De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 23 september pagina 3

23 september 1888 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 587 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. jeugdig tenger figuur, maar met 't geziekt van zijn grootvader; zij zeer Fransch, hij zeer Engelsch ge kleed, beiden'zeer mager, zeer bleek en zeer aris tocratisch. 'i Speelt tijdens een Hongaarsclien opstand, her vroeg de dame op gemaakten, lispeleuden toon. .?Komen zulke opstanden nu werkelijk dikwijls voor?" 't Heertje wierp een half angstigcn blik om zich heen, alsof hij vreesde dat men konde luisteren en zei toen haperend: ,/Ja, zie je, dat gaat nog al dat is te zeggen op 't oogenblik voor 't tegenwoordige althans, begrijp je!" Natuurlijk begreep zij die orakeltaal niet, maar vroeg verder: Wat is Hongarije eigenlijk? Een koninkrijk r" Haar geleider kuchte, humde, snoot zijn neus, bloosde voor zoover 't mogelijk was en zei: hm ! zeker! Ik meen wel natuurlijk! .... Wij stonden juist op en konden dus van zijn verlegenheid niet langer genieten. We togen naar 't schelliukre", waar de tro pische hitte bezwangerd was mot de gemengde geuren van kaueelolie, waarvan ik de glanzende haren der verschillende beauties" verdacht, jene ver tabak, scharretjes en andere heerlijke zaken. We genoten 't. eerste tafereel, naast een matroos die bij lederen kreet van bewondering een aparten vloek had en bij afwisseling op zijn eigen stevige knie en op de mollige, schouders van de juflronw vóór hem sloeg, die dan met een schok opsprong en nijdig achter zich kijkend zei: dat ie daar assieblief, wel mee kon ophouen." Een oude juffrouw met een gezicht als een ge droogde appèl en n lange tand vóór m den mond grinnekte: ,.Zeg, die eene roovcr heit mooie spullen an, maar'wat ziet die andere op zijn slotfies er schunnig uit, die heit^'n pakkie zeker al naar oome Jan" 2) gebracht." Als antwoord daarop, want 't gesprek is natuur lijk algemeen, zei de matroos, toen barcany het briefje dat de postduif onder de vleugels heeft, copiëerde: Nou, maar die kale jakhals is slim ge noeg, je mag me kielhalen, als die de boel niet aan 't sissen brengt." Een juffrouw met zoo'n smal gezicht alsof ze tusschen een deur had gezeten, merkte bn het zien van de Zigeunerin, die in 't eerste bedrijf uit geput op den" grond ligt op; God, mms, dat skepsel het de gêehonger, wel ja, neem jij nos; maar 'n stukkio meloen, meid, t is om ' pijn in je buik te krijgen; wie schraust er non meloen met 'n holle maag." . , 't Zijn drie nakende rotte, wat zeit uwe jut vrouw?"' antwoordde de matroos en liet zijn vlakke hand weer niet zooveel kracht op zijn buurvrouw neerdalen dat deze met ecu onderdrukten gil uit riep: Hou je nou je klaviere thuis, slampamper. 'k waarskouw ie hoor. 'k Blijf toch van jou ook. af!" Nou, maar dat hoef je anders niet", lachte de zeeman en zijn breede rug schudde van inge houden pret, maak je maar niet, overstuur, juf, dan gaat je bloed aan 't hotten/' Toen de ons omringende geuren ons dreigden te bedwelmen, gingen we n trap af en op de veer tien". We kwamen achter een familie van vier per sonen te zitten: naar mijn idee ecu jongeheer die zijn meisje en haar ouders op een kemediebeurt" tractecrde. Nou begrijp ik toch niet, Dorus," zei de jongejuffrouw, die doortrokken was van muskuslneht, tot haar galant, die meer naar zaagsel rook, hoe die roovcr in eens bij dien zwarten mehecr komt en wat ie met, dat pampiertje uit die sikkcretaare" doen mot?" Dat pampiertje?" zei Dorus, die zooals ik ^in middels uit, 't gesprek vernam, het stuk al n maal gezien had, daar wille ze die lange, zwarte, dat 's Schoonhoven weetje? en nog twee andere die't land verraaic, mee aan de galg brengen. Kijk, die ouwe die nou binnekomt, is Moriu, da's ook zoo'n duitendief zie je Truitje niet de eigenlijke Morin, maar dien hij verbeeldt.is een gauiicf', die deelt met de roovers het geld en omdat 't niet uit zal lekke laat ie straks het kind van Sandorf voor z'ii eige mcissie doorgaan wat 'n schoelje hè?" Ja, maar," beweerde vader die met zijn mager ge:, zicht, grijzen sik, en voortdurend kauwen op ,,'n blaadje tabak" veel van een bok had, 't is dan toch eigenlijk diefie met dicfiesmaat; die zwarte met z'n socialehoed zou 'k ook in me mouw hebben". Moeder die doof was, begreep er niet veel van maar zei telkens: wille jullie nou wel gcloove dat ik daar nou niks van versta?" Iets wat allen zonder tegenspraak aannamen. In de aandoenlijke afscheidsscèuc tusschen Mevr. de Vries en Clous, terwijl het lieve stem metje van kleine Pierre allerlei kinderlijke vragen doet, vroeg do oude juffrouw eensklaps hardop: Wat zeg ie kind, binnen 't valsehe munters ? nou maar dan zal die madam er ook wel afwetc." en haar dochter, wier fluisterende woorden bepaald verkeerd verstaan zijii geworden, keert zich met een kleur om, eu zegt: //och, moeder! zeg maar liever niks." Het viertal had erg veel pret, toen de gevan genen hun bedden op elkaar stapelden om te ont vluchten, schrikten ,/allemaclues" van de welwil lende bliksemstraal die hen te hulp komt eu noe men Isiug ,,'u stommert omdat ie net zoolang blijft staan tot ie doodgeschoten wordt." De waterval bracht allen in stomme verrukking behalve vader die zijn spraak behield eu niet 'n diepzinnig gezicht zei: Te deksel, da's mooi hoor ! zouen ze 't water op den Meter" hebben." Toen in het vijfde bedrijf de Hoiigaarsche kamenier met onuoodige sliiiksehheid een brief van Pierre aan Mirza bezorgde, vroeg moeder: 't is zeker'n koud land, hè, waar 't stuk speult? Wat heit dat mcissie 'n kassicuees om." Och, wel nee", schreeuwde haar schoonzoon in spe in haar oor, a's maar hongaarsclie klecdasie". De juffrouw liet een langgerekt o! hooreu en dacht er in geen vijf minuten aan, om haar mond weer dicht te doen. De bevallige juffrouw Roos trad op als clown en een heer naast Jonas die zijn hoed een beetje scliuiu-achterover draagt en verschrikkelijk de hik heeft, waartegen hij reeds veel Beiersch bier, cog nac enz. gebruikt scheen te hebben, zei met een locuschen blik naar de jeugdige actrice : ,,'n aardig ding, die kleine Roos." Ja," antwoordde Jonas, je zou zoo niet zeggen, dat ze al liefjes naar de vijftigloopt;zc blijft maar vlug." //Och, kom, Jetje Roos, naar de vijftig, ha, ha, u bent in de war." //Neen. ik beu niet in de war, maar u ziet mis schien niet scherp van avond, mijnbeer" zei Jonas hem streng aankijkend en op den toon vau een rechter van instructie. Zoo, u durft dus possentief zeggen dat..." her nam de man, terwijl ik Janus aanstootte, want ik zag aankomen dat we noodeloos ruzie zouden krijgen. Maar Janus stoorde zich niet aan mij en praatte den man, na : Ja meneer, dat durf ik posseutief zeg gen, want ik heb hot van den eenigen broer van mijn eigen zuster, 'u brutale schelm, meneer, maar die het wel weten kan." De man voelde wel dat et iets niet in den haak was in dat antwoord, maar 't aplomb van Janus over blufte hem ; hij bromde ccnige woorden in zich zelf, maar durfde uiet op het onderwerp terugkeercu. Hoe hiet die dikke koorddanser? vroeg de oude juffer, en haar aanstaande sehoouzoon die de vraag baak is, gilde haar toe: Spoor!?die heit't stuk gemaakt." Pierre Bathory kwam op, eu na de uitlegging van Dorus, zei zijn verloofde ernstig: ;,Gossic, is dat nou 't blonde joggic uit du gevangenis, wat is ie dan zwart geworden, hè?' Toen Pierre gewond werd door Sarcany, volgden er vele uitroepen als: God beware me wat 'n fal saris, wat '11 schavuit; maar politie zie je natuur lijk nou niet als ze anders maar kans zien om 'n mcnsch te bckoure dan bennc ze d'r bij as de kippe." Daarna verscheen mevr. Bathory die krankzin nig wordt van schrik en de oude juffrouw vóór. ons zei mot een buitengewone opflikkering van geheugen: Is dat niet die madam vau de valschc muuters?" .,En wat mot die kraai? Zou die bij d'r in de kost leggc, vader?" Vader die juist zelf naar de kraai" informeerde en vernam ,,dat het de bediende is die Borax" heet," geeft geen antwoord, maar hij zegt tot dm jongen [als Weusma op het tooucel spreekt, wees toch kalm, mevr. Bathory"]: Zie je, Dorus. dat past toch zoo'n mosterdjongeu niet om te zeggen; wees toch kalm Mevrouw, Potdorie!" Zij vonden dat Saudorf erg oud is geworden en de kajuit droeg aller goedkeuring weg /.pre cies de Purmercndster!" Moeder verwonderde zich dat er achter het, buffet in do baudictcnherberg een turfJi'ager" zit eu vader vondt het ongepennetecrd" dat er op zoo'u vuurspiigeudcu" berg een lozcment" mag gehouden worden. liet balkt in het Vlo tafereel bracht ln:n in den negenden hemel; de oude heer , riep dat het scperbcr' is, en dat was het ook. Bij de sage vau de ooievaars, die den ganschcn dag steeneu aandroegen, om de menschen te verpletteren, boog Jonas zieli eensklaps naar de jonge juffrouw toe en zei hardop fluisterend: Wat zullen er weinig kindertjes in dat land geweest zijn, hè, juffrouw, als die ooievaars geen tijd had den om ze te brengen?" liet meisje lachte, maar haar beminde" zag Jonas met een woedenden blik aan, welken deze kalm glimlachend opving. Bij do ontkuoopiiig kregen Bouwmeester en Mo rin nog eeuige liefelijkheden naar het hoofd als : zoo'n schoelje, zoo'u ouwe dief," en 't deed allen blijkbaar inwendig goed, toen de volgelingen van Sandorf, de/o t;ii zijn dochter reilde;, en do val-'chu vcrraaiers" hun straf toch eindelijk ontvingen, zoodat de jongelui zonder verdere teleurstellingen een briefje bij den burgemeester konden gaan halen." Vader eu de dames wilden nu opstaan om te vertrekken maar de jonge man dwong hen om weer te gaan zitten, er kwam nog wat toe." Wij vertrokken. De apotheose, die ik echter al gezien had genoten we dus niet, maar daarvoor kwamen wc ook beneden, zonder een lawine van dringende mensehen achter ons. Nu, adieu, spoedig hoor ju weer vau je toegenegen DAXDOLY, 1) Ouraeao'sche amandelen. 2) Bank van Leening. Kunst en Letteren. HET TOONEEL, TE AMSTERDAM. Stadsschouwburg: Malhias Sandorf, Frascati: Alli Baba. Toon onze vroede Vaderen de kermis afschaften, hebben zij gemeend, dat vruchten afplukken het zelfde was als wortels uitrocycn. Spellen en kramen wordt niet meer veroorloofd de sports and pastimes van ons voorgeslacht aan de burgerij te vertooncn, do geur der pofïcrbakkcrij en de vlammende gloed der reusachtige plaat-kockkomforen mengt zich niet meer in het gejoel der kornettjens mot hare kcrmisvrijers, maar do Soptemberstemming der bevolking is nog niet uit gedoofd, en onze tooneeldirektiëu begrijpen, dat er bonte zaken ten beste moeten gegeven worden, hetzij om op do lachspieren te werken der burgerij, hetzij om haar aangenaam te verschrikken mot boeveustreken of, gevoelig, te doen juichen in den triomf der deugd. Het was ccn goede groep van den Heer C. R. H. Spoor met den Mathias Sandorf" in 't Hol landsen te doen, wat R. Schelcher met Les en fants du capitaine Orant" in 't Iloogduitsch ge daan had, terwijl liij, in den Ilccr K. Wcdciueycr, een niet minder intelligcnton medearbeider voor do muziek gevonden heeft, dan do Duitschc schrij ver in K. A. Raida vond. Dat trouwens do levendig gedachte verhalen van Vcrne groot cffekt op het tooneol kunnen maken loert ons Do reis om do wereld in 80 dagen,"?Dr.Ox",?Michaël Strogoft"' enz. liet Handelsblad" gaf ccn volledig verslag van den inhoud dezer lütafereelen. De stof is niet zeer ongemeen. De Graaf Matliias Sandorf (zou niet Sandor bedoeld zijn?) beraamt, ter liefde van de Ilongaarscho nationaliteit, met zijn vrienden Professor Ktienne Bathory en Lddislas Zatlimar een opstand tegen Oostenrijk. Hunne plannen wor den door een gcldzoekemlen booswicht, met name Sarcany, on een bankier Silus Torcnïlial verraden. De drie vrienden, gekerkerd, willen ontvluchten; maar alleen Sandorf' redt daarbij zijn leven. Me vrouw Bathory blijft met een eenig zoontjen in diepe droefheid over. Sandorf hoeft bij zijn vlucht uit Duitschland een dochtertjen achtergelaten, waarvan Torenthal zich, door diefstal, meestermaakt. Het meisjen bezit, namelijk, ccn groot vermogen, al zijn do goederen van Sandorf ver beurd verklaard. Zij wordt bemind door Pierre Bathory, den zoon van den Professor. Maar ook Sarcany vraagt haar aan haren gewaandcn vader (Torenthal) ten huwelijk. Het is haar rijkdom, dien hij zich wenscht. Afgewezen, doet hij een moordaanslag op zijn mededinger Pierre en licht het meisjen op. Er zijn twee kunstenmakers in het stuk: de Herkuul iïlatifou en de clown Pascade, die door Pierre beweidadigd zijn, en alles op hot spel willen zetten, orn do brave menschen in het stuk gelukkig te maken. Zij hebben zich onder het scheepsvolk laten opnemen van zekeren schatrijken rceiler en geneesheer Dr. Anlil:irt, die nicmant anders is dan Graaf Sandorf. Toch valt ook dezo eindelijk in de macht van Sarcany. Maar Pcscc.de heeft nog tijdig de wettige Over heid weten te waarschuwen, on do deugd triom feert. Hiertoe behoort ook, dat Mevr. Bathory, die krankzinnig was geworden, van verdriet over de dood van haar man. en over liet (tijdelijk) ver lies van haar zoon, dien Sandorf gemeend hooft in stilte te moeten wechvoeren, orn Sarcany te ontsnappen, volkomen herstelt. Het stuk is vol beweging: er is vrij wat vcrtooning in: gevechten en dansen wisselen elkan der af; zelfs hebben de dansen een eenigszins inartiaal charaktcr, door de deelneming van schutters-bedoeïnen, on daar ligt over het gehecie uit muntend gedirigeerde samenspel ccn ooslerschc tint: Matrozen, bandieten, Dalmatim, Turken on Arabieren" treden er in op. Hot zielelijden van do armo Mevr. Bathory werd door Mevrouw do Vries uitmuntend geschil derd en de voordracht verhoogd door do oordeelkundig aangebrachte muziek; ccn viool solo van een talentvol konccrtmeester strekte werkelijk om strenge kunstrichters met het melo dramatische genre te verzoenen. De vertooning, hot spel der verschillende arties ten, liet weinig te wcnschcn: maar in haar em plooi, blonk boven allen uit Mej. Juliotte Roos. Men weet met hoc veel gemak, goed begrip en gratie zij de iracestis gewoon is te spelen. Do liefde van dien jongen akrobaat voor zijn goedigen, maar wat dommon herknlischcn plcegvader is tref fend in het drama geschetst, en over het geheel zijn do charaktcrs mot talent ontwikkeld en is, in dio ontwikkeling, te-recht do aktic van hot stuk gelogen. Diepen indruk maakt do opvatting der rol van den godlozen Sarcany door den Ilccr Louis Bouw meester, en inon kan in 't algemeen geen lof ge noeg geven aan don ijver, waarmee de genoemden, benevens do Hecren van Schoonhoven (handorf), Morin (TorcntUi.il), Spoor (Malijbii)t De Jong (Picne). en do Dames do Vries (Mw. Jiatlton/) en Chr. Poolman (Kaïnir, de minnares van Sarcany) zich van luns taak hebben gekweten. 't Was jammer, dat Mev. Rüssing-SaMairollcs, die do rol van J\fir.:ti TorentUal (eigenlijk Freule Sandorf') to spelen had, waarschijnlijk geleid door ccn licht verklaarbare onverschilligheid voor dit spektakelstuk, hot belangrijkste oogenblik dor ont knoping met eene koolheid on stijfheid gespeeld heen', waartoe Lare gioote gaven anders niet leiden, Do Ilccren Clous, Schulze, Ising, Weusma, eu Van Dommelen hebben niet minder dan Mevr. SchwabWehnan hunnen rollctjcns alle recht gedaan; maar ccn bizonder pluimtjen verdient nog do jongdiiro Manrits Spoor, die zijn partij, als Je Ideire Pierre, met gevoel en vrijmoedigheid vervuld heeft. * * * Als do beroemde Van der Palm zijn iniddagslaap.jen inleidde o. a. mot do historie van Ali Baba" of' do veertig roovers." clan werd hem het tafereel dor avonturen van den fortuin-inakendcn houthakker niet op zoo schitterende en hoevende wijze ontrold, als dit don auteurs, akteurs en (lekoratcurs van do voor 't eerst ton tooneele ge voerde operette bij de Hoeren J'rot en Zoon geluktis. Er is inderdaad niot te veel van gezegd. Do samenwerking van het arabiesch-israclietiesch ver nuft van WiÜiam Bertrand Busnach met het pit toreske van Albcrt Vanloo. dat zijn vlaamsclien oorsprong aan hot voorhoofd draagt, waarborgt ons een roman, waarin do fantazio de redelijk heid der ontwikkeling niet stoort. Zoo als men weet, hoeft Charles Lccocq, do geestrijke komponist, op hot kleine toonccl de fAt/iciice onder de diroktie van Busnach zijn eerste lauweren geplukt, en ook de tegenwoordige operette, ofschoon, naar 't schijnt, in Parijs nog niet gespoeld, is den auteur van ,Angot" en Le Pctit Dac" alszins waard. Het stuk is met grooto pracht gemonteerd, en ofschoon fantaziën, als die aan bet volksgemc der Duizend-en-écn-nadit" ontleend zijn. groote vrijheid laten, wat dekoraties on kostumou betreft, hebben de Hoeren Prof, bij hot vrije spel der kunstenaarsverbcolding in n en ander, toch ge heel ccn Oobtersch charakter in al do tooneelen en vertooningcu weten te handhaven. De uitvoering is zoo als men die verwachten mocht. De alles belieerschcnde stem van den lieer Willemsen (Ali Baba), het gevoelige spel en de melodieuze zang van Mevr. Btulerman (Jfortjiane), do nijdige bevalligheid van Xuue'ide (Mevr. van Goytenbeek), de elegantie van den Heer Van Boem (Zizi), do naïviteit van den Vlaming Dckcnkelacre (Saladin), en do komische sohrielheid van (.tixaiin, voorgesteld door den lieer Kreeft, omringd van do good vervulde mindere rollen en gesteund door een geoefend samenspel, maken de voorstelling van Ali Baba" tot een der best ge slaagde van het repertoire, Mej. Mistral, eene goede Iranschc danseres, draagt bij tot het vol ledig maken van den schilderachtige!! indruk. De vertaling, een niet gemakkelijk wcrkstukjcn, is goed gcsiaagd. 10 Scpt. ALIS, Tu. CRIME ET CIIaTIMEXT. Do eerste premiere van het nieuwe seizoen te Parijs heeft reeds dezo week plaats gehad. In het Odcon, directie I'orel, is opgevoerd j Crime et ('lidtiincnt, naar het Russisch van Dostojcwsky, door twee schrijvers, Paul Ginisty en Hugues Leroux, die tot heden alleen als clironiyueurs in Figaro en andere bladen naam ge maakt hadden. Men kent den roman van Dostojewsky; onder den naam van Schuld en boete was het een der eerste Russische werken die door den uitgever Rössing in Nederlandseh gewaad aan ons publiek werden aangeboden. Het is een psychologisch meesterstuk. De gcdachtengang wordt geschilderd van een student, dio door philosophische over peinzing en historische beschouwingen er toe ge bracht wordt, den moord niet moer voor eene misdaad aan te zien. De dichter weet ons dat proces natuurlijk en waarschijnlijk te doen vinden. Als dan de misdaad, de moord eener oude woeke raarster, volbracht is, teekent Dostojewsky ccn rechter, die, alle uitwendige middelen van ont dekking versmadend, zich aan den verdachte hecht, en de taak op zich neemt, dezen zijne schuld te doen bekennen Door gesprekken alleen weet hij dezen zoo to folteren dat de moordenaar, radeloos en uitgeput, de misdaad belijdt. Het gegeven is geheel psychologisch, men is ver wonderd over hetgeen do beide dramaturgen er voor het tooneel van hebben weten te maken, maar dit is nog te weinig. Do vier tafereelen voor do pauze zijn belangwekkend, daarna werd het succes van het stuk alleen opgehouden door de belangstelling voor den hoofdpersoon en de herinnering aan hetgeen men van dezo verwachtte. De loop van het stuk, zooals hot vertoond werd, is ongeveer aldus: Rodion Raskolnikofl' vermoordt, na, in het eerste tafereel, in eene kroeg, zijn denkbeelden te hebben uitgesproken, in liet tweede de rijke wockcraarster. Dit tableau is uiterst kunstig in scène gezet. Men ziet het misdrijf niet, maar gevoelt er al het verschrikkelijke van. Het tooneel stolt een trap voor; op het eerste portaal ziet men een vertrek uitkomen, dat gerepareerd wordt; op het tweede portaal is de kamer van Alena, de voekoraarster, die Rodion zal gaan vermoorden. Hij klopt aan de deur; zij opent die, laat hem binnen, en sluit de deur weer, zoodat do toe schouwer niets meer ziet en zijne verbeelding aan 't werk gaat. Dan komen twee studenten, dio ook naar Alena willen; zij staan stil voor de deur, schellen, schellen nog eens, luisteren, booren ker men, schrikken, en loopcn haastig heen om de politie te halen. Dan gaat de deur van Alena's vertrek open, en Rodion komt er uit, bleek en verbijsterd, hij gaat naar de benedenverdieping, verschuilt zich daar, en ais de politie boven is, verlaat hij kalm bet huis. terwijl men boven do uitroepen boort van de menschen die het lijk vinden. Dit is, zonder bloed, oen aangrijpend tooneel. Thuis gekomen vindt Bodion in het volgend tafereel zijne zuster; do eerste wroeging komt; hij laat baar, ofschoon er nog geen vermoedens tegen hem zijn uitgesproken, zijn portefeuille in do Newa werpen ; in het vierde tafereel, dat bij den commissaris van politie speelt, kan ilouion echter nog een hoogen toon aannemen. De directie van het Odcon heelt deze vier ta fereelen bijna zonder pauze aan elkaar verbon den ; dan volgt de pauze, maar bier begint ook het zuiver psychologische gedeelte van liet drama, en men heeft niets meer dan den langzaam voort gaamlen strijd van Rociion. de redeneer!ngen van ilcn rechter van instructie en de vermaningen van een meisje van slecht levensgedrag, Souuia, dat hem einde lijk er toe brengt, openlijk schuld to bekennen en boete te doen. Deze Sounia is ook meer eene persoon voor den roman dan voor het tooueel, men is, al lezende, meer geneigd oin haar, die ter wille van haar ongelukkige moeder en haar dronken vader haar handwerk drijft, als een deugdzame martelares te beklagen, dan wanneer men haar op bet tooneel roebels ziet aannemen van baar toevallige minnaars. Men kan zich dan niet begrijpen dat zij zoo plotseling een beslissenden invloed op den misda diger kan uitoefenen, wiens liefde voor baar vroe ger niet gebleken is. Met dat alles is het drama aangrijpend en huiveringwekkend ; men volgt met belangstelling de werking der wroeging, ook waar Rodion nu en dan schijnt af to dwalen en men gaarne do ontwikkeling geleidelijker zag gaan. De geheele Parijschc pers bespreekt uitvoerig de voorstelling; Sarcey zegt: Het drama is som ber en treurig van het eene eind tot het ander; op sommige plaatsen roerend, op andere onwaar schijnlijk eu bijna onbegrijpelijk: en toch behaagt het door een euricusen bijsmaak van buiteniandsche zeden. Hot is een slecht gebouwd drama, maar pikant door nieuwheid." Lemaitrc noemt het drama innig belangwekkend en tretïend, en roomt het prachtig spel van Paul Mounct als Rodion. Zijiiblaapwandülaarsoogen toonden iu het eerste bedrijf den gejaagde, met zijn idee iixe; men voelt hem, in het tooneel van don moord, bijna zonder bet te willen, als in een droom, op de wijze vau Macbeth. van do conceptie tot de daad overgaan; dan volgen do oogenblikkon van schrik, van ver rassing, van toorn, van drilt; dan hernieuwde koelbloedigheid tegenover den politieagent Porpbyrius, maar ccn ziekelijke koelbloedigheid, waarin ironie en uittarling overdreven worden ; vervolgens do afschuwelijke aantrekkingskracht dio hem. weer in bet kamertje van de misdaad leidt en do vreeselijkc angst, die er hem op den grond doet storten ; eindelijk de ontspanning van zijn geheele wezen in de bekentenis aan het slot.... 'aul Monnet heeft dat alles weergegeven met hel derheid, juistheid en kracht." Charles Martel noemt het drama schilderach tig, treffend en wijsgeerig"; de Iti'jiubUfiue Franijaise drukt een geheeld scène tusschen Rodion en Porphyrius at: in den Figaro wijdt Henri Fouquier een hoofdartikel aan Famo russo", naar aanleiding van het drama ; Auguste Vitu, hoewel hij opkomt tegen het naief vertoonen van personen als Sounia en haar dronken vader, brengt hulde aan do tra gische kracht van het stuk; en Louis Denayrouzo noemt het zoowel een literaire ais een dramatische overwinning. MUZIEKAAL OVERZICHT. RoUerdam, 20 Scpt. 1SSS. De tempel der Muzen heeft zijn poorten opnieuw geopend en de toonkunst er haren intocht weder gedaan: ditmaal betreden wc het gebouw aan de

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl