De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 30 september pagina 2

30 september 1888 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.588 Waarom ? Wifr zal bet zeggen ? Door een reporter naar de reden van zijn be sluit gevraagd, heeft hij te kennen gegeven, dat de straatschenderijen, waarvan de vreemdelingen Jneenrralen de mikpunten waren, hier te erg zijn, «n vruchteloos door hem ia aangedrongen, op het aanbrengen van verbeteringen in het openbaar verkeer, 's Dokters wenken werden in den wind geslagen! ? Dit is dus al een zeer eigenaardig geval. Het 'Z\jn onze Hottentotsche toestanden en manieren, waaraan dr. Mezger zijn patiënten niet kan of wil doen gewennen. Hij heeft ons gewaarschuwd, iet is ons als Ninivégegaan, > maar Nlniv .heeft zich niet bekeerd. O, Politie, o, Burgemeester, o, Gemeenteraad, o, gij Volk van Amsterdam, wordt schaamrood en verbergt u in uwe binnenkameren; o, gij Stadinet de keizerskroon, scheur uwe kleederen, die toch reeds zoo gehavend zijn, en strooi ascli op uw hoofd, gij, vieze, vuile, stoffige deerne... verloopen dochter van' het Noorden. Wat pronkt gij met uw schoon en gaat prat op uw sieraden ..! 't Is al zelfmisleiding. Graven en gravinnen, prinsen en prinsessen, zelfs rijke vreemdelingen zonder titel, vinden u te akelig om zich met u te willen enCBnailleeren of in uwe tegenwoordigheid geknepen n gewreven te worden. Uw eigen kind, de dr., bjj u gewonnen en geboren en van kindsbeen af volstrekt niet verwend aan odeurtjes en liflafjes, geeft er de brui van zijn kunsten bij u te vertoonen; immers hij schaamt zich tot in het diepst yan zgn ziel aan de allerfashionabelste wereld, die hij opkalefatert, te moeten bekennen, dat hij b^j n thuis ligt. Misschien zijn er meer zulke menschen als wij, maar wij verklaren gaarne, dat we nu,ge noeg hebben van deze Mezger-praatjes. Hadde de gerenommeerde doktor, jaren geleden, toen de vorstelijke personen de proef met Amsterdam nog moesten nemen, uit vrees voor de afgelegenheid der stad, zich naar het buitenland verplaatst, dit zou geen ergernis hebben kunnen wekken. Nu echter half het gekroond Euroop aan den Amstel op de knieën en menigeen in nog nederiger hou ding voor hem heeft gelegen, is do bovenmcdegedeelde uitvlucht te armzalig, om er een oogenblik in ernst bij stil te staan. Voorzeker, niemand heeft het recht van Mezger te eischen. dat hij de geheimste overleggingen van zyn binnenste biechte; en dat is ook nieinoodig. Het publiek heeft het bij dergelijke quaesties ver genoeg in de conjecturaalcritiek gebracht, om het zonder een ot'ficieele verklaring te kunnen stellen. Men kan heel goed begrijpen, dat de aanbiedingen van een Duitsche badplaats te schitterend waren, om door een huisvader te worden afgeslagen. Men weet ook wel. dat een profeet nooit geëerd is.in zijn vaderland, althans nooit zóó veel als daarbuiten. Men begrijpt, dat, gelijk elk geneeskundige, en vooral elk geneeskundige die een nieuwe methode, liefst zoo algemeen mogelijk, toepast, ook deze specia liteit misslagen heeft begaan, die aan zijn wetenschappelijken naam afbreuk deden. Het spreekt van zelf, dat er een wanverhouding moest ont staan tusschen de schelklinkende reclame over de grenzen en het huldebetoon, dat don voorspoedigen dokter hier werd geboden : waar scher pe oogen zijn arbeid volgden en men beter in staat was zijn verdienste op den juisten prijs te schatten. Waarlijk, als men dr. Mezger na zich pas op nieuw aan zijn gemeente verbonden te hebben nu weder bereid ziet aan Wiesbaden de voorkeur te schenken, dan is dit een zóó eenvoudig geval, dat men wel in de laatste plaats aan de Amsterdamsche straatjeugd en het stofzand op de Weesperzijde behoeft te denken, om zich rekenschap van dien plotselingen ommekeer te geven. Om eerlijk te zijn: wij achten het niet moeielijk te begrijpen, dat dr. Mezger ten slotte geen weer stand heeft kunnen bieden aan den zoo herhaal delijk bij hem opgekomen lust zich eens te verfrisschen, door den kring te verlaten, binnon welken sedert eenige dagen nagegaan ... Hij heeft er 'waarschijnlijk de lucht van gekregen, want gisteren-avond is hij met den sneltrein naar Havre vertrokken en heeft vijfduizend francs van mij meegenomen... Ik beklaag ze mij niet zoo heel erg, omdat het jou verhindert een dwaasheid te begaan, maar ik ben toch zoo vrij geweest de politie van een en ander in kennis te stellen en op het spoor van den dief te brengen .. Dat zou me een dingetje voor je zijn geweest, als het eerst na je huwe lijk was uitgekomen ... Je moet toestemmen, dat alles je toch geducht meeloopt, hè? be ken het maar !. .." Zij bekende niets, want zij was beweging loos in haar stoel teruggezonken. Toen men haar te bed had gebracht en zij uit hare bezwijming ontwaakte, begon zij te ijlen. De dokter, die inderhaast was ontboden, ver klaarde hoofdschuddend, dat zij hersenkoorts had en dat het een ernstig geval was. Ja, wel ernstig, want de koorts verliet haar niet meer en na acht dagen van hevig lijden stierf zij aan hersenvliesontsteking. Op een helderen herfstinorgen werd zij be graven. Een uiterst eenvoudige begrafenis, met witte rozen en viooltjes op het laken der kist. In de lucht zweefden schilderachtig glinsterende herfstdraden op het zachte briesje wiegelend voort De oom volgde den stoet met een gelegenheidsgezicht, diep bedroefd en peinzend, zooals het behoorde. »Zij heeft er geen weet van gehad," mom pelde hij tot den vriend die hem ondersteunde. »Ze is heengegaan, zonder bij kennis te zijn gekomen, en dat is een geluk voor haar ge weest Enfin, zoo is het leven ! 'De eene sterft, de andere blijft achter, en de zon schijnt er niet minder om ... Wat een prach tige dag, hè?.. Goddelijk weer voor de wijn stokken ! De arme meid kan zich daarboven er op beroemen, dat ze met heerlijken zonne schijn ter aarde is be_steld Ze is tot het einde toe een gelukskind gebleven." hij, hoe zeer ook in de hoogte gestoken, toch niet die verheven plaats kon bemachtigen, waarop een man van zooveel succes allicht aanspraak moest maken. In zekere mate door de medische faculteit geacht, bleek toch veelal dat respect meer gegrond to zijn op zijn energie dan op de erkentenis van bijzondere wetenschappelijke verdienste. De laatste werd in het algemeen niet hoog aangeslagen. Veelmaals echter vernam men dat de geestkracht gepaard ging met een soort van stoutmoedigheid, die, voor de wetenschap misschien niet onvrucht baar, voor den patiënt haar bedenkelijke zijde had. In hoeverre deze wijze van den ongewonen man te waardeeren juist was, staat niet aau ons te beoordeelen, doch de heer Mezger kan zelf niet onkundig gebleven zijn van hetgeen men omtrent hem vertelde. Het zal hem niet ontgaan zijn, dat, behalve een groot aantal erkentelijke patiënten, die hun herstelling aan hem dankten, en dus zijn lof als medicus zongen, er weinigen waren, die niet in hem meer een gepersoniticocrdo Vereeniging tot bevordering van het vreemdelingen verkeer zagen, dan den grooten weldoener der menschheid. Het streelde ons Amsterdammers zoo vele hooge gasten te mogen herbergen en wij waren niet blind voor de stoffelijke voordeelen, die deze bezoekers een aantal onzer medeburgers schonken, doch het is zeer licht in te zien, dat Dr. Mezger volstrekt niet voldaan werd door dezo soort van ingenomenheid met zijn persoon en werken. Men moet echter niet vergeten, dat de dr. zelf deze beschouwingswijs, die hem als de groote steunpilaar van het Amstel-hötel eere deed winnen, niot weinig voed sel heeft gegeven, door steeds van het verkeer" als een der elementen onmisbaar voor den bloei der Massage te gewagen. Eeno gewoonte, den doctor zoo eigen, dat zij ook nu, waar hij spreekt over de redenen, die hum nopeu ons te verlaten, hem parten speelt, en hom verleidt een reporter van het Handelsblad in ds laren to leggen. Het groote verlies dat de hoofdstad lijdt, acht men. dan ook niet gelegen te zijn in het aan staand gemis van dr. Mezger als medicus, maar als patiënten- en vooral als vreemdelingentrekkend middenpunt van ons prachtig Amstelhótel. Bij de hoogte, waarop do kunst van Mas sage, mede door dr. Mezger, is gekomen, schijnt er geen gevaar voor te bestaan, dat niet nieuwe duimen zich zullen aanbieden om zieken gezond te wrijven. De schade, die men ducht, is in de eerste plaats cene van matcrioelen aard. De hoofd stad, hoezeer zij dio betreurt, is gelukkig nog krachtig genoeg haar te dragen. Dit, tenminste, kan te recht komen. Doch terwijl zij den afscheidnemenden dokter haar vriendelijkste groeten biedt, heeft zij een dringend verzoek tot hem te richten. Iemand als Mezgor, die aan Amsterdam zóó ont zettend veel te danken heeft, bekladde haar naam niet ir. den vreemde. Om welke reden onze stad genoot naar het land zijner vaileren terugkeert,. kan ons onverschillig zijn; het zou ons echter aan het hart gaan, indien hij zijn geweten ten op zichte van een zoo vriendelijke en gulle gast vrouw met laster bezwaarde." De Tijd liet zich als volgt uit: Volgens het Hbl. heeft dr. Mezger zich nu toch laten overreden, om zich metterwoon te Wiesbaden te vestigen. Hoe jammer het ook zij, dat de vermaarde wrijfdokter Amsterdam gaat verlaten, is het te hopen, dat men niot opnieuw hemel en aarde zal bewegen, om hem van be sluit te doen veranderen. Men ziet het, 't baat maar voor een oogenblik; het wiesbadensch con sortium laat zich door do vaderlandsliefde van dr. Mezger niet uit hot veld slaan, en komt met steeds klinkender argumenten hem verleiden. Als voorname reden vau zijn vertrek geeft de heer Mezger echter niet die klinkende argumenten" op; maar de klachten over de straatschenderijen, waaraan zijn patiënten voortdurend blootstaan. De wenken, in het vorige jaar ten opzichte van het gewenschte van een scherper politie-toczicht en omtrent nog andere zaken door hem godaan, zijn in den wind geslagen niet alleen, doch de toestanden, waarover hij toen klaagde, zijn erger dan ooit. Dat ons Gemeentebestuur geen gevolg heeft gegeven aan zijn wenken om do stad to verfraaien, kan als grief moeilijk serieus worden opgevat, daar de hooge gasten, die bij dr. Mezger genezing komen zoeken, meestal geen peripatotid zijn, zoodat de lieve jeugd maar weinig aanleiding had tot de gewraakte schenderijen, terwijl het meer of minder uiterlijk schoon onzer stad niet in de eerste plaats een voorwerp van critiek zal heb ben uitgemaakt voor hen, die minder voor ver maak dan wel tot herstel van hun geschokte gezondheid kwamen. Bovendien mist do omgeving van het Amstel-Hotel waarlijk geen uiterlijk schoon. Welke verfraaiingen verlangde dr. Mezger ilan toch wel voor zijn patiënten aangebracht? Do wenschelijkhcid van scherper politietoezicht geven wij toe, zoo niet om de patiënten van dr. Mezgor tegen do straatjeugd te beveiligen, dan zeer zeker om hen te vrijwaren voor den ergcrlijken last, dien zij van allerlei b?dclvolk hebben. Intusschen napleiten helpt niet, dr. Mezger gaat heen het contract met hot consortium van Wiesbaden is reeds vóór veertien dagen goteekend en hij neemt zijn hooge patiënten mede." liet Nieuws v. d. Dag gaf metle hare teleur stelling te kennen: Gisteren verspreidde zich in het Amstelhotel en weldra ook daar buiten liet gerucht, flat Dr. Mezger besloten had binnenkort voor goed onze stad metterwoon to verlaten. Gedachtig aan hetgeen verleden jaar gebeurd was, hebben wij ons terstond daarop schriftelijk tot Dr. Mezger gewend met verzoek om inlich ting en machtiging het gerucht onjuist te kun nen verklaren. Dat verzoek is beantwoord met een weder-vorzoek; Dr. La Cavo. de assistent van Dr. Mezgor, schreef namelijk terug : In antwoord op Uw geëerd schrijven aan Dr. Mezger hoeft hij mij opgedragen u vriendelijk te verzoeken over de zaak te zwijgen en niet te spreken van geruchten die in omloop zijn. Gij zult hem daarmede groot genoegen doen. Wij hadden natuurlijk geen reden Dr. Mezgor ongenoegen aan te doen en zwegen over de ..ge ruchten die in omloop zijn." Dien eigen avond echter bevatte het Alg. Hbl. de stellige mededeeling, dat Dr. Mezger binnen kort vertrekken zou, en wel om de onaangenaam heden die zijne patiënten van de straatjeugd hier ter stede heeteu te ondervinden. De mededee ling kwam uit den mond van Dr. Mezger zelf. Zooals men ziet strookt de eene inlichting niet geheel met de andere. Wij hebben toon onmid dellijk nadere opheldering gezocht, maar 's avonds wordt men niet toegelaten in de woning van den geneesheer (bij Dr. La Cave was't hetzelfde), en op eon schriftelijke aanvraag is tot dusver nog geen antwoord gekomen. Waarom ons de inlichting onthouden wordt, weten wij niet en begrijpen wij niet. Aan be langstelling hoeft het onzerzijds nooit ontbroken. Wij hopen nog dat de tijding van hot vertrek niet absoluut zeker is, maar kunnen niot nalaten te zeggen, dat er maar al te veel reden is om het tegendeel te golooven. De woorden, door dr. Mezger zelf tot sommi gen van het personeel in hot Amstelhótol ge sproken laten maar weinig roden tot twijfel over." Ten slotte de Standaard : Het vertrek van Dr. Mezger naar Wiesbaden is te betreuren: en vooral na zijn cordate wei gering den vorigen zomer baart zijn besluit ons teleurstelling. Toch rechtvaardigt dit o.i. niet don toon, waarop thans over zijn heengaan geschreven wordt. Wie een vorig maal op zijn blijven hier ter stede aandrong en blijk van blijdschap gaf, toen hij Wiesbaden afwees, heeft thans geen recht om den onverschillige te spelen. Ongetwijfeld maakt een terugkomen op een genomen besluit altoos een min behagelijken in druk. Maar om dien indruk in zijn juistheid te beoordeelen, zou men allo motieven voor dit ver anderen van zienswijs mooten kennen. Dat Dr. Mezger aan een dagblaclreporter, niet zijn heele hart openbaarde, spreekt toch wol van zelf, en dat hij, om toch een antwoord te geven, oen wat potsierlijk antwoord gaf, stemmen we aan de Am «t. volmaakt toe. Maar ook zoo blijft zijn heengaan een verlies. Een verlies voor ons land, dat door Mezger's naam in tal van kringen buitenaf don roep her won, van te kunnen bieden wat geen ander land bood. Ken verlies voor onze stad, die om hem velen trok, dio anders zich om Amsterdam niet be kreunden. Maar een verlies bovenal voor die velen, die j geen reis naar Wiesbaden aankunnen, en thans te Amsterdam de gelegenheid missen zullen om heul bij zijn massage te zoeken. Want wel, dit stemmen wo toe, zullen er an dere doctoren opstaan, die zijn stelsel bestendigen, evengoed als Xonhebel dat te Brussel doet; maar raasseerende gonecsheeren telt ook het buiten land bij menigte; en toch kwam men uit het buitenland steeds naar Amsterdam. Mag dan miskend, dat Dr. Mezger voor de kunst van massage een zeldzaam talent bezat en matador in zijn vak was V En laat hij, bij zijn heengaan, niet een monu ment van zijn kunst achter in dio velen in en buiten Amsterdam, die nog strompelen on kwij nen zouden, als Mezger's duim en vinger hun geen verrassende genezing getoovord had?" Een getrouw lezer'1 zendt ons hot volgende : BIJ HET AFSCHEID. Zoo gaat hij heen, die wonderdoende duim, Dio spier en pees en zenuw wist to kneden, Waarlangs de noest verdiende tientjes gleden, Die wond'ren schiep uit hard geworden schuim! (*) Is noodlot hier in 't spel, of booze luim ? Biedt de Amstelstad, zoo lier op haar verleden, Den vreemdeling geen gastvrij dak meer heden ? Och noen ! den duim ontbreekt het aan eon pluim. Ga, dokter, neem wat 't buitenland u biedt! Dra prijkt uw broode borst met honderd orden, Het Sanitfitsrat blinkt reeds in 't verschiet. Medizinalrat och l wie duizelt niet! Professor, ja Geheimrat kan men worden . .. Zoo maakt de pluim don Duim een Grooten Piet." (*) Zeeschuim (Os sepiae), waaruit de geëerde duimbezitter te Domburg fraaie voorwerpjes knutselde. Kunst en Letteren. HET TOOXEEL, TE AMSTERDAM. Parkschouwburg: De HollandscUe Opera. Ue N. Rotierd. Schouioburymaatuchappij. Hot is, voor beschaafden die niet geheel vreemd aan do indrukken der kunstgeschiedenis, of ook maar aan dio van de goede smaak zijn, eon lust don in rijken Indiesch-Arabischen stijl gebouwden Parkschouwburg to bezoeken. Do lieer J. G. de Groot, die het stoute opzet hoeft aangedurfd, na zoo veel jaren relaclic (het dagteckent, meen ik, reeds van de tijd, dat de muzikale, familiën Majofsld on De Boer hare zwanenzangen aanhieven), opcraas met hollandschen tcxt to montcercn, heeft de zomervakantie o. a. dienstbaar gemaakt aan het verbeteren der stalles-imïchting. Men herinnert zich hoc onaan genaam hot was tusschen do enge grenzen der armen van de klapfautuiltjens in te dringen en welke oefening er vercischt werd, om het plaats nemen te doen samengaan met het neerdrukken der onhousche veeren, om dan, ten loon der in spanning, een hooien avond op harde matjens te mogen zitten. Dit alles is wcchgeriümd, en solide leunstoelen, met veerkrachtige loeren zittingen, zijn er voor in de plaats gekomen, liet is een offer van ruimte, dat de Dircktcnr zich getroost heeft; maar do winst aan comfort is zeer groot. En ook dit is eeti van de vereischtcn, waaraan oen komediezaal voldoen moet. Wat is er al niet noodig, om een aangename schouwburgvoorstelling in hot leven te roepen: oen gemakkelijk toegankelijk, goed verlicht en verwarmd lokaal, dat akoestiesch niets te wenschen overlaat, fraaye literarische, soms ook muzikale en choregrafische tooneelwerken, oen flink georganizeerde troep, goed gekozen kostumon, begoochelende dekoraties, een kunstminnend en talrijk publiek, en, voor sommigen, een wel voorzien en vlug bediend bufet. Tot schouwburggenot dragen veel kleinigheden bij: natuurlijk is de hoofdzaak: het stuk en de uitvoering. Dezo week speelde men Ambroise Thomas' Hamlet", in eeno vertaling naar den bekenden text van Michol Carréen Jules Barbier, 't Is onnoodig te herinneren, dat de tragedie vau Shakespcaro in hoofdtrekken gevolgd is. Men moge, bij do herinnering van Shakespoares beroemde schep ping, betreuren, dat vele schoonheden van het oorspronkelijke hebbon moeten worden opgeofferd aan do eischen der muzikale samenstelling. er is genoeg overgebleven om tot de getuigenis te leidcny dat do n'guur van Hamlet in het hoofd feit, dat Sbakespeares schepping beheerscht, zich geleend heeft tot een treffende eu rijke muzikale schilderij. liet personental is op do helft vermin derd; onderdeden, die zich voor oen grand opéra niet lecncn (ais bijv het tooneel met de Unit) zijn wechgovallen; hier eu daar is voor do ge heimzinnige dichterlijke mijmering, die in den half krankzinnigen Hamlet verpersoonlijkt wordt, en toch dikwerf zulke diep mensehknndige uitspraken en intentiën blootlegt, nuchter gezond verstand in de plaats gekomen. Zoo wordt, bijv. de beroemde plaats Got thee to a nunnery", die voortkomt uit HamIets menschenhaat (een gevolg van 's vaders mede deeling en zending), in de opera gemotiveerd, door Hamlets ontdekking, dat Pülonius gemoene zaak met de Ivoningsmoorders gemaakt heeft en de be denking, dat Ophelia zijn dochter is. Ook de fransche geestesrichting heeft haar aandeel in het min tastbaar maken van het ideale, dat de oor spronkelijke dichter ons in doze allermerkwaar digste schepping geleverd heeft. Over do muzikale uitvoering onthoud ik mij te sproken; maar ik kan niet nalaten zeer toe te juichen, dat de Heer relio (Hamlet) zich de moeite geeft zijne woordon zeer duidelijk te artikulceren. De voortreffelijke zang van dezen baryton komt er maar dos te beter door uit. De zelfde kunstenaar hoeft in het laatste jaar groote vorderingen, als akteur gemaakt. Hij stelt, als zoodanig, vele en van de bij ons meest ge liefde fransche zangers in de schaduw. Zijn Doute dn ciel" on de aria met don beker waren van wechsleepende schoonheid. Do Heer Schmier, de eerste bas, spreekt niet volkomen onduidelijk, maar mist de goedo gewoonte van het scherp artikulecren. Hot Hollandsen vau Mev. van Ophemert-Schwencke on dat van Mev. Orelio-van Zandt en don Hoor van den Kcrckhoven laat altijd nog al iets te wonschcii over. Gelukkig is do opera bekend genoeg, dat men de voornaamste passaadjes, door die artiesten met gloed voorgedragen, wel in hun geheel genieten kan. Ik heb (ofschoon deze opera reeds van 1808 dagteckent) steeds de gelegenheid gemist haar te Parijs to zien vertoon on. Ik donk, dat uien de kostumes van daar gevolgd heeft: maar a! is dit zoo, meu moest toch niet in de stuitende fout vervallen, waar ik, bij een vn.egero voorstelling van. deze opera, reeds op gewezen heb, dat er een eeuw of vier af stands liggen tusschen hot kostuum van Hamlet en dat van den Koning. De dekoraties waren vrij voldoende: vooral die van het Slotplein of terras", waar do (leest ver schijnt. Ook de voorstelling van dit geval kon er goed door. Als er moer gedaan wordt om het lantasmagoriesch cffekt te verhoogen, doet de tooverlantaarn maar zelden haar plicht. Het spel dor choristen in de grooto Opera is doorgaands onbeduidend; daar hebben de Fransche Chroniqueurs du thèdtre al menige stalen pon op bot gesciireven.Maar als er eon luimig choor gezongen wordt bij 't glas", dan mocht de mise en scène hier toch wel eenigszins de blijken van dragen. Mot genoegen deel ik mee, dat de schouwburg, bij de uitvoering van den Hamlet" sterk bezet was on dat het publiek door do levendigste toe juiching den wakkeren Dirokteur en de verdien stelijke zangers en zangeressen loonde voor hunne inspanning. Zullen zij ons Eobert en Les Uuguenots niot eens to genieten goven'r1 * * Een paar dagen vóór de uitvoering van den Hamlet", woonden wij eene vertooning bij van de Nieuwe Rotterdamsche Schouwburg-maat schappij", Direktie Alex Faassen en Co. Men gaf eon, blijkbaar uit hot Fransch vertaald, kluchtspel, getiteld: Een wijzertjo rond, of de Lotge vallen van Drie Erfenisjagers". Veel vernuft is aan de uitwerking van dit thema niet ten koste gelegd en bovendien is het een van die stukken,waarbij het devies DeuiRoinen ist Alles rein" wol, ter ver dediging mag. en dan ook kan worden ingeroepen. Zekere overledene, met name Julius D uilen burg, heeft een groot getal erfgenamen. In zijn' testament beschuldigt hij zich zeer los van leven geweest to zijn, eu verklaart, tot den univcrsoelen erfgenaam van zijn altijd nog belangrijk vermogen, aan te stollen hem of haar onder zijn bloedverwanten, op wien nooit de minste aanmerking uit het oogpunt dor zedelijk heid hooft kunnen gemaakt worden. Als zoodanig wordt op den voorgrond gesteld Jïruettine V l ach1ig, do dochter van eon fabrikant van springveeren-niatrassen. Maar al spoedig doet zich eea mededinger op, in don persoon van den jeugdigen niH* Jjimoen. De te-leur-gestelde erfgenamen zijn er dan op bedacht llieroxiiinix zijne aanspraken te doen ver liezen, door cene lieiUesbetrekking voor hem voor te bereiden mot 1'annleUu, winkelierster in tabak en cigarcn. eze vrouw van bedenkelijke zeden, vernemend, dat hij misschien drie millioeneu be zitten zal, tracht den onnoozelen Jlieronimiiaycrliefd op haar to maken, niet wetend, dat dit juist beoogd wordt door de mededingende erfgenamen, om IJieronimus zoo mogelijk de erfenis te doen verbeuren. Binnen 24 uren moest de zaak haar beslag krijgen. I'anatella brengt JIieronimn.<i naar het bal Mabille\ maar hij wordt oprecht bemind door zijne nicht lirncstine, en daar zij een paar worden, vervalt do roden der strikkenspanning van den kant van Ernestine's vader, lloo het komt, dat een derde mededinger, zekere deur waarder Van Engel, zijne prsetensiëu prijsgeeft,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl