Historisch Archief 1877-1940
No. 591
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
ik in beschaafder" kringen wel eens minder ge
willig heb zien opvolgen dan daar in het lokaal
van den Amsterdamschen Werkmansbond".
Met gespannen aandacht volgde ik de aange
kondigde lezing van den ouden Admiraal", een
juweeltje uit de pen van Werumeus Büning
De lezer, neen! de voordrager, in het dagelijksch
leven een eenvoudig werkman, een smid, Jordaan
geheeten, maar bepaald een geboren acteur,
was nauwehjks van een hevige ziekte hersteld, en
kon niet beginnen vóór hij in eenige hartelijke
woorden de steun, de liefde en vriendschap her
dacht had, hem door zijn lamilie en kameraden
in zijn ziekte bewezen.
Kijk! die improvisatie, vol vuur en innigheid
geuit, deed me goed; ze bracht mij een amen"
op de lippen en ik dacht hier is meer heil te
vinden voor den werkman, dan in 't heilige kam
pement op Rapenburg.
De lezing zelf was alleraardigst, 't
Amsterdamsche dialect mocht hier en daar wat al te
sterk voor den dag treden de mimiek en
stemveraudering waren uitstekend en dat de hoor
ders het fijne, humoristische stukje zeer goed
volgden en begrepen, bewees afwisselend de stilte,
bij aandoenlijke gedeelten, en het hartelijk gelach
als de oude rondo, grappige bootsman aan het
woord kwam.
Aan het einde van 't verhaal, toen de admiraal
op het punt stond voor goed het kommando
neer te leggen", en zijn stem, uitstekend door
Jordaan teruggegeven, al zwakker en zwakker
klonk, verhief eensklaps een jonge wereld
burger in de zaal als protesteerend tegen dat
Sterven, zijn scherp stemmetje; maar eene versna
pering die Hollandsche moeders gewoonlijk spoedig
by de hand hebben, bracht hem oogenblikkelijk
tot bedaren, en de omstandigheid dat niemand,
zelfs ook maar n oogenblik, over dit intermezzo
lachte, was voor den spreker het beste bewijs
hoezeer hij zijn gehoor wist te boeien.
De wakkere smid Jordaan moge nog dikwijls de
smidse en 't aambeeld verwisselen voor 't spreek
gestoelte. Hij alleen sticht dan meer nut, dan een
geheele compagnie heilsoldaten.
Nadat do lezing geëindigd was, slenterde ik de
Kalverstraat nog eens door in de hoop wel
hier of daar een kennis te zullen treffen; 't was
omtrent elf uur en dus, nog vroeg voor Amsterdam,
waar 'nbuitenman wel verleert met de kippen
op stok te gaan". Mijn hoop werd niet beschaamd,
want na een korte poos ontmoette ik Jonas, die met
de handen op den rug en zijn ziel onder zijn arm,
doelloos scheen te flaneeren.
Daar ik in 't geheel geen doel had bracht ik
mijn voetzolen in dezelfde richting als de zijne
en met hem oploopend vroeg ik: waar ga je
heen!"
Ik loop maar wat rond tot 't 12 uur is".
Tot 12 uur" hernam ik verbaasd, bij welke
schoone ga je zoo laat je opwachting maken?
Bij een schoone die nog ethérischer is dan
Sarah Bernhardt", antwoordde Jonas lachend, en
waar ik je moeielijk introduceeren kan, omdat ik
waarschijnlijk zelf niet toegelaten zal worden." Ik
ga naar het spook op den Zwanenburgwal, ga je
soms mee?"
Ik nam zijn uitnoodiging aan en een halfuur
later stonden we voor het beruchte huis, waar
eiken nacht op de kinderkamer een aanhoudend
geklop wordt gehoord, dat, soms voor een kort
poosje ophoudt, antwoord geeft als men in
het vertrek tegen den wand tikt en waarvan men
de oorzaak sinds 6 weken vruchteloos zoekt.
Voor den bewoner van het huis is 't een ware
bezoeking; 's nachts door het voortdurend getik
uit den slaap gehouden, wordt hij overdag door
bekenden en onbekenden met vragen overstelpt,
waarop hij evenveel antwoord weet te geven als
de groepjes die zoo als wij gekomen waren met
een onbepaalde nieuwsgierigheid en nu allerlei
gissingen waagden.
't Is 't dooienkloppertje," zei een burgerjuffrouw
met groote beslistheid, ,,'k heb op 'n woning
percies 't zelfde gehad, en we waren pas anderhalf
jaar verhuisd of mijn brave man is gesturven."
Geloof d'r niet, menschen", zei 'n straatjongen,
misschien dezelfde die verleden week op de
deur van 't bewuste perceel met groote
krijtletters geschreven heeft: Hier word geport" ze
heit em doodgesard ; 'k heb em wat goed gekeune."
De verontwaardigde gramschap der eerzame
weduwe werd overstemd door de grove stem en
lach van een werkman, met kalkvlekken op zijn
jas, die langs het berookte eindje pijp. dat in de
hoek van zijn lippen hing, brommend sprak: As
't nou zoo'n nuwerwetsch krot was, zou je zegge,
dat 't gewete van den aannemer d'r nog in zat."
Een heerachtig" persoon met 'n zwaarmoedig
uiterlijk informeerde of de schoonmoeder" van
den heer des huizes nog in leven was en een
ander sprak van den geest van ,,'n kwaje betaler".
Eenige kwaadwilligen opperden de meening dat
er wel eens 'n buurman zou kunnen bestaan, die
zin in het huis heeft en den tegenwoordigen be
woner eruit wil kloppen.
'n Practisch toehoorder gaf den raad om de
spiritusters" er bij te halen; die lui kennen al
de maneuvers van zulke klopgeesten.
Intusschen weet niemand het rechte de be
woners worden bleek en zenuwachtig door het vruch
teloos zoeken en gebruiken een oplossing van
bromkali als tafeldrank de politie put zich uit in
nasporingen en onderzoekingen, maar, alles te
vergeefs
Cherchez la femme," zeggen de Franschen,
cherchez l'esprit", zegt men hier, maar 't komt
op 't zelfde neer. Il faut avoir beaucoup d'esprit,
om' n van die twee raadselachtige wezens te
vatten." t. t.
Kunst en Letteren.
P. AUG. MORIN.
A. s. Woensdag herdenkt onze talentvolle
tooneelspeler P. Aug. Morin in den Stadschouw
burg den dag waarop hij voor 50 jaren zijn kun
stenaarsloopbaan begon, 't Is onnoodig om over de
verdiensten van Morin uit te weiden, ieder kent
en waardeert hem evenmin behoeft ziju Benefiet
voorstelling te worden aanbevolen. Zonder eenigon
twijfel zal op Woensdag 24 October de zaal van
den Stadsschouwburg te klein zijn, om al de be
langstellende vrienden en vereerders van den al
gemeen beminden artist te bevatten. De rol van
Anselme Brochat, uit Heeren en Dames van
Pont-Arcy", is ongetwijfeld een van Morin's beste
creatié'n en t is een gelukkige gedachte van hem
geweest, juist die rol voor zijn
jubilaeum-voorstelling te kiezen.
HET TOONEEL TE AMSTERDAM.
Mevrouw Sarah Bernhardt heeft tot
afscheidsvoorstelling Fédora" gegeven. Van La Dame
aux camélias" tot het ontzettend drama van Sardou,
is or, voor de beroemde aktrice, geen klimming,
eerder daling. De opvatting van de rol van Fédora,
in het tooncelspel, waarvan Victorien Sardou in
der tijd toch do repetitiën gelei l heeft, kwam mij
voor in strijd met de schepping van don auteur
te zijn. De kunstenares, die, in ons Hollandsen,
de Fédora met zoo grooten glans gespoeld heeft,
begreep terecht, dat het denkbeeld der wraak
oefening van de hartstochtelijke Slavoonsche. der
verdclging van den man, die haren teer geliefden
Wladimir vermoord had, haar geen oogenblik ver
laten moest, zelfs niet als dat voornemen schijnt
opgewogen te worden door hare liefde voor Ipanoff.
Mevrouw Sarah B. in-tegendeel was op de soiree
in het tweede bedrijt geheel de behaagzieke vrouw
van de waereld, eene parisienne, met beurtelings
elegante en met opzet achteloze manieren, tine
petite maitresse, une femme qui plait, en die dat
weet. In het 3e bedrijf, bij het lezen der brieven,
had zij uitmuntende oogenblikken ; maar ook de
gejaagdheid, de spanning, bij het bespreken der
gevangenneming met De Siriex en het geven van
haar orders aan den politieman, ontbraken. In
den 4en akte, daarentegen, was zij iu alle opzich
ten uitmuntend. Haar schuldgevoel, het berouw
over het voorbarig vreeslijk oordeel, dat zij ge
vold had, hare ontzetting bij do diope smart van
den miskende, haar angst voor de uitbarsting zijner
woede en haar wanhoop over hot verlies zijner
liefde, werden met sterk aangrijpende kleuren en
met onovertroffen a;thetische middelen uitgedrukt.
Haar fyziek deed daarbij groote dieiwen. De
tengcrheid, waar men men zoo veel mee gelachen
heeft, schijnt geweken, on de vorm van armen
en handen is zoo edel en fijn, dat men naar niets
meer poteléomziet. Het binnenkomen in het
Eerste Bedrijf was eenigszins minder druk dan
dat van Mevr. Frenkel, die zich wel wat hoog
betoonde tegenover den kamerdienaar enz. Zulke
hoogheid tegenover onderhoorigen ging echter bij
Mevr. Sarah B., bijv. in hot Derde Bedrijf, wel
eens tot kwalijk gemotiveerde ruwheid over. De
uitrusting der groote fransche aktrice was merk
waardig smaakvol: eenmaal aangenomen, dat zij
eene russische Princes voorstelde, dio er niet tegen
opziet zich te kleedoii met levendiger oosterscho
herinneringen dan de grooto Dames van liet mo
derne Parijs. Het duiuio kostuum van het 4c be
drijf was ook goed gekozen: het viel niet in de
kleur van het ameublement, en leende zich uit
muntend tot het vormen van de dramatische groe
pen, waar Sardou op gerekend heeft.
Jammer, dat de man, die de groepen moest
helpen uitmaken, zoo'n weinig sympathieke per
soonlijkheid was. Ofschoon de Heer Berton een
naam draagt, die een gooden klank in do
tooneelwaereld heeft, bleef hij, met zijn hooge schouders,
groote ronde kin, roode wangen on buitensporige
armbewegingen, ver beneden hetgeen mun
van een Loris Ipanoff, in-zondcrheid wanneer hij
speelt met Sarah Bernhardt, verwachten mocht.
't Is onverklaarbaar, dat de kunstenares met dezen
Heer de Fédora geven wil. Ik vrees, dat er geen
bewijs in ligt van de waarde, die zij hecht aan
het oordeel onzer vitte de procince", met haar
vier maal honderd duizend inwoners.
De personen, die Fédora omgaven, waren, in
't algemeen, prtezentabel; al scheen de juwelier
uit het eerste bedrijf meer een Franschman dan
een Rus.
La comtesse Olga werd niet onaardig door
zekere Mev. Vallot vertolkt. Daarentegen werd
van het naïeve rolletjen van Dinutri, dat Mov.
Coelingh zoo natuurlijk en mot wol begrepen.
schuchterheid speelde, door Mad. Seylor volstrekt
niets gemaakt. De geheele scène trouwens der
ondervraging, het geheele eerste bedrijf van het
achter de schermen binnendragen dos gewonden
af, leverde niets op. De stemming Ier spelenden,
de vreeselijke geheimzinnigheid, die over dat
binnenkomen der politiebeambten, het haasten
van den dokter, 't ondervragen der voerlieden en
lakeyen, bij de Hollandscho voorstelling gespreid
lag, en die dit bedrijf tot da oorspronkelijkste en
indrukwekkendste tooneelen van Sardous répertoire
verhief, was hier heelemaal gemist. Doze'menscheu
hebben convenablemcnt hunne rollen opgezegd;
maar de harmonische diepe indruk ontbrak, en
werd niet goedgemaakt door een tooneeltjen bij
het bed van den vermoorde, dat ik vroeger niet
zag plaats hebben.
Ook was de mise en scène hier geheel omge
keerd en do rechter de linker kant van hot
tooneel geworden. Afbeeldingen, die ik in der tijd
van de parijsche voorstellingen gezien heb, gaven
de verdeoling aan, zoo als die bij de Ilollandsche
voorstellingen in het Grand Théatre plaats had.
Summa summarum: wanneer het Nederlandsen
Tooneel" de Fédora" monteeren zal, zullen de
herinneringen van de tegenwoordige voorstelling
daar niet aan schaden.
Het Nederlandsen Tooneel" geeft thands
L'Étrangère" van Alexandre Dumas ls. Het stuk
is twaalf jaar oud, en neemt een goede plaats in
te midden der comédies de mceiirs et de earaclère,
der gedramatizeerde sociale stellingen, die beurte
lings de spil uitmaken, waar zich de tooneelwerken
van den Heer Dumas om bewegen. Hij is er
inderdaad in geslaagd, door do belangrijkheid der
thezes, die hij verkondigt, door den strijd mot
open vizier, dien hij tegen do echtbreuk, vooral
tegen den schuldigen eegaa voert, door het talent,
waarmee hij een drama weet te bouwen, een
soort van aantrekkelijk didaktisme op het tooneel
te brengen, en het geheele publiek naar ongewoon
lange redeneeringen te doen luisteren.?L'Étrangère"
zoo als men weet, stelt op vreeslijke wijze aan de
kaak: rijke vaders,parvenus, die voor hun dochters
aclelijke schoonzonen koopen; adelijke schoonzonen,
die zich misdragen en door don auteur bij
bakteriën vergeleken worden. De fijne opmerkingsgave
van den Heer Dumas heeft hem, ook in dit
Tooneelspel, belet idealen van deugd en van ondeugd
op te voeren. De vertaling van den Hoer A. J.
Le Gras kwam mij welgeslaagd voor De
inkonsequenties in het gebruik van het voornaamwoord
u, In naamval, zal wel aan de akteurs liggen.
't Is jammer, dat deze voortgaan zich niet op de
hoogte te stellen der uitspraak van vreemde woor
den. In den naam van den Hertog de Septrnonts
heeft men, wel is waar, de p onderdrukt, maar
ook de eerste t spreken de Fransche a daarin niet
uit. Iu MTS Clarkson hadden de t en de beide rr
behooren wech te vallen.
Mevrouw Frenkel heeft, met uitnemenden takt
en warm gevoel, de partij van Culheriite (niet
Cathéi'ine) de Septmonts vervuld. Die eenvoud,
die natuurwaarheid, hare groote gaven dienstbaar
gemaakt aan de- schepping van die beminnelijke,
kinderlijk-edele figuur, waren diep treffend. Do
Heer Morin heeft ons een Dr. Iléinonin gegeven,
zoo ais men dien van hom verwachten kon De rol
is een kolfjen naar ziju hand. Ook de Heer Louis
Bouwmeester handhaafde zijn grooten naam, vooral
in het laatste bedrijt'. De rolvastheid, bizonder
der Heeren, scheen, bij do eerste voorstelling, nog
al wat te wenschen te laten. Het gevolg daarvan
was het laat uitgaan van den schouwburg. Voor het
overige weet men, dat stukken als L'Étrangère"
met zeldzame bedrevenheid door het Nederlandsen
Tooneel" gespeeld worden, Tourniaire was de
Hertog, Spoor Mauriceau, De Jong, die een
beetjen luider dient te spreken, Géranl, Clous
Guy Deshalles; Mevr. de Vries, Mi's. Clarhson,
Mej. Chr. Poolman Markies-in de lïumières De
mindere rollen waren in handen van de Heeren
Meynadier, Schwab, Verenet, Smits, Van dor Ililst
en Wensma; en van de Dames Marie Lorjéen
Mevr. Verenet (Mej. Dusault, even als haar man
leerling van de Tooneelschool).
De inrichting van het tooneel verdient geen
minderen lof' (vooral do soiree, met haar tweede
zaal) dan de kostumen der vrouwelijke
hoofdpersonaadjes.
19 Okt. '88.
A. Th.
HET NIEUWE BURGTHEATER TE WEENEN.
Vrijdag 12 October is in het Weener Burgthe
ater voor de laatste maal gespeeld geworden.
Voor de oude Weener's was het een gevoelvol
afscheid. Aan den schouwburg uit de g lansperiode
der Oostenrijkscho monarchie verbond zich nog
voor velen van hen eeu zwakke weerschijn van de
opperheerschappij in Duitschland, de verbinding
van zwart-goel met rood-zwart-goud, de herinne
ring aan den tijd der groote keizers, der groote
dichters en groote acteurs.
In het Burgtheater had zich reeds Maria
Theresia vertoond. Zelfs na den dood van haar echt
genoot, na den slag dien zij nooit geheel te boven
kwam, verscheen zij er nog eens, terwijl alles was
toegestroomd, om er den Ilausrater te zien, het
stuk van don Franschman Diderot, dat do
Duitsclie komcdianten voortreffelijk speelden. Eeuige
jaren later zag men hier den krachtigen, geestigon
kop van don grooten, bewonderden Lessing. Keizer
Jozef kwam geregeld ia het Burgtheater; zelfs
meermalen 's weeks. Het Burgtheater was een zijner
weinige liefhebberijen; hij liet het nieuw inrichten;
hij wierf er artisten voor; hij vereerde deze ar
tisten met geschenken in geld en gunstbewijzen.
In het Burgtheater werden Lear, Ot/iel/o, Ficsco
enGöthe's -eschwixter, werden de opera's Don Juun
en Figaro's Hochseit, voor keizer Jozef' en prins
Kaunitz opgevoerd.
Van de Revolutie had het Burgtheater veel te
lijden. De stukken van het repertoire, b. v.
Schiller's Fteseo, werden er een voor een afgenomen,
omdat in cluller's dichterlijke phrasen de poli
tieke beteekenis al te luid door de oproerigcn werd
toegejuicht. Schiller werd spoedig geheel van het
repertoire gebannen, van Lessing word enkel
Minna von liarnhelin toegelaten, de rest was te
gevaarlijk. Maar spoedig bleek Weenen enkel
eene keizerstad te zijn. In het Burgtheater klonk
voor hot eerst Ilaydn's Gott erhulte, in 171)7 op
den geboortedag des keizers, en hij kwam er se
dert dien tijd meermalen. Tragediën vielen niet
in zijn smaak, maar Kotzelme, Zicgler, en de
vroolijke coraedies uit het Fransch en Diutsch
lokten hem gedurig. Kotzebuo werd zelfs Theater
dichter", en ontving 1000 gulden 's jaars voor
het vertalen en omwerken van alle nieuwe stuk
ken. Toen kwam do tijd van de bezoeken der
Franschen. Mou speelde beurtelings voor de
Franscho officieren het Fransche repertoire en voor
de Oostenrijkers de Duitsche stukken, waarvan
zij de patriotische toespelingen slechts half durf
den toejuichen, maar zo des te dieper voelden.
Eymont en Don Cmios werden weer opgevoerd,
Theodoor Kiirner werd er toegejuicht; Schillers
sterfdag gaf' aanleiding tot eene patriotische plech
tigheid.
Met 1813 kwam de volkomen vrijheid weer;
wel met eenige reactie eu eene kleingeestige,
strenge bewaking van al wat op geestesleven
geleek; maar de schouwburg werd met vernieuwden
ijver bezocht; men genoot met volle teugen. In de
voorstadtheaters werden nieuwe stukken van
Raimund, Bauerle, Castelli gegeven; in het Burg
theater werden twee nationale talenten van de
eerste grootte gevierd, Grillparzor en Schreyvogel,
later nog gevolgd door Bauornfeld. Zijn Grossjahrig
in 184G was voor de Weeners ongeveer wat
Beaumarchais1 Figaro voor de Parijzenaars was
geweest; alleen was het Fransche stuk geestiger
en de Woener censuur kittelooriger, zoodat
Grossjührig, zooals men het thans lezen kan, vrij
onschuldig schijnt, al begrepen de Weeners in 184G
al wat er uitgelaten was. In 1848 werd de censuur
opgeheven, Laubo's Verbot wid Hefe/tl werd on
veranderd opgevoerd en toegejuicht, en het
Burgtheater werd weldra Königlieh Kaiserlich
Nationaltheater en bleef sedert, onder Laube,
in litterair opzicht, de toonaangevende schouwburg.
In die lange reeks van jaren teUe het Burg
theater herhaaldelijk de beste krachten van
Duitschland onder zijne acteurs. De Fransche
tooneelspelers onder Maria Theresia, evenals"'het
ballet en de opera buiten beschouwing latend,
vindt men onder Keizer Jozef madame Sacco,
Fraulein Jaquet, madame Adam-Berger; den ac
teur Steigertesch, den komiek Weidmann, den
karakterspeler Bergopzoomer en Friederike
Weidner. In de periode van Grülparzer en Schreyvogel
vindt men als eersten acteur Maximiliaan Korn,
als tragische heldinnen Sophie Schró'der en Sophie
Muller, later als trcurspelheld Anschütz, als père
nolth Wilhclmi; als salonminnaar Fichtnor ??een
soort van Delaunay, even elegant en jeugdig,
Ludwig Löwe, Auialie Haizinger, Julie Gley; nog
later Karl La Roche en den komiek Karl Beckmann.
Een derde glanspcriode was de directie van
Laube; hij voerde met strenge hand het kommaudo,
en vernieuwde steeds, waar dit noodig was, zonder
consideratie zijn personeel. Onder hom bloeiden
de karaktcrkomiek Meixtier, de lyrische min
naar Joseph Wagner, Sounenthal, de naïeve Frie
derike Gossmann, vorder Förster en Levinsky,
Friederieke Boguar, Charlotte Wolter, Helene
Sehneeberger. De treurspeldichter Halm (baron M
iichbellinghausen) tot generaal-intendant benoemd, was
oorzaak dat Laube zijn ontslag nam; Dingelstedt,
vroeger directeur der opera, nam zijn plaats in.
Met deze kwam eene moderne en meer populaire
beschouwii'g der tooueelzaali aan het woord; schit
terend decoratief, sensatieopvoeringen, schoone
vrouwen, Shakosueariaansche drama's,
sterrenrégime, gastrollen, kenmerken zijn regeering. Hij
deed Einerich Robert, Stella Hohenfels en den
komiek Tliirny optreden. Onder zijn opvolger,
Wilbrandt, die slechts kort de directie voerde,
werden een jonge held, Reimers, en een jonge
heldin. Barcescu, geëngageerd; de tegenwoordige
directie Sonucnthal is slechts eene voorloopige.
*
* *
Het nieuwe Burgtheater is geheel naar de
eischeu des tijds ingericht en is van buiten,
evenals de groote opera te l'arijs, in overeen
stemming met de artistieke bestemming gebracht;
het vormt een der schoonste monumentale siera
den van den grooten Paradeplatz te Weenen, en
kan als pendant beschouwd worden van het
prachtige Kalhhaus.
Vestibule, f'oyersj zaal en tooneel zijn in de
uiterlijke vormen geheel te onderkennen; de zaal
wordt aangegeven door een hoogen koepel, waar
achter zich, nog hooger, het rechte dak van de
tooncelruüute verheft. Drie groote boogingangen
wijzen deu voetgangers den weg; rechts en links
in do vleugelhockeu zijn de toegangen voor de
rijtuigen, die op loge, staties en balcou
correspondeeren; in deu vleugel rechts, onmiddellijk aan hot
vooruitspringend hoofdgebouw, do ingang vour den
keizer en de keizerin, aan de daarmede overeen
komende plaats in deu linkervleugel, die vour de
aartshertogen en aartshertoginnen. Achter de zij
vleugels ziet men de fagades der artistenlogcs;
aan den eenen kant is een overdekte rijweg die
naar de loges der actrices, aan don anderen kant
een die naar do loges der acteurs voert.
liet middelfront, in groote pilaster-architectuur,
is niet een menigte standbeelden, ornamenten eu
marmeren zuilen versierd; alles natuurlijk vol
büteekenis. Een kolossaal Apollobeeld, van
liundinann, siert de kroonlijst aan de zijde der lüngstrasse,
de muzen van tragedie en comedie vergezellen
hem. Het fronton vau het middengedeelte draagt
een triomftocht van Bacchus eu Ariadne",
basrelief van Weyr; den gevel bekroonen negen bus
ten van dichters. De nissen in do eerste verdie
ping der vleugels zijn met Liefde", Haat",
Heldenmoed", Baatzucht", Nederigheid" en
Heevschzucht", de hartstochten die het tooneel
regeeren, vau Bonk, versierd; het zou te veel
ruimte vergen al do andere beelden en hun ma
kers op te noemen: Prometheus, Uenoveva, Hans
worst, Falstatt', Phacdra, de rechter vau Zalamea,
de medaillons en kapiteelen, de allegorische om
lijstingen en dcssus-de-jiorte, de bustes eu
basreliefs. I\len vindt er Hamlet en Ophelia,
Ilarpagoii en Frosine, de Juiigfrau vou Orleaus en Tal
bot, l-'aust eu Gretchen, Juson en Modoa, Orestes
en Klytaemnestra" deu Cid en Chimène enz., ter
wijl een reeks van geestige kindertigureu de ba
lustrade om hot ronde deel vau het middengebouw
verlevendigen.
Al deze beelden zijn van Istrisehen kalksteen;
binnen in. het gebouw heeft men marmer kunnen.
gebruiken. De ruimten die daar vooral voor artis
tieke versiering in aanmerking kwaaien, wareu de
twee groote hallen iu de beide vleugels, de groote
foyer met aangrenzende butï'etjes en vestibules,
de parterre-foyer eu de zaal. Do groote foyer
heeft, evenals dio te l'arijs, eene loggia, die het
prachtigste uitzicht biedt, hier over het park en
de omringende groote gehouwen. De groote foyer
met omgeving bevat muurseh.'lderiugeu naar groote
tooiieolen uit tragedie en komedie, het
Apolloaltaar, de Thespis-kar, eene scène uit Anhgone,
een uit liomeo en Julia, eene andere liet theater
van Moltere. Groote wit marmeren groepen zijn
De Schoonheid van Benk, eene Aphrodite, aan wie
Paris den appel reikt, terwijl Hobo haar den nec
tar inschenkt; De Wijsheid, mede van Benk, eene
Athena met den uil naast zich, omgeven door de
Faammet de bazuin, en de Onsterfelijkheid mot den
stralenkrans. Standbeelden van beroemde acteurs
en actrices vindt men overal, Kistori, Rachel, Keau,
Talma, Garrick, Ludwig Devrient. Het plafond
van de eerste vestibule is een schilderij vau Karl
Karger, Het passiespel te Oocrammergau, dat vau.
do andere Een moderne theaterscène van denzelfden
meester. De buffetkamers hebben plafonds van
bloemen en . vruchten van Hugo Charlemont, als
dessus-de porte amorotten in grisaille van Karl
Geiger; en in de vakken kleurige en luchtige
voorstellingen van Matsch en Klimt, vogels, geniën
en apen, tusschen bloemen eu takken.
De groote foyer is uiterst rijk gedecoreerd. Het
plafond is in drieën gedeeld; in het midden
Apollo en de Miizen, rechts Iphigenie in Aulis,
links Der Sommernachtstraum, allen groote
compositiën met talrijke figuren. Zij doen aan de
manier van Cabanel deuken. De zaal heeft als
hoofdtint ivoorwit, met donkerrood voor de
loges en goud voor alle ornamenten, wel een
eenigszins oude en conventioneele kleurenkeus.
Het plafond is in vieren gedeeld, met
schilde