De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 28 oktober pagina 2

28 oktober 1888 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMEB, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.592 dag daarvan zeer weinig nadeel zullen ondervinden. Laat ik enkele van de voornaamste dier werk zaamheden opnoemen. Ik wil beginnen met die, welke noodig zijn om te voorzien in da godsdienstige behoeften der rus tende menigte, met het werk van predikanten en pastoors, kapelaans en kosters enz. en durf het vermoeden uitspreken, dat zelts de meest blinde voorstander van volstrekte Zondagsrust, den ar beid van deze personen op den Zondag niet zal willen beperken, maar van oordeel zal zijn, dat z\j op een anderen dag der week moeten rusten. Tegen dit laatste bestaat dan ook geen enkel bezwaar. Dalen wij nu van de godsdienstige behoeften der menschen af tot andere geestelijke behoeften, tot hun verstandelijke behoeften en tot hun be hoefte aan uitspanning en vermaak op den Zon dag, dan kunnen wij reeds onmiddellijk zeggen, dat arbeid om in die behoeften te voorzien op dien dag evenzeer noodig zal wezen als op de overige dagen der week. Voor zoover echter de hoeveelheid noodige arbeid (zooals b.v bij post en telegraaf en misschien bij de spoorwegen) merkehjk minder is dan op de overige dagen, kan de zondagsarbeid verricht worden door hen, die daartegen op zich zelf geen bezwaar hebben. Eerst als er op den Zondag evenveel of meer werk verricht moet worden dan op de overige dagen, wordt het voor menschen, die per se des Zondags willen rusten, moeielijk om te concurreeren met anderen, wien het onverschillig is welken dag der week zij tot rustdag krygen. Het gevolg daarvan zal waarschijnlijk zijn, dat de eersten uit die betrekkingen verdrongen werden, maar dit verdringen is het natuurlijk gevolg van de on gunstiger positie, waarin zij door hun geloof verkeeren, een gevolg dus, dat zij zonder te klagen moeten aanvaarden, wanneer het hun met dat geloof werkelijk ernst is. De schade echter daar door toegebracht aan hunne materieele belangen is zoo gering, dat de geloovers wel kleingeestig zouden moeten zijn, als zij dit gevolg niet wilden aanvaarden en pogingen deden om het van zich af te wenden tot groote schade en gemak van allen, die over do heiliging van den Zondag niet denken als zij. Welke toch zijn de betrekkingen welke zij hierdoor niet kunnen bekleeden? Ik wil de voornaamste daarvmn opnoemen. Het zijn die van bediende in musea, dieren- of andere tuinen, schouwburgen of andere uitspanningsplaatsen, die van kellner in restauraties en hotels, die van acteur in den schouwburg en van paardrijder in den circus, die van koetsier en conducteur op de tramwegen en enkele meer, te weinig in getal om de positie van hen, die zo niet kunnen bekleeden, werkelijk ongunstiger te maken dan den toestand van hen, die er geen bezwaar in zien ook op den Zondag de daarvoor noodige werkzaamheden te verrichten. Bestaat derhalve de ernstige wil om aan zoo velen mo gelijk en ten minste aan allen, die het om gods dienstige redenen verlangen, Zondagsrust te ver schaffen, zóó, dat men tevens rekening houdt met de godsdienstige, verstandelijke en andere gees telijke behoeften van de rustende menigte, dan kan het boven besproken bezwaar daarvoor geen beletsel zijn, Dalen we nog verder af en vestigen we onze aandacht op de stoffelijke behoeften en belangen der ingezetenen, dan worden de bezwaren nog geringer. De consumenten kunnen slechts ver langen zich des Zondags die dingen te kunnen aanschaften, die pp dien dag geheel of half be dorven zouden zijn, als zij ze reeds den vorigen dag kochten, en de producenten behoeven op dien dag slechts datgene te produceeren, wat den volgenden dag niet meer even goed geproduceerd zou kunnen worden. Do laatste eisch sluit voor verreweg het grootste gedeelte de eerste in, om dat alles wat geen dag kan duren op denzelfden dag geproduceerd en gebruikt moet worden, Zoo danige zaken zijn b.v. groenten en vruchten, die de tuinbaas op zondag moet kunnen oogsten en de gebruiker koopen. Het getal van dergelijke voortbrengselen is echter zoo gering, dat eon zeer kleine beperking der Zondagsrust voldoende is om in de productie en het gebruik van deze zaken mogelijk te maken. De overige bezwaren, die uit een materieel oog veloutine gepoederd, 't geen hem het aanzien geeft van een in meel gewikkelden visch. 't Kan niet ontkend worden dat hij in die pogenblikken . nu niet juist een majestueusen indruk maakt. De La Cliques zijn wel ontaard sinds den tijd der kruistochten! ?" Terwijl de groom de laatste hand legt aan zijn toilet, doet de »maitre d'hötel" in groot tenue zijn intrede- Met een buiging, die de punt van zijn neus bijna met het tapijt in aanraking brengt, roept hij met de heidere indrukwekkende stem van een wapenheraut: «Monsieur Ie marquis est servi!" De markies draagt een coquet négligé, be staande uit een gezondheidsvest van rose krip, een bruin zijden hemd, waarop aan de linker zijde met geborduurde letters zijn wapen prijkt, een wijde, lichtkleurige pantalon, sandalen van tijgerhuid, en een rood, met crème satijn gevoerd vest, van een snit naar een eerlang te verschijnen mode, want de Markies is altijd meer dan iemand op de hoogte van de ern stige vraagstukken op toiletgebied. Als alles geheel in orde is, begeeft hij zich naar zijn boudoir. Daar gebruikt hij altijd zijn ontbijt, omdat hij zich de moeite niet geven wil naar bene den te gaan, naar de eetzaal. De ontbijttafel is op de meest artistieke, meest uitlokkende wijze gereedgemaakt; er ontbreekt niets aan, zelfs niet het menu, dat met bJauwe inkt op een fraai geglaceerd, zooals het andere met zijn wapen versierd, kaartje is geschreven. Eerst drinkt hij een glas madera, regelrecht van Madeira afkomstig, daarna eet hij eenige oesters van Marennes besprenkeld met citroen uit Nice, terwijl hij zijn brood besmeert met de fijnste boter, uit het dal van Auge. Nadat hij aldus een begin heeft gemaakt, wordt hem door den maitre d'hötel, (dien hij Anjou noemt, hoewel diens ware naam Pierre punt tegen de Zondagsrust aangevoerd kunnen worden, komen van den kant der groote industrie, waarin het stilstaan der machines en het uitgaan der vuren de productiekosten hooger maakt. Het komt mij voor, dat zoowel de industrieelen als de consumenten zich die verhooging van kosten moe ten laten welgevallen, en ik wil er bijvoegen, reeds grootendeels laten welgevallen in het belang van allen, die werkzaam zijn in de industrie, waarin zij produceeren of waarvan zij consumeercn. Toch Zou het mij wenschelijk voorkomen aan de fabri kanten volkomen vrijheid te laten ook op Zondag te werken, wanneer zij slechts aan al hunne ar beiders, hoogere zoowel als lagere, een rusttijd van 36 achtereenvolgende uren per week verzekeren. De eischen der praktijk zouden dan van zelf drij ven tot het vaststellen van n zelfden rustdag voor allen en die rustdag zou de Zondag zijn, een resultaat, waarmede zoowel de godsdienstige als de maatschappelijke voorstanders van een rustdag vrede zouden kunnen hebben. Het verschil in mecning tusschen beide partijen is, zoo ik mij niet bedrieg, door het bovenstaande tot een minimum teruggebracht. Het loopt alleen over de werkzaamheden noodig voor de verstan delijke behoeften en voor de behoeften aan uit spanning en vermaak van allen, die op Zondag kunnen rusten, over de dienst van post en telegraaf, van spoorwegen, trams en andere middelen van vervoer, over den Zondagsarbeid op alle plaatsen van uitspanning en vermaak, Bovendien was ik in staat een beginsel aan te wijzen, welks toepassing bij wederzijdschen goeden wil en eerbiediging van elkanders overtuiging, in de meeste gevallen kan leiden tot wegneming van dat verschil, tot samenwerking, dus om te komen tot het gemeenschappelijke doel, dat beide partijen zich voorstellen. In een volgend artikel wil ik zien, in hoeverre dit beginsel op bovengenoemde zaken kan toege past worden en kan leiden tot een voor beide partijen bevredigende oplossing. CANDIDTS. DE GEPROJECTEERDE BAD- EN ZWEMINRICHTIKG aan de MARNIXSTB.VAT b/h Leidschcplein. (Bij de Plaat). Reeds lang is hier ter stede do behoefte gevoeld aan eene inrichting als de thans geprojecteerde Bad en Zwem- Inrichting, terwijl men hot er volkomen over eens is da.t een dusdanige inrichting een openbaar- of volksbelang mag worden genoemd. De ligging van het terrein, Marnixstraat bij het Leidscheplein, is zoo gunstig mogelijk, omdat het Leidschoplein, reeds zoo goed als 't centrum der stad geworden, zoowel van Haarlemmerplein, Frederiksplcin, als Dam per tram binnen 10 minu ten te bereiken is. Wat de levensvatbaarheid der zaak betreft, deze steunt hoofdzakelijk op do deelname ('t aantal baden dat gebruikt wordt) maar ook op de wijze hoe de zsak is ingericht. Te kostbare, luxueusc ondernemingen, deugen, wat dat aangaat, al even min als te eenvoudige of te kleine. Men vindt daarvoor in hot buitenland een overvloed van voorbeelden waaraan de ontwerpers him plan getoetst hebben. Het aantal te nemen baden wordt door hen geschat op 150.000. Daarop berust hunne bereke ning van rentabiliteit. Tot dit cijfer zijn zij ge komen door vergelijking mot andere dergelijke inrichtingen in 't buitenland en die te 'R Gravenhage. In 1887 werden te 'sllage (149447 inwoners) gebruikt 73896 baden. In 1887 werden te Bremen (120000 inwoners) gebruikt 182048 baden. In 1887 werden te Barmen met Elberfeld (155000 inwoners) gebruikt 1802G6 baden. Zekor is dus voor eon stad als Amsterdam met bijna 390.000 inwoners het cijfer van 150.000 baden niet te hoof/ genomen. De nieuwe inrichting zal behalve een groot overdekt Zwembassin, Ie en 2e klasse kuipbaden hebben, tlie niets te wenschen zullen overlaten. De kuipbaden 2e klasse zullen minstens gelijk staan (of beter zijn) wat de inrichting betreft, met de beste kuipbaden die men hier ter stede Couteleau is) achtereenvolgens een smakelijk toebereide schotel gestoofd wildbraad, een ge braden lamsbout met aspergekoppen, en een Yorksche ham met salade voorgezet. Daartuschen in gebruikt de markies eenige glazen Chateau-margaux, want hij lijdt eenigszins aan bloedarmoede, naar hij beweert, en, om zijn eetlust aan te wakkeren, wordt door hem bij alle spijzen mosterd en piquante sausen gevoegd, want niets vindt hij gekruid genoeg naar zijn smaak. Nu verschijnt een schotel gebraden snippen, die op vijftien pas afstands een zoo onaangenamen reuk verspreiden, dat zij zeker wel extra-fijn, moeten wezen; verder, op 't dessert j boschaardbeieii en koffie van 't eiland Mar tin ique. Eindelijk steekt de Markies een manilla op, neemt tweemaal een glaasje Amsterdamsche curacao, om zich vervolgens den mond te spoelen met zijn beroemden fine champagne van vijftig francs de flesch. De meest verwijderde plekjes van aarde en zee hadden het hunne bijgedragen om het verhemelte van den Markies te streelen, er werd hem niets voorgezet, of' 't was van de uitstekendste kwaliteit.'t fijnste wild,de vei'seh- ! ste visch, 't malschste vleeseh en gevogelte, de uitgezochste groenten en vruchten, do j smakelijkste contituren. | Toch staat hij met een ontevreden, knorrig j gezicht van. de tafel op: »Wat een ellendig ontbijt'. Op mijn woord als de kok me zoo iets nog ns durft voor zetten, jaag ik hem op staanden voet de deur uit. Waarschuw hem!" Na die welwillende belofte te hebben afge legd, gaat de Markies op een causeuse liggen om de spijsvertering rustig haar gang te doen gaan. (Slot volgt.) kan nemen. De Ie klasse baden zijn ruimere vertrekken^ waarin de badkuip in den bodem is ingelaten, zoodat men zich langs eenige treden daarin begeeft. Alles van marmer of porselein en op betere wijze gemeubileerd. Voorts zullen daarbij warme, lauwe en koude douchen voor den ge bruiker te vinden zijn. Zulke baden te nemen in eene dergelijke om geving, is een genot dat de meeste Amsterdam mers zeker niet kennen. Men kan aannemen dat van deze kuipbaden een ruimer gebruik zal gemaakt worden dan van de bestaande inrichtingen, Ie wegens de ligging, 2e wegens de betere inrichting en Se wegens het grootere aantal pi. m. 50 waardoor men niet of zelden zal behoeven te wachten, (pi. m. 25 hoeren en 25 damesbaden). De Romeinsche en Russische (damp)baden zullen zeer zeker in een lang gevoelde behoefte voorzien. Het is voor Amsterdam een schande dat men die niet reeds lang hier kon nemen. Vele vreemde lingen vragen te vergeefs Wtiar zij zulke baden kunnen krijgen. Hier zijn ze niet bekend en daarom acht men ze misschien overbodig. Men noemt ze dikwijls geneeskrachtige baden alsof ze uitsluitend ter genezing van zieken moeten dienen. Zeer zeker echter wordt er in 't buitenland meer door gezonden, dan door zieken, van gebruik ge maakt. Alle opera-zangers in Duitschland zijn dagelijksche bezoekers van die baden. Er bestaat geen beter middel om eene gevatte koude spoedig te verdrijven. Juist in ons klimaat, waar gevatte kou en rliumatiek aan de orde van den dag zijn, zal men er een groot gebruik van maken. Wie eenmaal de heilzame uitwerking van een dergelijk bad heeft ondervonden, waarbij men zich, na het verlaten, als herboren gevoelt, betreurt het dat zulk eene gelegenheid hier nog steeds ontbreekt, terwijl toch in het buitenland in veel kleinere steden niet n, maar twee of drie zulke inrichtingen bestaan (Hannover 120000 inw. heeft 3 Rom-Russ. badinrichtingen). Het zwembassin is geprojecteerd op 12 a 13 M. breedte bij 28 a 29 M lengte, dus minstens even groot als de bassins die men in sommige zwemscholen aantreft, terwijl de waterverversching daarin niet slechter maar beter zal zijn, omdat de bovenste laag, die toch de verontreinigde bestanddeelen bevat,steeds afvloeit en door versch water wordt vervangen, 's win ters 3 maal 's weeks, des zomer eiken dag. De volksbaden dio in het plan opgenomen zijn, verdienen uit een philanthropisch oogpunt, vermelding. Deze goedkoope stortbaden zullen, indien zij slechts even bekend raken, zeer zeker hunne kosten kun nen opbrengen, omdat die ook betrekkelijk gering zijn. Het is te hopen dat do deelname in de door de ontwerpers uitgeschreven Iccning zoo algemeen en groot wordt, dat do ontwerpers in staat zullen zijn gesteld, do door hen geprojecteerde inrichting op de meest volkomen wijze tot stand te brengen. Kunst en Letteren. HET TOONEEL TE AMSTERDAM. Pierre Auf/ustin Morin. In liet voorjaar v.in 1317 vierde F. A. Rosenveldt zijne 00-jarige verbintenis aan het Tooneel, en gaf in de rol van Sancho (in Langc-udyks ko medie) nog dezelfde blijken van dien yvcr, dio studie, die naauwkeurigheid, dat getrouw vasthouden aan 't karakter 't welk liy schilderen wilde, welke hem ten allen tijde ouderscheidden." Aldus Jacob van Lenncp, in mijn Spektator", Deel VII, bl. 221, als hem een zucht eu een hulde van het hart moest, bij de dood v au Rosenvcldt, die den vermaarden Sardct o. a. in de rol van J'on Poscrt, in don Speler", had vervangen eu daarin nooit verwelkte lauweren had geoogst, door natuunvaarnemiug, vernuftige vertolking, eu oorspronkelijk heid: want wel verre vau Sardet te kopiëcrcu, gaf Roseuveldt geheel ecu eigen schepping. De man, dien heel Amsterdam1' deze weck zoo hartelijk eu uitbundig heeft toegejuicht, dankt even zeer zijn grootstcu roem aan zijne oorspronkelijk heid ; heeft aanspraak op de ondnbbelzimiigstc ver eering, doordien hij, in zijne beste rollen, altijd zich-zelf is, al weet hij, door fijne schakecringen, in uiterlijk en voordracht, verwante personaadjes van elkaar te onderscheiden. Ja, Morin is dermate een eerlijk, oprecht, gezond tooneelkunstenaar, dat hij nooit geheel de intonatie-tradities, welke men historiesch met den naam van Leidsehc-pleintooii aanduidt, heeft afgelegd, al levert dit een schaduw zijde op. Hij en wij hebben zoo veel verplichting aan die artistische deugden, dat zijn opgang slechts dagteekcut van het oogcnhlik, waarin hij zijn eigen lijk emplooi aanvaard heeft eu meester is geworden. Kooit zou men, toen mcu den jongen Moriu, omstreeks een halve eeuw geleden, in jeugdige rollen zag optreden, voorspeld hebben, dat, uit dat gemaakte, glimmende eu glimlachende Ilcertjen, de uitmuntende aktcur zou groeven, dien hij zich, in later tijd, betoond heeft. Xu ziet men. wat oprechtheid, eenvoudigheid, natuurstudie vermag. Met al mijn hart heb ik clan ook in de beschei den mate inijucr krachten, aan de huldiging van Morin medegewerkt. Jan Hihuau plach te zeggen: Morin houdt alleen van clausies, waar een applaudiscmcut op valt", en dit oordeelde hij een zwak heid, liet is toch zeer natuurlijk en vergeeflijk. Een tooneclspeler, de beoefenaar van een vak, dat, ik, in mijn kindsheid, door Ciruriot bij mijn vader hoorde qualih'cecren als un clticn (Ie métier, een tooueelspelcr, die soms zoo veel met de doflieid, de onkunde, het gebrek aan smaak van het publiek te worstelen heeft, zou zich niet eens mogen ver heugen, als hij sympathiëu heeft weten te wekken, als hij, naar zijn beste vermogen, een oogcnblik van kunstgenot aan de ademloos luisterende me nigte geschonken heeft, als allen met hem in geest drift knielen voor de godlijke Muze'r Ik zal geen water in de zee gaan dragen, door nog eens te verhalen, welke algcmccne ovaties aan den geliefden, zoo populair gcwilden tooueelspelcr, op Woensdag 25 dezer, zijn ten deel gevallen; door nog eens de lauwer- eu bloemenkransen te tellen, die men hem heeft; aangeboden, door nog eens de juichtoncu te gedenken, het gewuif met handen en zakdoeken, dat uit de overvolle zaal den diep ge troffen jubilaris te gemoet werd gezonden. Men moog zeggen, dat in geen afdeeling der kunsteuaarswaereld meer kleine hartstochten schuilen dan in die van het Tooneel, daar staat tegenover, dat die gevoelige, steeds fantaizeerende, hunne ze nuwen steeds spannende, ondanks alles toch zoo beminnelijke menscheusoort, als er een uit haar midden gehuldigd moet worden, dit doet met een. hartelijkheid, met een ongedwongenheid, met een gulheid, die den toeschouwer levendig treft. Zoo was het ook gisterenavond. En wij, publiek, die ons Morin, vooral in zijn eigenaardigste rollen, die der nieuwere fransche komedie herinneren, wij waren blij, dat ook de kameraden den kunstbroeder zoo levendig gelukwenschteu. Het emplooi vau ruisoitneur heeft nog altijd eenige charaktertrekkeu van Molières tijd behouden: ,e'est un rftle qui exige bcaucoup de correction, de tenue et de diguité;" maar nu komt er nog, voor de Pommerols, de Olivier de Julins, de lirochats, de Prosper lilocks, de Willem Bossehcn, enz. een groote mate van gevoel eu vernuft bij te pas; en deuk dan aan een aanzienlijk getal rollen, waar hot komieke met zoo veel succes door Moriu in verwerkt werd: ik noem u: Rastiboulois, Moulinel, Coquardier, Sellae, Sluwata-, Mercadet, den 2n vader in de Blauwe grot" enz. enz. En iu dat alles is Morin onovertroffen. In de dagen vau Snoek en, wat later, van Evers eu Engelman, vervul den de voornaamste akteurs beurtelings de epische rollen in den Gijsbreght": Gijslir., Arend, de Bode. Niet alleen de genoemde akteurs en de veelzijdig begaafde Jelgerhuys hebben op die wijs hun schuld aan Vondel betaald, ook de kleinzoon van den laatste, onze PIEURE AUGUSTIN MOKLN, is beurte lings opgetreden als de Bode, Arend, Voorn, Eymont, Diederick van Ilaerlem. Zijn naam herinnert ons, dat hij vau fransche herkomst is, en geeft ons misschien den sleutel tot oplossing van het opmerklijk verschijnsel, dat de zoo hij uitnemendheid fransche type vau een schrander, verstandig en edelmoedig waarnemer, die snel en nadrukkelijk optreedt als er gehandeld, des uoods geofferd moet worden, met zoo treffende juistheid door Morin wordt verwerkelijkt. Te-recht merkte het lid onzer Commissie", dat hem, in de auze na het 3c bedrijf der ,.Dames eu Heeren uit 'ont-Arcy" toesprak, op, dat gewoouüjk aan Mojin, iu de nieuwere frausche komedies, het voorrecht ten deel viel de rol van gezond verstand, rechtschapen heid en vernuft te mogen spelen, en dat menig maal, als een rezumee van het stuk, een woord door hem in de zaal gelanceerd werd, dat door zijn schittering haast het hoofdeffekt der dramatische samenstelling opleverde. De spreker weiischte Moria geluk, dat hij van de oude garde", maar vau de nieuwe school" was, en van gautsehcr harte sluit ik bij dien gelukwensch mij aan. VVcl ons, ouderen, als wij wat nieuweren goeds aanbieden in ons op kunnen nemen en assimileercu het met onze eigeu natuur, zoo als Morin dit vermocht. Voor mij zijn Les bourgeois de Pout-Arcy" de voortreffelijkste schepping van Sardou, en is Sardou de eerste tooneeldichter onzer dagen (al heb ik tegen het loven van eeuigc zijner werken zeer ern stige bezwaren). Gelukkiger keuze had dan ook, dunkt mij, de Heer Morin voor dezen feestavond niet kunnen deen. Al de mcêspelendeu waren vol animo. Over het geheel stond de uitvoering bij vroegere geenszins achter. Het stuk speelt in 1877; het programma had de oplettendheid ous dit te herinneren. Men stond voor ceu moeilijk vraagstuk: Zouden de Dames bij de Mode illustréc" van 11 jaar geleden te rade gaan r" Onmogelijk. Drachten, die zoo betrekkelijk weinig van de tegen woordige verschillen, zouden bclachlijk geweest zijn. Men sprak dan ook, in het stuk van 1SS3 (ot'S-ir) als van een vier jaar geleden tijdstip. Om een cu. ander ware 't beter geweest, dat het jaartal 1S77 onvermeld ware gebleven. Mareelle Aubri/ was Mevr. Frenkcl. Mevr. Ellen berger plach de rnodcmaakst,er eenigszins eleganter af te boeiden. Je ne décide jtoiitt entre Curthage et Home. De Barones de Si. André(geb. BrochaC] was Mevr. de Vries. Onbetwistbaar heeft zij iets gedist iugoerders dau Me v. Kleine had. Met. Trabut was Mcj. Chr. Poolman veel waarschijnlijker de mooye" genoemd dan haar voorgangster; Zo Dciiisart was Jufv. Lorjé, die het rollctjen goed gespeeld heeft, maar altijd eenigszins onduidelijk spreekt; Mei). Cotturet was Mcv. Stoetz, onverbe terlijk als van ouds; Eroehat was, is on zal zijn. Moiux ; Jiaron Falrice Junior was de Heer de Jong; inderdaad heeft hij ous Moor niet doen vergeten, maar zijn kalmer opvatting was toch verdedigbaar en treffend; de Muire Trabut was de Heer Jacq. de Hoer, en goed ook; Tourui.airc eulevecrt het dwaze rolletjeu van den J'icomte Francois Ir" onverbeterlijk; de Heer Clous als Clavajol, de lieer van Dommelen als Léc/uird, den uitgever vau de Klok", cu ook, dit-maal, de Heer van der Hilst als CSaspard, de kranteiijongen, maakten vau hnnno rollen wat, er in lag. Kortom, mij dunkt als Sardou, die zeer lastig is, deze voorstelling had bijgewoond, hij zou zijn eigen werk hebben toegejuicht. 'Er zijn in SSS, iu de kunstwaerold, vele lichten gedoofd; maar ook vele hoogtijden gevierd. _ Het jubihïHim van MOMX behoort tot de glorierijkste. Schijue zijn licht, nog lang zoo vriendelijk en wel doend als het pleegt, en verleene het Opperwezen", naar zijn eigen woorden, openbaar uitgesproken iu de dankbaarheid zijns harten, hem nog eeu lange reeks van zouuige dagen! 25 Okt. 'SS. ALB. TH. MUZIEKAAL OVERZICHT. Rotterdam, 2G Oct. 1888. Was tot dusverre alleen de Opera nog aan het woord, thans is ook de reeks Concerten geopend; ra u Musica sleept den referent weder van de ecue zaal in de andere om de toonkunst hief in het Ilollandsch, daar in het Duitseh, weer elders in het Fransch en zelfs iu het, Engelse!! te lioorea beoefe nen. Vaak zou men geneigd zijn met Tanuhiiuscr uitteroepeu :u viel!".... maar plicht vóór alles. Om dus met de opera te beginnen: mcu gaf sedert mijn vorig verslag Martini, Don Jiirjii, Barbier, Taimhauser en Ffeischttz, welke voorstellingen ia 't algemeen geen stof tot bizoudere besprekingen. gaven, daar zij de deugden en gebreken der nieuwe leden van het personeel meerendeels bevestigden; ge lukkig zijn de deugden het talrijkst. Mevr.Bely gelieve in 't vervolg zóó te zingen, dat niet slechts hare

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl