Historisch Archief 1877-1940
593
DE AMSTERDAMMER
A*. 18S8
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
led*? nommer bevat een Plaat.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.)
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
uitgever: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam, *
Keizersgracht 436.
Zondag 4 November
Abonnement per 3 maanden ? 1.?. fr. p. p. ? 1.15,
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10.
Advertentiën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer . . . 0.20.
Reclames per regel 0.40.
I H H O V Dl
VAN VERRE EN VAN NABIJ. - FEUILLE
TON: Tweeërlei dagwerkj (Slof), door George
Jassy. Uit de Residentie, door Wttenhage.
Nog eens de geprojecteerde Bad- en
Zweminrichting, door een Aandeelhouder. Brieven
uit Groot-Mokum, door Dandoly. UIT HET
HAAGJE, doorZ. KUNST EN LETTEREN:
Het tooneel te Amsterdam, door Alb. Th.
Muziekaal Overzicht, door V. Nog een woord
over Kerkmuziek, door A. Th. Prins Lucien
Bonaparte en zjjn afstammelingen. Verbetering.
VARIA. MILITAIRE ZAKEN: DeNederl.
Oorlogsbegrooting voor 1889, (Slof). De leer
looier van Mascara. SCHAAKSPEL. Voor
Dames door E-e. ALLERLEI. - RECLAMES.
BEURSOVERZICHT. ADVERTENTIËN.
Van verre en van naby.
Koning Milan van Serviëblijkt verstandiger
te zijn, dan zelfs zijne vrienden wisten. Enkele
dagen geleden voorspelde men, dat hij de
eigenmachtige wijze, waarop hij de beslissing
in de pijnlijke echtscheidingsquaestiehad door
gedreven, met het verlies van zijn troon zou
moeten bekoopen; alle partijen in het land
zoo verzekerde men hadden zich van hem
afgewend, en de ministerieele crisis was slechts
het voorspel van eene omwenteling. En thans
brengt de telegraaf ons het bericht, dat het
aanzienlijkste deel der bevolking van Bel
grado een fakkel-optocht ter eere van den
Koning heeft georganiseerd; dat eene onaf
zienbare schare de manifestanten op hun weg
naar het paleis volgde; dat de koning, telkens
als hij zich met den kroonprins op het balkon
vertoon de, door de volksmenigte metde grootste
geestdrift werd toegejuicht. De heer Pauloyitch
begroette den koning namens de burgerij en
verzekerde, dat al de partijen den koning
zouden steunen. En koning Milan dankte
op hartelijke wijze, wees op de noodzakelijk
heid van de eensgezindheid der partijen, en
verzekerde, dat het zijn hoogste wensèh was,
het Servische volk gelukkig te maken. Ter
bereiking van dit doel zou hij al zijne krach
ten inspannen, als een man die, in zijn eigen
leven ongelukkig, toch anderen geluk tracht
te schenken. Het was zijn oprecht verlangen
aan het vaderland nuttig te zijn en de wel
vaart en de grootheid van Serviëte bevor
deren.
Wat was de reden van dezen plotselingen,
bijna ongelooflijken ommekeer?
Koning Milan heeft, uit eigen beweging,
eene herziening van de Servische grondwet
aangekondigd. Hij heeft de daad bij het woord
gevoegd, door het samenstellen van een
herzieningsontwerp op te dragen aan eene com
missie van 70 leden, waarvan de heerRistitch
als voorzitter zal optreden, terwijl de leiders
der drie politieke partijen, dus der
progressisten, der liberalen en der radicalen, onder
voorzitter zullen zijn. Alle politieke schakee
ringen, alle belangen, alle standen zijn
vertegemyoordigd en deze commissie, die met
eene inderdaad zeldzame onpartijdigheid is
samengesteld. Doch juist hierin ligt een gevaar
Feuilleton.
TWEEËRLEI DAGWERK.
DOOR
GEORGE JASSY.
Vertaald door COEA.
(Slot.)
In dat oogenblik nadert op den stoffigen
weg een klein meisje, blootsvoets, een grof
katoenen jurkje aan, en een uit teenen ge
vlochten mand op het hoofd.
__ De hond, die haar reeds in de verte bespeurt
"lt haar met vroolijke sprongen tegemoet, en
e steenenbikker, die wel weet wat die grappen
van het dier beteekenen, heft het hoofd op,
terwijl hij zijn dochtertje toelacht.
De mand bevat een stuk roggebrood en een
schaal aardappelsoep, dat wil zeggen in water
gekookte en fijngemaakte aardappelen, met
een weinig zout en een paar uien er in.
Wat de toevoeging van vet aangaat, die
ontbreekt minstens zes keer in de week.
Voor den steenenbikker levert dit echter
geen bezwaar op. Hij spreidt, in de schaduw
van den wilg, zijn vest uit bij wijze van
tapijt, en begint met graagte zijn sober maal
te nuttigen, terwijl het kind een praatje maakt
tegen den hond. Deze luistert welwillend toe,
in afwachting dat hem het overschot van de
soep zal worden voorgezet, want hij koestert
voor het welslagen van den wetgevenden arbeid,
daar het herzieningsontwerp, bij de zeer
uiteenloppende opvattingen van de leden der com
missie, slechts een compromis kan zijn, en dus
niemand geheel zal bevredigen. Aan den
anderen kant zal men echter bedenken, dat
eene herziening, op deze wijze ondernomen,
meer in overeenstemming zal kunnen zijn met
de wenschen en belangen der natie, dan wan
neer zij van een partij-ministerie uitging. Dat
het verder den koning met de zaak ernst is,
blijkt uit het feit, dat, de beraadslagingen der
commissie reeds zijn aangevangen, en dat het
ontwerp in het begin der volgende maand
aan de groote Skoeptchina zal worden aan
geboden.
Keizer Wilhelm II heeft de vertegenwoor
digers van den Berlijnschen gemeenteraad,
die hem een geschenk en een adres van hulde
kwamen aanbieden, op zeer ongenadige wijze
ontvangen. Hij heeft den door de deputatie
uitgesproken wensch, dat hij zich te Berlijn
zou vestigen, beantwoord met de opmerking,
dat dan eerst de pers der hoofdstad een gansch
anderen toon moest aanslaan, en dat er een
eind moest komen aan het onophoudelijk
citeeren van zijn vader tegen hem.
Men behoeft waarlijk niet te vragen, tegen
wien deze uitval gericht was. De Duitsch
vrijzinnige pers heeft, sedert den dood van
keizer Friedrich, geen dag laten voorbijgaan,
zonder de liberale en constitutionneele denk
beelden van dezen vorst op de warmste wijze te
huldigen en zijn overlijden als een ramp voor
de Duitsche natie voor te stellen. Zij heeft
alle uitspraken van Friedrich III, die met
hare eigene opvattingen strookten, zorgvuldig
bijeenverzameld, en die, bij gelegenheid der
verkiezingen voor den Pruisischen Landdag,
tot een soort van katechismus voor de kiezers
gemaakt.
Dit stond haar natuurlijk vrij, al was de
methode juist niet zeer democratisch. De re
geering scheen het echter ongewenscht te vin
den, en liet de bedoelde Qedenkbliitter in be
slag nemen, en de verdere uitgave daarvan
verbieden, een maatregel, die alleen mogelijk
was, omdat Berlijn, krachtens de bepalingen der
socialistenwet, verkeert in den zoogenaamden
kleinen staat van beleg. De keizer komt nu ver
klaren, dat de bedoelde publicatiën voor hem
grievend en kwetsend zijn ; ook dit kan men
hem niet verbieden, al pleit zulk eene uit
lating, op den vooravond der verkiezingen,
juist niet voor een liberalen en
constitutionneelen zin Maar als hij beweert, dat de be
doelde citaten tegen hem gericht zijn, clan
geeft hij daardoor toe, wat' men lang heeft
vermoed, doch niet openlijk heeft durven uit
spreken, dat hij namelijk eeue gansch andere
politieke richting is toegedaan dan zijn over
leden vader. liet kan zijn nut hebben, dat
men dit uit 's keizers eigen mond weet.
Onverklaarbaar is de houding der
Duitschvrijzinnige pers en van de haar ondersteu
nende clericale organen. Deze bladen beweren,
dat de woorden van den keizer slechts tegen
de kartell-pers, dus tegen de organen
deiconservatieven en der nationaal-liberalen ge
richt konden zijn. Zij missen, naar het schijnt,
den moed hunner overtuiging, en schijnen
het eene schande te achten, van den keizer
geen zweem van twijfel, dat men hem zal
vergeten. In de gezinnen der armen hebben
de dieren altijd hun rechten, als waren 't fa
milieleden.
Als hij wil drinken, laaft de steenenbikker
zich naar hartelust aan den inhoud van de
beek, gevuld met het elixer dat uit de wolken
afkomstig is; en als dessert heeft hij zijn
roggebrood.
Daarna rust hij een kwartier; hij denkt aan
zijn kind, de zonneschijn en vreugde van zijn
leven, terwijl het dappere kleine ding wel
gemoed en vroolijk in de brandende zon huis
waarts keert, met geen andere parasol dan
haar leege mand.
Maar weldra richt de vader zich snel overeind.
»Kom!" mompelt hij, »ik zou daar maar
liggen droomen als een rentenier! 't Is nu
waarlijk wel noodig dat ik mijn vijftig sous
alle avonden thuis breng; mijn arme kleine
meid heeft een paar schoenen zoo hoog noodig."
Dan begint hij weer geduldig met zijn
steenenbikker's muziek: tik, tik, tik! ...
De Markies La Clique begint zich toch
eindelijk wat te vervelen, en hij besluit dus
op te staan.
Een uur later, nadat hij door John gekleed,
gepommadeerd en opgesierd is, stapt hij in
zijn rijtuig.
Tot aan den avond legt hij een oneindig
aantal bezoeken af, bij allerlei soort van
dames. Hier en daar gebruikt hij een kop
thee of een teug Xerès, naar gelang van om
standigheden. Ten laatste houdt zijn rijtuig
stil voor 't huis eener hem welbekende
een kaakslag te ontvangen Al neemt men in
aanmerking dat in Duitschland meer moed
noodig is dan elders in het westen van Eu
ropa, om eene overtuiging uit te spreken die
met de inzichten der regeering in strijd is,
van een man als Eugen Richter had men in
dit opzicht eene kloekere en vooral eene meer
waardige houding mogen verwachten.
Na_ de philippica aan het adres van den
Berlijnschen gemeenteraad, verkregen de ver
kiezingen in de hoofdstad eene dubbele
beteekenis. Zij zijn geheel in den geest der
Duitsch-vrijzinnigen uitgevallen.
In Rusland heeft de heer Von Giers den dag
herdacht, waarop hij 50 jaar geleden zijne di
plomatieke loopbaan begon. Van alle zijden
stroomden den Russischen minister van bui
tenlandsche zaken gelukwenschingen toe, en
ook de hoofden der triple alliantie lieten
zich daarbij niet onbetuigd, maar huldigden,
n in persoon, n door hunne ministers de
verdiensten van den heer Von Giers in de
meest vleiende bewoordingen. Dit feit ver
kreeg eene bijzondere beteekenis door de brie
ven, welke de Czar schreef aan den jubilaris,
die daarin wordt voorgesteld als de man, die
steeds de bedoelingen van den czar op de
meest nauwgezette en intelligente wijze heeft
uitgevoerd, en die zijne groote bekwaamheden
en zijne langdurige ervaring heeft gesteld in
dienst van eene politiek, die zoowel aan den
vrede van Europa als aan de waardigheid
en de belangen van Rusland bevorderlijk is.
Rusland zoo vernemen wij uit den mond
van den czar is door den zegen Gods zoo
groot en zoo machtig geworden, dat hetgeen
veroveringen meer kan wenschen.
Iets dergelijks heeft de heer Goblet van
Frankrijk verklaard in eene rede, die waar
schijnlijk als correctief moest dienen voor de
alles behalve correcte woorden van g:neraal
de. Miribel. De politieke barometer staat dus
bepaald op mooi weer.
Intusschen scheelde het weinig
ofdegelukwenschen aan den heer Von Giers waren door
condoleantiën gevolgd. De trein, waarmede
de czar en zijne familie het zuidoosten van
Rusland bereist, is gederailleerd; een aantal
wagens, waaronder ook het salonrijtuig, waarin
zich de keizerlijke familie bevond, zijn ver
brijzeld, en vele personen werden gedood en
gewond. De vorstelijke personen zelven bleven
op een aan het wonderdadige grenzende wijze
gespaard.
De omstandigheden, waaronder dit ongeluk
plaats greep, en de buitengewone voorzorgen,
waarmede men den czar op zijne reizen placht
te omgeven, wettigen het vermoeden, dat men
hier weder met een misdadigen aanslag te
doen heeft Natuurlijk beijvert de Russische
regeering zich, om dit gerucht tegen te spre
ken. Maar reeds zijn bevelen gegeven, om
het keizerlijk jacht Derthawa in gereedheid te
brengen. Men mag dus aannemen, dat de
czar voor zich en de zijnen spoedig in Dene
marken gedurende korten tijd die rust zal
zoeken, die hem in zijn eigen land meer en
meer ontzegd schijnt te zijn.
schoone, met wie hij afsprak gezamenlijk te
dineeren, en als hij met haar in zijn villa is
teruggekeerd, klinkt vijf' minuten vóór achten
op nieuw de aankondiging van den
indrukwekkenden maitre d'liötel:
«Monsieur Ie marquis est servi!"
De steenenbikker, die zich vast had voorge
nomen zijn taak af te maken, gaat nog bij
maanlicht door met zijn arbeid : Tik, tik, tik !....
En door de stille avondlucht klinkt dat
geluid iu de verte als de klaagtoon van een
of anderen vreemden vogel.
De Markies La Clique en zijn dame be
geven zich naar de met eikenhout beschoten
eetzaal, waar het schild der La Cliques in
elk der omlijste paneelen prijkt.
't Fijn linnen tafelgoed, 't kostbare
porcelein, 't schitterende zilverwerk, alles is met
het familiewapen van den Markies versierd;
tot zelfs op de zittingen der leêreii stoelen
is het aanwezig, want de Markies houdt er
van het overal aan te brengen, waar slechts
een ruimte zoo groot als een duim dit toe
laat. Nog een stapje verder, en hij zou 't op
het brood, op de vleugels van de kippen, en
wie weet, misschien op den arm van zijn dame
willen laten stempelen.
't Menu is schitterend, een combinatie van
de uitgezochtste gerechten en de fijnste wijnen,
te veel om op te noemen.
Onder het genot van al die heerlijkheden
heeft er tussciien den Markies en zijn dame
nu en dan een gedachtenwisseling plaats over
paarden, jockeys, weddingschappen bij de
wedUIT DE RESIDENTIE.
DES HAAG, 2 Nov. '88.
In de laatste drie weken is in alle nieuwsbladen
verkondigd dat het Haagschc
waterververschiugskanaal prachtig werkt; dat de bekende riool-geuren
verdwenen of al bijna niet meer merkbaar zijn,;
dat het water iu onze grachten stroomend en reeds
zichtbaar verfrischt was. Uit kracht vau hetgeen
hij geloofde en hoopte en ik moet er aan her
inneren : bij gelooveu en hopen komt zien -eu
ruiken niet te pas is zelfs eeu ingezetene aan
het hengelen gegaan, en heeft in liet tliaas aau
zijne woning voorbijvlieteud levend water visch
gevangen. at stond ook al «in de krant." Of
het een stekelbaarsje was, snoek of katvisch wevd
er niet bij vermeld; ook niet of de visch levend
of dood was.
Een paar andere lieden die hoogstwaarschijnlijk
zeer bijziende en toevallig heel verkouden waren,
hebben iu de volle dankbaarheid van hun gemoed
voorgesteld het waterververschings-kanaal de
Patijnrivier of liet Patiju-kauaal te noemen. Ik heb
niets tegen deu oud-burgemeester en ik geloof
zelfs en ik ben de eeuige niet dat bij een
vrij wat beter hoofd der gemeente was dan onze
tegenwoordige meest onzichtbare, ongeziene en
onbekende burgervader, dien we nog van Heems
kerk hebben present gekregen. Maar Patijn-kanaal
of -rivier, vind ik al 1e dwaas, want, dan zou de
juiste naam moeten zijn : de Patijn-cloaak, terwijl
daarbij de uitmonding in zee al heel geschikt
Drekmuiden zou kunnen genoemd worden.
Het spijt, mij dat, ik al die geloovige en. hoop
volle en mooie berichten over de prachtige werking
van ouze vuilnis-wetering roudweg voor een leu
gen moet verklaren. Ik zeg niet dat liet
afwatcrings-kanaal ongeschikt is voor zijn doel en dat de
muehine, bestemd om het vuile water in liet achterste
kanaalviik op te pompen als liet iu zee vloed ie,
eeue misrekening blijkt te zijn, maar ik verklaar
dat de machine meestal niet werkt en dat wij ten
gevolge daarvan ook geen voortdurend stroomend
water hebben, maar meestal stilstaande riool-grach
ten zooals vroeger. Er is uu en dan wel teiis wat
drift in het water geweest, maar daarop volgden
uren van rust alsof er geen afvoerkanaal met
poniprnachiue bestond. En zoo is liet gewoonlijk.
De riekende lucht is volstrekt niet verdwenen,
maar nu en dan zelfs sterker dan vroeger, do
kleur van onze stadswatcrcn is nog niet merkbaar
verhelderd al is de drabbige oppervlakte liitr en.
daar ook wat weggedreven. Iu den jongsten zomer
is de waterstand zelfs meermalen lager geweest
dan in de laatste drie weken het geval was, en
wat liet merkwaardigste van alles is: tweemaal
sedert de zoogenaamde inwerkingstelling vau het
uitwaterings-kanaal heb ik gezien dat het water
in de richting van Delft en naar de polders stroomde,
zooals van ouds. Het is inderdaad treurig dat nu
wij het lang begeerde kanaal hebben, dat heel wat
heeft gekost, liet slechts nu en dan dienst doet.
Men had mogen verwachten dat liet stoomgemual
gedurende de eerste maanden onverpoosd dag en
nacht het water in het kanaalvak tussehcn de
binnen- en buitensluizen zou oppompen, opdat het
telkens bij het afloopen vau den vloed in zee zou
kunnen wegvloeien. Maar zooals de
waterverversching nu werkt, zullen wc voorzeker nog lang
riekende en vuile grachten behouden. Is dat soms
het doel? Moet iu liet volgende jaar, in deu voor
zomer, kunnen geconstateerd worden, dat de grach
ten nog altijd rieken en liet water geweldig vu
is? En moet dat soms als bewijs dieneu dat hel.
voorzichtig was toen gedurende het jongste
bad
rennen aangegaan, of wel ze spreken kwaad
vau dezen of genen hunner bekenden.
Als finale spoelen zij zich den mond met
het meergenoemde druivennat, want die
mondspoeling is een schitterende uitvinding van
den Markies, waarop hij niet weinig roem
draagt.
Nog meer dan dien morgen had elk plekje
van aarde en zee, van 't Noorden naar't Zui
den, van. 't Westen naar 't Oosten, de grond
stoffen opgeleverd voo_r het uitgezochte maal;
en toch was de Markies niet voldaan ; hij had
nog steeds dezelfde barsche ontevreden uit
drukking op 't gelaat.
»Ik moet werkelijk mijn excuses maken/'
zegt hij, met zijn krassende stem; »mijn kok
is een knoeier, 't Is niet mogelijk hierin huis
iemand behoorlijk te ontvangen! Werkelijk,
't is een bedelaarsmaal dat ik u daar heb
voorgezet!"
Ze treden het boudoir binnen om een partij
besigue te spelen, terwijl de Markies een sigaar
van vijf francs aansteekt en de dame zijn
voorbeeld volgt.
Op dat oogenblik slaat de steenenbikker
zijn laatsten slag.
Ondanks 't verdoofde gevoel in zijn knieën,
de stramheid zijner lendenen en zijn groote
vermoeidheid, richt hij zich vroolijk overeind,
terwijl hij in stilte bedenkt dat, als hij in staat
is zes weken achtereen vijf sous daags op zij
te leggen, zijn dochtertje haar schoenen zal
kunnen hebben en men zich thuis eens op een
stukje vlecsch en een flesch appel wijn zal kun
nen trakteeren.