De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 7 oktober pagina 1

7 oktober 1888 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER A°. 1888 WEEKBLAD VOOE NEDERLAND. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.) Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgever: Tj. VAN H O L K E M A, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 7 October. Abonnement per 3 maanden ? 1.?. fr. p. p. f J.. 15. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10. Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . . 0.20. Reclames per regel 0.40, I N HO V I): VAN VERRE EN VAN NABIJ. - FEUILLE TON : Reserla. Het Pepermansisme. Brieven uit Groot Mokum, door Dandoly. KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Amsterdam, door Alb. Th. Muziekaal Overzicht, door V. Prof. Stang's gravure naar Lionardo da Vinci's Avond maal. Karel Jakobsen, de Deensche MaecenasW. Kreiten, S. J., Molière's Leben und Werke,. beoordeeld door Alb. Th VARIA. SCHAAK SPEL. _ MILITAIRE ZAKEN. Amerikaansche kerken en kanselredenaars. Voor Dames door E-e. ALLERLEI. INGEZONDEN. RE CLAMES. BEURSOVERZICHT. ADVER TENTIËN. Van verre en van nabij. Keizer Wilhelm trekt van het eene hof naar het andere en alles buigt zich voor de op gaande zon zijner jeugdige glorie Onder ge wone omstandigheden zou het Duitsche volk, zonder onderscheid van partij, geheel vervuld zijn met het'trotsche bewustzijn, dat zijn keizer de hoofd-factor is geworden in de internationa le betrekkingen van gansch Europa, dat de bondsvorsten hem met eerbiedige hulde ont vangen en dat zijn kortstondig bezoek aan de oevers van den Donau en van den Tiber als een gebeurtenis van het hoogste gewicht wordt beschouwd. Maar niet op 'dezen triomf tocht zijn in Duitschland en in Europa aller oogen gericht. Veeleer zijn de hoofden en de harten vervuld _ van de herinneringen aan den man, wiens leven in zelfverloochenende bescheidenheid was gewijd aan de voorbereiding tot de taak. die hij niet heeft mogen vervullen. De openbaarmaking van het dagboek, door den kroonprins van Pruisen gedurende de jaren 1870 en '71 gehouden, is iipg steeds het feit, dat alle andere gebeurte nissen in de schaduw stelt. De eenvoudige, maar van vaderlandslievende geestdrift en echte vrijzinnigheid getuigende woorden van den te vroeg ontslapen vorst hebben het Duitsche volk eerst duidelijk doen inzien, wat het in hem verloren heeft. Meer dan iemand anders zal den rijkskanselier het beeld van keizer Friedrich voor den geest staan, ma.ar op hem zal het geen weldadigen indruk maken. Hij acht door de laatste onthullingen zijn prestige bedreigd, en hij heeft zich niet ontzien eene vervolging in te stellen tegen den man, die een nieuw licht heeft doen opgaan over de zeldzame eigen schappen van Duitschland's tweeden keizer. Welke ook de uitslag moge zijn van dit door den rijkskanselier thans begonnen proces, hemzelven zal het niet tot eere strekken, en aan zijn invloed kan het slechts afbreuk doen. Twijfel aan de echtheid der door de Rundschau openbaar gemaakte fragmenten is nauwelijks meer mogelijk, en het feit, dat deze publicatie geen partijma noeuvre van de zijde der Duitsche vrijzinni gen was, maar het werk van een algemeen Bekend en geacht conservatief, wettigt de vraag, of de heer Von Bismarck zich niet Feuilleton. Hij was een oude heer mijnheer George Anthony een heer van den ouden stempel, die een bouffante droeg en een hooge puntboord, een gekleede jas, een keurig afgeborstelden hoogen hoed en garen handschoenen. Het is waar, zijn broekspijpen waren aan de knieën uitgezakt, zijn mouwen kaal aan de ellebogen en versteld aan de boorden, zijn hoed glom van ouderdom en was niet meer zwart; maar niettegenstaande dat alles was mijnheer George Anthony toch een echt, def tig heer. Dac was duidelijk merkbaar aan zijn fijne blanke huid en beschaafde gelaats trekken. Hoe hij zoo arm kwam weet de hemel; maar deugd wordt niet altijd met Idinkende munt beloond. Het was zeven uur 's morgens en mijnheer George Anthony was naar de bloemeiiinarkt gegaan,om van de tentoonstelling tegenieten.die daar 's Maandags en Donderdags voor ieder een vrijelijk open staat. Langzaam doorwan delde hij de rijen, met zijn'handen op den rug saamgevouwen. zorgvuldig de ruwe drafers en woelige kooptrs vermijdend, terwijl ij nu en dan van een kalm hoekje gebruik maakte, om zich in zijn volle lengte op te richten en de lanen van lentebloemeii en kasplanten te overzien. Toen hij tweemalen de markt in hare volle lengte had _langs gewandeld, verliet hij haar maar bleef nog even toeven tusschen twee rijej; kraampjes, waarvoor de minder kostbare bloemen en planten te koop waren gesteld. door gekrenkte eigenliefde heeft laten ver leiden tot een stap, die even onhandig als oneervol was. Op 15 October zal de Fransche Kamer hare werkzaamheden hervatten. Het laat zich voor zien, dat de zitting stormachtig zal wezen. De openlijke aansluiting van de monarchisten bij de boulangisten geeft aan de regee ring aanleiding tot ernstige bezorgdheid, eri de heer Goblet, minister van buitenlandsche zaken, heeft aan die bezorgdheid uitdrukking gegeven op een wijze, die in en buiten Frank rijk verbazing heeft gewekt. Het hart van den minister moet wel zeer vol zijn geweest, toen hij de opening van eene school voor slotenmake'rs m een klein dorpje in de na bijheid van Abbeville als voorwendsel ge bruikte om als eene moderne Cassandra op te treden, en te verzekeren, dat Frankrijk onmogelijk in het buitenland geacht en ge erbiedigd kon wezen, als men niet wist, of wellicht reeds morgen het land zou zijn over geleverd aan eene fractie, die haar heil zocht in eene even gewetenlopze als avontuurlijke po litiek. De uitdrukking is mogelijk watkras voor een lid van het ministerie Floquet. Immers de uiterste linkerzijde en de radicale linker zijde hebben zich herhaaldelijk verbonden met de vijanden van den republikeinschen staats vorm, om opportunistische ministeriën omver te werpen. Wij nemen gaarne aan, dat de radicalen hierbij de allerbeste motieven heb ben gehad, dat zij het piétincr sur place, het eeuwige «markeert den pas" zonder eenigen vooruitgang, verderfelijk achten, en dat zij de opportunistische republikeinen hebben gekas tijd, omdat zij de republiek liefhadden. Maar zij, die zelven zoo vaak de leer hebben ge huldigd, dat het doel de middelen heiligt, moeten voorzichtig zijn, eer zij het samen gaan van partijen, die op politiek gebied niet als geestverwanten kunnen worden be schouwd, brandmerken alseeneonzedelijkecoalitie. De monarchisten en imperialisten althans komen eerlijk genoeg voor hun doel uit. Zij achten het republikeinsche régime verwerpe lijk, en iedere bondgenoot daartegen is hun welkom. Het is echter zeker, dat zij ook voor hunne eigene zaak een gevaarlijk spel spelen, wanneer zij generaal Boulanger als hefboom gebruiken, en dat het beeld, dooi den Gaulois gebezigd, die den generaal slechts als curator van een faillieten boedel wilde doen optreden, niet zeer gelukkig is gekoz-en. Als de curator, die niet tot de nauwgezetsten behoort, maar eerst de zaken in handen heeft, kon hij wel eens lust gevoelen, om ze voor eigen rekening voort te zetten, in plaats van ze aan Philippe VII over te dragen. Ook op die mogelijkheid heeft de heer Goblet zeer duidelijk gezinspeeld. Het zonderlinge van den toestand ligt hierin, dat de regeering, gebonden door hare beloften en gedrongen dooi de intransigenten van de uiterste linkerzijde, zal moeten overgaan tot eene grondwetsherziening, die het gros der republikeinen, de opportunistische partij, voor even gevaarlijk als ontijdig houdt, maar die juist door de tegenstanders, monarchisten. «Hoeveel vraagt u voor die potjes reseda, juffrouw?" vroeg hij na de rij eenigen tijd niet aandacht beschouwd te hebben. »Vier stuivers 't stuk.... O! is uwe 't, meneer?" vroeg de koopvromv, zich van een voornamer klant afwendend, toen zij George Anthony herkende. »Nou! drie stuivers voor uwe omdat uwe een ouwe klant en een heer is." George Anthony aanvaardde het compli ment met een glimlach en een lichte hoofdbuiging, en zorgvuldig zijn garen handschoe nen uittrekkende, haalde hij drie stuivers aan hal ve-stuiverstukken jjit een lange geknoopte beurs, en begon de gevraagde som af te tellen. «Hoeveel koste_n uw rcseda's ? ' vroeg een jong meisje, dat juist naderbij was gekomen. «Vier stuivers 't stuk." »Dan zal ik dit nemen." »Dat kunt uwe niet krijgen 't is aan dezen mijnheer verkocht." George Anthony stopte zijn beurs weer in den zak en keek liet meisje aan. Zij was on geveer achttien jaren, netjes in stemmig zwart gekleed en had een vroolijk. innemend ge zicht. Hij betaalde en nam het potje op. Na een blik op de andere planten te hebben ge worpen, wendde liet meisje zich onvoldaan af'. »Had u dit potje willen hebben?" vroeg hij. »Ja! het is beter dan ui de andere." «Mag ik het u dan aanbieden?'1 Nu zou een gewoon meisje uit haren stand, als zij zag hoe arm de oude heer was, n van beide gedaan hebben : of zij had een paar verlegen, afwijzende woorden gestameld en zich zoo snel mogelijk uit de voeten gemaakt. of' ze zou geld voor den dag gehaald hebben. om er voor te betalen. Dit meisje deed zoo onbeholpen niet. Met een vriendelijke duukbpnapartisten en boulangisten dringend noodig wordt genoemd. Laat ons voor een oogenblik aannemen, dat de constitutie werkelijk onbruikbaar is geworden, dan is het nog de vraag, of men wijs doet, met de vestingwerken te gaan verbouwen, als de vijand voor de deur staat. De herziening zou volkomen gewettigd zijn, als daardoor de eenheid tusschen de republikeinen kon worden hersteld, maar het tegendeel is waar. Er is geen oplossing denk baar, die het centre gauche, de opportunisten, de radicale en de uiterste linkerzijde om slechts de vier hoofdgroepen van de republikeinen te noemen eenigszins bevredigt. De beide eerste partijen achten de handhaving van den senaat en van het onverantwoordelijk presidentschap eene levensvoorwaarde voor de republiek; de beide laatsten willen den senaat afschaffen, den president verantwoor delijk maken en hem ministers laten kiezen, die buiten het parlement staan. Bij een zoo groot principieel verschil is een compromis zeker niet gemakkelijk tot stand te brengen Doch de campagne tegen het ministerie wordt nog niet op den voorgrond geschoven, al zal de oorlogsverklaring wellicht nog vroe ger komen, dan de heer Floquet had verwacht. Voorloopig is het wachtwoord: Susala Cliambrcf De Kamer is de oorzaak van alle ram pen. Of het land, dat haar in 1880 benoemde, en dus voor hare samenstelling verantwoor delijk is, zooveel veranderd zou zijn ? De beantwoording van die vraag laat men aan de toekomst over, maar bij voorbaat verheu gen zich de anti-republikeinsche organen over de uitvallen van zekeren Numa Gilly, die tweederden van zijne medeleden der budgetcommissie, dus tvvee-en-twintig republikeinen voor even zooveel «Wilsons" uitmaakt, zon der voor die bewering schijn of' schaduw van bewijs aan te voeren. In den Fit/aro maakt Albcrt Millaud, die wel wat beters te doen had, zich tot tolk van Numa Gilly, en be zin gt_ in grappige verzen het feit, d'at op do rekening der Kamer een post van fr 1800 a;,<i cmi '1c, cologne, voorkomt. Ziehier het dï-.rde couplet y;ui dit fraaie gedicht: Nous exhalons une odeur rance, Que nous dissimulons en vain, De noira conseils de surveillance, De pourboire et de pots-de-vin. Nous cmpestons la forfaiture, Les votes vendus, Ie parjure, L'odcur dos bottes de Mercure, Et los tralies indélicats. Quand la plupart do nous s'installe Sur les bancs garnissant la salie, Vers Ie cicl lumineux s'exhalc Un grand parfum de syndicats. De Fransche Kamer is zeker geen modelvertegenwoordiging. Dat zij echter zou be staan uit enkel lieden, die zich hebben laten benoemen om hunne eigene belangen te be hartigen, is natuurlijk niets dan een lasterlijk praatje. Maar wanneer de leden voortgaan met elkander voortdurend van allerlei leelijks te beschuldigen, is het zeer verklaarbaar, dat hun aller reputatie er onder lijdt, al worden die beschuldigingen dan ook alleen pour Ie besoin de la cause uitgesproken. betuiging en een nijging nam zij het aan «Zij is een lief. aardig meisje," zeide George Anthony in zichzelven toen zij scheidden, »en zij zag dat ik een heer was.'' En deze gedachte stelde hem schadeloos voor het gemis der rescda in zijn armoedige kamer. Wellicht zijn er mensclien, die voor zulk een kompliment gaarne evenveel dui zenden zouden geven, als hij er halvc-stuiverstukken voor had betaald. Een jaarverliep en weer was George Anthony op de bloemmarkt. Het was middag en hij stond op de brug de fraaie tentoongestelde ruikers te bewonderen, en terwijl hij daar stond kwam een dame naderbij en koc'.it een korfje ge vuld met hyacinten en tulpen. Plij hoorde den koopman twee gulden voorliet mandje vragen. »Nogal duur," dacht hij, «maar 't zijn mooie bloemen en voor de rijken....!" Hij richtte zijn blikken van de bloemen naar het gelaat der dame. dat nauwelijks minder i'risch en liefelijk was. Stellig had hij dat gezicht meer gezien maar waar? Plotseling sloeg ook dcdame haar oogcn op en zag hem aan, en nu herinnerde hij zich eensklaps, dat zij hetzelfde meisje was, aan wie hij een potje reseda had gegeven. Hij boog even, want zij scheen hem ook te herkennen, en was op het punt. verder te gaan, toen zij zeide: ».[k geloof niet, dat ik mij vergis. Hebt u mij niet eens heel lang geleden een potje reseda gegeven?" ?Twaalf maanden geleden hebt u mij dat genoegen gegund." Ik bon waarlijk blijde u te zien," zeide zij, hem vrijmoedig «Ie hand reikend. Ken blus verwde het bleek gelaat van den ouden heer. terwijl hij zijn garen handschoen HET rEPEP.MANSISME. Onder dezen titel sclirijft Hamed" in de Brusselsche Ri'formc: Ik had in lang Pepermans niet gesproken; vooreerst was ik eenigen tijd uit de stad geweest, en ten tweede brengt hij zelf zijn politiek consul tatie-kabinet naar een der estaminets op de uiterste grenzen der gemeente over, waar hij met genot het stof der bouwterreinen insnuift; dat is zijn manier om zich aan den boezem der natuur te laven. Toen wij beiden onze najaars-kwartiercn weer hadden opgezocht, zaten wij plotseling tegenover elkander, nez a neg; de zijne over een glas faro gebogen, maar zonder do anders verplichte bege leiding van een politiek dagblad. Ik sprak hem aan. Wel monsieur Pepermans, wat zeggen de gazettcs alzoo? P. Och, mossieu Ilamed, praat me niet van de gazettes, ik kan er geen meer zien. Zij hebben me lang genoeg voor don gek gehouden; 't is uit! II. Hoe dat zoo'f P. Dat weet u wel. gij zit er immers altijd in? Een halfjaar geleden heb ik mij laten ver tellen, door liitoile, Gazette en Chronique dat er eenheid onder de liberale partij moest zijn, en dat men daarvoor de lijst moost laten opmaken door Guillcry. Guiilery heeft zijn lijst opgemaakt, en er een hoop zwanzeurx op gezet, die ons er ia hebben laten loopcri. Ik heb voor hen gestemd, maar men zal er me niet weer voor vangen, en om daarvan zeker te zijn, lees ik geen gazettes tneer. II. Zou hot ook onbescheiden zijn, u te vra gen voor \vien go gaat stommen 'i P. O, daar maak ik geen geheim van : ik heb gonoog van al dio progressisten, die pro gramma's, die herzieningen; ik stom voor oen liberaal fout con.rt! II Wat is dat, een liberaal fout court! P. Varceurl Dat zou je niet weten! Het is een man dio doodeenvoudig het liberalisme voorstaat. II. Heel goed. maar wat is liberalisme? P. Godferdoin! Wil jo den gek met mij scheren ': Het liberalisme is do meening der libe ralen ! II. Maar welk doel hebben dan die liberalen op \ oog'? P. Ah, ca! Houdt go u nu expres zoo dom, om mij te zwan/eeren ? H. Werkelijk niet, monsieur Pcpcrmans, wees verzekerd dat ik alleen voorlichting wensch, c-u heb de goedheid mijn vragen te beantwoorden. P. Nu, als je dat pleizier kan doen: als de liberalen gewonnen hebben, krijgen zij de macht in handeu. H. Goed, en wat doen ze dan, als ze aan de regecring zijn 'l t'. Dan verzekeren ze den triomf van het liberalisme. * * * _ Ik zag de onmogelijkheid in, om Pepormans uit zijn cirkolredeneering te krijgen, waarin hij iederen. aanval kon afslaan en beproefde hem van een andere zijde -aan te tasten. II. Gelooft ge niet, monsieur Pepermans, dat het goed zou zijn, als uw candidaat helder en duidelijk uiteenzette, wat zijn oordeel is omtrent de verschillende vragen van don dag, om op die uittrok en haar tenger handje vatte. »Wilt u mij toestaan uwe bloemen tedrageii?" vroeg hij. «Gaarne", antwoordde zij, hem het mandje gevend. »lk behoef' niet ver te gaan. Ik woon nu op het Plein/' «Het spijt mij, dat het zoo dicht bij is", antwoordde hij, zich iicr oprichtend, terwijl hij naast haar voortschreed. Zijn bewegingen waren zoo formeel deftig, zijn houding zoo origiircel, dat zij hem zou hebben uitgelachen, als zij zijn karakternict zoo goed begrepen had. »Wanneer hebt u mij het laatst gezien?" vroeg zij. «Ken jaar geleden." Verwonderd trok zij hare wenkbrauwen omhoog. »Er is niets opmerkelijks in, u nog te ken nen, '' zeide hij; «de niocielijkheid was, u te vergeten." -Ik dacht dat u mij misschien in den schouw burg' hadt gezien,'' zeide zij. >=lk ga zelden naar de komedie." »Hcbt u er iets op tegen?'1 'Integendeel! ik houd er veel van." De dame zweeg eenige oogenblikken; ver volgens zeidu zij : «Toen u mij verleden zaagt, was ik modiste, nu ben ik actrice. Geen erg gevierde en ook geen volleerde. Tot nog toe heb ik alleen ondergeschikte rollen vervuld." 'Gij zult succes hebben niet elke rol die gij speelt, want gij bezit niet alleen persoonlijke aantrekkelijkheden die bewondering wekken, maar ook geestelijke hoedanigheden die ach" ling afdwingen; daarvan ben ik overtuigd." Du dame lachte. De complimenten van dezen ouden heer waren zoo geheel ver,--chilhjnd yjm die, welke zij van de jongeren hoorde.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl