De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 21 oktober pagina 6

21 oktober 1888 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

!MV. '. * , ? f-«£:"* DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. No.091 De atmosfeer was verpestend, 't publiek aan de ronde houten tafels, waar de vork door de vingers .?wwd' vervangen, alles behalve select" maar 't gold ' meedoen, en ik kluifde dapper aan m\jn worst. M(jn collega dook in zijn diepe zakken en bracht een vettig pakje te voorschijn, er zaten twee malsehe boterhammen in. Lustje?" vroeg hij, en meteen brak hij de sne den door. , Ik draalde. Kom wees maar niet bang" ! en met een meêwarigen blik op mijn costuum, je jralt honger hebben, arme jongen? Ik heb zelf wel Biet veel, maar zoolang er nog wat is, deel ik graag" en schoof me de bete toe. Waren 't de uien ? ... 't kwam mij voor dat ik iets voelde opwellen in mijn oog. Toen we naar het office" terugliepen vertelde hij me zijn geschiedenis een geschiedenis met hon gerige magen, geldgebrek, kinderzegen en een braaf ?vijf God bless her!" zei hij als handelende personen. Ik wist te luisteren, en 't vertrouwen dat de man me schonk, bewees, dat ik een vriend meer telde 's Middags was onze tournee iets interessanter, nu -werd ons Fleetstreet, de comediestraat, het Strand, Trafalgar Square en Piccadilly als operatieveld aangewezen. Nu zag ik voor 't eerst op mijn gemak, hoe 't in de hoofdstraten van Londen toegaat, nu kon ik me vermeien in den aanblik der winkelende schoonen, van de celebriteiten der tooneelwereld, die zich naar de afternoon-perforinances spoedden, die bonte bevolking van vreemdelingen, die bij gebrek aan boulevards, nonchalant langs het Strand slenterde, doelloos, gedachteloos, Sandwichmannen even als wij, maar zonder harnas. Tot laat in den namiddag had geen sterveling de minste geneigdheid verraden het orakel van het Universeele kennisbureau" te consulteeren, de voorbijgangers "vonden 't zeker wat te opzich tig op straat een bataljon van zes man aan te houden en een bede om Licht" op het leitje te griffen eindelyk tegen vijf uren, kwam een schrale juffer, opzichtig gekleed, met een torenhoogen hoed en roode pluim op het hoofd, welks gevel met een pincenez was gezadeld, op mij toe en wenkte met een voornamen zwaai van haar parapluie: Halt! We gehoorzaamden terstond en nu schreed de Vestaalsche naar mijn lessennaartje, omklemde den griffel met een beenderigen greep en schreef: Hoe kan ik een actie voor verbreking der trouwbelofte instellen zonder een advocaat te be talen? Antwoord: Stella. Road W." Ik vertrok natuurlijk geen spier en streek kalmpjes het honorarium een shilling (half in zil ver, half in koper uitbetaald) op, dat was de eenige klinkende munt die ons twaalfmanschap verdiende. In Londen is 't nooit lang droog, geen wonder dus, dat de wolken tegen den avond een koele douche op onze kruinen ontlaadden, 't was slechts een korte bui, maar toch genoeg oin ons tot op de huid te doorweeken. En nu begon pas de ellende; nat, moe, dorstig, uit ons humeur door het stilzwijgen dat ons was opgelegd, kwam me het laatste uur voor een eeuwigheid te zijn, toen eerst besefte ik wat die arme zielen moeten lijden, die dag aan dag in weer en wind, slecht gekleed en gevoed, hun lichaam verhuren om als levende adverteiitiekolom te dienen. Eén dag van zulk een bestaan moge een be schaafd mensch, die er van houdt de wereld te observeerea boeien, een welkome, niet-alledaagsche variatie toeschijnen, maar als beroep is de existentie van den Sandwichman goestverdoovend, hard en nadeelig voor de gezondheid, hoe licht zijn taak ook schijne ... Toen ik eindelijk te zeven uur mijn zuur ver diende penningen ontvangen had en ze mijn ka meraad van de Worstshop" met de hand tot af scheid toestak, zei hij, bot: Wat moet dat, ik heb uw geld niet noodig, hou dat zelf maar, Sandwichmannen behoeven niet genereus te zijn. Charity begins at home." Ik vertelde hem dat ik een dilettant-sandwichman was en eens had willen weten, hoe 't brood op deze wijze verdient, wel smaakt. Die bekentenis ontlokte hem een wrevelig woord, Sir," zeidu hij, dat was niet goed van u, want je hebt een armen duivel, die misschien vrouw en kjnders heeft, zijn dagloon voor den neus w ggesnapt en jezelf op zijn kosten eens geamuseerd" zooals je dat noemt, 't Was niet goed van u." Ik legde nog een pleister op de wonde en schonk mezelf absolutie, want nooit meer hoop ik de rol van Sandwichman" op de Variété" des levens te spelen. VOOR DAMES. Handwerken. Monogrammen. Bloemenpendule. Goud-inkt. Mode. Niemv ameu blement. Dames-duel. Keren. SchinJcenknödel. De handwerken voor St. Nicolaas beginnen weer gevraagd te worden. Wat zal men maken? Als geschenken voor eene huisvrouw komen vooreerst drieërlei in aanmerking: tafelloopers, lampekappen en de anti-macassars of canapé-sluiers in den vorm van lange sjerpen, met een strik of knoop in het midden. De lezeressen vinden hierin reeds eeu rijke variatie, en kunnen, al zijn handwerken duur, allicht beneden den wiukelprijs der fraaiste exemplaren blijven. Wij zagen de vorige week in een winkel een lampekap van 27 gulden; het is ?waar, dat men ze zoo niet namaakt, het mate riaal was van de kostbaarste soort en de afwer king was volkomen artistiek. Voor een eenvoudiger vorm is b. v. dit aan te bevelen. Een vierkante lap dunno fijne zijde, 42 centimeter breed en lang, fraai rood of lichtblauw, wordt van een smallen zoom voorzien; in het midden maakt men een ronde opening, die men op de een of andere wijze, met een kleine ruche, een franje in de kleur, een boordsel of iets anders afmaakt. Dan garneert men de lap met dunne kant, liefst met gouddraad doorregen of met bonte zijde be werkt, zoodat de vorm op twee, kruiselings over elkander gelegde, vierkanten gelijkt; met een mo del van papier ziet men al heel spoedig, hoe te beginnen. Het verschil in kostbaarheid moet de kant uitmaken, want men heeft wel een meter of vier noodig. Een ander klein cadeau kan men maken van de palmbladen waaiers, die men tegenwoordig in vele winkels krijgen kan. Men maakt er een stofdoekmandje van; het blad van den waaier wordt als een peperhuis over elkaar gevouwen, na met watten en rose zijde gevoerd te zijn. De steel hangt naar beneden en wordt met chenille omvlochten, welke chenille ook als boordsel om den waaier dient. Een groote strik van lint in bijpassende kleuren wordt op het punt, waar steel en blad elkander raken, erom gestrikt. * * * Voor industriescholen en handwerksters is er een prachtig en nuttig werk uitgekomen, Das Stickerei-Monogramm," van Frau Elise Eender, Hofkunststickerin te Wiesbaden. De schrijfster zegt terecht, dat al wat er, geteekend, netjes uit ziet, nog niet geschikt is om geborduurd te worden. Zij geeft nu op 320 bladen 6000 monogrammen, die voor zijde-, goud- en witborduursel geschikt zijn; deze bevatten alle mogelijke vereenigingcn van twee letters, rijk versierd; nog een zestal andere bladen geven kronen en cijfers. Ieder mo nogram vult in ongeveer 22 vormen eene afzon derlijke bladzijde; in het midden vindt men het groote prachtige exemplaar voor rijkversierde kussens, stoelen, tafelkleeden, spreien, enz.; daarbij drie verkleiningen voor het bijbehoorende kleinere goed. Een verstandig idee van de uitgevers, Hoffmann und Rustein, te Leipzig, is geweest, om ieder blad afzonderlijk, a 80 pfennig, verkrijgbaar te stel len. Zelfs wie dan een uitzet te maken heeft, be hoeft niet meer dan de letters die zij noodig heeft te bestellen. * * * Een geestig en artistiek idee, waarvoor de vin der, een Franschman, terstond een octrooi geno men heeft, is de pendule in den vorm van een tambourijn. De wijzerplaat is het kalfsvel met bloemen beschilderd; in plaats van wijzers loopen daarop twee bijen rond, die voor zoover men zien kan, aan niets bevestigd zijn. De eone vol tooit haar loop in een uur, de andere in twaalf uren. Dit voortbewegen der bijen wordt veroor zaakt door twee magneten, die onder de wijzer plaat loopen, en door het uurwerk, in don tam bourijn verborgen, worden rondgedraaid. Het is iets zeer verrassonds, de bijen schijnbaar geheel los en onafhankelijk tusschcn de bloemen te zien rondloopen. * * * Eene nieuw gebruik in Parijs is, briefjes met goud-inkt te schrijven. Hot gebruik is afkomstig van eene schilderes, die een briefje aan eene adellijke vriendin willende schrijven, haar inkt koker inderhaast omgooide en toen de pen in hot kokertje doopte, waaruit zij bozig was, eene water verf-miniatuur met goud te versieren. De jonge gravin, hare correspondente, vond hot idee origi neel en reed terstond erheen om het adros van de goudverf. In weinige dagen heeft, bij de groote correspondentie die de lieden van do wereld" er op nahouden, het gebruik zich in een gohoolan kring verspreid. * * Weinig nieuws levert voorloopig de mode voor j den winter op. Het is zonderling, dat, terwijl men nu drie of meer saizoonen over den Empire-stïjl \ aan 't praten is, het volslagen Empire-mudcl nog niet in al zijn consequentiën aan de orde is. Het korte corsage vooral wil mon niet aanvaarden ; de uiterste concessie is, dat men de beuedenhelft van een gewoon corsage geheel met een strakge trokken chai'pe omvat; hetzij van créjie-de-Chinc. van lint, of van zachte wollen stoften, met fraai geborduurde einden en lange geknoopte franjes. Het Figaro-jakje het vroegere zouavenjakje vindt' weer meer bijval. Men draagt het op een cJiemisette van surah, crêpe-de Cliine of kant, die men weer om het middel met de ccharpe kan omgeven; de jaequette-Figaro wordt met goud borduursel, staal, gekleurd borduursel op kant, en allerlei passementerieën overdekt. Voor jonge meisjes is de gewone blouse met cJiarpe weer vol komen voldoende. De ronde uitgesneden hals, die ook aangekon digd werd en bij het -E»y>ire-eostuuRi behoort, wordt ook nog niet veel gezien, behalve bij balcostumen; voor diners en kleine soirees ziet men j weer en coew ot vierkant. Maar, bal of soiree, i altoos komt men met don boa binnen; hetzij dan | een boa van bont, van hanen- ot struin ederen, of | van kant. Voor soiree-toiletten komen eonige van de toon aangevende dames terug tot doii hoogsten, maar kobtbaarsten eenvoud, lange sleepcostumen van effen pluche of eifen fluweel. Een van de toiletten die de schoone Mrs. Langtry, de lelie van Jersey", dezer dagen van Worth ontvangen hoeft, is van efi'en zilvergrijs jihielie met langen sleep, de ronde hals zoowel als do sleep is met lichtrose vederen gegarneerd. Algemeen, zoowel bij den ronden hoed als bij de capotc, zal dezen winter een voile gedragen worden, dio het gehoele gezicht be dekt en naar beneden spits toeloopt. Daar de boa volkomen onmisbaar is, zijn er een paar mo dellen, waarbij de modisten een deel van den boa, wit, crème of beïgekleurig om oen vilten hoed bevestigd hebben, terwijl de rest los om den hals geslagen wordt. Er behoort echter zoowel bij de modiste als bij de draagster veel tact on elegance toe, om dit niet zwaar te doen schijnen. Eene noureauté, die vooral in Engeland wel in den smaak zal vallen, is lint met een rand van veeren; breed met struisveerenraud voor groot costuum, voor boordsel van paniers, van bovenrokken, panneaux en tuniques, smal met een eenvoudige vederenfranje voor hoeden. Voor het bezoek van den Keizer van Duitschland heeft Koningin Margherita van Italiëin het Quirinaal en in Rome allerlei veranderingen laten aanbrengen. Een paar oude kerken zijn afgebro ken; eene reeks van vertrekken in het groote oude paleis zijn voor den keizer prachtig-ingerieht. Eerst had men er over gedacht, hem een klein kasteeltje, aan het Quirinaal annex, het zoogenoemde Palazzino, te geven, aan de Via Venti Settembre; maar dit paviljoen lag te ver weg, men heeft nu eene reeks van vertrekken, dichter bij het bewoonde gedeelte van het uitgestrekte paleis, gekozen. Den toegang vormt een groote dubbele trap op den achtergrond van het slotplein, en de in drukwekkende Zwitserzaal, aldus genoemd, omdat de Zwitsersche lijfwacht er verblijf hield, ten tijde toen de Pausen het Quirinaal om zijne hooge lig ging als zomerresidentie gebruikten. Do anti chambre van het keizerlijk appartement is inden stijl der cinqiiecento gedecoreerd, met rood be hangsel en ameublement. In de receptiezaal zijn gobelins opgehangen; de vensterdrapericën zijn van gebrocheerd fluweel, de meubelen in den stijl Louis XV. Na een kleinen Japansdien salon, met muurbekleeding van echt Japansch hout en spiegelplafond, komt do werkkamer, met kleed van olijfgroen en crème gestreept satijn; ook de meu bels en portières zijn in dezelfde kleur, stijl der XVIde eeuw. De slaapkamer is XVde eeuw; het huis Moriui te Florence leverde de meubelen: de stof is bleokrose met bonte poufs; de badkamer en het cabinet de toilette zijn met wit gebloemd satijn bekleed. De lustres zijn naar prachtige koperen modellen uit de XVde eeuw in het klooster St. Michaël gegoten. Ook eenige zalen der koninklijk Italiaansche familie zijn nieuw gedecoreerd en gemeubeld; de S(da degli Arazzi (tapijtbehangsels van Arras of Atrcdit) en de groote spiegelzaal, die voor de recepties bestemd is. In de eetzaal zijn door den schilder Brognoli het plafond, de hoeken en de lunetten nieuw beschilderd geworden. Aan het plafond is een genius geschilderd, die den regenboog, symbool van den vrede, met bewonde ring beschouwt; de wanden zijn met prachtige gobelins uit 1785 versierd, jaehttooneelen uit Indi voorstellend. Het geheel maakt oen inderdaad vorstelijken indruk; koningin Margherita heeft zolf met de kunstenaars beraadslaagd. * * * Te Parijs heeft bij de vele tweegevechten weer een dames-duel plaats gehad. De strijderesson waren twee zeer bekende on zeer schoone dcmi-mondaincs, Anna Dobry en Jeanne Kessler: het bosch van Meudon was do kampplaats, het wapen de degen. Naar hot schijnt had de ecno dame de andere een pigeon a plumer, den zoon van een rijk ban kier, afhandig gemaakt; vandaar do woede. Het voorwerp van den twist had zijn best gedaan om do dames door goeden raad van haar voornomen af te brengen; toen hij niet slaagde, nam hij de politie in den arm, die het duel verhinderde, de kostbare degens in beslag nam en de dames met een ernstige vermaning naar huis zond. * * * Middelen om eieren goed te houden worden er ieder jaar eenige aanbevolen. Zo mot salicyl te bestrijken schijnt gevaarlijk; van de andere die wij dit jaar opmerken, zijn de voornaamste: l.ze in een kist met graan loggen, zoodat de eieren elkaar niet aanraken, maar zorgen dat de kist niet op een voditigmi grond staat. 2. Ze met lijnolie bestrijken en dan in eeno kist met ge hakt stroo leggen. 3. Ze met de punt naar be neden in steunen potten in een kelder honden; men moet er dan water met gebluschte kalk over gieten, zoo dik, dat hot er als melk uitziet. Het kalkwater moet er bovenkomen; er vormt zich dan langzamerhand op het water oen dun vlies, dat aan het gebruik der eieren niet hindert (een be zwaar is toch, dunkt ons, dat men dan alle eieren te gelijk gebruiken moet, want hot vues zal zich, herhaaldelijk gebroken, wel niet op nieuw vor men). 4. Gewone asch wordt wat gezift en de eieren, met do punt naar onilcr en elkander niet rakend, daarin gelogd. De asdi mag- wel wat worden aangedrukt en vooral van boven wordt een dikke laag vereischt. De Tirolcr Sdiirikenknödol zijn in Zuid-Duitschland eene beroemdheid. Men maakt ze op deze wijze: Oudbakken wittebrood wordt in dobbelsteonen gesneden, die met wat koude bouillon overgoten worden. Dan snijdt men een ons ham en i een ons spek mede aan dobbclsteenen, maar klei- i nor, braadt het spek geelbruin, en vermengt het. ' als liet wat koud geworden is met den ham, drie geklutste eieren, drie lepels meel. wat zout en de dobbelfsteentjes brood, zorgend dat deze laatste j zoo mogelijk heel blijven; laat het mengsel een uurtje staan en vormt er ballen of knoedels van, die men nog eens in meel wentelt en in sterk kokend water met wat zout een half uur laat koken. In Duitschland geeft men dit bij zuurkool, maar het laat zich ook in andere combinaties gebruiken. E?e. Allerlei. Zoowel in groote als in kleine zaken geldt nog altijd het treurige Engelsdie spreekwoord: | Wij hebben voor rijken een andere wet dan voor armen!" Onlangs werd een arbeider, die de doch ter van een plattelands-burgemcester zonder haar ' toestemming had gekust, tot zes maanden dwang arbeid veroordeeld. Daarentegen kwam een wolopgevoede, jonge gentleman, die slechts" een jong boerenmeisje op onstuimige wijze eenige kussen had ontroofd, met de geringe boete van 50 shillings vrij. Geen week gaat er voorbij, waarin men in Engeland niet de pijnlijke ervaring op- j doet, dat gelijkheid voor de Wet nog steeds tot j do vrome wenschen behoort. Een koddige soort wedrennen wordt in de Voss. Z1tj., (in een artikel: Dagboek-bladen uit Marocco") als volgt beschreven: Toen kwamen de wedrennen van wilde i dieren" aan de beurt, een naïeve kinderlijke grap waarvan ik eerst niet wist of het ernst of korts wijl zou zijn. Spoedig echter bemerkte ik aan den ijver en de opgewondenheid der menschen, dat het hun heilige ernst was met de zaak. Aan j het begin van het ren perk had men drie rijen gemaakt, waarop de ongelooflijkste dieren met hun bezitters plaats namen. Op de eerste rij bevonden zich een grijze pape gaai en een stekelvarken, op do tweede een met linten versierde gans; een eend, twee kippen en een haan. In de laatste rij stonden twee ezels, een varken, verscheidene honden en een kat. Elk eigenaar had twee stokken van riet in de hand, waarmede hij, achter de dieren aan loopend, door het voorhouden der stokken de richting aan gaf. Zoodra de ontwerper van het feest, een oude ngölsche overste, de vlaggen liet dalen, kon ik mijn lachen niet meer inhouden. De papegaai drukte zich schreeuwend en met de vleugelen slaand tegen de stokken aan; het stekelvarken scheen de zaak ook niet pluis te vinden want het rolde zich als oen bal ineen. Do haan en de kippen kozen kakelend het ruime veld, en het varken en de kat liepen tusschen de toeschouwers, die schreeuwden van schrik. De honden sprongen vroolijk weg, blijde eindelijk losgelaten te wor den en alleen de beide ezels sjokten geduldig voor hun meesters uit. De eend won echter den prijs. De eigenaar had ten slotte de stokken kruiselings gelegd, den kop van het dier daartussdien geklemd en het zoodoende vooruitge schoven. Do eigenaar van do gans, een jonge maar zwaarlijvige Engelschruan, wilde dit den eigenaar van de eend nadoen, maar kwam in zijn ijver te struikelen, zoodat hij kort voor het doel met het gehcele gewicht van zijn lichaam de gekwelde gans uit haar aardsche lijden verloste. De ge vallene stond natuurlijk terstond weer op zijn boenen, zijn armen hingen met de rietstokken slap langs zijn lichaam neer en ik zal nooit de onbetaalbaar comische uitdrukking van zijn ge zicht vergeten toen hij de verpletterde gans be schouwde, vervolgens naar het doel keek en mot nijdige blikken de snaterende eend volgde terwijl hij het lachen der omstanders met schouderophalen beantwoordde. Na dit spel begon de eigenlijke harddraverij met paarden." Aangaande de vroeger in morganatischen echt met Alexander II verbonden vorstin Dulgoruki (Jurjewskaja-jJolgoniki) meldt die aan deu kring der vorstin nauw verwat is, het volgende : Overal waar de vorstin zich vertoont,treedt zij op als de wet tige cchtgenoote vaiikeizerAlexanderII.cn verlangt zij als zoodanig met groote onderscheiding te wor den bo- handeld, en in plaats van een onderhoud over den overleden keizer te vermijden brengt zij dikwijls het gesprek op hem, waarbij zij dan steeds spreekt van mijn man". De aangaande het leven der vorstin in omloop zijnde ongunstige geruchten zijn geheel en al onwaar, zij het dan ook dat do vorstin het leven geniet en opgehouden heeft do rol eencr eeuwig treurende weduwe te spelen. Hare kinderen beschouwen zich als de wettige kinderen van keizer Alexander, waartoe zij inge volge eener ukase van keizer Alcxander 11 volko men gerechtigd zijn. De oudste zoon der vor stin, Georgc, thans 18 jaar oud, is een mooie, zeer schrandere jonge man, die sprekend op zijn vader gelijkt, il ij zal binnenkort worden opge nomen in een der voornaamste Petersburgor garderegimenten, waarbij hij zich echter niet ontveinst de minder aangename verhouding, waariu liij, ten gevolge van die plaatsing tegenover de keizerlijke familie zal komen te staan. De oudste, thans twaalf jarige dochter der vorstin is van eene zeldzame schoonheid, maar niet zeer intelligent en van een trotseh, weinig aangenaam karakter. Eindelijk is er nog een ongeveer 8-jarig, meestal ziekelijk dochtertje; oen derde dochter is nog tijdens het leven van keizer Alexander H gestorven. Overi gens is de verhouding van de vorstin en hare kinderen tot den tegenwoordige!! keizer volstrekt niet zoo slecht als men meent. Hij noemt do vorstin jij" en Mary'' en zij hem Ssascha" (vertrouwelijke naam voor Alexander). Ook de zoon noemt zijn broeder den Czar jij'1 en Ssascha", terwijl de Czar hem Gogo (vertrouwelijk voor (Jcorge) noemt. Te Chemnitz heeft men opgericht een Bond tot bestrijding van het Fooicnstelsel. Deze vereeniging vertoont op verschillende punten overeenkomst met den Groote Duitschc Kijksbund tot bescher ming van Dieren". Evenals bij dezon zaleen ook van de leden geen bijdragen in geld worden ge vorderd, maar slechts do schriftelijke verklaring dat zij in restaurants, hotels en vereenigingcn niet meer de gebruikelijke fooien zullen geven. Het reglement der vereeniging is nog niet vastgesteld; iemand stelde voor dat de leden een zichtbaar herkenningsteeken zouden dragen, zooals ook de leden van sommige inatigueidsvereenigingen dit doen, maar dit voorstel werd in liet welbegrepen eigenbelang der eedgenooten (oiu niet al te slecht bediend te worden), afgestemd. Daarentegen moet elk lid voorzien zijn van een blikken Mark, tcu einde treuzelende kellners tot spoediger geld wis selen te verlokken. Daarbij wordt aanbevolen, dergelijke geavanceerde cat'é's zooveel mogelijk to vermijden. Het door deze oprichting in hun be langen gctroti'en bedienend personeel zal in elk geval van meeging zijn, dat Wiesbaden oen vrij wat beter plaats voor de oprichting van zoo'u. bond ware geweest dan het in Saksen gelegen Chemnitz. In zijn werk: Paris, ses organes, ses fonctions et sa rie schetst Maxime du Camp in eenige boeiende bladzijden een bijzonder merkwaardige zijde van het openbare loven in het moderne Babel. Een der zeldzaamste exemplaren uit de bedelaarswcrcld heelt de schrijver leerun kennen in den persoon van den ouden, verloopen student in de medicijnen. Hij had een goede houding, kwam steeds fatsoenlijk voor den dag en sprak met een diepe, doffe stem, als iemand, die zwaar gebukt ging onder de slagen van het noodlot. In al wat hij deed betrachtte hij de striktste nauw keurigheid en hield nauwgezet aaiiteekcning van de bezoeken door hem afgelegd. Hier vindt men de namen van alle geneesheeren uit Parijs, elk voorzien van een korte maar karakteristieke toevoeging als: N. Een wind buil, geeft niet veel. X. Eerst afwijzend; vol houden ! Z. Lichtgeloovig en huilerig, altijd geroerd. P. Met hem over zijn gedichten spro ken! A. Bij dezen schimpen op de Papen! enz. Naast deze opmerkingen stond aangeteekend de dag van zijn bezoek, daarachter een getal, het ontvangen bedrag. Hij vertoonde zich nooit twee maal in het jaar bij denzelfden persoon, en be zocht uitsluitend de artsen. Later, toen zijn prak

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl