chambre van den hertog en de hertogin toont de portretten der La Rochefoncanlds die gesneuveld zijn. Feu ruime zaal, die toegang geeft tot de kapel, is versierd met de portretten van cenenzestig La Rochefoncaulds. die kardinaal, bisschop, abt of abdis geweest zijn. De kapelzelf is, even als de Montmorency's dat te Ecouon, en de Orleanseii en Condé's te Chantilly gedaan hebben, ? op hare gekleurde glazen met de beeltenissen der chiuelains en van hunne kinderen, in het costuuni van hun beschermheiligen, versierd. De gastvrijheid op deze kasteelen is oudcrwetsch; niet zoo uitgebreid als bij do groote bankiers, maar, omdat rnen elkaar beter kent, ook harte lijker. De séries van gasten worden er met zorg bij elkaar gekozen; men smeedt er huwelijksplan nen; men zorgt er, evenals in hot geestige schetsje van Ilalévy - dat er niet tegelijk met den bisschop vrijdenkers worden geïmiteerd. Toch is er wel eens een groot feest; op het eind van Augustus was er eene kcrmesse d'été, met diner van 103 couverts. Men begon 's morgens om zeven uur en danste tot diep in den nacht. Onder de beschrijving der toiletten, voor iedere dame twee per dag, merken wij op, dat 's morgens het grijs en het wit foulard, 's avonds het rose en vieux rose den boventoon voerden. * * * Het huwelijk van prinses Laetitia Bonaparte, de dochter van prins Napoleon en prinses Clotildo van Savoyc met den hertog van Aosta. is te Twijn met meer praal gevierd, dan oorspronkelijk was voorspeld. Het bruidstoilet der prinses was volgens de oude traditie, wit; onder den tetitoougesteldon uitzet merkte men vooral bet toilet op waarin zij do eerste receptie van bet hof zal bij wonen, i-ietix-rose en goudbrokaat. Opmerkelijker zijn de cadeaux, die men naar heelt aangeboden. De dauies van Turijn hebben. een draagstoel, portatinn, doen vervaardigen, met schilderwerk in bet genre van Watteaii versierd eu van allerlei snuisterijen, loiibonniirc. flacon, gei bedenboek, waaier, spiegeltje en stoof voorzien, ieder stuk een klein kunstwerkje. De tlacon cu de bonbonnière zijn van driekleurig goud, groen, rood en geel, mot miniaturen van Rapetti; er een album met de namen der dames en eenige fraaie teekeningen bij. De Parijsche dames hebben oen toilet-servies gegeven : een grooten spiegel, gekroond met de Italiaanscbc koningskroon, en aan don voet ge steund door den keizerlijken adelaar met uitge spreide vleugelen; twee candelabresin denzelldeii stijl, rocaille; oen groote ovale bloemenmand; twee vierkante en twee ronde doozen, alles met koningskronen en keizerlijke adelaars op de dek

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl