Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.588
Waarom ?
Wifr zal bet zeggen ?
Door een reporter naar de reden van zijn be
sluit gevraagd, heeft hij te kennen gegeven, dat
de straatschenderijen, waarvan de vreemdelingen
Jneenrralen de mikpunten waren, hier te erg zijn,
«n vruchteloos door hem ia aangedrongen, op het
aanbrengen van verbeteringen in het openbaar
verkeer, 's Dokters wenken werden in den wind
geslagen!
? Dit is dus al een zeer eigenaardig geval. Het
'Z\jn onze Hottentotsche toestanden en manieren,
waaraan dr. Mezger zijn patiënten niet kan of
wil doen gewennen. Hij heeft ons gewaarschuwd,
iet is ons als Ninivégegaan, > maar Nlniv
.heeft zich niet bekeerd.
O, Politie, o, Burgemeester, o, Gemeenteraad,
o, gij Volk van Amsterdam, wordt schaamrood en
verbergt u in uwe binnenkameren; o, gij Stadinet
de keizerskroon, scheur uwe kleederen, die toch
reeds zoo gehavend zijn, en strooi ascli op uw
hoofd, gij, vieze, vuile, stoffige deerne... verloopen
dochter van' het Noorden. Wat pronkt gij met uw
schoon en gaat prat op uw sieraden ..! 't Is al
zelfmisleiding. Graven en gravinnen, prinsen en
prinsessen, zelfs rijke vreemdelingen zonder titel,
vinden u te akelig om zich met u te willen
enCBnailleeren of in uwe tegenwoordigheid geknepen
n gewreven te worden. Uw eigen kind, de dr.,
bjj u gewonnen en geboren en van kindsbeen af
volstrekt niet verwend aan odeurtjes en liflafjes,
geeft er de brui van zijn kunsten bij u te
vertoonen; immers hij schaamt zich tot in het diepst
yan zgn ziel aan de allerfashionabelste wereld,
die hij opkalefatert, te moeten bekennen, dat hij
b^j n thuis ligt.
Misschien zijn er meer zulke menschen als wij,
maar wij verklaren gaarne, dat we nu,ge
noeg hebben van deze Mezger-praatjes. Hadde
de gerenommeerde doktor, jaren geleden, toen de
vorstelijke personen de proef met Amsterdam nog
moesten nemen, uit vrees voor de afgelegenheid
der stad, zich naar het buitenland verplaatst, dit
zou geen ergernis hebben kunnen wekken. Nu
echter half het gekroond Euroop aan den Amstel
op de knieën en menigeen in nog nederiger hou
ding voor hem heeft gelegen, is do
bovenmcdegedeelde uitvlucht te armzalig, om er een
oogenblik in ernst bij stil te staan.
Voorzeker, niemand heeft het recht van Mezger
te eischen. dat hij de geheimste overleggingen van
zyn binnenste biechte; en dat is ook nieinoodig.
Het publiek heeft het bij dergelijke quaesties ver
genoeg in de conjecturaalcritiek gebracht, om
het zonder een ot'ficieele verklaring te kunnen
stellen. Men kan heel goed begrijpen, dat de
aanbiedingen van een Duitsche badplaats te
schitterend waren, om door een huisvader te
worden afgeslagen. Men weet ook wel. dat een
profeet nooit geëerd is.in zijn vaderland, althans
nooit zóó veel als daarbuiten. Men begrijpt,
dat, gelijk elk geneeskundige, en vooral elk
geneeskundige die een nieuwe methode, liefst
zoo algemeen mogelijk, toepast, ook deze specia
liteit misslagen heeft begaan, die aan zijn
wetenschappelijken naam afbreuk deden. Het spreekt
van zelf, dat er een wanverhouding moest ont
staan tusschen de schelklinkende reclame over
de grenzen en het huldebetoon, dat don
voorspoedigen dokter hier werd geboden : waar scher
pe oogen zijn arbeid volgden en men beter in
staat was zijn verdienste op den juisten prijs te
schatten. Waarlijk, als men dr. Mezger na
zich pas op nieuw aan zijn gemeente verbonden
te hebben nu weder bereid ziet aan
Wiesbaden de voorkeur te schenken, dan is dit een zóó
eenvoudig geval, dat men wel in de laatste plaats
aan de Amsterdamsche straatjeugd en het
stofzand op de Weesperzijde behoeft te denken, om
zich rekenschap van dien plotselingen ommekeer
te geven.
Om eerlijk te zijn: wij achten het niet moeielijk
te begrijpen, dat dr. Mezger ten slotte geen weer
stand heeft kunnen bieden aan den zoo herhaal
delijk bij hem opgekomen lust zich eens te
verfrisschen, door den kring te verlaten, binnon welken
sedert eenige dagen nagegaan ... Hij heeft
er 'waarschijnlijk de lucht van gekregen, want
gisteren-avond is hij met den sneltrein naar
Havre vertrokken en heeft vijfduizend francs
van mij meegenomen... Ik beklaag ze mij
niet zoo heel erg, omdat het jou verhindert
een dwaasheid te begaan, maar ik ben toch
zoo vrij geweest de politie van een en ander
in kennis te stellen en op het spoor van den
dief te brengen .. Dat zou me een dingetje
voor je zijn geweest, als het eerst na je huwe
lijk was uitgekomen ... Je moet toestemmen,
dat alles je toch geducht meeloopt, hè? be
ken het maar !. .."
Zij bekende niets, want zij was beweging
loos in haar stoel teruggezonken. Toen men
haar te bed had gebracht en zij uit hare
bezwijming ontwaakte, begon zij te ijlen. De
dokter, die inderhaast was ontboden, ver
klaarde hoofdschuddend, dat zij hersenkoorts
had en dat het een ernstig geval was.
Ja, wel ernstig, want de koorts verliet haar
niet meer en na acht dagen van hevig lijden
stierf zij aan hersenvliesontsteking.
Op een helderen herfstinorgen werd zij be
graven.
Een uiterst eenvoudige begrafenis, met witte
rozen en viooltjes op het laken der kist. In
de lucht zweefden schilderachtig glinsterende
herfstdraden op het zachte briesje wiegelend
voort De oom volgde den stoet met een
gelegenheidsgezicht, diep bedroefd en peinzend,
zooals het behoorde.
»Zij heeft er geen weet van gehad," mom
pelde hij tot den vriend die hem ondersteunde.
»Ze is heengegaan, zonder bij kennis te zijn
gekomen, en dat is een geluk voor haar ge
weest Enfin, zoo is het leven ! 'De
eene sterft, de andere blijft achter, en de zon
schijnt er niet minder om ... Wat een prach
tige dag, hè?.. Goddelijk weer voor de wijn
stokken ! De arme meid kan zich daarboven
er op beroemen, dat ze met heerlijken zonne
schijn ter aarde is be_steld Ze is tot het
einde toe een gelukskind gebleven."
hij, hoe zeer ook in de hoogte gestoken, toch niet
die verheven plaats kon bemachtigen, waarop een
man van zooveel succes allicht aanspraak moest
maken. In zekere mate door de medische faculteit
geacht, bleek toch veelal dat respect meer gegrond
to zijn op zijn energie dan op de erkentenis van
bijzondere wetenschappelijke verdienste. De laatste
werd in het algemeen niet hoog aangeslagen.
Veelmaals echter vernam men dat de geestkracht
gepaard ging met een soort van stoutmoedigheid,
die, voor de wetenschap misschien niet onvrucht
baar, voor den patiënt haar bedenkelijke zijde
had. In hoeverre deze wijze van den
ongewonen man te waardeeren juist was, staat niet aau
ons te beoordeelen, doch de heer Mezger kan
zelf niet onkundig gebleven zijn van hetgeen men
omtrent hem vertelde. Het zal hem niet ontgaan
zijn, dat, behalve een groot aantal erkentelijke
patiënten, die hun herstelling aan hem dankten,
en dus zijn lof als medicus zongen, er weinigen
waren, die niet in hem meer een gepersoniticocrdo
Vereeniging tot bevordering van het vreemdelingen
verkeer zagen, dan den grooten weldoener der
menschheid. Het streelde ons Amsterdammers zoo
vele hooge gasten te mogen herbergen en wij
waren niet blind voor de stoffelijke voordeelen,
die deze bezoekers een aantal onzer medeburgers
schonken, doch het is zeer licht in te zien,
dat Dr. Mezger volstrekt niet voldaan werd
door dezo soort van ingenomenheid met zijn
persoon en werken. Men moet echter niet
vergeten, dat de dr. zelf deze
beschouwingswijs, die hem als de groote steunpilaar van het
Amstel-hötel eere deed winnen, niot weinig voed
sel heeft gegeven, door steeds van het verkeer"
als een der elementen onmisbaar voor den bloei
der Massage te gewagen. Eeno gewoonte, den
doctor zoo eigen, dat zij ook nu, waar hij spreekt
over de redenen, die hum nopeu ons te verlaten,
hem parten speelt, en hom verleidt een reporter
van het Handelsblad in ds laren to leggen.
Het groote verlies dat de hoofdstad lijdt, acht
men. dan ook niet gelegen te zijn in het aan
staand gemis van dr. Mezger als medicus, maar
als patiënten- en vooral als
vreemdelingentrekkend middenpunt van ons prachtig
Amstelhótel. Bij de hoogte, waarop do kunst van Mas
sage, mede door dr. Mezger, is gekomen, schijnt
er geen gevaar voor te bestaan, dat niet nieuwe
duimen zich zullen aanbieden om zieken gezond
te wrijven. De schade, die men ducht, is in de
eerste plaats cene van matcrioelen aard. De hoofd
stad, hoezeer zij dio betreurt, is gelukkig nog krachtig
genoeg haar te dragen. Dit, tenminste, kan te
recht komen. Doch terwijl zij den
afscheidnemenden dokter haar vriendelijkste groeten biedt, heeft
zij een dringend verzoek tot hem te richten.
Iemand als Mezgor, die aan Amsterdam zóó ont
zettend veel te danken heeft, bekladde haar naam
niet ir. den vreemde. Om welke reden onze stad
genoot naar het land zijner vaileren terugkeert,.
kan ons onverschillig zijn; het zou ons echter aan
het hart gaan, indien hij zijn geweten ten op
zichte van een zoo vriendelijke en gulle gast
vrouw met laster bezwaarde."
De Tijd liet zich als volgt uit:
Volgens het Hbl. heeft dr. Mezger zich nu
toch laten overreden, om zich metterwoon te
Wiesbaden te vestigen. Hoe jammer het ook zij,
dat de vermaarde wrijfdokter Amsterdam gaat
verlaten, is het te hopen, dat men niot opnieuw
hemel en aarde zal bewegen, om hem van be
sluit te doen veranderen. Men ziet het, 't baat
maar voor een oogenblik; het wiesbadensch con
sortium laat zich door do vaderlandsliefde van
dr. Mezger niet uit hot veld slaan, en komt met
steeds klinkender argumenten hem verleiden. Als
voorname reden vau zijn vertrek geeft de heer
Mezger echter niet die klinkende argumenten"
op; maar de klachten over de straatschenderijen,
waaraan zijn patiënten voortdurend blootstaan.
De wenken, in het vorige jaar ten opzichte van
het gewenschte van een scherper politie-toczicht
en omtrent nog andere zaken door hem godaan,
zijn in den wind geslagen niet alleen, doch de
toestanden, waarover hij toen klaagde, zijn erger
dan ooit.
Dat ons Gemeentebestuur geen gevolg heeft
gegeven aan zijn wenken om do stad to verfraaien,
kan als grief moeilijk serieus worden opgevat,
daar de hooge gasten, die bij dr. Mezger genezing
komen zoeken, meestal geen peripatotid zijn,
zoodat de lieve jeugd maar weinig aanleiding
had tot de gewraakte schenderijen, terwijl het
meer of minder uiterlijk schoon onzer stad niet in
de eerste plaats een voorwerp van critiek zal heb
ben uitgemaakt voor hen, die minder voor ver
maak dan wel tot herstel van hun geschokte
gezondheid kwamen. Bovendien mist do omgeving
van het Amstel-Hotel waarlijk geen uiterlijk schoon.
Welke verfraaiingen verlangde dr. Mezger ilan
toch wel voor zijn patiënten aangebracht? Do
wenschelijkhcid van scherper politietoezicht geven
wij toe, zoo niet om de patiënten van dr. Mezgor
tegen do straatjeugd te beveiligen, dan zeer zeker
om hen te vrijwaren voor den ergcrlijken last, dien
zij van allerlei b?dclvolk hebben. Intusschen
napleiten helpt niet, dr. Mezger gaat heen het
contract met hot consortium van Wiesbaden is
reeds vóór veertien dagen goteekend en hij
neemt zijn hooge patiënten mede."
liet Nieuws v. d. Dag gaf metle hare teleur
stelling te kennen:
Gisteren verspreidde zich in het Amstelhotel
en weldra ook daar buiten liet gerucht, flat Dr.
Mezger besloten had binnenkort voor goed onze
stad metterwoon to verlaten.
Gedachtig aan hetgeen verleden jaar gebeurd
was, hebben wij ons terstond daarop schriftelijk
tot Dr. Mezger gewend met verzoek om inlich
ting en machtiging het gerucht onjuist te kun
nen verklaren. Dat verzoek is beantwoord met
een weder-vorzoek; Dr. La Cavo. de assistent
van Dr. Mezgor, schreef namelijk terug :
In antwoord op Uw geëerd schrijven aan Dr.
Mezger hoeft hij mij opgedragen u vriendelijk te
verzoeken over de zaak te zwijgen en niet te
spreken van geruchten die in omloop zijn. Gij
zult hem daarmede groot genoegen doen.
Wij hadden natuurlijk geen reden Dr. Mezgor
ongenoegen aan te doen en zwegen over de ..ge
ruchten die in omloop zijn."
Dien eigen avond echter bevatte het Alg. Hbl.
de stellige mededeeling, dat Dr. Mezger binnen
kort vertrekken zou, en wel om de onaangenaam
heden die zijne patiënten van de straatjeugd hier
ter stede heeteu te ondervinden. De mededee
ling kwam uit den mond van Dr. Mezger zelf.
Zooals men ziet strookt de eene inlichting niet
geheel met de andere. Wij hebben toon onmid
dellijk nadere opheldering gezocht, maar 's avonds
wordt men niet toegelaten in de woning van
den geneesheer (bij Dr. La Cave was't hetzelfde),
en op eon schriftelijke aanvraag is tot dusver
nog geen antwoord gekomen.
Waarom ons de inlichting onthouden wordt,
weten wij niet en begrijpen wij niet. Aan be
langstelling hoeft het onzerzijds nooit ontbroken.
Wij hopen nog dat de tijding van hot vertrek
niet absoluut zeker is, maar kunnen niot nalaten
te zeggen, dat er maar al te veel reden is om
het tegendeel te golooven.
De woorden, door dr. Mezger zelf tot sommi
gen van het personeel in hot Amstelhótol ge
sproken laten maar weinig roden tot twijfel over."
Ten slotte de Standaard :
Het vertrek van Dr. Mezger naar Wiesbaden
is te betreuren: en vooral na zijn cordate wei
gering den vorigen zomer baart zijn besluit ons
teleurstelling.
Toch rechtvaardigt dit o.i. niet don toon,
waarop thans over zijn heengaan geschreven
wordt.
Wie een vorig maal op zijn blijven hier ter
stede aandrong en blijk van blijdschap gaf, toen
hij Wiesbaden afwees, heeft thans geen recht
om den onverschillige te spelen.
Ongetwijfeld maakt een terugkomen op een
genomen besluit altoos een min behagelijken in
druk. Maar om dien indruk in zijn juistheid te
beoordeelen, zou men allo motieven voor dit ver
anderen van zienswijs mooten kennen. Dat Dr.
Mezger aan een dagblaclreporter, niet zijn heele
hart openbaarde, spreekt toch wol van zelf, en
dat hij, om toch een antwoord te geven, oen wat
potsierlijk antwoord gaf, stemmen we aan de
Am «t. volmaakt toe.
Maar ook zoo blijft zijn heengaan een verlies.
Een verlies voor ons land, dat door Mezger's
naam in tal van kringen buitenaf don roep her
won, van te kunnen bieden wat geen ander
land bood.
Ken verlies voor onze stad, die om hem velen
trok, dio anders zich om Amsterdam niet be
kreunden.
Maar een verlies bovenal voor die velen, die
j geen reis naar Wiesbaden aankunnen, en thans
te Amsterdam de gelegenheid missen zullen om
heul bij zijn massage te zoeken.
Want wel, dit stemmen wo toe, zullen er an
dere doctoren opstaan, die zijn stelsel bestendigen,
evengoed als Xonhebel dat te Brussel doet; maar
raasseerende gonecsheeren telt ook het buiten
land bij menigte; en toch kwam men uit het
buitenland steeds naar Amsterdam.
Mag dan miskend, dat Dr. Mezger voor de
kunst van massage een zeldzaam talent bezat en
matador in zijn vak was V
En laat hij, bij zijn heengaan, niet een monu
ment van zijn kunst achter in dio velen in en
buiten Amsterdam, die nog strompelen on kwij
nen zouden, als Mezger's duim en vinger hun
geen verrassende genezing getoovord had?"
Een getrouw lezer'1 zendt ons hot volgende :
BIJ HET AFSCHEID.
Zoo gaat hij heen, die wonderdoende duim,
Dio spier en pees en zenuw wist to kneden,
Waarlangs de noest verdiende tientjes gleden,
Die wond'ren schiep uit hard geworden schuim! (*)
Is noodlot hier in 't spel, of booze luim ?
Biedt de Amstelstad, zoo lier op haar verleden,
Den vreemdeling geen gastvrij dak meer heden ?
Och noen ! den duim ontbreekt het aan eon pluim.
Ga, dokter, neem wat 't buitenland u biedt!
Dra prijkt uw broode borst met honderd orden,
Het Sanitfitsrat blinkt reeds in 't verschiet.
Medizinalrat och l wie duizelt niet!
Professor, ja Geheimrat kan men worden . ..
Zoo maakt de pluim don Duim een Grooten Piet."
(*) Zeeschuim (Os sepiae), waaruit de geëerde
duimbezitter te Domburg fraaie voorwerpjes
knutselde.
Kunst en Letteren.
HET TOOXEEL, TE AMSTERDAM.
Parkschouwburg: De HollandscUe
Opera. Ue N. Rotierd.
Schouioburymaatuchappij.
Hot is, voor beschaafden die niet geheel vreemd
aan do indrukken der kunstgeschiedenis, of ook
maar aan dio van de goede smaak zijn, eon lust
don in rijken Indiesch-Arabischen stijl gebouwden
Parkschouwburg to bezoeken.
Do lieer J. G. de Groot, die het stoute opzet
hoeft aangedurfd, na zoo veel jaren relaclic (het
dagteckent, meen ik, reeds van de tijd, dat de
muzikale, familiën Majofsld on De Boer hare
zwanenzangen aanhieven), opcraas met
hollandschen tcxt to montcercn, heeft de zomervakantie
o. a. dienstbaar gemaakt aan het verbeteren der
stalles-imïchting. Men herinnert zich hoc onaan
genaam hot was tusschen do enge grenzen der
armen van de klapfautuiltjens in te dringen en
welke oefening er vercischt werd, om het plaats
nemen te doen samengaan met het neerdrukken
der onhousche veeren, om dan, ten loon der in
spanning, een hooien avond op harde matjens te
mogen zitten. Dit alles is wcchgeriümd, en solide
leunstoelen, met veerkrachtige loeren zittingen,
zijn er voor in de plaats gekomen, liet is een offer
van ruimte, dat de Dircktcnr zich getroost heeft;
maar do winst aan comfort is zeer groot. En ook
dit is eeti van de vereischtcn, waaraan oen
komediezaal voldoen moet.
Wat is er al niet noodig, om een aangename
schouwburgvoorstelling in hot leven te roepen:
oen gemakkelijk toegankelijk, goed verlicht en
verwarmd lokaal, dat akoestiesch niets te wenschen
overlaat, fraaye literarische, soms ook muzikale
en choregrafische tooneelwerken, oen flink
georganizeerde troep, goed gekozen kostumon,
begoochelende dekoraties, een kunstminnend en talrijk
publiek, en, voor sommigen, een wel voorzien en
vlug bediend bufet.
Tot schouwburggenot dragen veel kleinigheden
bij: natuurlijk is de hoofdzaak: het stuk en de
uitvoering.
Dezo week speelde men Ambroise Thomas'
Hamlet", in eeno vertaling naar den bekenden
text van Michol Carréen Jules Barbier, 't Is
onnoodig te herinneren, dat de tragedie vau
Shakespcaro in hoofdtrekken gevolgd is. Men moge, bij
do herinnering van Shakespoares beroemde schep
ping, betreuren, dat vele schoonheden van het
oorspronkelijke hebbon moeten worden opgeofferd
aan do eischen der muzikale samenstelling. er
is genoeg overgebleven om tot de getuigenis te
leidcny dat do n'guur van Hamlet in het hoofd
feit, dat Sbakespeares schepping beheerscht, zich
geleend heeft tot een treffende eu rijke muzikale
schilderij. liet personental is op do helft vermin
derd; onderdeden, die zich voor oen grand opéra
niet lecncn (ais bijv het tooneel met de Unit)
zijn wechgovallen; hier eu daar is voor do ge
heimzinnige dichterlijke mijmering, die in den half
krankzinnigen Hamlet verpersoonlijkt wordt, en toch
dikwerf zulke diep mensehknndige uitspraken en
intentiën blootlegt, nuchter gezond verstand in de
plaats gekomen. Zoo wordt, bijv. de beroemde plaats
Got thee to a nunnery", die voortkomt uit
HamIets menschenhaat (een gevolg van 's vaders mede
deeling en zending), in de opera gemotiveerd, door
Hamlets ontdekking, dat Pülonius gemoene zaak
met de Ivoningsmoorders gemaakt heeft en de be
denking, dat Ophelia zijn dochter is. Ook de
fransche geestesrichting heeft haar aandeel in het
min tastbaar maken van het ideale, dat de oor
spronkelijke dichter ons in doze allermerkwaar
digste schepping geleverd heeft.
Over do muzikale uitvoering onthoud ik mij te
sproken; maar ik kan niet nalaten zeer toe te
juichen, dat de Heer relio (Hamlet) zich de
moeite geeft zijne woordon zeer duidelijk te
artikulceren. De voortreffelijke zang van dezen
baryton komt er maar dos te beter door uit. De
zelfde kunstenaar hoeft in het laatste jaar
groote vorderingen, als akteur gemaakt. Hij stelt,
als zoodanig, vele en van de bij ons meest ge
liefde fransche zangers in de schaduw. Zijn Doute
dn ciel" on de aria met don beker waren van
wechsleepende schoonheid. Do Heer Schmier, de
eerste bas, spreekt niet volkomen onduidelijk,
maar mist de goedo gewoonte van het scherp
artikulecren. Hot Hollandsen vau Mev. van
Ophemert-Schwencke on dat van Mev. Orelio-van
Zandt en don Hoor van den Kcrckhoven laat altijd
nog al iets te wonschcii over. Gelukkig is do opera
bekend genoeg, dat men de voornaamste
passaadjes, door die artiesten met gloed voorgedragen,
wel in hun geheel genieten kan.
Ik heb (ofschoon deze opera reeds van 1808
dagteckent) steeds de gelegenheid gemist haar te
Parijs to zien vertoon on. Ik donk, dat uien de
kostumes van daar gevolgd heeft: maar a! is dit
zoo, meu moest toch niet in de stuitende fout
vervallen, waar ik, bij een vn.egero voorstelling
van. deze opera, reeds op gewezen heb, dat er een
eeuw of vier af stands liggen tusschen hot kostuum
van Hamlet en dat van den Koning.
De dekoraties waren vrij voldoende: vooral die
van het Slotplein of terras", waar do (leest ver
schijnt. Ook de voorstelling van dit geval kon er
goed door. Als er moer gedaan wordt om het
lantasmagoriesch cffekt te verhoogen, doet de
tooverlantaarn maar zelden haar plicht.
Het spel dor choristen in de grooto Opera is
doorgaands onbeduidend; daar hebben de Fransche
Chroniqueurs du thèdtre al menige stalen pon op
bot gesciireven.Maar als er eon luimig choor gezongen
wordt bij 't glas", dan mocht de mise en scène
hier toch wel eenigszins de blijken van dragen.
Mot genoegen deel ik mee, dat de schouwburg,
bij de uitvoering van den Hamlet" sterk bezet
was on dat het publiek door do levendigste toe
juiching den wakkeren Dirokteur en de verdien
stelijke zangers en zangeressen loonde voor hunne
inspanning. Zullen zij ons Eobert en Les Uuguenots
niot eens to genieten goven'r1
* *
Een paar dagen vóór de uitvoering van den
Hamlet", woonden wij eene vertooning bij van
de Nieuwe Rotterdamsche Schouwburg-maat
schappij", Direktie Alex Faassen en Co. Men
gaf eon, blijkbaar uit hot Fransch vertaald,
kluchtspel, getiteld: Een wijzertjo rond, of de Lotge
vallen van Drie Erfenisjagers". Veel vernuft is
aan de uitwerking van dit thema niet ten koste
gelegd en bovendien is het een van die stukken,waarbij
het devies DeuiRoinen ist Alles rein" wol, ter ver
dediging mag. en dan ook kan worden ingeroepen.
Zekere overledene, met name Julius D uilen
burg, heeft een groot getal erfgenamen. In
zijn' testament beschuldigt hij zich zeer los van
leven geweest to zijn, eu verklaart, tot den
univcrsoelen erfgenaam van zijn altijd nog
belangrijk vermogen, aan te stollen hem of haar
onder zijn bloedverwanten, op wien nooit de
minste aanmerking uit het oogpunt dor zedelijk
heid hooft kunnen gemaakt worden. Als zoodanig
wordt op den voorgrond gesteld Jïruettine V l
ach1ig, do dochter van eon fabrikant van
springveeren-niatrassen. Maar al spoedig doet zich eea
mededinger op, in don persoon van den jeugdigen
niH* Jjimoen.
De te-leur-gestelde erfgenamen zijn er dan op
bedacht llieroxiiinix zijne aanspraken te doen ver
liezen, door cene lieiUesbetrekking voor hem voor
te bereiden mot 1'annleUu, winkelierster in tabak
en cigarcn. eze vrouw van bedenkelijke zeden,
vernemend, dat hij misschien drie millioeneu be
zitten zal, tracht den onnoozelen
Jlieronimiiaycrliefd op haar to maken, niet wetend, dat dit juist
beoogd wordt door de mededingende erfgenamen,
om IJieronimus zoo mogelijk de erfenis te doen
verbeuren. Binnen 24 uren moest de zaak haar
beslag krijgen. I'anatella brengt JIieronimn.<i naar
het bal Mabille\ maar hij wordt oprecht bemind
door zijne nicht lirncstine, en daar zij een paar
worden, vervalt do roden der strikkenspanning
van den kant van Ernestine's vader, lloo het
komt, dat een derde mededinger, zekere deur
waarder Van Engel, zijne prsetensiëu prijsgeeft,