Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMEB, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.592
dag daarvan zeer weinig nadeel zullen ondervinden.
Laat ik enkele van de voornaamste dier werk
zaamheden opnoemen.
Ik wil beginnen met die, welke noodig zijn om
te voorzien in da godsdienstige behoeften der rus
tende menigte, met het werk van predikanten en
pastoors, kapelaans en kosters enz. en durf het
vermoeden uitspreken, dat zelts de meest blinde
voorstander van volstrekte Zondagsrust, den ar
beid van deze personen op den Zondag niet zal
willen beperken, maar van oordeel zal zijn, dat
z\j op een anderen dag der week moeten rusten.
Tegen dit laatste bestaat dan ook geen enkel
bezwaar.
Dalen wij nu van de godsdienstige behoeften
der menschen af tot andere geestelijke behoeften,
tot hun verstandelijke behoeften en tot hun be
hoefte aan uitspanning en vermaak op den Zon
dag, dan kunnen wij reeds onmiddellijk zeggen,
dat arbeid om in die behoeften te voorzien op
dien dag evenzeer noodig zal wezen als op de
overige dagen der week. Voor zoover echter de
hoeveelheid noodige arbeid (zooals b.v bij post
en telegraaf en misschien bij de spoorwegen)
merkehjk minder is dan op de overige dagen,
kan de zondagsarbeid verricht worden door hen,
die daartegen op zich zelf geen bezwaar hebben.
Eerst als er op den Zondag evenveel of meer
werk verricht moet worden dan op de overige
dagen, wordt het voor menschen, die per se des
Zondags willen rusten, moeielijk om te
concurreeren met anderen, wien het onverschillig is welken
dag der week zij tot rustdag krygen. Het gevolg
daarvan zal waarschijnlijk zijn, dat de eersten
uit die betrekkingen verdrongen werden, maar dit
verdringen is het natuurlijk gevolg van de on
gunstiger positie, waarin zij door hun geloof
verkeeren, een gevolg dus, dat zij zonder te klagen
moeten aanvaarden, wanneer het hun met dat
geloof werkelijk ernst is. De schade echter daar
door toegebracht aan hunne materieele belangen
is zoo gering, dat de geloovers wel kleingeestig
zouden moeten zijn, als zij dit gevolg niet wilden
aanvaarden en pogingen deden om het van zich
af te wenden tot groote schade en gemak van
allen, die over do heiliging van den Zondag niet
denken als zij.
Welke toch zijn de betrekkingen welke zij
hierdoor niet kunnen bekleeden? Ik wil de
voornaamste daarvmn opnoemen. Het zijn die
van bediende in musea, dieren- of andere
tuinen, schouwburgen of andere
uitspanningsplaatsen, die van kellner in restauraties en hotels,
die van acteur in den schouwburg en van
paardrijder in den circus, die van koetsier en
conducteur op de tramwegen en enkele meer, te
weinig in getal om de positie van hen, die zo
niet kunnen bekleeden, werkelijk ongunstiger te
maken dan den toestand van hen, die er geen
bezwaar in zien ook op den Zondag de daarvoor
noodige werkzaamheden te verrichten. Bestaat
derhalve de ernstige wil om aan zoo velen mo
gelijk en ten minste aan allen, die het om gods
dienstige redenen verlangen, Zondagsrust te ver
schaffen, zóó, dat men tevens rekening houdt met
de godsdienstige, verstandelijke en andere gees
telijke behoeften van de rustende menigte, dan
kan het boven besproken bezwaar daarvoor geen
beletsel zijn,
Dalen we nog verder af en vestigen we onze
aandacht op de stoffelijke behoeften en belangen
der ingezetenen, dan worden de bezwaren nog
geringer. De consumenten kunnen slechts ver
langen zich des Zondags die dingen te kunnen
aanschaften, die pp dien dag geheel of half be
dorven zouden zijn, als zij ze reeds den vorigen
dag kochten, en de producenten behoeven op dien
dag slechts datgene te produceeren, wat den
volgenden dag niet meer even goed geproduceerd
zou kunnen worden. Do laatste eisch sluit voor
verreweg het grootste gedeelte de eerste in, om
dat alles wat geen dag kan duren op denzelfden
dag geproduceerd en gebruikt moet worden, Zoo
danige zaken zijn b.v. groenten en vruchten, die
de tuinbaas op zondag moet kunnen oogsten en
de gebruiker koopen. Het getal van dergelijke
voortbrengselen is echter zoo gering, dat eon zeer
kleine beperking der Zondagsrust voldoende is
om in de productie en het gebruik van deze
zaken mogelijk te maken.
De overige bezwaren, die uit een materieel
oog
veloutine gepoederd, 't geen hem het aanzien
geeft van een in meel gewikkelden visch.
't Kan niet ontkend worden dat hij in die
pogenblikken . nu niet juist een majestueusen
indruk maakt. De La Cliques zijn wel ontaard
sinds den tijd der kruistochten!
?" Terwijl de groom de laatste hand legt aan
zijn toilet, doet de »maitre d'hötel" in groot
tenue zijn intrede- Met een buiging, die de
punt van zijn neus bijna met het tapijt in
aanraking brengt, roept hij met de heidere
indrukwekkende stem van een wapenheraut:
«Monsieur Ie marquis est servi!"
De markies draagt een coquet négligé, be
staande uit een gezondheidsvest van rose krip,
een bruin zijden hemd, waarop aan de linker
zijde met geborduurde letters zijn wapen prijkt,
een wijde, lichtkleurige pantalon, sandalen
van tijgerhuid, en een rood, met crème satijn
gevoerd vest, van een snit naar een eerlang
te verschijnen mode, want de Markies is altijd
meer dan iemand op de hoogte van de ern
stige vraagstukken op toiletgebied. Als alles
geheel in orde is, begeeft hij zich naar zijn
boudoir.
Daar gebruikt hij altijd zijn ontbijt, omdat
hij zich de moeite niet geven wil naar bene
den te gaan, naar de eetzaal. De ontbijttafel
is op de meest artistieke, meest uitlokkende
wijze gereedgemaakt; er ontbreekt niets aan,
zelfs niet het menu, dat met bJauwe inkt
op een fraai geglaceerd, zooals het andere
met zijn wapen versierd, kaartje is geschreven.
Eerst drinkt hij een glas madera, regelrecht
van Madeira afkomstig, daarna eet hij eenige
oesters van Marennes besprenkeld met citroen
uit Nice, terwijl hij zijn brood besmeert met
de fijnste boter, uit het dal van Auge.
Nadat hij aldus een begin heeft gemaakt,
wordt hem door den maitre d'hötel, (dien hij
Anjou noemt, hoewel diens ware naam Pierre
punt tegen de Zondagsrust aangevoerd kunnen
worden, komen van den kant der groote industrie,
waarin het stilstaan der machines en het uitgaan
der vuren de productiekosten hooger maakt. Het
komt mij voor, dat zoowel de industrieelen als de
consumenten zich die verhooging van kosten moe
ten laten welgevallen, en ik wil er bijvoegen, reeds
grootendeels laten welgevallen in het belang van
allen, die werkzaam zijn in de industrie, waarin
zij produceeren of waarvan zij consumeercn. Toch
Zou het mij wenschelijk voorkomen aan de fabri
kanten volkomen vrijheid te laten ook op Zondag
te werken, wanneer zij slechts aan al hunne ar
beiders, hoogere zoowel als lagere, een rusttijd van
36 achtereenvolgende uren per week verzekeren.
De eischen der praktijk zouden dan van zelf drij
ven tot het vaststellen van n zelfden rustdag
voor allen en die rustdag zou de Zondag zijn, een
resultaat, waarmede zoowel de godsdienstige als
de maatschappelijke voorstanders van een rustdag
vrede zouden kunnen hebben.
Het verschil in mecning tusschen beide partijen
is, zoo ik mij niet bedrieg, door het bovenstaande
tot een minimum teruggebracht. Het loopt alleen
over de werkzaamheden noodig voor de verstan
delijke behoeften en voor de behoeften aan uit
spanning en vermaak van allen, die op Zondag
kunnen rusten, over de dienst van post en
telegraaf, van spoorwegen, trams en andere
middelen van vervoer, over den Zondagsarbeid
op alle plaatsen van uitspanning en vermaak,
Bovendien was ik in staat een beginsel aan te
wijzen, welks toepassing bij wederzijdschen goeden
wil en eerbiediging van elkanders overtuiging, in
de meeste gevallen kan leiden tot wegneming van
dat verschil, tot samenwerking, dus om te komen tot
het gemeenschappelijke doel, dat beide partijen
zich voorstellen.
In een volgend artikel wil ik zien, in hoeverre
dit beginsel op bovengenoemde zaken kan toege
past worden en kan leiden tot een voor beide
partijen bevredigende oplossing.
CANDIDTS.
DE GEPROJECTEERDE BAD- EN
ZWEMINRICHTIKG
aan de MARNIXSTB.VAT b/h Leidschcplein.
(Bij de Plaat).
Reeds lang is hier ter stede do behoefte gevoeld aan
eene inrichting als de thans geprojecteerde Bad
en Zwem- Inrichting, terwijl men hot er volkomen
over eens is da.t een dusdanige inrichting een
openbaar- of volksbelang mag worden genoemd.
De ligging van het terrein, Marnixstraat bij het
Leidscheplein, is zoo gunstig mogelijk, omdat het
Leidschoplein, reeds zoo goed als 't centrum der
stad geworden, zoowel van Haarlemmerplein,
Frederiksplcin, als Dam per tram binnen 10 minu
ten te bereiken is.
Wat de levensvatbaarheid der zaak betreft, deze
steunt hoofdzakelijk op do deelname ('t aantal
baden dat gebruikt wordt) maar ook op de wijze
hoe de zsak is ingericht. Te kostbare, luxueusc
ondernemingen, deugen, wat dat aangaat, al even
min als te eenvoudige of te kleine. Men vindt
daarvoor in hot buitenland een overvloed van
voorbeelden waaraan de ontwerpers him plan
getoetst hebben.
Het aantal te nemen baden wordt door hen
geschat op 150.000. Daarop berust hunne bereke
ning van rentabiliteit. Tot dit cijfer zijn zij ge
komen door vergelijking mot andere dergelijke
inrichtingen in 't buitenland en die te 'R
Gravenhage.
In 1887 werden te 'sllage (149447 inwoners)
gebruikt 73896 baden.
In 1887 werden te Bremen (120000 inwoners)
gebruikt 182048 baden.
In 1887 werden te Barmen met Elberfeld
(155000 inwoners) gebruikt 1802G6 baden.
Zekor is dus voor eon stad als Amsterdam met
bijna 390.000 inwoners het cijfer van 150.000
baden niet te hoof/ genomen.
De nieuwe inrichting zal behalve een groot
overdekt Zwembassin, Ie en 2e klasse kuipbaden
hebben, tlie niets te wenschen zullen overlaten.
De kuipbaden 2e klasse zullen minstens gelijk
staan (of beter zijn) wat de inrichting betreft,
met de beste kuipbaden die men hier ter stede
Couteleau is) achtereenvolgens een smakelijk
toebereide schotel gestoofd wildbraad, een ge
braden lamsbout met aspergekoppen, en een
Yorksche ham met salade voorgezet.
Daartuschen in gebruikt de markies eenige glazen
Chateau-margaux, want hij lijdt eenigszins
aan bloedarmoede, naar hij beweert, en, om
zijn eetlust aan te wakkeren, wordt door hem
bij alle spijzen mosterd en piquante sausen
gevoegd, want niets vindt hij gekruid genoeg
naar zijn smaak.
Nu verschijnt een schotel gebraden snippen,
die op vijftien pas afstands een zoo
onaangenamen reuk verspreiden, dat zij zeker wel
extra-fijn, moeten wezen; verder, op 't dessert j
boschaardbeieii en koffie van 't eiland Mar
tin ique.
Eindelijk steekt de Markies een manilla
op, neemt tweemaal een glaasje
Amsterdamsche curacao, om zich vervolgens den mond
te spoelen met zijn beroemden fine champagne
van vijftig francs de flesch.
De meest verwijderde plekjes van aarde en
zee hadden het hunne bijgedragen om het
verhemelte van den Markies te streelen, er
werd hem niets voorgezet, of' 't was van de
uitstekendste kwaliteit.'t fijnste wild,de vei'seh- !
ste visch, 't malschste vleeseh en gevogelte,
de uitgezochste groenten en vruchten, do j
smakelijkste contituren. |
Toch staat hij met een ontevreden, knorrig j
gezicht van. de tafel op:
»Wat een ellendig ontbijt'. Op mijn woord
als de kok me zoo iets nog ns durft voor
zetten, jaag ik hem op staanden voet de deur
uit. Waarschuw hem!"
Na die welwillende belofte te hebben afge
legd, gaat de Markies op een causeuse liggen
om de spijsvertering rustig haar gang te
doen gaan.
(Slot volgt.)
kan nemen. De Ie klasse baden zijn ruimere
vertrekken^ waarin de badkuip in den bodem is
ingelaten, zoodat men zich langs eenige treden
daarin begeeft. Alles van marmer of porselein en
op betere wijze gemeubileerd. Voorts zullen daarbij
warme, lauwe en koude douchen voor den ge
bruiker te vinden zijn.
Zulke baden te nemen in eene dergelijke om
geving, is een genot dat de meeste Amsterdam
mers zeker niet kennen.
Men kan aannemen dat van deze kuipbaden
een ruimer gebruik zal gemaakt worden dan van
de bestaande inrichtingen, Ie wegens de ligging,
2e wegens de betere inrichting en Se wegens het
grootere aantal pi. m. 50 waardoor men niet of
zelden zal behoeven te wachten, (pi. m. 25 hoeren
en 25 damesbaden).
De Romeinsche en Russische (damp)baden zullen
zeer zeker in een lang gevoelde behoefte voorzien.
Het is voor Amsterdam een schande dat men die
niet reeds lang hier kon nemen. Vele vreemde
lingen vragen te vergeefs Wtiar zij zulke baden
kunnen krijgen. Hier zijn ze niet bekend en
daarom acht men ze misschien overbodig. Men
noemt ze dikwijls geneeskrachtige baden alsof ze
uitsluitend ter genezing van zieken moeten dienen.
Zeer zeker echter wordt er in 't buitenland meer
door gezonden, dan door zieken, van gebruik ge
maakt. Alle opera-zangers in Duitschland zijn
dagelijksche bezoekers van die baden. Er bestaat
geen beter middel om eene gevatte koude spoedig
te verdrijven. Juist in ons klimaat, waar gevatte
kou en rliumatiek aan de orde van den dag zijn,
zal men er een groot gebruik van maken.
Wie eenmaal de heilzame uitwerking van een
dergelijk bad heeft ondervonden, waarbij men zich,
na het verlaten, als herboren gevoelt, betreurt
het dat zulk eene gelegenheid hier nog steeds
ontbreekt, terwijl toch in het buitenland in veel
kleinere steden niet n, maar twee of drie zulke
inrichtingen bestaan (Hannover 120000 inw. heeft
3 Rom-Russ. badinrichtingen).
Het zwembassin is geprojecteerd op 12 a 13 M.
breedte bij 28 a 29 M lengte, dus minstens even
groot als de bassins die men in sommige zwemscholen
aantreft, terwijl de waterverversching daarin niet
slechter maar beter zal zijn, omdat de bovenste laag,
die toch de verontreinigde bestanddeelen bevat,steeds
afvloeit en door versch water wordt vervangen, 's win
ters 3 maal 's weeks, des zomer eiken dag. De
volksbaden dio in het plan opgenomen zijn, verdienen
uit een philanthropisch oogpunt, vermelding. Deze
goedkoope stortbaden zullen, indien zij slechts
even bekend raken, zeer zeker hunne kosten kun
nen opbrengen, omdat die ook betrekkelijk gering
zijn. Het is te hopen dat do deelname in de door
de ontwerpers uitgeschreven Iccning zoo algemeen
en groot wordt, dat do ontwerpers in staat zullen
zijn gesteld, do door hen geprojecteerde inrichting
op de meest volkomen wijze tot stand te brengen.
Kunst en Letteren.
HET TOONEEL TE AMSTERDAM.
Pierre Auf/ustin Morin.
In liet voorjaar v.in 1317 vierde F. A.
Rosenveldt zijne 00-jarige verbintenis aan het Tooneel,
en gaf in de rol van Sancho (in Langc-udyks ko
medie) nog dezelfde blijken van dien yvcr, dio
studie, die naauwkeurigheid, dat getrouw vasthouden
aan 't karakter 't welk liy schilderen wilde, welke
hem ten allen tijde ouderscheidden." Aldus Jacob
van Lenncp, in mijn Spektator", Deel VII, bl.
221, als hem een zucht eu een hulde van het hart
moest, bij de dood v au Rosenvcldt, die den
vermaarden Sardct o. a. in de rol van J'on Poscrt,
in don Speler", had vervangen eu daarin nooit
verwelkte lauweren had geoogst, door
natuunvaarnemiug, vernuftige vertolking, eu oorspronkelijk
heid: want wel verre vau Sardet te kopiëcrcu, gaf
Roseuveldt geheel ecu eigen schepping.
De man, dien heel Amsterdam1' deze weck zoo
hartelijk eu uitbundig heeft toegejuicht, dankt even
zeer zijn grootstcu roem aan zijne oorspronkelijk
heid ; heeft aanspraak op de ondnbbelzimiigstc ver
eering, doordien hij, in zijne beste rollen, altijd
zich-zelf is, al weet hij, door fijne schakecringen,
in uiterlijk en voordracht, verwante personaadjes
van elkaar te onderscheiden. Ja, Morin is dermate
een eerlijk, oprecht, gezond tooneelkunstenaar, dat
hij nooit geheel de intonatie-tradities, welke men
historiesch met den naam van Leidsehc-pleintooii
aanduidt, heeft afgelegd, al levert dit een schaduw
zijde op.
Hij en wij hebben zoo veel verplichting aan
die artistische deugden, dat zijn opgang slechts
dagteekcut van het oogcnhlik, waarin hij zijn eigen
lijk emplooi aanvaard heeft eu meester is geworden.
Kooit zou men, toen mcu den jongen Moriu,
omstreeks een halve eeuw geleden, in jeugdige
rollen zag optreden, voorspeld hebben, dat, uit
dat gemaakte, glimmende eu glimlachende
Ilcertjen, de uitmuntende aktcur zou groeven, dien hij
zich, in later tijd, betoond heeft. Xu ziet men.
wat oprechtheid, eenvoudigheid, natuurstudie
vermag.
Met al mijn hart heb ik clan ook in de beschei
den mate inijucr krachten, aan de huldiging van
Morin medegewerkt. Jan Hihuau plach te zeggen:
Morin houdt alleen van clausies, waar een
applaudiscmcut op valt", en dit oordeelde hij een zwak
heid, liet is toch zeer natuurlijk en vergeeflijk.
Een tooneclspeler, de beoefenaar van een vak, dat,
ik, in mijn kindsheid, door Ciruriot bij mijn vader
hoorde qualih'cecren als un clticn (Ie métier, een
tooueelspelcr, die soms zoo veel met de doflieid,
de onkunde, het gebrek aan smaak van het publiek
te worstelen heeft, zou zich niet eens mogen ver
heugen, als hij sympathiëu heeft weten te wekken,
als hij, naar zijn beste vermogen, een oogcnblik
van kunstgenot aan de ademloos luisterende me
nigte geschonken heeft, als allen met hem in geest
drift knielen voor de godlijke Muze'r
Ik zal geen water in de zee gaan dragen, door
nog eens te verhalen, welke algcmccne ovaties aan
den geliefden, zoo populair gcwilden tooueelspelcr,
op Woensdag 25 dezer, zijn ten deel gevallen; door
nog eens de lauwer- eu bloemenkransen te tellen,
die men hem heeft; aangeboden, door nog eens de
juichtoncu te gedenken, het gewuif met handen en
zakdoeken, dat uit de overvolle zaal den diep ge
troffen jubilaris te gemoet werd gezonden.
Men moog zeggen, dat in geen afdeeling der
kunsteuaarswaereld meer kleine hartstochten schuilen
dan in die van het Tooneel, daar staat tegenover,
dat die gevoelige, steeds fantaizeerende, hunne ze
nuwen steeds spannende, ondanks alles toch zoo
beminnelijke menscheusoort, als er een uit haar
midden gehuldigd moet worden, dit doet met een.
hartelijkheid, met een ongedwongenheid, met een
gulheid, die den toeschouwer levendig treft.
Zoo was het ook gisterenavond. En wij, publiek,
die ons Morin, vooral in zijn eigenaardigste rollen,
die der nieuwere fransche komedie herinneren, wij
waren blij, dat ook de kameraden den kunstbroeder
zoo levendig gelukwenschteu.
Het emplooi vau ruisoitneur heeft nog altijd eenige
charaktertrekkeu van Molières tijd behouden: ,e'est
un rftle qui exige bcaucoup de correction, de tenue
et de diguité;" maar nu komt er nog, voor de
Pommerols, de Olivier de Julins, de lirochats, de
Prosper lilocks, de Willem Bossehcn, enz. een groote
mate van gevoel eu vernuft bij te pas; en deuk
dan aan een aanzienlijk getal rollen, waar hot
komieke met zoo veel succes door Moriu in verwerkt
werd: ik noem u: Rastiboulois, Moulinel, Coquardier,
Sellae, Sluwata-, Mercadet, den 2n vader in de
Blauwe grot" enz. enz. En iu dat alles is
Morin onovertroffen. In de dagen vau Snoek
en, wat later, van Evers eu Engelman, vervul
den de voornaamste akteurs beurtelings de epische
rollen in den Gijsbreght": Gijslir., Arend, de Bode.
Niet alleen de genoemde akteurs en de veelzijdig
begaafde Jelgerhuys hebben op die wijs hun schuld
aan Vondel betaald, ook de kleinzoon van den
laatste, onze PIEURE AUGUSTIN MOKLN, is beurte
lings opgetreden als de Bode, Arend, Voorn, Eymont,
Diederick van Ilaerlem.
Zijn naam herinnert ons, dat hij vau fransche
herkomst is, en geeft ons misschien den sleutel tot
oplossing van het opmerklijk verschijnsel, dat de
zoo hij uitnemendheid fransche type vau een
schrander, verstandig en edelmoedig waarnemer,
die snel en nadrukkelijk optreedt als er gehandeld,
des uoods geofferd moet worden, met zoo treffende
juistheid door Morin wordt verwerkelijkt. Te-recht
merkte het lid onzer Commissie", dat hem, in de
auze na het 3c bedrijf der ,.Dames eu Heeren uit
'ont-Arcy" toesprak, op, dat gewoouüjk aan Mojin, iu
de nieuwere frausche komedies, het voorrecht ten
deel viel de rol van gezond verstand, rechtschapen
heid en vernuft te mogen spelen, en dat menig
maal, als een rezumee van het stuk, een woord
door hem in de zaal gelanceerd werd, dat door zijn
schittering haast het hoofdeffekt der dramatische
samenstelling opleverde. De spreker weiischte Moria
geluk, dat hij van de oude garde", maar vau de
nieuwe school" was, en van gautsehcr harte sluit
ik bij dien gelukwensch mij aan. VVcl ons, ouderen,
als wij wat nieuweren goeds aanbieden in ons op
kunnen nemen en assimileercu het met onze eigeu
natuur, zoo als Morin dit vermocht.
Voor mij zijn Les bourgeois de Pout-Arcy" de
voortreffelijkste schepping van Sardou, en is Sardou
de eerste tooneeldichter onzer dagen (al heb ik
tegen het loven van eeuigc zijner werken zeer ern
stige bezwaren). Gelukkiger keuze had dan ook,
dunkt mij, de Heer Morin voor dezen feestavond
niet kunnen deen. Al de mcêspelendeu waren vol
animo. Over het geheel stond de uitvoering bij
vroegere geenszins achter. Het stuk speelt in 1877;
het programma had de oplettendheid ous dit te
herinneren. Men stond voor ceu moeilijk vraagstuk:
Zouden de Dames bij de Mode illustréc" van
11 jaar geleden te rade gaan r" Onmogelijk.
Drachten, die zoo betrekkelijk weinig van de tegen
woordige verschillen, zouden bclachlijk geweest zijn.
Men sprak dan ook, in het stuk van 1SS3 (ot'S-ir)
als van een vier jaar geleden tijdstip. Om een cu.
ander ware 't beter geweest, dat het jaartal 1S77
onvermeld ware gebleven.
Mareelle Aubri/ was Mevr. Frenkcl. Mevr. Ellen
berger plach de rnodcmaakst,er eenigszins eleganter
af te boeiden. Je ne décide jtoiitt entre Curthage et
Home. De Barones de Si. André(geb. BrochaC] was
Mevr. de Vries. Onbetwistbaar heeft zij iets
gedist iugoerders dau Me v. Kleine had. Met. Trabut
was Mcj. Chr. Poolman veel waarschijnlijker
de mooye" genoemd dan haar voorgangster; Zo
Dciiisart was Jufv. Lorjé, die het rollctjen goed
gespeeld heeft, maar altijd eenigszins onduidelijk
spreekt; Mei). Cotturet was Mcv. Stoetz, onverbe
terlijk als van ouds; Eroehat was, is on zal zijn.
Moiux ; Jiaron Falrice Junior was de Heer de Jong;
inderdaad heeft hij ous Moor niet doen vergeten,
maar zijn kalmer opvatting was toch verdedigbaar
en treffend; de Muire Trabut was de Heer Jacq.
de Hoer, en goed ook; Tourui.airc eulevecrt het
dwaze rolletjeu van den J'icomte Francois Ir"
onverbeterlijk; de Heer Clous als Clavajol, de lieer
van Dommelen als Léc/uird, den uitgever vau de
Klok", cu ook, dit-maal, de Heer van der Hilst
als CSaspard, de kranteiijongen, maakten vau hnnno
rollen wat, er in lag. Kortom, mij dunkt als Sardou,
die zeer lastig is, deze voorstelling had bijgewoond,
hij zou zijn eigen werk hebben toegejuicht.
'Er zijn in SSS, iu de kunstwaerold, vele lichten
gedoofd; maar ook vele hoogtijden gevierd. _ Het
jubihïHim van MOMX behoort tot de glorierijkste.
Schijue zijn licht, nog lang zoo vriendelijk en wel
doend als het pleegt, en verleene het Opperwezen",
naar zijn eigen woorden, openbaar uitgesproken iu
de dankbaarheid zijns harten, hem nog eeu lange
reeks van zouuige dagen!
25 Okt. 'SS. ALB. TH.
MUZIEKAAL OVERZICHT.
Rotterdam, 2G Oct. 1888.
Was tot dusverre alleen de Opera nog aan het
woord, thans is ook de reeks Concerten geopend;
ra u Musica sleept den referent weder van de ecue
zaal in de andere om de toonkunst hief in het
Ilollandsch, daar in het Duitseh, weer elders in het
Fransch en zelfs iu het, Engelse!! te lioorea beoefe
nen. Vaak zou men geneigd zijn met Tanuhiiuscr
uitteroepeu :u viel!".... maar plicht vóór alles.
Om dus met de opera te beginnen: mcu gaf
sedert mijn vorig verslag Martini, Don Jiirjii, Barbier,
Taimhauser en Ffeischttz, welke voorstellingen ia
't algemeen geen stof tot bizoudere besprekingen.
gaven, daar zij de deugden en gebreken der nieuwe
leden van het personeel meerendeels bevestigden; ge
lukkig zijn de deugden het talrijkst. Mevr.Bely gelieve
in 't vervolg zóó te zingen, dat niet slechts hare