Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER
1S88
WEEKBLAD VOOK NEDERLAND.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr.
Ieder nommer bevat een Plaat.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.)
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgever: Tj. VAN H O L K E M A, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 23 September.
Abonnement per 3 maanden f 1.?. fr. p. p. f 1.13.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10.
Advertentiën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer . . . 0.20.
Reclames per regel 0.40.
INHOUD:
VAN VEERE EN VAN NABIJ. - FEUILLE
TON : Een Gelukskind, I. Een Eerezaak, door
H. J. B. Uit de residentie, door Wttenhage.
Brieven uit Groot-Mochura, door Dandoly.
KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te
Amsterdam, door Alb. Th. Crime et Chatiment.
Muziekaal Overzicht, door V. De Muziek in
Denemarken, door J. H. Rössing. VARIA.
Oud-Amsterd. Verscheidenheden. SCHAAK
SPEL. Het Roode Spook der TuUeriën, door
G, Voor Dames door E-e. ALLERLEI.
_ RECLAME. BEURSOVERZICHT. AD
VERTENTIËN.
Van verre en van nabij.
Eene _eigenaardige figuur in
OostenrijkHongarije is bisschop Stroszmayer van
Diakovar, het hoofd der Panslavisten in Croatië,
wiens invloed zich ver buiten de grenzen van
zijn_ diocees uitstrekt. Onder de bonte verza
meling der nationaliteiten, welke binnen de
grenzen der monarchie meer of min vereenigd
zijn; hebben de Slavische volksstammen wel
eemg recht tot klagen. Vele jaren lang heb
ben zij de hegemonie van Duitschers en Magv
aren moeten dulden, doch sints graaf Taaffe
het streven naar nationale zelfstandigheid, in
de hoop van het te kunnen beheerschen, bij
Czechen en Polen en Croaten en Slovenen
heeft aangemoedigd, laten deze steeds beiden
hun stem hooren. In Bohème eischt men niets
minder dan een herstel van het oude Konink
rijk, dat zijn eigen taal en zijn eigen instel
lingen moet hebben, en een bolwerk moet
worden tegen de wassende heirscharen van
het Pangermanisme. In de andere door Slaven
bewoonde provinciën doen zich soortgelijke
wenschen geld_en; de haat der Croaten tegen
de Magyaren is niet minder fel dan die van
de Czechen tegen de Duitschers. In bisschop
Stroszmayer vonden de Croaten een wakkeren
kampioen, en onder zijne leiding mochten zij
hopen, hunne toekomstdroomen verwezenlijkt
te zien.
Het streven der Slavische volksstammen
naar nationale zelfstandigheid zou zeker meer
sympathie verdienen, indien zij niet hulp
zochten buiten de grenzen van het gemeen
schappelijk vaderland, in dit geval bij Rus
land. Het Panslavisme, dat van Rusland
uitgaat, vindt in Oostenrijk-Hongarije een
vruchtbaren bodem, en juist daarom is voor
de Habsburgsche monarchie het
coquetteeren met de nationale aspiratiën zoo gevaarlijk.
Men kan met. een gerust hart de oppositie
aanzien tusschen Vlamingen en Walen in
België, omdat men weet, dat de bewoners van
dit rijk, al eischen zij ieder voor zich de er
kenning van hun taaleigen, toch prijs stel
len op den gemeenschappelijken band, die
hen vereenigd houdt en hen sterk maakt.
Feuilleton,
EEN GELUKSKIND.
Zij heette Agatha en ze was gebocheld een
weinig scheef, zeiden de menschen, die voor
welwillend wilden doorgaan. Weeze en dochter
van een industrieel, die door de
Februariomwenteling te gronde werd gericht, was zij
op twaalfjarigen leeftijd bij een oom van moe
derszijde in huis gekomen, een rijk
aardewerkfabrikant, die een fabriek bezat te
Bourg-laReine, waar hij genoegelijk met zijn vrouw
en vijf kinderen leefde. Hij was tot voogd
over Agatha aangesteld en daar hij bijzonder
uitgeslapen was, had hij tijdens de likwidatie
der zaken van zijn zwager zóó goed gemanoeu
vreerd, dat hij nog een zestigduizend francs
uit de schipbreuk had weten te redden, die
veilig voor de minderjarige werden belegd,
»Ze heeft toch maar geluk," vertelde de
fabrikant met zijn ruwen lach, aan ieder die
het wilde hooren; »was haar vader nog een
jaar of twee, drie blijven leven, dan had hij
alles opgemaakt en zou ze zonder een roode
«entime op straat hebben gestaan."
Als Agatha had mogen kiezen, zou zij liever
wat minder geluk hebben gehad, en haren
aangebeden vader, die haar wederkeerig
verafgoodde, langer bij zich hebben gehouden.
De wijze waarop haar oom over dit onderwerp
dacht en sprak, kwam haar wreed voor en
stuitte haar tegen de borst, maar dat durfde
zij niet te laten blijken tegenover deze familie,
die haar herbergde en zich zooveel op bewe
zen diensten liet voorstaan.
Werd zij niet als kind in huis behandeld en
ireeg zij uiet dezelfde opvoeding als hare
Men behoeft zich niet bevreesd te maken,
dat zich in Zwitserland uit eigen beweging de
zuidelijke kantons bij Italië, de westelijke bij
Frankrijk, de noordoostelijke bij
Duitschland zullen aansluiten. Maar de liefde voor
een gemeenschappelijk vaderland heeft in de
landen aan deze en aan gene zijde van de
Leitha langzamerhand plaats gemaakt voor
een separatistisch streven, dat slechts in nau
we aansluiting bij de stamverwanteu aan den
overkant der grenzen bevrediging kan vin
den. Het bewijs is op overtuigende wijze ge
leverd door bisschop Stroszmayer, den Oos
tenrijker en den katholiek, die zich geroepen
achtte om ter gelegenheid van de feesten te
Kieff' ter eere van de grondleggers van den
Grieksch-orthodoxen godsdienst gevierd, een
telegram van gelukvvensching te zenden, waar
in 's hemels zegen werd afgesmeekt over
Rusland bij de vervulling van zijne wereld
zending.
Keizer Franz Joseph heeft de eerste gele
genheid, die zich aanbood, aangegrepen, om
den bisschop eene scherpe berisping toe te
dienen, en hem te verwijten, dat hij door zijn
onberaden stap had gehandeld in strijd met
de belangen van zijn vaderland en van zijne
kerk. Het verwijt heeft binnen en buiten
de grenzen van Oostenrijk grooten indruk
gemaakt. In Rusland toont men zich daar
over bijzonder verontwaardigd; in Duitschland
wordt het luide toegejuicht Volgens de laat
ste berichten schijnt ook de paus voornemens
zich in de zaak te mengen, en zal bisschop
Stroszmayer naar Rome moeten gaan om zich
voor de Curie te verantwoorden.
Het tijdstip nadert, waarop keizer Wilhelm
van Duitschland de reis naar Weenen en
naar Rome zal aanvaarden Het bezoek van
den jeugdigen monarch aan de hoofdstad van
den voormaligen Kerkelijken Staat heeft den
Katholieken bisschoppen van Duitschland,
en i later ook de Katholiekenvergadering te
Freiburg aanleiding gegeven om den wcnsch
uit te spreken, dat de wereldlijke macht van
den paus moge worden hersteld en daardoor
Ban een «grievend onrecht" een einde moge
worden gemaakt. De Duitschepfficieusepers
heeft deze zijdelingsche uitnoodiging op hoog
hartige wijze beantwoord, en verklaard, dat
het, afgezien nog van de triple alliantie,
Duitschland allerminst zou passen, een aan
slag tegen d.e nationale eenheid van Italiëte
begunstigen. Veel krasser is de Italiaaiische
regeering zelve opgetreden. De officieuse
Riforma drukte op denzelfden dag, waarop
door de troepen van Victor Emanuel achttien
jaren geleden in de Porta Pia werd bres ge
schoten, een brief' af van Menotti Garibaldi,
waarin dit wapenfeit, dat aan de pauselijke
heerschappij een einde maakte, werd ver
heerlijkt; de minister van justitie
Zanardelli hield te Parma eene rede, waar
in de anti-clericale artikelen van het
nieuwe strafwetboek werden verdedigd, en
nichtjes ? 't Is waar, de laatsten kregen
danslessen en pianomeesters, terwijl Agatha's
onderricht tot het hoogst noodige beperkt
bleef »maar waartoe zooveel geld voor lief
hebberij-studiën uit te geven ?'' voerde tante
liefderijk aan. »Die dingen zijn nergens anders
"goed voor, dan om een meisje aan een man
te helpen en Agatha trouwt toch nooit...."
Bij wijze van troost riepen de nichtjes, die
niet den minsten muzikaleii aanleg hadden
en zich onder het pianospelen gruwelijk ver
veelden, als zij van de les terugkeerden, de
weeze nog toe:
»Ik zou nog klagen, als ik je was!... vrij
van tudes en noten leeren.... je bent een
geluksvogel, jij !...."
Agatha schudde droefgeestig het hoofd.
Geheel andersom als hare nichtjes, hield zij
veel van muziek en zou het haar hoogste ge
luk zijn geweest, _als zij hare eenzame uren
met wat zang of pianospel had mogen door
brengen. Zij kou geen melodie hooren of' zij
werd diep bewogen en hare oogen werden
vochtig. Meestentijds moest zij zich echter
vergenoegen met de muziek der armen:
danswijsjes en deuntjes van een oud straat
orgel, dat somwijlen den weg voorbij kwam
en welks beverige tonen door de boomen van
den tuin tot haar doordrongen. Met verruk
king luisterde zij er naar. Bij de trillende
klanken dier populaire wijsjes, schiep zij zich
de onwaarschijnlijkste droombeelden, die zij
in al hun verwisselingen; al hun wendingen
volgde, ver heel ver, tot op het oogenblik dat
de laatste trillers van het orgel door _den af
stand verdoofd, of verstikt door het heidensch
geraas der ^voortrollende vrachtkarren, in de
verte wegstierven....
In deze strikt eerbare, maar droge en koude
atmosfeer, verliep Agatha's eerste jeugd mat
en eentonig genoeg, zonder andere dan de
koning Umberto, die het non possitmns
van den paus indertijd met zijn Koma
intctnfjibile beantwoordde, ontving een adres van
gelukwensching van den gemeenteraad der
hoofdstad, ter herinnering aan den dag,
waarop de Italianen Rome binnentrokken.
»Rome" zeide de Koning »heeft gedu
rende 18 jaren de hooge taak weten te
yer.yullen, welke het ten opzichte van Italiëen
de beschaafde wereld was opgelegd. Weldra
zullen wij binnen onze muren een
gewaardeerden gast bezitten, namelijk keizer Wil
helm, onzen getrouwen vriend en bondgenoot,
het opperhoofd van een sterk volk, dat tege
lijkertijd met ons zijne eenheid heeft geves
tigd. Onze gast zal getuige kunnen zijn van
onze burgerdeugden en van de nieuwe be
schaving van Rome".
Het is niet moeielijk te begrijpen, wat de
tegenstelling van die burgerdeugden en die
nieuwe beschaving is.
In Rusland maakt men zich over het be
zoek van keizer Wilhelm aan Rome warm
noch koud; hoogstens spreekt men er spot
tend over een nieuwen gang naar Canossa.
Daarentegen toont men zich eenigszins onge
rust over de conferentie van graaf Kalnóky
met vorst Bismarck, die aan het bezoek van
keizer Wilhelm te Weenen voorafgaat. Dat
's keizers eerste reis Peterhof teu doel had,
heeft, naar het schijnt, bij de Panslavisten
blijde verwachtingen gewekt, die in teleur
stelling dreigen te verkceren. AVrant de
Nomje Vremi/a geeft te kennen, dat de con
ferentie te Friedrichsruhe moet dienen, om
de gevolgen van de bijeenkomst tussehen
keizer Wilhelm en den czar te neutraliseeren.
Overigens staat het Russische blad niet al
leen met de bewering, dat de verhouding van
Duitschland tot Rusland aanleiding geeft tot
een zeker antagonisme tusschcu den keizer
en den rijkskanselicr. De Itvli'pendancc Bel/je
bevatte dezer dagen een artikel waarin be
toogd werd, dat zelfs de vrienden van den
heer Von Bismarck diens spoedige aftreding
voor waarschijnlijk hielden, en het
wenschclijk achten, dat de overdracht van liet
rijkskanseliersambt, plaats had, terwijl de tegen
woordige clignitaris nog in zijn volle kracht
was. Niet onduidelijk werd daarbij te
kennen gegeven, dat de keizer voor
den heer Von Bismark meer bewondering dan
sympathie gevoelde. De ofï'icieuse
Xorddcutsche heeft dit artikel in ziju geheel afgedrukt
en daardoor de discussie over een zeer teeder
onderwerp geopend.Of'het blad slechts cenballon
d'cssai liet opgaan, of wel de verkiezingen
voor den landdag zijn op handen! een
nieuwen Entrüstungssturm wilde doen ontstaan,
is nog niet duidelijk gebleken.
De troonrede, verleden Dinsdag voorgelezen,
was gedurende deze week liet onderwerp van
beschouwing in de dagbladen. De pers prees
en laakte, al naarmate zij het ministerie
vriendelijk of vijandig gezind was.
meest alledaagsche afwisselingen: Oom's en
tante's verjaardagen, de kerkelijke aanneming
der twee jongste nichtjes, het huwelijk
deioudste met den zoon van een aanzienlijk
boomkweeker te Chatenay en nu en clan
een Zondagsuitstapje naar Parijs. Op haar
twintigste jaar, was Agatha een meisje van
een weinig bekoorlijk uiterlijk, met lange
magere armen, een kippenborst en hooge
schouders. lu hare omgeving ging zij voor
bepaald leelijk door; maar iemand met een
open oog en artistiek gevoel, zou toch een
belangwekkende en merkwaardig sprekende
uitdrukking iu haar gelaat hebben opge
merkt. Zij had zachte trekken, een
roseachtig witte tint, lichtblauw geschaduwd onder
de oogleden, een droevig', maar verrukkelijk
glimlachje, weelderig bruin haar, zacht als
zijde, en bovenal een paar diepblauwe oogcn
helder en fluweelig zacht als zekere blauwe
gentianen, die haar klokjes zonder stengel in
de nabijheid der gletschers ontplooien; twee
groote, peinzende, vochtige oogen, die altijd
aan den horizont iets schenen te zoeken, dat
nooit kwam. Inderdaad, haar beperkte hori
zont bleef altijd dezelfde; het arme meisje
zag er niets ongewoons aan verrijzen, geen
enkele geheimzinnige ster, wier verschijning
een hoogere vlucht aan haar droomen kon
geven, een plotselingen glans over haar
kleurlooze dagen kon. verspreiden.
Al hare nichtjes waren de eene na de andere
getrouwd. Met bijna regelmatige
tusschenpoozen had zij de toekomstige schoonzoons
achtereenvolgens met innemender! glimlach
en bescheiden teedere blikken, hun opwachting
zien maken. Xij had de confidenties der bruiden
in ontvangst genomen, de winkels af'geloopen
om de trouwjaponnen te bestellen, de
bruidskorf' helpen etaleereu, en op de trouwdagen
reeds driemaleii in de kerk Mendelssohn's
bruiloftsmarsch gehoord, die haar eiken keer
De liberale bladen konden maar moeilijk
in de plannen van het kabinet iets andeis
zien dan teekenen van verlegenheid en zwakte;
de kerkelijkeii daarentegen vernamen de
ministerieel woorden met welgevallen, en de
radicalen, ditmaal in overeenstemming met het
Nieuws v. d. Dag, erkenden dat de afgelegde
beloften althans van werklust getuigden.
Dat dit ministerie er van overtuigd is, dat
voorzichtigheid de moeder van de porceleinkast
is, blijkt ook uit de millioenenspeech, welke
op de troonrede volgde. Voor hen die
verwacht mogen hebben, dat op de eerste
begrooting door deze ministers ontworpen, de
uitgaven tot een belangrijk lager bedrag zou
den zijn geraamd, zijn de cijfers zeker te
leurstellend. Het eindcijfer bedraagt / 3,232.000
minder dan voor 1888 was toegestaan. Het
geheel der uitgaven is geraamd op f 133,557,387.
Minder dan ten vorigeu j are wordt aange
vraagd: voor Nationale schuld f 2,844,402.50,
voor Financiën f 522,131.25, voor Waterstaat
/' 1,652,486.58.
Daarentegen mér: voor Marine ?1,633,770.10,
voor Oorlog f 394,294.00.
De geheele opbrengst wordt geraamd op
? 120,Gr)2,!J(in.OO, of meer dan voor 1888,
f 1,636,279,00.
Hadden »Oorlog" en «Marine" niet ruim twee
millioen meer gevraagd, men zou tot een
vooruitgang van 5 millioen ziju gekomen.
Toch is eene niet stijgende begrooting reeds
iets zóó verrassends, dat men, ondanks alle
aanmerkingen die te maken, en verbeteringen
die nog aan te brengen zijn, allicht met de
eindcijfers tevreden kan wezen. ., indien de
afzonderlijke posten geen onoverkomelijke be
zwaren opleveren.
EEN EEREZAAK.
Art. 10 dor Wet van 30 April 1815 (Stbl. no.
33*), houdende instelling van de Militaire
WillemsOrclo, zooals het gewijzigd is door art. 14 der
Wet van 15 .Vprii 1886 (Sflil. no. (M), bepaalt:
Het lidmaatschap eu versiersel dezer orde kan
niet worden verloren dan ten gevolge van eene
onherroepelijke veroordeelirig tot gevangenisstraf'
van drie jaren of tot zwaarder straf.''
Het is meer dan twijfelachtig, of, naast en in
strijd met deze icefsbepaling, het Kon. Besl. van
'25 Juni 1815 met zoodanige veroordeeling mocht
gelijkstellen het met een briefje van ontslag weg
zenden van een onderofficier of soldaat," eii het
Kon. lies!, van 9 September 1818 van de orde
vervallen mocht verklaren de deserteurs, alsmede
de gedegradeerde onderofficiers, ridder zijnde.''
Maar het is zeker volstrekt niet twijfelachtig,
dat een ter uitvoering van art. 11 der wet
door den Koning samen te roepen kapittel
der Militaire Willemsorde ten ecncmale de be
voegdheid zon missen, eenen met het ridderkruis
voor moed, beleid eu trouw" versierde uit de rol
der orde te schrappen. Indien er, gelijk beweerd
is, onder de 53 gedecoreerde hoeren, die Maandag
avond te 's Gravenbago over het geschil
Verstegol)e Ilochemorit vergaderd hebben, geweest zijn,
die van eene andere meening waren, en die
meenhct hart had doen ineenkrimpen. Zoo was
langzamerhand het huis leeg geworden. Bij
het vertrek der laatste dochter luid Agatha
zich niet kunnen inhouden; terwijl zij de
laatste band aan den sluier der bruid egde
begon zij in tegenwoordigheid van al de ver
baasde neven en nichten te snikken. Haar
verdriet barstte hevig en luide los; het was
als een wolkbreuk, die alles dreigt te
overstroomen. Haar verwanten ergerden er zich.
bepaald over.
»Kom! kom!" zeide men om haar te troos
ten ; nvaartoe dient liet om je nu zoo over
stuur te _ maken ? Je weet immers dat je
toch nooit trouwen kunt eu dat je niet bent
als een ander ...."
»Ik weet het, ik weet het," mompelde zij
snikkend, »ik weet dat ik gedoemd ben alleen
te leven, maar het is daarom niet minder
hard Gelooft ge dat ik ook geen hart heb
als de anderen? .. . ."
Arme meisjes! die gedoemd zijn in
ongahuwden staat te leven en oud te worden,welke
hartverscheurende, verborgen drama's worden
op den bodem harer ziel afgespeeld!... Aan
do eene zijde: plicht, achting voor zich zelve
en maatschappelijke wetten aan de andere:
moederlijk instinkt en behoefte om lief te
hebben. Hoeveel oproerigeu tegenstand hebben
zij niet te overwinnen, hoeveel smartelijke ont
houdingen moeten zij niet ondergaan ! Hoeveel
moet men haar niet vergeven, die verbitterd
worden en scherp en hoe moet men haar niet
bewonderen, die, als zij den bitteren drink
beker tot den bodem hebben geledigd, goed
zijn gebleven, niettegenstaande alles!..'.
Toen Agatha meerderjarig werd, had de oom
haar rekening en verantwoording van zijn
voogdijschap gedaan, maar hoewel zij nu in
het bezit was gesteld van haar vermogen (drie
duizend francs rente), bleef zij bij den
aar