Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.ó90
'i'
a-,"5
m"
In een Figaro van drie jaren geleden vindt men
artikel van Gaston Jollivet, over het duel, dat
"?meer beteekenis heeft gekregen, doordien de
schrijver zelf daarna door een pistoolschot op den
ltod van het graf is gebracht. Jollivet zegt:
«Wat de wettigheid van het duel betreft, ik
aarzel hieromtrent mijne meening te zeggen; zij
B in strijd met de heerschende opinie. In
eereeaken zegt men zoo in 't algemeen: Het duel
moet alleen voor ernstige zaken gelden!" En nu
KOU ik juist in zeer ernstige zaken toegeven, dat
men niet de degens kruiste of de pistolen deed
knallen. Ik zou menigeen onder mijne medebur
gers geen lafaard kunnen hooren noemen, omdat
n|j, huisvader, het brood verdienend voor _ zijn
kinderen, weigerde zich te laten doodschieten
door den galant van zijn vrouw. Ook kan ik juist
in ernstige zaken toegeven dat men een duel
?weigert, waar het schandaal de zaken verergeren
zou.
Daarentegen, voor minder ernstige zaken, komt
het duel mij volstrekt niet laakbaar voor. Het is,
In de botsingen van het Parijsche leven, dikwijls
de laatste waarborg voor beleefdheid en goede
manieren. En wat het onschadelijke van vele
journalistenduels betreft, de oorzaken zijn zoo
acht, waarom zou het herstel van eer niet licht
Bjjn? Rousseau's beroemd woord: Wat wilt ge
mét dat bloed, wildeman? wilt ge het drinken?"
iaat mij vrij koud. Er wordt zoo weinig bloed
gedronken."
- VOOR DAMES.
Kunstnaaldieerk. Een gevaarlijke Kapster.^
^Huwelijksaanzoeken. Schoon of leelvjk? Eene
bekroonde schoonheid. Travestis.
Eene tegenstelling is er tusschen de steeds ver
meerderende belangstelling voor kunstnaaldwerk"
en den steeds vermeerderenden tegenzin der dames
om er zich mede bezig te houden. Nederland is
is in dit opzicht nog ouderwetsch; borduren,
tapisserie, kantsteken. haken, application ziet
?men hier nog dagelijks uit liefhebberij door de
dames beoefenen; in Engeland, Frankrijk en
Oostenrijk wordt het steeds meer aan de arme
bandwerksters in de fabrieken overgelaten, die in
hare kunstvaardigheid hare broodwinning vinden.
Men kan het dus mooier en minder duur geheel
afgewerkt koopen, dan het zelf maken. Men
vergeet echter, dat de vrouwelijke handwerken
twee eigenschappen hebben, die in onzen tijd wel
meer geapprecieerd mochten worden. Vooreerst
oefenen zij denzelfden kalmeerenden,
zenuwontspannenden invloed uit, als b.v. door vele mannen
aan den tabak wordt toegeschreven. Onder het
werktuigelijk tapisserie maken verzamelen zich de
gedachten, kalmeeren zich de zenuwen, komt men
tot verstandige besluiten, oefent de vrouw zich.in
geduld en hartelijkheid. Ten tweede, een
modern voordeel. oefent het het oog in vormen
en kleuren, al knutselend leert men scheppen en
vinden. Op dat alles wordt niet gelet; de hand
werken verdwijnen. Maar, een teeken des tijds,
het ware symbool eener décadence, de littera
tuur erover neemt toe. Wij hadden de gelegenheid
>in deze kroniek op eeuige nieuwe werken over
dit vak te wijzen; wij noemen daarbij: E. Lefébure,
Broderie et dentelle, een uiterst onderhoudend en
belangrijk boek. De heer Lefébure neemt zijne
lezeressen mee naar het oude Egypte, Griekenland
en Rome; hy teekent haar de overblijfselen van
priesterkleederen voor, met hyacinth, purper en
karmozijn, de drie oude wolkleuren, bewerkt; het
vlas kwam er bij, de vinding van Isis; het katoen,
dat de Ganges leverde; gouddraad, waarvan de
oudheid niet na te sporen is; later zijde, kost
baar 'geschenk der Chinezen.
De eerste Christenen hielden zich buiten al
deze \jdelheid; maar het duurde niet lang of het
altaarkleed en het priestergewaad mocht de
af- beelding van een symbool dragen, en men weet
tot welk een kunst en weelde deze kleine
concessie leidde. Het Byzantijnsche hof nam de
mode aan, zich tooneelen uit de Schrift op het
kleed te laten borduren; er wordt verhaald van
' een senator, die zich beroemde, achthonderd
figuren op zijn staatsiekleed geborduurd te dragon,
en als antwoord klinkt de verontwaardigde pre
dikatie van Artuin, bisschop van Amasus, tegen
degenen die de Evangeliën op den rug dragen,
niet in hun hart!"
De Islam, in het eerste tijdperk zijner over
macht, deed vooral niet minder. De costumen dor
Kalifen worden wonderen uit de droomenwereld
voor al wie beproefde, ze te beschrijven. Alle
soorten van lederen artikelen werden met bor
duursel overdekt, niet enkel zadel en harnas,
maar ook de laarzen van rood marokijn, de sa
belschede, de greep van sabel en dolk, alles werd
een voorwendsel voor kostbaar borduursel. Van
hun tapijten en gordijnen is noch kleurenkeus noch
knustvaardigheid van uitvoering in de loop der
eeuwen overtroffen.
In de kloosters borduurde men vlijtig; bij al die
processies en ceremoniën kwamen de kostbare
?weefsels te voorschijn. Het lijkkleed van koning
Childerik was met 300 bijen in goudborduursel
bedekt. Karel de Groote's kleed van goudborduur
sel, zijn muilen met paarlen en gouddraad bedekt,
de gouden sjerp en de rand van zijn mantel wa
ren beroemd. De kruistochten leerden aan de
Westersche kunst nieuwe procédés en nieuwe mo
dellen; de riddertijd hield met het borduren der
?wapenschilden de edelvrouwen en haren stoet van
dienaressen bezig. In de zestiende en zeventiende
eeuw werd reeds de kunst weder meer een han
delszaak; voor de behoeften der hoven waren in
Frankrijk en Vlaanderen, in Italiëen Spanje on
ophoudelijk de handwerksters bezig, totdat, op het
einde der zeventiende eeuw, China en Japan we
der op de markt kwamen en door volmaakt werk
en ongeëvenaarden smaak ongehoorde prijzen be
dongen. Zij leverden echter ook goedkoop en ver
meesterden op deze wijze de markt; de negen
tiende eeuw eerst wist weder, gelijk op met
hen, aan de beboetten van de weelde te voldoen.
Op dit oogenblik is de markt van alle kanten
overvoerd; gelijk moeder Buchholz onlangs zeide:
men kan in een burgergezin nauwelijks meer vaat
doeken vinden zonder versieringen in Holbeinwerk
of oud-Duitsche Renaissance ; toch zou het niet
«ngewenscht zijn, indien de schoonheidszin ook in
onze gezinnen als uiting het vervaardigen van
fraaie handwerken mocht blijven behouden.
*
* *
Een bankiersvrouw te Berlijn, die zich in het
bezit van bijzonder mooi, rijk lang haar ver
heugde, bemerkte sedert eenige weken, dat heur
haren verschrikkelijk uitvielen. Het was alsof er
halve vlechten tegelijk ontbraken; het haar werd
dun en vertoonde ongelijke plekken. De jonge
vrouw was kort geleden ziek geweest en schreef
het verval daaraan toe; allo versterkende midde
len bleven zonder uitwerking: eiken morgen als
de kapster geweest was, zeide mevrouw: 't Is of
mijn coiffure alweer kleiner is "
Op zekeren morgen las mevrouw, als gewoonlijk,
voor de kaptafel de courant, terwijl de
haarkunstenares met het friseerijzer bezig was. Toevallig
keek zij op en zag in den spiegel, hoe een geheele
bos haar, met het ijzer afgebrand, in do gedofte
mouw der friseuse verdween. Nu lette zij op ;
weinige minuten later voelde zij hoe het ijzer een
tweede vlecht afbrandde en zag deze op dezelfde
manier in de mouw der kapster verdwijnen. Zij
sprong op, schelde, liet haren man verzoeken
binnen te komen en men bracht spoedig de friseuse
tot bekentenis, die gewoon was aan de winkels
het mooie haar van haar klanten te leveren. Daar
het hier niet enkel de waarde der haren, maar
ook de ijdelheid der beroofde jonge vrouw gold,
werd van de zaak aangifte gedaan en de diefach
tige friseuse is in hechtenis.
*
* *
Het bureau voor landverhuizers van
Castlegarden te New-York heeft gewoonlijk een aantal
aanvragen in voorraad voor jonge vrouwen; de
trouwlustige farmers verlangen meest jeugd, schoon
heid en eenig vermogen. De Duitsche agent ont
ving dezer dagen echter eene aanvraag uit lowa,
waarbij uiterlijk en vermogen geheel buiten be
schouwing werden gelaten; de candidate moest
enkel kunnen koken, en daarenboven een tevreden
humeur en een zich bedwingende tong" bezitten,
zooals de farmer schreef. Van zich zelf vertelt hij
voor zes jaar kwam ik uit Bohcmen waar ik
bij de kaffelerie gediend heb"; hij heeft nu eene
farm gepacht en is in het bezit van een flinkcn
stal koeien, maar het verveelt hem voor zichzelf
eten te koken, hij is 31 jaar oud, ..gezond, goed
gebouwd,"?thue nicht sanfcn spielen tanzen kanen,"
maar als ieder Duitscher rook ik na gedanen
arbeid;" hij belooft, als zij een oud vrijgezel wil
aannemen, een liefhebbend echtgenoot te zijn. en
vreugd en leed met haar te doelen." Godsdienst
maakt geen verschil, ik spreek Bohcemsch en
Duitsch heel goed, maar het Engelsen op zijn
Platduitsch."
Dit is een kansjo voor de goede huishoudsters
zonder schoonheid; de agent zal niet lang behoeven
te zoeken.
*
* *
De huwelijksaanzoeken per advertentie, thans
dagelijksche lectuur, zijn niet van zoo jongen
datum als men allicht zou meenen. In het
Intelligene-Blatt van Leipzig, ) Mei 181 a, leest men
reeds: Vier fatsoenlijke en zeer scboone meisjes
van buiten, 18?24, ieder met een bvuidbchnt van
3000 gulden, dadelijk beschikbaar, wensehcn in
een groote stad te trouwen. Zij vleien zich, goede
huisvrouwen te zullen worden en alleen wegens de
afgelegenheid van haar geboorteplaats nog niet
door behoorlijke pretendenten te zijn gevraagd;
zij zien meer op gepastheid en eerlijkheid dan
op vermogen. Nadere inlichtingen worden alleen
gegeven aan personen beneden de 40 jaren, zon
der lichaamsgebreken; brieven onder hot motto:
zoekt en gij zult vinden" te adressecren aan het
bureau van dit blad."
Het Leipziger lageblatt weet mee te doelen
dat het viertal ruim twintig brieven als antwoord
ontving, en daaronder brieven, waarin do
trouwlustigen oneindig veel zorgvuldiger beschreven
werden dan de misdadigers in de politieberichten.
Of de vier jonge dames door hare advertentie
getrouwd zijn, wordt niet gemold.
* * *
Bij eene huwelijksreis is gewoonlijk het aantal
reisgenooten tot een minimum beperkt; toch is er
minimum en minimum. Te Dresden zou een ver
gadering van hoofden van scholen gehouden wor
den, en den vorigen dag waren verscheidene
schoolmeesters aan het station, om collega's uit
andere plaatsen af te wachten. Ken directeur
uit Sednitz zag onder de aankoroenden ook het
gezicht van een oud vriend uit een stadje in het
Ertsgebergte, dien hij in vele jaren niet gezien
had. Welkom, oude vriend", zeide hij, kijk,
dat is goed gedaan, dat ge ook gekomen zijt;
vertel me eens eerst, hoe is het u al die jaren
gegaan?" Nu, hoe zou het me gegaan zijn,"
antwoordde de collega van de sneeuwgrens, zoozoo,
totdat ik gisteren getrouwd ben. 011 nu mijn
huwelijksreisje maak."?Nu, hartelijk gefeliciteerd; en
waar is dan uw lieve vrouw? nog in den coupé?"
Neen, ze is thuis gebleven, want zie je, Frits,
zeide zij, voor ons beiden wordt het
Imwolijksreisje te duur, maak jij het maar alleen!"
*
* *
Figaro heeft een nieuwe vraag gesteld, na die
omtrent het schoonste boek over de liefde" en
het voor- of nadeel voor een diplomaat, getrouwd
te zijn". De nieuwe vraag is: welke zijn de lasten
der schoonheid en de voordeden der leelijkhoid ?''
Do antwoorden zijn weer talloos geweest. In de
meeste herkent men den gocdhartigcn wensch
om do leolijke meisjes te troosten. In vele is het
bekende oude en onware argument te berde ge
bracht, als zou schoonheid vergaan en leclijkheid
blijven"; in andere daarentegen wordt beweerd
dat na weinig jaren schoonheid en leelijkheid
verdwijnen onder do rimpels van den ouderdom,"
hetgeen ook niet waar is en even weinig afdoet als
het vorige. Balzac en La Bruyère worden aangehaald
om te bewijzen, dat do triomf ecner leolijke vrouw,
die bemind wordt, veel grooter is, daar zij den
beminnende hare leelijkheid doet vergeten ; eene
geheele galerij van beroemde minnaressen wordt
genoemd om te bewijzen, dat de vrouwen dio den
grootsten indruk gemaakt hebben, niet onberispe
lijk van vorm waren. Diane de Poitiers had een
scheven schouder en was 48 jaar, toen zij de her
togin d'Etampes opvolgde; Mlle de la Vallièra
was kreupel; Mad. d'Houdetot, de afgod van
JeanJacques was pokdalig, evenals Mlle de Lespinasse,
de vriendin van d'Alembert.
Une laide" schrijft: De lasten der schoonheid?
Er zijn er geen. Men moet een man zijn om dat
te kunnen vragen. Gij mannen weet niet, dat
schoon zijn voor eene vrouw het absolute geluk
is, het grenzeloos, eindeloos genot, het paradijs.
Mooi zijn is vreugde van alle minuten, bedwel
mend, duizelingwekkend, onuitsprekelijk; door
ieder man te worden begeerd, aangebeden, ge
vleid, door iedere vrouw te worden benijd, en al
toos te overwinnen. Een jaar te leven in schoon
heid liever dan eene eeuw in leelijkheid, dat is
het ideaal van iedere vrouw."
Eeno andere inzendster, waarschijnlijk geen
laide", is het in hoofdzaak met haar eens. Le
venslange eenzaamheid is beter te dragen dan
leelijkheid", zegt zij ; maar voegt er bij : Toch
is er een bezwaar aan verbonden, oen enkel:
nageloopen te worden. Ik ben waarlijk geen
coquettc, maar het is onuitstaanbaar, niet te kun
nen wandelen zonder met rooflustige oogcn te
worden aangekeken. Wat al wandelingen afge
broken of ingekort, alleen om een imbédle, die
hoopt .. . waarop ? "
G. Cecil schrijft: Een mooie vrouw is slavin
en gevangene ; zij mag niets en kan niets. Zij
wordt steeds bespied, verdacht, nageplozen, be
lasterd : een leelijke alleen is vrij en kan doen
wat zij wil. Een mooie vreest telkens minder
mooi te zijn dan den vorigen dag, of minder
mooi dan -hare beste vriendin; voor een leclyke
is iedere beleefdheid eene oorzaak van genoegen."
Een zich noemende Desdemona" is het met haar
eens, maar ziet ook het bittere van de leelijkhoid
in. Een leelijke voouw is geen vrouw ; c'cxt un
tre de relat, manqué,riui ne compte pas. Een man,
die haar genegen zou zijn om haar karakter,
durft zich niet veel met haar bemoeien uit vrees
van zich belachelijk te maken, en hij zelf zal
haar hare leelijkheid kwalijk nemen."
Une demi-laide" schrijft: Het ecnig nadeel der
schoonheid is het onbeschrijfelijk verdriet dat het
verdwijnen der schoonheid geeft." Octave Feuillet
heeft gezegd: Een mooie vrouw, dat is goed
voor een of twee jaar; maar daarna ziet men het
mooie gezicht niet meer; de mooie vrouw wordt
dan een lastige weelde, een uithangbord waarvan
men alleen de keerzijde ziet, een
bliksemaantrekker ..." Een oude dame uit Etretat schrijft:
Eene mooie vrouw doet de ondervinding op, dat
schoonheid alles is; zij gaat dus geest, goedheid,
beminnelijkheid verachten, vriendschap
vcrwaarloozen;zij plaatst haar kapitaal a fonds fiKïdu, en als
de ouderdom komt, gaat zij bankroet."
Voorts nog een reeks citaten en uittreksels, van
welke eenige niet zonder geest zijn:
Vroeger, toen ik nog vrouw was'' (Mad.
Gcoffrin). De leelijkheid is de revanche
deitoekomst" (lied.) Schoonheid is oen weldaad
voor anderen; leelijkheid een verdriet dat men al
leen geniet" (Düber). Vergelijkingen zijn ha
telijk voor leelijke vrouwen" (Profe^inntil
beauty) Men moest uit liefde tot de kunst, do
leelijke vrouwen opsluiten en de mooie laten
rondwandelen" (Charles B.) Schoonheid is
een bedorven kind, met al de ondeugden ervan,
leelijkheid haar verstandige zuster" (Eni'J.R
(jfeii-ty). Eene vrouw moet heel wat geleden
hebben om spijt te hebben van hare schoonheid
of vreugde over hare leelijkheid" (,S'.) Kene
mooie vrouw is eene koningin, die vooruit weet,
wanneer zij onttroond zal worden (Fhnr de Lys.)
De laatste gedachte komt uit Spa en is wel
licht van een der juryleden van het
schoonheidsconcours afkomstig. Zij beantwoordt de ((iiacstio
niet, maar zegt: Allo mannen houden zich voor
geestig, en alle vrouwen voor mooi".
De derde bekroonde bij het schoonheidsconcours
te Spa, Frau Betty Stnckart, geb. Schatter, zal
uit haar diploma munt slaan. Donderdag debuteert
zij voor het Berlijnseh publiek. Er is voor haar
eene reeks van tableaux-vivants gearrangeerd,
artistiek maar decent, waarin hare schoon
heid ouder verschillende verlichting zal uitkomen.
In een groote gouden lijst, 14 voet in doorsnede,
komt zij het eerst als portret iu Rembrandts
stijl", dan als Gretchen", eindelijk als Flora".
liet diploma van hot concours schijnt grooter. in
druk te maken. Bij mevr. Stuckart hebben zich con
groot aantal der eerste portretschilders en toeken aars
aangemeld om haar portret te maken. Do schoon
heid'' hooft verklaard, dat zij zich gaarne hiertoe
ter beschikking stelde, maar dat zij niet de ver
schillende ateliers wilde bezoeken; lederen dag
echter, van 11 tot 12 uur, is zij bereid om in
hare woning, Friedrichstrassc 176 voor de hoeren
te poseeren.
*
* *
De //'ftrew'w pagccostumen en andere
bozenrollen" voor meisjes, zijn geene uitvinding
van onzen tijd, ofschoon eerst hot nieuwe tooneel
en vooral de operette, met hare geheele regimen
ten van jonge meisjes in uniform, er een over
wegend gebruik van maakt. Reeds op '_'7 Juni
17Ü7 vaardigde de Regeering van Weimar een
besluit uit, waarin het onder anderen heette:
Beste en hooggeleerde raden, lieve getrouwen,
het zal u zonder twijfel bekend zijn, dat wij ten
nadrukkelijkste bevolen hebben, dat zonder onze
voorkennis en verlof aan gecnerloi komedianten,
koordedansers on dergelijke lieden veroorloofd
zou worden in onze landen te spelen en op te
treden. Nu vernemen wij tot onze ergernis, dat
een vrouwspersoon in huzarencostuum en nog
andere in onze residentie en te Weimar openlijk
op straat met haar volk komedie gespeeld heb
ben, en dit is des te ongepaster, daar een rouw
over het gansche land is uilgeschreven..."
Ook in Spanje komt het van ouds voor; Lope
de Vega schrijft: De dames mogen haar waar
digheid niet verloochenen, en wanneer zij zich
verkleeden, moet hot goed gemotiveerd zijn; in
wolk geval het optreden der vrouwen in
mannendracht zeer pleegt te behagen." Philips III vaar
digde een verbod er tegen uit. De Italiaan
Garzoni schrijft omstreeks 1010, dat aan het slot
der Italiaansche komediantentrocpen eene vrouw
in mannencostuum liep, die op cene trommel sloeg
en tot het bezoeken der voorstelling uitnoodigde.
Op het Duitsch tooneel in het eind der vorige
eeuw kwamen de vrouwen in alle rollen voor;
eene Frau Miehl speelde Hamlet, 'zij heette
Felicitas, evenals de tegenwoordige Hamiet-virtuose
Felicie von Vestphali. In de Fransche opera kwamen
de travestis bij menigte voor; ook Gluck liet iu zijn
Orphce de titelrol door eene alt vervullen.
*
* *
In de Paleisstraat No. 23, wordt heden een nieuwe
winkel geopend, door de illl. Ter Boom, een maga
zijn van goud- en zilverwerken. pendules en
horlogcrie. Vooral hot laatste vak is zeer goed vertegenwoor
digd en maakt de hoofd werkzaamheid der tirma uit,
die vroeger in de Kapenburgerstraat haar naam
van soliode werk te leveren vestigde. Atelier voor
reparatie, chronomoterf'abriek, pendules en
regula'eurs uit de beroemde fabriek te Lenzkirehen
in het Schwarzwald, Waltham-watches, wijzen de
ernstige richting der zaak aan. De firma Ter
Boom werkt voornamelijk voor export, maar de
artikelen zijn ook alle en detail te verkrijgen, en
door den prijs voor vclo beurzon bereikbaar.
De keurige etalage niet rood pluche is ont
worpen door den artitect F. E. Kuipers, de
\Venhamlampen zijn uit het magazijn van den heer
Schcres, E?e.
Allerlei.
Voor het slechte zomerseizcen. dat de badplaat
sen gemaakt hebben, worden behalve het slechte
weer, nog andere redenen gezocht, Do
c/troniqiteufs van de groote wereld beweren dat het
reizen uit de mode raakt. De groote hoeren, aan
het l'arijscho loven, met al zijn gemakken en
attenties, gewend, missen overal hun comfort en
vinden duizend kleine ongerieven. Kamers iu
hotels zijn zoo ongemakkelijk; zelfs het groote
appartement op de eerste verdieping. De maal
tijd aan de table d'hote is oneetbaar: eet men op
zijn kamer, dan is hot nog erger. Neemt men
geen knecht mee, dan moet men zelf zijn koffers
pakken; neemt men er wel een mee, dan kent
de man geen talen, men moet hem helpen met
de bagage en voederen aan het buffet; mijnheer
is eerste lakkei van monsieur Jcan!"
Men stelt dus het reizen uit, tot men getrouwd
is; maar na het huwelijksreisjo, hoeveion die ge
dwongen zijn t'huis te blijven! Wie zorgt voor
bébé'i Niet alle grootmama's zijn even geneigd om
er haar rust aan op te offcre::, en ook vele mama's
zijn, ondanks de geregelde berichten, tocli nog
te bezorgd om van de reis het ware genot -te
hebben. Men wacht dus tot de kinderen groot zijn,
maar hoe vaak komt er van uitstel afstel.
Twee soorten van reizen zijn er, die de
Fransche families maken: een naar Rome in don tijd
der kerkelijke feesten, de hoofdpersoon is hier
gewoonlijk de vrouw des huizes; mijnheer gaat
mee onder zachte vermaning mi soms na veel aan
houden; en een naar Engeland, ten tijde der
groote wedrennen, de r/roMse-jacht en de fcaxvit;
dit is cene reis, die de hecren alleen maken. Jn
Frankrijk reizen komt voor Fransclien even weinig
in aanmerking als in Nederland rem-n voor
Nederlanders; men gaat wel eens naar Zwitser
land, vooral veel naar Noorwegen, maar men kent
steden als Lyon en Marseiile alleen als halt op
den weg l'anjs-Nice, Toulouso en Bordeaux a!>
station op de lijnen naar Lndion en Biarritz, en
liouaan en ilfivre omdat men van daar uit de
Normandischc kust bezoekt. Deze Normandischu
zcebadon nu worden hou langer hou meer
gczondheidsbaden, de groote wereld gaat er niet anders
meer keen dan wanneer het noodigis; met lïoyat.
La Bourboule en l'ougues is het eveii/.oo. men
vindt er enkel vreemdelingen en Imrgi.-riieden.
Uitzonderingen zijn eenige zeer groote lieurcii.
prins Jlenri van Orléans, die cene reis (.m do.
wereld gemaakt heeft, prins Jïuiand Bonaparte
die naar Amerika is geweekt; maar zij vormende
mode idet. In dit opzicht hebben Fraii.sche fami
lies en ook Nederland sclie, voel te loeren van de
Engclschen en Amerikanen, voor wie nog evenals
vroeger, een jaar reizen tot de noodzakelijk aan
vulling dor opvoeding behoort.
De te New-York verschijnende Simdtty-Merctiry
bevat het verbaal van een ongeval met uen para
chute, dat tevens kan dienen om aan te tooncn
\\elk eeue rol de bekoring van het gevaar bij die
vorUiCmngcn spoelt. De luc.htscliipper W. Vi . .\!e.
Erven had aangekondigd dat hij met zijn ballon
een hoogte van litjilt) voet zou bereiken en ver
volgens nodenialen met behulp van eon parachute.
De ballon werd gevuld vlak voor rosnan's
eiauiibsement, aan den zeekant gelegen, doch men om
Iervond groote moeilijkheden. Er woei een hevige
Zuidoostenwind en deze drukte de zijdon uui
den ballon met zooveel kracht in, dat hij ieder
oogenblik in vlammen dreigde op te gaan. Hot
vervaarlijke luchtschip was ó voet hoog en 5,";
voet in omtrek. Men had een schoorsteen in den
grond gemetseld en een vlam ter hoogte van vij;
voet flakkerde op naar het inwendige van het
canevas, die don ballon met heeto lucht vulde.
Een jonge man hield op weinige meiers afstand
van de plek. waarde ballonzen worden opgelaten.
een parachute van zeildoek van \ï> voet vast. Een
dozijn mannen hielden den ballon op don grond,
toen precies om tien uur de acronant liet bevel
gaf dat men zou loslaten.
Men deed dit en nu heerschte er gedurende
verschillende minuten een vrecselijkc
op-^wondenheid. De man, die de parochute vasthield name
lijk, verzuimde deze los te laten en hield haar
integendeel uit al zijn macht vast. liet vervaar
lijke luchtscbip rees omhoog, maar niettegenstaande
de angstkreten dat hij los moest laten, bleef de
man vastbonden, totdat zijn voeten den grond
verlieten. Toen liet hij, ofschoon te laat, los;
de parachute raakte verward in de takken van
een wilgenboom en werd daarmede aan den
aoronant ontrokken Toen deze noodlottige scheiding
had plaats gehad, waren de uitroepen der toe
schouwers verschrikkelijk om aan te hoorcn, om
dat zij meenden dat do luchtschippcr zonder
parachute nooit weer levend de aarde zou kun
nen bereiken. Een ieder scheen buiten ziek
zelf van schrik en zelfs zij die met de inrich
ting van een luchtballon bekend waren
vet