De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 14 oktober pagina 6

14 oktober 1888 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.ó90 'i' a-,"5 m" In een Figaro van drie jaren geleden vindt men artikel van Gaston Jollivet, over het duel, dat "?meer beteekenis heeft gekregen, doordien de schrijver zelf daarna door een pistoolschot op den ltod van het graf is gebracht. Jollivet zegt: «Wat de wettigheid van het duel betreft, ik aarzel hieromtrent mijne meening te zeggen; zij B in strijd met de heerschende opinie. In eereeaken zegt men zoo in 't algemeen: Het duel moet alleen voor ernstige zaken gelden!" En nu KOU ik juist in zeer ernstige zaken toegeven, dat men niet de degens kruiste of de pistolen deed knallen. Ik zou menigeen onder mijne medebur gers geen lafaard kunnen hooren noemen, omdat n|j, huisvader, het brood verdienend voor _ zijn kinderen, weigerde zich te laten doodschieten door den galant van zijn vrouw. Ook kan ik juist in ernstige zaken toegeven dat men een duel ?weigert, waar het schandaal de zaken verergeren zou. Daarentegen, voor minder ernstige zaken, komt het duel mij volstrekt niet laakbaar voor. Het is, In de botsingen van het Parijsche leven, dikwijls de laatste waarborg voor beleefdheid en goede manieren. En wat het onschadelijke van vele journalistenduels betreft, de oorzaken zijn zoo acht, waarom zou het herstel van eer niet licht Bjjn? Rousseau's beroemd woord: Wat wilt ge mét dat bloed, wildeman? wilt ge het drinken?" iaat mij vrij koud. Er wordt zoo weinig bloed gedronken." - VOOR DAMES. Kunstnaaldieerk. Een gevaarlijke Kapster.^ ^Huwelijksaanzoeken. Schoon of leelvjk? Eene bekroonde schoonheid. Travestis. Eene tegenstelling is er tusschen de steeds ver meerderende belangstelling voor kunstnaaldwerk" en den steeds vermeerderenden tegenzin der dames om er zich mede bezig te houden. Nederland is is in dit opzicht nog ouderwetsch; borduren, tapisserie, kantsteken. haken, application ziet ?men hier nog dagelijks uit liefhebberij door de dames beoefenen; in Engeland, Frankrijk en Oostenrijk wordt het steeds meer aan de arme bandwerksters in de fabrieken overgelaten, die in hare kunstvaardigheid hare broodwinning vinden. Men kan het dus mooier en minder duur geheel afgewerkt koopen, dan het zelf maken. Men vergeet echter, dat de vrouwelijke handwerken twee eigenschappen hebben, die in onzen tijd wel meer geapprecieerd mochten worden. Vooreerst oefenen zij denzelfden kalmeerenden, zenuwontspannenden invloed uit, als b.v. door vele mannen aan den tabak wordt toegeschreven. Onder het werktuigelijk tapisserie maken verzamelen zich de gedachten, kalmeeren zich de zenuwen, komt men tot verstandige besluiten, oefent de vrouw zich.in geduld en hartelijkheid. Ten tweede, een modern voordeel. oefent het het oog in vormen en kleuren, al knutselend leert men scheppen en vinden. Op dat alles wordt niet gelet; de hand werken verdwijnen. Maar, een teeken des tijds, het ware symbool eener décadence, de littera tuur erover neemt toe. Wij hadden de gelegenheid >in deze kroniek op eeuige nieuwe werken over dit vak te wijzen; wij noemen daarbij: E. Lefébure, Broderie et dentelle, een uiterst onderhoudend en belangrijk boek. De heer Lefébure neemt zijne lezeressen mee naar het oude Egypte, Griekenland en Rome; hy teekent haar de overblijfselen van priesterkleederen voor, met hyacinth, purper en karmozijn, de drie oude wolkleuren, bewerkt; het vlas kwam er bij, de vinding van Isis; het katoen, dat de Ganges leverde; gouddraad, waarvan de oudheid niet na te sporen is; later zijde, kost baar 'geschenk der Chinezen. De eerste Christenen hielden zich buiten al deze \jdelheid; maar het duurde niet lang of het altaarkleed en het priestergewaad mocht de af- beelding van een symbool dragen, en men weet tot welk een kunst en weelde deze kleine concessie leidde. Het Byzantijnsche hof nam de mode aan, zich tooneelen uit de Schrift op het kleed te laten borduren; er wordt verhaald van ' een senator, die zich beroemde, achthonderd figuren op zijn staatsiekleed geborduurd te dragon, en als antwoord klinkt de verontwaardigde pre dikatie van Artuin, bisschop van Amasus, tegen degenen die de Evangeliën op den rug dragen, niet in hun hart!" De Islam, in het eerste tijdperk zijner over macht, deed vooral niet minder. De costumen dor Kalifen worden wonderen uit de droomenwereld voor al wie beproefde, ze te beschrijven. Alle soorten van lederen artikelen werden met bor duursel overdekt, niet enkel zadel en harnas, maar ook de laarzen van rood marokijn, de sa belschede, de greep van sabel en dolk, alles werd een voorwendsel voor kostbaar borduursel. Van hun tapijten en gordijnen is noch kleurenkeus noch knustvaardigheid van uitvoering in de loop der eeuwen overtroffen. In de kloosters borduurde men vlijtig; bij al die processies en ceremoniën kwamen de kostbare ?weefsels te voorschijn. Het lijkkleed van koning Childerik was met 300 bijen in goudborduursel bedekt. Karel de Groote's kleed van goudborduur sel, zijn muilen met paarlen en gouddraad bedekt, de gouden sjerp en de rand van zijn mantel wa ren beroemd. De kruistochten leerden aan de Westersche kunst nieuwe procédés en nieuwe mo dellen; de riddertijd hield met het borduren der ?wapenschilden de edelvrouwen en haren stoet van dienaressen bezig. In de zestiende en zeventiende eeuw werd reeds de kunst weder meer een han delszaak; voor de behoeften der hoven waren in Frankrijk en Vlaanderen, in Italiëen Spanje on ophoudelijk de handwerksters bezig, totdat, op het einde der zeventiende eeuw, China en Japan we der op de markt kwamen en door volmaakt werk en ongeëvenaarden smaak ongehoorde prijzen be dongen. Zij leverden echter ook goedkoop en ver meesterden op deze wijze de markt; de negen tiende eeuw eerst wist weder, gelijk op met hen, aan de beboetten van de weelde te voldoen. Op dit oogenblik is de markt van alle kanten overvoerd; gelijk moeder Buchholz onlangs zeide: men kan in een burgergezin nauwelijks meer vaat doeken vinden zonder versieringen in Holbeinwerk of oud-Duitsche Renaissance ; toch zou het niet «ngewenscht zijn, indien de schoonheidszin ook in onze gezinnen als uiting het vervaardigen van fraaie handwerken mocht blijven behouden. * * * Een bankiersvrouw te Berlijn, die zich in het bezit van bijzonder mooi, rijk lang haar ver heugde, bemerkte sedert eenige weken, dat heur haren verschrikkelijk uitvielen. Het was alsof er halve vlechten tegelijk ontbraken; het haar werd dun en vertoonde ongelijke plekken. De jonge vrouw was kort geleden ziek geweest en schreef het verval daaraan toe; allo versterkende midde len bleven zonder uitwerking: eiken morgen als de kapster geweest was, zeide mevrouw: 't Is of mijn coiffure alweer kleiner is " Op zekeren morgen las mevrouw, als gewoonlijk, voor de kaptafel de courant, terwijl de haarkunstenares met het friseerijzer bezig was. Toevallig keek zij op en zag in den spiegel, hoe een geheele bos haar, met het ijzer afgebrand, in do gedofte mouw der friseuse verdween. Nu lette zij op ; weinige minuten later voelde zij hoe het ijzer een tweede vlecht afbrandde en zag deze op dezelfde manier in de mouw der kapster verdwijnen. Zij sprong op, schelde, liet haren man verzoeken binnen te komen en men bracht spoedig de friseuse tot bekentenis, die gewoon was aan de winkels het mooie haar van haar klanten te leveren. Daar het hier niet enkel de waarde der haren, maar ook de ijdelheid der beroofde jonge vrouw gold, werd van de zaak aangifte gedaan en de diefach tige friseuse is in hechtenis. * * * Het bureau voor landverhuizers van Castlegarden te New-York heeft gewoonlijk een aantal aanvragen in voorraad voor jonge vrouwen; de trouwlustige farmers verlangen meest jeugd, schoon heid en eenig vermogen. De Duitsche agent ont ving dezer dagen echter eene aanvraag uit lowa, waarbij uiterlijk en vermogen geheel buiten be schouwing werden gelaten; de candidate moest enkel kunnen koken, en daarenboven een tevreden humeur en een zich bedwingende tong" bezitten, zooals de farmer schreef. Van zich zelf vertelt hij voor zes jaar kwam ik uit Bohcmen waar ik bij de kaffelerie gediend heb"; hij heeft nu eene farm gepacht en is in het bezit van een flinkcn stal koeien, maar het verveelt hem voor zichzelf eten te koken, hij is 31 jaar oud, ..gezond, goed gebouwd,"?thue nicht sanfcn spielen tanzen kanen," maar als ieder Duitscher rook ik na gedanen arbeid;" hij belooft, als zij een oud vrijgezel wil aannemen, een liefhebbend echtgenoot te zijn. en vreugd en leed met haar te doelen." Godsdienst maakt geen verschil, ik spreek Bohcemsch en Duitsch heel goed, maar het Engelsen op zijn Platduitsch." Dit is een kansjo voor de goede huishoudsters zonder schoonheid; de agent zal niet lang behoeven te zoeken. * * * De huwelijksaanzoeken per advertentie, thans dagelijksche lectuur, zijn niet van zoo jongen datum als men allicht zou meenen. In het Intelligene-Blatt van Leipzig, ) Mei 181 a, leest men reeds: Vier fatsoenlijke en zeer scboone meisjes van buiten, 18?24, ieder met een bvuidbchnt van 3000 gulden, dadelijk beschikbaar, wensehcn in een groote stad te trouwen. Zij vleien zich, goede huisvrouwen te zullen worden en alleen wegens de afgelegenheid van haar geboorteplaats nog niet door behoorlijke pretendenten te zijn gevraagd; zij zien meer op gepastheid en eerlijkheid dan op vermogen. Nadere inlichtingen worden alleen gegeven aan personen beneden de 40 jaren, zon der lichaamsgebreken; brieven onder hot motto: zoekt en gij zult vinden" te adressecren aan het bureau van dit blad." Het Leipziger lageblatt weet mee te doelen dat het viertal ruim twintig brieven als antwoord ontving, en daaronder brieven, waarin do trouwlustigen oneindig veel zorgvuldiger beschreven werden dan de misdadigers in de politieberichten. Of de vier jonge dames door hare advertentie getrouwd zijn, wordt niet gemold. * * * Bij eene huwelijksreis is gewoonlijk het aantal reisgenooten tot een minimum beperkt; toch is er minimum en minimum. Te Dresden zou een ver gadering van hoofden van scholen gehouden wor den, en den vorigen dag waren verscheidene schoolmeesters aan het station, om collega's uit andere plaatsen af te wachten. Ken directeur uit Sednitz zag onder de aankoroenden ook het gezicht van een oud vriend uit een stadje in het Ertsgebergte, dien hij in vele jaren niet gezien had. Welkom, oude vriend", zeide hij, kijk, dat is goed gedaan, dat ge ook gekomen zijt; vertel me eens eerst, hoe is het u al die jaren gegaan?" Nu, hoe zou het me gegaan zijn," antwoordde de collega van de sneeuwgrens, zoozoo, totdat ik gisteren getrouwd ben. 011 nu mijn huwelijksreisje maak."?Nu, hartelijk gefeliciteerd; en waar is dan uw lieve vrouw? nog in den coupé?" Neen, ze is thuis gebleven, want zie je, Frits, zeide zij, voor ons beiden wordt het Imwolijksreisje te duur, maak jij het maar alleen!" * * * Figaro heeft een nieuwe vraag gesteld, na die omtrent het schoonste boek over de liefde" en het voor- of nadeel voor een diplomaat, getrouwd te zijn". De nieuwe vraag is: welke zijn de lasten der schoonheid en de voordeden der leelijkhoid ?'' Do antwoorden zijn weer talloos geweest. In de meeste herkent men den gocdhartigcn wensch om do leolijke meisjes te troosten. In vele is het bekende oude en onware argument te berde ge bracht, als zou schoonheid vergaan en leclijkheid blijven"; in andere daarentegen wordt beweerd dat na weinig jaren schoonheid en leelijkheid verdwijnen onder do rimpels van den ouderdom," hetgeen ook niet waar is en even weinig afdoet als het vorige. Balzac en La Bruyère worden aangehaald om te bewijzen, dat do triomf ecner leolijke vrouw, die bemind wordt, veel grooter is, daar zij den beminnende hare leelijkheid doet vergeten ; eene geheele galerij van beroemde minnaressen wordt genoemd om te bewijzen, dat de vrouwen dio den grootsten indruk gemaakt hebben, niet onberispe lijk van vorm waren. Diane de Poitiers had een scheven schouder en was 48 jaar, toen zij de her togin d'Etampes opvolgde; Mlle de la Vallièra was kreupel; Mad. d'Houdetot, de afgod van JeanJacques was pokdalig, evenals Mlle de Lespinasse, de vriendin van d'Alembert. Une laide" schrijft: De lasten der schoonheid? Er zijn er geen. Men moet een man zijn om dat te kunnen vragen. Gij mannen weet niet, dat schoon zijn voor eene vrouw het absolute geluk is, het grenzeloos, eindeloos genot, het paradijs. Mooi zijn is vreugde van alle minuten, bedwel mend, duizelingwekkend, onuitsprekelijk; door ieder man te worden begeerd, aangebeden, ge vleid, door iedere vrouw te worden benijd, en al toos te overwinnen. Een jaar te leven in schoon heid liever dan eene eeuw in leelijkheid, dat is het ideaal van iedere vrouw." Eeno andere inzendster, waarschijnlijk geen laide", is het in hoofdzaak met haar eens. Le venslange eenzaamheid is beter te dragen dan leelijkheid", zegt zij ; maar voegt er bij : Toch is er een bezwaar aan verbonden, oen enkel: nageloopen te worden. Ik ben waarlijk geen coquettc, maar het is onuitstaanbaar, niet te kun nen wandelen zonder met rooflustige oogcn te worden aangekeken. Wat al wandelingen afge broken of ingekort, alleen om een imbédle, die hoopt .. . waarop ? " G. Cecil schrijft: Een mooie vrouw is slavin en gevangene ; zij mag niets en kan niets. Zij wordt steeds bespied, verdacht, nageplozen, be lasterd : een leelijke alleen is vrij en kan doen wat zij wil. Een mooie vreest telkens minder mooi te zijn dan den vorigen dag, of minder mooi dan -hare beste vriendin; voor een leclyke is iedere beleefdheid eene oorzaak van genoegen." Een zich noemende Desdemona" is het met haar eens, maar ziet ook het bittere van de leelijkhoid in. Een leelijke voouw is geen vrouw ; c'cxt un tre de relat, manqué,riui ne compte pas. Een man, die haar genegen zou zijn om haar karakter, durft zich niet veel met haar bemoeien uit vrees van zich belachelijk te maken, en hij zelf zal haar hare leelijkheid kwalijk nemen." Une demi-laide" schrijft: Het ecnig nadeel der schoonheid is het onbeschrijfelijk verdriet dat het verdwijnen der schoonheid geeft." Octave Feuillet heeft gezegd: Een mooie vrouw, dat is goed voor een of twee jaar; maar daarna ziet men het mooie gezicht niet meer; de mooie vrouw wordt dan een lastige weelde, een uithangbord waarvan men alleen de keerzijde ziet, een bliksemaantrekker ..." Een oude dame uit Etretat schrijft: Eene mooie vrouw doet de ondervinding op, dat schoonheid alles is; zij gaat dus geest, goedheid, beminnelijkheid verachten, vriendschap vcrwaarloozen;zij plaatst haar kapitaal a fonds fiKïdu, en als de ouderdom komt, gaat zij bankroet." Voorts nog een reeks citaten en uittreksels, van welke eenige niet zonder geest zijn: Vroeger, toen ik nog vrouw was'' (Mad. Gcoffrin). De leelijkheid is de revanche deitoekomst" (lied.) Schoonheid is oen weldaad voor anderen; leelijkheid een verdriet dat men al leen geniet" (Düber). Vergelijkingen zijn ha telijk voor leelijke vrouwen" (Profe^inntil beauty) Men moest uit liefde tot de kunst, do leelijke vrouwen opsluiten en de mooie laten rondwandelen" (Charles B.) Schoonheid is een bedorven kind, met al de ondeugden ervan, leelijkheid haar verstandige zuster" (Eni'J.R (jfeii-ty). Eene vrouw moet heel wat geleden hebben om spijt te hebben van hare schoonheid of vreugde over hare leelijkheid" (,S'.) Kene mooie vrouw is eene koningin, die vooruit weet, wanneer zij onttroond zal worden (Fhnr de Lys.) De laatste gedachte komt uit Spa en is wel licht van een der juryleden van het schoonheidsconcours afkomstig. Zij beantwoordt de ((iiacstio niet, maar zegt: Allo mannen houden zich voor geestig, en alle vrouwen voor mooi". De derde bekroonde bij het schoonheidsconcours te Spa, Frau Betty Stnckart, geb. Schatter, zal uit haar diploma munt slaan. Donderdag debuteert zij voor het Berlijnseh publiek. Er is voor haar eene reeks van tableaux-vivants gearrangeerd, artistiek maar decent, waarin hare schoon heid ouder verschillende verlichting zal uitkomen. In een groote gouden lijst, 14 voet in doorsnede, komt zij het eerst als portret iu Rembrandts stijl", dan als Gretchen", eindelijk als Flora". liet diploma van hot concours schijnt grooter. in druk te maken. Bij mevr. Stuckart hebben zich con groot aantal der eerste portretschilders en toeken aars aangemeld om haar portret te maken. Do schoon heid'' hooft verklaard, dat zij zich gaarne hiertoe ter beschikking stelde, maar dat zij niet de ver schillende ateliers wilde bezoeken; lederen dag echter, van 11 tot 12 uur, is zij bereid om in hare woning, Friedrichstrassc 176 voor de hoeren te poseeren. * * * De //'ftrew'w pagccostumen en andere bozenrollen" voor meisjes, zijn geene uitvinding van onzen tijd, ofschoon eerst hot nieuwe tooneel en vooral de operette, met hare geheele regimen ten van jonge meisjes in uniform, er een over wegend gebruik van maakt. Reeds op '_'7 Juni 17Ü7 vaardigde de Regeering van Weimar een besluit uit, waarin het onder anderen heette: Beste en hooggeleerde raden, lieve getrouwen, het zal u zonder twijfel bekend zijn, dat wij ten nadrukkelijkste bevolen hebben, dat zonder onze voorkennis en verlof aan gecnerloi komedianten, koordedansers on dergelijke lieden veroorloofd zou worden in onze landen te spelen en op te treden. Nu vernemen wij tot onze ergernis, dat een vrouwspersoon in huzarencostuum en nog andere in onze residentie en te Weimar openlijk op straat met haar volk komedie gespeeld heb ben, en dit is des te ongepaster, daar een rouw over het gansche land is uilgeschreven..." Ook in Spanje komt het van ouds voor; Lope de Vega schrijft: De dames mogen haar waar digheid niet verloochenen, en wanneer zij zich verkleeden, moet hot goed gemotiveerd zijn; in wolk geval het optreden der vrouwen in mannendracht zeer pleegt te behagen." Philips III vaar digde een verbod er tegen uit. De Italiaan Garzoni schrijft omstreeks 1010, dat aan het slot der Italiaansche komediantentrocpen eene vrouw in mannencostuum liep, die op cene trommel sloeg en tot het bezoeken der voorstelling uitnoodigde. Op het Duitsch tooneel in het eind der vorige eeuw kwamen de vrouwen in alle rollen voor; eene Frau Miehl speelde Hamlet, 'zij heette Felicitas, evenals de tegenwoordige Hamiet-virtuose Felicie von Vestphali. In de Fransche opera kwamen de travestis bij menigte voor; ook Gluck liet iu zijn Orphce de titelrol door eene alt vervullen. * * * In de Paleisstraat No. 23, wordt heden een nieuwe winkel geopend, door de illl. Ter Boom, een maga zijn van goud- en zilverwerken. pendules en horlogcrie. Vooral hot laatste vak is zeer goed vertegenwoor digd en maakt de hoofd werkzaamheid der tirma uit, die vroeger in de Kapenburgerstraat haar naam van soliode werk te leveren vestigde. Atelier voor reparatie, chronomoterf'abriek, pendules en regula'eurs uit de beroemde fabriek te Lenzkirehen in het Schwarzwald, Waltham-watches, wijzen de ernstige richting der zaak aan. De firma Ter Boom werkt voornamelijk voor export, maar de artikelen zijn ook alle en detail te verkrijgen, en door den prijs voor vclo beurzon bereikbaar. De keurige etalage niet rood pluche is ont worpen door den artitect F. E. Kuipers, de \Venhamlampen zijn uit het magazijn van den heer Schcres, E?e. Allerlei. Voor het slechte zomerseizcen. dat de badplaat sen gemaakt hebben, worden behalve het slechte weer, nog andere redenen gezocht, Do c/troniqiteufs van de groote wereld beweren dat het reizen uit de mode raakt. De groote hoeren, aan het l'arijscho loven, met al zijn gemakken en attenties, gewend, missen overal hun comfort en vinden duizend kleine ongerieven. Kamers iu hotels zijn zoo ongemakkelijk; zelfs het groote appartement op de eerste verdieping. De maal tijd aan de table d'hote is oneetbaar: eet men op zijn kamer, dan is hot nog erger. Neemt men geen knecht mee, dan moet men zelf zijn koffers pakken; neemt men er wel een mee, dan kent de man geen talen, men moet hem helpen met de bagage en voederen aan het buffet; mijnheer is eerste lakkei van monsieur Jcan!" Men stelt dus het reizen uit, tot men getrouwd is; maar na het huwelijksreisjo, hoeveion die ge dwongen zijn t'huis te blijven! Wie zorgt voor bébé'i Niet alle grootmama's zijn even geneigd om er haar rust aan op te offcre::, en ook vele mama's zijn, ondanks de geregelde berichten, tocli nog te bezorgd om van de reis het ware genot -te hebben. Men wacht dus tot de kinderen groot zijn, maar hoe vaak komt er van uitstel afstel. Twee soorten van reizen zijn er, die de Fransche families maken: een naar Rome in don tijd der kerkelijke feesten, de hoofdpersoon is hier gewoonlijk de vrouw des huizes; mijnheer gaat mee onder zachte vermaning mi soms na veel aan houden; en een naar Engeland, ten tijde der groote wedrennen, de r/roMse-jacht en de fcaxvit; dit is cene reis, die de hecren alleen maken. Jn Frankrijk reizen komt voor Fransclien even weinig in aanmerking als in Nederland rem-n voor Nederlanders; men gaat wel eens naar Zwitser land, vooral veel naar Noorwegen, maar men kent steden als Lyon en Marseiile alleen als halt op den weg l'anjs-Nice, Toulouso en Bordeaux a!> station op de lijnen naar Lndion en Biarritz, en liouaan en ilfivre omdat men van daar uit de Normandischc kust bezoekt. Deze Normandischu zcebadon nu worden hou langer hou meer gczondheidsbaden, de groote wereld gaat er niet anders meer keen dan wanneer het noodigis; met lïoyat. La Bourboule en l'ougues is het eveii/.oo. men vindt er enkel vreemdelingen en Imrgi.-riieden. Uitzonderingen zijn eenige zeer groote lieurcii. prins Jlenri van Orléans, die cene reis (.m do. wereld gemaakt heeft, prins Jïuiand Bonaparte die naar Amerika is geweekt; maar zij vormende mode idet. In dit opzicht hebben Fraii.sche fami lies en ook Nederland sclie, voel te loeren van de Engclschen en Amerikanen, voor wie nog evenals vroeger, een jaar reizen tot de noodzakelijk aan vulling dor opvoeding behoort. De te New-York verschijnende Simdtty-Merctiry bevat het verbaal van een ongeval met uen para chute, dat tevens kan dienen om aan te tooncn \\elk eeue rol de bekoring van het gevaar bij die vorUiCmngcn spoelt. De luc.htscliipper W. Vi . .\!e. Erven had aangekondigd dat hij met zijn ballon een hoogte van litjilt) voet zou bereiken en ver volgens nodenialen met behulp van eon parachute. De ballon werd gevuld vlak voor rosnan's eiauiibsement, aan den zeekant gelegen, doch men om Iervond groote moeilijkheden. Er woei een hevige Zuidoostenwind en deze drukte de zijdon uui den ballon met zooveel kracht in, dat hij ieder oogenblik in vlammen dreigde op te gaan. Hot vervaarlijke luchtschip was ó voet hoog en 5,"; voet in omtrek. Men had een schoorsteen in den grond gemetseld en een vlam ter hoogte van vij; voet flakkerde op naar het inwendige van het canevas, die don ballon met heeto lucht vulde. Een jonge man hield op weinige meiers afstand van de plek. waarde ballonzen worden opgelaten. een parachute van zeildoek van \ï> voet vast. Een dozijn mannen hielden den ballon op don grond, toen precies om tien uur de acronant liet bevel gaf dat men zou loslaten. Men deed dit en nu heerschte er gedurende verschillende minuten een vrecselijkc op-^wondenheid. De man, die de parochute vasthield name lijk, verzuimde deze los te laten en hield haar integendeel uit al zijn macht vast. liet vervaar lijke luchtscbip rees omhoog, maar niettegenstaande de angstkreten dat hij los moest laten, bleef de man vastbonden, totdat zijn voeten den grond verlieten. Toen liet hij, ofschoon te laat, los; de parachute raakte verward in de takken van een wilgenboom en werd daarmede aan den aoronant ontrokken Toen deze noodlottige scheiding had plaats gehad, waren de uitroepen der toe schouwers verschrikkelijk om aan te hoorcn, om dat zij meenden dat do luchtschippcr zonder parachute nooit weer levend de aarde zou kun nen bereiken. Een ieder scheen buiten ziek zelf van schrik en zelfs zij die met de inrich ting van een luchtballon bekend waren vet

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl