Historisch Archief 1877-1940
!MV. '.
* , ? f-«£:"*
DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND.
No.091
De atmosfeer was verpestend, 't publiek aan de
ronde houten tafels, waar de vork door de vingers
.?wwd' vervangen, alles behalve select" maar 't gold
' meedoen, en ik kluifde dapper aan m\jn worst.
M(jn collega dook in zijn diepe zakken en bracht
een vettig pakje te voorschijn, er zaten twee
malsehe boterhammen in.
Lustje?" vroeg hij, en meteen brak hij de sne
den door.
, Ik draalde. Kom wees maar niet bang" ! en
met een meêwarigen blik op mijn costuum, je
jralt honger hebben, arme jongen? Ik heb zelf wel
Biet veel, maar zoolang er nog wat is, deel ik
graag" en schoof me de bete toe.
Waren 't de uien ? ... 't kwam mij voor dat ik
iets voelde opwellen in mijn oog.
Toen we naar het office" terugliepen vertelde hij
me zijn geschiedenis een geschiedenis met hon
gerige magen, geldgebrek, kinderzegen en een braaf
?vijf God bless her!" zei hij als handelende
personen. Ik wist te luisteren, en 't vertrouwen
dat de man me schonk, bewees, dat ik een vriend
meer telde
's Middags was onze tournee iets interessanter,
nu -werd ons Fleetstreet, de comediestraat, het
Strand, Trafalgar Square en Piccadilly als
operatieveld aangewezen.
Nu zag ik voor 't eerst op mijn gemak, hoe 't
in de hoofdstraten van Londen toegaat, nu kon
ik me vermeien in den aanblik der winkelende
schoonen, van de celebriteiten der tooneelwereld,
die zich naar de afternoon-perforinances spoedden,
die bonte bevolking van vreemdelingen, die bij
gebrek aan boulevards, nonchalant langs het
Strand slenterde, doelloos, gedachteloos,
Sandwichmannen even als wij, maar zonder harnas.
Tot laat in den namiddag had geen sterveling
de minste geneigdheid verraden het orakel van
het Universeele kennisbureau" te consulteeren,
de voorbijgangers "vonden 't zeker wat te opzich
tig op straat een bataljon van zes man aan te houden
en een bede om Licht" op het leitje te griffen
eindelyk tegen vijf uren, kwam een schrale juffer,
opzichtig gekleed, met een torenhoogen hoed en
roode pluim op het hoofd, welks gevel met een
pincenez was gezadeld, op mij toe en wenkte met een
voornamen zwaai van haar parapluie: Halt! We
gehoorzaamden terstond en nu schreed de
Vestaalsche naar mijn lessennaartje, omklemde den
griffel met een beenderigen greep en schreef:
Hoe kan ik een actie voor verbreking der
trouwbelofte instellen zonder een advocaat te be
talen? Antwoord: Stella. Road W."
Ik vertrok natuurlijk geen spier en streek
kalmpjes het honorarium een shilling (half in zil
ver, half in koper uitbetaald) op, dat was de eenige
klinkende munt die ons twaalfmanschap verdiende.
In Londen is 't nooit lang droog, geen wonder
dus, dat de wolken tegen den avond een koele
douche op onze kruinen ontlaadden, 't was slechts
een korte bui, maar toch genoeg oin ons tot op
de huid te doorweeken.
En nu begon pas de ellende; nat, moe, dorstig,
uit ons humeur door het stilzwijgen dat ons was
opgelegd, kwam me het laatste uur voor een
eeuwigheid te zijn, toen eerst besefte ik wat die
arme zielen moeten lijden, die dag aan dag in
weer en wind, slecht gekleed en gevoed, hun
lichaam verhuren om als levende
adverteiitiekolom te dienen.
Eén dag van zulk een bestaan moge een be
schaafd mensch, die er van houdt de wereld te
observeerea boeien, een welkome,
niet-alledaagsche variatie toeschijnen, maar als beroep is
de existentie van den Sandwichman
goestverdoovend, hard en nadeelig voor de gezondheid, hoe
licht zijn taak ook schijne ...
Toen ik eindelijk te zeven uur mijn zuur ver
diende penningen ontvangen had en ze mijn ka
meraad van de Worstshop" met de hand tot af
scheid toestak, zei hij, bot: Wat moet dat, ik heb
uw geld niet noodig, hou dat zelf maar,
Sandwichmannen behoeven niet genereus te zijn. Charity
begins at home."
Ik vertelde hem dat ik een
dilettant-sandwichman was en eens had willen weten, hoe 't brood
op deze wijze verdient, wel smaakt.
Die bekentenis ontlokte hem een wrevelig woord,
Sir," zeidu hij, dat was niet goed van u, want
je hebt een armen duivel, die misschien vrouw
en kjnders heeft, zijn dagloon voor den neus w
ggesnapt en jezelf op zijn kosten eens geamuseerd"
zooals je dat noemt, 't Was niet goed van u."
Ik legde nog een pleister op de wonde en
schonk mezelf absolutie, want nooit meer hoop
ik de rol van Sandwichman" op de Variété"
des levens te spelen.
VOOR DAMES.
Handwerken. Monogrammen.
Bloemenpendule. Goud-inkt. Mode. Niemv ameu
blement. Dames-duel. Keren.
SchinJcenknödel.
De handwerken voor St. Nicolaas beginnen weer
gevraagd te worden. Wat zal men maken? Als
geschenken voor eene huisvrouw komen vooreerst
drieërlei in aanmerking: tafelloopers,
lampekappen en de anti-macassars of canapé-sluiers in den
vorm van lange sjerpen, met een strik of knoop
in het midden. De lezeressen vinden hierin reeds
eeu rijke variatie, en kunnen, al zijn handwerken
duur, allicht beneden den wiukelprijs der fraaiste
exemplaren blijven. Wij zagen de vorige week in
een winkel een lampekap van 27 gulden; het is
?waar, dat men ze zoo niet namaakt, het mate
riaal was van de kostbaarste soort en de afwer
king was volkomen artistiek. Voor een eenvoudiger
vorm is b. v. dit aan te bevelen. Een vierkante
lap dunno fijne zijde, 42 centimeter breed en
lang, fraai rood of lichtblauw, wordt van een
smallen zoom voorzien; in het midden maakt
men een ronde opening, die men op de een of
andere wijze, met een kleine ruche, een franje
in de kleur, een boordsel of iets anders afmaakt.
Dan garneert men de lap met dunne kant, liefst
met gouddraad doorregen of met bonte zijde be
werkt, zoodat de vorm op twee, kruiselings over
elkander gelegde, vierkanten gelijkt; met een mo
del van papier ziet men al heel spoedig, hoe te
beginnen. Het verschil in kostbaarheid moet de
kant uitmaken, want men heeft wel een meter
of vier noodig.
Een ander klein cadeau kan men maken van de
palmbladen waaiers, die men tegenwoordig in vele
winkels krijgen kan. Men maakt er een
stofdoekmandje van; het blad van den waaier wordt als
een peperhuis over elkaar gevouwen, na met watten
en rose zijde gevoerd te zijn. De steel hangt naar
beneden en wordt met chenille omvlochten, welke
chenille ook als boordsel om den waaier dient.
Een groote strik van lint in bijpassende kleuren
wordt op het punt, waar steel en blad elkander
raken, erom gestrikt.
*
* *
Voor industriescholen en handwerksters is er
een prachtig en nuttig werk uitgekomen, Das
Stickerei-Monogramm," van Frau Elise Eender,
Hofkunststickerin te Wiesbaden. De schrijfster
zegt terecht, dat al wat er, geteekend, netjes uit
ziet, nog niet geschikt is om geborduurd te worden.
Zij geeft nu op 320 bladen 6000 monogrammen,
die voor zijde-, goud- en witborduursel geschikt
zijn; deze bevatten alle mogelijke vereenigingcn
van twee letters, rijk versierd; nog een zestal
andere bladen geven kronen en cijfers. Ieder mo
nogram vult in ongeveer 22 vormen eene afzon
derlijke bladzijde; in het midden vindt men het
groote prachtige exemplaar voor rijkversierde
kussens, stoelen, tafelkleeden, spreien, enz.; daarbij
drie verkleiningen voor het bijbehoorende kleinere
goed.
Een verstandig idee van de uitgevers, Hoffmann
und Rustein, te Leipzig, is geweest, om ieder
blad afzonderlijk, a 80 pfennig, verkrijgbaar te stel
len. Zelfs wie dan een uitzet te maken heeft, be
hoeft niet meer dan de letters die zij noodig heeft
te bestellen.
*
* *
Een geestig en artistiek idee, waarvoor de vin
der, een Franschman, terstond een octrooi geno
men heeft, is de pendule in den vorm van een
tambourijn. De wijzerplaat is het kalfsvel met
bloemen beschilderd; in plaats van wijzers loopen
daarop twee bijen rond, die voor zoover men
zien kan, aan niets bevestigd zijn. De eone vol
tooit haar loop in een uur, de andere in twaalf
uren. Dit voortbewegen der bijen wordt veroor
zaakt door twee magneten, die onder de wijzer
plaat loopen, en door het uurwerk, in don tam
bourijn verborgen, worden rondgedraaid. Het is
iets zeer verrassonds, de bijen schijnbaar geheel
los en onafhankelijk tusschcn de bloemen te zien
rondloopen.
*
* *
Eene nieuw gebruik in Parijs is, briefjes met
goud-inkt te schrijven. Hot gebruik is afkomstig
van eene schilderes, die een briefje aan eene
adellijke vriendin willende schrijven, haar inkt
koker inderhaast omgooide en toen de pen in hot
kokertje doopte, waaruit zij bozig was, eene water
verf-miniatuur met goud te versieren. De jonge
gravin, hare correspondente, vond hot idee origi
neel en reed terstond erheen om het adros van
de goudverf. In weinige dagen heeft, bij de groote
correspondentie die de lieden van do wereld" er
op nahouden, het gebruik zich in een gohoolan
kring verspreid.
* *
Weinig nieuws levert voorloopig de mode voor j
den winter op. Het is zonderling, dat, terwijl men
nu drie of meer saizoonen over den Empire-stïjl \
aan 't praten is, het volslagen Empire-mudcl nog
niet in al zijn consequentiën aan de orde is. Het
korte corsage vooral wil mon niet aanvaarden ;
de uiterste concessie is, dat men de beuedenhelft
van een gewoon corsage geheel met een strakge
trokken chai'pe omvat; hetzij van créjie-de-Chinc.
van lint, of van zachte wollen stoften, met fraai
geborduurde einden en lange geknoopte franjes.
Het Figaro-jakje het vroegere zouavenjakje
vindt' weer meer bijval. Men draagt het op
een cJiemisette van surah, crêpe-de Cliine of kant,
die men weer om het middel met de ccharpe kan
omgeven; de jaequette-Figaro wordt met goud
borduursel, staal, gekleurd borduursel op kant,
en allerlei passementerieën overdekt. Voor jonge
meisjes is de gewone blouse met cJiarpe weer vol
komen voldoende.
De ronde uitgesneden hals, die ook aangekon
digd werd en bij het -E»y>ire-eostuuRi behoort,
wordt ook nog niet veel gezien, behalve bij
balcostumen; voor diners en kleine soirees ziet men j
weer en coew ot vierkant. Maar, bal of soiree, i
altoos komt men met don boa binnen; hetzij dan |
een boa van bont, van hanen- ot struin ederen, of |
van kant.
Voor soiree-toiletten komen eonige van de toon
aangevende dames terug tot doii hoogsten, maar
kobtbaarsten eenvoud, lange sleepcostumen van
effen pluche of eifen fluweel. Een van de toiletten
die de schoone Mrs. Langtry, de lelie van Jersey",
dezer dagen van Worth ontvangen hoeft, is van
efi'en zilvergrijs jihielie met langen sleep, de ronde
hals zoowel als do sleep is met lichtrose vederen
gegarneerd.
Algemeen, zoowel bij den ronden hoed als
bij de capotc, zal dezen winter een voile
gedragen worden, dio het gehoele gezicht be
dekt en naar beneden spits toeloopt. Daar de
boa volkomen onmisbaar is, zijn er een paar mo
dellen, waarbij de modisten een deel van den boa,
wit, crème of beïgekleurig om oen vilten hoed
bevestigd hebben, terwijl de rest los om den hals
geslagen wordt. Er behoort echter zoowel bij de
modiste als bij de draagster veel tact on elegance
toe, om dit niet zwaar te doen schijnen.
Eene noureauté, die vooral in Engeland
wel in den smaak zal vallen, is lint met een
rand van veeren; breed met struisveerenraud voor
groot costuum, voor boordsel van paniers, van
bovenrokken, panneaux en tuniques, smal met
een eenvoudige vederenfranje voor hoeden.
Voor het bezoek van den Keizer van
Duitschland heeft Koningin Margherita van Italiëin het
Quirinaal en in Rome allerlei veranderingen laten
aanbrengen. Een paar oude kerken zijn afgebro
ken; eene reeks van vertrekken in het groote
oude paleis zijn voor den keizer prachtig-ingerieht.
Eerst had men er over gedacht, hem een klein
kasteeltje, aan het Quirinaal annex, het
zoogenoemde Palazzino, te geven, aan de Via Venti
Settembre; maar dit paviljoen lag te ver weg,
men heeft nu eene reeks van vertrekken, dichter
bij het bewoonde gedeelte van het uitgestrekte
paleis, gekozen.
Den toegang vormt een groote dubbele trap
op den achtergrond van het slotplein, en de in
drukwekkende Zwitserzaal, aldus genoemd, omdat
de Zwitsersche lijfwacht er verblijf hield, ten tijde
toen de Pausen het Quirinaal om zijne hooge lig
ging als zomerresidentie gebruikten. Do anti
chambre van het keizerlijk appartement is inden
stijl der cinqiiecento gedecoreerd, met rood be
hangsel en ameublement. In de receptiezaal zijn
gobelins opgehangen; de vensterdrapericën zijn van
gebrocheerd fluweel, de meubelen in den stijl
Louis XV. Na een kleinen Japansdien salon, met
muurbekleeding van echt Japansch hout en
spiegelplafond, komt do werkkamer, met kleed van
olijfgroen en crème gestreept satijn; ook de meu
bels en portières zijn in dezelfde kleur, stijl der
XVIde eeuw. De slaapkamer is XVde eeuw; het
huis Moriui te Florence leverde de meubelen: de
stof is bleokrose met bonte poufs; de badkamer
en het cabinet de toilette zijn met wit gebloemd
satijn bekleed. De lustres zijn naar prachtige
koperen modellen uit de XVde eeuw in het klooster
St. Michaël gegoten.
Ook eenige zalen der koninklijk Italiaansche
familie zijn nieuw gedecoreerd en gemeubeld; de
S(da degli Arazzi (tapijtbehangsels van Arras
of Atrcdit) en de groote spiegelzaal, die voor
de recepties bestemd is. In de eetzaal zijn
door den schilder Brognoli het plafond, de hoeken
en de lunetten nieuw beschilderd geworden. Aan
het plafond is een genius geschilderd, die den
regenboog, symbool van den vrede, met bewonde
ring beschouwt; de wanden zijn met prachtige
gobelins uit 1785 versierd, jaehttooneelen uit Indi
voorstellend. Het geheel maakt oen inderdaad
vorstelijken indruk; koningin Margherita heeft zolf
met de kunstenaars beraadslaagd.
*
* *
Te Parijs heeft bij de vele tweegevechten weer
een dames-duel plaats gehad. De strijderesson waren
twee zeer bekende on zeer schoone dcmi-mondaincs,
Anna Dobry en Jeanne Kessler: het bosch van
Meudon was do kampplaats, het wapen de degen.
Naar hot schijnt had de ecno dame de andere
een pigeon a plumer, den zoon van een rijk ban
kier, afhandig gemaakt; vandaar do woede. Het
voorwerp van den twist had zijn best gedaan om
do dames door goeden raad van haar voornomen
af te brengen; toen hij niet slaagde, nam hij de
politie in den arm, die het duel verhinderde, de
kostbare degens in beslag nam en de dames met een
ernstige vermaning naar huis zond.
*
* *
Middelen om eieren goed te houden worden er
ieder jaar eenige aanbevolen. Zo mot salicyl te
bestrijken schijnt gevaarlijk; van de andere die
wij dit jaar opmerken, zijn de voornaamste: l.ze
in een kist met graan loggen, zoodat de eieren
elkaar niet aanraken, maar zorgen dat de kist
niet op een voditigmi grond staat. 2. Ze met
lijnolie bestrijken en dan in eeno kist met ge
hakt stroo leggen. 3. Ze met de punt naar be
neden in steunen potten in een kelder honden;
men moet er dan water met gebluschte kalk over
gieten, zoo dik, dat hot er als melk uitziet. Het
kalkwater moet er bovenkomen; er vormt zich dan
langzamerhand op het water oen dun vlies, dat
aan het gebruik der eieren niet hindert (een be
zwaar is toch, dunkt ons, dat men dan alle eieren
te gelijk gebruiken moet, want hot vues zal zich,
herhaaldelijk gebroken, wel niet op nieuw vor
men). 4. Gewone asch wordt wat gezift en de
eieren, met do punt naar onilcr en elkander niet
rakend, daarin gelogd. De asdi mag- wel wat
worden aangedrukt en vooral van boven wordt een
dikke laag vereischt.
De Tirolcr Sdiirikenknödol zijn in
Zuid-Duitschland eene beroemdheid. Men maakt ze op deze
wijze: Oudbakken wittebrood wordt in
dobbelsteonen gesneden, die met wat koude bouillon
overgoten worden. Dan snijdt men een ons ham en i
een ons spek mede aan dobbclsteenen, maar klei- i
nor, braadt het spek geelbruin, en vermengt het. '
als liet wat koud geworden is met den ham, drie
geklutste eieren, drie lepels meel. wat zout en de
dobbelfsteentjes brood, zorgend dat deze laatste j
zoo mogelijk heel blijven; laat het mengsel een
uurtje staan en vormt er ballen of knoedels van,
die men nog eens in meel wentelt en in sterk
kokend water met wat zout een half uur laat
koken. In Duitschland geeft men dit bij zuurkool,
maar het laat zich ook in andere combinaties
gebruiken. E?e.
Allerlei.
Zoowel in groote als in kleine zaken geldt
nog altijd het treurige Engelsdie spreekwoord: |
Wij hebben voor rijken een andere wet dan voor
armen!" Onlangs werd een arbeider, die de doch
ter van een plattelands-burgemcester zonder haar '
toestemming had gekust, tot zes maanden dwang
arbeid veroordeeld. Daarentegen kwam een
wolopgevoede, jonge gentleman, die slechts" een
jong boerenmeisje op onstuimige wijze eenige
kussen had ontroofd, met de geringe boete van
50 shillings vrij. Geen week gaat er voorbij, waarin
men in Engeland niet de pijnlijke ervaring op- j
doet, dat gelijkheid voor de Wet nog steeds tot j
do vrome wenschen behoort.
Een koddige soort wedrennen wordt in de
Voss. Z1tj., (in een artikel: Dagboek-bladen uit
Marocco") als volgt beschreven:
Toen kwamen de wedrennen van wilde i
dieren" aan de beurt, een naïeve kinderlijke grap
waarvan ik eerst niet wist of het ernst of korts
wijl zou zijn. Spoedig echter bemerkte ik aan
den ijver en de opgewondenheid der menschen,
dat het hun heilige ernst was met de zaak. Aan j
het begin van het ren perk had men drie rijen
gemaakt, waarop de ongelooflijkste dieren met
hun bezitters plaats namen.
Op de eerste rij bevonden zich een grijze pape
gaai en een stekelvarken, op do tweede een met
linten versierde gans; een eend, twee kippen en
een haan. In de laatste rij stonden twee ezels,
een varken, verscheidene honden en een kat.
Elk eigenaar had twee stokken van riet in de
hand, waarmede hij, achter de dieren aan loopend,
door het voorhouden der stokken de richting aan
gaf. Zoodra de ontwerper van het feest, een oude
ngölsche overste, de vlaggen liet dalen, kon ik
mijn lachen niet meer inhouden. De papegaai
drukte zich schreeuwend en met de vleugelen
slaand tegen de stokken aan; het stekelvarken
scheen de zaak ook niet pluis te vinden want
het rolde zich als oen bal ineen. Do haan en
de kippen kozen kakelend het ruime veld, en het
varken en de kat liepen tusschen de toeschouwers,
die schreeuwden van schrik. De honden sprongen
vroolijk weg, blijde eindelijk losgelaten te wor
den en alleen de beide ezels sjokten geduldig
voor hun meesters uit. De eend won echter den
prijs. De eigenaar had ten slotte de stokken
kruiselings gelegd, den kop van het dier
daartussdien geklemd en het zoodoende vooruitge
schoven. Do eigenaar van do gans, een jonge maar
zwaarlijvige Engelschruan, wilde dit den eigenaar
van de eend nadoen, maar kwam in zijn ijver te
struikelen, zoodat hij kort voor het doel met het
gehcele gewicht van zijn lichaam de gekwelde
gans uit haar aardsche lijden verloste. De ge
vallene stond natuurlijk terstond weer op zijn
boenen, zijn armen hingen met de rietstokken
slap langs zijn lichaam neer en ik zal nooit de
onbetaalbaar comische uitdrukking van zijn ge
zicht vergeten toen hij de verpletterde gans be
schouwde, vervolgens naar het doel keek en mot
nijdige blikken de snaterende eend volgde terwijl
hij het lachen der omstanders met schouderophalen
beantwoordde. Na dit spel begon de eigenlijke
harddraverij met paarden."
Aangaande de vroeger in morganatischen echt
met Alexander II verbonden vorstin Dulgoruki
(Jurjewskaja-jJolgoniki) meldt die aan deu kring
der vorstin nauw verwat is, het volgende : Overal
waar de vorstin zich vertoont,treedt zij op als de wet
tige cchtgenoote vaiikeizerAlexanderII.cn verlangt
zij als zoodanig met groote onderscheiding te wor
den bo- handeld, en in plaats van een onderhoud
over den overleden keizer te vermijden brengt zij
dikwijls het gesprek op hem, waarbij zij dan steeds
spreekt van mijn man". De aangaande het leven
der vorstin in omloop zijnde ongunstige geruchten
zijn geheel en al onwaar, zij het dan ook dat do
vorstin het leven geniet en opgehouden heeft do
rol eencr eeuwig treurende weduwe te spelen.
Hare kinderen beschouwen zich als de wettige
kinderen van keizer Alexander, waartoe zij inge
volge eener ukase van keizer Alcxander 11 volko
men gerechtigd zijn. De oudste zoon der vor
stin, Georgc, thans 18 jaar oud, is een mooie,
zeer schrandere jonge man, die sprekend op zijn
vader gelijkt, il ij zal binnenkort worden opge
nomen in een der voornaamste Petersburgor
garderegimenten, waarbij hij zich echter niet ontveinst
de minder aangename verhouding, waariu liij, ten
gevolge van die plaatsing tegenover de keizerlijke
familie zal komen te staan. De oudste, thans twaalf
jarige dochter der vorstin is van eene zeldzame
schoonheid, maar niet zeer intelligent en van een
trotseh, weinig aangenaam karakter. Eindelijk is
er nog een ongeveer 8-jarig, meestal ziekelijk
dochtertje; oen derde dochter is nog tijdens het
leven van keizer Alexander H gestorven. Overi
gens is de verhouding van de vorstin en hare
kinderen tot den tegenwoordige!! keizer volstrekt
niet zoo slecht als men meent. Hij noemt do
vorstin jij" en Mary'' en zij hem Ssascha"
(vertrouwelijke naam voor Alexander). Ook de
zoon noemt zijn broeder den Czar jij'1 en
Ssascha", terwijl de Czar hem Gogo (vertrouwelijk
voor (Jcorge) noemt.
Te Chemnitz heeft men opgericht een Bond tot
bestrijding van het Fooicnstelsel. Deze
vereeniging vertoont op verschillende punten overeenkomst
met den Groote Duitschc Kijksbund tot bescher
ming van Dieren". Evenals bij dezon zaleen ook
van de leden geen bijdragen in geld worden ge
vorderd, maar slechts do schriftelijke verklaring
dat zij in restaurants, hotels en vereenigingcn niet
meer de gebruikelijke fooien zullen geven. Het
reglement der vereeniging is nog niet vastgesteld;
iemand stelde voor dat de leden een zichtbaar
herkenningsteeken zouden dragen, zooals ook de
leden van sommige inatigueidsvereenigingen dit
doen, maar dit voorstel werd in liet welbegrepen
eigenbelang der eedgenooten (oiu niet al te slecht
bediend te worden), afgestemd. Daarentegen moet
elk lid voorzien zijn van een blikken Mark, tcu
einde treuzelende kellners tot spoediger geld wis
selen te verlokken. Daarbij wordt aanbevolen,
dergelijke geavanceerde cat'é's zooveel mogelijk to
vermijden. Het door deze oprichting in hun be
langen gctroti'en bedienend personeel zal in elk
geval van meeging zijn, dat Wiesbaden oen vrij
wat beter plaats voor de oprichting van zoo'u.
bond ware geweest dan het in Saksen gelegen
Chemnitz.
In zijn werk: Paris, ses organes, ses fonctions
et sa rie schetst Maxime du Camp in eenige
boeiende bladzijden een bijzonder merkwaardige
zijde van het openbare loven in het moderne
Babel. Een der zeldzaamste exemplaren uit de
bedelaarswcrcld heelt de schrijver leerun kennen
in den persoon van den ouden, verloopen student
in de medicijnen. Hij had een goede houding,
kwam steeds fatsoenlijk voor den dag en sprak
met een diepe, doffe stem, als iemand, die zwaar
gebukt ging onder de slagen van het noodlot. In
al wat hij deed betrachtte hij de striktste nauw
keurigheid en hield nauwgezet aaiiteekcning van
de bezoeken door hem afgelegd.
Hier vindt men de namen van alle
geneesheeren uit Parijs, elk voorzien van een korte maar
karakteristieke toevoeging als: N. Een wind
buil, geeft niet veel. X. Eerst afwijzend; vol
houden ! Z. Lichtgeloovig en huilerig, altijd
geroerd. P. Met hem over zijn gedichten spro
ken! A. Bij dezen schimpen op de Papen! enz.
Naast deze opmerkingen stond aangeteekend de
dag van zijn bezoek, daarachter een getal, het
ontvangen bedrag. Hij vertoonde zich nooit twee
maal in het jaar bij denzelfden persoon, en be
zocht uitsluitend de artsen. Later, toen zijn
prak